Documenttranscriptie
Inhoudsopgave
Title
Afbeeldingen bij de inbouwhandleiding
Inhoudsopgave
Aanwijzingen voor gebruik van de inbouwhandleiding
Veiligheids- en inbouwinstructies
Benodigde gereedschappen
Leveringspakket
Toebehoren
De monitor
Afstandsbediening
Montage van de monitor
Bediening
Installatie
Montage van de buitencamera
Instellen van de camera
Bekabeling
Technische gegevens
Verbinding van de componenten
Page
3-18
97
97
98-99
100
100-101
101
101
102
102-103
104
105
105-108
108
108-109
111
112
Aanwijzingen voor gebruik van de inbouwhandleiding
Waarschuwing! Veiligheidsinstructie:
Veronachtzaming kan tot letsel en materiele schade leiden.
NL
Attentie! Veiligheidsaanwijzing:
Veronachtzaming leidt tot materiaalschade en vermindert de
werking van het achteruitrij-videosysteem RV-700.
De ruit markeert inbouw-stappen die u dient uit te voeren.
Opdat het inbouwen zonder moeilijkheden verloopt, deze inbouwen bedieningshandleiding voorafgaand aan montage aandachtig
doorlezen.
Mocht deze handleiding niet al uw vragen beantwoorden of
onduidelijkheid over bepaalde montagestappen bestaan, dient u
beslist onze technische servicedienst te raadplegen.
97
Veiligheids- en inbouwinstructies
Waarschuwing! Ondeugdelijke kabelverbindingen kunnen ertoe
leiden, dat ten gevolge van kortsluiting:
– kabelbrand optreedt
– de airbag getriggerd wordt
– elektronische besturingsinrichtingen beschadigd worden
– elektrische functies (knipperlicht, remlicht, claxon, onsteking,
licht) uitvallen
Let daarom op de volgende aanwijzingen:
Bij werkzaamheden aan de leidingen van het voertuig gelden de
volgende klemaanduidingen:
30 (ingang van batterij Plus direct),
15 (geschakelde Plus, achter batterij)
31 (retourleiding vanaf batterij, aarde)
58 (achteruitrij-lamp)
De beste manier van verbinden is, de kabeluiteinden aan elkaar te
solderen en deze vervolgens te isoleren.
Bij ontkoppelbare verbindingen uitsluitend geïsoleerde kabelschoentjes,
stekers en platte steekconnectors gebruiken. Geen crimpconnectors
(aansluitclips) of kroonsteentjes gebruiken.
Voor het verbinden van de kabels met de kabelschoentjes, stekers of
platte steekconnectors een crimptang gebruiken.
Bij kabelaansluitingen op 31 (aarde):
De kabel met kabelschoentje en tandschijf op een aardingsschroef van
het voertuig schroeven of met kabelschoentje, plaatschroef en
tandschijf op de carosserieplaat schroeven.
Op goede aarding letten!
Waarschuwing! Vanwege kortsluitingsgevaar voorafgaand aan
werkzaamheden aan het elektrisch systeem van het voertuig altijd
eerst de minus-pool van de batterij loskoppelen Bij voertuigen met
hulpbatterij eveneens de minus-pool loskoppelen.
98
N.B. !! Bij het loskoppelen van de minus-pool van de batterij
verliezen alle vluchtige geheugens van de Komfort-elektronica de
opgeslagen data.
Veiligheids- en inbouwinstructies
U dient de volgende gegevens al naar gelang de voertuiguitrusting
opnieuw in te voeren:
radiocode · voertuigklok · schakelklok · boordcomputer · stoelpositie
Aanwijzingen voor het instellen kunt u nalezen in de desbetreffende
bedieningshandleidingen.
Waarschuwing! In het voertuig gemonteerde delen van het
videosysteem moeten zodanig bevestigd worden, dat deze in
geen geval (abrupt remmen, verkeersongeval) los kunnen raken en
tot letsel bij de passagiers kunnen leiden.
Let er bij het plaatsen van de monitor op, dat deze niet in de
werkzone van een AIRBAGS gemonteerd wordt. Bij activering
bestaat anders gevaar voor letsel.
N.B. !! Om schade te vermijden, letten op voldoende vrije ruimte
waar de boor naar buiten komt (zie ✎ A 4) letten. Ieder boorgat
ontbramen en met antiroestmiddel behandelen.
Attentie! Let er bij het installeren van de elektrische aansluitingen
op, dat deze:
1. niet sterk geknikt en verdraaid worden (zie ✎ A 5 a)
2. niet langs kanten schuren (zie ✎ A 5 b)
3. niet onbeschermd door scherpkantige doorvoeringen geleid
worden (zie ✎ A 5 c).
De camera is waterdicht. De pakkingen zijn echter niet bestand tegen een
hogedrukreiniger (zie ✎ A 6).
Open de toestellen niet, aangezien dit de afdichting en de werking
vermindert (zie ✎ A 7).
Trek niet aan de kabels, aangezien dit de afdichting en de werking van de
camera kan verminderen (zie ✎ A 8).
De camera is niet voor gebruik onder water geschikt (zie ✎ A 9).
99
NL
N.B. !! Voor het controleren van de spanning in elektrische leidingen
mag uitsluitend een diodetestlamp (zie ✎ A 1) of een voltmeter
(zie ✎ A 2) worden gebruikt. Testlampen (zie ✎ A 3) met een
gloeidraadelement nemen te veel stroom op, waardoor de
voertuigelektronica beschadigd kan raken.
Benodigde gereedschappen
Voor inbouw en montage zijn nodig:
–
–
–
–
Maatstok (zie ✎ B 1)
Center (zie ✎ B 2)
Hamer (zie ✎ B 3)
Boor
(zie ✎ B 4)
– Boormachine
– Schroevendraaier
– Schroevensleutel
(zie ✎ B 5)
(zie ✎ B 6)
(zie ✎ B 7)
Voor de elektrische aansluiting en de controle zijn nodig:
– Diodetestlampje (zie ✎ B 8)
– Warmtekrimpkous
of voltmeter
(zie ✎ B 9)
– Heteluchtföhn
(zie ✎ B 12)
– Crimptang
(zie ✎ B 10)
– Soldeerbout
(zie ✎ B 13)
– Isolatietape
(zie ✎ B 11)
– Soldeersel
(zie ✎ B 14)
Op grond van uw individueel gekozen montage heeft u evt. voor de
bevestiging van camera en monitor nog andere schroeven, moeren,
onderlegringen, plaatschroeven en kabelbinders dan de standaard
bijgeleverde materialen nodig.
Leveringspakket
Nr.
1
1.1
1.2
1.3
1.4
1.5
Aantal
1
1
1
1
1
1
2
2.1
2.2
2.3
2.4
1
1
1
1
1
100
Aanduiding
Monitor-kit (zie ✎ C)
Monitor RV-58-RVS
Monitorvoet
Set aansluitkabels
Sigarettenaansteker-kabel
IR-afstandsbediening
Camera-kit
Camera RV-27 naar keuze
Camerahouder
Zonnekap
Verbindingskabel 20 m RV-520
Leveringspakket
3
3.1
1
4
Montageset
Schroeven met 2 voorgemonteerde ringen
3.2
3.3
3.4
3.5
3.6
2
1
1
2
3
Schroeven met vaste ring (zonnekap)
Rubberen onderlegger (camerahouder)
Dichtingsband voor stekkerverbinding
Kabelbevestigingsklemmen
Plaatschroeven met 2 ringen (camerahouder)
(camerahouder)
Technische wijzigingen voorbehouden!
Toebehoren voor RV-700
Aanduiding
Verlengkabel, 5 m
Verlengkabel, 8 m
Verlengkabel, 20 m
Spiraalkabel voor gebruik met aanhanger
Zwanehalshouder voor monitor
Kleurencamera
Montagebeugel voor monitorconsole
Voertuigspecifieke monitorconsoles
Artikel-nr.
RV-505
RV-508
RV-520
RV-500-SPK
RV-500-SH
RV-27
Monhol
diverse (op aanvraag)
Technische wijzigingen en leverbaarheid voorbehouden!
De monitor
Voorzijde (zie ✎ D)
1 Bedrijfsschakelaar (Power)
2 Menu-keuzeschakelaar, roept de verschillende menu’s op
3 Schakelaar voor selectie van de functies binnen een menu
4 Volumeregelaar (2 toetsen voor luid resp. zacht) en instelling binnen
een functie
5 Schakelaar voor functiekeuze (keuze van video-ingang 1 of 2).
Ingang 1 is altijd de verbinding naar camera RV-27
6 Infraroordontvanger voor de afstandsbediening van de monitor
7 Stand-by indicatie (geen schermweergave)
Achterzijde (zie ✎ D)
8 Luidsprekers
9 Bus voor de aansluitkabel
101
NL
De volgende artikelen zijn als aanvulling leverbaar.
Afstandsbediening
(zie ✎ E)
1 POWER
2 MODE
3 VR
4 MUTE
5 AUTO PIC
6 RECALL
7 MENU
8 PRO
Bedrijf Aan/Uit
Selectie van de videobron (ingang 1 of 2)
Geluidssterkte en instelling binnen een functie
Geluidsonderdrukking
Roept de 4 beeld-voorinstellingen op
Weergave van het actuele volume/videokanaal
Menukeuzeschakelaar, roept de verschillende menu’s op
Schakelaar voor keuze van functies binnen een menu
Montage van de monitor
Waarschuwing! De plaats van de monitor zodanig kiezen, dat in
geen geval (door abrupt remmen, verkeersongeval) passagiers
gewond kunnen raken.
De monitor mag in geen geval het zicht tijdens het rijden
belemmeren (zie ✎ F 1).
Algemene montage-instructies!
Alvorens de monitor te installeren, de volgende punten in acht nemen:
– Monitorhouder op de monitor vastschroeven.
– Monitor met de aangebrachte houder en voet probeweise platzieren.
– Er bij de keuze van de montagepositie op letten, dat u ongehinderd
zicht op de monitor heeft (zie ✎ F 2 en F 3).
– De montageplek dient vlak te zijn.
– Controleer voorafgaand aan definitieve montage, of ook onder de
montagepositie voldoende ruimte voor het aanbrengen van ringen en
moeren aanwezig is.
– Houd rekening met het gewicht van de monitor. Zijn verstevigingen
(grotere onderlegringen of plaatjes) vereist?
– Is installatie van aansluitkabels en verlengkabels naar de
monitor mogelijk?
Voer voorafgaand aan montage een functietest uit.
De voet is met zelfklevende folie uitgevoerd, die bij een vlak en schoon
montage-oppervlak voldoende hecht. Gebruik om wille van de veiligheid
de 3 bijgeleverde schroeven. Boor de tevoren gemarkeerde schroefgaten
met een 2-mm-boor voor en schroef de voet vast. De voet kan nu ook op
iets hellende oppervlakken gemonteerd worden. De voetplaat kan iets
worden gebogen en aan de vereiste vorm worden aangepast (zie ✎ F 4).
102
Montage van de monitor
Let er bij het plaatsen van de monitor op, dat deze niet binnen de
werkzone van een AIRBAG wordt gemonteerd. Bij activering van de
airbag bestaat anders gevaar voor letsel.
Zorg voor een zo groot mogelijk contactoppervlak tussen voetplaat en
montagevlak.
Teken de contour van de monitorvoet af op het dashboard.
Markeer de 3 boorpunten.
Maken van de opening voor de aansluitkabels van de monitor
(zie ✎ F 5)
Boor achter de monitor een gat van Ø 15 mm (zie ✎ F 5.2).
Alle boorgaten die in de plaat zijn aangebracht ontbramen en met
antiroestmiddel behandelen.
Alle scherpkantige doorvoeringen van een doorvoertule
voorzien.
Aansluitkabel in de bus steken. De arrêtering moet hoorbaar
vastklikken.
Installeer de aansluitkabel en de verlengkabel onder
het dashboard. Let op trekontlasting.
De monitor met de schroefdraadbus op de monitorhouder plaatsen en
met de kartelschroef in de monitorhouder de monitor vastzetten.
Benodigde onderdelen voor bevestiging van de monitor
zie ✎ F 6.
103
NL
Voor het doortrekken van de aansluitkabels (zie ✎ F 5.1) liefst
orgiginele doorvoeringen of andere doorvoermogelijkheden, zoals
b..v. bekledingskanten, ventilatieroosters of dummy-schakelaars.
Zijn geen doorvoeringen aanwezig, dient een gat van Ø 15 mm te
worden geboord (zie ✎ F 5.2). Kijk eerst, of voldoende ruimte voor
de naar buiten komende boor aanwezig is.
Bediening
Het leveringspakket bevat een kant en klaar geconfectioneerde 12-Vsigarettenaansteker-kabel. Plug de cinch-stekker in de bus POWER
op de monitor, de sigaretten-aansteker-stekker in de bus van de
aansteker. Het systeem is bedrijfsgereed.
Om een vaste aansluiting te realiseren de sigarettenaansteker
afkoppelen
en de zwart-witte kabel op klem 15 (ontsteking +),
de zwarte kabel op klem 31 (massa –) aansluiten.
Sluit de besturingsingang op de 12-V(+)-voeding van de
achteruitrij-lamp aan.
Het woord tussen haakjes vindt u op de monitor en/of de
afstandsbediening.
1 POWER (POWER) – Bij gebruik van de schakelbox is deze functie
niet beschikbaar (schakelfunctie via schakelbox)
2 MENU (MENU) – Met deze toets wordt het hoofdmenu (zie ✎ G 2)
opgeroepen. Via de toetsen
(PROG) kunt u binnen de menus de
verschillende menu-items selecteren. De kleur van het gekozen
menu-item verspringt naar roze
Via indrukken van de toetsen
(VOLUME/VR) kunnen de functies in het submenu geselecteerd
worden, b.v. taal.
Een bijzonderheid is het menu AUTOBEELD GEBRUIKER (zie ✎ G 3).
De gebruiker kan hier zijn/haar persoonlijke beeldinstelling instellen en
opslaan. Na selectie van het menu-item AUTOBEELD GEBRUIKER
drukt u nogmaals op de toets MENU. Er verschijnen insteldiagrammen
voor o.a. helderheid etc. Via indrukken van de toetsen
(VOLUME/VR) kunnen de functies geselecteerd worden (zie ✎ G 4–9).
3 Programma (PROG) – Met deze toetsen worden de submenu’s geselecteerd.
4 Geluidsterkte (VOLUME/VR) – Met deze toetsen regelt u:
– de geluidsterkte
– de functie in het submenu
5 Bij gebruik van de schakelbox (MODE) is deze functie niet beschikbaar
(schakelfunctie via schakelbox).
Overige functies van de afstandsbediening:
MUTE – Onderdrukt het geluid van de luidsprekers
RECALL – Geeft de actuele instelling van de luidsprekers en de videoingang aan.
104
Installatie
Montage/Inbouw (zie ✎ H 1).
Installatie/Aansluiting (zie ✎ H).
Montage van de buitencamera
Algemene montage-instructies!
Alvorens de buitencamera aan te brengen, op de volgende punten letten:
– Voor een goede gezichtshoek dient de buitencamera op minimaal
2 m hoogte aangebracht te worden.
– De montagepositie van de buitencamera moet voldoende stabiel zijn
(over het dak vegende takken bijvoorbeeld kunnen in de camera
vastraken).
– De camera moet waterpas en in het midden op de achterzijde van het
voertuig aangebracht worden (zie ✎ I 1).
Installeer de camerakabel zodanig, dat u bij een evt. noodzakelijke
demontage van de camera gemakkelijk bij de stekerverbinding tussen
camera en verbindingskabel kunt komen. Het demonteren wordt daardoor
aanzienlijk vergemakkelijkt.
De veiligste manier van bevestigen is met behulp van schroeven dwars
door de carrosserie, waarbij een aantal punten belangrijk zijn:
1. Is achter de gekozen positie voldoende ruimte voor montage?
2. Ieder gat moet deugdelijk tegen binnendringend water
beschermd worden (b.v. door aanbrengen van de schroeven met
afdichtmassa/of inspuiten van de uitwendige bevestigingsdelen
met isolatiespray).
105
NL
Attentie! Wordt door montage van de camera de in de
voertuigdocumenten vermelde voertuighoogte of -lengte gewijzigd,
dient een nieuwe controle door de bevoegde instanties (TÜV,
DEKRA etc.) geschieden. Laat deze nieuwe controle door uw eigen
verkeersinspectiedienst in de voertuigdocumenten optekenen.
Waarschuwing! De positie van de buitencamera zodanig kiezen
resp. de camera zo veilig bevestigen, dat in geen geval (door over
het dak vegende takken) personen in de nabijheid gewond kunnen
raken.
Aangezien de buitencamera voor een goede gezichtshoek op
minimaal 2 m hoogte aangebracht moet worden, op een voldoende
stabiele montagepositie letten!
Montage van de buitencamera
3. Biedt de carrosserie ter hoogte van de bevestigingspositie genoeg
stevigheid, zodat de camerahouder voldoende stevig kan worden
vastgedraaid?
Bent u onzeker over de door gekozen montagepositie, informeer dan
bij de carrosseriefabrikant of diens dealer.
Houd de camerahouder op de gekozen montagepositie vast en
markeer minimaal 2 verschillende boorpunten (zie ✎ I 2).
Bij bevestiging met plaatschroeven
De bevestiging met plaatschroeven mag uitsluitend in plaatstaal
met een minimumdikte van 1,5 mm geschieden.
Bij het maken van boorgaten in de plaat op de volgende punten
letten:
– Controleer eerst, of voldoende ruimte voor de naar buiten komende
boor aanwezig is.
– Om het wegschieten van de boor te voorkomen, eerst met hamer en
center voorcenteren.
– Alle boorgaten ontbramen en van antiroestmiddel voorzien.
Boor op de tevoren gemarkeerde punten gaten van Ø 2 mm (zie ✎ I 4).
Kleef de tweezijdig klevende rubberen onderlegger op de montagezijde van de houder. Deze onderlegger dient als afdichting en
lakbescherming (zie ✎ I 3).
Camerahouder met plaatschroeven 4 x 10 mm opschroeven.
Benodigde onderdelen voor bevestiging met plaatschroeven
zie ✎ I 3 en I 4.
Bij bevestiging met tapschroeven
Bij het maken van de boorgaten op de volgende punten letten:
– Kijk eerst, of voldoende ruimte voor de naar buiten komende boor
aanwezig is.
– Let er bij het aanhalen van de moer op, dat deze niet door de
carrosserie
kan dringen (evt. grotere onderlegringen of plaatjes gebruiken).
Boor op de tevoren gemarkeerde punten een gat van Ø 4,5 mm
(zie ✎ I 6).
106
Montage van de buitencamera
Kleef de tweezijdig klevende rubberen onderlegger op de montagekant van de houder. Deze onderleger dient als afdichting en
lakbescherming (zie ✎ I 5).
Monitorhouder met tapschroeven M 4 x 20 of langere
tapschroeven, al naar gelang de carrosseriedikte, opschroeven.
Benodigde onderdelen voor bevestiging met tapschroeven
zie ✎ I 5 en I 6.
Maken van de opening voor de aansluitkabel van de camera
Voor het doortrekken van de aansluitkabels liefst originele
doorvoeringen of andere doorvoermogelijkheden, zoals b.v.
ventilatieroosters gebruiken. Zijn geen doorvoeringen aanwezig,
dient een gat van Ø 13 mm te worden geboord. Kijk eerst, of
voldoende ruimte voor de naar buiten komende boor aanwezig is.
Boor in de buurt van de camera een gat van Ø 13 mm (zie ✎ I 7).
Alle boorgaten die in de plaat aangebracht zijn ontbramen en van
antiroestmiddel voorzien.
Alle scherpkantige doorvoeringen van een doorvoertule
voorzien.
NL
Bevestiging van de camera in de camerahouder
De camera in de camerahouder (zie ✎ I 10) schuiven en zodanig
uitlijnen, dat het objectief een hoek van ca. 50° (zie ✎ I 14)
ten opzichte van de verticale as van het voertuig maakt.
Bevestig de camera (zie ✎ I 9) losjes met de schroeven
M 3 x 6 mm (zie ✎ I 11). De schroeven worden vastgedraaid,
zodra de camera met behulp van de monitor is uitgelijnd.
Om corrosie op de schroeven te minimaliseren, wordt aangeraden, de
schroefdraad in te vetten.
Benodigde onderdelen voor bevestiging van de camera
zie ✎ I 8 tot I 11.
Bevestiging van de camerabescherming aan de camera
Monteer de camera nooit zonder de bijgeleverde beschermkap.
Voor montage van de camerabescherming uitsluitnend de
schroeven M 3 x 8 mm (zie ✎ I 13) gebruiken. Langere schroeven
beschadigen de camera.
107
Montage van de buitencamera
Schuif de beschermkap/zonnekap (zie ✎ I 8) zodanig over de
camera, dat de slobgaten samenvallen met die van de houder. U kunt
nu de beide schroefdraadgaten voor bevestiging/fixatie van de
beschermkap/zonnekap en de houder zien (zie ✎ I 15).
Draai de 4 schroeven na uitlijning van de camera vast
(zie ✎ I 12).
Benodigde onderdelen voor bevestiging van de camera-bescherming
zie ✎ I 12 tot I 15.
Instellen van de camera
Schakel de monitor en de camera zoals hiervoor beschreven in.
Het monitorscherm dient langs de onderste schermrand de achterkant
resp.de bumper van uw voertuig te tonen (zie ✎ J 1). Het midden van
de bumper dient tevens in het midden van het monitorscherm te staan.
De juiste instelling krijgt u door decamera in de camerahouder te
draaien (zie ✎ J 2).
Wanneer u de camera correct heeft ingesteld, dan de 4 schroeven
van de camerabevestiging vastdraaien.
Bekabeling
Algemene instructies voor bekabeling!
Ondeugdelijk uitgevoerde bekabelingen en kabelverbindingen leiden
voortdurend tot functiestoringen of beschadigingen aan componenten.
Een juiste bekabeling resp. kabelaansluiting is een basisvoorwaarde voor
een duurzame en storingvrije werking van de ingebouwde componenten.
Let op de volgende punten:
– Installeer de kabels liefst binnenin het voertuig, want daar zijn deze
beter beschermd dan aan de buitenzijde. Mocht u de kabels toch
buiten het voertuig aanbrengen, dient u te zorgen voor een veilige
bevestiging (door middel van extra kabelbinders, isolatietape enz.).
– Om beschadigingen aan de kabels te voorkomen, bij het installeren
altijd voldoende afstand tot hete en bewegende voertuigdelen
(uitlaatpijpen, aandrijfassen, lichtmachines, ventilatoren enz.)
aanhouden.
108
Bekabeling
– Alle kabelverbinding en (ook in het voertuig) met de bijgeleverde
isolatietape of gelijkwaardig materiaal afdichten.
– Let er bij het installeren van de kabels op, dat deze:
1. niet sterk geknikt en verdraaid worden,
2. niet langs kanten schuren,
3. niet zonder bescherming door scherpkantige doorvoeringen
worden getrokken.
– Iedere opening in de buitenhuid dient door geëigende maatregelen tegen binnendringen van water beschermd te worden,
b.v. door de kabel met afdichtmassa te isoleren en de kabel en de
doorvoertule met isolatiespray te behandelen.
Om 2 kabels met elkaar te verbinden:
1. beide kabels afstrippen (zie ✎ K 9),
2. een krimpkous van ca. 20 mm lengte over en kabel trekken
(zie ✎ K 10),
3. beide kabels ineendraaien en vastsolderen (zie ✎ K 11),
4. krimpkous over de soldeerpositie schuiven en iets verwarmen
(zie ✎ K 12).
Gebruik van de aftakverbinders
Om loszittende contacten op de aftakverbindingen te vermijden, is net
belangrijk, dat de kabeldoorsnedes bij de aftakverbinders passen.
Werkstappen voor gebruik van de aftakverbinder:
1. De kabel, die afgetapt moet worden, in de voorste groef van de aftakverbinder legen (zie ✎ K 1).
2. De nieuwe kabel ligt met het einde voor ca. 3/4 in de achterste groef
(zie ✎ K 2).
3. De verbinder sluiten en met een combitang het metalen verbindingstuk
in de verbinder drukken, zodat een stroomverbinding wordt gevormd
(zie ✎ K 3).
4. De beschermkap omlaag drukken en op de verbinder vastgrendelen.
De bevestiging van de aftakverbinding controleren door aan de kabel
te trekken (zie ✎ K 4).
109
NL
Maken van correcte soldeerverbindingen
Om een kabel op een originele leiding aan te sluiten:
1. 10 mm van de originele leiding afstrippen (zie ✎ K 5),
2. 15 mm van de aan te sluiten kabel afstrippen (zie ✎ K 6),
3. aan te sluiten kabel om de origiginele leiding wikkelen en vastsolderen
(zie ✎ K 7),
4. Kabel met isolatietape isoleren (zie ✎ K 8).
Bekabeling
Bekabeling van de monitor naar de camera
Leid de aansluitkabel in het inwendige van het voertuig.
Verbind de camera-aansluitkabel met de verlengkabel (zie ✎ L 16 ).
Installeer de verbindingskabel tussen de camera en de monitor
(zie ✎ H en L 13).
Isoleer de steekverbinding met de bijgeleverde isolatietape
(zie ✎ L 16 tot N 18).
Bevestig de kabels veilig in het voertuig, om verstrengeling (gevaar
voor struikelen) te verhinderen. Dit kan geschieden door gebruik van
kabelbinders, isolatietape (zie ✎ L 14 en L15) of vastlijm en met lijm.
Begin met het afdichten van de doorvoeropeningen pas, nadat alle
instelwerkzaamheden aan de camera zijn afgesloten en de
benodigde lengtes van de aansluitkabels zijn bepaald.
Attentie: De steekverbinding op de camera is niet tegen vocht
beschermd. Dicht deze verbinding beslist met de bijgeleverde
isolatietape af, om beschadiging te voorkomen.
Benodigde onderdelen voor de bekabeling van de camera naar
de monitor zie ✎ L 13 tot L 15.
Indien nodig, zijn overige verlengkabels bij uw dealer of bij WAECO
verkrijgbaar:
Lengte
5m
8m
20 m
110
Art.-nr.
RV-505
RV-508
RV-520
Technische gegevens
Monitor RV-58-RVS
Maten (bxhxd):
Bedrijfsspanning:
Stroomopname:
Beeldgrootte:
Beeldpunten:
Videostandaard:
Bedrijfstemperatuur:
Luchtvochtigheid:
197 x 121 x 31 mm
12 V – 16 V DC
max. 9 watt
7", 17,5 cm diagonaal
337.000
PAL
–15 °C tot +60 °C
10%–95%
Camera RV-27 kleurencamera
Maten (bxhxd):
77,5 x 59 x 88 mm incl. houder
Bedrijfsspanning:
12 V DC
Stroomopname:
max. 12 watt inclusief verwarming
Gezichtshoek:
120° diagonaal
Beeldpunten:
270.000
Lichtgevoeligheid:
>1 lux/>10 lux
Bedrijfstemperatuur:
–15 °C tot +55 °C
NL
Technische wijzigingen voorbehouden!
E4
111
Verbinding van de componenten
Kamera
STAND BY
Systemstecker
6-polig
DC-12V
rot/red
AUDIO 2 VIDEO 2
white/weiß yellow/gelb
112
Kamerakabel
Zigarettenanzünderkabel