12
WAARSCHUWING: Dit apparaat mag worden gebruikt door
kinderen van 8 jaar en ouder of door personen met beperkte fysieke,
zintuiglijke of verstandelijke vermogens of gebrek aan ervaring of
kennis van zaken, maar alleen onder toezicht of na instructie in veilig
gebruik van het apparaat, met begrip van de eventuele risico’s.
Kinderen mogen niet met het apparaat spelen. Reinigen en
onderhoud van het apparaat mag niet door kinderen worden verricht,
tenzij onder toezicht.
LET OP:
1. BEWAAR DEZE INSTRUCTIES – Deze gebruiksaanwijzing bevat belangrijke veiligheids- en bedieningsinstructies voor de acculader.
2. Alvorens de acculader in gebruik te nemen, leest u eerst alle instructies en waarschuwingsopschriften op (1) de acculader, (2) de
accu en (3) het apparaat waarin de accu wordt aangebracht.
3. LET OP – Om de kans op letsel te verkleinen, mag u alleen oplaadbare accu’s van het Makita-type opladen. Andere typen accu’s
kunnen barsten waardoor persoonlijk letsel of schade kan worden veroorzaakt.
4. Niet-oplaadbare accu’s kunnen niet worden opgeladen met deze acculader.
5. Gebruik een stroomvoorziening met een spanning aangegeven op het typeplaatje van de acculader.
6. Laadt de accu niet op in de buurt van ontvlambare vloeistoffen of gassen.
7. Stel de acculader niet bloot aan regen of sneeuw.
8. Draag de acculader nooit aan het netsnoer en trek nooit aan het netsnoer om zo de stekker uit het stopcontact te trekken.
9. Na het opladen of voordat u de acculader onderhoudt of schoonmaakt, trekt u de stekker van de acculader uit het stopcontact. Tre k
aan de stekker en niet aan het netsnoer.
10. Zorg ervoor dat het netsnoer op een plaats ligt waar er niet op wordt gestaan, over gestruikeld of anderszins blootgesteld aan
beschadiging of krachten.
11. Gebruik de acculader niet met een beschadigd snoer of een kapotte stekker. Als het snoer of de stekker beschadigd is, vraagt u dan
een bevoegd Makita servicecentrum om het te vervangen, om risico te voorkomen.
12. Gebruik de acculader niet en haal hem niet uit elkaar nadat deze is blootgesteld aan een zware schok, is gevallen of op een andere
manier is beschadigd, maar breng deze naar een vakbekwame reparateur. Door onjuist gebruik of in elkaar zetten kan een risico van
elektrische schokken of brand ontstaan.
13. Laad de accu niet op wanneer de kamertemperatuur LAGER is dan 10°C of HOGER dan 40°C. Wanneer de temperatuur van de accu
tot onder 0°C gedaald is, kan het opladen niet beginnen.
14. Gebruik geen spanningstransformator, motorgenerator of gelijkspanningsstopcontact.
15. Zorg ervoor dat de ventilatieopeningen van de acculader niet worden afgedekt of geblokkeerd.
Opladen
1. Steek de stekker van de acculader in een stopcontact van de juiste spanning. Het laadlampje knippert groen.
2. Volg de aanduidingen op de acculader en schuif de accu zo ver mogelijk in de acculader. Het deksel van de acculader gaat open
wanneer u de accu erin steekt, en gaat weer dicht wanneer u de accu eruit haalt.
3. Nadat de accu in de acculader is gestoken, verandert de kleur van het laadlampje van groen naar rood en begint het laden. Het
laadlampje blijft tijdens het laden continu branden. Eén rood laadlampje geeft aan dat de acculading tussen 0 en 80% ligt, en een
rood plus groen laadlampje betekent 80 tot 100%.
4. Nadat het laden is voltooid, verandert de kleur van de laadlampjes van rood plus groen naar alleen groen.
5. De laadtijd varieert met de temperatuur (10 °C – 40 °C) waarbij de accu wordt geladen en met de toestand van de accu, bijvoorbeeld
een accu die nieuw is of lange tijd niet is gebruikt.
6. Na het opladen haalt u de accu uit de acculader en trekt u de stekker uit het stopcontact.
OPMERKINGEN:
• De acculader is uitsluitend bestemd voor het opladen van Makita accu’s. Gebruik deze nooit voor andere doeleinden of voor het
opladen van accu’s van andere fabrikanten.
• Een nieuwe accu of een accu die gedurende lange tijd niet werd gebruikt kan soms niet volledig worden opgeladen totdat u hem een
paar keer volledig hebt ontladen en herladen. (Alleen Ni-MH accu)
• Als het oplaadlampje rood knippert, is de toestand van de accu zoals hieronder beschreven en start het opladen mogelijk niet.
– De accu is net nog gebruikt in het gereedschap, of de accu heeft langdurig op een plaats gelegen die was blootgesteld aan direct
zonlicht.
– De accu heeft langdurig op een plaats gelegen die was blootgesteld aan koude lucht.
Het opladen begint nadat de temperatuur is gedaald tot het niveau waarop opladen mogelijk is.
• Indien het oplaadlampje afwisselend in groen en rood knippert, is opladen niet mogelijk. De klemmen op de accu of acculader zijn met
vuil verstopt, of de accu is versleten of beschadigd.
• De acculader DC18SD kan niet worden gebruikt met de UITWISSELBARE ADAPTER (ADP01, 04) en ADAPTER VOOR OPFRISSEN
(ADP02, 03).
NEDERLANDS