20
ENC007-5
BELANGRIJKE
VEILIGHEIDSVOORSCHRIFTEN
VOOR ACCU
1. Lees alle voorschriften en waarschuwingen op
(1) de acculader, (2) de accu, en (3) het product
waarvoor de accu wordt gebruikt, aandachtig
door alvorens de acculader in gebruik te nemen.
2. Neem de accu niet uit elkaar.
3. Als de gebruikstijd van een opgeladen accu aan-
zienlijk korter is geworden, moet u het gebruik
ervan onmiddellijk stopzetten. Voortgezet
gebruik kan oververhitting, brandwonden en
zelfs een ontploffing veroorzaken.
4. Als er elektrolyt in uw ogen is terechtgekomen,
spoel dan uw ogen met schoon water en roep
onmiddellijk de hulp van een dokter in. Elektrolyt
in de ogen kan blindheid veroorzaken.
5. Voorkom kortsluiting van de accu:
(1) Raak de accuklemmen nooit aan met een
geleidend materiaal.
(2) Bewaar de accu niet in een bak waarin
andere metalen voorwerpen zoals spijkers,
munten e.d. worden bewaard.
(3) Stel de accu niet bloot aan water of regen.
Kortsluiting van de accu kan oorzaak zijn van
een grote stroomafgifte, oververhitting, brand-
wonden, en zelfs defecten.
6. Bewaar het gereedschap en de accu niet op
plaatsen waar de temperatuur kan oplopen tot
50°C of hoger.
7. Werp de accu nooit in het vuur, ook niet wanneer
hij zwaar beschadigd of volledig versleten is. De
accu kan namelijk ontploffen in het vuur.
8. Wees voorzichtig dat u de accu niet laat vallen
en hem niet blootstelt aan schokken of stoten.
9. Gebruik nooit een beschadigde accu.
BEWAAR DEZE VOORSCHRIFTEN.
Tips voor een maximale levensduur van de accu
1. Laad de accu op voordat hij volledig ontladen is.
Stop het gebruik van het gereedschap en laad de
accu op telkens wanneer u vaststelt dat het ver-
mogen van het gereedschap is afgenomen.
2. Laad een volledig opgeladen accu nooit opnieuw
op. Als u de accu te veel oplaadt, zal hij minder
lang meegaan.
3. Laad de accu op bij een kamertemperatuur tus-
sen 10°C en 40°C. Laat een warme accu afkoelen
alvorens hem op te laden.
BESCHRIJVING VAN DE FUNCTIES
LET OP:
• Zorg altijd dat het gereedschap is uitgeschakeld en de
accu ervan is verwijderd alvorens de functies op het
gereedschap af te stellen of te controleren.
Installeren of verwijderen van de accu (Fig. 1)
• Schakel het gereedschap altijd uit alvorens de accu te
installeren of te verwijderen.
• Om de accu uit het gereedschap te halen, verschuift u
de knop op de voorkant van de accu en trekt u de accu
eraf.
• Om de accu te installeren, doet u de tong op de accu
overeenkomen met de groef in de behuizing en dan
schuift u de accu erin. Schuif de accu zo ver mogelijk
erin totdat deze op zijn plaats vastklikt. Wanneer het
rode gedeelte op de bovenkant van de knop nog zicht-
baar is, zit de accu niet volledig erin. Schuif hem volle-
dig erin totdat het rode gedeelte niet meer zichtbaar is.
Als u dit niet doet, kan de accu per ongeluk eruit vallen
en uzelf of andere personen in uw omgeving verwon-
den.
• Gebruik geen overmatige kracht wanneer u de accu
erin steekt. Indien de accu niet gemakkelijk naar bin-
nen schuift, betekent dit dat deze niet juist erin is gesto-
ken.
Accubeveiligingssysteem
De accu is voorzien van een beveiligingssysteem dat
automatisch het uitgangsvermogen onderbreekt voor
een langere levensduur.
Het gereedschap kan tijdens het gebruik stoppen
wanneer het gereedschap en/of de accu zich in de
volgende situatie bevinden. Dit wordt veroorzaakt door
de inwerkingtreding van het beveiligingssysteem en duidt
niet op een defect van het gereedschap.
• Bij overbelasting van het gereedschap:
Druk op dit moment op de “OFF”-knop en hef de
oorzaak van de overbelasting op, en druk daarna
weer op de “HIGH/LOW”-knop om te starten. Als het
gereedschap niet werkt nadat op de “HIGH/LOW”-
knop is gedrukt, is de automatische uitschakeling
van het accuvermogen nog steeds in werking. Laad
de accu op alvorens deze te gebruiken.
• Als de resterende acculading laag is:
Laad de accu op.
In- en uitschakelen (Fig. 2)
Om het gereedschap te starten, drukt u gewoon op de
“HIGH/LOW”-knop. Om het gereedschap uit te schake-
len, drukt u op de “OFF”-knop. Om het toerental van het
gereedschap te veranderen, drukt u op de “HIGH/LOW”-
knop. Bij de eerste keer drukken op deze knop wordt het
hoge toerental ingeschakeld, en bij de tweede keer druk-
ken wordt het lage toerental ingeschakeld. Bij iedere ver-
dere druk op deze knop wordt de hoog/laag-cyclus
beurtelings herhaald.