Belkin F5D9230UK4 Handleiding

Categorie
Routers
Type
Handleiding
Handleiding
F5D9230df4
Deel uw breedband-internetverbinding
Draadloze G+
MIMOrouter
Handleiding
UK
FR
DE
NL
ES
IT
Inhoud
1 Inleiding
Voordelen van een draadloos netwerk ..................................
1
De beste plaats voor uw draadloze G+ MIMO router ............
2
2 Productoverzicht .....................................................................
6
Productkenmerken ................................................................
6
3 Kennismaken met uw router ...................................................
9
Inhoud van de verpakking .....................................................
9
Systeemvereisten .................................................................
9
Systeemvereisten voor Easy Install Wizard software ............
9
4 De router aansluiten en configureren ...................................
16
5 Alternatieve installatiemethode ............................................
24
6 Gebruik maken van de geavanceerde web-based
gebruikersinterface ............................................................. 42
LAN-instellingen wijzigen .................................................... 43
De pagina met de DHCP-clntenlijst bekijken .................... 45
De instellingen van het draadloze netwerk configureren ..... 46
WPA-beveiliging instellen ................................................... 52
WEP-encryptie-instellingen bepalen ................................... 53
Gebruik maken van de accesspointmodus ......................... 56
Instellingen voor het beheren van MAC-adressen bepalen . 57
Configuratie van de firewall ................................................ 59
Gebruik maken van een dynamisch DNS ............................ 63
Utilities ...............................................................................
65
Router opnieuw starten ................................................. 66
Firmware bijwerken ........................................................ 71
7 Handmatig netwerkinstellingen configureren .......................
79
8 Aanbevolen instellingen van de webbrowser .......................
84
9 Problemen oplossen .............................................................. 86
10 Informatie .........................................................................
103
Inhoud
2
1
3
4
5
6
7
8
9
10
Hoofdstuk
Inleiding
Dank u voor het aanschaffen van de draadloze G+ MIMO router van Belkin
(de router). In de twee volgende paragrafen worden de voordelen van
thuisnetwerken behandeld en de te volgen procedures om het bereik en de
prestaties van uw draadloze netwerk te optimaliseren. Wij raden u aan deze
handleiding volledig door te lezen en extra aandacht te besteden aan het
hoofdstuk “Plaatsing van hardware voor optimale prestaties van uw draadloze
netwerk” (volgende bladzijde). Als u de volgende eenvoudige setup-instructies
volgt, kunt u met uw thuisnetwerk het volgende doen:
Uw hi-speed internetverbinding met alle computers in uw woning delen
Bronnen, zoals bestanden en harde schijven, delen met alle aangesloten
computers in uw woning
Eén printer met het hele gezin gebruiken
Documenten, muziek, videomateriaal en digitale foto’s delen
Bestanden opslaan, ophalen en naar een andere computer kopiëren
Samen on-line games spelen, via het Internet uw e-mail bekijken en
chatten
Voordelen van een draadloos netwerk
Mobiliteit – een speciale computerruimte is voortaan overbodig; u kunt
nu overal binnen het draadloze bereik gebruik maken van een notebook of
desktopcomputer die is aangesloten op het netwerk
Eenvoudige installatie – de Easy Installation Wizard van Belkin maakt
installatie heel eenvoudig
Flexibiliteit – installatie van en toegang tot printers, computers en andere
netwerkapparatuur vanaf elke plek in uw woning
Eenvoudige uitbreiding – Belkin biedt u keus uit een complete reeks
netwerkproducten die het u mogelijk maken uw netwerk uit te breiden met
apparaten als printers en gaming-consoles
Bedrading niet vereist – u bespaart uzelf de kosten en de moeite die komen
kijken bij het aanleggen van Ethernet-kabels in uw woning of kantoor
Algemeen aanvaard – keuze uit een groot aanbod van interoperabele
netwerkproducten
1
32
Inleiding
32
De beste plaats voor uw draadloze G+ MIMO router
Belangrijke factoren die een rol spelen bij plaatsing en setup
Uw draadloze verbinding is sterker naargelang de afstand tussen de computer
en de router (of het accesspoint) kleiner is. Het bereik van draadloze apparatuur
ligt doorgaans tussen de 30 en 60 meter.
De prestaties van uw draadloze verbinding zullen iets achteruit gaan naarmate
de afstand tussen uw router (of accesspoint) en de aangesloten apparatuur
groter wordt. U hoeft hiervan niet altijd iets te merken. Als de afstand tussen
uw router (of accesspoint) groter wordt, kan de snelheid van de verbinding
afnemen. Objecten die signalen kunnen verzwakken doordat ze de radiogolven
van het netwerk blokkeren, zijn metalen apparaten of obstakels en muren.
Door de computer naar een andere positie op een afstand van 1,5 tot 3 meter
van de router (of het accesspoint) te verplaatsen, kunt u nagaan of de mindere
prestaties te maken hebben met de afstand of een blokkade. Neem contact op
met de afdeling Technische Ondersteuning van Belkin als u een probleem niet
zelf kunt oplossen.
Let op: Ondanks dat onderstaande factoren de prestaties van uw netwerk
nadelig kunnen beïnvloeden, zullen zij er niet voor zorgen dat uw draadloze
netwerk niet meer functioneert. Als u vermoedt dat uw netwerk niet optimaal
presteert kan deze checklist uitkomst bieden.
1. Plaatsing van uw draadloze router (of accesspoint)
Plaats uw router (of accesspoint), het centrale verbindingspunt binnen uw
netwerk, op een centrale plek tussen uw draadloze netwerkapparatuur.
De beste netwerkdekking voor uw “draadloze cliënten” (d.w.z. computers
met draadloze notebook- of desktopkaarten of draadloze USB-adapters
van Belkin) bereikt u als volgt:
Zorg ervoor dat de netwerkantennes van uw router (of accesspoint)
parallel aan elkaar en in verticale stand staan (naar het plafond wijzen).
Als de router (of het accesspoint) zelf al verticaal is gepositioneerd, laat
de antennes dan zo recht mogelijk naar het plafond wijzen.
In woningen met meer verdiepingen plaatst u de router (of het
accesspoint) op de verdieping die zich het dichtst bij het midden van
de woning bevindt. Dit kan betekenen dat u de router (of accesspoint)
op een hogere verdieping moet plaatsen.
Plaats de router (of het accesspoint) niet in de buurt van een draadloze
2,4GHz-telefoon.
32
2
1
3
4
5
6
7
8
9
10
Hoofdstuk
32
Inleiding
2. Vermijd obstakels en interferentie
Plaats uw router (of accesspoint) bij voorkeur niet in de buurt van apparaten
die radiogolven uitzenden, zoals magnetrons. De volgende ondoordringbare
objecten kunnen draadloze communicatie hinderen:
Koelkasten
Wasmachines en/of drogers
Metalen kasten
Grote aquaria
Gemetalliseerde UV-werende ruiten
Indien het signaal van uw draadloze netwerk op sommige plaatsen zwakker
lijkt te zijn, zorg er dan voor dat dit soort objecten het signaal niet kunnen
hinderen, dat wil zeggen dat ze niet tussen uw computers en uw router/
accesspoint in staan.
3. Draadloze telefoons
Ga als volgt te werk als de prestaties van het draadloze netwerk niet
beter worden nadat u de bovenstaande wenken hebt opgevolgd én u een
draadloze telefoon bezit:
Kijk wat er gebeurt als u uw draadloze telefoon uit de buurt houdt van uw
router (of accesspoint) en uw computers die geschikt zijn voor draadloze
communicatie.
Verwijder de batterij uit alle draadloze telefoons die gebruik maken van
de 2,4GHz-band (zie informatie van de fabrikant). Als het probleem
hiermee is opgelost, is(/zijn) uw telefoon(s) de storingsbron.
Als u voor uw telefoon ook andere kanalen kunt kiezen, kies dan voor
het kanaal dat het verst verwijderd is van het kanaal dat door uw
draadloze netwerk gebruikt wordt. Verander bijvoorbeeld het kanaal van
uw telefoon in kanaal 1 en stel het kanaal van uw router (of accesspoint)
in op kanaal 11. Raadpleeg de handleiding van uw telefoon voor
gedetailleerde instructies.
Gebruik indien nodig voortaan een draadloze telefoon van 900 MHz of 5
GHz.
4. Kies het “stilste” kanaal voor het draadloze netwerk
Op plaatsen waar meerdere woningen of kantoren dicht bij elkaar liggen,
zoals appartementen- of kantoorgebouwen, kunnen draadloze netwerken in
de omgeving problemen veroorzaken voor uw netwerk.
Maak gebruik van de Site Survey-mogelijkheid (site-overzicht) van de
Wireless Utility om andere draadloze netwerken te lokaliseren (zie de
handleiding van uw draadloze notebook- of desktopkaart) en verplaats uw
router en computers naar een kanaal dat zo ver mogelijk verwijderd is van
andere netwerken.
54
Inleiding
54
Experimenteer met de verschillende beschikbare kanalen om de beste
verbinding te vinden en storing door draadloze telefoons en andere
draadloze apparaten in de omgeving te voorkomen.
Gebruik de uitgebreide informatie over Site Survey en kanalen voor
draadloze netwerken die u bij uw draadloze netwerkkaart heeft gekregen.
Raadpleeg de handleiding van uw netwerkkaart voor meer informatie.
Bovenstaande suggesties en richtlijnen helpen u bij het optimaliseren van het
bereik van uw router (of accesspiont). Als u een nog groter bereik nodig hebt,
overweeg dan de aanschaf van een draadloze range extender/accesspoint
van Belkin.
5. Veilige verbindingen, VPN’s en AOL.
Veilige verbindingen zijn verbindingen waarvoor een gebruikersnaam
en een wachtwoord vereist zijn. Hiervan wordt gebruik gemaakt in
situaties waar beveiliging van belang is. Veilige verbindingen zijn o.a.:
Virtual Private Network (VPN)-verbindingen; deze worden vaak gebruikt
om van afstand verbinding te maken met een kantoornetwerk
Het “Bring Your Own Access”-programma van America Online (AOL)
- dit programma laat u AOL gebruiken via breedband die ter beschikking
wordt gesteld door een andere kabel- of DSL-service.
De meeste websites voor internetbankieren
Veel commerciële websites waarbij toegang uitsluitend verleend wordt
nadat een gebruikersnaam en wachtwoord zijn ingevuld
54
2
1
3
4
5
6
7
8
9
10
Hoofdstuk
54
Inleiding
Veilige verbindingen kunnen worden onderbroken als het energiebeheer
van de computer de computer naar de slaapstand overschakelt. U kunt
opnieuw verbinding maken door de VPN of AOL-software te draaien, of
door opnieuw op de beveiligde website in te loggen.
Een tweede alternatief is het veranderen van de energiebeheerinstelling
en van de computer, zodat deze niet overgaat op de slaapstand. Dit is
niet noodzakelijkerwijs van toepassing voor draagbare computers. Om de
energiebeheerinstellingen te wijzigingen in Windows, gaat u naar “Power
Options” (Energiebeheer) in het “Control Panel” (Configuratiescherm).
Productoverzicht
76
76
Productkenmerken
Binnen een paar minuten kunt u uw Internetverbinding delen en vormen uw
computers een netwerk. Hier volgen alle voordelen waardoor uw nieuwe
Belkin G+ MIMO router de ideale oplossing is voor het netwerk in uw woning
of kleine kantoor.
Werkt met pc’s en Mac
®
-computers
De router ondersteunt een groot aantal netwerkomgevingen zoals onder
meer Mac OS
®
8.x, 9.x, X v10.x, Linux
®
, Windows
®
98, Me, NT
®
, 2000,
XP en andere. U hebt niet meer nodig dan een internetbrowser en een
netwerkadapter die TCP/IP (de standaard Internettaal) ondersteunt.
LED’s op het frontpaneel
LED’s aan de voorzijde van de router geven aan welke functies in bedrijf
zijn. U kunt in één oogopslag zien of uw router verbinding heeft gemaakt
met het Internet. Deze functie maakt gecompliceerde software en
statuscontroleprocedures overbodig.
Geavanceerde web-based gebruikersinterface
U kunt de geavanceerde functies van de router eenvoudig instellen via uw
webbrowser, zonder dat u extra software moet installeren op de computer. U
hoeft geen disks te installeren of in de gaten te houden en bovendien kunt u
snel en gemakkelijk wijzigingen aanbrengen en setupfuncties uitvoeren vanaf
iedere op het netwerk aangesloten computer.
NAT IP-adresdeling
Uw router maakt gebruik van NAT (Network Address Translation ofwel het
vertalen van netwerkadressen) om het door uw ISP aan u toegewezen IP-
adres te kunnen delen zonder dat u tegen betaling extra IP-adressen aan uw
internetaccount hoeft toe te voegen.
SPI Firewall
Uw router is uitgerust met een firewall die uw netwerk beschermt tegen een
groot aantal veel voorkomende aanvallen van hackers waaronder IP Spoofing,
Land Attack, Ping of Death (PoD), Denial of Service (DoS), IP met lengte nul,
Smurf Attack, TCP Null Scan, SYN flood, UDP flooding, Tear Drop Attack,
ICMP defect, RIP defect, en fragment flooding.
76
2
1
3
4
5
6
7
8
9
10
Hoofdstuk
Productoverzicht
76
Geïntegreerde 10/100 4-poorts switch
De router heeft een ingebouwde 4-poorts netwerkswitch waarmee uw op een
kabelnetwerk aangesloten computers onder meer printers, data, mp3-bestanden
en digitale foto’s kunnen delen. De switch stelt zich met behulp van auto-sensing
automatisch in op de snelheid van de aangesloten apparaten. De switch kan
gelijktijdig - zonder onderbrekingen en zonder beslag te leggen op bronnen
- data overzenden tussen computers en het Internet
Universal Plug-and-Play (UPnP)
UPnP is een technologie die een naadloze werking van voice messaging, video
messaging, games en andere applicaties mogelijk maakt die voldoen aan UPnP.
Ondersteuning voor VPN Pass-Through
Als u met behulp van een VPN-aansluiting van huis uit verbinding maakt met uw
bedrijfsnetwerk, dan maakt uw router het mogelijk dat uw met VPN-functionaliteit
uitgeruste computer via de router contact maakt met uw bedrijfsnetwerk.
Ingebouwd Dynamic Host Configuration Protocol (DHCP)
Het ingebouwde Dynamic Host Configuration Protocol (DHCP) zorgt voor
absoluut probleemloze netwerkverbindingen. De DHCP-server wijst automatisch
aan elke computer IP-adressen toe waardoor een gecompliceerde netwerk-setup
overbodig is.
Easy Install Wizard
De Easy Install Wizard zorgt voor probleemloze installatie van uw router. Deze
software bepaalt automatisch de juiste instelling van uw netwerk en maakt de
router klaar voor de verbinding met uw Internet Service Provider (ISP). Binnen
enkele minuten is uw router geïnstalleerd en aangesloten op het Internet.
Let op: De Easy Install Wizard-software is compatible met Windows 98SE, Me,
2000, XP en Mac OS X. Indien u gebruik maakt van een ander besturingssysteem,
kunt u bij de setup van de router gebruik maken van de alternatieve setupmethode,
zoals beschreven in deze handleiding (zie bladzijde 24).
98
98
Geïntegreerd draadloos G+ MIMO accesspoint
G+ MIMO is een nieuwe draadloze technologie die overdrachtssnelheden tot
54 Mbps mogelijk maakt. Werkelijke gerealiseerde snelheden zijn afhankelijk
van de netwerkomgeving.
MAC-adressenfilter
Voor extra veiligheid, kunt u een lijst met MAC-adressen opstellen (unieke clië
ntidentificatiecodes) die toegang hebben tot uw netwerk. Elke computer heeft
een eigen MAC-adres. U stelt eenvoudig - met behulp van de geavanceerde
web-based gebruikersinterface - een lijst op van deze MAC-adressen
waarmee u de toegang tot uw netwerk kunt beheren.
Productoverzicht
98
2
1
3
4
5
6
7
8
9
10
Hoofdstuk
Kennismaken met uw router
98
Inhoud van de verpakking
Draadloze G+ MIMO router
Beknopte installatiehandleiding
Cd met de Easy Install Wizard software
RJ45 Ethernet-netwerkkabel van Belkin
Voedingsadapter
Handleiding
Systeemvereisten
Breedband-Internetverbinding zoals een kabel- of DSL-modem met RJ45-
(Ethernet)aansluiting
Ten minste één computer met een geïnstalleerde netwerkinterface-
adapter
TCP/IP-netwerkprotocol geïnstalleerd op iedere computer
RJ45-Ethernet-netwerkkabel
Internetbrowser
Systeemvereisten voor Easy Install Wizard software
Een pc met Windows
®
98SE, Me, 2000 of XP, of een Mac
®
-computer met
Mac OS
®
X
Minimaal 64 MB RAM
Internetbrowser
Kennismaken met uw router
1110
1110
De router is ontworpen voor plaatsing op een bureau. Met het oog op
praktische bruikbaarheid lopen alle kabels via de achterzijde van de router
naar uw apparatuur. Duidelijk zichtbare LED’s aan de bovenzijde van de router
houden u op de hoogte van de netwerkactiviteit en de status.
(A)
Draadloze G+ MIMO router
(B)
(C)
(D)
(E)
1110
1110
2
1
3
4
5
6
7
8
9
10
Hoofdstuk
Kennismaken met uw router
A. LED voor draadloos netwerk
UIT Het draadloze netwerk is UITgeschakeld
Groen Het draadloze netwerk is gereed
Knipperende LED Er is sprake van draadloze activiteit
B. Status-LED’s voor bedrade
computers
Deze LED’s zijn genummerd van 1 tot 4. De nummering correspondeert
met de nummering van de poorten aan de achterkant van de router.
Wanneer een computer correct wordt aangesloten op één van de LAN-
poorten aan de achterkant van de router, dan zal de LED gaan branden.
Wanneer via de poort informatie wordt verzonden, dan knippert de LED
snel.
UIT Er is geen apparaat op de poort
aangesloten
Groen Verbinding met 10Base-T-apparaat
Knipperende LED Poortactiviteit
C. Modem/WAN-status-LED
Deze LED licht GROEN op wanneer uw modem op de juiste wijze op de
router is aangesloten. De LED knippert snel achterelkaar wanneer via de
poort tussen de router en de modem informatie wordt verstuurd.
UIT Geen WAN-verbinding
Groen - brandt
continu
Goede WAN-verbinding
Groen - knippert
WAN-activiteit
Kennismaken met uw router
1312
1312
D. LED voor Internet/Verbinding gemaakt
Deze unieke LED geeft aan wanneer de router is verbonden met het
Internet. Wanneer de LED niet brandt, is de router niet verbonden met
het Internet. Wanneer de LED knippert, probeert de router verbinding
te maken met het Internet. Wanneer de LED continu groen licht geeft,
is de router verbonden met het Internet. Wanneer u gebruik maakt van
de functie “Verbinding verbreken na x minuten”, dan is deze LED uiterst
handig voor het controleren van de status van de verbinding van uw
router.
OFF Router is not connected to the Internet
Groen - knippert Router probeert verbinding te maken
met het Internet
Groen - brandt
continu
Router heeft verbinding met het Internet
1312
1312
2
1
3
4
5
6
7
8
9
10
Hoofdstuk
Kennismaken met uw router
E. LED voor Voeding/Gereed
Als u de stroom naar de router (opnieuw) inschakelt, heeft de router enige
tijd nodig om op te starten. Gedurende deze tijd knippert de “Voeding/
Gereed”-LED. Wanneer de router volledig is opgestart, brandt de LED
voor “Voeding/Gereed” continu. Dit betekent dat de router klaar is voor
gebruik.
UIT De router is UITgeschakeld
Groen - knippert Router is bezig met opstarten
Groen - brandt
continu
Router is klaar voor gebruik
Kennismaken met uw router
1514
1514
Achterzijde router
F. Voedingsingang – GRIJS
Sluit de meegeleverde voedingsadapter (12 V / 0,5 A DC) aan op de
voedingsingang.
G. Poorten voor bedrade computers – GEEL
Sluit uw bedrade computers aan op deze poorten. Deze poorten zijn
RJ45 10/100 auto-negotiation, auto-uplink poorten, geschikt voor
standaard UTP Category 5 of 6 Ethernet-kabels. De poorten worden
aangeduid met de cijfers 1 t/m 4. Deze cijfers corresponderen met
genummerde LED’s aan de voorkant van de router.
H. Modemaansluiting – BLAUW
Deze poort is bestemd voor de verbinding met uw kabel- of DSL-modem.
U dient uw modem met de daarbij geleverde kabel op deze poort aan
te sluiten. Het gebruik van een andere kabel dan de kabel die bij uw
kabelmodem is geleverd, kan problemen geven.
(6) (7) (8) (9)
1514
1514
2
1
3
4
5
6
7
8
9
10
Hoofdstuk
Kennismaken met uw router
I. Resetknop
De resetknop kan gebruikt worden in het zeldzame geval dat de router
niet goed functioneert. Door de router te resetten, herstelt u de normale
werking van de router terwijl de geprogrammeerde instellingen in
behouden blijven. Met de resetknop kunt u ook de fabrieksinstellingen
van het draadloze accesspoint terugroepen. U kunt de optie “Restore”
(Herstellen) gebruiken wanneer u uw persoonlijke wachtwoord bent
vergeten.
(a) De router resetten
Druk de resetknop in en laat hem weer los. De lampjes op de
router zullen even knipperen. De LED “Voeding/Gereed” begint te
knipperen. Wanneer de LED voor “Voeding/Gereed” weer continu
brandt, is de reset voltooid.
(b) De standaard fabriekswaarden herstellen
Houd de resetknop tenminste tien seconden ingedrukt en laat
hem daarna los. De lampjes op de router zullen even knipperen.
De LED “Voeding/Gereed” begint te knipperen. Wanneer de LED
voor ‘Voeding/Gereed” weer continu brandt, is de resetprocedure
voltooid.
De router aansluiten en configureren
1716
1716
Controleer de inhoud van de doos U dient het volgende te
hebben ontvangen:
Draadloze G+ MIMO router
Cat5-netwerkkabel (voor het aansluiten van de router op de computer)
Voedingsadapter
Cd met de Easy Install Wizard software
Handleiding
Modemspecificaties
Uw kabel- of DSL-modem moet voorzien zijn van een RJ45 Ethernet-poort.
Veel modems hebben zowel een RJ45 Ethernet-poort als een USB-aansluiting.
Als u een modem heeft met zowel een Ethernet- als een USB-aansluiting en
u op dit moment de USB-aansluiting gebruikt, dan dient u de RJ45 Ethernet-
poort te gebruiken tijdens de installatieprocedure. Als uw modem alleen een
USB-poort heeft, dan kunt u uw Internet Service Provider vragen om een ander
type modem, of u kunt in sommige gevallen een modem kopen dat een RJ45
Ethernet-poort heeft.
Ethernet USB
Easy Install Wizard
Met de meegeleverde Easy Install Wizard software van Belkin is het installeren
van de router erg gemakkelijk. Hiermee hebt u uw router binnen een paar
minuten aan de praat. Om de Easy Install Wizard te kunnen gebruiken moet
uw Windows® 98SE, Me, 2000 of XP-computer rechtstreeks zijn aangesloten
op het kabel- of ADSL-modem en moet de Internetverbinding actief en
operationeel zijn tijdens de installatie. Is dat niet het geval, ga dan te werk
zoals staat aangegeven in het hoofdstuk “Alternatieve installatiemethode”
van deze handleiding om uw router te configureren. Bovendien dient u, als
u gebruik maakt van een ander besturingssysteem dan Windows 98SE, Me,
2000 of XP, de router instellen aan de hand van het onderdeel “Alternatieve
installatiemethode” in deze handleiding.
1716
1716
2
1
3
4
5
6
7
8
9
10
Hoofdstuk
De router aansluiten en configureren
Stap 1 Start de Easy Install Wizard-software
1 Sluit alle programma’s af die op dit moment op uw computer
geopend zijn.
2 Zorg ervoor dat u de volgende zaken bij de hand heeft bij de
computer die nu rechtstreeks is aangesloten op het kabel- of ADSL-
modem. SLUIT DE ROUTER NU NOG NIET AAN.
Cd-rom met Easy Install Wizard
De router
De voeding van de router
Cat5-netwerkkabel
Deze handleiding
3 Schakel eventueel aanwezige software voor het delen van een
firewall of een Internetaansluiting uit op uw computer.
Windows-gebruikers: Plaats de installatie-
cd met de Easy Install Wizard software
in uw cd-romstation. Het utility-scherm
voor de netwerksetup verschijnt binnen 15
seconden automatisch op het scherm. Klik
op “Run the Easy Install Wizard” (Voer de
Easy Install Wizard uit) om te beginnen.
Selecteer uw regio in het afgebeelde dropdown-menu.
Note for Windows Users: Als de Easy Install
Wizard niet automatisch start, ga dan naar “My
Computer” (Deze computer), selecteer uw cd-
romstation en dubbelklik op het bestand met
de naam “Start” om de Network Setup Utility te
starten.
De router aansluiten en configureren
1918
1918
Mac OS-gebruikers: Plaats de installatie-cd met de Easy Install Wizard-
software in uw cd-romstation. Klik op het cd-pictogram; er zal een map
naar voren komen. Om te beginnen, klikt u op “start.osx” indien u
gebruik maakt van Mac OS X.
4.Volg de aanwijzingen van de
Easy Install Wizard op om de
installatie te voltooien.
Openingsscherm
Nadat u de CD in het cd-romstation
hebt geplaatst, verschijnt het
openingsscherm van de Wizard.
Zorg ervoor dat de router nu nog
niet aangesloten is. Als u de router
heeft aangesloten, sluit de computer
dan weer rechtstreeks aan op het
modem. Klik op “Next” (Volgende)
als u klaar bent om verder te gaan.
Voortgangsscherm
Er zal een voortgangsscherm
verschijnen zodra er een stap in de
setup is afgerond. Elke keer als u een
voortgangsscherm ziet verschijnen,
klikt u op “Next” (Volgende) indien
u verder wilt gaan met de volgende
stap.
1.1 Instellingen beoordelen
De Wizard controleert nu de
netwerkinstellingen van uw computer
en verzamelt de informatie die
benodigd is voor het voltooien van
de verbinding van de router met het
Internet. Zodra de Wizard hiermee
klaar is, klikt u op “Next” (Volgende)
om door te gaan.
1918
1918
2
1
3
4
5
6
7
8
9
10
Hoofdstuk
De router aansluiten en configureren
1.2 Multi-NICs scherm
Dit scherm verschijnt uitsluitend als er meer dan één netwerkadapter in uw
computer is geïnstalleerd. Als er meerdere netwerkadapters zijn geïnstalleerd
op uw computer, dan moet de Wizard
weten welke adapter is aangesloten
op uw modem. Selecteer in de lijst de
netwerkkaart die is aangesloten op uw
modem en klik op “Next” (Volgende).
Als u niet zeker weet welke adapter u
moet kiezen, selecteer dan de bovenste
adapter uit de lijst. Als u op dit moment de
verkeerde adapter kiest, kunt u altijd later
nog een andere kiezen.
Stap 2
Hardware-setup De router aansluiten op uw modem
en uw computer
De Wizard begeleidt u bij het aansluiten van uw router op uw computer en
modem. Volg de aanwijzingen op het scherm en gebruik de afbeeldingen in
deze handleiding ter referentie.
2.1 Bij deze stap dient u de kabel
te lokaliseren die is aangesloten
tussen uw modem en de
netwerkpoort op uw computer.
Koppel deze kabel los van de
computer en sluit hem aan op de
BLAUWE poort van de router. Klik
op Next(Volgende) om verder te
gaan.
De router aansluiten en configureren
2120
2120
2.2 Bij deze stap dient u de GELE
kabel die is meegeleverd met
uw router te pakken. Sluit het
ene uiteinde van deze kabel aan
op een willekeurige GELE poort
van uw router. Sluit het andere
uiteinde van de kabel aan op de
netwerkpoort van uw computer.
Klik op Next” (Volgende) om door
te gaan.
2.3 Bij deze stap dient u de
voedingsadapter te pakken die
is meegeleverd met de router.
Sluit de kleine connector van de
voeding vervolgens aan op de
GRIJZE poort op uw router. Sluit
de voedingsadapter tevens aan op
een vrij stopcontact. Klik op Next
(Volgende) om door te gaan.
2.4 Bij deze stap dient u de lampjes
aan de voorzijde van uw router te
controleren. Bekijk of de lampjes
die zouden moeten branden,
in werkelijkheid ook branden.
Raadpleeg voor meer informatie de
Easy Install Wizard-software op uw
computerscherm. Klik op “Next”
(Volgende) om door te gaan.
2120
2120
2
1
3
4
5
6
7
8
9
10
Hoofdstuk
De router aansluiten en configureren
Stap 3 De verbinding controleren
3.1
Wanneer u klaar bent met het
aansluiten van de router, zal de
Wizard de verbinding naar de
router controleren en vervolgens
vaststellen van wat voor verbinding
er sprake is.
3.2 Gebruikersnaam en wachtwoord vereist
Als u gebruik maakt van een verbindingstype waarbij een gebruikersnaam
en wachtwoord vereist zijn, vraagt de Wizard u uw gebruikersnaam en
wachtwoord in te voeren. Als het verbindingstype geen gebruikersnaam en
wachtwoord vereist, krijgt u dit scherm niet te zien.
Uw gebruikersnaam en wachtwoord
krijgt u van uw Internet Service
Provider. Als u een gebruikersnaam
en wachtwoord moet invoeren
om verbinding te maken
met het Internet, typ dan de
gebruikersnaam en het wachtwoord
in. Uw gebruikersnaam kan er als
volgt uitzien: mijnnaam@mijnISP.
comof eenvoudigweg mijnnaam”.
Een servicenaam is facultatief en
wordt niet vaak door providers
gevraagd. Als u uw servicenaam
niet weet, laat deze dan open.
Wanneer u uw persoonlijke
informatie hebt ingevoerd, klik dan
op Next(Volgende) om door te
gaan.
De router aansluiten en configureren
2322
2322
3.3 Draadloze setup
Deze stap is optioneel. Klik op
“Next” (Volgende) als u deze stap
wilt overslaan.
Bij deze stap kunt u, indien gewenst,
de instellingen voor uw draadloze
netwerk aanpassen. Volg de
aanwijzingen op het scherm om
deze stap te voltooien. Klik op
“Next” (Volgende) om door te gaan.
Stap 4 Configuratie van de router
De wizard verstuurt nu alle configuratiegegevens naar de router. Dit duurt
ongeveer één minuut. Schakel hierbij de router of computer niet uit. De router
zal automatisch herstarten aan het einde van deze stap.
4.1 Controle van de
internetverbinding
De Wizard zal nu de
internetverbinding controleren. Dit kan
een paar minuten duren. Soms kan
de wizard niet direct een verbinding
vinden. Als dit het geval is, zal de
Wizard het nog een aantal keren
proberen. Tijdens het zoeken knippert
de LED voor “Verbinding gemaakt”
aan de voorzijde van de router. Wacht
de afloop van dit proces geduldig af.
2322
2322
2
1
3
4
5
6
7
8
9
10
Hoofdstuk
De router aansluiten en configureren
4.2 Gereed
Wanneer de internetverbinding tot
stand is gebracht, geeft de Wizard
aan dat u klaar bent. De LED voor
“Verbinding gemaakt” aan de
voorzijde van de router brandt continu
groen, wat zeggen wil dat de router
nu met het Internet is verbonden.
De router heeft nu verbinding met het internet. U kunt nu op het Internet
gaan surfen door uw browser te openen en uw favoriete webpagina op te
zoeken.
Gefeliciteerd! De installatie van uw nieuwe router van Belkin is klaar. U kunt
nu de andere computers in uw woning gaan installeren. U kunt ook op elk
gewenst moment computers aan uw router toevoegen.
Alternatieve installatiemethode
2524
2524
Stap 1 Uw gateway-router aansluiten
1.1
Schakel de voeding van uw modem uit door de voedingsadapter los
te koppelen van het modem.
1.2 Koppel de netwerkkabel tussen uw modem en de computer los van
uw computer, maar laat de andere kant aangesloten op uw modem.
1.3 Sluit het losse eind van de kabel die u zojuist hebt losgekoppeld
aan aan de achterkant van de router op de poort die wordt
aangeduid met “Internet/WAN”.
1.4 Sluit een nieuwe netwerkkabel (niet meegeleverd) aan op de
computer en op een van de poorten die met de nummers 1 t/m 4
worden aangeduid. Let op: Het maakt niet uit welke poort u kiest.
1.5 Schakel uw kabel- of DSL-modem in door de voeding weer te
verbinden met het modem.
1.6 Voordat u de voedingskabel op de router aansluit, dient u eerst de
stekker in het stopcontact te steken.
Naar voedingsadapter
Oorspronkelijk op het kabel- of DSL-modem
aangesloten pc- of Mac-computer
Netwerkkabel (naar
computer)
Huidige netwerkkabel
(met modem
meegeleverd)
2524
2524
2
1
3
4
5
6
7
8
9
10
Hoofdstuk
Alternatieve installatiemethode
1.7 Controleer of het modem is verbonden met de router aan de hand
van de lampjes aan de bovenkant van de router. Het groene lampje
dat wordt aangeduid met WAN” licht op als uw modem op de juiste
wijze op de router is aangesloten. Als het niet brandt, controleer de
verbindingen dan opnieuw.
1.8 Controleer of de computer correct is verbonden met de router aan
de hand van de lampjes die worden aangeduid met “LAN 1, 2, 3, 4”.
De LED die correspondeert met de genummerde poort waarop u de
computer hebt aangesloten, zal BRANDEN als uw computer correct
is aangesloten. Als het niet brandt, controleer de verbindingen dan
opnieuw.
Stap 2: Stap 2: Stel de netwerkinstellingen van uw computer in
op samenwerking met een DHCP-server
Raadpleeg voor gedetailleerde instructies het hoofdstuk getiteld “Handmatig
netwerkinstellingen configureren” in deze handleiding.
Stap 3: Configuratie van de router met behulp van de
geavanceerde web-based gebruikersinterface
Gebruik uw Internetbrowser om toegang te krijgen tot de geavanceerde
web-based gebruikersinterface van de router. Typ in uw browser het getal
“192.168.2.1” in (zonder aanhalingstekens en zonder “http://” of “www”
ervoor). Druk vervolgens op de entertoets.
Alternatieve installatiemethode
2726
2726
Inloggen op de router
In uw browservenster verschijnt nu de homepage van de router. Deze
homepage kan desgewenst door elke gebruiker worden bekeken. Om de
instellingen van de router te wijzigen, moet u inloggen. Als u klikt op de
de “Login”-knop of op één van de links op de homepage gaat u naar het
inlogscherm. De router wordt geleverd zonder vooraf geprogrammeerd
wachtwoord. Laat het wachtwoord in het inlogscherm blanco en klik op de
knop “Submit” (Verzenden) om in te loggen.
Router uitloggen
Per keer kan slechts één computer op de router inloggen om de instellingen
van de router te veranderen. Wanneer een gebruiker heeft ingelogd om
wijzigingen te doen, zijn er twee manieren om weer uit te loggen. Door een
klik op de knop “Logout” (Afmelden) wordt de computer afgemeld. De tweede
methode werkt automatisch. Na een vooraf ingegeven tijdsduur eindigt de
inlogtijd. De standaard inlog-timeoutinstelling is 10 minuten. Deze kan worden
gewijzigd van 1 tot 99 minuten. Zie voor verdere informatie het onderdeel in
deze handleiding getiteld “Inlog-timeoutinstellingen wijzigen”.
De werking van de geavanceerde web-based gebruikersinterface
De homepage is de eerste pagina die u ziet als u naar de “Advanced User
Interface” (Geavanceerde gebruikersinterface) gaat. Deze homepage geeft
u een beknopt overzicht van de status en de instellingen van de router. Alle
pagina’s voor geavanceerde installatie zijn vanaf deze pagina bereikbaar.
2726
2726
2
1
3
4
5
6
7
8
9
10
Hoofdstuk
Alternatieve installatiemethode
1. Snelnavigatiekoppelingen
U kunt rechtstreeks naar elke pagina van de geavanceerde
gebruikersinterface van de router gaan door rechtstreeks op deze
koppelingen te klikken. Om het opzoeken van een bepaalde instelling
te vergemakkelijken, zijn de koppelingen onderverdeeld in logische
categorieën en gegroepeerd op tabbladen. Door te klikken op de paarse
koptekst van een tabblad krijgt u een beknopte beschrijving van de
functie van dat specifieke tabblad.
2. Homeknop
De homeknop is beschikbaar op elke pagina van de gebruikersinterface.
Met een druk op deze knop gaat u terug naar de homepage.
3. Internetstatusindicator
Deze indicator is zichtbaar op alle pagina’s van de router en geeft de
verbindingsstatus van de router aan. Wanneer de indicator in groen
“Connection OK” (Verbinding in orde) aangeeft, is de router verbonden
met het internet. Wanneer de indicator met een rood lampje “No
Connection” (Geen verbinding) aangeeft, is er geen verbinding met
Internet tot stand gebracht. Deze indicator wordt automatisch bijgewerkt
zodra u de instellingen van de router wijzigt.
(1)
(10) (2) (5) (4) (3)
(9)
(8)
(7)
(6)
Alternatieve installatiemethode
2928
2928
4. Login/Logout-knop
Met één druk op deze knop kunt u op de router in- en uitloggen.
Wanneer u bent ingelogd, verandert de tekst op de knop in “Logout”.
Door op de router in te loggen, gaat u naar een afzonderlijke inlogpagina
waar u een wachtwoord moet invoeren. Als u hebt ingelogd, kunt u
wijzigingen aanbrengen in de instellingen. Wanneer u klaar bent met het
aanbrengen van wijzigingen, kunt u uitloggen door te klikken op de knop
“Logout” (Afmelden). Meer informatie over inloggen op de router vindt u
in het hoofdstuk “Inloggen op de router”.
5. Helpknop
Door middel van de helpknop kunt u de helppagina’s van de router
openen. Met een klik op “More Info” (Meer informatie) kunt u op veel
pagina’s naast bepaalde paragrafen ook om hulp vragen.
(1)
(10) (2) (5) (4) (3)
(9)
(8)
(7)
(6)
2928
2928
2
1
3
4
5
6
7
8
9
10
Hoofdstuk
Alternatieve installatiemethode
6. LAN Settings (LAN--instellingen)
Toont u de instellingen van de Local Area Network (LAN) kant van de
router. U kunt deze instellingen wijzigen door te klikken op een van de
koppelingen (IP Address, Subnet Mask, DHCP Server) of door te klikken
op de LAN-snelkoppeling aan de linkerzijde van het scherm.
7. Features (Kenmerken)
Hier wordt de status getoond van de NAT, firewall, en draadloze functies
van de router. U kunt deze instellingen wijzigen door te klikken op een
van de koppelingen of door te klikken op de snelnavigatiekoppelingen
aan de linkerzijde van het scherm.
8. Internetinstellingen
Toont de instellingen van de internet/WAN-kant van de router die
verbinding maakt met het Internet. U kunt deze instellingen wijzigen door
te klikken op de koppelingen of door te klikken op de “Internet/WAN”
snelnavigatiekoppeling aan de linkerzijde van het scherm.
9. Versie-informatie
Toont de firmwareversie, bootcode-versie, hardwareversie en het
serienummer van de router.
10. Paginanaam
De pagina waarop u zich bevindt, is herkenbaar aan deze naam. Deze
handleiding verwijst soms naar de naam van de pagina’s. Bijvoorbeeld
“LAN > LAN Settings” verwijst naar de pagina “LAN Settings” (LAN-
instellingen).
Alternatieve installatiemethode
3130
3130
Stap 4
De router configureren voor verbinding met uw
Internet Service Provider (ISP).
Via het tabblad “Internet/WAN” stelt u uw router zo af dat deze verbinding
kan maken met uw Internet Service Provider. De router kan met vrijwel elke
Internetserver verbinding maken mits u de instellingen van de router hebt
afgestemd op het type verbinding dat uw provider gebruikt. Uw provider
verstrekt u de benodigde gegevens. Om de router te configureren volgens
de gegevens die uw ISP heeft verstrekt, klikt u op “Connection Type”
(Verbindingstype) (A) links op het scherm. Selecteer het type verbinding
dat u gebruikt. Als uw ISP u DNS-gegevens heeft gegeven, kunt u door op
“DNS” (B) te klikken DNS-adresinformatie invoeren voor ISP’s die specifieke
instellingen vereisen. Door te klikken op “MAC Address” (MAC-adres)(C) kunt
u het MAC-adres van uw computer klonen of een specifiek WAN MAC-adres
invoeren als uw ISP dat vereist. Als u klaar bent met het aanbrengen van
instellingen, geeft de internetstatusindicator aan dat de verbinding in orde is
als uw router correct is geïnstalleerd.
(A)
(B)
(C)
3130
3130
2
1
3
4
5
6
7
8
9
10
Hoofdstuk
Alternatieve installatiemethode
Uw type verbinding instellen
Via de pagina “Connection Type” (Verbindingstype), kunt u het door u gebruikte
verbindingstype selecteren. Selecteer het type verbinding dat u gebruikt door
op het keuzerondje (1) naast uw type verbinding te klikken en vervolgens te
klikken op “Next” (Volgende)(2).
(2)
(1)
Alternatieve installatiemethode
3332
3332
(2)
(1)
(3)
Verbindingstype instellen op Dynamic IP(Dynamisch IP)
Bij kabelmodems wordt meestal een dynamisch verbindingstype gebruikt.
Meestal is het voldoende om het type verbinding in te stellen op “Dynamic”
om de verbinding met uw ISP tot stand te brengen. Sommige typen
dynamische verbindingen vereisen bovendien een hostnaam. U kunt
uw hostnaam, mits aan u toegekend, invoeren in de daarvoor bestemde
ruimte. Deze hostnaam wordt u toegekend door uw provider. Sommige
dynamische verbindingen vereisen dat u het MAC-adres kloont van de pc die
oorspronkelijk op de modem was aangesloten.
1. Hostnaam
Deze ruimte is bestemd voor het invoeren van een hostnaam die voor uw
provider zichtbaar moet zijn. Voer uw hostnaam hier in en klik op “Apply
Changes” (Wijzigingen aanbrengen) (3). Laat deze ruimte blanco als uw
ISP u geen hostnaam heeft toegekend of als u het niet zeker weet.
2. WAN MAC-adres wijzigen
Als uw ISP voor aansluiting op de service een specifiek MAC-adres eist,
kunt u een specifiek MAC-adres invoeren of via deze koppeling het MAC-
adres van de huidige computer klonen.
3332
3332
2
1
3
4
5
6
7
8
9
10
Hoofdstuk
Alternatieve installatiemethode
(1)
(2)
(3)
(4)
Verbindingstype instellen op Static IP” (Statisch IP)
Het type verbinding dat werkt met statische IP-adressen is minder algemeen
dan andere typen verbindingen. Als uw ISP gebruik maakt van statische IP-
adressering, dan heeft u uw IP-adres, subnetmasker en ISP gateway-adres
nodig. Deze informatie is verkrijgbaar bij uw provider of staat vermeld op de
documenten die uw ISP bij u heeft achtergelaten. Typ uw gegevens in en klik
vervolgens op “Apply Changes” (Wijzigingen aanbrengen) (3). Nadat u de
noodzakelijke wijzigingen hebt aangebracht, geeft de internetstatusindicator
de melding “Connection OK” (Verbinding OK), als uw router correct is
geïnstalleerd.
1. IP-adres
Verstrekt door uw ISP. Voer uw IP-adres hier in.
2. Subnetmasker
Verstrekt door uw ISP. Voer uw subnetmasker hier in.
3. ISP-gateway-adres
Verstrekt door uw ISP. Voer het gateway-adres hier in.
4. Mijn ISP kent meer dan één statisch IP-adres toe
Als uw ISP u meer dan één statisch IP-adres toekent, kan uw router
in totaal vijf statische WAN IP-adressen hanteren. Selecteer “My ISP
provides more than one static IP address” (Mijn provider verstrekt meer
dan één statisch IP-adres) en voer de extra adressen in.
Alternatieve installatiemethode
3534
3534
Uw Internetverbinding instellen op PPPoE
De meeste DSL-providers maken gebruik van PPPoE als type verbinding. Als
u een DSL-modem gebruikt om verbinding te maken met het internet, gebruikt
uw internetserviceprovider waarschijnlijk PPPoE om u bij zijn dienstenpakket
aan te melden. Als u een internetaansluiting hebt in uw woning of eigen kantoor
die geen modem nodig heeft, maakt u waarschijnlijk gebruik van PPPoE.
Uw type verbinding is PPPoE als:
1.
uw ISP u een gebruikersnaam en een wachtwoord heeft gegeven
die noodzakelijk zijn om de verbinding met het Internet tot stand te
brengen.
2. uw provider u software als WinPOET of Enternet300 heeft verstrekt
om de internetverbinding tot stand te brengen.
3. U dient op een ander desktoppictogram dan uw browser te
dubbelklikken om met het Internet verbinding te krijgen
(2)
(1)
(3)
(4)
(5)
3534
3534
2
1
3
4
5
6
7
8
9
10
Hoofdstuk
Alternatieve installatiemethode
1. User Name (Gebruikersnaam)
Deze ruimte is bestemd voor het invullen van de gebruikersnaam die uw
provider aan u heeft toegekend.
2. Password (Wachtwoord)
Vul hier uw wachtwoord in en typ het ter bevestiging nogmaals in in het
vak “Retype Password” (Wachtwoord opnieuw intypen).
3. Service Name (Servicenaam)
Een servicenaam wordt slechts zelden door een provider geëist. Als u
niet zeker weet of een servicenaam vereist is, laat u deze ruimte open.
4. MTU
De MTU (Maximum Transmission Unit) waarde mag nooit worden
gewijzigd tenzij uw ISP u een specifieke MTU-waarde heeft verstrekt.
Het wijzigen van de MTU-instelling kan problemen veroorzaken bij uw
internetverbinding waaronder verbreking van de verbinding met het
internet, trage toegang tot het internet en problemen bij de werking van
internetapplicaties.
5. Disconnect after X… (Verbinding verbreken na X...)
De functie “Disconnect” (Verbinding verbreken) wordt gebruikt om de
verbinding van de router met het internet automatisch te verbreken als
er gedurende een door u vooraf bepaalde tijd geen activiteit is. Als u
bijvoorbeeld het selectievakje naast deze optie aankruist en het cijfer
5 in het minutenveld invult, wordt de verbinding van de router met het
Internet automatisch verbroken als er gedurende vijf minuten geen
Internetactiviteit is geweest. Gebruik deze optie als u voor gebruik van
het Internet per minuut moet betalen.
Alternatieve installatiemethode
3736
3736
Uw type internetverbinding instellen op PPTP (Point-to-Point
Tunneling Protocol)
[Alleen in Europese landen]. Sommige ISP’s vereisen een verbinding
die gebruik maakt van het PPTP-protocol, het meest voorkomende
verbindingstype in Europese landen. Dit protocol brengt een rechtstreekse
verbinding tot stand tussen de internetabonnee en het systeem van de
provider. De door uw provider verstrekte informatie dient u in te vullen in
de daarvoor bestemde ruimte. Als hiermee klaar bent, klik dan op “Apply
Changes” (Wijzigingen aanbrengen)(9). Nadat u de noodzakelijke wijzigingen
hebt aangebracht, geeft de internetstatusindicator de melding “Connection
OK” (Verbinding OK), als uw router correct is geïnstalleerd.
1. PPTP Account
Verstrekt door uw ISP. Vul hier de naam van uw PPTP-account in.
2. PPTP Password (PPTP-wachtwoord)
Vul hier uw wachtwoord in en typ het ter bevestiging nogmaals in in het
veld “Retype Password” (Wachtwoord opnieuw intypen).
3. Hostnaam
Verstrekt door uw ISP. Voer uw hostnaam hier in.
4. Service IP Address (Service-IP-adres)
Verstrekt door uw ISP. Vul uw service IP-adres hier in.
(1)
(2)
(3)
(4)
(5)
(6)
(7)
(8)
3736
3736
2
1
3
4
5
6
7
8
9
10
Hoofdstuk
Alternatieve installatiemethode
5. My IP Address (Mijn IP-adres)
Verstrekt door uw ISP. Vul uw subnetmasker hier in.
6 My Subnet Mask (Mijn subnetmasker)
Verstrekt door uw ISP. Vul uw subnetmasker hier in.
7. Connection ID (Verbindings-ID) (optioneel)
Verstrekt door uw ISP. Als uw provider u geen identificatiecode heeft
verstrekt, laat u deze ruimte open.
8. Disconnect after X… (Verbinding verbreken na X...)
De functie “Disconnect” (Verbinding verbreken) wordt gebruikt om de
verbinding van de router met het internet automatisch te verbreken
als er gedurende een door u vooraf bepaalde tijd geen activiteit is. Als
u bijvoorbeeld deze optie aanvinkt en het cijfer 5 in het minutenveld
invult, wordt de verbinding van de router met het Internet automatisch
verbroken als er gedurende vijf minuten geen Internetactiviteit is geweest.
Gebruik deze optie als u voor gebruik van het internet per tijdseenheid
moet betalen.
Alternatieve installatiemethode
3938
3938
Uw type verbinding instellen als u gebruiker bent van
Telstra
®
BigPond
U krijgt een gebruikersnaam en wachtwoord van Telstra Big Pond. Vul deze
informatie hieronder in. Als u uw staat selecteert uit het dropdown-menu (6) dan
wordt automatisch het IP-adres van uw loginserver ingevuld. Als het adres van
uw login-server verschilt van een hier verstrekt adres, kunt u het IP-adres van
de login-server met de hand invullen door een kruisje te zetten in het vakje naast
“User decide login server manually” (IP-adres login-server handmatig invoeren) (4)
en het adres in te vullen naast “Login Server” (5). Nadat u al uw gegevens heeft
ingevoerd, klikt u op “Apply Changes” (Wijzigingen aanbrengen) (7). Nadat u de
noodzakelijke wijzigingen hebt aangebracht, geeft de internetstatusindicator de
melding “Connection OK” (Verbinding OK), als uw router correct is geïnstalleerd.
1. Selecteer uw staat
Selecteer uw staat in het dropdown-menu(6). Het “Login Server”-
vakje wordt automatisch gevuld met een IP-adres. Als dit adres niet
correspondeert met het adres dat Telstra aan u heeft gegeven, kunt u
het adres van de inlogserver met de hand invullen. Zie “User Decide
Login Server Manually” (IP-adres login-server handmatig invoeren) (4).
2. User Name (Gebruikersnaam)
Verstrekt door uw ISP. Vul hier uw gebruikersnaam in.
(1)
(2)
(3)
(4)
(5)
(7)
(6)
3938
3938
2
1
3
4
5
6
7
8
9
10
Hoofdstuk
Alternatieve installatiemethode
3. Password (Wachtwoord)
Vul hier uw wachtwoord in en typ het ter bevestiging nogmaals in het vak
“Retype Password” (Wachtwoord opnieuw intypen).
4. User Decide Login Server Manually (IP-adres server handmatig
invoeren)
Als het IP-adres van uw login-server niet beschikbaar is in het dropdown-
menu “Select your state” (Selecteer uw staat) (6), kunt u het IP-adres van
de login-server handmatig invoeren door het vakje aan te vinken naast
“User decide login server manually” (IP-adres login-server handmatig
invoeren) en het adres invoeren naast “Login Server” (5).
Aangepaste DNS (Domain Name Server) instellingen aanbrengen
Een Domain Name Server is een server op het Internet die URL’s (Universal
Resource Locater) als “www.belkin.com” vertaalt in IP-adressen. De meeste
providers verlangen niet van u dat u deze informatie in de router invoert. Het
vakje “Automatic from ISP” (Automatisch van ISP) (1) moet zijn aangevinkt
als uw ISP u geen specifiek DNS-adres heeft gegeven. Als u een statisch IP
gebruikt, moet u waarschijnlijk een specifiek DNS-adres en een secundair DNS-
adres invullen om ervoor te zorgen dat uw verbinding correct functioneert. Als u
een dynamische verbinding of PPPoE gebruikt, hoeft u waarschijnlijk geen DNS-
adres in te vullen. Laat het vakje behorend bij “Automatic from ISP” (Automatisch
van ISP) aangevinkt. Om de gegevens van het DNS-adres in te voeren, verwijdert
u het vinkje voor de optie “Automatic from ISP” en vult u uw DNS-gegevens in de
daarvoor bestemde ruimte in. Klik op “Apply Changes” (Wijzigingen aanbrengen)
(2) om de instellingen op te slaan.
(2)
(1)
Alternatieve installatiemethode
4140
4140
Het adres van uw WAN Media Access Controller (MAC)
configureren
Alle netwerkcomponenten waaronder kaarten, adapters en routers hebben
een uniek “serienummer” dat bekend is als het MAC-adres. Uw Internet
Service Provider (ISP) slaat het MAC-adres van de adapter van uw computer
doorgaans op en laat alleen die computer verbinding maken met de
internetservice. Wanneer u nu de router installeert, wordt diens eigen MAC-
adres door de provider ‘bespeurd’ en komt er waarschijnlijk geen verbinding
tot stand. Belkin omzeilt dat probleem door het bieden van de mogelijkheid
het MAC-adres van de computer in de router te klonen (kopiëren). Dit
MAC-adres wordt op zijn beurt door het systeem van de ISP gezien als
het oorspronkelijke MAC-adres waardoor de verbinding kan werken. Als u
niet zeker weet of uw ISP het originele MAC-adres wil zien, kunt u nu voor
de zekerheid eenvoudigweg het MAC-adres klonen van de computer die
oorspronkelijk op het modem was aangesloten. Het klonen van dit adres levert
voor uw netwerk geen enkel probleem op.
4140
4140
2
1
3
4
5
6
7
8
9
10
Hoofdstuk
Alternatieve installatiemethode
Uw MAC-adres klonen
Bij het klonen van uw MAC-adres moet u ervoor zorgen dat u de computer
gebruikt die OORSPRONKELIJK WAS AANGESLOTEN op uw modem voordat
de router werd geïnstalleerd. Klik op de knop “Clone” (Klonen)(1). Klik op
“Apply Changes” (Wijzigingen aanbrengen) (3). Uw MAC-adres is nu naar de
router gekloond.
Specifieke MAC-adressen invoeren
Onder bepaalde omstandigheden kunt u behoefte hebben aan een specifiek
WAN MAC-adres. U kunt zo’n adres met de hand invoeren op de pagina
“MAC Address”. Typ een MAC-adres in in de daarvoor beschikbare ruimte (2)
en klik op “Apply Changes” (Wijzigingen aanbrengen) (3) om de wijzigingen op
te slaan. Het WAN MAC-adres van de Router wordt nu gewijzigd in het door u
gespecificeerde MAC-adres.
(1)
(2)
(3)
Gebruik maken van de geavanceerde web-based
gebruikersinterface
4342
4342
Gebruik uw Internetbrowser om toegang te krijgen tot de geavanceerde
web-based gebruikersinterface van de router. Typ in uw browser het getal
“192.168.2.1” (zonder aanhalingstekens en niet iets anders als “http://” of
“www” ervoor) en druk vervolgens op de entertoets.
In uw browservenster verschijnt nu de homepage van de router.
De LAN-instellingen bekijken
Als u klikt op de header van de LAN-tab (1) gaat u naar die pagina van de
LAN-tab. Hier vindt u een beknopte beschrijving van de functies. Om de
instellingen te bekijken of één van de LAN-instellingen te wijzigen, klikt u op
“LAN Settings” (LAN-instellingen) (2) of als u een lijst wilt bekijken van de
aangesloten computers, klikt u op “DHCP Client List” (3).
(1)
(2)
(3)
4342
4342
2
1
3
4
5
6
7
8
9
10
Hoofdstuk
Gebruik maken van de geavanceerde web-based
gebruikersinterface
LAN-instellingen wijzigen
Hier kunt u alle instellingen van de interne LAN-setup van de router bekijken
en aanpassen.
1. IP Address (IP-adres
Het “IP address” is het interne IP-adres van de router. Het standaard
IP-adres is “192.168.2.1”. Om de geavanceerde installatie-interface
te openen, moet u dit adres in de adresbalk van uw browser typen. U
kunt dit adres indien nodig wijzigen. Om het IP-adres te wijzigen, typt
u het nieuwe IP-adres in en klikt u op “Apply Changes” (Wijzigingen
aanbrengen). Het IP-adres dat u kiest, moet een niet-routeerbaar IP zijn.
Hieronder ziet u een paar voorbeelden van een niet-routeerbaar IP:
192.168.x.x (waarbij x elke waarde kan hebben tussen 0 en 255)
10.x.x.x (waarbij x elke waarde kan hebben tussen 0 en 255)
2. Subnet Mask (Subnetmasker)
U hoeft het subnetmasker niet te wijzigen. Dit is een unieke,
geavanceerde eigenschap van uw router van Belkin. Weliswaar kunt u
het subnetmasker indien nodig wijzigen maar wij raden u aan niets aan
het masker te veranderen tenzij u daarvoor een goede reden hebt. De
standaardinstelling is “255.255.255.0”.
(1)
(2)
(3)
(4)
(6)
(5)
Gebruik maken van de geavanceerde web-based
gebruikersinterface
4544
4544
3. DHCP Server
De DHCP-serverfunctie maakt het installeren van een netwerk bijzonder
gemakkelijk omdat aan elke computer in het netwerk automatisch een
IP-adres wordt toegekend. De standaardinstelling is “On” (Ingeschakeld).
Indien nodig kan de DHCP-server worden uitgeschakeld, maar om dit te
doen moet u voor iedere computer in uw netwerk handmatig een statisch
IP-adres instellen. Om de DHCP-server uit te schakelen, selecteert
u “Off” (Uitgeschakeld) en klikt u op “Apply Changes” (Wijzigingen
aanbrengen).
4. IP Pool
Dit is een voorraad IP-adressen die u in reserve houdt voor dynamische
toewijzing aan de computers in uw netwerk. De standaardwaarde is
2-100 (99 computers). Als u dit aantal wilt veranderen, voert u een nieuw
start- en eind-IP-adres in en klikt u op “Apply Changes” (Wijzigingen
aanbrengen). De DHCP-server kan honderd IP-adressen automatisch
toewijzen. Dit betekent wel dat u geen IP-adressenpool kunt specificeren
die groter is dan honderd computers. Als u bijvoorbeeld bij 50 begint,
betekent dit dat u bij 150 of lager moet eindigen om de limiet van 100
cliënten niet te overschrijden. Het start-IP-adres moet altijd een lagere
waarde hebben dan het eind-IP-adres.
5. Lease Time (Leasetijd)
De tijd gedurende welke de DHCP-server het IP-adres voor elke
computer bewaart. Het is beter dat de leasetijd ingesteld blijft op
“Forever” (Altijd). Ook de standaard-instelling is “Forever” (Altijd). Dit
betekent dat het door de DHCP-server aan een computer toegewezen
IP-adres voor die bepaalde computer nooit verandert. Door het instellen
van kortere leasetijden zoals een dag of een uur komen IP-adressen na
de gespecificeerde tijdsduur vrij. Dit betekent ook dat het IP-adres van
een bepaalde computer na verloop van tijd zou kunnen veranderen. Als
u één van de andere geavanceerde functies van de router heeft ingesteld
zoals DMZ of client IP-filters, dan zijn deze afhankelijk van het IP-adres.
Daarom is het niet waarschijnlijk dat u het IP-adres wilt wijzigen.
6. Local Domain Name (Lokale domeinnaam)
De standaardinstelling is “Belkin”. U kunt een lokale domeinnaam
(netwerknaam) voor uw netwerk instellen. U hoeft deze instelling niet te
wijzigen tenzij u daar een belangrijke reden voor hebt. U kunt het netwerk
elke naam geven die u wilt zoals “MIJN NETWERK”.
4544
4544
2
1
3
4
5
6
7
8
9
10
Hoofdstuk
Gebruik maken van de geavanceerde web-based
gebruikersinterface
De pagina met de DHCP-cliëntenlijst bekijken
U kunt een overzicht bekijken van de computers (bekend als “clients”
(cliënten)) die zijn aangesloten op uw netwerk. U kunt het IP-adres (1)
van de computer bekijken, evenals de hostnaam (2) (als de computer er
één heeft toegewezen gekregen) en het MAC-adres(3) van de computer’s
netwerkinterfacekaart (NIC). Wanneer u de knop “Refresh” (Vernieuwen) (4)
indrukt, wordt de lijst bijgewerkt. Als er dingen zijn gewijzigd, wordt de lijst
bijgewerkt.
(1) (2) (3)
(4)
Gebruik maken van de geavanceerde web-based
gebruikersinterface
4746
4746
De instellingen van het draadloze netwerk configureren
Op het tabblad “Wireless” (Draadloos) kunt u veranderingen aanbrengen in de
instellingen van het draadloze netwerk. Op dit tabblad kunt u de naam van het
draadloze netwerk (SSID), het gebruikte kanaal en de encryptie-instellingen
wijzigen. U kunt de router hier ook configureren voor gebruik als accesspoint.
De naam van het draadloze netwerk (SSID) wijzigen
Om uw draadloze netwerk te identificeren, wordt een naam gebruikt die
bekend is als SSID (Service Set Identifier). De SSID is de naam van uw
netwerk. De standaard netwerknaam van de router is “Belkin G+ MIMO_”
gevolgd door zes getallen die uniek zijn voor uw router. De netwerknaam
zal er ongeveer zo uit zien: “Belkin G Plus MIMO_012345”. U kunt deze
naam veranderen in alles wat u maar wilt of u kunt hem onveranderd laten.
Onthoudt dat als u de naam van uw draadloze netwerk wijzigt, en er andere
draadloze netwerken in uw omgeving actief zijn, dat de nieuwe naam van uw
netwerk moet afwijken van die andere draadloze netwerken. Als u de SSID
wil veranderen, typ dan de SSID die u wilt gebruiken in het SSID-veld in(1)
en klik op “Apply Changes” (Wijzigingen aanbrengen)(2). De verandering
gaat onmiddellijk in. Als u de SSID verandert, moeten ook uw draadloos
werkende computers opnieuw worden geconfigureerd om verbinding te
kunnen maken met uw nieuwe netwerknaam. Zie de handleiding van uw
draadloze netwerkadapter voor informatie over hoe u deze verandering moet
aanbrengen.
(1)
(2)
4746
4746
2
1
3
4
5
6
7
8
9
10
Hoofdstuk
Gebruik maken van de geavanceerde web-based
gebruikersinterface
Wisselen van draadloze modus
Deze schakelaar stelt u in staat de draadloze modus van de router in te
stellen. Er zijn drie beveiligingsmodi:
802.11g-Only-modus
Als uw router gebruik maakt van deze modus, dan zullen alleen G+ MIMO
en 802.11g-apparaten onderdeel kunnen uitmaken van het netwerk. Tragere
802.11b-apparaten kunnen dan niet in het netwerk worden opgenomen.
802.11g en 802.11b
Als uw router gebruik maakt van deze modus, dan kunnen zowel G+ MIMO,
802.11g- als 802.11b-apparaten onderdeel uitmaken van het netwerk.
Uit
In deze modus wordt het accesspoint van de router uitgeschakeld waardoor
er geen draadloze apparaten in het netwerk kunnen worden opgenomen. Het
uitschakelen van de draadloze functie van uw router is een uitstekende manier
om uw netwerk te beveiligen als u wat langer van huis bent dan normaal, of
als u gedurende een bepaalde periode geen gebruik wilt maken van deze
functie.
Gebruik maken van de geavanceerde web-based
gebruikersinterface
4948
4948
Van draadloos kanaal wisselen
U kunt kiezen uit verschillende kanalen. In de Verenigde Staten zijn 11 kanalen
beschikbaar. In het grootste deel van Europa, waaronder het Verenigd
Koninkrijk, zijn 13 kanalen beschikbaar. Een klein aantal andere landen stelt
andere eisen aan het kanaalgebruik. Uw router is zo ingesteld dat hij actief kan
zijn op de juiste kanalen voor het land waarin u zich bevindt. Indien nodig kan
het kanaal gewijzigd worden. Als er meer draadloze netwerken in uw gebied
actief zijn, moet uw netwerk op een ander kanaal worden ingesteld dan de
andere draadloze netwerken.
Automatische kanaalkeuze en wijziging van het kanaal
Voor de beste prestaties dient u voor uw router een kanaal te gebruiken
dat tenminste vijf kanalen verwijderd is van dat van de andere draadloze
netwerken in de omgeving. Als een ander netwerk bijvoorbeeld kanaal 11
gebruikt, stel uw netwerk dan in op kanaal 6 of lager. Via automatische
kanaalkeuze zal het meest geschikte kanaal gekozen worden waarvan
de router als hij gestart wordt, gebruik van zal maken. Als de router de
fabriek verlaat is de modus “automatische kanaalkeuze” geactiveerd. U
kunt handmatig een kanaal kiezen, indien u dat wilt, maar wij raden u aan
gebruik te maken van de automatische-kanaalkeuzemodus. Om het kanaal
te veranderen, kiest u een kanaal in het dropdown-menu. Klik op “Apply
Changes” (Wijzigingen aanbrengen). De wijziging is onmiddellijk van kracht.
4948
4948
2
1
3
4
5
6
7
8
9
10
Hoofdstuk
Gebruik maken van de geavanceerde web-based
gebruikersinterface
Broadcast SSID-functie gebruiken
Opmerking: Deze geavanceerde functie mag uitsluitend door ervaren
gebruikers worden toegepast. Om veiligheidsredenen kunt u ervoor
kiezen de SSID van uw netwerk niet uit te zenden. Daardoor blijft de naam
van uw netwerk verborgen voor computers die de ether aftasten naar de
aanwezigheid van draadloze netwerken. Om de uitzending van uw SSID
stil te leggen, maakt u het vakje naast “Broadcast SSID” (SSID uitzenden)
leeg en klikt u vervolgens op “Apply changes” (Wijzigingen aanbrengen). De
verandering gaat onmiddellijk in. Elke computer moet nu worden ingesteld
op het maken van verbinding met uw specifieke SSID; een SSID in de vorm
van “ANY” (Elke) wordt niet langer geaccepteerd. Zie de handleiding van uw
draadloze netwerkadapter voor informatie over hoe u deze verandering moet
aanbrengen.
Protected Mode-schakelaar
De Protected-modus zorgt voor een goede werking van de 802.11g-apparaten
binnen uw G+ MIMO netwerk indien er ook 802.11b-apparaten aanwezig zijn,
of als er in de bedrijfsomgeving sprake is van veel 802.11b-verkeer. Indien u
gebruik maakt van zowel G+ MIMO draadloze kaarten van Belkin, als 802.11b-
of 802.11g-kaarten binnen uw netwerk, dient u gebruik te maken van de
Protected-modus. Als u zich in een netwerkomgeving bevindt waarin er weinig
tot geen ander 802.11b draadloos netwerk dataverkeer is, zijn de prestaties
van uw 802.11g-apparaten beter als de Protected Mode is UITgeschakeld.
Als u zich in een netwerkomgeving bevindt waarin sprake is van veel 802.11b-
netwerkdataverkeer of interferentie, zijn de prestaties van uw 802.11g-
apparaten beter als de Protected-modus is INgeschakeld. Deze instelling heeft
geen invloed op de prestaties van G+ MIMO apparaten..
De beveiligingsinstellingen van het draadloze netwerk wijzigen
Uw router is uitgerust met Wi-Fi Protected Access (WPA), de nieuwste
beveiligingsstandaard voor draadloos netwerkverkeer. Tevens wordt WEP
(Wired Equivalent Privacy) beveiliging ondersteund. Normaal is de beveiliging
van een draadloos netwerk uitgeschakeld. Om beveiliging mogelijk te maken,
dient u eerst te bepalen welke standaardinstelling u wilt gebruiken. Om de
beveiligingsinstellingen te wijzigen, klikt u op “Security” (Beveiliging) op het
tabblad “Wireless” (Draadloos).
Gebruik maken van de geavanceerde web-based
gebruikersinterface
5150
5150
De router maakt beveiliging van uw netwerk mogelijk via WPA2. WPA2 is
de tweede generatie WPA die gebaseerd is op de 802.11i-standaard en
maakt een betere beveiliging van uw draadloze netwerk mogelijk doordat
geavanceerde netwerkauthentificatie en een complexere Advanced Encryption
Standard (AES) encryptietechniek gecombineerd worden..
Systeemvereisten voor WPA2
LET OP: Om WPA2-beveiliging te kunnen gebruiken moeten al uw computers
en netwerkadapters geüpgradet zijn en beschikken over stuurprogramma’s
en software die WPA2 ondersteunen. U kunt gratis beveiligingspatches van
Microsoft
®
downloaden. Deze patches werkt alleen onder het Windows XP-
besturingssysteem. Andere besturingssystemen worden op dit moment nog
niet ondersteund.
Voor een computer met Windows XP zonder Service Pack 2 (SP2) kan
via http://support.microsoft.com/?kbid=826942 gratis een bestand van
Microsoft genaamd “Windows XP Support Patch for Wireless Protected
Access (KB 826942)” gedownload worden.
Voor Windows XP met Service Pack 2 heeft Microsoft een gratis
download uitgebracht voor het bijwerken van uw draadloze
cliëntcomponenten ter ondersteuning van WPA2 (KB893357). De update
kunt u downloaden van:
http://support.microsoft.com/default.aspx?scid=kb;en-us;893357
LET OP: U dient ook te controleren of al uw draadloze netwerkkaarten/
adapters WPA2 ondersteunen en dat u de nieuwste stuurprogramma’s
gedownload en geïnstalleerd hebt. Voor de meeste draadloze netwerkkaarten
van Belkin is er een stuurprogramma-update beschikbaar op de website van
Belkin:
www.belkin.com/networking.
WPA/WPA2-Personal(PSK) instellen
Net als WPA-beveiliging is WPA2 beschikbaar in WPA2-Personal (PSK) modus
en WPA2-Enterprise (RADIUS) modus. WPA2-Personal (PSK) is de modus die
doorgaans gebruikt worddt in een woonomgeving terwijl WPA2-Enterprise
(RADIUS) doorgaans wordt geïmplementeerd in werkomgevingen waarin een
externe radiusserver de netwerksleutel automatisch distribueert naar alle
cliënten. Deze handleiding zal zich voornamelijk richten op WPA2-Personal
(PSK) gebruik. Raadpleeg deze handleiding voor meer informatie over
beveiliging van draadloze netwerken en verschillende beveiligingsmethoden.
5150
5150
2
1
3
4
5
6
7
8
9
10
Hoofdstuk
Gebruik maken van de geavanceerde web-based
gebruikersinterface
1. Nadat u uw router hebt gnstalleerd, gaat u naar de pagina
“Security(Beveiliging) onder Wireless” (Draadloos) en selecteert
u “WPA/WPA2-Personal (PSK)” in het dropdown-menu Security
Mode” (Beveiligingsmodus).
2. Voor Authentication” (Verificatie), selecteert u “WPA-PSK”, WPA2-
PSKof WPA-PSK + WPA2-PSK”. Deze instelling moet voor al uw
draadloze cliënten hetzelfde zijn. WPA-PSK + WPA2-PSKmodus
stelt de router in staat cliënten te ondersteunen die gebruik maken
van WPA- of WPA2-beveiliging.
3. Selecteer “TKIPof AESals Encryption Technique
(Encryptietechniek). Deze instelling moet voor al uw draadloze
cliënten hetzelfde zijn.
4. Voer uw pre-shared key” (PSK) in. Deze sleutel bestaat uit 8 tot 63
tekens, dit kunnen letters, cijfers of symbolen zijn. U dient bij al uw
draadloze cliënten dezelfde sleutel te gebruiken. Uw PSK kan er als
volgt uitzien: Netwerksleutel familie Jansen”.
5. Klik op Apply Changes(Wijzigingen aanbrengen) om te eindigen.
Ken nu aan al uw draadloze cliënten deze instellingen toe.
LET OP: Zorg ervoor dat uw draadloze computers geüpdatet zijn, WPA2
ondersteunen en voorzien zijn van de juiste instellingen die een verbinding met
de router mogelijk maken.
Gebruik maken van de geavanceerde web-based
gebruikersinterface
5352
5352
WPA-beveiliging instellen
Let op: Om gebruik te kunnen maken van WPA-beveiliging, dienen uw
netwerkkaarten uitgerust te zijn met software die WPA ondersteunt. Op het
tijdstip van publicatie van deze handleiding zal ook een beveiliigngs-patch van
Microsoft gratis gedownload kunnen worden. Deze patch werkt uitsluitend
met Windows XP.
Uw router ondersteunt WPA-PSK (zonder server). WPA-PSK maakt gebruik
van een zogenaamde pre-shared key als beveiligingssleutel. Een pre-shared
key is een wachtwoord dat tussen de 8 en 63 tekens lang is. Dit wachtwoord
kan zijn opgebouwd uit een combinatie van letters, cijfers en andere tekens.
Elke cliënt maakt gebruik van dezelfde sleutel om toegang te krijgen tot het
netwerk. Dit is de modus die doorgaans gebruikt wordt in woningen.
WPA-PSK instellen
1.
Selecteer WPA-PSK (zonder server)in het dropdown-menu
“Security Mode” (Beveligingsmodus).
2. Selecteer TKIPof “AESals Encryption Technique
(Encryptietechniek). Deze instelling moet voor al uw clnten
hetzelfde zijn.
3. Voer uw pre-shared key” in. Deze sleutel bestaat uit 8 tot 63 tekens,
dit kunnen letters, cijfers of symbolen zijn. U dient bij al uw clnten
dezelfde sleutel te gebruiken.
4. Klik op Apply Changes(Wijzigingen aanbrengen) om te eindigen.
Stel nu al uw clnten op deze manier in.
5352
5352
2
1
3
4
5
6
7
8
9
10
Hoofdstuk
Gebruik maken van de geavanceerde web-based
gebruikersinterface
WEP-encryptie-instellingen bepalen
Opmerking voor Mac-gebruikers: De optie “Passphrase” (meervoudig
wachtwoord) kan niet gebruikt worden bij Apple
®
AirPort
®
. Om encryptie te
configureren voor uw Mac-computer, stelt u de encryptie in met behulp van
de handmatige methode beschreven in het volgende gedeelte.
1. Selecteer “128-bit WEP of “64-bit WEP” in het dropdown-menu.
2. Nadat u de door u gewenste WEP-encryptiemodus hebt
geselecteerd, kunt u de WEP-sleutel opgeven door de hexadecimale
WEP-sleutel handmatig in te typen of u kunt een “Passphrase
(Meervoudig wachtwoord) intypen in het daarvoor bestemde veld
en klikken op Generate” (Genereren) om hieruit een WEP-sleutel
te creëren. Klik op Apply Changes” (Wijzigingen toepassen) om
te eindigen. Zorg er nu voor dat al uw cliënten op deze manier zijn
ingesteld.
Gebruik maken van de geavanceerde web-based
gebruikersinterface
5554
5554
3. De encryptie is nu ingesteld voor de router. Alle computers van
uw draadloze netwerk moeten nu met hetzelfde wachtwoord
worden geconfigureerd. Zie de handleiding van uw draadloze
netwerkadapter voor informatie over hoe u deze verandering moet
aanbrengen.
5554
5554
2
1
3
4
5
6
7
8
9
10
Hoofdstuk
Gebruik maken van de geavanceerde web-based
gebruikersinterface
Gebruik maken van een hexadecimale sleutel
Een hexadecimale sleutel is een combinatie van cijfers en letters van A t/m
F en van 0 t/m 9. 64-bits sleutels bestaan uit tien tekens die kunnen worden
opgedeeld in vijf combinaties van twee tekens. 128-bits sleutels hebben een
lengte van 26 tekens en kunnen worden opgedeeld in 13 combinaties van
twee tekens.
Bijvoorbeeld:
AF 0F 4B C3 D4 = 64-bits sleutel
C3 03 0F AF 0F 4B B2 C3 D4 4B C3 D4 E7 = 128-bits sleutel
Stel in de onderstaande vakken uw sleutel samen door twee letters van A
t/m F en twee cijfers van 0 t/m 9 in te vullen. U gebruikt deze sleutel om
de encryptie-instellingen van uw router en uw draadloze computers te
programmeren.
Opmerking voor Mac-gebruikers: De oorspronkelijke Apple AirPort-
producten ondersteunen uitsluitend 64-bits encryptie. Apple AirPort 2-
producten kunnen 64-bits en 128-bits encryptie ondersteunen. Controleer
dus eerst welk type apparaat u gebruikt. Als het u niet lukt uw netwerk met
128-bits encryptie te configureren, probeer dan 64-bits encryptie.
Gebruik maken van de geavanceerde web-based
gebruikersinterface
5756
5756
Gebruik maken van de accesspointmodus
Let op: Deze geavanceerde functie mag uitsluitend door ervaren gebruikers
worden toegepast. De router kan ook zodanig worden geconfigureerd dat
hij als draadloos accesspoint fungeert. In deze modus is het gebruik van de
functie “NAT IP-sharing” en de DHCP-server niet mogelijk. In AP-modus, dient
de router te worden geconfigureerd met een IP-adres dat zich in hetzelfde
subnet bevindt als de rest van het netwerk waarmee u verbinding maakt. Het
standaard IP-adres is 192.168.2.254 en het subnetmasker is 255.255.255.0.
Deze kunnen naar behoefte worden aangepast.
1. Zet de AP-modus aan door Enable” (Aanzetten) te selecteren
op de pagina “Use as Access Point only” (Alleen gebruiken als
accesspoint). Als u deze optie kiest kunt u de IP-instellingen
veranderen.
2. Stel uw IP-instellingen in overeenstemming met uw netwerk in. Klik
op Apply Changes” (Wijzigingen aanbrengen).
3. Sluit een kabel aan op de WAN-poort van de router en verbind deze
met uw bestaande netwerk.
De router fungeert nu als accesspoint. Om de geavanceerde
gebruikersinterface van de router opnieuw te openen, typt u het door u
gespecificeerde IP-adres in in de navigatiebalk van uw browser. De encryptie-
instellingen, MAC-adressenfiltering, SSID en het kanaal kunt u normaal
instellen.
5756
5756
2
1
3
4
5
6
7
8
9
10
Hoofdstuk
Gebruik maken van de geavanceerde web-based
gebruikersinterface
Instellingen voor het beheren van MAC-adressen bepalen
Het MAC-adressenfilter is een krachtig beveiligingsinstrument waarmee u kunt
aangeven welke computers toegang hebben tot het draadloze netwerk.
Let op: De filterlijst is alleen van toepassing voor draadloze computers. U kunt
instellen dat elke computer die probeert het draadloze netwerk binnen te komen
maar die niet in de filterlijst voorkomt, wordt de toegang geweigerd. Wanneer u
deze functie inschakelt, dient u van elke cliënt (computer) het MAC-adres in te
voeren om deze toe te laten tot uw netwerk. Met de functie “Block” (Blokkeren)
kunt u de toegang tot het netwerk voor elke computer eenvoudig in- en
uitschakelen zonder dat u verplicht bent het MAC-adres van deze computer aan
de lijst toe te voegen of daaruit te verwijderen.
Een lijst creëren met Mac-adressen van computers die toegang
krijgen tot het netwerk
1.
Selecteer het keuzerondje voor Allow(Toelaten) (1) om een lijst te
creëren met computers die u toegang wilt geven tot het draadloze
netwerk.
2. Typ vervolgens in het lege veld “MAC Address(3) het Mac-adres in
van de draadloze computer die u toegang tot het draadloze netwerk
wilt verlenen en klik vervolgens op “<<Add” (Toevoegen) (4).
3. Doe dit voor elke computer die u toegang wilt verlenen.
4. Klik op Apply Changes(Wijzigingen aanbrengen) (5) om te eindigen.
(1) (2)
(3)
(4)
(5)
Gebruik maken van de geavanceerde web-based
gebruikersinterface
5958
5958
Een lijst creëren met Mac-adressen van computers die geen
toegang krijgen tot het netwerk
De “Deny Access”-lijst stelt u in staat specifieke computers de toegang tot
het netwerk te ontzeggen. Elke computer die in die lijst is opgenomen zal de
toegang tot het draadloze netwerk geweigerd worden. Alle andere computers
zullen wel toegang krijgen.
1. Selecteer het keuzerondje voor Deny(Weigeren) (2) om een lijst
te creëren met computers die u geen toegang wilt geven tot het
draadloze netwerk.
2. Typ vervolgens in het lege veld “MAC Address(3) het Mac-adres
in van de draadloze computer die u geen toegang tot het draadloze
netwerk wilt verlenen en klik vervolgens op “<<Add” (Toevoegen)
(4).
3. Doe dit voor elke computer die u geen toegang wilt verlenen.
4. Klik op Apply Changes(Wijzigingen aanbrengen) (5) om te
eindigen.
5958
5958
2
1
3
4
5
6
7
8
9
10
Hoofdstuk
Gebruik maken van de geavanceerde web-based
gebruikersinterface
Configuratie van de firewall
Uw router is voorzien van een firewall die uw netwerk beschermt tegen
uiteenlopende hackeraanvallen zoals:
IP Spoofing
Land Attack Ping of Death (PoD)
Denial of Service (DoS)
IP met lengte nul
Smurf Attack
TCP Null Scan
SYN flood
UDP flooding
Tear Drop Attack
ICMP defect
RIP defect
Fragment flooding
De firewall schermt ook gewone poorten af die vaak gebruikt worden om
netwerken aan te vallen. Deze poorten zijn dan onzichtbaar gemaakt waardoor
zij voor hackers eenvoudigweg niet lijken te bestaan. U kunt de firewallfunctie
eventueel uitschakelen hoewel het aanbeveling verdient de firewall
ingeschakeld te laten. Het uitschakelen van de firewall laat uw netwerk niet
volledig onbeschermd tegen een aanval van hackers, maar wij raden u toch
aan de firewall geactiveerd te houden.
Gebruik maken van de geavanceerde web-based
gebruikersinterface
6160
6160
Interne forwarding-instellingen configureren
De functie Virtuele Servers biedt u de mogelijkheid externe
(Internet)verbindingen voor diensten zoals een webserver (poort 80), FTP-
server (Poort 21), of andere applicaties, via uw router door te sturen naar
uw interne netwerk. Omdat uw interne computers door een firewall worden
beveiligd, kunnen computers buiten uw netwerk (via het Internet) hen niet
bereiken omdat zij “onzichtbaar” zijn. Er is een lijst van veel voorkomende
toepassingen beschikbaar voor het geval dat u de functie van de virtuele
server voor een specifieke applicatie moet configureren. Als uw applicatie niet
voorkomt in de lijst, dan moet u contact opnemen met de verkoper van de
applicatie om te bepalen welke poortinstellingen u nodig heeft.
Applicaties kiezen
Selecteer de applicatie in het dropdown-menu. Klik op “Add” (Toevoegen).
De instellingen worden overgebracht naar de eerste beschikbare regel. Klik
op “Apply Changes” (Wijzigingen aanbrengen) om de instelling voor deze
applicatie op te slaan. Om een applicatie te verwijderen, selecteert u het
nummer van de regel die u wilt verwijderen en vervolgens klikt u op “Clear”
(Verwijderen).
Instellingen handmatig in de virtuele server invoeren
Om instellingen handmatig in te voeren, typt u het IP-adres in het vak voor de
interne (server) computer in, geeft u de poort(en) op die vrijgegeven moeten
worden (met een komma tussen de poorten als u meer poorten wilt opgeven),
selecteert u het poorttype (TCP of UDP) en klikt u op “Apply Changes”
(Wijzigingen aanbrengen). U kunt per intern IP-adres slechts één poort
vrijgeven. U neemt een zeker risico door poorten in uw firewall te openen. U
kunt instellingen zeer snel in- en uitschakelen. We raden u aan de instellingen
uit te schakelen wanneer u een specifieke applicatie niet gebruikt.
6160
6160
2
1
3
4
5
6
7
8
9
10
Hoofdstuk
Gebruik maken van de geavanceerde web-based
gebruikersinterface
Clnt IP-filters instellen
De router kan zo worden geconfigureerd dat toegang tot het Internet, e-mail, of
andere netwerkdiensten op bepaalde dagen en tijden beperkt is. Deze beperking
kan worden ingesteld voor één computer, een groep computers of verschillende
computers.
Om bijvoorbeeld de toegang tot het Internet voor één enkele computer af te
sluiten, moet u het IP-adres van de beoogde computer invoeren in de IP-
velden (1). Vervolgens vult u in de beide poortvelden het getal “80” in (2).
Selecteer “Both” (Beide)(3). Selecteer “Block” (Blokkeren)(4). U kunt ook
“Always” (Altijd) kiezen om de toegang permanent af te sluiten. Selecteer de
begindatum bovenaan (5), de begintijd bovenaan (6), de einddatum onderaan
(7)en de eindtijd (8) onderaan. Selecteer “Enable” (Activeren) (9). Klik op “Apply
Changes” (Wijzigingen aanbrengen). De computer op het door u opgegeven
IP-adres heeft nu binnen de door u aangegeven periode geen toegang tot het
Internet. Let op: Zorg ervoor dat u de juiste tijdzone selecteert onder “Utilities>
System Settings> Time Zone”.
(1) (2)
(3)
(4) (7) (8) (9)
(5)
(6)
Gebruik maken van de geavanceerde web-based
gebruikersinterface
6362
6362
De gedemilitariseerde zone (DMZ) activeren
Met de DMZ-functie kunt u één van de computers van uw netwerk buiten
de firewall plaatsen. Dit kan bijvoorbeeld nodig zijn als de firewall bij
een bepaalde toepassing als een game of video-vergaderen problemen
veroorzaakt. Schakel deze functie alleen tijdelijk in. De computer in
de gedemilitariseerde zone wordt namelijk NIET beschermd tegen
hackeraanvallen.
Om een computer in de DMZ te plaatsen, voert u de laatste twee cijfers van
zijn IP-adres in het IP-veld in en selecteert u “Enable” (Activeren). Klik op
“Apply Changes” (Wijzigingen aanbrengen) om de wijziging te activeren. Als
u meerdere statische WAN IP-adressen gebruikt, kunt u aangeven aan welk
WAN IP-adres de DMZ-host wordt gericht. Vul het WAN IP-adres in waaraan
de DMZ-host moet worden gericht, voer de laatste twee cijfers in van het
IP-adres van de DMZ-hostcomputer, selecteer “Enable” (Activeren) en klik op
“Apply Changes” (Wijzigingen aanbrengen).
6362
6362
2
1
3
4
5
6
7
8
9
10
Hoofdstuk
Gebruik maken van de geavanceerde web-based
gebruikersinterface
Gebruik maken van een dynamisch DNS
De Dynamic DNS service staat statische hostnamen toe voor dynamische IP-
adressen in een van de vele domeinen van DynDNS.org, waardoor toegang tot
uw netwerkcomputers vanaf verschillende plaatsen op het internet eenvoudiger
is. DynDNS.org biedt deze service, voor een maximum van vijf hostnamen, als
een gratis dienst voor de internetgemeenschap.
De dynamische DNS-service is ideaal voor een privé-website, bestandsserver,
maar ook als u vanaf uw werk toegang wilt krijgen tot uw pc thuis en de
bestanden die erop staan. Indien u gebruik maakt van deze service verzekert u
zich ervan dat uw hostnaam altijd verwijst naar uw IP-adres, zelfs als uw ISP dit
adres wijzigt. Indien uw IP-adres wijzigt, kunnen uw vrienden en zakenrelaties u
altijd vinden via yourname.dyndns.org!
U kunt zich gratis aanmelden voor een Dynamische DNS-hostnaam via
http://www.dyndns.org.
De Dynamic DNS Update Client van de router installeren.
Voordat u van deze functionaliteit gebruik kunt maken, dient u zich aan te melden
voor de gratis update-service van DynDNS.org. Zodra u dit gedaan hebt, kunt u
verder. Volg daartoe onderstaande aanwijzingen.
1. Voer uw DynDNS.org-gebruikersnaam in in het veld User Name”
(Gebruikersnaam) (1).
2. Voer uw DynDNS.org-wachtwoord in in het veld Password / Key” (2).
3.
Voer de DynDNS.org domeinnaam die u met DynDNS.org hebt opgezet
in in het veld Domain Name” (3).
4.
Klik op “Update Dynamic DNS” om uw IP-adres te updaten.
Indien het door uw ISP aan u toegewezen IP-adres wijzigt, zal de router uw
nieuwe IP-adres automatisch doorspelen aan de DynDNS.org-servers. U kunt dit
ook handmatig doen door te klikken op de knop “Update Dynamic DNS” (4).
(1)
(2)
(3)
(4)
Gebruik maken van de geavanceerde web-based
gebruikersinterface
6564
6564
ICMP-pings blokkeren
Computerhackers maken gebruik van een techniek die bekend is onder de
naam “pingen” om potentiële slachtoffers op het Internet te vinden. Door naar
een bepaald IP-adres te pingen en een reactie te ontvangen van het IP-adres,
kan een hacker vaststellen of zich daar misschien iets interessants bevindt. De
router kan zo worden ingesteld dat hij niet op ICMP-pings van buiten reageert.
Dit verhoogt het beveiligingsniveau van uw router.
Om het ping-antwoordbericht uit te schakelen, selecteert u “Block ICMP
Ping” (ICMP-ping blokkeren)(1) en klikt u op “Apply Changes” (Wijzigingen
aanbrengen). De router reageert nu niet meer op een ICMP-ping.
(1)
6564
6564
2
1
3
4
5
6
7
8
9
10
Hoofdstuk
Gebruik maken van de geavanceerde web-based
gebruikersinterface
Utilities (Hulpprogramma’s)
In het scherm “Utilities” (Hulpprogramma’s), kunt u verschillende parameters
van de router beheren en bepaalde beheerfuncties uitvoeren.
Parental Control-webfilter
Raadpleeg de meegeleverde Parental Control-handleiding voor meer
informatie over deze webfilter.
Gebruik maken van de geavanceerde web-based
gebruikersinterface
6766
6766
Router opnieuw starten
Als de werking van de router niet meer optimaal is, kan het soms nodig zijn de
router opnieuw te starten. De configuratie-instellingen van de router worden
door opnieuw startenNIET gewist.
De router opnieuw starten om de normale werking te herstellen
1.
Klik op de knop Restart
Router” (Router opnieuw
opstarten).
2. De volgende melding
verschijnt. Klik op OK”.
3. De volgende melding
verschijnt. Het herstarten
van de router kan tot 60
seconden duren. Tijdens
het herstarten mag u de
netvoeding van de router
niet uitschakelen.
4. Op het scherm worden de 60 seconden afgeteld. Zodra de nul
bereikt is, zal de router automatisch herstart worden. De homepage
van de router zou nu automatisch moeten verschijnen. Als dit
niet het geval is, typ dan het adres van de router (standaard =
192.168.2.1) in in de navigatiebalk van uw browser.
6766
6766
2
1
3
4
5
6
7
8
9
10
Hoofdstuk
Gebruik maken van de geavanceerde web-based
gebruikersinterface
De fabrieksinstellingen herstellen
Wanneer u deze optie gebruikt, worden alle instellingen in de router
naar de (standaard-) fabrieksinstellingen teruggezet. Het is verstandig
eerst van uw eigen instellingen een reservekopie te maken voordat u de
standaardinstellingen herstelt.
1. Klik op de knop Restore
Defaults” (Standaard
instellingen herstellen).
2. De volgende melding
verschijnt. Klik op OK”.
3. De volgende melding
verschijnt. Tot het
herstellen van de
standaardinstellingen
behoort ook dat de
router opnieuw wordt
opgestart. Deze
procedure kan tot 60
seconden duren. Tijdens
een herstart mag u
de stroomvoorziening
van de router niet
uitschakelen.
4. Op het scherm worden 60 seconden afgeteld. Zodra de nul bereikt
is, zullen de standaardinstellingen van de router hersteld zijn. De
homepage van de router zou nu automatisch moeten verschijnen.
Is dat niet het geval, vul dan het adres van de router (standaard =
192.168.2.1) in op de navigatiebalk van uw browser.
Gebruik maken van de geavanceerde web-based
gebruikersinterface
6968
6968
De huidige configuratie opslaan
Met behulp van deze functie kunt u de huidige configuratie opslaan. Door een
reservekopie te maken van uw huidige configuratie kunt u deze later in het
geval van verlies of wijziging herstellen. Het is raadzaam een reservekopie te
maken van uw huidige configuratie voordat u uw firmware bijwerkt.
1. Klik op Save”
(Opslaan). Er gaat een
venster open met de
naam File Download”
(Bestand downloaden).
Klik op Save”
(Opslaan).
2. Een scherm wordt geopend
waarin u de locatie kunt
selecteren waar u het
configuratiebestand wilt
opslaan. Selecteer een
locatie. U kunt het bestand
elke naam geven die u wilt
of de standaardbenaming
“Configgebruiken. Zorg
ervoor dat u het bestand
een naam geeft die u
later gemakkelijk kunt
terugvinden. Wanneer u
de locatie en de naam van
het bestand hebt gekozen,
klikt u op “Save” (Opslaan).
6968
6968
2
1
3
4
5
6
7
8
9
10
Hoofdstuk
Gebruik maken van de geavanceerde web-based
gebruikersinterface
3. Als het bestand is
opgeslagen, verschijnt
het volgende scherm.
Klik op Close(Sluiten).
De configuratie is nu
bewaard.
Vorige configuratie herstellen
Met deze optie kunt u een eerder opgeslagen configuratie herstellen.
1. Klik op Browse” (Bladeren). Er gaat een venster open waarin
u de locatie van het configuratiebestand kunt selecteren. Alle
configuratiebestanden hebben de extensie “.bin”. Zoek het
configuratiebestand op dat u wilt herstellen en dubbelklik erop.
Gebruik maken van de geavanceerde web-based
gebruikersinterface
7170
7170
2. U zult worden gevraagd of u wilt doorgaan. Klik op OK”.
3. Er verschijnt een herinneringsvenster. De herstelprocedure van uw
configuratiebestand kan tot 60 seconden in beslag nemen. Klik op
“OK”.
4. Op het scherm worden 60 seconden afgeteld. Zodra de nul bereikt
is, zal de configuratie van de router hersteld zijn. De homepage
van de router zou nu automatisch moeten verschijnen. Als dat niet
gebeurt, typ dan het adres van de router in de navigatiebalk van uw
browser in (standaard = 192.168.2.1).
7170
7170
2
1
3
4
5
6
7
8
9
10
Hoofdstuk
Gebruik maken van de geavanceerde web-based
gebruikersinterface
De firmware bijwerken
Af en toe brengt Belkin een nieuwe versie uit van de firmware voor de router.
Nieuwe firmwareversies bevatten verbeteringen van functies en oplossingen
voor eventuele problemen. Wanneer Belkin nieuwe firmware uitbrengt, kunt u
deze downloaden van de website en de firmware van de router bijwerken tot
en met de nieuwste versie.
Beschikbaarheid van nieuwe firmwareversies nagaan
Met de knop “Check Firmware” (Firmware controleren) (1) kunt u onmiddellijk
nagaan of er eventueel een nieuwe firmwareversie beschikbaar is. Als u op de
knop klikt, verschijnt er een browservenster waarin wordt aangegeven dat er
geen nieuwe firmware beschikbaar is, of dat er een nieuwe versie beschikbaar
is. Als er een nieuwe versie beschikbaar is, kunt u deze downloaden.
(1)
Gebruik maken van de geavanceerde web-based
gebruikersinterface
7372
7372
Een nieuwe firmwareversie downloaden
Als u op de knop “Check Firmware” (Firmware controleren) klikt en er een
nieuwe firmwareversie beschikbaar is, verschijnt er een scherm dat lijkt op
onderstaande afbeelding.
1. Om de nieuwe firmwareversie te downloaden, klikt u op “Download”.
2. Een scherm wordt geopend waarin u de locatie kunt selecteren voor
het opslaan van het firmwarebestand. Selecteer een locatie. U kunt
het bestand elke naam geven die u wilt, of gewoon de standaard
naam gebruiken. Zorg ervoor dat u het bestand later ook weer
terug kunt vinden. Zodra u een locatie hebt geselecteerd, klikt u op
“Save(Opslaan).
7372
7372
2
1
3
4
5
6
7
8
9
10
Hoofdstuk
Gebruik maken van de geavanceerde web-based
gebruikersinterface
Firmware van de router bijwerken
1. Op de pagina “Firmware
Update” (Firmware
bijwerken) klikt u op
“Browse(Bladeren). Er
gaat een venster open
waarin u de locatie
van het bijgewerkte
firmwarebestand kunt
selecteren.
2. Ga naar het
firmwarebestand dat
u hebt gedownload.
Selecteer het bestand
door dubbel te klikken
op de bestandsnaam.
3. Als het bestand is opgeslagen ziet u het volgende scherm.
Klik op Close(Sluiten).
Het downloaden van de firmware is voltooid. Om de firmware bij te werken,
gaat u te werk als aangegeven in het volgende hoofdstuk “Firmware van de
router bijwerken”.
Gebruik maken van de geavanceerde web-based
gebruikersinterface
7574
7574
3. Het “Update
Firmware”-
vakje (Firmware
bijwerken) toont
nu de locatie en
de naam van het
firmwarebestand
dat u zojuist hebt
geselecteerd.
Klik op Update”
(Bijwerken).
4. U zal gevraagd worden
of u zeker weet dat u
wilt doorgaan. Klik op
“OK”.
5. U krijgt nu nog een bericht te zien. Dit bericht laat u weten dat de
router mogelijk pas na één minuut reageert tijdens het laden van de
firmware en dat de router opnieuw wordt opgestart. Klik op “OK”.
6. Op het scherm worden 60 seconden afgeteld. Zodra de nul bereikt
is, zal de firmware van de router zijn bijgewerkt. De homepage van
de router zou nu automatisch moeten verschijnen. Als dit niet het
geval is, typ dan het adres van de router (standaard = 192.168.2.1)
in in de navigatiebalk van uw browser.
7574
7574
2
1
3
4
5
6
7
8
9
10
Hoofdstuk
Gebruik maken van de geavanceerde web-based
gebruikersinterface
Systeeminstellingen wijzigen
Op de pagina “Systems Settings” (Systeeminstellingen) kunt u een nieuw
beheerderswachtwoord invoeren, de tijdzone instellen, extern beheer
inschakelen en de NAT-functie van de router aan en uit zetten.
Het wachtwoord voor de systeembeheerder instellen of wijzigen
De router wordt geleverd ZONDER vooraf geprogrammeerd wachtwoord. Als
u een wachtwoord wilt toevoegen voor meer beveiliging, dan kunt u hier een
wachtwoord instellen. Schrijf het wachtwoord op en bewaar het op een veilige
plaats, aangezien u het nodig heeft als u in de toekomst wilt inloggen op de
router. Het is ook verstandig een wachtwoord in te stellen als u van plan bent
de mogelijkheid van extern beheer van uw router te gebruiken.
De inlog-timeoutinstelling wijzigen
Met de optie inlog-timeout kunt u de maximale tijdsduur instellen waarbinnen
u ingelogd kunt blijven op de Advanced Setup Interface (Geavanceerde
setup-interface) van de router. De tijdklok begint te lopen als er geen activiteit
is geweest. U hebt bijvoorbeeld een aantal wijzigingen in de Advanced Setup
Interface aangebracht en daarna uw computer alleen gelaten zonder op
“Logout” (Afmelden) te klikken. Als de timeout is ingesteld op 10 minuten, dan
loopt de inlogsessie 10 minuten nadat u de router alleen hebt gelaten af. Als u
meer wijzigingen wilt aanbrengen, dient u opnieuw op de router in te loggen.
Deze inlog-timeoutoptie is bedoeld als extra beveiliging en staat standaard
ingesteld op 10 minuten.
Let op: Er kan slechts één computer tegelijk ingelogd zijn op de Advanced
Setup-Interface.
Gebruik maken van de geavanceerde web-based
gebruikersinterface
7776
7776
Tijd en tijdzone instellen
De tijdklok van de router wordt geregeld via de aansluiting op een SNTP
(Simple Network Time Protocol) server. Hierdoor loopt de systeemklok
van de router synchroon met de tijd van het wereldwijde internet. De
gesynchroniseerde klok in de router wordt gebruikt voor de registratie van de
beveiligingslog en de aansturing van het cliëntenfilter. Selecteer de tijdzone
waarin u zich bevindt. U hebt de mogelijkheid een primaire en een backup
NTP-server te selecteren om de klok van uw router gesynchroniseerd te
houden. Selecteer de gewenste NTP-server in het dropdown-menu, of gebruik
de huidige instelling.
Selecteer de tijdzone waarin u gevestigd bent. Als u in een land woont dat
de zomer- en wintertijd volgt, zet dan een kruisje in het selectievakje naast
“Enable Daylight Saving” (Zomer/wintertijd inschakelen). De systeemklok geeft
niet onmiddellijk na inschakeling de juiste tijd aan. De router heeft ten minste
15 minuten nodig om een verbinding op te bouwen met de tijdservers op het
Internet en voor het ontvangen van een antwoordsignaal. U kunt de klok niet
zelf instellen.
Beheer op afstand mogelijk maken
Voordat u deze geavanceerde functie van uw router van Belkin inschakelt,
DIENT U ERVOOR TE ZORGEN DAT U HET WACHTWOORD VOOR
DE SYSTEEMBEHEERDER HEBT INGESTELD. De functie “Remote
Management” (Beheer op afstand) biedt u de mogelijkheid vanaf elke
internetlocatie ter wereld de instellingen van uw router te wijzigen. Er zijn
twee methoden voor het op afstand beheren van de router. Met de eerste
kunt u de router vanaf elke internetlocatie openen door het selecteren van
“Any IP address can remotely manage the Router” (Elk IP-adres kan de
router op afstand beheren). Wanneer u uw WAN IP-adres intypt vanaf iedere
willekeurige computer op het Internet, dan krijgt u een inlogscherm te zien
waarin u het wachtwoord van uw router moet invoeren. De tweede methode
is een specifiek IP-adres uitsluitend te bestemmen voor het op afstand
beheren van de router. Deze methode is veiliger, maar minder praktisch. Bij
deze methode vult u in de daarvoor bestemde ruimte het IP-adres in van de
computer waarmee u toegang tot de router wilt hebben en selecteert u “Only
this IP address can remotely manage the Router” (Uitsluitend dit IP-adres kan
de router op afstand beheren). Voordat u deze functie inschakelt, RADEN WIJ
U TEN ZEERSTE AAN uw systeembeheerderwachtwoord in te stellen. Als u
geen wachtwoord invult, loopt uw router het risico van indringers.
7776
7776
2
1
3
4
5
6
7
8
9
10
Hoofdstuk
Gebruik maken van de geavanceerde web-based
gebruikersinterface
Geavanceerde functie: De optie “Remote Access Port” stelt u in staat de
“Remote Access Port for Remote Management”-functie te configureren. De
standaard toegangspoort is poort 80.
NAT (Network Address Translation) inschakelen/uitschakelen
Let op: Deze geavanceerde functie mag uitsluitend door ervaren gebruikers
worden toegepast.
ZORG ERVOOR DAT U HET BEHEERDERSWACHTWOORD HEBT
INGESTELD, voordat u deze functie activeert. Network Address Translation
(NAT) is de methode waarvan de router gebruik maakt voor het delen van het
enkele IP-adres dat uw ISP heeft toegekend met de andere computers binnen
uw netwerk. Deze functie dient uitsluitend te worden gebruikt als uw provider
u meerdere IP-adressen toekent of als u NAT moet uitschakelen in verband
met een geavanceerde systeemconfiguratie. Als u slechts een enkel IP-adres
heeft en u schakelt NAT uit, dan zullen de computers binnen uw netwerk
geen gebruik kunnen maken van het Internet. Andere problemen kunnen ook
voorkomen. Door het uitschakelen van NAT worden uw firewallfuncties niet
aangetast.
7978
7978
UPnP inschakelen/uitschakelen
UPnP (Universal Plug-and-Play) is weer een andere geavanceerde
mogelijkheid van uw router van Belkin. Het is een technologie die naadloze
voice- en video-messaging, games en andere applicaties mogelijk maakt die
voldoen aan UPnP. Voor sommige applicaties dient de firewall van de router
op een specifieke manier geconfigureerd te zijn voor een juiste werking.
Hiervoor moeten doorgaans de TCP- en UDP-poorten worden geopend en in
sommige gevallen triggerpoorten worden ingesteld. Applicaties die voldoen
aan UpnP kunnen met de router communiceren, in principe om de router
te “vertellen” op welke wijze de firewall moet worden geconfigureerd. Bij
aflevering is de UPnP-functie van de router uitgeschakeld. Als u applicaties
gebruikt die voldoen aan UpnP en u wilt profiteren van de mogelijkheden
van UPpnP dan heeft het zin de UPnP-functie te activeren. U selecteert
eenvoudigweg “Enable” (Activeren) in de paragraaf “UPnP Enabling” (UPnP
activeren) van de pagina “Utilities” (Hulpprogramma’s). Klik op “Apply
Changes” (Wijzigingen aanbrengen) om de wijziging op te slaan.
Automatische software-update inschakelen/uitschakelen
Deze vernieuwing geeft de router de ingebouwde mogelijkheid automatisch
te controleren of er een nieuwe versie bestaat van de firmware en u te
waarschuwen als de nieuwe firmware beschikbaar is. Wanneer u inlogt op
de geavanceerde interface van de router, dan gaat de router controleren of
er nieuwe software beschikbaar is. Als er nieuwe firmware gedownload kan
worden, wordt u daarvan op de hoogte gesteld. U kunt er dan voor kiezen de
nieuwe versie te downloaden of verder te gaan met hetgene waar u mee bezig
was.
Gebruik maken van de geavanceerde web-based
7978
7978
2
1
3
4
5
6
7
8
9
10
Hoofdstuk
Handmatig netwerkinstellingen configureren
Installeer EERST de computer die is verbonden met het kabel- of
DSL-modem. Volg daarbij de volgende stappen. U kunt deze stappen
ook gebruiken om computers aan uw router toe te voegen nadat de
router geconfigureerd is voor aansluiting op het Internet.
Netwerkinstellingen onder Mac OS (tot 9.x) handmatig
configureren
1.
Open het Apple”-dropdown-menu. Selecteer Control Panels”
(Configuratieschermen) en dan “TCP/IP”.
2. U ziet nu het TCP/IP-configuratiescherm. Selecteer Ethernet Built-In
(Ethernet ingebouwd) of “Ethernetin het dropdown-menu Connect
via:” (Verbinding maken via) (1).
3. Naast “Configure” (Configureren)
(2), als “Manually(Handmatig) is
geselecteerd, moet uw router ook
worden geconfigureerd voor een
verbinding met een statisch IP. Noteer
de adresinformatie in de onderstaande
tabel. U zal deze informatie in de
router moeten invoeren.
4. Als dit niet al bij Configure:is
ingesteld, kiest u “Using DHCP
Server” (Gebruikt DHCP-server).
Hierdoor geeft u de
computer de
opdracht bij de router een IP-adres op
te halen.
5.
Sluit het venster. Als u veranderingen hebt aangebracht, verschijnt het
volgende venster. Klik op Save (Opslaan).
Herstart de computer. Wanneer de
computer opnieuw is opgestart, zijn uw
netwerkinstellingen geconfigureerd voor
gebruik met de router.
(1)
(2)
Handmatig netwerkinstellingen configureren
8180
8180
Netwerkadapters onder Mac OS X handmatig
configureren
1. Klik op het pictogram System Preferences (Systeemvoorkeuren).
2. Selecteer “Network” (Netwerk) (1) in het menu “System
Preferences (Systeemvoorkeuren).
3. Selecteer “Built-in Ethernet” (Ingebouwd Ethernet) (2) naast “Show”
(Tonen) in het netwerkmenu.
(1)
(2)
(3)
(4)
8180
8180
2
1
3
4
5
6
7
8
9
10
Hoofdstuk
Handmatig netwerkinstellingen configureren
4. Selecteer het tabblad “TCP/IP” (3). Naast “Configure”
(Configureren)(4) moet nu “Manually(Handmatig) of Using DHCP
(Gebruikt maken van DHCP) te zien zijn. Is dat niet het geval, ga
dan naar het tabblad PPPoE (5) en zorg ervoor dat Connect using
PPPoE(Met behulp van PPPoE aansluiten) NIET is geselecteerd.
Als dat wel het geval is, dan moet u uw router configureren voor een
verbinding van het type PPPoE met behulp van uw gebruikersnaam
en wachtwoord.
5. Als “Manually(Handmatig) is geselecteerd, moet uw router worden
geconfigureerd voor een verbinding met een statisch IP. Noteer de
adresinformatie in de onderstaande tabel. U zal deze informatie in
de router moeten invoeren.
6. Als dit niet al is geselecteerd, selecteert u behalve Configure
(Configureren) ook Using DHCP(Gebruik maken van DHCP) (4) en
klikt u op “Apply Now(Nu toepassen).
Uw netwerkinstellingen zijn nu geconfigureerd voor gebruik met de
router.
Handmatig netwerkinstellingen configureren
8382
8382
Netwerkinstellingen onder Windows 2000, NT of XP handmatig
configureren
1.
Klik op “Start, Settings” (Instellingen) en vervolgens op Control
Panel(Configuratiescherm).
2. Dubbelklik op het pictogram Network and dial-up connections
(Netwerk- en inbelverbindingen) (Windows 2000) of het pictogram
“Network” (Netwerk) (Windows XP).
3. Klik met uw rechter muisknop op de “Local Area Connection(Lokale
verbinding) die is gekoppeld aan uw netwerkadapter en selecteer
“Properties (Eigenschappen) in het dropdown-menu.
4. In het venster “Local Area Connection Properties” (Eigenschappen
lokale verbinding) klikt u op “Internet Protocol (TCP/IP)” en op de knop
“Properties (Eigenschappen). Nu verschijnt het volgende scherm:
5. Wanneer “Use the following IP address(Gebruik het volgende IP-
adres) (2) is geselecteerd, moet uw router worden ingesteld voor een
statisch IP-verbindingstype.
Noteer de adresinformatie in
de onderstaande tabel. U zal
deze informatie in de router
moeten invoeren.
6. Als dit niet al is geselecteerd,
selecteer dan “Obtain an IP
address automatically (IP-
adres automatisch ophalen)
(1) en “Obtain DNS server
address automatically (DNS-
serveradres automatisch
ophalen) (3). Klik op “OK”.
Uw netwerkinstellingen zijn nu geconfigureerd voor gebruik met de router.
(1)
(2)
(3)
8382
8382
2
1
3
4
5
6
7
8
9
10
Hoofdstuk
Handmatig netwerkinstellingen configureren
Handmatige configuratie van netwerkadapters onder
Windows 98SE of Me
1.
Klik in het dropdown-menu met uw rechter muisknop op My Network
Neighborhood(Mijn netwerkomgeving) en selecteer Properties
(Eigenschappen).
2. Selecteer TCP/IP Settings” (TCP/IP instellingen) voor de geïnstalleerde
netwerkadapter. Het volgende venster zal verschijnen.
3. Wanneer “Specify an IP address(Specificeer een IP-adres) is
geselecteerd, moet uw router worden ingesteld voor een statisch IP-
verbindingstype. Noteer de adresinformatie in de onderstaande tabel. U
zal deze informatie in de router moeten invoeren.
4. Schrijf het IP-adres en subnetmasker over van het tabblad IP Address
(IP-adres) (3).
5. Selecteer het tabblad “Gateway (2). Vul het gatewayadres in het
diagram in.
6. Selecteer het tabblad
“DNS Configuration” (DNS-
configuratie) (1). Schrijf het
DNS-adres/de DNS-adressen
in het diagram.
7. Als dit niet al is geselecteerd,
selecteert u op het tabblad
voor IP-adressen Obtain IP
address automatically (IP-adres automatisch ophalen). Klik op OK”.
Start de computer opnieuw. Wanneer de computer opnieuw is opgestart, zijn
uw netwerkadapters geconfigureerd voor gebruik met de router.
Aanbevolen instellingen van de webbrowser
8584
8584
Meestal hoeft u aan de instellingen van uw webbrowser niets te veranderen. Als
u problemen hebt met het openen van het Internet of de geavanceerde via het
Internet bereikbare gebruikersinterface, wijzig dan de huidige instellingen van uw
browser in de aanbevolen instellingen die u in dit hoofdstuk vindt.
Internet Explorer 4.0 of hoger
1.
Start uw browser. Selecteer “Tools” (Extra) en vervolgens Internet
Options(Internetopties).
2. In het scherm Internet Options (Internetopties) vindt u drie
keuzemogelijkheden. Never dial a connection” (Nooit een
verbinding maken), Dial whenever a network connection is not
present(Maak verbinding indien er geen netwerkverbinding
aanwezig is) en Always dial my default connection (Altijd mijn
standaardverbinding gebruiken). Als u een keus kunt maken,
selecteer dan “Never dial a connection” (Nooit een verbinding
maken). Als u geen keus kunt maken, ga dan naar de volgende stap.
3. Klik op het scherm Internetoptiesop Verbindingenen selecteer
“LAN-instellingen…”.
8584
8584
2
1
3
4
5
6
7
8
9
10
Hoofdstuk
Aanbevolen instellingen van de webbrowser
4. Zorg ervoor dat geen van de getoonde opties is aangevinkt:
“Automatically detect settings” (Instellingen automatisch detecteren),
“Use automatic configuration script(Script voor automatische
configuratie gebruiken) en Use a proxy server” (Proxyserver
gebruiken). Klik op OK”. Klik vervolgens op de pagina Internet
Options(Internetopties) opnieuw op OK”.
Netscape Navigator 4.0 of hoger
1.
Start Netscape. Klik op “Edit” (Bewerken) en vervolgens op
“Preferences(Voorkeurinstellingen).
2. Klik in het venster Preferences(Voorkeurinstellingen) op “Advanced
(Geavanceerd) en selecteer vervolgens “Proxies”. In het venster
“Proxies” selecteert u Direct connection to the Internet” (Rechtstreekse
verbinding met het Internet).
Problemen oplossen
8786
8786
Probleem:
De installatie-cd start niet automatisch.
Oplossing:
Indien de cd-rom de Easy Install Wizard niet automatisch start, kan het zijn
dat er andere applicaties op de computer draaien die de werking van het cd-
romstation nadelig beïnvloeden.
1. Als het scherm van de Easy Install Wizard niet binnen 15 tot 20 seconden
verschijnt, opent u het cd-romstation door te dubbelklikken op het
pictogram “My Computer” (Deze computer) op uw desktop.
2. Dubbelklik vervolgens op het cd-romstation waarin de installatie-cd is
geplaatst om de installatie te starten.
3. De Easy Install Wizard zou binnen een paar seconden moeten starten.
Als in plaats daarvan een venster verschijnt met daarin de bestanden op
de cd, dubbelklik dan op het pictogram “EasyInstall.exe”.
4. Als de Easy Install Wizard nog steeds niet start, raadpleeg dan het
hoofdstuk “Manually Configuring Network Settings” (Handmatig
netwerkinstellingen configureren) (pagina 84 van deze handleiding) voor
een alternatieve installatiemethode).
8786
8786
2
1
3
4
5
6
7
8
9
10
Hoofdstuk
Problemen oplossen
Probleem:
De Easy Install Wizard kan de router niet vinden..
Oplossing:
Controleer de volgende punten als de Easy Install Wizard de router niet kan
vinden tijdens installeren:
1. Het kan zijn dat op de computer geïnstalleerde firewall-software van
derden probeert toegang tot Internet te krijgen. Voorbeelden van firewall-
software van derden: ZoneAlarm, BlackICE PC Protection, McAfee Personal
Firewall, en Norton Personal Firewall. Als u dergelijke software op uw
computer heeft geïnstalleerd, zorg er dan voor dat die software op de
juiste wijze is geconfigureerd. U kunt controleren of de firewall-software de
toegang tot Internet blokkeert door de software tijdelijk uit te schakelen.
Als de internetverbinding goed werkt bij uitgeschakelde firewall dient u de
instellingen van de firewall aan te passen. Raadpleeg de instructies van de
fabrikant van uw firewall-software voor instructies over het configureren van
de firewall op een manier die internettoegang mogelijk maakt.
2. Neem de stekker van de router gedurende 10 seconden uit het stopcontact
en steek die daarna terug. Controleer of het indicatielampje voor de
voeding permanent brandt (groen). Is dit niet het geval, controleer dan of de
voedingsadapter goed op de router en het stopcontact is aangesloten.
3. Zorg dat er een kabelverbinding bestaat (gebruik de bij de router
meegeleverde kabel) tussen (1) de netwerkpoort (Ethernet) aan de
achterkant van de computer en(2) één van de LAN-poorten die zijn
aangeduid met 1 t/m 4, aan de achterzijde van de router
Let op: de computer mag NIET worden aangesloten op de poort “Internet/
WAN” op de achterzijde van de router.
4. Kijk wat er gebeurt als u uw computer afsluit, opnieuw opstart en u
vervolgens de Easy Install Wizard weer draait.
Als de Easy Install Wizard de router nog steeds niet kan vinden, raadpleeg
dan de paragraaf “Manually Configuring Network Settings” (Handmatig
netwerkinstellingen configureren) voor de afzonderlijke installatiestappen.
Problemen oplossen
8988
8988
Probleem:
De Easy Install Wizard kan mijn router niet met het Internet verbinden.
Oplossing:
Controleer de volgende punten als de Easy Install Wizard de router niet met
internet kan verbinden:
1. Gebruik de voorgestelde oplossingen binnen de Easy Install Wizard. Als
het scherm voor het oplossen van problemen niet automatisch opent,
klikt u op de knop “Troubleshoot” (Problemen oplossen) in de rechter
benedenhoek van het venster van de Easy Install Wizard.
2. Als uw ISP een gebruikersnaam en een wachtwoord eist, controleer dan of
u de gebruikersnaam en het wachtwoord correct hebt ingevuld.
Bij sommige gebruikersnamen moet de domeinnaam van de provider aan
het einde van de naam staan. Een voorbeeld: “[email protected]”. Het
gedeelte “@myisp.com” van de gebruikersnaam moet wellicht ook worden
ingetypt naast uw gebruikersnaam.
Als u nog steeds geen verbinding met Internet tot stand kunt brengen,
raadpleeg dan het hoofdstuk “Manually Configuring Network Settings”
(Netwerkinstellingen handmatig configureren) op pagina 79 van deze
handleiding..
Probleem:
De Easy Install Wizard heeft de installatie voltooid, maar mijn webbrowser
werkt niet.
Ik kan geen verbinding met het Internet tot stand brengen. Het “WAN”-
indicatielampje op de router brandt niet en het indicatielampje voor
“Connected” (Verbinding gemaakt) knippert.
Oplossing:
Als u geen verbinding met het Internet kunt maken, het “WAN”-indicatielampje
niet brandt en het indicatielampje “Connected” (Verbinding gemaakt) knippert,
zijn uw router en modem waarschijnlijk niet goed op elkaar aangesloten.
1. Zorg ervoor dat de netwerkkabel tussen de modem en de router correct
is aangesloten. We adviseren u nadrukkelijk om de kabel te gebruiken die
bij uw kabel- of DSL-modem werd meegeleverd. Het ene uiteinde van de
kabel moet zijn aangesloten op de poort aangeduid met “Internet/WAN”,
en het andere uiteinde op de netwerkpoort van uw modem.
8988
Hoofdstuk
8988
2
1
3
4
5
6
7
8
9
10
Problemen oplossen
2. Ontkoppel de kabel of zet het DSL-modem drie minuten uit. Zet het
modem na drie minuten weer aan en/of sluit de kabel weer aan. Dit kan
ervoor zorgen dat het modem de router herkent.
3. Zet de router uit, wacht 10 seconden en zet hem weer aan. De router zal
nu opnieuw proberen contact te zoeken met het modem. Neem contact op
met de technische hulpdienst van Belkin als het “WAN”-indicatielampje op
de router na deze stappen nog niet brandt.
4. Kijk wat er gebeurt als u uw computer afsluit en weer opstart.
Probleem:
De Easy Install Wizard heeft de installatie voltooid, maar mijn webbrowser
werkt niet.
Ik kan geen verbinding met het Internet tot stand brengen. Het “WAN”-
indicatielampje op de router brandt en het indicatielampje voor
“Connected” (Verbinding gemaakt) knippert.
Oplossing:
1.
Als u geen verbinding met internet kunt maken, het “WAN”-indicatielampje
brandt en het indicatielampje “Connected” (Verbinding gemaakt) knippert,
komt uw verbindingstype mogelijk niet overeen met die van uw provider.
2. Als uw een verbinding met “statisch IP-adres” heeft, moet u het IP-adres,
subnetmasker en gateway-adres krijgen van uw provider. Raadpleeg de
paragraaf “Alternate Setup Method” (Alternatieve installatiemethode) voor
informatie over het wijzigen van deze instelling.
3. Als u een PPPoE-verbinding hebt, kent uw provider u een
gebruikersnaam toe, een wachtwoord en soms een servicenaam.
Zorg ervoor dat het type verbinding van uw router is geconfigureerd
als PPPoE en controleer of de instellingen correct zijn.
Raadpleeg de paragraaf Alternate Setup Method (Alternatieve
installatiemethode) voor informatie over het wijzigen van deze
instelling.
4. U moet wellicht uw router configureren om te kunnen voldoen aan de
specifieke vereisten van uw provider. Om in onze Knowledge Base te
zoeken naar onderwerpen betreffende provider-gerelateerde zaken, gaat u
naar: http://web.belkin.com/support en typt u “ISP” in.
Als u nog steeds geen toegang tot internet kunt krijgen nadat u al deze
instellingen hebt gecontroleerd, neem dan contact op met de afdeling
Technische Ondersteuning van Belkin.
Problemen oplossen
9190
9190
Probleem:
De Easy Install Wizard heeft de installatie voltooid, maar mijn
webbrowser werkt niet.
Ik kan geen verbinding met het Internet tot stand brengen. Het “WAN”-
indicatielampje op de router knippert en het lampje voor “Connected”
(Verbinding gemaakt), brandt continue.
Oplossing:
1.
Als het “WAN”-indicatielampje knippert en het “Connected”-
indicatielampje brandt maar u geen verbinding met internet krijgt,
probeert mogelijk op de computer geïnstalleerde firewall software
toegang tot internet te krijgen. Voorbeelden van firewall-software van
derden: ZoneAlarm, BlackICE PC Protection, McAfee Personal Firewall,
en Norton Personal Firewall.
2. Als u dergelijke software op uw computer heeft geïnstalleerd, zorg er
dan voor dat die software op de juiste wijze is geconfigureerd. U kunt
controleren of de firewall-software de toegang tot Internet blokkeert
door de software tijdelijk uit te schakelen. Als de internetverbinding
goed werkt bij uitgeschakelde firewall dient u de instellingen van de
firewall aan te passen.
3. Raadpleeg de instructies van de fabrikant van uw firewall-
software voor instructies over het configureren van de firewall op
een manier die internettoegang mogelijk maakt.
Als u nog steeds geen toegang tot internet kunt krijgen nadat u alle firewall
software heeft uitgeschakeld, neem dan contact op met de afdeling
Technische Ondersteuning van Belkin.
9190
Hoofdstuk
9190
2
1
3
4
5
6
7
8
9
10
Problemen oplossen
Probleem:
Ik kan geen draadloze verbinding met het Internet tot stand brengen.
Oplossing:
Indien u met een draadloze computer geen verbinding met het Internet tot
stand kunt brengen, ga dan als volgt te werk:
1. Kijk naar de lampjes op uw router. Indien u gebruik maakt van een router
van Belkin geldt het volgende voor de lampjes:
Het signaallampje voor de voeding moet branden.
Het signaallampje voor “Verbinding gemaakt” moet branden maar niet
knipperen.
Het “WAN”-signaallampje moet branden of knipperen.
Het “Wireless”-lampje zou moeten branden of knipperen.
2. Open de wireless utility software door te klikken op het pictogram rechts
onderin het scherm.
3.
Het precieze venster dat geopend wordt, is afhankelijk van het type
draadloze kaart waarvan u gebruik maakt; onderdeel van alle utilities is
echter een overzicht van “Available Networks” (Beschikbare netwerken) de
draadloze netwerken waarmee verbinding gemaakt kan worden.
Komt de naam van uw draadloze netwerk in dit overzicht voor?
Ja, mijn netwerknaam is opgenomen in het overzicht—ga naar de oplossing
voor het probleem “Ik kan geen draadloze verbinding met internet tot stand
brengen, maar de naam van mijn netwerk is bekend” in het hoofdstuk
“Problemen oplossen”.
Nee, de naam van mijn netwerk wordt niet genoemd—ga naar de paragraaf “Ik
kan geen draadloze verbinding met het Internet tot stand brengen en de naam
van mijn netwerk is niet bekend”.
Problemen oplossen
9392
9392
Probleem:
Ik kan geen draadloze verbinding met het Internet tot stand brengen, maar de
naam van mijn netwerk is bekend.
Oplossing:
Indien de juiste netwerknaam is opgenomen in het overzicht van “Available
Networks” (Beschikbare netwerken), volg dan de onderstaande stappen om een
draadloze verbinding tot stand te brengen.
1. Klik op de juiste netwerknaam in het overzicht met beschikbare netwerken.
2. Als voor het netwerk beveiligingsinstellingen (encryptie) zijn geactiveerd,
moet u de netwerksleutel invoeren. Meer informatie over beveiliging vindt u
in het hoofdstuk: “WEP-encryptie instellen ”.
3. Binnen enkele seconden wordt het pictogram in de taakbalk, links onderin
uw scherm, groen. Zo wordt aangegeven dat er een verbinding met het
netwerk tot stand is gebracht.
Probleem:
Ik kan geen draadloze verbinding met het Internet tot stand brengen en de
naam van mijn netwerk is niet bekend.
Oplossing:
Doorloop onderstaande stappen als de naam van uw netwerk niet is
opgenomen in het overzicht “Available Networks” (Beschikbare netwerken) in
het hulpprogramma:
1. Verplaats, indien mogelijk, de computer tijdelijk op een afstand van tussen
anderhalve en drie meter van de router vandaan. Sluit het hulpprogramma
en heropen het. Als de naam van het netwerk nu wel in het overzicht
“Available Networks” (beschikbare netwerken) verschijnt, hebt u mogelijk
een probleem met het bereik of last van storing. Mogelijke oplossingen
hiervoor vindt u in het hoofdstuk “De ideale plaats voor uw draadloze G+
MIMO router” op pagina 2 van deze handleiding.
2. Gebruik een computer die via een netwerkkabel op de router is aangesloten
(in plaats van een draadloze verbinding) en zorg dat “Broadcast SSID” is
ingeschakeld. Deze instelling vindt u op de pagina voor het configureren van
“Channel and SSID” (Kanaal en SSID).
Als u nog steeds geen toegang tot Internet kunt krijgen nadat u deze
stappen heeft doorlopen, neem dan contact op met de afdeling Technische
Ondersteuning van Belkin.
9392
Hoofdstuk
9392
2
1
3
4
5
6
7
8
9
10
Problemen oplossen
Probleem:
De prestaties van mijn draadloze netwerk zijn wisselvallig.
De gegevensoverdracht is soms traag.
Het signaal is zwak.
Problemen bij het tot stand brengen/behouden van een Virtual Private
Network-verbinding.
Oplossing:
Draadloze technologie is gebaseerd op radiogolven. Dit betekent dat de
connectiviteit en de doorvoersnelheid afnemen naarmate de afstand tussen
de apparaten groter is. Andere factoren die een vermindering van de
signaalkwaliteit veroorzaken (metaal is meestal de grootste boosdoener) zijn
muren en metalen apparaten. Hou er verder rekening mee dat de snelheid
van de verbinding af zal nemen naarmate de afstand tot de router (of het
accesspoint) groter wordt.
Om vast te stellen of problemen met draadloze gegevensoverdracht te maken
hebben met afstand, adviseren we u uw computer tijdelijk te verplaatsen,
indien mogelijk, op een afstand van 1,5 tot 3 meter van de router.
Het draadloze kanaal wijzigen—Het wijzigen van het kanaal kan een positief
effect hebben op de prestaties en betrouwbaarheid van uw draadloze netwerk
indien ander draadloos verkeer in uw omgeving en interferentie de prestaties
van uw netwerk negatief beïnvloeden. Het standaard ingestelde kanaal van
de router is 11. Afhankelijk van uw regio kunt u voor verschillende andere
kanalen kiezen. Raadpleeg op pagina 48 het hoofdstuk “Van draadloos kanaal
wisselen” voor meer informatie over het kiezen van een kanaal.
De overdrachtssnelheid verlagenHet verlagen van de
overdrachtssnelheid kan het draadloze bereik en de stabiliteit van de
verbinding verhogen. Bij de meeste draadloze netwerkkaarten kan
de overdrachtssnelheid aangepast worden. Als u deze eigenschap
wilt wijzigen, gaat u naar het Controle Panel (Configuratiescherm)
in Windows, opent u de map Network connections
(Netwerkverbindingen) en dubbelklikt u op de verbinding van uw
draadloze kaart. Onder Properties (Eigenschappen) selecteert u de
knop Configure (Configureren) op het tabblad General (Algemeen).
(Gebruikers van Windows 98 dienen de draadloze kaart te selecteren,
op Properties (Eigenschappen) te klikken) Vervolgens selecteert
u op het tabblad Advanced (Geavanceerd) de Rate Property
(Overdrachtssnelheid).
Problemen oplossen
9594
9594
Draadloze cliëntkaarten regelen doorgaans automatisch de draadloze
overdrachtssnelheid voor u, maar dit kan periodiek onderbreking van
de verbinding veroorzaken als het draadloze signaal te zwak is; in de
regel zijn langzamere overdrachtssnelheden betrouwbaarder. Wij raden
u aan te experimenteren met verschillende verbindingssnelheden totdat
u de beste snelheid voor uw omgeving heeft gevonden. Alle beschikbare
overdrachtssnelheden zijn echter geschikt voor Internetgebruik. Raadpleeg
voor meer informatie de handleiding bij uw netwerkkaart.
Probleem:
Ik heb problemen met het installeren van Wired Equivalent Privacy of WEP-
beveiliging op een router (of accesspoint) van Belkin.
Oplossing:
1.
Log in op uw draadloze router (of accesspoint).
Open uw webbrowser en typ het IP-adres van uw router (of
accesspoint) in. (Het standaard IP-adres voor de router is
192.168.2.1, dat van het 802.11g-accesspoint is 192.168.2.254.) Log
into your Router by clicking on the Loginbutton in the top right-
hand corner of the screen. U wordt gevraagd uw wachtwoord in te
voeren. Als u geen wachtwoord hebt ingesteld dan vult u dit veld niet
in en klikt u op Submit (indienen).
Klik op het tabblad “Wireless” links op uw scherm. Selecteer het
“Encryption” (Encryptie) of “Security” (Beveiliging) tabblad om naar de
instellingenpagina voor beveiliging te gaan.
2. Selecteer “128-bit WEP” in het dropdown-menu.
3. Nadat u een WEP-encryptiemodus hebt geselecteerd, kunt u uw
hexadecimale WEP-sleutel handmatig intypen of een passphrase in het
“Passphrase”-veld invoeren en klikken op “Generate” (Genereren) om uit
de passphrase een WEP-sleutel te genereren. Klik op “Apply Changes”
(Wijzigingen toepassen) om te eindigen. Zorg er nu voor dat al uw cliënten
op deze manier zijn ingesteld. Een hexadecimale sleutel is een combinatie
van cijfers en letters van A tot F en 0 tot 9. Voor 128-bits WEP dient u 26
hexadecimale sleutels in te voeren.
Bijvoorbeeld:
C3030FAF4BB2C3D44BC3D4E7E4 = 128-bits sleutel
4. Klik op “Apply Changes” (Wijzigingen aanbrengen) om te eindigen. De
encryptie in de router is nu ingesteld. Iedere computer binnen uw draadloze
netwerk moet nu worden geconfigureerd met dezelfde beveiligingsinstelling
en.
9594
Hoofdstuk
9594
2
1
3
4
5
6
7
8
9
10
Problemen oplossen
WAARSCHUWING: Als u de draadloze router (of accesspoint) vanaf een
computer met een draadloze cliënt configureert, dient u ervoor te zorgen dat
de beveiliging voor die draadloze cliënt is ingeschakeld. Als dat niet gebeurt,
krijgt u geen draadloze verbinding.
Opmerking voor Mac-gebruikers: De oorspronkelijke Apple AirPort-
producten ondersteunen uitsluitend 64-bits encryptie. Apple AirPort 2-
producten kunnen 64-bits of 128-bits encryptie ondersteunen. Controleer
dus eerst het type Apple Airport-product dat u gebruikt. Als het u niet lukt uw
netwerk met 128-bits encryptie te configureren, probeer dan 64-bits encryptie.
Probleem:
Ik heb problemen met het installeren van Wired Equivalent Privacy (WEP)-
beveiliging op een cliëntkaart van Belkin..
Oplossing:
De cliëntkaart dient dezelfde sleutel te gebruiken als de draadloze router
(of het draadloze accesspoint). Als u draadloze router(of accesspoint)
bijvoorbeeld gebruik maakt van de sleutel 00112233445566778899AABBCC,
dan moet u voor de cliëntkaart exact dezelfde sleutel te gebruiken.
1. Dubbelklik op het signaalindicatiepictogram om het scherm “Wireless
Network” te laten verschijnen.
2. Met de knop “Advanced” (Geavanceerd) kunt u meer opties van de kaart
bekijken en deze configureren.
3. Nadat u op “Advanced” (Geavanceerd) hebt geklikt, verschijnt de Belkin
Wireless LAN Utility., Met dit hulpprogramma kunt u alle geavanceerde
functies van de draadloze kaart van Belkin beheren.W
4. Op het tabblad “Wireless Networks Properties” (Eigenschappen draadloze
netwerken) selecteert u een netwerknaam uit de lijst “Available networks”
(Beschikbare netwerken) en vervolgens klikt u op de knop “Properties”
(Eigenschappen)..
5. Selecteer “WEP” onder “Data Encryption” (Dataencryptie).
6. Zorg ervoor dat de optie “The key is provided for me automatically”
(De sleutel wordt automatisch verstrekt) niet is aangevinkt. Als u deze
computer gebruikt om in te loggen op een bedrijfsnetwerk, vraag dan aan
uw netwerkbeheerder of deze optie aangevinkt moet zijn of niet.
Problemen oplossen
9796
9796
7. Typ de WEP-sleutel in in het daarvoor bestemde veld naast “Network
Key” (Netwerksleutel).
Belangrijk: Een WEP-sleutel is een combinatie van cijfers en letters
van A tot F en 0 tot 9. Voor 128-bits WEP dient u 26 hexadecimale
sleutels in te voeren. Deze netwerksleutel dient overeen te komen met
de sleutel die u toekent aan uw draadloze router (of accesspoint).
Bijvoorbeeld:
C3030FAF4BB2C3D44BC3D4E7E4 = 128-bits sleutel
8. Klik op “OK” en vervolgens op “Apply” (Toepassen) om de instellingen
op te slaan.
Indien u GEEN gebruik maakt van een draadloze cliëntkaart van Belkin,
raden wij u aan de handleiding die hoort bij uw draadloze cliëntkaart hoort
te raadplegen.
Probleem:
Ondersteunen de producten van Belkin WPA?
Oplossing
Let op:
Om WPA-beveiliging te kunnen gebruiken moeten al uw
cliënten geüpgraded zijn naar stuurprogramma’s en software die
WPA ondersteunen. U kunt gratis een beveiligingspatch van Microsoft
downloaden. Deze patch werkt alleen onder het Windows XP-
besturingssysteem.
U kunt deze patch hier downloaden:
http://www.microsoft.com/downloads/details.aspx?FamilyID=009d8425-
ce2b-47a4-abec-274845dc9e91&displaylang=en
U dient tevens van de website van Belkin het nieuwste stuurprogramma te
downloaden voor uw draadloze 802.11g desktop- of notebooknetwerkkaart
van Belkin. Andere besturingssystemen worden op dit moment nog niet
ondersteund. De patch van Microsoft ondersteunt uitsluitend apparaten met
WPA-stuurprogramma’s, zoals Belkin 802.11g-producten.
Download de nieuwste stuurprogramma’s op http://web.belkin.
com/support voor de volgende producten:
F5D7000, F5D7001, F5D7010, F5D7011, F5D7230-4, F5D7231-4, F5D7130
9796
Hoofdstuk
9796
2
1
3
4
5
6
7
8
9
10
Problemen oplossen
Probleem:
Ik heb problemen met het installeren van Wi-Fi Protected Access (WPA)
beveiliging op een draadloze router / accesspoint van Belkin voor een
thuisnetwerk.
Oplossing:
1.
Selecteer “WPA-PSK (zonder server)” in het dropdown-menu “Security
Mode” (Beveiligingsmodus).
2. Selecteer “TKIP” of “AES” als Encryption Technique (Encryptietechniek).
Deze instelling moet voor al uw cliënten hetzelfde zijn.
3. Voer uw “pre-shared key” in. Deze kan bestaan uit 8 tot 63 karakters
en wordt opgebouwd uit letters, cijfers, symbolen en spaties. U dient
bij al uw cliënten dezelfde sleutel te gebruiken. Uw PSK kan er als volgt
uitzien: “Netwerksleutel familie Jansen”.
4. Klik op “Apply Changes” (Wijzigingen aanbrengen) om te eindigen. Stel
nu al uw cliënten op deze manier in.
Probleem:
Ik heb problemen met het installeren van Wi-Fi Protected Access (WPA)
beveiliging op een draadloze cliëntkaart van Belkin voor een thuisnetwerk.
Oplossing:
Cliënten moeten dezelfde sleutel gebruiken als de draadloze router (of het
draadloze accesspoint). Als bijvoorbeeld de sleutel “Netwerksleutel familie
Jansen” door de router (of het accesspoint) wordt gebruikt, moeten de
cliënten diezelfde sleutel hebben.
1. Dubbelklik op het signaalindicatorpictogram om het venster “Wireless
Network Utility” te laten verschijnen. Als u op de knop “Advanced”
(Geavanceerd) drukt, kunt u meer opties van de kaart bekijken en
configureren.
2. Nadat u op “Advanced” (Geavanceerd) hebt geklikt, verschijnt de Belkin
Wireless Utility. Met dit hulpprogramma kunt u alle geavanceerde
functies van de draadloze kaart van Belkin beheren.
Problemen oplossen
9998
9998
3. Op het tabblad “Wireless Networks Properties” (Eigenschappen
draadloze netwerken) selecteert u een netwerknaam uit de lijst
“Available networks” (Beschikbare netwerken) en vervolgens klikt u op
de knop “Properties” (Eigenschappen).
4. Selecteer “WPA-PSK (no server)” onder “Network Authentication” (Netw
erkauthentificatie).
5. Typ de WPA-sleutel in in het daarvoor bestemde vakje bij “Network
Key” (Netwerksleutel)
Belangrijk: WPA-PSK is opgebouwd uit een combinatie van cijfers
en letters van A tot Z en 0 tot 9. Voor WPA-PSK kunt u 8 tot 63 tekens
invoeren. Deze netwerksleutel dient overeen te komen met de sleutel die u
toekent aan uw draadloze router of accesspoint.
6. Klik op “OK” en vervolgens op “Apply” (Toepassen) om de instellingen
op te slaan.
Probleem:
Ik maak GEEN gebruik van een cliëntkaart van Belkin voor een thuisnetwerk
en heb problemen met het instellen van Wireless Protected Access (WPA)
beveiliging.
Oplossing:
Als u geen gebruik maakt van een draadloze desktop- of
notebooknetwerkkaart van Belkin en uw kaart niet voorzien is van software
die WPA ondersteunt, dan kunt u gratis van de website van Microsoft
een bestand downloaden met de naam “Windows XP Support Patch for
Wireless Protected Access”. De patch van Microsoft kunt u downloaden
door de knowledge base voor Windows XP WPA te doorzoeken.
Opmerking: Dit Microsoft-bestand werkt alleen met Windows XP. Andere
besturingssystemen worden op dit moment nog niet ondersteund. U
dient ook te controleren of de kaartfabrikant WPA ondersteunt en of u het
nieuwste stuurprogramma van hun ondersteuningssite heeft gedownload.
Ondersteunde besturingssystemen:
• Windows XP Professional
• Windows XP Home Edition
9998
Hoofdstuk
9998
2
1
3
4
5
6
7
8
9
10
Problemen oplossen
1. In Windows XP klikt u op “Start > Control Panel > Network
Connections” (Start > Configuratiescherm > Netwerkverbindingen).
2. Als u op het tabblad “Wireless Networks” (Draadloze netwerken)
klikt, verschijnt het volgende venster. Zorg ervoor dat het vakje “Use
Windows to configure my wireless network settings” (Gebruik Windows
om de instellingen van mijn draadloze netwerk te configureren) is
aangevinkt.
3. Klik op het tabblad “Wireless Networks” (Draadloze netwerken) op de
knop “Configure” (Configureren). Het volgende scherm zal verschijnen.
4. Voor een netwerk in uw woning of kantoor selecteert u onder “Network
Authentication” (Netwerkverificatie) “WPA-PSK”.
Opmerking: Selecteer “WPA (with radius server)” (WPA met radiusserver) als
u deze computer gebruikt om verbinding te maken met een bedrijfsnetwerk dat
een authenticatieserver ondersteunt, bijv. een radiusserver. Neem contact op
met uw netwerkbeheerder voor nadere informatie.
Problemen oplossen
101100
101100
5. Selecteer onder “Data Encryption” (Data-encryptie) “TKIP” of “AES”.
Deze instelling moet gelijk zijn aan die van de draadloze router (of het
draadloze accesspoint).
6. Typ de encryptiesleutel in in het vakje voor de “Network Key”
(Netwerksleutel).
Belangrijk: Voer uw pre-shared sleutel in. Deze sleutel bestaat uit 8 tot 63
tekens, dit kunnen letters, cijfers of symbolen zijn. U dient bij al uw cliënten
dezelfde sleutel te gebruiken.
7. Klik op “OK” om de instellingen op te slaan.
101100
Hoofdstuk
101100
2
1
3
4
5
6
7
8
9
10
Problemen oplossen
Wat is het verschil tussen 802.11b, 802.11g en G+ MIMO en Pre-N?
Op dit moment zijn er vier standaarden voor draadloze netwerken,
waartussen grote verschillen in overdrachtssnelheden bestaan. Elke norm is
gebaseerd op de aanduiding 802.11(x), een benaming die is vastgesteld door
het IEEE (Institute of Electrical and Electronic Engineers), het Amerikaanse
instituut dat verantwoordelijk is voor de ontwikkeling en goedkeuring van
ondermeer netwerknormen. De meest gebruikte standaard voor draadloos
netwerkverkeer is 802.11b. Deze maakt een gegevensoverdracht van 11
Mbps mogelijk. De standaarden 802.11a en 802.11g maken snelheden tot
54 Mbps mogelijk. G+ MIMO werkt eveneens met snelheden tot 54 Mbps en
Pre-N met snelheden tot 108 Mbps.
Problemen oplossen
103102 103102
Vergelijkend overzicht van draadloze technologieën
Draadloze
technologie
802.11b
G
(802.11g)
G+ (802.11g met
HSM)
G+ MIMO
(802.11g met
MIMO MRC)
Pre-N van Belkin
(802.11g met True
MIMO
TM
)
Snelheid*
11Mbps-verbin-
dingssnelheid/
basislijn
5x sneller dan
802.11b*
10x sneller dan
802.11b*
10x sneller dan
802.11b*
15x sneller dan
802.11b*
Frequentie
De vrije 2,4GHz-
band is gevoelig
voor interferentie
door stoorsignalen
van huishoudelijke
apparatuur als
draadloze telefoons
en magnetrons
De vrije
2,4GHz-band is
gevoelig voor
interferentie
door
stoorsignalen
van
huishoudelijke
apparatuur
als draadloze
telefoons en
magnetrons
De vrije
2,4GHz-band is
gevoelig voor
interferentie
door
stoorsignalen
van
huishoudelijke
apparatuur
als draadloze
telefoons en
magnetrons
De vrije
2,4GHz-band is
gevoelig voor
interferentie
door
stoorsignalen
van
huishoudelijke
apparatuur
als draadloze
telefoons en
magnetrons
De vrije
2,4GHz-band is
gevoelig voor
interferentie
door
stoorsignalen
van
huishoudelijke
apparatuur
als draadloze
telefoons en
magnetrons
Compatibiliteit
Compatibel met
802.11g
Compatible met
802.11b/g
Compatible met
802.11b/g
Compatible met
802.11b/g
Compatibel
met 802.11g en
802.11b
Bereik*
Doorgaans 30–60 m
binnenshuis
Tot 120 m* Tot 210 m*
Tot
300 m*
Tot
425 m*
Voordeel
Algemeen aanvaard
Veel gebruikt
– vooral voor
het delen van
internetaanslui-
tingen
Groter bereik
en hogere
snelheden
Betere dekking
en bereik en
constante
snelheden
Geavanceerd –
beste reikwijdte
en doorvoer
*Bereik en verbindingssnelheid zijn afhankelijk van uw netwerkomgeving.
103102 103102
2
1
3
4
5
6
7
8
9
10
Hoofdstuk
Informatie
Waarschuwing: Blootstelling aan radiofrequente straling.
Het uitgangsvermogen van dit apparaat ligt ver beneden de hiervoor in de FCC-
voorschriften vastgelegde grenswaarden voor stralingsfrequenties. Niettemin
dient dit apparaat zodanig te worden gebruikt dat bij normaal gebruik de
mogelijkheid van persoonlijk contact tot een minimum beperkt blijft. Ook bij het
aansluiten van een externe antenne op dit apparaat moet de antenne zodanig
worden geplaatst dat bij normaal gebruik de kans op aanraking tot een minimum
beperkt blijft. Ter voorkoming van overschrijding van de in de FCC-voorschriften
aangegeven grenswaarden voor de blootstelling aan radiofrequente straling,
mogen personen de werkende antenne niet dichter naderen dan tot op een
afstand van 20 centimeter.
Kennisgeving van de Federal Communications Commission (FCC)
Deze apparatuur is getest en voldoet aan de grenswaarden voor digitale
apparaten van Klasse B zoals vastgelegd in Deel 15 van de FCC-voorschriften.
Deze normen zorgen bij de installatie in een woonomgeving voor een
aanvaardbare bescherming tegen schadelijke interferentie.
Deze apparatuur genereert en gebruikt radiofrequente energie en kan deze
tevens uitzenden. Als deze apparatuur de radio- of televisie-ontvangst stoort,
wat u kunt vaststellen door de apparatuur in- en uit te schakelen, kunt u proberen
de storing op te heffen met een of meer van de volgende maatregelen:
FCC-verklaring
VERKLARING VAN CONFORMITEIT MET DE FCC-VOORSCHRIFTEN
VOOR ELEKTROMAGNETISCHE COMPATIBILITEIT
Wij, Belkin Corporation, gevestigd 501 West Walnut Street,
Compton, CA 90220, Verenigde Staten van Amerika, verklaren
hierbij dat wij de volledige verantwoordelijkheid aanvaarden dat het
product met het artikelnummer
F5D9230-4
waarop deze verklaring betrekking heeft,
voldoet aan Deel 15 van de FCC-voorschriften. Het gebruik ervan is
onderworpen aan de beide volgende voorwaarden: (1) het apparaat
mag geen schadelijke storingen opwekken en (2) het apparaat
moet elke ontvangen interferentie accepteren, waaronder storingen
die een ongewenste werking kunnen veroorzaken.
Draadloze
technologie
802.11b
G
(802.11g)
G+ (802.11g met
HSM)
G+ MIMO
(802.11g met
MIMO MRC)
Pre-N van Belkin
(802.11g met True
MIMO
TM
)
Snelheid*
11Mbps-verbin-
dingssnelheid/
basislijn
5x sneller dan
802.11b*
10x sneller dan
802.11b*
10x sneller dan
802.11b*
15x sneller dan
802.11b*
Frequentie
De vrije 2,4GHz-
band is gevoelig
voor interferentie
door stoorsignalen
van huishoudelijke
apparatuur als
draadloze telefoons
en magnetrons
De vrije
2,4GHz-band is
gevoelig voor
interferentie
door
stoorsignalen
van
huishoudelijke
apparatuur
als draadloze
telefoons en
magnetrons
De vrije
2,4GHz-band is
gevoelig voor
interferentie
door
stoorsignalen
van
huishoudelijke
apparatuur
als draadloze
telefoons en
magnetrons
De vrije
2,4GHz-band is
gevoelig voor
interferentie
door
stoorsignalen
van
huishoudelijke
apparatuur
als draadloze
telefoons en
magnetrons
De vrije
2,4GHz-band is
gevoelig voor
interferentie
door
stoorsignalen
van
huishoudelijke
apparatuur
als draadloze
telefoons en
magnetrons
Compatibiliteit
Compatibel met
802.11g
Compatible met
802.11b/g
Compatible met
802.11b/g
Compatible met
802.11b/g
Compatibel
met 802.11g en
802.11b
Bereik*
Doorgaans 30–60 m
binnenshuis
Tot 120 m* Tot 210 m*
Tot
300 m*
Tot
425 m*
Voordeel
Algemeen aanvaard
Veel gebruikt
– vooral voor
het delen van
internetaanslui-
tingen
Groter bereik
en hogere
snelheden
Betere dekking
en bereik en
constante
snelheden
Geavanceerd –
beste reikwijdte
en doorvoer
*Bereik en verbindingssnelheid zijn afhankelijk van uw netwerkomgeving.
Informatie
104
104
Door de ontvangende antenne in een andere richting te draaien of de antenne
op een andere plaats te zetten.
Vergroot de afstand tussen de apparatuur en het ontvangende apparaat.
Sluit de apparatuur aan op een stopcontact van een andere groep dan die
waarop de ontvanger is aangesloten.
Neem contact op met de verkoper of een deskundig radio/televisietechnicus.
Veranderingen
De Federal Communications Commission eist dat de gebruiker wordt
gewaarschuwd dat elke verandering aan het apparaat die niet uitdrukkelijk door
Belkin Corporation is goedgekeurd de bevoegdheid van de gebruiker om het
apparaat te bedienen teniet kan doen.
Canada-Industry Canada (IC)
De draadloze radio van dit apparaat voldoet aan RSS 139 & RSS 210 Industry
Canada. This Class B digital apparatus complies with Canadian ICES-003.
Cet appareil nurique de la classe B conforme á la norme NMB-003 du Canada.
Kennisgeving betreffende de Europese Unie
Radioproducten die voorzien zijn van de CE 0560- of de CE-aanduiding
voldoen aan de R&TTE-richtlijn (1995/5/EC) van de Commissie van de Europese
Gemeenschap.
Het voldoen aan deze richtlijn houdt in dat de betreffende
apparatuur beantwoordt aan de volgende Europese normen (de
overeenkomstige internationale normen zijn tussen haakjes vermeld).
EN 60950 (IEC60950) – Productveiligheid
EN 300 328 Technische vereisten voor radioapparatuur
ETS 300 826 - Algemene vereisten voor radioapparatuur wat betreft
elektromagnetische compatibiliteit.
U kunt het zendertype vaststellen op het identificatie-etiket van uw apparaat van
Belkin.
Producten die voorzien zijn van het CE-merk voldoen aan de Richtlijn
voor Elektromagnetische Compatibiliteit (89/336/EEC) en aan de Richtlijn
voor Laagspanningsapparatuur (72/23/EEC) van de Commissie van
de Europese Economische Gemeenschap. Apparaten die aan deze richtlijn
voldoen beantwoorden aan de volgende Europese normen (tussen haakjes zijn de
overeenkomstige internationale normen vermeld).
EN 55022 (CISPR 22) – Elektromagnetische interferentie
EN 55024 (IEC61000-4-2,3,4,5,6,8,11) – Elektromagnetische immuniteit
EN 61000-3-2 (IEC610000-3-2) – Harmonischen in elektrische leidingen
EN 61000-3-3 (IEC610000) – Spanningsfluctuaties in elektrische leidingen
EN 60950 (IEC60950) – Productveiligheid
Producten die een radiozender bevatten zijn voorzien van de CE 0560- of CE-
aanduiding en kunnen tevens zijn voorzien van het CE-logo.
105
Hoofdstuk
105
2
1
3
4
5
6
7
8
9
10
11
Informatie
Beperkte levenslange productgarantie van Belkin
Corporation
Deze garantie dekt het volgende.
Belkin garandeert de oorspronkelijke koper van dit Belkin product dat het
product vrij is van ontwerp-, assemblage-, materiaal- en fabricagefouten.
De geldigheidsduur van de dekking is als volgt.
Belkin Corporation garandeert het Belkin product voor de levensduur van het
product.
Hoe worden problemen opgelost?
Productgarantie.
Belkin zal het product dat een defect vertoont naar eigen keus kosteloos (met
uitzondering van transportkosten) repareren of vervangen.
Wat valt buiten deze garantie?
Alle hierin versterkte garanties zijn niet van toepassing als het product van
Belkin op verzoek van Belkin niet op kosten van de koper voor onderzoek
aan Belkin Corporation ter beschikking is gesteld of als Belkin Corporation
besluit dat het product van Belkin verkeerd is geïnstalleerd, op enige wijze is
veranderd of vervalst. De Belkin productgarantie biedt geen bescherming tegen
van buiten komend onheil (anders dan blikseminslag), zoals overstromingen,
aardbevingen en oorlogsmolest, vandalisme, diefstal, normale slijtage, afslijting,
depletie, veroudering, misbruik, beschadiging door netspanningsdalingen (z.g.
“brown-outs” en “sags”), ongeoorloofde programmering en/of wijziging van de
systeemapparatuur.
Hoe wordt service verleend?
Om voor serviceverlening door Belkin in aanmerking te komen, moet u het
volgende doen:
1. Neem binnen 15 dagen na het voorval contact op met de afdeling Customer
Service, Belkin Corporation, 501 W. Walnut St., Compton CA 90220,
of bel (800)-223-5546. U moet de volgende gegevens kunnen
verstrekken:
a. Het artikelnummer van het Belkin-product.
b. Waar u het product hebt gekocht.
c. Wanneer u het product hebt gekocht.
d. Een kopie van de aankoopbon.
2. De medewerker/ster van de Belkin klantenservice zal u vervolgens instructies
geven hoe het aankoopbewijs en het product moet verzenden en hoe u de
claim verder af moet wikkelen.
Belkin Corporation behoudt zich het recht voor het defecte Belkin-product te
onderzoeken. De kosten voor verzending van het Belkin-product naar Belkin
Corporation komen volledig voor rekening van de koper. Als Belkin naar
eigen bevinding tot de conclusie komt dat het onpraktisch is de beschadigde
Informatie
106
106
apparatuur naar Belkin Corporation te verzenden, kan Belkin naar eigen
goeddunken een deskundige reparatie-inrichting aanwijzen en deze opdragen de
betreffende apparatuur te inspecteren en de reparatiekosten ervan te begroten.
De eventuele verzendkosten van het product naar de reparatie-inrichting en
van de terugzending naar de koper en van de kostenbegroting komen geheel
voor rekening van de koper. Het beschadigde product moet voor onderzoek
beschikbaar blijven totdat de claim is afgehandeld. Belkin Corporation behoudt
zich bij de vereffening van claims het recht voor tot in-de-plaatstreding bij alle
geldige verzekeringspolissen waarover de koper van het product beschikt.
De garantie en de wet.
DEZE GARANTIE OMVAT DE ENIGE GARANTIE VAN BELKIN CORPORATION EN
ER ZIJN GEEN ANDERE GARANTIES, NADRUKKELIJK OF TENZIJ WETTELIJK
BEPAALD IMPLICIET, MET INBEGRIP VAN IMPLICIETE GARANTIES OF
VOORZIENINGEN VAN VERHANDELBAARHEID OF GESCHIKTHEID VOOR EEN
BEPAALD DOEL, EN ZULKE IMPLICIETE GARANTIES, MITS VAN TOEPASSING,
ZIJN WAT HUN GELDIGHEID BETREFT TOT DE DUUR VAN DEZE GARANTIE
BEPERKT.
In sommige staten of landen is het niet toegestaan de duur van impliciete
garanties te beperken in welk geval de bovenstaande garantiebeperkingen
wellicht niet voor u gelden.
Onder toepasselijk recht is Belkin Corporation niet aansprakelijk voor incidentele,
bijzondere, directe, indirecte, bijkomende of meervoudige schade waartoe zonder
enige beperking te rekenen schade ten gevolge van gederfde winst en/of gemiste
opbrengsten voortkomend uit de verkoop of het gebruik van Belkin producten,
zelfs als de betrokkene van mogelijkheid van zulke schade tevoren op de hoogte
was gesteld.
Deze garantie verleent u specifieke wettelijke rechten en wellicht hebt u andere
rechten die van staat tot staat kunnen verschillen. In sommige staten en landen
is het niet toegestaan incidentele, gevolg- en andere schade uit te sluiten, reden
waarom de bovenstaande garantiebeperkingen wellicht niet voor u gelden.
Dit symbool op het product of de verpakking geeft aan dat dit
product niet mag worden afgevoerd met het huishoudelijk afval.
Het is uw verantwoordelijkheid uw afgedankte apparatuur af te
leveren op een aangewezen inzamelpunt voor de verwerking van
afgedankte elektrische en elektronische apparatuur. De gescheiden
inzameling en verwerking van uw afgedankte apparatuur draagt bij tot het sparen
van natuurlijke bronnen en tot het hergebruik van materiaal op een wijze die de
volksgezondheid en het milieu beschermt. Voor meer informatie over waar u uw
afgedankte apparatuur kunt inleveren voor recycling kunt u contact opnemen met
het gemeentehuis in uw woonplaats, de reinigingsdienst of de winkel waar u het
product hebt aangeschaft.
109
© 2006 Belkin Corporation. Alle rechten voorbehouden. Alle handelsnamen zijn geregistreerde
handelsmerken van de betreffende rechthebbenden. Het merk Wi-Fi is een geregistreerd merk
van de Wi-Fi Alliance. Het “Wi-Fi CERTIFIED”-logo is een certificatiemerk van de Wi-Fi Alliance.
Mac, Mac OS, Apple en AirPort zijn handelsmerken van Apple Computer, Inc. die gedeponeerd
zijn in de Verenigde Staten en in andere landen.
P74880ea_A
Draadloze G+
MIMOrouter
Belkin Ltd.
7 Bowen Crescent, West Gosford
NSW 2250, Australië
+61 (0) 2 4372 8600
+61 (0) 2 4372 8603 fax
Belkin B.V.
Boeing Avenue 333
1119 PH Schiphol-Rijk, Nederland
+31 (0) 20 654 7300
+31 (0) 20 654 7349 fax
Belkin Corporation
501 West Walnut Street
Los Angeles, CA 90220, USA
310-898-1100
310-898-1111 fax
Belkin Ltd.
Express Business Park, Shipton Way
Rushden, NN10 6GL, Verenigd Koninkrijk
+44 (0) 1933 35 2000
+44 (0) 1933 31 2000 fax
OOSTENRIJK 08 - 20 20 07 66
TSJECHIË 23 900 04 06
DENEMARKEN 701 22 403
FINLAND 00800 - 22 35 54 60
FRANKRIJK 08 - 25 54 00 26
DUITSLAND 0180 - 500 57 09
GRIEKENLAND 00800 - 44 14 23 90
HONGARIJE 06 - 17 77 49 06
IJSLAND 800 8534
IERLAND 0818 55 50 06
ITALIË 02 - 69 43 02 51
LUXEMBURG 34 20 80 8560
NEDERLAND 0900 - 040 07 90
NOORWEGEN 815 00 287
POLEN 00800 - 441 17 37
PORTUGAL 707 200 676
RUSLAND 495 580 9541
ZUID-AFRIKA 0800 - 99 15 21
SPANJE 902 - 02 43 66
ZWEDEN 07 - 71 40 04 53
ZWITSERLAND 08 - 48 00 02 19
UK 0845 - 607 77 87
Gratis technische ondersteuning*
Aanvullende informatie over technische ondersteuning is beschikbaar op
www.belkin.com onder “Ondersteuning”.
“Indien u telefonisch* contact wilt opnemen met onze afdeling voor technische ondersteuning,
kunt u gebruik maken van het voor u van toepassing zijnde telefoonnummer uit onderstaande
lijst. Onze afdeling voor technische ondersteuning is bereikbaar tijdens kantooruren.”
*Tegen standaard telefoontarief

Documenttranscriptie

Draadloze G+ MIMOrouter Deel uw breedband-internetverbinding UK FR DE NL ES IT Handleiding F5D9230df4 Inhoud 1 Inleiding Voordelen van een draadloos netwerk .................................. 1 De beste plaats voor uw draadloze G+ MIMO router ............ 2 2 Productoverzicht ..................................................................... 6 Productkenmerken ................................................................ 6 3 Kennismaken met uw router ................................................... 9 Inhoud van de verpakking ..................................................... 9 Systeemvereisten ................................................................. 9 Systeemvereisten voor Easy Install Wizard software ............ 9 4 De router aansluiten en configureren ................................... 16 5 Alternatieve installatiemethode ............................................ 24 6 Gebruik maken van de geavanceerde web-based gebruikersinterface ............................................................. 42 LAN-instellingen wijzigen .................................................... 43 De pagina met de DHCP-cliëntenlijst bekijken .................... 45 De instellingen van het draadloze netwerk configureren ..... 46 WPA-beveiliging instellen ................................................... 52 WEP-encryptie-instellingen bepalen ................................... 53 Gebruik maken van de accesspointmodus ......................... 56 Instellingen voor het beheren van MAC-adressen bepalen . 57 Configuratie van de firewall ................................................ 59 Gebruik maken van een dynamisch DNS ............................ 63 Utilities ............................................................................... 65 Router opnieuw starten ................................................. 66 Firmware bijwerken ........................................................ 71 7 Handmatig netwerkinstellingen configureren ....................... 79 8 Aanbevolen instellingen van de webbrowser ....................... 84 9 Problemen oplossen .............................................................. 86 10 Informatie ......................................................................... 103 Inleiding • Uw hi-speed internetverbinding met alle computers in uw woning delen • Bronnen, zoals bestanden en harde schijven, delen met alle aangesloten computers in uw woning • Eén printer met het hele gezin gebruiken • Documenten, muziek, videomateriaal en digitale foto’s delen • Bestanden opslaan, ophalen en naar een andere computer kopiëren • Samen on-line games spelen, via het Internet uw e-mail bekijken en chatten Voordelen van een draadloos netwerk Mobiliteit – een speciale computerruimte is voortaan overbodig; u kunt nu overal binnen het draadloze bereik gebruik maken van een notebook of desktopcomputer die is aangesloten op het netwerk Eenvoudige installatie – de Easy Installation Wizard van Belkin maakt installatie heel eenvoudig Flexibiliteit – installatie van en toegang tot printers, computers en andere netwerkapparatuur vanaf elke plek in uw woning Eenvoudige uitbreiding – Belkin biedt u keus uit een complete reeks netwerkproducten die het u mogelijk maken uw netwerk uit te breiden met apparaten als printers en gaming-consoles Bedrading niet vereist – u bespaart uzelf de kosten en de moeite die komen kijken bij het aanleggen van Ethernet-kabels in uw woning of kantoor Algemeen aanvaard – keuze uit een groot aanbod van interoperabele netwerkproducten 1 1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 Hoofdstuk Dank u voor het aanschaffen van de draadloze G+ MIMO router van Belkin (de router). In de twee volgende paragrafen worden de voordelen van thuisnetwerken behandeld en de te volgen procedures om het bereik en de prestaties van uw draadloze netwerk te optimaliseren. Wij raden u aan deze handleiding volledig door te lezen en extra aandacht te besteden aan het hoofdstuk “Plaatsing van hardware voor optimale prestaties van uw draadloze netwerk” (volgende bladzijde). Als u de volgende eenvoudige setup-instructies volgt, kunt u met uw thuisnetwerk het volgende doen: Inleiding De beste plaats voor uw draadloze G+ MIMO router Belangrijke factoren die een rol spelen bij plaatsing en setup Uw draadloze verbinding is sterker naargelang de afstand tussen de computer en de router (of het accesspoint) kleiner is. Het bereik van draadloze apparatuur ligt doorgaans tussen de 30 en 60 meter. De prestaties van uw draadloze verbinding zullen iets achteruit gaan naarmate de afstand tussen uw router (of accesspoint) en de aangesloten apparatuur groter wordt. U hoeft hiervan niet altijd iets te merken. Als de afstand tussen uw router (of accesspoint) groter wordt, kan de snelheid van de verbinding afnemen. Objecten die signalen kunnen verzwakken doordat ze de radiogolven van het netwerk blokkeren, zijn metalen apparaten of obstakels en muren. Door de computer naar een andere positie op een afstand van 1,5 tot 3 meter van de router (of het accesspoint) te verplaatsen, kunt u nagaan of de mindere prestaties te maken hebben met de afstand of een blokkade. Neem contact op met de afdeling Technische Ondersteuning van Belkin als u een probleem niet zelf kunt oplossen. Let op: Ondanks dat onderstaande factoren de prestaties van uw netwerk nadelig kunnen beïnvloeden, zullen zij er niet voor zorgen dat uw draadloze netwerk niet meer functioneert. Als u vermoedt dat uw netwerk niet optimaal presteert kan deze checklist uitkomst bieden. 1. Plaatsing van uw draadloze router (of accesspoint) Plaats uw router (of accesspoint), het centrale verbindingspunt binnen uw netwerk, op een centrale plek tussen uw draadloze netwerkapparatuur. De beste netwerkdekking voor uw “draadloze cliënten” (d.w.z. computers met draadloze notebook- of desktopkaarten of draadloze USB-adapters van Belkin) bereikt u als volgt: • Zorg ervoor dat de netwerkantennes van uw router (of accesspoint) parallel aan elkaar en in verticale stand staan (naar het plafond wijzen). Als de router (of het accesspoint) zelf al verticaal is gepositioneerd, laat de antennes dan zo recht mogelijk naar het plafond wijzen. • In woningen met meer verdiepingen plaatst u de router (of het accesspoint) op de verdieping die zich het dichtst bij het midden van de woning bevindt. Dit kan betekenen dat u de router (of accesspoint) op een hogere verdieping moet plaatsen. • Plaats de router (of het accesspoint) niet in de buurt van een draadloze 2,4GHz-telefoon. 2 Inleiding Vermijd obstakels en interferentie Plaats uw router (of accesspoint) bij voorkeur niet in de buurt van apparaten die radiogolven uitzenden, zoals magnetrons. De volgende ondoordringbare objecten kunnen draadloze communicatie hinderen: • • • • • 3. Koelkasten Wasmachines en/of drogers Metalen kasten Grote aquaria Gemetalliseerde UV-werende ruiten 2 3 4 Indien het signaal van uw draadloze netwerk op sommige plaatsen zwakker lijkt te zijn, zorg er dan voor dat dit soort objecten het signaal niet kunnen hinderen, dat wil zeggen dat ze niet tussen uw computers en uw router/ accesspoint in staan. 5 Draadloze telefoons 7 Ga als volgt te werk als de prestaties van het draadloze netwerk niet beter worden nadat u de bovenstaande wenken hebt opgevolgd én u een draadloze telefoon bezit: • Kijk wat er gebeurt als u uw draadloze telefoon uit de buurt houdt van uw router (of accesspoint) en uw computers die geschikt zijn voor draadloze communicatie. • Verwijder de batterij uit alle draadloze telefoons die gebruik maken van de 2,4GHz-band (zie informatie van de fabrikant). Als het probleem hiermee is opgelost, is(/zijn) uw telefoon(s) de storingsbron. • Als u voor uw telefoon ook andere kanalen kunt kiezen, kies dan voor het kanaal dat het verst verwijderd is van het kanaal dat door uw draadloze netwerk gebruikt wordt. Verander bijvoorbeeld het kanaal van uw telefoon in kanaal 1 en stel het kanaal van uw router (of accesspoint) in op kanaal 11. Raadpleeg de handleiding van uw telefoon voor gedetailleerde instructies. • Gebruik indien nodig voortaan een draadloze telefoon van 900 MHz of 5 GHz. 4. 1 Kies het “stilste” kanaal voor het draadloze netwerk Op plaatsen waar meerdere woningen of kantoren dicht bij elkaar liggen, zoals appartementen- of kantoorgebouwen, kunnen draadloze netwerken in de omgeving problemen veroorzaken voor uw netwerk. Maak gebruik van de Site Survey-mogelijkheid (site-overzicht) van de Wireless Utility om andere draadloze netwerken te lokaliseren (zie de handleiding van uw draadloze notebook- of desktopkaart) en verplaats uw router en computers naar een kanaal dat zo ver mogelijk verwijderd is van andere netwerken. 3 6 8 9 10 Hoofdstuk 2. Inleiding • Experimenteer met de verschillende beschikbare kanalen om de beste verbinding te vinden en storing door draadloze telefoons en andere draadloze apparaten in de omgeving te voorkomen. • Gebruik de uitgebreide informatie over Site Survey en kanalen voor draadloze netwerken die u bij uw draadloze netwerkkaart heeft gekregen. Raadpleeg de handleiding van uw netwerkkaart voor meer informatie. Bovenstaande suggesties en richtlijnen helpen u bij het optimaliseren van het bereik van uw router (of accesspiont). Als u een nog groter bereik nodig hebt, overweeg dan de aanschaf van een draadloze range extender/accesspoint van Belkin. 5. Veilige verbindingen, VPN’s en AOL. Veilige verbindingen zijn verbindingen waarvoor een gebruikersnaam en een wachtwoord vereist zijn. Hiervan wordt gebruik gemaakt in situaties waar beveiliging van belang is. Veilige verbindingen zijn o.a.: • Virtual Private Network (VPN)-verbindingen; deze worden vaak gebruikt om van afstand verbinding te maken met een kantoornetwerk • Het “Bring Your Own Access”-programma van America Online (AOL) - dit programma laat u AOL gebruiken via breedband die ter beschikking wordt gesteld door een andere kabel- of DSL-service. • De meeste websites voor internetbankieren • Veel commerciële websites waarbij toegang uitsluitend verleend wordt nadat een gebruikersnaam en wachtwoord zijn ingevuld 4 Inleiding Een tweede alternatief is het veranderen van de energiebeheerinstelling en van de computer, zodat deze niet overgaat op de slaapstand. Dit is niet noodzakelijkerwijs van toepassing voor draagbare computers. Om de energiebeheerinstellingen te wijzigingen in Windows, gaat u naar “Power Options” (Energiebeheer) in het “Control Panel” (Configuratiescherm). 1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 5 Hoofdstuk Veilige verbindingen kunnen worden onderbroken als het energiebeheer van de computer de computer naar de slaapstand overschakelt. U kunt opnieuw verbinding maken door de VPN of AOL-software te draaien, of door opnieuw op de beveiligde website in te loggen. Productoverzicht Productkenmerken Binnen een paar minuten kunt u uw Internetverbinding delen en vormen uw computers een netwerk. Hier volgen alle voordelen waardoor uw nieuwe Belkin G+ MIMO router de ideale oplossing is voor het netwerk in uw woning of kleine kantoor. Werkt met pc’s en Mac®-computers De router ondersteunt een groot aantal netwerkomgevingen zoals onder meer Mac OS® 8.x, 9.x, X v10.x, Linux®, Windows® 98, Me, NT®, 2000, XP en andere. U hebt niet meer nodig dan een internetbrowser en een netwerkadapter die TCP/IP (de standaard Internettaal) ondersteunt. LED’s op het frontpaneel LED’s aan de voorzijde van de router geven aan welke functies in bedrijf zijn. U kunt in één oogopslag zien of uw router verbinding heeft gemaakt met het Internet. Deze functie maakt gecompliceerde software en statuscontroleprocedures overbodig. Geavanceerde web-based gebruikersinterface U kunt de geavanceerde functies van de router eenvoudig instellen via uw webbrowser, zonder dat u extra software moet installeren op de computer. U hoeft geen disks te installeren of in de gaten te houden en bovendien kunt u snel en gemakkelijk wijzigingen aanbrengen en setupfuncties uitvoeren vanaf iedere op het netwerk aangesloten computer. NAT IP-adresdeling Uw router maakt gebruik van NAT (Network Address Translation ofwel het vertalen van netwerkadressen) om het door uw ISP aan u toegewezen IPadres te kunnen delen zonder dat u tegen betaling extra IP-adressen aan uw internetaccount hoeft toe te voegen. SPI Firewall Uw router is uitgerust met een firewall die uw netwerk beschermt tegen een groot aantal veel voorkomende aanvallen van hackers waaronder IP Spoofing, Land Attack, Ping of Death (PoD), Denial of Service (DoS), IP met lengte nul, Smurf Attack, TCP Null Scan, SYN flood, UDP flooding, Tear Drop Attack, ICMP defect, RIP defect, en fragment flooding. 6 Productoverzicht Geïntegreerde 10/100 4-poorts switch Universal Plug-and-Play (UPnP) UPnP is een technologie die een naadloze werking van voice messaging, video messaging, games en andere applicaties mogelijk maakt die voldoen aan UPnP. Ondersteuning voor VPN Pass-Through Als u met behulp van een VPN-aansluiting van huis uit verbinding maakt met uw bedrijfsnetwerk, dan maakt uw router het mogelijk dat uw met VPN-functionaliteit uitgeruste computer via de router contact maakt met uw bedrijfsnetwerk. Ingebouwd Dynamic Host Configuration Protocol (DHCP) Het ingebouwde Dynamic Host Configuration Protocol (DHCP) zorgt voor absoluut probleemloze netwerkverbindingen. De DHCP-server wijst automatisch aan elke computer IP-adressen toe waardoor een gecompliceerde netwerk-setup overbodig is. Easy Install Wizard De Easy Install Wizard zorgt voor probleemloze installatie van uw router. Deze software bepaalt automatisch de juiste instelling van uw netwerk en maakt de router klaar voor de verbinding met uw Internet Service Provider (ISP). Binnen enkele minuten is uw router geïnstalleerd en aangesloten op het Internet. Let op: De Easy Install Wizard-software is compatible met Windows 98SE, Me, 2000, XP en Mac OS X. Indien u gebruik maakt van een ander besturingssysteem, kunt u bij de setup van de router gebruik maken van de alternatieve setupmethode, zoals beschreven in deze handleiding (zie bladzijde 24). 7 2 3 4 5 6 7 8 9 10 Hoofdstuk De router heeft een ingebouwde 4-poorts netwerkswitch waarmee uw op een kabelnetwerk aangesloten computers onder meer printers, data, mp3-bestanden en digitale foto’s kunnen delen. De switch stelt zich met behulp van auto-sensing automatisch in op de snelheid van de aangesloten apparaten. De switch kan gelijktijdig - zonder onderbrekingen en zonder beslag te leggen op bronnen - data overzenden tussen computers en het Internet 1 Productoverzicht Geïntegreerd draadloos G+ MIMO accesspoint G+ MIMO is een nieuwe draadloze technologie die overdrachtssnelheden tot 54 Mbps mogelijk maakt. Werkelijke gerealiseerde snelheden zijn afhankelijk van de netwerkomgeving. MAC-adressenfilter Voor extra veiligheid, kunt u een lijst met MAC-adressen opstellen (unieke clië ntidentificatiecodes) die toegang hebben tot uw netwerk. Elke computer heeft een eigen MAC-adres. U stelt eenvoudig - met behulp van de geavanceerde web-based gebruikersinterface - een lijst op van deze MAC-adressen waarmee u de toegang tot uw netwerk kunt beheren. 8 Kennismaken met uw router 1 Inhoud van de verpakking • Draadloze G+ MIMO router • Beknopte installatiehandleiding • Cd met de Easy Install Wizard software • RJ45 Ethernet-netwerkkabel van Belkin • Voedingsadapter • Handleiding 2 4 5 Systeemvereisten • Breedband-Internetverbinding zoals een kabel- of DSL-modem met RJ45(Ethernet)aansluiting • Ten minste één computer met een geïnstalleerde netwerkinterfaceadapter • TCP/IP-netwerkprotocol geïnstalleerd op iedere computer • RJ45-Ethernet-netwerkkabel • Internetbrowser 6 7 8 9 Systeemvereisten voor Easy Install Wizard software • Een pc met Windows 98SE, Me, 2000 of XP, of een Mac -computer met Mac OS® X • Minimaal 64 MB RAM • Internetbrowser ® ® 9 10 Hoofdstuk 3 Kennismaken met uw router De router is ontworpen voor plaatsing op een bureau. Met het oog op praktische bruikbaarheid lopen alle kabels via de achterzijde van de router naar uw apparatuur. Duidelijk zichtbare LED’s aan de bovenzijde van de router houden u op de hoogte van de netwerkactiviteit en de status. � � � � � � �� �� � ��� �� � �� �� � (E) (C) (D) (B) (A) �� �� � � � � � � Draadloze G+ MIMO router 10 Kennismaken met uw router 1 � � A. � LED voor draadloos netwerk � Het draadloze netwerk is UITgeschakeld Groen Het draadloze netwerk is gereed Knipperende LED Er is sprake van draadloze activiteit Status-LED’s voor bedrade computers � � � 3 � Deze LED’s zijn genummerd van 1 tot 4. De nummering correspondeert met de nummering van de poorten aan de achterkant van de router. Wanneer een computer correct wordt aangesloten op één van de LANpoorten aan de achterkant van de router, dan zal de LED gaan branden. Wanneer via de poort informatie wordt verzonden, dan knippert de LED snel. � C. UIT Er is geen apparaat op de poort aangesloten Groen Verbinding met 10Base-T-apparaat Knipperende LED Poortactiviteit 2 4 5 6 7 8 9 10 Modem/WAN-status-LED Deze LED licht GROEN op wanneer uw modem op de juiste wijze op de router is aangesloten. De LED knippert snel achterelkaar wanneer via de poort tussen de router en de modem informatie wordt verstuurd. UIT Geen WAN-verbinding Groen - brandt continu Goede WAN-verbinding Groen - knippert WAN-activiteit 11 Hoofdstuk B. UIT Kennismaken met uw router � D. � � � LED voor Internet/Verbinding gemaakt Deze unieke LED geeft aan wanneer de router is verbonden met het Internet. Wanneer de LED niet brandt, is de router niet verbonden met het Internet. Wanneer de LED knippert, probeert de router verbinding te maken met het Internet. Wanneer de LED continu groen licht geeft, is de router verbonden met het Internet. Wanneer u gebruik maakt van de functie “Verbinding verbreken na x minuten”, dan is deze LED uiterst handig voor het controleren van de status van de verbinding van uw router. OFF Router is not connected to the Internet Groen - knippert Router probeert verbinding te maken met het Internet Groen - brandt continu Router heeft verbinding met het Internet 12 Kennismaken met uw router � E. � � 1 � LED voor Voeding/Gereed UIT De router is UITgeschakeld Groen - knippert Router is bezig met opstarten Groen - brandt continu Router is klaar voor gebruik 2 3 4 5 6 7 8 9 10 13 Hoofdstuk Als u de stroom naar de router (opnieuw) inschakelt, heeft de router enige tijd nodig om op te starten. Gedurende deze tijd knippert de “Voeding/ Gereed”-LED. Wanneer de router volledig is opgestart, brandt de LED voor “Voeding/Gereed” continu. Dit betekent dat de router klaar is voor gebruik. Kennismaken met uw router Achterzijde router (6) � � � (7) (9) � � F. (8) � � � Voedingsingang – GRIJS Sluit de meegeleverde voedingsadapter (12 V / 0,5 A DC) aan op de voedingsingang. G. Poorten voor bedrade computers – GEEL Sluit uw bedrade computers aan op deze poorten. Deze poorten zijn RJ45 10/100 auto-negotiation, auto-uplink poorten, geschikt voor standaard UTP Category 5 of 6 Ethernet-kabels. De poorten worden aangeduid met de cijfers 1 t/m 4. Deze cijfers corresponderen met genummerde LED’s aan de voorkant van de router. H. Modemaansluiting – BLAUW Deze poort is bestemd voor de verbinding met uw kabel- of DSL-modem. U dient uw modem met de daarbij geleverde kabel op deze poort aan te sluiten. Het gebruik van een andere kabel dan de kabel die bij uw kabelmodem is geleverd, kan problemen geven. 14 Kennismaken met uw router I. 1 Resetknop (a) De router resetten Druk de resetknop in en laat hem weer los. De lampjes op de router zullen even knipperen. De LED “Voeding/Gereed” begint te knipperen. Wanneer de LED voor “Voeding/Gereed” weer continu brandt, is de reset voltooid. (b) De standaard fabriekswaarden herstellen Houd de resetknop tenminste tien seconden ingedrukt en laat hem daarna los. De lampjes op de router zullen even knipperen. De LED “Voeding/Gereed” begint te knipperen. Wanneer de LED voor ‘Voeding/Gereed” weer continu brandt, is de resetprocedure voltooid. 2 3 4 5 6 7 8 9 10 15 Hoofdstuk De resetknop kan gebruikt worden in het zeldzame geval dat de router niet goed functioneert. Door de router te resetten, herstelt u de normale werking van de router terwijl de geprogrammeerde instellingen in behouden blijven. Met de resetknop kunt u ook de fabrieksinstellingen van het draadloze accesspoint terugroepen. U kunt de optie “Restore” (Herstellen) gebruiken wanneer u uw persoonlijke wachtwoord bent vergeten. De router aansluiten en configureren Controleer de inhoud van de doos U dient het volgende te hebben ontvangen: • Draadloze G+ MIMO router • Cat5-netwerkkabel (voor het aansluiten van de router op de computer) • Voedingsadapter • Cd met de Easy Install Wizard software • Handleiding Modemspecificaties Uw kabel- of DSL-modem moet voorzien zijn van een RJ45 Ethernet-poort. Veel modems hebben zowel een RJ45 Ethernet-poort als een USB-aansluiting. Als u een modem heeft met zowel een Ethernet- als een USB-aansluiting en u op dit moment de USB-aansluiting gebruikt, dan dient u de RJ45 Ethernetpoort te gebruiken tijdens de installatieprocedure. Als uw modem alleen een USB-poort heeft, dan kunt u uw Internet Service Provider vragen om een ander type modem, of u kunt in sommige gevallen een modem kopen dat een RJ45 Ethernet-poort heeft. Ethernet USB Easy Install Wizard Met de meegeleverde Easy Install Wizard software van Belkin is het installeren van de router erg gemakkelijk. Hiermee hebt u uw router binnen een paar minuten aan de praat. Om de Easy Install Wizard te kunnen gebruiken moet uw Windows® 98SE, Me, 2000 of XP-computer rechtstreeks zijn aangesloten op het kabel- of ADSL-modem en moet de Internetverbinding actief en operationeel zijn tijdens de installatie. Is dat niet het geval, ga dan te werk zoals staat aangegeven in het hoofdstuk “Alternatieve installatiemethode” van deze handleiding om uw router te configureren. Bovendien dient u, als u gebruik maakt van een ander besturingssysteem dan Windows 98SE, Me, 2000 of XP, de router instellen aan de hand van het onderdeel “Alternatieve installatiemethode” in deze handleiding. 16 De router aansluiten en configureren Stap 1 Start de Easy Install Wizard-software Sluit alle programma’s af die op dit moment op uw computer geopend zijn. 2 Zorg ervoor dat u de volgende zaken bij de hand heeft bij de computer die nu rechtstreeks is aangesloten op het kabel- of ADSLmodem. SLUIT DE ROUTER NU NOG NIET AAN. • Cd-rom met Easy Install Wizard • De router • De voeding van de router • Cat5-netwerkkabel • Deze handleiding 3 Schakel eventueel aanwezige software voor het delen van een firewall of een Internetaansluiting uit op uw computer. Windows-gebruikers: Plaats de installatiecd met de Easy Install Wizard software in uw cd-romstation. Het utility-scherm voor de netwerksetup verschijnt binnen 15 seconden automatisch op het scherm. Klik op “Run the Easy Install Wizard” (Voer de Easy Install Wizard uit) om te beginnen. Selecteer uw regio in het afgebeelde dropdown-menu. Note for Windows Users: Als de Easy Install Wizard niet automatisch start, ga dan naar “My Computer” (Deze computer), selecteer uw cdromstation en dubbelklik op het bestand met de naam “Start” om de Network Setup Utility te starten. 17 2 3 4 5 6 7 8 9 10 Hoofdstuk 1 1 De router aansluiten en configureren Mac OS-gebruikers: Plaats de installatie-cd met de Easy Install Wizardsoftware in uw cd-romstation. Klik op het cd-pictogram; er zal een map naar voren komen. Om te beginnen, klikt u op “start.osx” indien u gebruik maakt van Mac OS X. 4.Volg de aanwijzingen van de Easy Install Wizard op om de installatie te voltooien. Openingsscherm Nadat u de CD in het cd-romstation hebt geplaatst, verschijnt het openingsscherm van de Wizard. Zorg ervoor dat de router nu nog niet aangesloten is. Als u de router heeft aangesloten, sluit de computer dan weer rechtstreeks aan op het modem. Klik op “Next” (Volgende) als u klaar bent om verder te gaan. Voortgangsscherm Er zal een voortgangsscherm verschijnen zodra er een stap in de setup is afgerond. Elke keer als u een voortgangsscherm ziet verschijnen, klikt u op “Next” (Volgende) indien u verder wilt gaan met de volgende stap. 1.1 Instellingen beoordelen De Wizard controleert nu de netwerkinstellingen van uw computer en verzamelt de informatie die benodigd is voor het voltooien van de verbinding van de router met het Internet. Zodra de Wizard hiermee klaar is, klikt u op “Next” (Volgende) om door te gaan. 18 De router aansluiten en configureren 1 1.2 Multi-NIC’s scherm 2 3 4 5 6 7 Stap 2 Hardware-setup – De router aansluiten op uw modem en uw computer De Wizard begeleidt u bij het aansluiten van uw router op uw computer en modem. Volg de aanwijzingen op het scherm en gebruik de afbeeldingen in deze handleiding ter referentie. 2.1 Bij deze stap dient u de kabel te lokaliseren die is aangesloten tussen uw modem en de netwerkpoort op uw computer. Koppel deze kabel los van de computer en sluit hem aan op de BLAUWE poort van de router. Klik op “Next” (Volgende) om verder te gaan. 19 8 9 10 Hoofdstuk Dit scherm verschijnt uitsluitend als er meer dan één netwerkadapter in uw computer is geïnstalleerd. Als er meerdere netwerkadapters zijn geïnstalleerd op uw computer, dan moet de Wizard weten welke adapter is aangesloten op uw modem. Selecteer in de lijst de netwerkkaart die is aangesloten op uw modem en klik op “Next” (Volgende). Als u niet zeker weet welke adapter u moet kiezen, selecteer dan de bovenste adapter uit de lijst. Als u op dit moment de verkeerde adapter kiest, kunt u altijd later nog een andere kiezen. De router aansluiten en configureren 2.2 Bij deze stap dient u de GELE kabel die is meegeleverd met uw router te pakken. Sluit het ene uiteinde van deze kabel aan op een willekeurige GELE poort van uw router. Sluit het andere uiteinde van de kabel aan op de netwerkpoort van uw computer. Klik op “Next” (Volgende) om door te gaan. 2.3 Bij deze stap dient u de voedingsadapter te pakken die is meegeleverd met de router. Sluit de kleine connector van de voeding vervolgens aan op de GRIJZE poort op uw router. Sluit de voedingsadapter tevens aan op een vrij stopcontact. Klik op “Next” (Volgende) om door te gaan. 2.4 Bij deze stap dient u de lampjes aan de voorzijde van uw router te controleren. Bekijk of de lampjes die zouden moeten branden, in werkelijkheid ook branden. Raadpleeg voor meer informatie de Easy Install Wizard-software op uw computerscherm. Klik op “Next” (Volgende) om door te gaan. 20 De router aansluiten en configureren Stap 3 De verbinding controleren 3.1 Wanneer u klaar bent met het 2 3 4 5 3.2 Gebruikersnaam en wachtwoord vereist Als u gebruik maakt van een verbindingstype waarbij een gebruikersnaam en wachtwoord vereist zijn, vraagt de Wizard u uw gebruikersnaam en wachtwoord in te voeren. Als het verbindingstype geen gebruikersnaam en wachtwoord vereist, krijgt u dit scherm niet te zien. Uw gebruikersnaam en wachtwoord krijgt u van uw Internet Service Provider. Als u een gebruikersnaam en wachtwoord moet invoeren om verbinding te maken met het Internet, typ dan de gebruikersnaam en het wachtwoord in. Uw gebruikersnaam kan er als volgt uitzien: “mijnnaam@mijnISP. com” of eenvoudigweg “mijnnaam”. Een servicenaam is facultatief en wordt niet vaak door providers gevraagd. Als u uw servicenaam niet weet, laat deze dan open. Wanneer u uw persoonlijke informatie hebt ingevoerd, klik dan op “Next” (Volgende) om door te gaan. 21 6 7 8 9 10 Hoofdstuk aansluiten van de router, zal de Wizard de verbinding naar de router controleren en vervolgens vaststellen van wat voor verbinding er sprake is. 1 De router aansluiten en configureren 3.3 Draadloze setup Deze stap is optioneel. Klik op “Next” (Volgende) als u deze stap wilt overslaan. Bij deze stap kunt u, indien gewenst, de instellingen voor uw draadloze netwerk aanpassen. Volg de aanwijzingen op het scherm om deze stap te voltooien. Klik op “Next” (Volgende) om door te gaan. Stap 4 Configuratie van de router De wizard verstuurt nu alle configuratiegegevens naar de router. Dit duurt ongeveer één minuut. Schakel hierbij de router of computer niet uit. De router zal automatisch herstarten aan het einde van deze stap. 4.1 Controle van de internetverbinding De Wizard zal nu de internetverbinding controleren. Dit kan een paar minuten duren. Soms kan de wizard niet direct een verbinding vinden. Als dit het geval is, zal de Wizard het nog een aantal keren proberen. Tijdens het zoeken knippert de LED voor “Verbinding gemaakt” aan de voorzijde van de router. Wacht de afloop van dit proces geduldig af. 22 De router aansluiten en configureren 4.2 Gereed De router heeft nu verbinding met het internet. U kunt nu op het Internet gaan surfen door uw browser te openen en uw favoriete webpagina op te zoeken. Gefeliciteerd! De installatie van uw nieuwe router van Belkin is klaar. U kunt nu de andere computers in uw woning gaan installeren. U kunt ook op elk gewenst moment computers aan uw router toevoegen. 2 3 4 5 6 7 8 9 10 23 Hoofdstuk Wanneer de internetverbinding tot stand is gebracht, geeft de Wizard aan dat u klaar bent. De LED voor “Verbinding gemaakt” aan de voorzijde van de router brandt continu groen, wat zeggen wil dat de router nu met het Internet is verbonden. 1 Alternatieve installatiemethode Stap 1 Uw gateway-router aansluiten 1.1 Schakel de voeding van uw modem uit door de voedingsadapter los te koppelen van het modem. 1.2 Koppel de netwerkkabel tussen uw modem en de computer los van uw computer, maar laat de andere kant aangesloten op uw modem. 1.3 Sluit het losse eind van de kabel die u zojuist hebt losgekoppeld aan aan de achterkant van de router op de poort die wordt aangeduid met “Internet/WAN”. 1.4 Sluit een nieuwe netwerkkabel (niet meegeleverd) aan op de computer en op een van de poorten die met de nummers 1 t/m 4 worden aangeduid. Let op: Het maakt niet uit welke poort u kiest. 1.5 Schakel uw kabel- of DSL-modem in door de voeding weer te verbinden met het modem. 1.6 Voordat u de voedingskabel op de router aansluit, dient u eerst de stekker in het stopcontact te steken. Oorspronkelijk op het kabel- of DSL-modem aangesloten pc- of Mac-computer Naar voedingsadapter Huidige netwerkkabel (met modem meegeleverd) Netwerkkabel (naar computer) 24 Alternatieve installatiemethode 1.7 Controleer of het modem is verbonden met de router aan de hand van de lampjes aan de bovenkant van de router. Het groene lampje dat wordt aangeduid met “WAN” licht op als uw modem op de juiste wijze op de router is aangesloten. Als het niet brandt, controleer de verbindingen dan opnieuw. 1.8 Controleer of de computer correct is verbonden met de router aan 2 3 4 5 6 Stap 2: Stap 2: Stel de netwerkinstellingen van uw computer in op samenwerking met een DHCP-server Raadpleeg voor gedetailleerde instructies het hoofdstuk getiteld “Handmatig netwerkinstellingen configureren” in deze handleiding. 7 8 9 10 Stap 3: Configuratie van de router met behulp van de geavanceerde web-based gebruikersinterface Gebruik uw Internetbrowser om toegang te krijgen tot de geavanceerde web-based gebruikersinterface van de router. Typ in uw browser het getal “192.168.2.1” in (zonder aanhalingstekens en zonder “http://” of “www” ervoor). Druk vervolgens op de entertoets. 25 Hoofdstuk de hand van de lampjes die worden aangeduid met “LAN 1, 2, 3, 4”. De LED die correspondeert met de genummerde poort waarop u de computer hebt aangesloten, zal BRANDEN als uw computer correct is aangesloten. Als het niet brandt, controleer de verbindingen dan opnieuw. 1 Alternatieve installatiemethode Inloggen op de router In uw browservenster verschijnt nu de homepage van de router. Deze homepage kan desgewenst door elke gebruiker worden bekeken. Om de instellingen van de router te wijzigen, moet u inloggen. Als u klikt op de de “Login”-knop of op één van de links op de homepage gaat u naar het inlogscherm. De router wordt geleverd zonder vooraf geprogrammeerd wachtwoord. Laat het wachtwoord in het inlogscherm blanco en klik op de knop “Submit” (Verzenden) om in te loggen. Router uitloggen Per keer kan slechts één computer op de router inloggen om de instellingen van de router te veranderen. Wanneer een gebruiker heeft ingelogd om wijzigingen te doen, zijn er twee manieren om weer uit te loggen. Door een klik op de knop “Logout” (Afmelden) wordt de computer afgemeld. De tweede methode werkt automatisch. Na een vooraf ingegeven tijdsduur eindigt de inlogtijd. De standaard inlog-timeoutinstelling is 10 minuten. Deze kan worden gewijzigd van 1 tot 99 minuten. Zie voor verdere informatie het onderdeel in deze handleiding getiteld “Inlog-timeoutinstellingen wijzigen”. De werking van de geavanceerde web-based gebruikersinterface De homepage is de eerste pagina die u ziet als u naar de “Advanced User Interface” (Geavanceerde gebruikersinterface) gaat. Deze homepage geeft u een beknopt overzicht van de status en de instellingen van de router. Alle pagina’s voor geavanceerde installatie zijn vanaf deze pagina bereikbaar. 26 Alternatieve installatiemethode (10) (2) (5) (4) (3) 1 2 3 (1) (7) (8) 9 Snelnavigatiekoppelingen Homeknop De homeknop is beschikbaar op elke pagina van de gebruikersinterface. Met een druk op deze knop gaat u terug naar de homepage. 3. 7 8 U kunt rechtstreeks naar elke pagina van de geavanceerde gebruikersinterface van de router gaan door rechtstreeks op deze koppelingen te klikken. Om het opzoeken van een bepaalde instelling te vergemakkelijken, zijn de koppelingen onderverdeeld in logische categorieën en gegroepeerd op tabbladen. Door te klikken op de paarse koptekst van een tabblad krijgt u een beknopte beschrijving van de functie van dat specifieke tabblad. 2. 5 6 (9) 1. 4 Internetstatusindicator Deze indicator is zichtbaar op alle pagina’s van de router en geeft de verbindingsstatus van de router aan. Wanneer de indicator in groen “Connection OK” (Verbinding in orde) aangeeft, is de router verbonden met het internet. Wanneer de indicator met een rood lampje “No Connection” (Geen verbinding) aangeeft, is er geen verbinding met Internet tot stand gebracht. Deze indicator wordt automatisch bijgewerkt zodra u de instellingen van de router wijzigt. 27 10 Hoofdstuk (6) Alternatieve installatiemethode (10) (2) (5) (4) (3) (6) (1) (9) 4. (7) (8) Login/Logout-knop Met één druk op deze knop kunt u op de router in- en uitloggen. Wanneer u bent ingelogd, verandert de tekst op de knop in “Logout”. Door op de router in te loggen, gaat u naar een afzonderlijke inlogpagina waar u een wachtwoord moet invoeren. Als u hebt ingelogd, kunt u wijzigingen aanbrengen in de instellingen. Wanneer u klaar bent met het aanbrengen van wijzigingen, kunt u uitloggen door te klikken op de knop “Logout” (Afmelden). Meer informatie over inloggen op de router vindt u in het hoofdstuk “Inloggen op de router”. 5. Helpknop Door middel van de helpknop kunt u de helppagina’s van de router openen. Met een klik op “More Info” (Meer informatie) kunt u op veel pagina’s naast bepaalde paragrafen ook om hulp vragen. 28 Alternatieve installatiemethode 6. LAN Settings (LAN--instellingen) Toont u de instellingen van de Local Area Network (LAN) kant van de router. U kunt deze instellingen wijzigen door te klikken op een van de koppelingen (IP Address, Subnet Mask, DHCP Server) of door te klikken op de LAN-snelkoppeling aan de linkerzijde van het scherm. 7. Features (Kenmerken) 8. Internetinstellingen Toont de instellingen van de internet/WAN-kant van de router die verbinding maakt met het Internet. U kunt deze instellingen wijzigen door te klikken op de koppelingen of door te klikken op de “Internet/WAN” snelnavigatiekoppeling aan de linkerzijde van het scherm. 9. Versie-informatie Toont de firmwareversie, bootcode-versie, hardwareversie en het serienummer van de router. 2 3 4 5 6 7 8 9 10 10. Paginanaam De pagina waarop u zich bevindt, is herkenbaar aan deze naam. Deze handleiding verwijst soms naar de naam van de pagina’s. Bijvoorbeeld “LAN > LAN Settings” verwijst naar de pagina “LAN Settings” (LANinstellingen). 29 Hoofdstuk Hier wordt de status getoond van de NAT, firewall, en draadloze functies van de router. U kunt deze instellingen wijzigen door te klikken op een van de koppelingen of door te klikken op de snelnavigatiekoppelingen aan de linkerzijde van het scherm. 1 Alternatieve installatiemethode Stap 4 De router configureren voor verbinding met uw Internet Service Provider (ISP). Via het tabblad “Internet/WAN” stelt u uw router zo af dat deze verbinding kan maken met uw Internet Service Provider. De router kan met vrijwel elke Internetserver verbinding maken mits u de instellingen van de router hebt afgestemd op het type verbinding dat uw provider gebruikt. Uw provider verstrekt u de benodigde gegevens. Om de router te configureren volgens de gegevens die uw ISP heeft verstrekt, klikt u op “Connection Type” (Verbindingstype) (A) links op het scherm. Selecteer het type verbinding dat u gebruikt. Als uw ISP u DNS-gegevens heeft gegeven, kunt u door op “DNS” (B) te klikken DNS-adresinformatie invoeren voor ISP’s die specifieke instellingen vereisen. Door te klikken op “MAC Address” (MAC-adres)(C) kunt u het MAC-adres van uw computer klonen of een specifiek WAN MAC-adres invoeren als uw ISP dat vereist. Als u klaar bent met het aanbrengen van instellingen, geeft de internetstatusindicator aan dat de verbinding in orde is als uw router correct is geïnstalleerd. (A) (B) (C) 30 Alternatieve installatiemethode 1 Uw type verbinding instellen Via de pagina “Connection Type” (Verbindingstype), kunt u het door u gebruikte verbindingstype selecteren. Selecteer het type verbinding dat u gebruikt door op het keuzerondje (1) naast uw type verbinding te klikken en vervolgens te klikken op “Next” (Volgende)(2). 2 3 4 6 7 8 (2) 9 10 31 Hoofdstuk 5 (1) Alternatieve installatiemethode Verbindingstype instellen op “Dynamic IP” (Dynamisch IP) Bij kabelmodems wordt meestal een dynamisch verbindingstype gebruikt. Meestal is het voldoende om het type verbinding in te stellen op “Dynamic” om de verbinding met uw ISP tot stand te brengen. Sommige typen dynamische verbindingen vereisen bovendien een hostnaam. U kunt uw hostnaam, mits aan u toegekend, invoeren in de daarvoor bestemde ruimte. Deze hostnaam wordt u toegekend door uw provider. Sommige dynamische verbindingen vereisen dat u het MAC-adres kloont van de pc die oorspronkelijk op de modem was aangesloten. 1. Hostnaam Deze ruimte is bestemd voor het invoeren van een hostnaam die voor uw provider zichtbaar moet zijn. Voer uw hostnaam hier in en klik op “Apply Changes” (Wijzigingen aanbrengen) (3). Laat deze ruimte blanco als uw ISP u geen hostnaam heeft toegekend of als u het niet zeker weet. 2. WAN MAC-adres wijzigen Als uw ISP voor aansluiting op de service een specifiek MAC-adres eist, kunt u een specifiek MAC-adres invoeren of via deze koppeling het MACadres van de huidige computer klonen. (1) (2) (3) 32 Alternatieve installatiemethode Verbindingstype instellen op “Static IP” (Statisch IP) 1. IP-adres Verstrekt door uw ISP. Voer uw IP-adres hier in. 2. Subnetmasker Verstrekt door uw ISP. Voer uw subnetmasker hier in. 3. ISP-gateway-adres Verstrekt door uw ISP. Voer het gateway-adres hier in. 4. Mijn ISP kent meer dan één statisch IP-adres toe Als uw ISP u meer dan één statisch IP-adres toekent, kan uw router in totaal vijf statische WAN IP-adressen hanteren. Selecteer “My ISP provides more than one static IP address” (Mijn provider verstrekt meer dan één statisch IP-adres) en voer de extra adressen in. (1) (2) (3) (4) 33 2 3 4 5 6 7 8 9 10 Hoofdstuk Het type verbinding dat werkt met statische IP-adressen is minder algemeen dan andere typen verbindingen. Als uw ISP gebruik maakt van statische IPadressering, dan heeft u uw IP-adres, subnetmasker en ISP gateway-adres nodig. Deze informatie is verkrijgbaar bij uw provider of staat vermeld op de documenten die uw ISP bij u heeft achtergelaten. Typ uw gegevens in en klik vervolgens op “Apply Changes” (Wijzigingen aanbrengen) (3). Nadat u de noodzakelijke wijzigingen hebt aangebracht, geeft de internetstatusindicator de melding “Connection OK” (Verbinding OK), als uw router correct is geïnstalleerd. 1 Alternatieve installatiemethode Uw Internetverbinding instellen op PPPoE De meeste DSL-providers maken gebruik van PPPoE als type verbinding. Als u een DSL-modem gebruikt om verbinding te maken met het internet, gebruikt uw internetserviceprovider waarschijnlijk PPPoE om u bij zijn dienstenpakket aan te melden. Als u een internetaansluiting hebt in uw woning of eigen kantoor die geen modem nodig heeft, maakt u waarschijnlijk gebruik van PPPoE. (1) (2) (3) (4) (5) Uw type verbinding is PPPoE als: 1. uw ISP u een gebruikersnaam en een wachtwoord heeft gegeven die noodzakelijk zijn om de verbinding met het Internet tot stand te brengen. 2. uw provider u software als WinPOET of Enternet300 heeft verstrekt om de internetverbinding tot stand te brengen. 3. U dient op een ander desktoppictogram dan uw browser te dubbelklikken om met het Internet verbinding te krijgen 34 Alternatieve installatiemethode 1. 2. 1 User Name (Gebruikersnaam) Deze ruimte is bestemd voor het invullen van de gebruikersnaam die uw provider aan u heeft toegekend. 2 Password (Wachtwoord) 3 Vul hier uw wachtwoord in en typ het ter bevestiging nogmaals in in het vak “Retype Password” (Wachtwoord opnieuw intypen). Service Name (Servicenaam) Een servicenaam wordt slechts zelden door een provider geëist. Als u niet zeker weet of een servicenaam vereist is, laat u deze ruimte open. 4. 5 6 MTU De MTU (Maximum Transmission Unit) waarde mag nooit worden gewijzigd tenzij uw ISP u een specifieke MTU-waarde heeft verstrekt. Het wijzigen van de MTU-instelling kan problemen veroorzaken bij uw internetverbinding waaronder verbreking van de verbinding met het internet, trage toegang tot het internet en problemen bij de werking van internetapplicaties. 5. 4 Disconnect after X… (Verbinding verbreken na X...) De functie “Disconnect” (Verbinding verbreken) wordt gebruikt om de verbinding van de router met het internet automatisch te verbreken als er gedurende een door u vooraf bepaalde tijd geen activiteit is. Als u bijvoorbeeld het selectievakje naast deze optie aankruist en het cijfer 5 in het minutenveld invult, wordt de verbinding van de router met het Internet automatisch verbroken als er gedurende vijf minuten geen Internetactiviteit is geweest. Gebruik deze optie als u voor gebruik van het Internet per minuut moet betalen. 35 7 8 9 10 Hoofdstuk 3. Alternatieve installatiemethode Uw type internetverbinding instellen op PPTP (Point-to-Point Tunneling Protocol) [Alleen in Europese landen]. Sommige ISP’s vereisen een verbinding die gebruik maakt van het PPTP-protocol, het meest voorkomende verbindingstype in Europese landen. Dit protocol brengt een rechtstreekse verbinding tot stand tussen de internetabonnee en het systeem van de provider. De door uw provider verstrekte informatie dient u in te vullen in de daarvoor bestemde ruimte. Als hiermee klaar bent, klik dan op “Apply Changes” (Wijzigingen aanbrengen)(9). Nadat u de noodzakelijke wijzigingen hebt aangebracht, geeft de internetstatusindicator de melding “Connection OK” (Verbinding OK), als uw router correct is geïnstalleerd. (1) (2) (3) (4) (5) (6) (7) (8) 1. PPTP Account Verstrekt door uw ISP. Vul hier de naam van uw PPTP-account in. 2. PPTP Password (PPTP-wachtwoord) Vul hier uw wachtwoord in en typ het ter bevestiging nogmaals in in het veld “Retype Password” (Wachtwoord opnieuw intypen). 3. Hostnaam Verstrekt door uw ISP. Voer uw hostnaam hier in. 4. Service IP Address (Service-IP-adres) Verstrekt door uw ISP. Vul uw service IP-adres hier in. 36 Alternatieve installatiemethode 5. 1 My IP Address (Mijn IP-adres) Verstrekt door uw ISP. Vul uw subnetmasker hier in. 6 7. My Subnet Mask (Mijn subnetmasker) Verstrekt door uw ISP. Vul uw subnetmasker hier in. 3 Connection ID (Verbindings-ID) (optioneel) 4 Disconnect after X… (Verbinding verbreken na X...) De functie “Disconnect” (Verbinding verbreken) wordt gebruikt om de verbinding van de router met het internet automatisch te verbreken als er gedurende een door u vooraf bepaalde tijd geen activiteit is. Als u bijvoorbeeld deze optie aanvinkt en het cijfer 5 in het minutenveld invult, wordt de verbinding van de router met het Internet automatisch verbroken als er gedurende vijf minuten geen Internetactiviteit is geweest. Gebruik deze optie als u voor gebruik van het internet per tijdseenheid moet betalen. 5 6 7 8 9 10 37 Hoofdstuk Verstrekt door uw ISP. Als uw provider u geen identificatiecode heeft verstrekt, laat u deze ruimte open. 8. 2 Alternatieve installatiemethode Uw type verbinding instellen als u gebruiker bent van Telstra® BigPond U krijgt een gebruikersnaam en wachtwoord van Telstra Big Pond. Vul deze informatie hieronder in. Als u uw staat selecteert uit het dropdown-menu (6) dan wordt automatisch het IP-adres van uw loginserver ingevuld. Als het adres van uw login-server verschilt van een hier verstrekt adres, kunt u het IP-adres van de login-server met de hand invullen door een kruisje te zetten in het vakje naast “User decide login server manually” (IP-adres login-server handmatig invoeren) (4) en het adres in te vullen naast “Login Server” (5). Nadat u al uw gegevens heeft ingevoerd, klikt u op “Apply Changes” (Wijzigingen aanbrengen) (7). Nadat u de noodzakelijke wijzigingen hebt aangebracht, geeft de internetstatusindicator de melding “Connection OK” (Verbinding OK), als uw router correct is geïnstalleerd. (1) (2) (3) (6) (4) (5) (7) 1. Selecteer uw staat 2. User Name (Gebruikersnaam) Selecteer uw staat in het dropdown-menu(6). Het “Login Server”vakje wordt automatisch gevuld met een IP-adres. Als dit adres niet correspondeert met het adres dat Telstra aan u heeft gegeven, kunt u het adres van de inlogserver met de hand invullen. Zie “User Decide Login Server Manually” (IP-adres login-server handmatig invoeren) (4). Verstrekt door uw ISP. Vul hier uw gebruikersnaam in. 38 Alternatieve installatiemethode 3. 4. 1 Password (Wachtwoord) Vul hier uw wachtwoord in en typ het ter bevestiging nogmaals in het vak “Retype Password” (Wachtwoord opnieuw intypen). 2 User Decide Login Server Manually (IP-adres server handmatig invoeren) 3 Aangepaste DNS (Domain Name Server) instellingen aanbrengen Een Domain Name Server is een server op het Internet die URL’s (Universal Resource Locater) als “www.belkin.com” vertaalt in IP-adressen. De meeste providers verlangen niet van u dat u deze informatie in de router invoert. Het vakje “Automatic from ISP” (Automatisch van ISP) (1) moet zijn aangevinkt als uw ISP u geen specifiek DNS-adres heeft gegeven. Als u een statisch IP gebruikt, moet u waarschijnlijk een specifiek DNS-adres en een secundair DNSadres invullen om ervoor te zorgen dat uw verbinding correct functioneert. Als u een dynamische verbinding of PPPoE gebruikt, hoeft u waarschijnlijk geen DNSadres in te vullen. Laat het vakje behorend bij “Automatic from ISP” (Automatisch van ISP) aangevinkt. Om de gegevens van het DNS-adres in te voeren, verwijdert u het vinkje voor de optie “Automatic from ISP” en vult u uw DNS-gegevens in de daarvoor bestemde ruimte in. Klik op “Apply Changes” (Wijzigingen aanbrengen) (2) om de instellingen op te slaan. (1) (2) 39 4 5 6 7 8 9 10 Hoofdstuk Als het IP-adres van uw login-server niet beschikbaar is in het dropdownmenu “Select your state” (Selecteer uw staat) (6), kunt u het IP-adres van de login-server handmatig invoeren door het vakje aan te vinken naast “User decide login server manually” (IP-adres login-server handmatig invoeren) en het adres invoeren naast “Login Server” (5). Alternatieve installatiemethode Het adres van uw WAN Media Access Controller (MAC) configureren Alle netwerkcomponenten waaronder kaarten, adapters en routers hebben een uniek “serienummer” dat bekend is als het MAC-adres. Uw Internet Service Provider (ISP) slaat het MAC-adres van de adapter van uw computer doorgaans op en laat alleen die computer verbinding maken met de internetservice. Wanneer u nu de router installeert, wordt diens eigen MACadres door de provider ‘bespeurd’ en komt er waarschijnlijk geen verbinding tot stand. Belkin omzeilt dat probleem door het bieden van de mogelijkheid het MAC-adres van de computer in de router te klonen (kopiëren). Dit MAC-adres wordt op zijn beurt door het systeem van de ISP gezien als het oorspronkelijke MAC-adres waardoor de verbinding kan werken. Als u niet zeker weet of uw ISP het originele MAC-adres wil zien, kunt u nu voor de zekerheid eenvoudigweg het MAC-adres klonen van de computer die oorspronkelijk op het modem was aangesloten. Het klonen van dit adres levert voor uw netwerk geen enkel probleem op. 40 Alternatieve installatiemethode 1 Uw MAC-adres klonen Bij het klonen van uw MAC-adres moet u ervoor zorgen dat u de computer gebruikt die OORSPRONKELIJK WAS AANGESLOTEN op uw modem voordat de router werd geïnstalleerd. Klik op de knop “Clone” (Klonen)(1). Klik op “Apply Changes” (Wijzigingen aanbrengen) (3). Uw MAC-adres is nu naar de router gekloond. 2 3 4 Specifieke MAC-adressen invoeren 5 6 7 8 (2) (1) (3) 41 9 10 Hoofdstuk Onder bepaalde omstandigheden kunt u behoefte hebben aan een specifiek WAN MAC-adres. U kunt zo’n adres met de hand invoeren op de pagina “MAC Address”. Typ een MAC-adres in in de daarvoor beschikbare ruimte (2) en klik op “Apply Changes” (Wijzigingen aanbrengen) (3) om de wijzigingen op te slaan. Het WAN MAC-adres van de Router wordt nu gewijzigd in het door u gespecificeerde MAC-adres. Gebruik maken van de geavanceerde web-based gebruikersinterface Gebruik uw Internetbrowser om toegang te krijgen tot de geavanceerde web-based gebruikersinterface van de router. Typ in uw browser het getal “192.168.2.1” (zonder aanhalingstekens en niet iets anders als “http://” of “www” ervoor) en druk vervolgens op de entertoets. In uw browservenster verschijnt nu de homepage van de router. De LAN-instellingen bekijken Als u klikt op de header van de LAN-tab (1) gaat u naar die pagina van de LAN-tab. Hier vindt u een beknopte beschrijving van de functies. Om de instellingen te bekijken of één van de LAN-instellingen te wijzigen, klikt u op “LAN Settings” (LAN-instellingen) (2) of als u een lijst wilt bekijken van de aangesloten computers, klikt u op “DHCP Client List” (3). (1) (2) (3) 42 Gebruik maken van de geavanceerde web-based gebruikersinterface 1 LAN-instellingen wijzigen Hier kunt u alle instellingen van de interne LAN-setup van de router bekijken en aanpassen. 2 3 4 (2) 5 (3) 6 (4) 7 (5) 8 (6) 9 1. 10 IP Address (IP-adres Het “IP address” is het interne IP-adres van de router. Het standaard IP-adres is “192.168.2.1”. Om de geavanceerde installatie-interface te openen, moet u dit adres in de adresbalk van uw browser typen. U kunt dit adres indien nodig wijzigen. Om het IP-adres te wijzigen, typt u het nieuwe IP-adres in en klikt u op “Apply Changes” (Wijzigingen aanbrengen). Het IP-adres dat u kiest, moet een niet-routeerbaar IP zijn. Hieronder ziet u een paar voorbeelden van een niet-routeerbaar IP: 192.168.x.x (waarbij x elke waarde kan hebben tussen 0 en 255) 10.x.x.x (waarbij x elke waarde kan hebben tussen 0 en 255) 2. Subnet Mask (Subnetmasker) U hoeft het subnetmasker niet te wijzigen. Dit is een unieke, geavanceerde eigenschap van uw router van Belkin. Weliswaar kunt u het subnetmasker indien nodig wijzigen maar wij raden u aan niets aan het masker te veranderen tenzij u daarvoor een goede reden hebt. De standaardinstelling is “255.255.255.0”. 43 Hoofdstuk (1) Gebruik maken van de geavanceerde web-based gebruikersinterface 3. DHCP Server De DHCP-serverfunctie maakt het installeren van een netwerk bijzonder gemakkelijk omdat aan elke computer in het netwerk automatisch een IP-adres wordt toegekend. De standaardinstelling is “On” (Ingeschakeld). Indien nodig kan de DHCP-server worden uitgeschakeld, maar om dit te doen moet u voor iedere computer in uw netwerk handmatig een statisch IP-adres instellen. Om de DHCP-server uit te schakelen, selecteert u “Off” (Uitgeschakeld) en klikt u op “Apply Changes” (Wijzigingen aanbrengen). 4. IP Pool Dit is een voorraad IP-adressen die u in reserve houdt voor dynamische toewijzing aan de computers in uw netwerk. De standaardwaarde is 2-100 (99 computers). Als u dit aantal wilt veranderen, voert u een nieuw start- en eind-IP-adres in en klikt u op “Apply Changes” (Wijzigingen aanbrengen). De DHCP-server kan honderd IP-adressen automatisch toewijzen. Dit betekent wel dat u geen IP-adressenpool kunt specificeren die groter is dan honderd computers. Als u bijvoorbeeld bij 50 begint, betekent dit dat u bij 150 of lager moet eindigen om de limiet van 100 cliënten niet te overschrijden. Het start-IP-adres moet altijd een lagere waarde hebben dan het eind-IP-adres. 5. Lease Time (Leasetijd) De tijd gedurende welke de DHCP-server het IP-adres voor elke computer bewaart. Het is beter dat de leasetijd ingesteld blijft op “Forever” (Altijd). Ook de standaard-instelling is “Forever” (Altijd). Dit betekent dat het door de DHCP-server aan een computer toegewezen IP-adres voor die bepaalde computer nooit verandert. Door het instellen van kortere leasetijden zoals een dag of een uur komen IP-adressen na de gespecificeerde tijdsduur vrij. Dit betekent ook dat het IP-adres van een bepaalde computer na verloop van tijd zou kunnen veranderen. Als u één van de andere geavanceerde functies van de router heeft ingesteld zoals DMZ of client IP-filters, dan zijn deze afhankelijk van het IP-adres. Daarom is het niet waarschijnlijk dat u het IP-adres wilt wijzigen. 6. Local Domain Name (Lokale domeinnaam) De standaardinstelling is “Belkin”. U kunt een lokale domeinnaam (netwerknaam) voor uw netwerk instellen. U hoeft deze instelling niet te wijzigen tenzij u daar een belangrijke reden voor hebt. U kunt het netwerk elke naam geven die u wilt zoals “MIJN NETWERK”. 44 Gebruik maken van de geavanceerde web-based gebruikersinterface De pagina met de DHCP-cliëntenlijst bekijken U kunt een overzicht bekijken van de computers (bekend als “clients” (cliënten)) die zijn aangesloten op uw netwerk. U kunt het IP-adres (1) van de computer bekijken, evenals de hostnaam (2) (als de computer er één heeft toegewezen gekregen) en het MAC-adres(3) van de computer’s netwerkinterfacekaart (NIC). Wanneer u de knop “Refresh” (Vernieuwen) (4) indrukt, wordt de lijst bijgewerkt. Als er dingen zijn gewijzigd, wordt de lijst bijgewerkt. (1) (2) (3) 1 2 3 4 5 7 8 9 10 (4) 45 Hoofdstuk 6 Gebruik maken van de geavanceerde web-based gebruikersinterface De instellingen van het draadloze netwerk configureren Op het tabblad “Wireless” (Draadloos) kunt u veranderingen aanbrengen in de instellingen van het draadloze netwerk. Op dit tabblad kunt u de naam van het draadloze netwerk (SSID), het gebruikte kanaal en de encryptie-instellingen wijzigen. U kunt de router hier ook configureren voor gebruik als accesspoint. De naam van het draadloze netwerk (SSID) wijzigen Om uw draadloze netwerk te identificeren, wordt een naam gebruikt die bekend is als SSID (Service Set Identifier). De SSID is de naam van uw netwerk. De standaard netwerknaam van de router is “Belkin G+ MIMO_” gevolgd door zes getallen die uniek zijn voor uw router. De netwerknaam zal er ongeveer zo uit zien: “Belkin G Plus MIMO_012345”. U kunt deze naam veranderen in alles wat u maar wilt of u kunt hem onveranderd laten. Onthoudt dat als u de naam van uw draadloze netwerk wijzigt, en er andere draadloze netwerken in uw omgeving actief zijn, dat de nieuwe naam van uw netwerk moet afwijken van die andere draadloze netwerken. Als u de SSID wil veranderen, typ dan de SSID die u wilt gebruiken in het SSID-veld in(1) en klik op “Apply Changes” (Wijzigingen aanbrengen)(2). De verandering gaat onmiddellijk in. Als u de SSID verandert, moeten ook uw draadloos werkende computers opnieuw worden geconfigureerd om verbinding te kunnen maken met uw nieuwe netwerknaam. Zie de handleiding van uw draadloze netwerkadapter voor informatie over hoe u deze verandering moet aanbrengen. (1) (2) 46 Gebruik maken van de geavanceerde web-based gebruikersinterface 1 Wisselen van draadloze modus Deze schakelaar stelt u in staat de draadloze modus van de router in te stellen. Er zijn drie beveiligingsmodi: 2 802.11g-Only-modus 3 Als uw router gebruik maakt van deze modus, dan zullen alleen G+ MIMO en 802.11g-apparaten onderdeel kunnen uitmaken van het netwerk. Tragere 802.11b-apparaten kunnen dan niet in het netwerk worden opgenomen. 4 5 802.11g en 802.11b 6 7 Uit In deze modus wordt het accesspoint van de router uitgeschakeld waardoor er geen draadloze apparaten in het netwerk kunnen worden opgenomen. Het uitschakelen van de draadloze functie van uw router is een uitstekende manier om uw netwerk te beveiligen als u wat langer van huis bent dan normaal, of als u gedurende een bepaalde periode geen gebruik wilt maken van deze functie. 8 9 10 47 Hoofdstuk Als uw router gebruik maakt van deze modus, dan kunnen zowel G+ MIMO, 802.11g- als 802.11b-apparaten onderdeel uitmaken van het netwerk. Gebruik maken van de geavanceerde web-based gebruikersinterface Van draadloos kanaal wisselen U kunt kiezen uit verschillende kanalen. In de Verenigde Staten zijn 11 kanalen beschikbaar. In het grootste deel van Europa, waaronder het Verenigd Koninkrijk, zijn 13 kanalen beschikbaar. Een klein aantal andere landen stelt andere eisen aan het kanaalgebruik. Uw router is zo ingesteld dat hij actief kan zijn op de juiste kanalen voor het land waarin u zich bevindt. Indien nodig kan het kanaal gewijzigd worden. Als er meer draadloze netwerken in uw gebied actief zijn, moet uw netwerk op een ander kanaal worden ingesteld dan de andere draadloze netwerken. Automatische kanaalkeuze en wijziging van het kanaal Voor de beste prestaties dient u voor uw router een kanaal te gebruiken dat tenminste vijf kanalen verwijderd is van dat van de andere draadloze netwerken in de omgeving. Als een ander netwerk bijvoorbeeld kanaal 11 gebruikt, stel uw netwerk dan in op kanaal 6 of lager. Via automatische kanaalkeuze zal het meest geschikte kanaal gekozen worden waarvan de router als hij gestart wordt, gebruik van zal maken. Als de router de fabriek verlaat is de modus “automatische kanaalkeuze” geactiveerd. U kunt handmatig een kanaal kiezen, indien u dat wilt, maar wij raden u aan gebruik te maken van de automatische-kanaalkeuzemodus. Om het kanaal te veranderen, kiest u een kanaal in het dropdown-menu. Klik op “Apply Changes” (Wijzigingen aanbrengen). De wijziging is onmiddellijk van kracht. 48 Gebruik maken van de geavanceerde web-based gebruikersinterface 1 Broadcast SSID-functie gebruiken Protected Mode-schakelaar De Protected-modus zorgt voor een goede werking van de 802.11g-apparaten binnen uw G+ MIMO netwerk indien er ook 802.11b-apparaten aanwezig zijn, of als er in de bedrijfsomgeving sprake is van veel 802.11b-verkeer. Indien u gebruik maakt van zowel G+ MIMO draadloze kaarten van Belkin, als 802.11bof 802.11g-kaarten binnen uw netwerk, dient u gebruik te maken van de Protected-modus. Als u zich in een netwerkomgeving bevindt waarin er weinig tot geen ander 802.11b draadloos netwerk dataverkeer is, zijn de prestaties van uw 802.11g-apparaten beter als de Protected Mode is UITgeschakeld. Als u zich in een netwerkomgeving bevindt waarin sprake is van veel 802.11bnetwerkdataverkeer of interferentie, zijn de prestaties van uw 802.11gapparaten beter als de Protected-modus is INgeschakeld. Deze instelling heeft geen invloed op de prestaties van G+ MIMO apparaten.. De beveiligingsinstellingen van het draadloze netwerk wijzigen Uw router is uitgerust met Wi-Fi Protected Access (WPA), de nieuwste beveiligingsstandaard voor draadloos netwerkverkeer. Tevens wordt WEP (Wired Equivalent Privacy) beveiliging ondersteund. Normaal is de beveiliging van een draadloos netwerk uitgeschakeld. Om beveiliging mogelijk te maken, dient u eerst te bepalen welke standaardinstelling u wilt gebruiken. Om de beveiligingsinstellingen te wijzigen, klikt u op “Security” (Beveiliging) op het tabblad “Wireless” (Draadloos). 49 2 3 4 5 6 7 8 9 10 Hoofdstuk Opmerking: Deze geavanceerde functie mag uitsluitend door ervaren gebruikers worden toegepast. Om veiligheidsredenen kunt u ervoor kiezen de SSID van uw netwerk niet uit te zenden. Daardoor blijft de naam van uw netwerk verborgen voor computers die de ether aftasten naar de aanwezigheid van draadloze netwerken. Om de uitzending van uw SSID stil te leggen, maakt u het vakje naast “Broadcast SSID” (SSID uitzenden) leeg en klikt u vervolgens op “Apply changes” (Wijzigingen aanbrengen). De verandering gaat onmiddellijk in. Elke computer moet nu worden ingesteld op het maken van verbinding met uw specifieke SSID; een SSID in de vorm van “ANY” (Elke) wordt niet langer geaccepteerd. Zie de handleiding van uw draadloze netwerkadapter voor informatie over hoe u deze verandering moet aanbrengen. Gebruik maken van de geavanceerde web-based gebruikersinterface De router maakt beveiliging van uw netwerk mogelijk via WPA2. WPA2 is de tweede generatie WPA die gebaseerd is op de 802.11i-standaard en maakt een betere beveiliging van uw draadloze netwerk mogelijk doordat geavanceerde netwerkauthentificatie en een complexere Advanced Encryption Standard (AES) encryptietechniek gecombineerd worden.. Systeemvereisten voor WPA2 LET OP: Om WPA2-beveiliging te kunnen gebruiken moeten al uw computers en netwerkadapters geüpgradet zijn en beschikken over stuurprogramma’s en software die WPA2 ondersteunen. U kunt gratis beveiligingspatches van Microsoft® downloaden. Deze patches werkt alleen onder het Windows XPbesturingssysteem. Andere besturingssystemen worden op dit moment nog niet ondersteund. Voor een computer met Windows XP zonder Service Pack 2 (SP2) kan via http://support.microsoft.com/?kbid=826942 gratis een bestand van Microsoft genaamd “Windows XP Support Patch for Wireless Protected Access (KB 826942)” gedownload worden. Voor Windows XP met Service Pack 2 heeft Microsoft een gratis download uitgebracht voor het bijwerken van uw draadloze cliëntcomponenten ter ondersteuning van WPA2 (KB893357). De update kunt u downloaden van: http://support.microsoft.com/default.aspx?scid=kb;en-us;893357 LET OP: U dient ook te controleren of al uw draadloze netwerkkaarten/ adapters WPA2 ondersteunen en dat u de nieuwste stuurprogramma’s gedownload en geïnstalleerd hebt. Voor de meeste draadloze netwerkkaarten van Belkin is er een stuurprogramma-update beschikbaar op de website van Belkin: www.belkin.com/networking. WPA/WPA2-Personal(PSK) instellen Net als WPA-beveiliging is WPA2 beschikbaar in WPA2-Personal (PSK) modus en WPA2-Enterprise (RADIUS) modus. WPA2-Personal (PSK) is de modus die doorgaans gebruikt worddt in een woonomgeving terwijl WPA2-Enterprise (RADIUS) doorgaans wordt geïmplementeerd in werkomgevingen waarin een externe radiusserver de netwerksleutel automatisch distribueert naar alle cliënten. Deze handleiding zal zich voornamelijk richten op WPA2-Personal (PSK) gebruik. Raadpleeg deze handleiding voor meer informatie over beveiliging van draadloze netwerken en verschillende beveiligingsmethoden. 50 Gebruik maken van de geavanceerde web-based gebruikersinterface 1. 2. Nadat u uw router hebt geïnstalleerd, gaat u naar de pagina “Security” (Beveiliging) onder “Wireless” (Draadloos) en selecteert u “WPA/WPA2-Personal (PSK)” in het dropdown-menu “Security Mode” (Beveiligingsmodus). Voor “Authentication” (Verificatie), selecteert u “WPA-PSK”, “WPA2PSK” of “WPA-PSK + WPA2-PSK”. Deze instelling moet voor al uw draadloze cliënten hetzelfde zijn. “WPA-PSK + WPA2-PSK” modus stelt de router in staat cliënten te ondersteunen die gebruik maken van WPA- of WPA2-beveiliging. 3. Selecteer “TKIP” of “AES” als Encryption Technique 4. 5. Voer uw “pre-shared key” (PSK) in. Deze sleutel bestaat uit 8 tot 63 tekens, dit kunnen letters, cijfers of symbolen zijn. U dient bij al uw draadloze cliënten dezelfde sleutel te gebruiken. Uw PSK kan er als volgt uitzien: “Netwerksleutel familie Jansen”. Klik op “Apply Changes” (Wijzigingen aanbrengen) om te eindigen. Ken nu aan al uw draadloze cliënten deze instellingen toe. 2 3 4 5 6 7 8 9 10 LET OP: Zorg ervoor dat uw draadloze computers geüpdatet zijn, WPA2 ondersteunen en voorzien zijn van de juiste instellingen die een verbinding met de router mogelijk maken. 51 Hoofdstuk (Encryptietechniek). Deze instelling moet voor al uw draadloze cliënten hetzelfde zijn. 1 Gebruik maken van de geavanceerde web-based gebruikersinterface WPA-beveiliging instellen Let op: Om gebruik te kunnen maken van WPA-beveiliging, dienen uw netwerkkaarten uitgerust te zijn met software die WPA ondersteunt. Op het tijdstip van publicatie van deze handleiding zal ook een beveiliigngs-patch van Microsoft gratis gedownload kunnen worden. Deze patch werkt uitsluitend met Windows XP. Uw router ondersteunt WPA-PSK (zonder server). WPA-PSK maakt gebruik van een zogenaamde pre-shared key als beveiligingssleutel. Een pre-shared key is een wachtwoord dat tussen de 8 en 63 tekens lang is. Dit wachtwoord kan zijn opgebouwd uit een combinatie van letters, cijfers en andere tekens. Elke cliënt maakt gebruik van dezelfde sleutel om toegang te krijgen tot het netwerk. Dit is de modus die doorgaans gebruikt wordt in woningen. WPA-PSK instellen 1. Selecteer “WPA-PSK (zonder server)” in het dropdown-menu “Security Mode” (Beveligingsmodus). 2. Selecteer “TKIP” of “AES” als Encryption Technique (Encryptietechniek). Deze instelling moet voor al uw cliënten hetzelfde zijn. 3. Voer uw “pre-shared key” in. Deze sleutel bestaat uit 8 tot 63 tekens, dit kunnen letters, cijfers of symbolen zijn. U dient bij al uw cliënten dezelfde sleutel te gebruiken. 4. Klik op “Apply Changes” (Wijzigingen aanbrengen) om te eindigen. Stel nu al uw cliënten op deze manier in. 52 Gebruik maken van de geavanceerde web-based gebruikersinterface WEP-encryptie-instellingen bepalen 1 Opmerking voor Mac-gebruikers: De optie “Passphrase” (meervoudig wachtwoord) kan niet gebruikt worden bij Apple® AirPort®. Om encryptie te configureren voor uw Mac-computer, stelt u de encryptie in met behulp van de handmatige methode beschreven in het volgende gedeelte. 2 1. 4 Selecteer “128-bit WEP” of “64-bit WEP” in het dropdown-menu. 3 5 7 2. Nadat u de door u gewenste WEP-encryptiemodus hebt geselecteerd, kunt u de WEP-sleutel opgeven door de hexadecimale WEP-sleutel handmatig in te typen of u kunt een “Passphrase” (Meervoudig wachtwoord) intypen in het daarvoor bestemde veld en klikken op “Generate” (Genereren) om hieruit een WEP-sleutel te creëren. Klik op “Apply Changes” (Wijzigingen toepassen) om te eindigen. Zorg er nu voor dat al uw cliënten op deze manier zijn ingesteld. 53 8 9 10 Hoofdstuk 6 Gebruik maken van de geavanceerde web-based gebruikersinterface 3. De encryptie is nu ingesteld voor de router. Alle computers van uw draadloze netwerk moeten nu met hetzelfde wachtwoord worden geconfigureerd. Zie de handleiding van uw draadloze netwerkadapter voor informatie over hoe u deze verandering moet aanbrengen. 54 Gebruik maken van de geavanceerde web-based gebruikersinterface Gebruik maken van een hexadecimale sleutel Een hexadecimale sleutel is een combinatie van cijfers en letters van A t/m F en van 0 t/m 9. 64-bits sleutels bestaan uit tien tekens die kunnen worden opgedeeld in vijf combinaties van twee tekens. 128-bits sleutels hebben een lengte van 26 tekens en kunnen worden opgedeeld in 13 combinaties van twee tekens. 1 2 3 4 AF 0F 4B C3 D4 = 64-bits sleutel C3 03 0F AF 0F 4B B2 C3 D4 4B C3 D4 E7 = 128-bits sleutel 5 Stel in de onderstaande vakken uw sleutel samen door twee letters van A t/m F en twee cijfers van 0 t/m 9 in te vullen. U gebruikt deze sleutel om de encryptie-instellingen van uw router en uw draadloze computers te programmeren. 6 7 8 9 Opmerking voor Mac-gebruikers: De oorspronkelijke Apple AirPortproducten ondersteunen uitsluitend 64-bits encryptie. Apple AirPort 2producten kunnen 64-bits en 128-bits encryptie ondersteunen. Controleer dus eerst welk type apparaat u gebruikt. Als het u niet lukt uw netwerk met 128-bits encryptie te configureren, probeer dan 64-bits encryptie. 55 10 Hoofdstuk Bijvoorbeeld: Gebruik maken van de geavanceerde web-based gebruikersinterface Gebruik maken van de accesspointmodus Let op: Deze geavanceerde functie mag uitsluitend door ervaren gebruikers worden toegepast. De router kan ook zodanig worden geconfigureerd dat hij als draadloos accesspoint fungeert. In deze modus is het gebruik van de functie “NAT IP-sharing” en de DHCP-server niet mogelijk. In AP-modus, dient de router te worden geconfigureerd met een IP-adres dat zich in hetzelfde subnet bevindt als de rest van het netwerk waarmee u verbinding maakt. Het standaard IP-adres is 192.168.2.254 en het subnetmasker is 255.255.255.0. Deze kunnen naar behoefte worden aangepast. 1. Zet de AP-modus aan door “Enable” (Aanzetten) te selecteren op de pagina “Use as Access Point only” (Alleen gebruiken als accesspoint). Als u deze optie kiest kunt u de IP-instellingen veranderen. 2. Stel uw IP-instellingen in overeenstemming met uw netwerk in. Klik op “Apply Changes” (Wijzigingen aanbrengen). 3. Sluit een kabel aan op de WAN-poort van de router en verbind deze met uw bestaande netwerk. De router fungeert nu als accesspoint. Om de geavanceerde gebruikersinterface van de router opnieuw te openen, typt u het door u gespecificeerde IP-adres in in de navigatiebalk van uw browser. De encryptieinstellingen, MAC-adressenfiltering, SSID en het kanaal kunt u normaal instellen. 56 Gebruik maken van de geavanceerde web-based gebruikersinterface Instellingen voor het beheren van MAC-adressen bepalen 1 Het MAC-adressenfilter is een krachtig beveiligingsinstrument waarmee u kunt aangeven welke computers toegang hebben tot het draadloze netwerk. 2 Let op: De filterlijst is alleen van toepassing voor draadloze computers. U kunt 3 (1) 4 5 6 (2) 7 (3) (4) (5) Een lijst creëren met Mac-adressen van computers die toegang krijgen tot het netwerk 1. Selecteer het keuzerondje voor “Allow” (Toelaten) (1) om een lijst te creëren met computers die u toegang wilt geven tot het draadloze netwerk. 2. Typ vervolgens in het lege veld “MAC Address” (3) het Mac-adres in van de draadloze computer die u toegang tot het draadloze netwerk wilt verlenen en klik vervolgens op “<<Add” (Toevoegen) (4). 3. 4. Doe dit voor elke computer die u toegang wilt verlenen. Klik op “Apply Changes” (Wijzigingen aanbrengen) (5) om te eindigen. 57 8 9 10 Hoofdstuk instellen dat elke computer die probeert het draadloze netwerk binnen te komen maar die niet in de filterlijst voorkomt, wordt de toegang geweigerd. Wanneer u deze functie inschakelt, dient u van elke cliënt (computer) het MAC-adres in te voeren om deze toe te laten tot uw netwerk. Met de functie “Block” (Blokkeren) kunt u de toegang tot het netwerk voor elke computer eenvoudig in- en uitschakelen zonder dat u verplicht bent het MAC-adres van deze computer aan de lijst toe te voegen of daaruit te verwijderen. Gebruik maken van de geavanceerde web-based gebruikersinterface Een lijst creëren met Mac-adressen van computers die geen toegang krijgen tot het netwerk De “Deny Access”-lijst stelt u in staat specifieke computers de toegang tot het netwerk te ontzeggen. Elke computer die in die lijst is opgenomen zal de toegang tot het draadloze netwerk geweigerd worden. Alle andere computers zullen wel toegang krijgen. 1. Selecteer het keuzerondje voor “Deny” (Weigeren) (2) om een lijst te creëren met computers die u geen toegang wilt geven tot het draadloze netwerk. 2. Typ vervolgens in het lege veld “MAC Address” (3) het Mac-adres in van de draadloze computer die u geen toegang tot het draadloze netwerk wilt verlenen en klik vervolgens op “<<Add” (Toevoegen) (4). 3. Doe dit voor elke computer die u geen toegang wilt verlenen. 4. Klik op “Apply Changes” (Wijzigingen aanbrengen) (5) om te eindigen. 58 Gebruik maken van de geavanceerde web-based gebruikersinterface Configuratie van de firewall Uw router is voorzien van een firewall die uw netwerk beschermt tegen uiteenlopende hackeraanvallen zoals: 2 3 IP Spoofing Land Attack Ping of Death (PoD) Denial of Service (DoS) IP met lengte nul Smurf Attack TCP Null Scan SYN flood UDP flooding Tear Drop Attack ICMP defect RIP defect Fragment flooding 4 5 6 7 8 De firewall schermt ook gewone poorten af die vaak gebruikt worden om netwerken aan te vallen. Deze poorten zijn dan onzichtbaar gemaakt waardoor zij voor hackers eenvoudigweg niet lijken te bestaan. U kunt de firewallfunctie eventueel uitschakelen hoewel het aanbeveling verdient de firewall ingeschakeld te laten. Het uitschakelen van de firewall laat uw netwerk niet volledig onbeschermd tegen een aanval van hackers, maar wij raden u toch aan de firewall geactiveerd te houden. 59 9 10 Hoofdstuk • • • • • • • • • • • • 1 Gebruik maken van de geavanceerde web-based gebruikersinterface Interne forwarding-instellingen configureren De functie Virtuele Servers biedt u de mogelijkheid externe (Internet)verbindingen voor diensten zoals een webserver (poort 80), FTPserver (Poort 21), of andere applicaties, via uw router door te sturen naar uw interne netwerk. Omdat uw interne computers door een firewall worden beveiligd, kunnen computers buiten uw netwerk (via het Internet) hen niet bereiken omdat zij “onzichtbaar” zijn. Er is een lijst van veel voorkomende toepassingen beschikbaar voor het geval dat u de functie van de virtuele server voor een specifieke applicatie moet configureren. Als uw applicatie niet voorkomt in de lijst, dan moet u contact opnemen met de verkoper van de applicatie om te bepalen welke poortinstellingen u nodig heeft. Applicaties kiezen Selecteer de applicatie in het dropdown-menu. Klik op “Add” (Toevoegen). De instellingen worden overgebracht naar de eerste beschikbare regel. Klik op “Apply Changes” (Wijzigingen aanbrengen) om de instelling voor deze applicatie op te slaan. Om een applicatie te verwijderen, selecteert u het nummer van de regel die u wilt verwijderen en vervolgens klikt u op “Clear” (Verwijderen). Instellingen handmatig in de virtuele server invoeren Om instellingen handmatig in te voeren, typt u het IP-adres in het vak voor de interne (server) computer in, geeft u de poort(en) op die vrijgegeven moeten worden (met een komma tussen de poorten als u meer poorten wilt opgeven), selecteert u het poorttype (TCP of UDP) en klikt u op “Apply Changes” (Wijzigingen aanbrengen). U kunt per intern IP-adres slechts één poort vrijgeven. U neemt een zeker risico door poorten in uw firewall te openen. U kunt instellingen zeer snel in- en uitschakelen. We raden u aan de instellingen uit te schakelen wanneer u een specifieke applicatie niet gebruikt. 60 Gebruik maken van de geavanceerde web-based gebruikersinterface 1 Cliënt IP-filters instellen De router kan zo worden geconfigureerd dat toegang tot het Internet, e-mail, of andere netwerkdiensten op bepaalde dagen en tijden beperkt is. Deze beperking kan worden ingesteld voor één computer, een groep computers of verschillende computers. 2 3 4 5 7 8 Om bijvoorbeeld de toegang tot het Internet voor één enkele computer af te sluiten, moet u het IP-adres van de beoogde computer invoeren in de IPvelden (1). Vervolgens vult u in de beide poortvelden het getal “80” in (2). Selecteer “Both” (Beide)(3). Selecteer “Block” (Blokkeren)(4). U kunt ook “Always” (Altijd) kiezen om de toegang permanent af te sluiten. Selecteer de begindatum bovenaan (5), de begintijd bovenaan (6), de einddatum onderaan (7)en de eindtijd (8) onderaan. Selecteer “Enable” (Activeren) (9). Klik op “Apply Changes” (Wijzigingen aanbrengen). De computer op het door u opgegeven IP-adres heeft nu binnen de door u aangegeven periode geen toegang tot het Internet. Let op: Zorg ervoor dat u de juiste tijdzone selecteert onder “Utilities> System Settings> Time Zone”. (5) (6) (1) (2) (3) (4) 61 (7) (8) (9) 9 10 Hoofdstuk 6 Gebruik maken van de geavanceerde web-based gebruikersinterface De gedemilitariseerde zone (DMZ) activeren Met de DMZ-functie kunt u één van de computers van uw netwerk buiten de firewall plaatsen. Dit kan bijvoorbeeld nodig zijn als de firewall bij een bepaalde toepassing als een game of video-vergaderen problemen veroorzaakt. Schakel deze functie alleen tijdelijk in. De computer in de gedemilitariseerde zone wordt namelijk NIET beschermd tegen hackeraanvallen. Om een computer in de DMZ te plaatsen, voert u de laatste twee cijfers van zijn IP-adres in het IP-veld in en selecteert u “Enable” (Activeren). Klik op “Apply Changes” (Wijzigingen aanbrengen) om de wijziging te activeren. Als u meerdere statische WAN IP-adressen gebruikt, kunt u aangeven aan welk WAN IP-adres de DMZ-host wordt gericht. Vul het WAN IP-adres in waaraan de DMZ-host moet worden gericht, voer de laatste twee cijfers in van het IP-adres van de DMZ-hostcomputer, selecteer “Enable” (Activeren) en klik op “Apply Changes” (Wijzigingen aanbrengen). 62 Gebruik maken van de geavanceerde web-based gebruikersinterface 1 Gebruik maken van een dynamisch DNS De Dynamic DNS service staat statische hostnamen toe voor dynamische IPadressen in een van de vele domeinen van DynDNS.org, waardoor toegang tot uw netwerkcomputers vanaf verschillende plaatsen op het internet eenvoudiger is. DynDNS.org biedt deze service, voor een maximum van vijf hostnamen, als een gratis dienst voor de internetgemeenschap. 2 De dynamische DNS-service is ideaal voor een privé-website, bestandsserver, maar ook als u vanaf uw werk toegang wilt krijgen tot uw pc thuis en de bestanden die erop staan. Indien u gebruik maakt van deze service verzekert u zich ervan dat uw hostnaam altijd verwijst naar uw IP-adres, zelfs als uw ISP dit adres wijzigt. Indien uw IP-adres wijzigt, kunnen uw vrienden en zakenrelaties u altijd vinden via yourname.dyndns.org! 4 De Dynamic DNS Update Client van de router installeren. Voordat u van deze functionaliteit gebruik kunt maken, dient u zich aan te melden voor de gratis update-service van DynDNS.org. Zodra u dit gedaan hebt, kunt u verder. Volg daartoe onderstaande aanwijzingen. 1. Voer uw DynDNS.org-gebruikersnaam in in het veld “User Name” (Gebruikersnaam) (1). 2. Voer uw DynDNS.org-wachtwoord in in het veld “Password / Key” (2). 3. Voer de DynDNS.org domeinnaam die u met DynDNS.org hebt opgezet in in het veld “Domain Name” (3). 4. Klik op “Update Dynamic DNS” om uw IP-adres te updaten. Indien het door uw ISP aan u toegewezen IP-adres wijzigt, zal de router uw nieuwe IP-adres automatisch doorspelen aan de DynDNS.org-servers. U kunt dit ook handmatig doen door te klikken op de knop “Update Dynamic DNS” (4). (1) (2) (3) (4) 63 5 6 7 8 9 10 Hoofdstuk U kunt zich gratis aanmelden voor een Dynamische DNS-hostnaam via http://www.dyndns.org. 3 Gebruik maken van de geavanceerde web-based gebruikersinterface ICMP-pings blokkeren Computerhackers maken gebruik van een techniek die bekend is onder de naam “pingen” om potentiële slachtoffers op het Internet te vinden. Door naar een bepaald IP-adres te pingen en een reactie te ontvangen van het IP-adres, kan een hacker vaststellen of zich daar misschien iets interessants bevindt. De router kan zo worden ingesteld dat hij niet op ICMP-pings van buiten reageert. Dit verhoogt het beveiligingsniveau van uw router. (1) Om het ping-antwoordbericht uit te schakelen, selecteert u “Block ICMP Ping” (ICMP-ping blokkeren)(1) en klikt u op “Apply Changes” (Wijzigingen aanbrengen). De router reageert nu niet meer op een ICMP-ping. 64 Gebruik maken van de geavanceerde web-based gebruikersinterface 1 Utilities (Hulpprogramma’s) In het scherm “Utilities” (Hulpprogramma’s), kunt u verschillende parameters van de router beheren en bepaalde beheerfuncties uitvoeren. 2 3 4 5 7 8 9 10 Parental Control-webfilter Raadpleeg de meegeleverde Parental Control-handleiding voor meer informatie over deze webfilter. 65 Hoofdstuk 6 Gebruik maken van de geavanceerde web-based gebruikersinterface Router opnieuw starten Als de werking van de router niet meer optimaal is, kan het soms nodig zijn de router opnieuw te starten. De configuratie-instellingen van de router worden door opnieuw startenNIET gewist. De router opnieuw starten om de normale werking te herstellen 1. Klik op de knop “Restart Router” (Router opnieuw opstarten). 2. De volgende melding verschijnt. Klik op “OK”. 3. De volgende melding verschijnt. Het herstarten van de router kan tot 60 seconden duren. Tijdens het herstarten mag u de netvoeding van de router niet uitschakelen. 4. Op het scherm worden de 60 seconden afgeteld. Zodra de nul bereikt is, zal de router automatisch herstart worden. De homepage van de router zou nu automatisch moeten verschijnen. Als dit niet het geval is, typ dan het adres van de router (standaard = 192.168.2.1) in in de navigatiebalk van uw browser. 66 Gebruik maken van de geavanceerde web-based gebruikersinterface 1 De fabrieksinstellingen herstellen Wanneer u deze optie gebruikt, worden alle instellingen in de router naar de (standaard-) fabrieksinstellingen teruggezet. Het is verstandig eerst van uw eigen instellingen een reservekopie te maken voordat u de standaardinstellingen herstelt. 1. Klik op de knop “Restore Defaults” (Standaard instellingen herstellen). 2 3 4 5 De volgende melding verschijnt. Klik op “OK”. 7 8 3. 4. De volgende melding verschijnt. Tot het herstellen van de standaardinstellingen behoort ook dat de router opnieuw wordt opgestart. Deze procedure kan tot 60 seconden duren. Tijdens een herstart mag u de stroomvoorziening van de router niet uitschakelen. 9 10 Op het scherm worden 60 seconden afgeteld. Zodra de nul bereikt is, zullen de standaardinstellingen van de router hersteld zijn. De homepage van de router zou nu automatisch moeten verschijnen. Is dat niet het geval, vul dan het adres van de router (standaard = 192.168.2.1) in op de navigatiebalk van uw browser. 67 Hoofdstuk 6 2. Gebruik maken van de geavanceerde web-based gebruikersinterface De huidige configuratie opslaan Met behulp van deze functie kunt u de huidige configuratie opslaan. Door een reservekopie te maken van uw huidige configuratie kunt u deze later in het geval van verlies of wijziging herstellen. Het is raadzaam een reservekopie te maken van uw huidige configuratie voordat u uw firmware bijwerkt. 1. Klik op “Save” (Opslaan). Er gaat een venster open met de naam “File Download” (Bestand downloaden). Klik op “Save” (Opslaan). 2. Een scherm wordt geopend waarin u de locatie kunt selecteren waar u het configuratiebestand wilt opslaan. Selecteer een locatie. U kunt het bestand elke naam geven die u wilt of de standaardbenaming “Config” gebruiken. Zorg ervoor dat u het bestand een naam geeft die u later gemakkelijk kunt terugvinden. Wanneer u de locatie en de naam van het bestand hebt gekozen, klikt u op “Save” (Opslaan). 68 Gebruik maken van de geavanceerde web-based gebruikersinterface 3. 1 Als het bestand is opgeslagen, verschijnt het volgende scherm. Klik op “Close” (Sluiten). 2 3 De configuratie is nu bewaard. 4 5 Met deze optie kunt u een eerder opgeslagen configuratie herstellen. 7 8 9 10 1. Klik op “Browse” (Bladeren). Er gaat een venster open waarin u de locatie van het configuratiebestand kunt selecteren. Alle configuratiebestanden hebben de extensie “.bin”. Zoek het configuratiebestand op dat u wilt herstellen en dubbelklik erop. 69 Hoofdstuk 6 Vorige configuratie herstellen Gebruik maken van de geavanceerde web-based gebruikersinterface 2. U zult worden gevraagd of u wilt doorgaan. Klik op “OK”. 3. Er verschijnt een herinneringsvenster. De herstelprocedure van uw configuratiebestand kan tot 60 seconden in beslag nemen. Klik op “OK”. 4. Op het scherm worden 60 seconden afgeteld. Zodra de nul bereikt is, zal de configuratie van de router hersteld zijn. De homepage van de router zou nu automatisch moeten verschijnen. Als dat niet gebeurt, typ dan het adres van de router in de navigatiebalk van uw browser in (standaard = 192.168.2.1). 70 Gebruik maken van de geavanceerde web-based gebruikersinterface 1 De firmware bijwerken Af en toe brengt Belkin een nieuwe versie uit van de firmware voor de router. Nieuwe firmwareversies bevatten verbeteringen van functies en oplossingen voor eventuele problemen. Wanneer Belkin nieuwe firmware uitbrengt, kunt u deze downloaden van de website en de firmware van de router bijwerken tot en met de nieuwste versie. 2 3 4 5 6 7 8 Beschikbaarheid van nieuwe firmwareversies nagaan Met de knop “Check Firmware” (Firmware controleren) (1) kunt u onmiddellijk nagaan of er eventueel een nieuwe firmwareversie beschikbaar is. Als u op de knop klikt, verschijnt er een browservenster waarin wordt aangegeven dat er geen nieuwe firmware beschikbaar is, of dat er een nieuwe versie beschikbaar is. Als er een nieuwe versie beschikbaar is, kunt u deze downloaden. 71 9 10 Hoofdstuk (1) Gebruik maken van de geavanceerde web-based gebruikersinterface Een nieuwe firmwareversie downloaden Als u op de knop “Check Firmware” (Firmware controleren) klikt en er een nieuwe firmwareversie beschikbaar is, verschijnt er een scherm dat lijkt op onderstaande afbeelding. 1. Om de nieuwe firmwareversie te downloaden, klikt u op “Download”. 2. Een scherm wordt geopend waarin u de locatie kunt selecteren voor het opslaan van het firmwarebestand. Selecteer een locatie. U kunt het bestand elke naam geven die u wilt, of gewoon de standaard naam gebruiken. Zorg ervoor dat u het bestand later ook weer terug kunt vinden. Zodra u een locatie hebt geselecteerd, klikt u op “Save” (Opslaan). 72 Gebruik maken van de geavanceerde web-based gebruikersinterface 3. Als het bestand is opgeslagen ziet u het volgende scherm. Klik op “Close” (Sluiten). 1 2 3 4 5 Firmware van de router bijwerken 1. 2. Op de pagina “Firmware Update” (Firmware bijwerken) klikt u op “Browse” (Bladeren). Er gaat een venster open waarin u de locatie van het bijgewerkte firmwarebestand kunt selecteren. 6 7 8 9 10 Ga naar het firmwarebestand dat u hebt gedownload. Selecteer het bestand door dubbel te klikken op de bestandsnaam. 73 Hoofdstuk Het downloaden van de firmware is voltooid. Om de firmware bij te werken, gaat u te werk als aangegeven in het volgende hoofdstuk “Firmware van de router bijwerken”. Gebruik maken van de geavanceerde web-based gebruikersinterface 3. Het “Update Firmware”vakje (Firmware bijwerken) toont nu de locatie en de naam van het firmwarebestand dat u zojuist hebt geselecteerd. Klik op “Update” (Bijwerken). 4. U zal gevraagd worden of u zeker weet dat u wilt doorgaan. Klik op “OK”. 5. U krijgt nu nog een bericht te zien. Dit bericht laat u weten dat de router mogelijk pas na één minuut reageert tijdens het laden van de firmware en dat de router opnieuw wordt opgestart. Klik op “OK”. 6. Op het scherm worden 60 seconden afgeteld. Zodra de nul bereikt is, zal de firmware van de router zijn bijgewerkt. De homepage van de router zou nu automatisch moeten verschijnen. Als dit niet het geval is, typ dan het adres van de router (standaard = 192.168.2.1) in in de navigatiebalk van uw browser. 74 Gebruik maken van de geavanceerde web-based gebruikersinterface 1 Systeeminstellingen wijzigen Op de pagina “Systems Settings” (Systeeminstellingen) kunt u een nieuw beheerderswachtwoord invoeren, de tijdzone instellen, extern beheer inschakelen en de NAT-functie van de router aan en uit zetten. Het wachtwoord voor de systeembeheerder instellen of wijzigen 3 4 5 6 7 8 9 De inlog-timeoutinstelling wijzigen Met de optie inlog-timeout kunt u de maximale tijdsduur instellen waarbinnen u ingelogd kunt blijven op de Advanced Setup Interface (Geavanceerde setup-interface) van de router. De tijdklok begint te lopen als er geen activiteit is geweest. U hebt bijvoorbeeld een aantal wijzigingen in de Advanced Setup Interface aangebracht en daarna uw computer alleen gelaten zonder op “Logout” (Afmelden) te klikken. Als de timeout is ingesteld op 10 minuten, dan loopt de inlogsessie 10 minuten nadat u de router alleen hebt gelaten af. Als u meer wijzigingen wilt aanbrengen, dient u opnieuw op de router in te loggen. Deze inlog-timeoutoptie is bedoeld als extra beveiliging en staat standaard ingesteld op 10 minuten. Let op: Er kan slechts één computer tegelijk ingelogd zijn op de Advanced Setup-Interface. 75 10 Hoofdstuk De router wordt geleverd ZONDER vooraf geprogrammeerd wachtwoord. Als u een wachtwoord wilt toevoegen voor meer beveiliging, dan kunt u hier een wachtwoord instellen. Schrijf het wachtwoord op en bewaar het op een veilige plaats, aangezien u het nodig heeft als u in de toekomst wilt inloggen op de router. Het is ook verstandig een wachtwoord in te stellen als u van plan bent de mogelijkheid van extern beheer van uw router te gebruiken. 2 Gebruik maken van de geavanceerde web-based gebruikersinterface Tijd en tijdzone instellen De tijdklok van de router wordt geregeld via de aansluiting op een SNTP (Simple Network Time Protocol) server. Hierdoor loopt de systeemklok van de router synchroon met de tijd van het wereldwijde internet. De gesynchroniseerde klok in de router wordt gebruikt voor de registratie van de beveiligingslog en de aansturing van het cliëntenfilter. Selecteer de tijdzone waarin u zich bevindt. U hebt de mogelijkheid een primaire en een backup NTP-server te selecteren om de klok van uw router gesynchroniseerd te houden. Selecteer de gewenste NTP-server in het dropdown-menu, of gebruik de huidige instelling. Selecteer de tijdzone waarin u gevestigd bent. Als u in een land woont dat de zomer- en wintertijd volgt, zet dan een kruisje in het selectievakje naast “Enable Daylight Saving” (Zomer/wintertijd inschakelen). De systeemklok geeft niet onmiddellijk na inschakeling de juiste tijd aan. De router heeft ten minste 15 minuten nodig om een verbinding op te bouwen met de tijdservers op het Internet en voor het ontvangen van een antwoordsignaal. U kunt de klok niet zelf instellen. Beheer op afstand mogelijk maken Voordat u deze geavanceerde functie van uw router van Belkin inschakelt, DIENT U ERVOOR TE ZORGEN DAT U HET WACHTWOORD VOOR DE SYSTEEMBEHEERDER HEBT INGESTELD. De functie “Remote Management” (Beheer op afstand) biedt u de mogelijkheid vanaf elke internetlocatie ter wereld de instellingen van uw router te wijzigen. Er zijn twee methoden voor het op afstand beheren van de router. Met de eerste kunt u de router vanaf elke internetlocatie openen door het selecteren van “Any IP address can remotely manage the Router” (Elk IP-adres kan de router op afstand beheren). Wanneer u uw WAN IP-adres intypt vanaf iedere willekeurige computer op het Internet, dan krijgt u een inlogscherm te zien waarin u het wachtwoord van uw router moet invoeren. De tweede methode is een specifiek IP-adres uitsluitend te bestemmen voor het op afstand beheren van de router. Deze methode is veiliger, maar minder praktisch. Bij deze methode vult u in de daarvoor bestemde ruimte het IP-adres in van de computer waarmee u toegang tot de router wilt hebben en selecteert u “Only this IP address can remotely manage the Router” (Uitsluitend dit IP-adres kan de router op afstand beheren). Voordat u deze functie inschakelt, RADEN WIJ U TEN ZEERSTE AAN uw systeembeheerderwachtwoord in te stellen. Als u geen wachtwoord invult, loopt uw router het risico van indringers. 76 Gebruik maken van de geavanceerde web-based gebruikersinterface Geavanceerde functie: De optie “Remote Access Port” stelt u in staat de “Remote Access Port for Remote Management”-functie te configureren. De standaard toegangspoort is poort 80. 1 2 3 4 5 Let op: Deze geavanceerde functie mag uitsluitend door ervaren gebruikers worden toegepast. 6 ZORG ERVOOR DAT U HET BEHEERDERSWACHTWOORD HEBT INGESTELD, voordat u deze functie activeert. Network Address Translation (NAT) is de methode waarvan de router gebruik maakt voor het delen van het enkele IP-adres dat uw ISP heeft toegekend met de andere computers binnen uw netwerk. Deze functie dient uitsluitend te worden gebruikt als uw provider u meerdere IP-adressen toekent of als u NAT moet uitschakelen in verband met een geavanceerde systeemconfiguratie. Als u slechts een enkel IP-adres heeft en u schakelt NAT uit, dan zullen de computers binnen uw netwerk geen gebruik kunnen maken van het Internet. Andere problemen kunnen ook voorkomen. Door het uitschakelen van NAT worden uw firewallfuncties niet aangetast. 77 7 8 9 10 Hoofdstuk NAT (Network Address Translation) inschakelen/uitschakelen Gebruik maken van de geavanceerde web-based UPnP inschakelen/uitschakelen UPnP (Universal Plug-and-Play) is weer een andere geavanceerde mogelijkheid van uw router van Belkin. Het is een technologie die naadloze voice- en video-messaging, games en andere applicaties mogelijk maakt die voldoen aan UPnP. Voor sommige applicaties dient de firewall van de router op een specifieke manier geconfigureerd te zijn voor een juiste werking. Hiervoor moeten doorgaans de TCP- en UDP-poorten worden geopend en in sommige gevallen triggerpoorten worden ingesteld. Applicaties die voldoen aan UpnP kunnen met de router communiceren, in principe om de router te “vertellen” op welke wijze de firewall moet worden geconfigureerd. Bij aflevering is de UPnP-functie van de router uitgeschakeld. Als u applicaties gebruikt die voldoen aan UpnP en u wilt profiteren van de mogelijkheden van UPpnP dan heeft het zin de UPnP-functie te activeren. U selecteert eenvoudigweg “Enable” (Activeren) in de paragraaf “UPnP Enabling” (UPnP activeren) van de pagina “Utilities” (Hulpprogramma’s). Klik op “Apply Changes” (Wijzigingen aanbrengen) om de wijziging op te slaan. Automatische software-update inschakelen/uitschakelen Deze vernieuwing geeft de router de ingebouwde mogelijkheid automatisch te controleren of er een nieuwe versie bestaat van de firmware en u te waarschuwen als de nieuwe firmware beschikbaar is. Wanneer u inlogt op de geavanceerde interface van de router, dan gaat de router controleren of er nieuwe software beschikbaar is. Als er nieuwe firmware gedownload kan worden, wordt u daarvan op de hoogte gesteld. U kunt er dan voor kiezen de nieuwe versie te downloaden of verder te gaan met hetgene waar u mee bezig was. 78 Handmatig netwerkinstellingen configureren Installeer EERST de computer die is verbonden met het kabel- of DSL-modem. Volg daarbij de volgende stappen. U kunt deze stappen ook gebruiken om computers aan uw router toe te voegen nadat de router geconfigureerd is voor aansluiting op het Internet. Netwerkinstellingen onder Mac OS (tot 9.x) handmatig configureren 1. Open het “Apple”-dropdown-menu. Selecteer “Control Panels” 2. (Configuratieschermen) en dan “TCP/IP”. U ziet nu het TCP/IP-configuratiescherm. Selecteer “Ethernet Built-In” (Ethernet ingebouwd) of “Ethernet” in het dropdown-menu “Connect via:” (Verbinding maken via) (1). 4 5 Sluit het venster. Als u veranderingen hebt aangebracht, verschijnt het volgende venster. Klik op “Save” (Opslaan). Herstart de computer. Wanneer de computer opnieuw is opgestart, zijn uw netwerkinstellingen geconfigureerd voor gebruik met de router. 79 8 9 10 Hoofdstuk Naast “Configure” (Configureren) (2), als “Manually” (Handmatig) is geselecteerd, moet uw router ook worden geconfigureerd voor een verbinding met een statisch IP. Noteer de adresinformatie in de onderstaande tabel. U zal deze informatie in de router moeten invoeren. Als dit niet al bij “Configure:” is ingesteld, kiest u “Using DHCP Server” (Gebruikt DHCP-server). Hierdoor geeft u de computer de opdracht bij de router een IP-adres op te halen. 5. 3 7 (2) 4. 2 6 (1) 3. 1 Handmatig netwerkinstellingen configureren Netwerkadapters onder Mac OS X handmatig configureren 1. Klik op het pictogram “System Preferences” (Systeemvoorkeuren). 2. Selecteer “Network” (Netwerk) (1) in het menu “System Preferences” (Systeemvoorkeuren). (1) 3. Selecteer “Built-in Ethernet” (Ingebouwd Ethernet) (2) naast “Show” (Tonen) in het netwerkmenu. (2) (3) (4) 80 Handmatig netwerkinstellingen configureren 4. Selecteer het tabblad “TCP/IP” (3). Naast “Configure” (Configureren)(4) moet nu “Manually” (Handmatig) of “Using DHCP” (Gebruikt maken van DHCP) te zien zijn. Is dat niet het geval, ga dan naar het tabblad PPPoE (5) en zorg ervoor dat “Connect using PPPoE” (Met behulp van PPPoE aansluiten) NIET is geselecteerd. Als dat wel het geval is, dan moet u uw router configureren voor een verbinding van het type PPPoE met behulp van uw gebruikersnaam en wachtwoord. 1 2 3 4 5 6 8 5. Als “Manually” (Handmatig) is geselecteerd, moet uw router worden geconfigureerd voor een verbinding met een statisch IP. Noteer de adresinformatie in de onderstaande tabel. U zal deze informatie in de router moeten invoeren. 6. Als dit niet al is geselecteerd, selecteert u behalve “Configure” (Configureren) ook “Using DHCP” (Gebruik maken van DHCP) (4) en klikt u op “Apply Now” (Nu toepassen). Uw netwerkinstellingen zijn nu geconfigureerd voor gebruik met de router. 81 9 10 Hoofdstuk 7 Handmatig netwerkinstellingen configureren Netwerkinstellingen onder Windows 2000, NT of XP handmatig configureren 1. Klik op “Start”, “Settings” (Instellingen) en vervolgens op “Control Panel” (Configuratiescherm). 2. Dubbelklik op het pictogram “Network and dial-up connections” (Netwerk- en inbelverbindingen) (Windows 2000) of het pictogram “Network” (Netwerk) (Windows XP). 3. Klik met uw rechter muisknop op de “Local Area Connection” (Lokale verbinding) die is gekoppeld aan uw netwerkadapter en selecteer “Properties” (Eigenschappen) in het dropdown-menu. 4. In het venster “Local Area Connection Properties” (Eigenschappen lokale verbinding) klikt u op “Internet Protocol (TCP/IP)” en op de knop “Properties” (Eigenschappen). Nu verschijnt het volgende scherm: 5. Wanneer “Use the following IP address” (Gebruik het volgende IPadres) (2) is geselecteerd, moet uw router worden ingesteld voor een statisch IP-verbindingstype. Noteer de adresinformatie in de onderstaande tabel. U zal (1) deze informatie in de router moeten invoeren. 6. Als dit niet al is geselecteerd, (2) selecteer dan “Obtain an IP address automatically” (IPadres automatisch ophalen) (3) (1) en “Obtain DNS server address automatically” (DNSserveradres automatisch ophalen) (3). Klik op “OK”. Uw netwerkinstellingen zijn nu geconfigureerd voor gebruik met de router. 82 Handmatig netwerkinstellingen configureren Handmatige configuratie van netwerkadapters onder Windows 98SE of Me 1. 2. Klik in het dropdown-menu met uw rechter muisknop op “My Network Neighborhood” (Mijn netwerkomgeving) en selecteer “Properties” (Eigenschappen). Selecteer “TCP/IP Settings” (TCP/IP instellingen) voor de geïnstalleerde netwerkadapter. Het volgende venster zal verschijnen. 1 2 3 4 5 6 8 9 3. 4. 5. 6. 7. Wanneer “Specify an IP address” (Specificeer een IP-adres) is geselecteerd, moet uw router worden ingesteld voor een statisch IPverbindingstype. Noteer de adresinformatie in de onderstaande tabel. U zal deze informatie in de router moeten invoeren. Schrijf het IP-adres en subnetmasker over van het tabblad “IP Address” (IP-adres) (3). Selecteer het tabblad “Gateway” (2). Vul het gatewayadres in het diagram in. Selecteer het tabblad “DNS Configuration” (DNSconfiguratie) (1). Schrijf het DNS-adres/de DNS-adressen in het diagram. Als dit niet al is geselecteerd, selecteert u op het tabblad voor IP-adressen “Obtain IP address automatically” (IP-adres automatisch ophalen). Klik op “OK”. Start de computer opnieuw. Wanneer de computer opnieuw is opgestart, zijn uw netwerkadapters geconfigureerd voor gebruik met de router. 83 10 Hoofdstuk 7 Aanbevolen instellingen van de webbrowser Meestal hoeft u aan de instellingen van uw webbrowser niets te veranderen. Als u problemen hebt met het openen van het Internet of de geavanceerde via het Internet bereikbare gebruikersinterface, wijzig dan de huidige instellingen van uw browser in de aanbevolen instellingen die u in dit hoofdstuk vindt. Internet Explorer 4.0 of hoger 1. Start uw browser. Selecteer “Tools” (Extra) en vervolgens “Internet Options” (Internetopties). 2. In het scherm “Internet Options” (Internetopties) vindt u drie keuzemogelijkheden. “Never dial a connection” (Nooit een verbinding maken), “Dial whenever a network connection is not present” (Maak verbinding indien er geen netwerkverbinding aanwezig is) en “Always dial my default connection” (Altijd mijn standaardverbinding gebruiken). Als u een keus kunt maken, selecteer dan “Never dial a connection” (Nooit een verbinding maken). Als u geen keus kunt maken, ga dan naar de volgende stap. 3. Klik op het scherm “Internetopties” op “Verbindingen” en selecteer “LAN-instellingen…”. 84 Aanbevolen instellingen van de webbrowser 4. Zorg ervoor dat geen van de getoonde opties is aangevinkt: “Automatically detect settings” (Instellingen automatisch detecteren), “Use automatic configuration script” (Script voor automatische configuratie gebruiken) en “Use a proxy server” (Proxyserver gebruiken). Klik op “OK”. Klik vervolgens op de pagina “Internet Options” (Internetopties) opnieuw op “OK”. 1 2 3 4 5 6 7 9 Netscape Navigator 4.0 of hoger 1. Start Netscape. Klik op “Edit” (Bewerken) en vervolgens op “Preferences” (Voorkeurinstellingen). 2. Klik in het venster “Preferences” (Voorkeurinstellingen) op “Advanced” (Geavanceerd) en selecteer vervolgens “Proxies”. In het venster “Proxies” selecteert u “Direct connection to the Internet” (Rechtstreekse verbinding met het Internet). 85 10 Hoofdstuk 8 Problemen oplossen Probleem: De installatie-cd start niet automatisch. Oplossing: Indien de cd-rom de Easy Install Wizard niet automatisch start, kan het zijn dat er andere applicaties op de computer draaien die de werking van het cdromstation nadelig beïnvloeden. 1. Als het scherm van de Easy Install Wizard niet binnen 15 tot 20 seconden verschijnt, opent u het cd-romstation door te dubbelklikken op het pictogram “My Computer” (Deze computer) op uw desktop. 2. Dubbelklik vervolgens op het cd-romstation waarin de installatie-cd is geplaatst om de installatie te starten. 3. De Easy Install Wizard zou binnen een paar seconden moeten starten. Als in plaats daarvan een venster verschijnt met daarin de bestanden op de cd, dubbelklik dan op het pictogram “EasyInstall.exe”. 4. Als de Easy Install Wizard nog steeds niet start, raadpleeg dan het hoofdstuk “Manually Configuring Network Settings” (Handmatig netwerkinstellingen configureren) (pagina 84 van deze handleiding) voor een alternatieve installatiemethode). 86 Problemen oplossen 1 Probleem: De Easy Install Wizard kan de router niet vinden.. Oplossing: 2 Controleer de volgende punten als de Easy Install Wizard de router niet kan vinden tijdens installeren: 3 1. Het kan zijn dat op de computer geïnstalleerde firewall-software van 4 derden probeert toegang tot Internet te krijgen. Voorbeelden van firewallsoftware van derden: ZoneAlarm, BlackICE PC Protection, McAfee Personal Firewall, en Norton Personal Firewall. Als u dergelijke software op uw computer heeft geïnstalleerd, zorg er dan voor dat die software op de juiste wijze is geconfigureerd. U kunt controleren of de firewall-software de toegang tot Internet blokkeert door de software tijdelijk uit te schakelen. Als de internetverbinding goed werkt bij uitgeschakelde firewall dient u de instellingen van de firewall aan te passen. Raadpleeg de instructies van de fabrikant van uw firewall-software voor instructies over het configureren van de firewall op een manier die internettoegang mogelijk maakt. 2. Neem de stekker van de router gedurende 10 seconden uit het stopcontact 3. Zorg dat er een kabelverbinding bestaat (gebruik de bij de router meegeleverde kabel) tussen (1) de netwerkpoort (Ethernet) aan de achterkant van de computer en(2) één van de LAN-poorten die zijn aangeduid met 1 t/m 4, aan de achterzijde van de router Let op: de computer mag NIET worden aangesloten op de poort “Internet/ WAN” op de achterzijde van de router. 4. Kijk wat er gebeurt als u uw computer afsluit, opnieuw opstart en u vervolgens de Easy Install Wizard weer draait. Als de Easy Install Wizard de router nog steeds niet kan vinden, raadpleeg dan de paragraaf “Manually Configuring Network Settings” (Handmatig netwerkinstellingen configureren) voor de afzonderlijke installatiestappen. 87 6 7 8 9 10 Hoofdstuk en steek die daarna terug. Controleer of het indicatielampje voor de voeding permanent brandt (groen). Is dit niet het geval, controleer dan of de voedingsadapter goed op de router en het stopcontact is aangesloten. 5 Problemen oplossen Probleem: De Easy Install Wizard kan mijn router niet met het Internet verbinden. Oplossing: Controleer de volgende punten als de Easy Install Wizard de router niet met internet kan verbinden: 1. Gebruik de voorgestelde oplossingen binnen de Easy Install Wizard. Als het scherm voor het oplossen van problemen niet automatisch opent, klikt u op de knop “Troubleshoot” (Problemen oplossen) in de rechter benedenhoek van het venster van de Easy Install Wizard. 2. Als uw ISP een gebruikersnaam en een wachtwoord eist, controleer dan of u de gebruikersnaam en het wachtwoord correct hebt ingevuld. Bij sommige gebruikersnamen moet de domeinnaam van de provider aan het einde van de naam staan. Een voorbeeld: “[email protected]”. Het gedeelte “@myisp.com” van de gebruikersnaam moet wellicht ook worden ingetypt naast uw gebruikersnaam. Als u nog steeds geen verbinding met Internet tot stand kunt brengen, raadpleeg dan het hoofdstuk “Manually Configuring Network Settings” (Netwerkinstellingen handmatig configureren) op pagina 79 van deze handleiding.. Probleem: • De Easy Install Wizard heeft de installatie voltooid, maar mijn webbrowser werkt niet. • Ik kan geen verbinding met het Internet tot stand brengen. Het “WAN”indicatielampje op de router brandt niet en het indicatielampje voor “Connected” (Verbinding gemaakt) knippert. Oplossing: Als u geen verbinding met het Internet kunt maken, het “WAN”-indicatielampje niet brandt en het indicatielampje “Connected” (Verbinding gemaakt) knippert, zijn uw router en modem waarschijnlijk niet goed op elkaar aangesloten. 1. Zorg ervoor dat de netwerkkabel tussen de modem en de router correct is aangesloten. We adviseren u nadrukkelijk om de kabel te gebruiken die bij uw kabel- of DSL-modem werd meegeleverd. Het ene uiteinde van de kabel moet zijn aangesloten op de poort aangeduid met “Internet/WAN”, en het andere uiteinde op de netwerkpoort van uw modem. 88 Problemen oplossen 2. Ontkoppel de kabel of zet het DSL-modem drie minuten uit. Zet het modem na drie minuten weer aan en/of sluit de kabel weer aan. Dit kan ervoor zorgen dat het modem de router herkent. 3. Zet de router uit, wacht 10 seconden en zet hem weer aan. De router zal nu opnieuw proberen contact te zoeken met het modem. Neem contact op met de technische hulpdienst van Belkin als het “WAN”-indicatielampje op de router na deze stappen nog niet brandt. 4. Kijk wat er gebeurt als u uw computer afsluit en weer opstart. 1 2 3 4 5 Probleem: • De Easy Install Wizard heeft de installatie voltooid, maar mijn webbrowser werkt niet. 6 • Ik kan geen verbinding met het Internet tot stand brengen. Het “WAN”indicatielampje op de router brandt en het indicatielampje voor “Connected” (Verbinding gemaakt) knippert. 7 Oplossing: brandt en het indicatielampje “Connected” (Verbinding gemaakt) knippert, komt uw verbindingstype mogelijk niet overeen met die van uw provider. 2. Als uw een verbinding met “statisch IP-adres” heeft, moet u het IP-adres, subnetmasker en gateway-adres krijgen van uw provider. Raadpleeg de paragraaf “Alternate Setup Method” (Alternatieve installatiemethode) voor informatie over het wijzigen van deze instelling. 3. Als u een PPPoE-verbinding hebt, kent uw provider u een gebruikersnaam toe, een wachtwoord en soms een servicenaam. Zorg ervoor dat het type verbinding van uw router is geconfigureerd als “PPPoE” en controleer of de instellingen correct zijn. Raadpleeg de paragraaf “Alternate Setup Method” (Alternatieve installatiemethode) voor informatie over het wijzigen van deze instelling. 4. U moet wellicht uw router configureren om te kunnen voldoen aan de specifieke vereisten van uw provider. Om in onze Knowledge Base te zoeken naar onderwerpen betreffende provider-gerelateerde zaken, gaat u naar: http://web.belkin.com/support en typt u “ISP” in. Als u nog steeds geen toegang tot internet kunt krijgen nadat u al deze instellingen hebt gecontroleerd, neem dan contact op met de afdeling Technische Ondersteuning van Belkin. 89 9 10 Hoofdstuk 1. Als u geen verbinding met internet kunt maken, het “WAN”-indicatielampje 8 Problemen oplossen Probleem: • De Easy Install Wizard heeft de installatie voltooid, maar mijn webbrowser werkt niet. • Ik kan geen verbinding met het Internet tot stand brengen. Het “WAN”indicatielampje op de router knippert en het lampje voor “Connected” (Verbinding gemaakt), brandt continue. Oplossing: 1. Als het “WAN”-indicatielampje knippert en het “Connected”indicatielampje brandt maar u geen verbinding met internet krijgt, probeert mogelijk op de computer geïnstalleerde firewall software toegang tot internet te krijgen. Voorbeelden van firewall-software van derden: ZoneAlarm, BlackICE PC Protection, McAfee Personal Firewall, en Norton Personal Firewall. 2. Als u dergelijke software op uw computer heeft geïnstalleerd, zorg er dan voor dat die software op de juiste wijze is geconfigureerd. U kunt controleren of de firewall-software de toegang tot Internet blokkeert door de software tijdelijk uit te schakelen. Als de internetverbinding goed werkt bij uitgeschakelde firewall dient u de instellingen van de firewall aan te passen. 3. Raadpleeg de instructies van de fabrikant van uw firewallsoftware voor instructies over het configureren van de firewall op een manier die internettoegang mogelijk maakt. Als u nog steeds geen toegang tot internet kunt krijgen nadat u alle firewall software heeft uitgeschakeld, neem dan contact op met de afdeling Technische Ondersteuning van Belkin. 90 Problemen oplossen 1 Probleem: Ik kan geen draadloze verbinding met het Internet tot stand brengen. Oplossing: 2 Indien u met een draadloze computer geen verbinding met het Internet tot stand kunt brengen, ga dan als volgt te werk: 3 1. Kijk naar de lampjes op uw router. Indien u gebruik maakt van een router 4 van Belkin geldt het volgende voor de lampjes: • Het signaallampje voor de voeding moet branden. • Het signaallampje voor “Verbinding gemaakt” moet branden maar niet knipperen. • Het “WAN”-signaallampje moet branden of knipperen. • Het “Wireless”-lampje zou moeten branden of knipperen. 2. Open de wireless utility software door te klikken op het pictogram rechts onderin het scherm. 5 6 7 8 draadloze kaart waarvan u gebruik maakt; onderdeel van alle utilities is echter een overzicht van “Available Networks” (Beschikbare netwerken) de draadloze netwerken waarmee verbinding gemaakt kan worden. Komt de naam van uw draadloze netwerk in dit overzicht voor? Ja, mijn netwerknaam is opgenomen in het overzicht—ga naar de oplossing voor het probleem “Ik kan geen draadloze verbinding met internet tot stand brengen, maar de naam van mijn netwerk is bekend” in het hoofdstuk “Problemen oplossen”. Nee, de naam van mijn netwerk wordt niet genoemd—ga naar de paragraaf “Ik kan geen draadloze verbinding met het Internet tot stand brengen en de naam van mijn netwerk is niet bekend”. 91 9 10 Hoofdstuk 3. Het precieze venster dat geopend wordt, is afhankelijk van het type Problemen oplossen Probleem: Ik kan geen draadloze verbinding met het Internet tot stand brengen, maar de naam van mijn netwerk is bekend. Oplossing: Indien de juiste netwerknaam is opgenomen in het overzicht van “Available Networks” (Beschikbare netwerken), volg dan de onderstaande stappen om een draadloze verbinding tot stand te brengen. 1. Klik op de juiste netwerknaam in het overzicht met beschikbare netwerken. 2. Als voor het netwerk beveiligingsinstellingen (encryptie) zijn geactiveerd, moet u de netwerksleutel invoeren. Meer informatie over beveiliging vindt u in het hoofdstuk: “WEP-encryptie instellen ”. 3. Binnen enkele seconden wordt het pictogram in de taakbalk, links onderin uw scherm, groen. Zo wordt aangegeven dat er een verbinding met het netwerk tot stand is gebracht. Probleem: Ik kan geen draadloze verbinding met het Internet tot stand brengen en de naam van mijn netwerk is niet bekend. Oplossing: Doorloop onderstaande stappen als de naam van uw netwerk niet is opgenomen in het overzicht “Available Networks” (Beschikbare netwerken) in het hulpprogramma: 1. Verplaats, indien mogelijk, de computer tijdelijk op een afstand van tussen anderhalve en drie meter van de router vandaan. Sluit het hulpprogramma en heropen het. Als de naam van het netwerk nu wel in het overzicht “Available Networks” (beschikbare netwerken) verschijnt, hebt u mogelijk een probleem met het bereik of last van storing. Mogelijke oplossingen hiervoor vindt u in het hoofdstuk “De ideale plaats voor uw draadloze G+ MIMO router” op pagina 2 van deze handleiding. 2. Gebruik een computer die via een netwerkkabel op de router is aangesloten (in plaats van een draadloze verbinding) en zorg dat “Broadcast SSID” is ingeschakeld. Deze instelling vindt u op de pagina voor het configureren van “Channel and SSID” (Kanaal en SSID). Als u nog steeds geen toegang tot Internet kunt krijgen nadat u deze stappen heeft doorlopen, neem dan contact op met de afdeling Technische Ondersteuning van Belkin. 92 Problemen oplossen 1 Probleem: • De prestaties van mijn draadloze netwerk zijn wisselvallig. • De gegevensoverdracht is soms traag. • Het signaal is zwak. • Problemen bij het tot stand brengen/behouden van een Virtual Private Network-verbinding. Oplossing: Draadloze technologie is gebaseerd op radiogolven. Dit betekent dat de connectiviteit en de doorvoersnelheid afnemen naarmate de afstand tussen de apparaten groter is. Andere factoren die een vermindering van de signaalkwaliteit veroorzaken (metaal is meestal de grootste boosdoener) zijn muren en metalen apparaten. Hou er verder rekening mee dat de snelheid van de verbinding af zal nemen naarmate de afstand tot de router (of het accesspoint) groter wordt. Het draadloze kanaal wijzigen—Het wijzigen van het kanaal kan een positief effect hebben op de prestaties en betrouwbaarheid van uw draadloze netwerk indien ander draadloos verkeer in uw omgeving en interferentie de prestaties van uw netwerk negatief beïnvloeden. Het standaard ingestelde kanaal van de router is 11. Afhankelijk van uw regio kunt u voor verschillende andere kanalen kiezen. Raadpleeg op pagina 48 het hoofdstuk “Van draadloos kanaal wisselen” voor meer informatie over het kiezen van een kanaal. De overdrachtssnelheid verlagen—Het verlagen van de overdrachtssnelheid kan het draadloze bereik en de stabiliteit van de verbinding verhogen. Bij de meeste draadloze netwerkkaarten kan de overdrachtssnelheid aangepast worden. Als u deze eigenschap wilt wijzigen, gaat u naar het “Controle Panel” (Configuratiescherm) in Windows, opent u de map “Network connections” (Netwerkverbindingen) en dubbelklikt u op de verbinding van uw draadloze kaart. Onder “Properties” (Eigenschappen) selecteert u de knop “Configure” (Configureren) op het tabblad “General” (Algemeen). (Gebruikers van Windows 98 dienen de draadloze kaart te selecteren, op Properties (Eigenschappen) te klikken) Vervolgens selecteert u op het tabblad “Advanced” (Geavanceerd) de “Rate Property” (Overdrachtssnelheid). 93 3 4 5 6 7 8 9 10 Hoofdstuk Om vast te stellen of problemen met draadloze gegevensoverdracht te maken hebben met afstand, adviseren we u uw computer tijdelijk te verplaatsen, indien mogelijk, op een afstand van 1,5 tot 3 meter van de router. 2 Problemen oplossen Draadloze cliëntkaarten regelen doorgaans automatisch de draadloze overdrachtssnelheid voor u, maar dit kan periodiek onderbreking van de verbinding veroorzaken als het draadloze signaal te zwak is; in de regel zijn langzamere overdrachtssnelheden betrouwbaarder. Wij raden u aan te experimenteren met verschillende verbindingssnelheden totdat u de beste snelheid voor uw omgeving heeft gevonden. Alle beschikbare overdrachtssnelheden zijn echter geschikt voor Internetgebruik. Raadpleeg voor meer informatie de handleiding bij uw netwerkkaart. Probleem: Ik heb problemen met het installeren van Wired Equivalent Privacy of WEPbeveiliging op een router (of accesspoint) van Belkin. Oplossing: 1. Log in op uw draadloze router (of accesspoint). Open uw webbrowser en typ het IP-adres van uw router (of accesspoint) in. (Het standaard IP-adres voor de router is 192.168.2.1, dat van het 802.11g-accesspoint is 192.168.2.254.) Log into your Router by clicking on the “Login” button in the top righthand corner of the screen. U wordt gevraagd uw wachtwoord in te voeren. Als u geen wachtwoord hebt ingesteld dan vult u dit veld niet in en klikt u op “Submit” (indienen). Klik op het tabblad “Wireless” links op uw scherm. Selecteer het “Encryption” (Encryptie) of “Security” (Beveiliging) tabblad om naar de instellingenpagina voor beveiliging te gaan. 2. Selecteer “128-bit WEP” in het dropdown-menu. 3. Nadat u een WEP-encryptiemodus hebt geselecteerd, kunt u uw hexadecimale WEP-sleutel handmatig intypen of een passphrase in het “Passphrase”-veld invoeren en klikken op “Generate” (Genereren) om uit de passphrase een WEP-sleutel te genereren. Klik op “Apply Changes” (Wijzigingen toepassen) om te eindigen. Zorg er nu voor dat al uw cliënten op deze manier zijn ingesteld. Een hexadecimale sleutel is een combinatie van cijfers en letters van A tot F en 0 tot 9. Voor 128-bits WEP dient u 26 hexadecimale sleutels in te voeren. Bijvoorbeeld: C3030FAF4BB2C3D44BC3D4E7E4 = 128-bits sleutel 4. Klik op “Apply Changes” (Wijzigingen aanbrengen) om te eindigen. De encryptie in de router is nu ingesteld. Iedere computer binnen uw draadloze netwerk moet nu worden geconfigureerd met dezelfde beveiligingsinstelling en. 94 Problemen oplossen WAARSCHUWING: Als u de draadloze router (of accesspoint) vanaf een 1 computer met een draadloze cliënt configureert, dient u ervoor te zorgen dat de beveiliging voor die draadloze cliënt is ingeschakeld. Als dat niet gebeurt, krijgt u geen draadloze verbinding. 2 Opmerking voor Mac-gebruikers: De oorspronkelijke Apple AirPort- 3 producten ondersteunen uitsluitend 64-bits encryptie. Apple AirPort 2producten kunnen 64-bits of 128-bits encryptie ondersteunen. Controleer dus eerst het type Apple Airport-product dat u gebruikt. Als het u niet lukt uw netwerk met 128-bits encryptie te configureren, probeer dan 64-bits encryptie. Probleem: Ik heb problemen met het installeren van Wired Equivalent Privacy (WEP)beveiliging op een cliëntkaart van Belkin.. Oplossing: 1. Dubbelklik op het signaalindicatiepictogram om het scherm “Wireless Network” te laten verschijnen. 2. Met de knop “Advanced” (Geavanceerd) kunt u meer opties van de kaart bekijken en deze configureren. 3. Nadat u op “Advanced” (Geavanceerd) hebt geklikt, verschijnt de Belkin Wireless LAN Utility., Met dit hulpprogramma kunt u alle geavanceerde functies van de draadloze kaart van Belkin beheren.W 4. Op het tabblad “Wireless Networks Properties” (Eigenschappen draadloze netwerken) selecteert u een netwerknaam uit de lijst “Available networks” (Beschikbare netwerken) en vervolgens klikt u op de knop “Properties” (Eigenschappen).. 5. Selecteer “WEP” onder “Data Encryption” (Dataencryptie). 6. Zorg ervoor dat de optie “The key is provided for me automatically” (De sleutel wordt automatisch verstrekt) niet is aangevinkt. Als u deze computer gebruikt om in te loggen op een bedrijfsnetwerk, vraag dan aan uw netwerkbeheerder of deze optie aangevinkt moet zijn of niet. 95 5 6 7 8 9 10 Hoofdstuk De cliëntkaart dient dezelfde sleutel te gebruiken als de draadloze router (of het draadloze accesspoint). Als u draadloze router(of accesspoint) bijvoorbeeld gebruik maakt van de sleutel 00112233445566778899AABBCC, dan moet u voor de cliëntkaart exact dezelfde sleutel te gebruiken. 4 Problemen oplossen 7. Typ de WEP-sleutel in in het daarvoor bestemde veld naast “Network Key” (Netwerksleutel). Belangrijk: Een WEP-sleutel is een combinatie van cijfers en letters van A tot F en 0 tot 9. Voor 128-bits WEP dient u 26 hexadecimale sleutels in te voeren. Deze netwerksleutel dient overeen te komen met de sleutel die u toekent aan uw draadloze router (of accesspoint). Bijvoorbeeld: C3030FAF4BB2C3D44BC3D4E7E4 = 128-bits sleutel 8. Klik op “OK” en vervolgens op “Apply” (Toepassen) om de instellingen op te slaan. Indien u GEEN gebruik maakt van een draadloze cliëntkaart van Belkin, raden wij u aan de handleiding die hoort bij uw draadloze cliëntkaart hoort te raadplegen. Probleem: Ondersteunen de producten van Belkin WPA? Oplossing Let op: Om WPA-beveiliging te kunnen gebruiken moeten al uw cliënten geüpgraded zijn naar stuurprogramma’s en software die WPA ondersteunen. U kunt gratis een beveiligingspatch van Microsoft downloaden. Deze patch werkt alleen onder het Windows XPbesturingssysteem. U kunt deze patch hier downloaden: http://www.microsoft.com/downloads/details.aspx?FamilyID=009d8425ce2b-47a4-abec-274845dc9e91&displaylang=en U dient tevens van de website van Belkin het nieuwste stuurprogramma te downloaden voor uw draadloze 802.11g desktop- of notebooknetwerkkaart van Belkin. Andere besturingssystemen worden op dit moment nog niet ondersteund. De patch van Microsoft ondersteunt uitsluitend apparaten met WPA-stuurprogramma’s, zoals Belkin 802.11g-producten. Download de nieuwste stuurprogramma’s op http://web.belkin. com/support voor de volgende producten: F5D7000, F5D7001, F5D7010, F5D7011, F5D7230-4, F5D7231-4, F5D7130 96 Problemen oplossen 1 Probleem: Ik heb problemen met het installeren van Wi-Fi Protected Access (WPA) beveiliging op een draadloze router / accesspoint van Belkin voor een thuisnetwerk. Oplossing: 1. Selecteer “WPA-PSK (zonder server)” in het dropdown-menu “Security Mode” (Beveiligingsmodus). 2. Selecteer “TKIP” of “AES” als Encryption Technique (Encryptietechniek). Deze instelling moet voor al uw cliënten hetzelfde zijn. 3. Voer uw “pre-shared key” in. Deze kan bestaan uit 8 tot 63 karakters en wordt opgebouwd uit letters, cijfers, symbolen en spaties. U dient bij al uw cliënten dezelfde sleutel te gebruiken. Uw PSK kan er als volgt uitzien: “Netwerksleutel familie Jansen”. 4. Klik op “Apply Changes” (Wijzigingen aanbrengen) om te eindigen. Stel nu al uw cliënten op deze manier in. 2 3 4 5 6 7 8 Ik heb problemen met het installeren van Wi-Fi Protected Access (WPA) beveiliging op een draadloze cliëntkaart van Belkin voor een thuisnetwerk. Oplossing: Cliënten moeten dezelfde sleutel gebruiken als de draadloze router (of het draadloze accesspoint). Als bijvoorbeeld de sleutel “Netwerksleutel familie Jansen” door de router (of het accesspoint) wordt gebruikt, moeten de cliënten diezelfde sleutel hebben. 1. Dubbelklik op het signaalindicatorpictogram om het venster “Wireless Network Utility” te laten verschijnen. Als u op de knop “Advanced” (Geavanceerd) drukt, kunt u meer opties van de kaart bekijken en configureren. 2. Nadat u op “Advanced” (Geavanceerd) hebt geklikt, verschijnt de Belkin Wireless Utility. Met dit hulpprogramma kunt u alle geavanceerde functies van de draadloze kaart van Belkin beheren. 97 10 Hoofdstuk 9 Probleem: Problemen oplossen 3. Op het tabblad “Wireless Networks Properties” (Eigenschappen draadloze netwerken) selecteert u een netwerknaam uit de lijst “Available networks” (Beschikbare netwerken) en vervolgens klikt u op de knop “Properties” (Eigenschappen). 4. Selecteer “WPA-PSK (no server)” onder “Network Authentication” (Netw erkauthentificatie). 5. Typ de WPA-sleutel in in het daarvoor bestemde vakje bij “Network Key” (Netwerksleutel) Belangrijk: WPA-PSK is opgebouwd uit een combinatie van cijfers en letters van A tot Z en 0 tot 9. Voor WPA-PSK kunt u 8 tot 63 tekens invoeren. Deze netwerksleutel dient overeen te komen met de sleutel die u toekent aan uw draadloze router of accesspoint. 6. Klik op “OK” en vervolgens op “Apply” (Toepassen) om de instellingen op te slaan. Probleem: Ik maak GEEN gebruik van een cliëntkaart van Belkin voor een thuisnetwerk en heb problemen met het instellen van Wireless Protected Access (WPA) beveiliging. Oplossing: Als u geen gebruik maakt van een draadloze desktop- of notebooknetwerkkaart van Belkin en uw kaart niet voorzien is van software die WPA ondersteunt, dan kunt u gratis van de website van Microsoft een bestand downloaden met de naam “Windows XP Support Patch for Wireless Protected Access”. De patch van Microsoft kunt u downloaden door de knowledge base voor Windows XP WPA te doorzoeken. Opmerking: Dit Microsoft-bestand werkt alleen met Windows XP. Andere besturingssystemen worden op dit moment nog niet ondersteund. U dient ook te controleren of de kaartfabrikant WPA ondersteunt en of u het nieuwste stuurprogramma van hun ondersteuningssite heeft gedownload. Ondersteunde besturingssystemen: • Windows XP Professional • Windows XP Home Edition 98 Problemen oplossen 1. In Windows XP klikt u op “Start > Control Panel > Network Connections” (Start > Configuratiescherm > Netwerkverbindingen). 2. Als u op het tabblad “Wireless Networks” (Draadloze netwerken) klikt, verschijnt het volgende venster. Zorg ervoor dat het vakje “Use Windows to configure my wireless network settings” (Gebruik Windows om de instellingen van mijn draadloze netwerk te configureren) is aangevinkt. 1 2 3 4 5 6 7 8 knop “Configure” (Configureren). Het volgende scherm zal verschijnen. 9 10 4. Voor een netwerk in uw woning of kantoor selecteert u onder “Network Authentication” (Netwerkverificatie) “WPA-PSK”. Opmerking: Selecteer “WPA (with radius server)” (WPA met radiusserver) als u deze computer gebruikt om verbinding te maken met een bedrijfsnetwerk dat een authenticatieserver ondersteunt, bijv. een radiusserver. Neem contact op met uw netwerkbeheerder voor nadere informatie. 99 Hoofdstuk 3. Klik op het tabblad “Wireless Networks” (Draadloze netwerken) op de Problemen oplossen 5. Selecteer onder “Data Encryption” (Data-encryptie) “TKIP” of “AES”. Deze instelling moet gelijk zijn aan die van de draadloze router (of het draadloze accesspoint). 6. Typ de encryptiesleutel in in het vakje voor de “Network Key” (Netwerksleutel). Belangrijk: Voer uw pre-shared sleutel in. Deze sleutel bestaat uit 8 tot 63 tekens, dit kunnen letters, cijfers of symbolen zijn. U dient bij al uw cliënten dezelfde sleutel te gebruiken. 7. Klik op “OK” om de instellingen op te slaan. 100 Problemen oplossen Wat is het verschil tussen 802.11b, 802.11g en G+ MIMO en Pre-N? Op dit moment zijn er vier standaarden voor draadloze netwerken, waartussen grote verschillen in overdrachtssnelheden bestaan. Elke norm is gebaseerd op de aanduiding 802.11(x), een benaming die is vastgesteld door het IEEE (Institute of Electrical and Electronic Engineers), het Amerikaanse instituut dat verantwoordelijk is voor de ontwikkeling en goedkeuring van ondermeer netwerknormen. De meest gebruikte standaard voor draadloos netwerkverkeer is 802.11b. Deze maakt een gegevensoverdracht van 11 Mbps mogelijk. De standaarden 802.11a en 802.11g maken snelheden tot 54 Mbps mogelijk. G+ MIMO werkt eveneens met snelheden tot 54 Mbps en Pre-N met snelheden tot 108 Mbps. 1 2 3 4 5 6 7 8 10 101 Hoofdstuk 9 Problemen oplossen (802.11g met True MIMOTM) Pre-N van Belkin (802.11g met MIMO MRC) G+ MIMO G+ (802.11g met HSM) Frequentie (802.11g) 10x sneller dan 802.11b* De vrije 2,4GHzband is gevoelig voor interferentie door stoorsignalen van huishoudelijke apparatuur als draadloze telefoons en magnetrons De vrije 2,4GHz-band is gevoelig voor interferentie door stoorsignalen van huishoudelijke apparatuur als draadloze telefoons en magnetrons De vrije 2,4GHz-band is gevoelig voor interferentie door stoorsignalen van huishoudelijke apparatuur als draadloze telefoons en magnetrons Compatibiliteit G 5x sneller dan 802.11b* Compatibel met 802.11g Compatibel Compatible met Compatible met Compatible met met 802.11g en 802.11b/g 802.11b/g 802.11b/g 802.11b Bereik* 802.11b 11Mbps-verbindingssnelheid/ basislijn Doorgaans 30–60 m binnenshuis Tot 120 m* Voordeel Snelheid* Draadloze technologie Vergelijkend overzicht van draadloze technologieën Algemeen aanvaard Veel gebruikt Groter bereik – vooral voor en hogere het delen van internetaanslui- snelheden tingen Tot 210 m* 10x sneller dan 15x sneller dan 802.11b* 802.11b* De vrije 2,4GHz-band is gevoelig voor interferentie door stoorsignalen van huishoudelijke apparatuur als draadloze telefoons en magnetrons De vrije 2,4GHz-band is gevoelig voor interferentie door stoorsignalen van huishoudelijke apparatuur als draadloze telefoons en magnetrons Tot 300 m* Tot 425 m* Betere dekking en bereik en constante snelheden Geavanceerd – beste reikwijdte en doorvoer *Bereik en verbindingssnelheid zijn afhankelijk van uw netwerkomgeving. 102 Informatie 1 FCC-verklaring VERKLARING VAN CONFORMITEIT MET DE FCC-VOORSCHRIFTEN VOOR ELEKTROMAGNETISCHE COMPATIBILITEIT Wij, Belkin Corporation, gevestigd 501 West Walnut Street, Compton, CA 90220, Verenigde Staten van Amerika, verklaren hierbij dat wij de volledige verantwoordelijkheid aanvaarden dat het product met het artikelnummer F5D9230-4 waarop deze verklaring betrekking heeft, voldoet aan Deel 15 van de FCC-voorschriften. Het gebruik ervan is onderworpen aan de beide volgende voorwaarden: (1) het apparaat mag geen schadelijke storingen opwekken en (2) het apparaat moet elke ontvangen interferentie accepteren, waaronder storingen die een ongewenste werking kunnen veroorzaken. Kennisgeving van de Federal Communications Commission (FCC) Deze apparatuur is getest en voldoet aan de grenswaarden voor digitale apparaten van Klasse B zoals vastgelegd in Deel 15 van de FCC-voorschriften. Deze normen zorgen bij de installatie in een woonomgeving voor een aanvaardbare bescherming tegen schadelijke interferentie. Deze apparatuur genereert en gebruikt radiofrequente energie en kan deze tevens uitzenden. Als deze apparatuur de radio- of televisie-ontvangst stoort, wat u kunt vaststellen door de apparatuur in- en uit te schakelen, kunt u proberen de storing op te heffen met een of meer van de volgende maatregelen: 103 3 4 5 6 7 8 9 10 Hoofdstuk Waarschuwing: Blootstelling aan radiofrequente straling. Het uitgangsvermogen van dit apparaat ligt ver beneden de hiervoor in de FCCvoorschriften vastgelegde grenswaarden voor stralingsfrequenties. Niettemin dient dit apparaat zodanig te worden gebruikt dat bij normaal gebruik de mogelijkheid van persoonlijk contact tot een minimum beperkt blijft. Ook bij het aansluiten van een externe antenne op dit apparaat moet de antenne zodanig worden geplaatst dat bij normaal gebruik de kans op aanraking tot een minimum beperkt blijft. Ter voorkoming van overschrijding van de in de FCC-voorschriften aangegeven grenswaarden voor de blootstelling aan radiofrequente straling, mogen personen de werkende antenne niet dichter naderen dan tot op een afstand van 20 centimeter. 2 Informatie • Door de ontvangende antenne in een andere richting te draaien of de antenne op een andere plaats te zetten. • Vergroot de afstand tussen de apparatuur en het ontvangende apparaat. • Sluit de apparatuur aan op een stopcontact van een andere groep dan die waarop de ontvanger is aangesloten. • Neem contact op met de verkoper of een deskundig radio/televisietechnicus. Veranderingen De Federal Communications Commission eist dat de gebruiker wordt gewaarschuwd dat elke verandering aan het apparaat die niet uitdrukkelijk door Belkin Corporation is goedgekeurd de bevoegdheid van de gebruiker om het apparaat te bedienen teniet kan doen. Canada-Industry Canada (IC) De draadloze radio van dit apparaat voldoet aan RSS 139 & RSS 210 Industry Canada. This Class B digital apparatus complies with Canadian ICES-003. Cet appareil numérique de la classe B conforme á la norme NMB-003 du Canada. Kennisgeving betreffende de Europese Unie Radioproducten die voorzien zijn van de CE 0560- of de CE-aanduiding voldoen aan de R&TTE-richtlijn (1995/5/EC) van de Commissie van de Europese Gemeenschap. Het voldoen aan deze richtlijn houdt in dat de betreffende apparatuur beantwoordt aan de volgende Europese normen (de overeenkomstige internationale normen zijn tussen haakjes vermeld). • EN 60950 (IEC60950) – Productveiligheid • EN 300 328 Technische vereisten voor radioapparatuur • ETS 300 826 - Algemene vereisten voor radioapparatuur wat betreft elektromagnetische compatibiliteit. U kunt het zendertype vaststellen op het identificatie-etiket van uw apparaat van Belkin. Producten die voorzien zijn van het CE-merk voldoen aan de Richtlijn voor Elektromagnetische Compatibiliteit (89/336/EEC) en aan de Richtlijn voor Laagspanningsapparatuur (72/23/EEC) van de Commissie van de Europese Economische Gemeenschap. Apparaten die aan deze richtlijn voldoen beantwoorden aan de volgende Europese normen (tussen haakjes zijn de overeenkomstige internationale normen vermeld). • EN 55022 (CISPR 22) – Elektromagnetische interferentie • EN 55024 (IEC61000-4-2,3,4,5,6,8,11) – Elektromagnetische immuniteit • EN 61000-3-2 (IEC610000-3-2) – Harmonischen in elektrische leidingen • EN 61000-3-3 (IEC610000) – Spanningsfluctuaties in elektrische leidingen • EN 60950 (IEC60950) – Productveiligheid Producten die een radiozender bevatten zijn voorzien van de CE 0560- of CEaanduiding en kunnen tevens zijn voorzien van het CE-logo. 104 Informatie Beperkte levenslange productgarantie van Belkin Corporation 1 2 Deze garantie dekt het volgende. Belkin garandeert de oorspronkelijke koper van dit Belkin product dat het product vrij is van ontwerp-, assemblage-, materiaal- en fabricagefouten. 3 De geldigheidsduur van de dekking is als volgt. Belkin Corporation garandeert het Belkin product voor de levensduur van het product. 4 Hoe worden problemen opgelost? Productgarantie. Belkin zal het product dat een defect vertoont naar eigen keus kosteloos (met uitzondering van transportkosten) repareren of vervangen. 5 Hoe wordt service verleend? Om voor serviceverlening door Belkin in aanmerking te komen, moet u het volgende doen: 1. Neem binnen 15 dagen na het voorval contact op met de afdeling Customer Service, Belkin Corporation, 501 W. Walnut St., Compton CA 90220, of bel (800)-223-5546. U moet de volgende gegevens kunnen verstrekken: a. Het artikelnummer van het Belkin-product. b. Waar u het product hebt gekocht. c. Wanneer u het product hebt gekocht. d. Een kopie van de aankoopbon. 2. De medewerker/ster van de Belkin klantenservice zal u vervolgens instructies geven hoe het aankoopbewijs en het product moet verzenden en hoe u de claim verder af moet wikkelen. Belkin Corporation behoudt zich het recht voor het defecte Belkin-product te onderzoeken. De kosten voor verzending van het Belkin-product naar Belkin Corporation komen volledig voor rekening van de koper. Als Belkin naar eigen bevinding tot de conclusie komt dat het onpraktisch is de beschadigde 105 6 7 8 9 10 11 Hoofdstuk Wat valt buiten deze garantie? Alle hierin versterkte garanties zijn niet van toepassing als het product van Belkin op verzoek van Belkin niet op kosten van de koper voor onderzoek aan Belkin Corporation ter beschikking is gesteld of als Belkin Corporation besluit dat het product van Belkin verkeerd is geïnstalleerd, op enige wijze is veranderd of vervalst. De Belkin productgarantie biedt geen bescherming tegen van buiten komend onheil (anders dan blikseminslag), zoals overstromingen, aardbevingen en oorlogsmolest, vandalisme, diefstal, normale slijtage, afslijting, depletie, veroudering, misbruik, beschadiging door netspanningsdalingen (z.g. “brown-outs” en “sags”), ongeoorloofde programmering en/of wijziging van de systeemapparatuur. Informatie apparatuur naar Belkin Corporation te verzenden, kan Belkin naar eigen goeddunken een deskundige reparatie-inrichting aanwijzen en deze opdragen de betreffende apparatuur te inspecteren en de reparatiekosten ervan te begroten. De eventuele verzendkosten van het product naar de reparatie-inrichting en van de terugzending naar de koper en van de kostenbegroting komen geheel voor rekening van de koper. Het beschadigde product moet voor onderzoek beschikbaar blijven totdat de claim is afgehandeld. Belkin Corporation behoudt zich bij de vereffening van claims het recht voor tot in-de-plaatstreding bij alle geldige verzekeringspolissen waarover de koper van het product beschikt. De garantie en de wet. DEZE GARANTIE OMVAT DE ENIGE GARANTIE VAN BELKIN CORPORATION EN ER ZIJN GEEN ANDERE GARANTIES, NADRUKKELIJK OF TENZIJ WETTELIJK BEPAALD IMPLICIET, MET INBEGRIP VAN IMPLICIETE GARANTIES OF VOORZIENINGEN VAN VERHANDELBAARHEID OF GESCHIKTHEID VOOR EEN BEPAALD DOEL, EN ZULKE IMPLICIETE GARANTIES, MITS VAN TOEPASSING, ZIJN WAT HUN GELDIGHEID BETREFT TOT DE DUUR VAN DEZE GARANTIE BEPERKT. In sommige staten of landen is het niet toegestaan de duur van impliciete garanties te beperken in welk geval de bovenstaande garantiebeperkingen wellicht niet voor u gelden. Onder toepasselijk recht is Belkin Corporation niet aansprakelijk voor incidentele, bijzondere, directe, indirecte, bijkomende of meervoudige schade waartoe zonder enige beperking te rekenen schade ten gevolge van gederfde winst en/of gemiste opbrengsten voortkomend uit de verkoop of het gebruik van Belkin producten, zelfs als de betrokkene van mogelijkheid van zulke schade tevoren op de hoogte was gesteld. Deze garantie verleent u specifieke wettelijke rechten en wellicht hebt u andere rechten die van staat tot staat kunnen verschillen. In sommige staten en landen is het niet toegestaan incidentele, gevolg- en andere schade uit te sluiten, reden waarom de bovenstaande garantiebeperkingen wellicht niet voor u gelden. Dit symbool op het product of de verpakking geeft aan dat dit product niet mag worden afgevoerd met het huishoudelijk afval. Het is uw verantwoordelijkheid uw afgedankte apparatuur af te leveren op een aangewezen inzamelpunt voor de verwerking van afgedankte elektrische en elektronische apparatuur. De gescheiden inzameling en verwerking van uw afgedankte apparatuur draagt bij tot het sparen van natuurlijke bronnen en tot het hergebruik van materiaal op een wijze die de volksgezondheid en het milieu beschermt. Voor meer informatie over waar u uw afgedankte apparatuur kunt inleveren voor recycling kunt u contact opnemen met het gemeentehuis in uw woonplaats, de reinigingsdienst of de winkel waar u het product hebt aangeschaft. 106 Draadloze G+ MIMOrouter Aanvullende informatie over technische ondersteuning is beschikbaar op www.belkin.com onder “Ondersteuning”. “Indien u telefonisch* contact wilt opnemen met onze afdeling voor technische ondersteuning, kunt u gebruik maken van het voor u van toepassing zijnde telefoonnummer uit onderstaande lijst. Onze afdeling voor technische ondersteuning is bereikbaar tijdens kantooruren.” *Tegen standaard telefoontarief Gratis technische ondersteuning* OOSTENRIJK TSJECHIË DENEMARKEN FINLAND FRANKRIJK DUITSLAND GRIEKENLAND HONGARIJE IJSLAND IERLAND ITALIË LUXEMBURG NEDERLAND NOORWEGEN POLEN PORTUGAL RUSLAND ZUID-AFRIKA SPANJE ZWEDEN ZWITSERLAND UK 08 - 20 20 07 66 23 900 04 06 701 22 403 00800 - 22 35 54 60 08 - 25 54 00 26 0180 - 500 57 09 00800 - 44 14 23 90 06 - 17 77 49 06 800 8534 0818 55 50 06 02 - 69 43 02 51 34 20 80 8560 0900 - 040 07 90 815 00 287 00800 - 441 17 37 707 200 676 495 580 9541 0800 - 99 15 21 902 - 02 43 66 07 - 71 40 04 53 08 - 48 00 02 19 0845 - 607 77 87 Belkin Corporation 501 West Walnut Street Los Angeles, CA 90220, USA 310-898-1100 310-898-1111 fax Belkin Ltd. 7 Bowen Crescent, West Gosford NSW 2250, Australië +61 (0) 2 4372 8600 +61 (0) 2 4372 8603 fax Belkin Ltd. Express Business Park, Shipton Way Rushden, NN10 6GL, Verenigd Koninkrijk +44 (0) 1933 35 2000 +44 (0) 1933 31 2000 fax Belkin B.V. Boeing Avenue 333 1119 PH Schiphol-Rijk, Nederland +31 (0) 20 654 7300 +31 (0) 20 654 7349 fax © 2006 Belkin Corporation. Alle rechten voorbehouden. Alle handelsnamen zijn geregistreerde handelsmerken van de betreffende rechthebbenden. Het merk Wi-Fi is een geregistreerd merk van de Wi-Fi Alliance. Het “Wi-Fi CERTIFIED”-logo is een certificatiemerk van de Wi-Fi Alliance. Mac, Mac OS, Apple en AirPort zijn handelsmerken van Apple Computer, Inc. die gedeponeerd zijn in de Verenigde Staten en in andere landen. 109 P74880ea_A
  • Page 1 1
  • Page 2 2
  • Page 3 3
  • Page 4 4
  • Page 5 5
  • Page 6 6
  • Page 7 7
  • Page 8 8
  • Page 9 9
  • Page 10 10
  • Page 11 11
  • Page 12 12
  • Page 13 13
  • Page 14 14
  • Page 15 15
  • Page 16 16
  • Page 17 17
  • Page 18 18
  • Page 19 19
  • Page 20 20
  • Page 21 21
  • Page 22 22
  • Page 23 23
  • Page 24 24
  • Page 25 25
  • Page 26 26
  • Page 27 27
  • Page 28 28
  • Page 29 29
  • Page 30 30
  • Page 31 31
  • Page 32 32
  • Page 33 33
  • Page 34 34
  • Page 35 35
  • Page 36 36
  • Page 37 37
  • Page 38 38
  • Page 39 39
  • Page 40 40
  • Page 41 41
  • Page 42 42
  • Page 43 43
  • Page 44 44
  • Page 45 45
  • Page 46 46
  • Page 47 47
  • Page 48 48
  • Page 49 49
  • Page 50 50
  • Page 51 51
  • Page 52 52
  • Page 53 53
  • Page 54 54
  • Page 55 55
  • Page 56 56
  • Page 57 57
  • Page 58 58
  • Page 59 59
  • Page 60 60
  • Page 61 61
  • Page 62 62
  • Page 63 63
  • Page 64 64
  • Page 65 65
  • Page 66 66
  • Page 67 67
  • Page 68 68
  • Page 69 69
  • Page 70 70
  • Page 71 71
  • Page 72 72
  • Page 73 73
  • Page 74 74
  • Page 75 75
  • Page 76 76
  • Page 77 77
  • Page 78 78
  • Page 79 79
  • Page 80 80
  • Page 81 81
  • Page 82 82
  • Page 83 83
  • Page 84 84
  • Page 85 85
  • Page 86 86
  • Page 87 87
  • Page 88 88
  • Page 89 89
  • Page 90 90
  • Page 91 91
  • Page 92 92
  • Page 93 93
  • Page 94 94
  • Page 95 95
  • Page 96 96
  • Page 97 97
  • Page 98 98
  • Page 99 99
  • Page 100 100
  • Page 101 101
  • Page 102 102
  • Page 103 103
  • Page 104 104
  • Page 105 105
  • Page 106 106
  • Page 107 107
  • Page 108 108
  • Page 109 109
  • Page 110 110
  • Page 111 111
  • Page 112 112
  • Page 113 113
  • Page 114 114
  • Page 115 115
  • Page 116 116
  • Page 117 117
  • Page 118 118
  • Page 119 119
  • Page 120 120
  • Page 121 121
  • Page 122 122
  • Page 123 123
  • Page 124 124
  • Page 125 125
  • Page 126 126
  • Page 127 127
  • Page 128 128
  • Page 129 129
  • Page 130 130
  • Page 131 131
  • Page 132 132
  • Page 133 133
  • Page 134 134
  • Page 135 135
  • Page 136 136
  • Page 137 137
  • Page 138 138
  • Page 139 139
  • Page 140 140
  • Page 141 141
  • Page 142 142
  • Page 143 143
  • Page 144 144
  • Page 145 145
  • Page 146 146
  • Page 147 147
  • Page 148 148
  • Page 149 149
  • Page 150 150
  • Page 151 151
  • Page 152 152
  • Page 153 153
  • Page 154 154
  • Page 155 155
  • Page 156 156
  • Page 157 157
  • Page 158 158
  • Page 159 159
  • Page 160 160
  • Page 161 161
  • Page 162 162
  • Page 163 163
  • Page 164 164
  • Page 165 165
  • Page 166 166
  • Page 167 167
  • Page 168 168
  • Page 169 169
  • Page 170 170
  • Page 171 171
  • Page 172 172
  • Page 173 173
  • Page 174 174
  • Page 175 175
  • Page 176 176
  • Page 177 177
  • Page 178 178
  • Page 179 179
  • Page 180 180
  • Page 181 181
  • Page 182 182
  • Page 183 183
  • Page 184 184
  • Page 185 185
  • Page 186 186
  • Page 187 187
  • Page 188 188
  • Page 189 189
  • Page 190 190
  • Page 191 191
  • Page 192 192
  • Page 193 193
  • Page 194 194
  • Page 195 195
  • Page 196 196
  • Page 197 197
  • Page 198 198
  • Page 199 199
  • Page 200 200
  • Page 201 201
  • Page 202 202
  • Page 203 203
  • Page 204 204
  • Page 205 205
  • Page 206 206
  • Page 207 207
  • Page 208 208
  • Page 209 209
  • Page 210 210
  • Page 211 211
  • Page 212 212
  • Page 213 213
  • Page 214 214
  • Page 215 215
  • Page 216 216
  • Page 217 217
  • Page 218 218
  • Page 219 219
  • Page 220 220
  • Page 221 221
  • Page 222 222
  • Page 223 223
  • Page 224 224
  • Page 225 225
  • Page 226 226
  • Page 227 227
  • Page 228 228
  • Page 229 229
  • Page 230 230
  • Page 231 231
  • Page 232 232
  • Page 233 233
  • Page 234 234
  • Page 235 235
  • Page 236 236
  • Page 237 237
  • Page 238 238
  • Page 239 239
  • Page 240 240
  • Page 241 241
  • Page 242 242
  • Page 243 243
  • Page 244 244
  • Page 245 245
  • Page 246 246
  • Page 247 247
  • Page 248 248
  • Page 249 249
  • Page 250 250
  • Page 251 251
  • Page 252 252
  • Page 253 253
  • Page 254 254
  • Page 255 255
  • Page 256 256
  • Page 257 257
  • Page 258 258
  • Page 259 259
  • Page 260 260
  • Page 261 261
  • Page 262 262
  • Page 263 263
  • Page 264 264
  • Page 265 265
  • Page 266 266
  • Page 267 267
  • Page 268 268
  • Page 269 269
  • Page 270 270
  • Page 271 271
  • Page 272 272
  • Page 273 273
  • Page 274 274
  • Page 275 275
  • Page 276 276
  • Page 277 277
  • Page 278 278
  • Page 279 279
  • Page 280 280
  • Page 281 281
  • Page 282 282
  • Page 283 283
  • Page 284 284
  • Page 285 285
  • Page 286 286
  • Page 287 287
  • Page 288 288
  • Page 289 289
  • Page 290 290
  • Page 291 291
  • Page 292 292
  • Page 293 293
  • Page 294 294
  • Page 295 295
  • Page 296 296
  • Page 297 297
  • Page 298 298
  • Page 299 299
  • Page 300 300
  • Page 301 301
  • Page 302 302
  • Page 303 303
  • Page 304 304
  • Page 305 305
  • Page 306 306
  • Page 307 307
  • Page 308 308
  • Page 309 309
  • Page 310 310
  • Page 311 311
  • Page 312 312
  • Page 313 313
  • Page 314 314
  • Page 315 315
  • Page 316 316
  • Page 317 317
  • Page 318 318
  • Page 319 319
  • Page 320 320
  • Page 321 321
  • Page 322 322
  • Page 323 323
  • Page 324 324
  • Page 325 325
  • Page 326 326
  • Page 327 327
  • Page 328 328
  • Page 329 329
  • Page 330 330
  • Page 331 331
  • Page 332 332
  • Page 333 333
  • Page 334 334
  • Page 335 335
  • Page 336 336
  • Page 337 337
  • Page 338 338
  • Page 339 339
  • Page 340 340
  • Page 341 341
  • Page 342 342
  • Page 343 343
  • Page 344 344
  • Page 345 345
  • Page 346 346
  • Page 347 347
  • Page 348 348
  • Page 349 349
  • Page 350 350
  • Page 351 351
  • Page 352 352
  • Page 353 353
  • Page 354 354
  • Page 355 355
  • Page 356 356
  • Page 357 357
  • Page 358 358
  • Page 359 359
  • Page 360 360
  • Page 361 361
  • Page 362 362
  • Page 363 363
  • Page 364 364
  • Page 365 365
  • Page 366 366
  • Page 367 367
  • Page 368 368
  • Page 369 369
  • Page 370 370
  • Page 371 371
  • Page 372 372
  • Page 373 373
  • Page 374 374
  • Page 375 375
  • Page 376 376
  • Page 377 377
  • Page 378 378
  • Page 379 379
  • Page 380 380
  • Page 381 381
  • Page 382 382
  • Page 383 383
  • Page 384 384
  • Page 385 385
  • Page 386 386
  • Page 387 387
  • Page 388 388
  • Page 389 389
  • Page 390 390
  • Page 391 391
  • Page 392 392
  • Page 393 393
  • Page 394 394
  • Page 395 395
  • Page 396 396
  • Page 397 397
  • Page 398 398
  • Page 399 399
  • Page 400 400
  • Page 401 401
  • Page 402 402
  • Page 403 403
  • Page 404 404
  • Page 405 405
  • Page 406 406
  • Page 407 407
  • Page 408 408
  • Page 409 409
  • Page 410 410
  • Page 411 411
  • Page 412 412
  • Page 413 413
  • Page 414 414
  • Page 415 415
  • Page 416 416
  • Page 417 417
  • Page 418 418
  • Page 419 419
  • Page 420 420
  • Page 421 421
  • Page 422 422
  • Page 423 423
  • Page 424 424
  • Page 425 425
  • Page 426 426
  • Page 427 427
  • Page 428 428
  • Page 429 429
  • Page 430 430
  • Page 431 431
  • Page 432 432
  • Page 433 433
  • Page 434 434
  • Page 435 435
  • Page 436 436
  • Page 437 437
  • Page 438 438
  • Page 439 439
  • Page 440 440
  • Page 441 441
  • Page 442 442
  • Page 443 443
  • Page 444 444
  • Page 445 445
  • Page 446 446
  • Page 447 447
  • Page 448 448
  • Page 449 449
  • Page 450 450
  • Page 451 451
  • Page 452 452
  • Page 453 453
  • Page 454 454
  • Page 455 455
  • Page 456 456
  • Page 457 457
  • Page 458 458
  • Page 459 459
  • Page 460 460
  • Page 461 461
  • Page 462 462
  • Page 463 463
  • Page 464 464
  • Page 465 465
  • Page 466 466
  • Page 467 467
  • Page 468 468
  • Page 469 469
  • Page 470 470
  • Page 471 471
  • Page 472 472
  • Page 473 473
  • Page 474 474
  • Page 475 475
  • Page 476 476
  • Page 477 477
  • Page 478 478
  • Page 479 479
  • Page 480 480
  • Page 481 481
  • Page 482 482
  • Page 483 483
  • Page 484 484
  • Page 485 485
  • Page 486 486
  • Page 487 487
  • Page 488 488
  • Page 489 489
  • Page 490 490
  • Page 491 491
  • Page 492 492
  • Page 493 493
  • Page 494 494
  • Page 495 495
  • Page 496 496
  • Page 497 497
  • Page 498 498
  • Page 499 499
  • Page 500 500
  • Page 501 501
  • Page 502 502
  • Page 503 503
  • Page 504 504
  • Page 505 505
  • Page 506 506
  • Page 507 507
  • Page 508 508
  • Page 509 509
  • Page 510 510
  • Page 511 511
  • Page 512 512
  • Page 513 513
  • Page 514 514
  • Page 515 515
  • Page 516 516
  • Page 517 517
  • Page 518 518
  • Page 519 519
  • Page 520 520
  • Page 521 521
  • Page 522 522
  • Page 523 523
  • Page 524 524
  • Page 525 525
  • Page 526 526
  • Page 527 527
  • Page 528 528
  • Page 529 529
  • Page 530 530
  • Page 531 531
  • Page 532 532
  • Page 533 533
  • Page 534 534
  • Page 535 535
  • Page 536 536
  • Page 537 537
  • Page 538 538
  • Page 539 539
  • Page 540 540
  • Page 541 541
  • Page 542 542
  • Page 543 543
  • Page 544 544
  • Page 545 545
  • Page 546 546
  • Page 547 547
  • Page 548 548
  • Page 549 549
  • Page 550 550
  • Page 551 551
  • Page 552 552
  • Page 553 553
  • Page 554 554
  • Page 555 555
  • Page 556 556
  • Page 557 557
  • Page 558 558
  • Page 559 559
  • Page 560 560
  • Page 561 561
  • Page 562 562
  • Page 563 563
  • Page 564 564
  • Page 565 565
  • Page 566 566
  • Page 567 567
  • Page 568 568
  • Page 569 569
  • Page 570 570
  • Page 571 571
  • Page 572 572
  • Page 573 573
  • Page 574 574
  • Page 575 575
  • Page 576 576
  • Page 577 577
  • Page 578 578
  • Page 579 579
  • Page 580 580
  • Page 581 581
  • Page 582 582
  • Page 583 583
  • Page 584 584
  • Page 585 585
  • Page 586 586
  • Page 587 587
  • Page 588 588
  • Page 589 589
  • Page 590 590
  • Page 591 591
  • Page 592 592
  • Page 593 593
  • Page 594 594
  • Page 595 595
  • Page 596 596
  • Page 597 597
  • Page 598 598
  • Page 599 599
  • Page 600 600
  • Page 601 601
  • Page 602 602
  • Page 603 603
  • Page 604 604
  • Page 605 605
  • Page 606 606
  • Page 607 607
  • Page 608 608
  • Page 609 609
  • Page 610 610
  • Page 611 611
  • Page 612 612
  • Page 613 613
  • Page 614 614
  • Page 615 615
  • Page 616 616
  • Page 617 617
  • Page 618 618
  • Page 619 619
  • Page 620 620
  • Page 621 621
  • Page 622 622
  • Page 623 623
  • Page 624 624
  • Page 625 625
  • Page 626 626
  • Page 627 627
  • Page 628 628
  • Page 629 629
  • Page 630 630
  • Page 631 631
  • Page 632 632
  • Page 633 633
  • Page 634 634
  • Page 635 635
  • Page 636 636
  • Page 637 637
  • Page 638 638
  • Page 639 639
  • Page 640 640
  • Page 641 641
  • Page 642 642
  • Page 643 643
  • Page 644 644
  • Page 645 645
  • Page 646 646
  • Page 647 647
  • Page 648 648
  • Page 649 649
  • Page 650 650
  • Page 651 651
  • Page 652 652
  • Page 653 653
  • Page 654 654
  • Page 655 655
  • Page 656 656
  • Page 657 657
  • Page 658 658
  • Page 659 659
  • Page 660 660
  • Page 661 661
  • Page 662 662
  • Page 663 663
  • Page 664 664
  • Page 665 665
  • Page 666 666
  • Page 667 667

Belkin F5D9230UK4 Handleiding

Categorie
Routers
Type
Handleiding