22
BESCHRIJVING VAN DE FUNCTIES
LET OP:
• Zorg altijd dat het gereedschap is uitgeschakeld en de
accu ervan is verwijderd alvorens de functies op het
gereedschap af te stellen of te controleren.
Installeren of verwijderen van de accu (Fig. 1)
LET OP:
• Schakel altijd het gereedschap uit voordat u de accu
aanbrengt of verwijdert.
• Houd het gereedschap en de accu stevig vast
tijdens het aanbrengen of verwijderen van de accu.
Als u het gereedschap en de accu niet stevig
vasthoudt, kunnen deze uit uw handen glippen en
beschadigd raken, of kan persoonlijk letsel worden
veroorzaakt.
Om de accu te verwijderen, schuift u deze uit het
gereedschap los terwijl u de knop voorop de accu
ingedrukt houdt.
Voor het aanbrengen van de accu plaatst u de tong van
de accu in de groef van de behuizing en schuift u de
accu op zijn plaats. Schuif de accu er altijd volledig in
totdat die op zijn plaats vast klikt. Wanneer de rode
indicator op de bovenkant van de knop nog zichtbaar is,
zit de accu niet volledig erin.
LET OP:
• Schuif de accu volledig erin totdat de rode indicator niet
meer zichtbaar is. Als u dit nalaat, zou de accu uit het
apparaat kunnen vallen en uzelf of anderen kunnen
verwonden.
• Druk de accu er niet met kracht in. Als de accu er niet
soepel in gaat, houdt u die waarschijnlijk in de
verkeerde stand.
OPMERKING:
• Het gereedschap werkt niet op een enkele accu.
Gereedschap/accu-beveiligingssysteem
Het gereedschap is voorzien van een gereedschap/accu-
beveiligingssysteem.
Dit systeem schakelt automatisch de stroom naar de
motor uit om de levensduur van het gereedschap en de
accu te sparen.
Het gereedschap zal tijdens gebruik automatisch
stoppen wanneer het gereedschap en/of de accu aan
één van de volgende omstandigheden wordt
blootgesteld. Onder bepaalde omstandigheden lichten
de verklikkerlampjes op.
Overbelastingsbeveiliging
Als het gereedschap wordt gebruikt op een manier die
een abnormaal hoge stroomsterkte vergt, zal het
gereedschap automatisch zonder enige waarschuwing
stoppen. In dat geval schakelt u het gereedschap uit en
verhelpt u de oorzaak van de overbelasting. Vervolgens
schakelt u het gereedschap weer in om door te werken.
Oververhittingsbeveiliging voor de accu
Wanneer de accu oververhit raakt, stopt het
gereedschap automatisch zonder enige waarschuwing.
Het gereedschap start niet, ook al drukt u de
schakelknop in. In dat geval laat u de accu even
afkoelen, voordat u het gereedschap opnieuw inschakelt.
OPMERKING:
• De oververhittingsbeveiliging voor de accu werkt alleen
voor accu’s met een stermarkering. (Fig. 2)
Overontladingsbeveiliging (Fig. 3)
Wanneer de accu nog maar weinig stroom kan leveren,
gaat het accuverklikkerlampje knipperen aan de kant van
de betreffende accu. Als u dan doorgaat met werken,
stopt het gereedschap en blijft het accuverklikkerlampje
ongeveer 10 seconden lang branden. In dat geval laadt u
de accu opnieuw op.
In- en uitschakelen (Fig. 4)
Om het gereedschap te starten, drukt u gewoon op de
“HIGH/LOW”-knop. Om het gereedschap uit te
schakelen, drukt u op de “OFF”-knop. Om het toerental
van het gereedschap te veranderen, drukt u op de
“HIGH/LOW”-knop. Bij de eerste keer drukken op deze
knop wordt het hoge toerental ingeschakeld, en bij de
tweede keer drukken wordt het lage toerental
ingeschakeld. Bij iedere verdere druk op deze knop
wordt de hoog/laag-cyclus beurtelings herhaald.
INEENZETTEN
LET OP:
• Controleer altijd of het gereedschap is uitgeschakeld
en de accu ervan is verwijderd alvorens enig werk aan
het gereedschap uit te voeren.
Het lange mondstuk aanbrengen en verwijderen
(Fig. 5 en 6)
Om het lange mondstuk aan te brengen, drukt u het zo
ver mogelijk op de luchtuitlaat van het gereedschap.
Om het lange mondstuk te verwijderen, houdt u de beide
knoppen ingedrukt en trekt u het lange mondstuk van het
gereedschap af.
De schouderriem bevestigen (Fig. 7)
Trek het bevestigingsoog uit het gereedschap.
Haak de schouderriem aan het bevestigingsoog van het
gereedschap.
Pas vóór gebruik de lengte van de riem aan zodat u
gemakkelijk met het gereedschap kunt werken.
BEDIENING
Blazen (Fig. 8)
Houd de luchtblazer stevig met uw hand vast en blaas
het vuil weg door de luchtblazer langzaam te bewegen.
Bij gebruik van de luchtblazer in de buurt van een
gebouw, grote steen of voertuig, richt u het mondstuk
niet daarop.
Bij gebruik van de luchtblazer in een hoek, begint u te
blazen vanuit de hoek naar een breder gebied.
ONDERHOUD
LET OP:
• Zorg altijd dat het gereedschap is uitgeschakeld en de
accu ervan is verwijderd alvorens te beginnen met
onderhoud of inspectie.
• Gebruik nooit benzine, wasbenzine, thinner, alcohol en
dergelijke. Hierdoor kan het verkleuring, vervormingen
en barsten worden veroorzaakt.
Schoonmaken (Fig. 9)
Veeg regelmatig de buitenkant van het gereedschap
schoon met een in zeepwater bevochtigde doek.