Dometic Mobitronic RV-400 Handleiding

  • Hallo! Ik ben een AI-chatbot die speciaal is getraind om je te helpen met de Dometic Mobitronic RV-400 Handleiding. Ik heb het document al doorgenomen en kan je duidelijke en eenvoudige antwoorden geven.
3
1
2
3
4
5
6
Nicht öffnen
Don’t open
7
Nicht ziehen
Don’t pull
8
9
A
a
b
c
RV-400.qxd 30/07/03 17:01 Page 3
87
Bewaart u deze handleiding en lees deze zorgvuldig door voordat u het
apparaat monteert en in gebruik neemt. Geef de handleiding ingeval van
doorverkoop van het systeem aan de koper door.
Inhoudsopgave
Title Page
Afbeeldingen bij de inbouwhandleiding 3-16
Inhoudsopgave 87
Aanwijzingen voor gebruik van de inbouwhandleiding 87
Veiligheids- en inbouwinstructies 88-89
Benodigde gereedschappen 90
Leveringspakket 90
Toebehoren voor RV-400 91
Functionele beschrijving van de camera 91
Functionele beschrijving van de monitor 91
Montage van de monitor 92-93
Montage van de buitencamera 93-95
Bekabeling 96-97
Instelling en werkingstest 98
Instellen van de camera 98
Technische gegevens 99
Aanwijzingen voor gebruik van de inbouwhandleiding
Waarschuwing! Veiligheidsinstructie:
Veronachtzaming kan tot letsel en materiele schade leiden.
Attentie! Veiligheidsaanwijzing:
Veronachtzaming leidt tot materiaalschade en vermindert de werking van het
achteruitrij-videosysteem RV-400.
De ruit markeert inbouw-stappen die u dient uit te voeren.
Opdat het inbouwen zonder moeilijkheden verloopt, deze inbouw- en bedie-
ningshandleiding voorafgaand aan montage aandachtig doorlezen.
Mocht deze handleiding niet al uw vragen beantwoorden of onduidelijkheid
over bepaalde montagestappen bestaan, dient u beslist onze technische servi-
cedienst te raadplegen.
WAECO Benelux B.V.
NL-4700 BL Roosendaal · Postbus 1461 · Ettenseweg 60
phone: +31-1 65/58 67 00 · fax: +31-1 65/55 55 62
E-Mail: EV@waeco.com www.waeco.com
RV-400.qxd 30/07/03 17:01 Page 87
88
Veiligheids- en inbouwinstructies
Waarschuwing! Ondeugdelijke kabelverbindingen kunnen ertoe leiden, dat ten
gevolge van kortsluiting:
kabelbrand optreedt
de airbag getriggerd wordt
elektronische besturingsinrichtingen beschadigd worden
elektrische functies (knipperlicht, remlicht, claxon, onsteking, licht) uitvallen
Let daarom op de volgende aanwijzingen:
Bij werkzaamheden aan de leidingen van het voertuig gelden de volgende
klemaanduidingen:
30 (ingang van batterij Plus direct),
15 (geschakelde Plus, achter batterij)
31 (retourleiding vanaf batterij, aarde)
58 (achteruitrij-lamp)
De beste manier van verbinden is, de kabeluiteinden aan elkaar te solderen en deze ver-
volgens te isoleren.
Bij ontkoppelbare verbindingen uitsluitend geïsoleerde kabelschoentjes, stekers en platte
steekconnectors gebruiken. Geen crimpconnectors (aansluitclips) of kroonsteentjes
gebruiken (zie H).
Voor het verbinden van de kabels met de kabelschoentjes, stekers of platte steekconnec-
tors een crimptang gebruiken.
Bij kabelaansluitingen op 31 (aarde):
De kabel met kabelschoentje en tandschijf op een aardingsschroef van het voertuig
schroeven of met kabelschoentje, plaatschroef en tandschijf op de carosserieplaat
schroeven.
Op goede aarding letten!
Waarschuwing! Vanwege kortsluitingsgevaar voorafgaand aan werkzaamheden
aan het elektrisch systeem van het voertuig altijd eerst de minus-pool van de
batterij loskoppelen Bij voertuigen met hulpbatterij eveneens de minus-pool
loskoppelen.
N.B. !! Bij het loskoppelen van de minus-pool van de batterij verliezen alle
vluchtige geheugens van de Komfort-elektronica de opgeslagen data.
RV-400.qxd 30/07/03 17:01 Page 88
89
Veiligheids- en inbouwinstructies
U dient dient de volgende gegevens al naar gelang de voertuiguitrusting opnieuw in
te voeren:
radiocode · voertuigklok · schakelklok · boordcomputer · stoelpositie
Aanwijzingen voor het instellen kunt u nalezen in de desbetreffende bedieningshandlei-
dingen.
Waarschuwing! In het voertuig gemonteerde componenten van het achterui-
trij-videosysteem RV-400 moeten zodanig worden bevestigd, dat deze in geen
geval (abrupt remmen, verkeersongeval) los kunnen raken en tot letsel bij de
inzittenden van het voertuig kunnen leiden.
Let er bij het plaatsen van de monitor op, dat deze niet in de werkzone van een
AIRBAGS gemonteerd wordt. Bij activering bestaat anders gevaar voor letsel.
Monteer de monitor niet in de bewegingsruimte voor het hoofd.
N.B. !! Voor het controleren van de spanning in elektrische leidingen mag uitslui-
tend een diodetestlamp (zie A 1) of een voltmeter (zie A 2) worden gebruikt.
Testlampen (zie A 3) met een gloeidraadelement nemen te veel stroom op,
waardoor de voertuigelektronica beschadigd kan raken.
N.B. !! Om schade te vermijden, letten op voldoende vrije ruimte waar de boor
naar buiten komt (zie A 4) letten. Ieder boorgat ontbramen en met antiroestmid-
del behandelen.
Attentie! Let er bij het installeren van de elektrische aansluitingen op, dat deze:
1. niet sterk geknikt en verdraaid worden (zie A 5 a)
2. niet langs kanten schuren (zie A 5 b)
3. niet onbeschermd door scherpkantige doorvoeringen geleid worden
(zie A 5 c).
De camera is waterdicht. De pakkingen zijn echter niet bestand tegen een hogedrukreini-
ger (zie A 6).
Open de toestellen niet, aangezien dit de afdichting en de werking vermindert (zie A 7).
Trek niet aan de kabels, aangezien dit de afdichting en de werking van de camera kan
verminderen (zie A 8).
De camera is niet voor gebruik onder water geschikt (zie A 9).
Attentie: De steekverbinding op de camera is niet tegen vocht beschermd.
Dicht deze verbinding beslist met de bijgeleverde isolatietape af, om beschadi-
ging te voorkomen.
TIP: Om corrosie in de stekker te minimaliseren, adviseren wij wat vet, b.v.
poolvet, in de stekker aan te brengen.
RV-400.qxd 30/07/03 17:01 Page 89
90
Benodigde gereedschappen
Voor inbouw en montage zijn nodig:
Maatstok (zie B 1) Boormachine (zie B 5)
–Center (zie B 2) Schroevendraaier (zie B 6)
Hamer (zie B 3) Schroevensleutel (zie B 7)
Boor (zie B 4)
Voor de elektrische aansluiting en de controle zijn nodig:
Diodetestlampje (zie B 8) Warmtekrimpkous
of voltmeter (zie B 9) Heteluchtföhn (zie B 12)
–Crimptang (zie B 10) Soldeerbout (zie B 13)
Isolatietape (zie B 11) Soldeersel (zie B 14)
Op grond van uw individueel gekozen montage heeft u evt. voor de bevestiging van
camera en monitor nog andere schroeven, moeren, onderlegringen, plaatschroeven en
kabelbinders dan de standaard bijgeleverde materialen nodig.
Leveringspakket
Nr. Aantal Aanduiding
11Monitor-kit (zie C)
1.1 1 Monitor RV-54
1.2 1 Monitorvoet
1.3 1 Aansluitkabelset
1.4 1 Zonwering
21Camera-kit (zie C)
2.1 1 Camera RV-24
2.2 1 Camerahouder
2.3 1 Camerabeschermkap
2.4 1 Verbindingskabel 20 m RV-520
31Montageset (zie C)
3.1 4 Schroeven met 2 voorgemonteerde ringen
(camerahouder)
3.2 2 Schroeven met vaste ring (zonnekap)
3.3 1 Rubberen onderlegger
(camerahouder)
3.4 1 Dichtingsband voor stekkerverbinding
3.5 2 Kabelbevestigingsklemmen
3.6 6 Plaatschroeven
(camerabeugel, monitorbeugel)
Technische wijzigingen voorbehouden!
RV-400.qxd 30/07/03 17:01 Page 90
91
Toebehoren voor RV-400
De volgende artikelen zijn aanvullend bij de RV-400 leverbaar
Aanduiding Artikel-nr.
Verlengkabel, 5 m RV-505
Verlengkabel, 8 m RV-508
Verlengkabel, 20 m RV-520
Spiraalkabel voor gebruik met aanhanger RV-500-SPK
Zwanehalshouder voor monitor RV-500-SH
Hulpcamera z/w RV-24
Kleurencamera RV-27
Hoekanker voor monitorconsole Monhol/1
Diverse voertuigspecifieke monitorconsoles (op aanvraag)
Technische wijzigingen en leverbaarheid voorbehouden!
Functionele beschrijving van de camera
(zie D)
1 Zonwering
2 6-polige grijze aansluitkabel
3 Microfoon
4 Camerahouder
Functionele beschrijving van de monitor
Voorzijde (zie E)
1 Stand-by schakelaar (power)
2 Dag-/Nachtschakeling
3 Keuzeschakelaar camera-/AV-modus
4 Keuzeschakelaar en weergave camera 1 of 2
5 Aan-/Uitschakelaar (de cameraverwarming is permanent aan)
Indien het systeem langdurig niet wordt gebruikt, dan hoofdschakelaar op OFF).
Achterzijde (zie E)
6 Volumeregelaar
7 Kleurinstelling
8 Helderheid
9 Video-ingang (AV)
10 12 V–24V voedingsspanning
11 Stuuringang (S/BY) voor automatisch inschakelen van de RV-400.
Sluit de kabel aan op de pluskabel van het achteruitrijlicht.
12 Camera-ingangen 1 en 2
13 Keuzeschakelaar spiegelbeeld/normaal beeld
14 Bevestigingsrail voor de monitorvoet
15 Speaker
RV-400.qxd 30/07/03 17:01 Page 91
92
Montage van de monitor
Waarschuwing! De plaats van de monitor zodanig kiezen, dat in geen geval
(door abrupt remmen, verkeersongeval) passagiers gewond kunnen raken.
De monitor mag in geen geval het zicht tijdens het rijden belemmeren (zie F 1).
Niet in de bewegingsruimte voor het hoofd monteren.
Algemene montage-instructies!
Alvorens de monitor te installeren, de volgende punten in acht nemen:
Monitorhouder op de monitor vastschroeven.
Monitor met de aangebrachte houder en voet plaatsen, om uit te proberen.
Er bij de keuze van de montagepositie op letten, dat u ongehinderd zicht op de
monitor heeft (zie F 2 en F 3).
De montageplek dient vlak te zijn.
Controleer voorafgaand aan definitieve montage, of ook onder de montagepositie
voldoende ruimte voor het aanbrengen van ringen en moeren aanwezig is.
Houd rekening met het gewicht van de monitor. Zijn verstevigingen (grotere
onderlegringen of plaatjes) vereist?
Is installatie van aansluitkabels en verlengkabels naar de monitor mogelijk?
Zijn alle punten gecontroleerd, kunt u met de montage beginnen.
Voer voorafgaand aan de montage een functietest uit.
De voet is met zelfklevende folie uitgevoerd, die bij een vlak en schoon montage-
oppervlak voldoende hecht. Gebruik om wille van de veiligheid de 3 bijgeleverde schroe-
ven. Boor de tevoren gemarkeerde schroefgaten met een 2-mm-boor voor en schroef de
voet vast. De voet kan nu ook op iets hellende oppervlakken gemonteerd worden. De
voetplaat kan iets worden gebogen en aan de vereiste vorm worden aangepast (zie F 4).
Let er bij het plaatsen van de monitor op, dat deze niet binnen de werkzone van een
AIRBAG wordt gemonteerd. Bij activering van de airbag bestaat anders gevaar voor
letsel.
Zorg voor een zo groot mogelijk contactoppervlak tussen voetplaat en montagevlak.
Teken de contour van de monitorvoet af op het dashboard.
Markeer de 3 boorpunten.
Maken van de opening voor de aansluitkabels van de monitor (zie F 5)
Voor het doortrekken van de aansluitkabels (zie F 5.1 tot F 5.3) liefst orgiginele
doorvoeringen of andere doorvoermogelijkheden, zoals b.v. bekledingskanten,
ventilatieroosters of dummy-schakelaars.
Zijn geen doorvoeringen aanwezig, dient een gat van Ø 13 mm te worden
geboord (zie F 5.4). Kijk eerst, of voldoende ruimte voor de naar buiten
komende boor aanwezig is.
RV-400.qxd 30/07/03 17:01 Page 92
93
Montage van de monitor
Boor achter de monitor een gat van Ø 13 mm (zie F 5.4).
Alle boorgaten die in de plaat zijn aangebracht ontbramen en met antiroestmiddel
behandelen.
Alle scherpkantige doorvoeringen van een doorvoertule voorzien.
Steek de verbindingskabel in de bus CA 1 of CA 2 en de aansluitkabel in de bus
‘Power’. Sluit de stuursignaalkabel (S/BY) aan op de achterlichtkabel.
Leg de aansluitkabel en de verbindingskabel onder het dashboard aan. Let erop dat
de kabels niet gespannen staan.
De monitor met de schroefdraadbus op de monitorhouder plaatsen en met de kartel-
schroef in de monitorhouder de monitor vastzetten.
Benodigde onderdelen voor bevestiging van de monitor zie F 6.
Montage van de buitencamera
Attentie! Wordt door montage van de camera de in de voertuigdocumenten
vermelde voertuighoogte of -lengte gewijzigd, dient een nieuwe controle door
de bevoegde instanties (TÜV, DEKRA etc.) geschieden. Laat deze nieuwe
controle door uw eigen verkeersinspectiedienst in de voertuigdocumenten
optekenen.
Waarschuwing! De positie van de buitencamera zodanig kiezen resp. de
camera zo veilig bevestigen, dat in geen geval (door over het dak vegende
takken) personen in de nabijheid gewond kunnen raken.
Aangezien de buitencamera voor een goede gezichtshoek op minimaal 2 m
hoogte aangebracht moet worden, op een voldoende stabiele montagepositie
letten!
Algemene montage-instructies!
Alvorens de buitencamera aan te brengen, op de volgende punten letten:
–Voor een goede gezichtshoek dient de buitencamera op minimaal 2 m hoogte aan-
gebracht te worden.
De montagepositie van de buitencamera moet voldoende stabiel zijn (over het dak
vegende takken bijvoorbeeld kunnen in de camera vastraken).
–De camera moet waterpas en in het midden op de achterzijde van het voertuig aange-
bracht worden (zie G 1).
Let op! Gebruik beslist de meegeleverde isolerende onderlaag. Hierdoor wor-
den door slechte massaverbindingen veroorzaakte lekstromen in het voertuig
voorkomen. Deze lekstromen kunnen leiden tot strepen in het monitorbeeld of
brommen in de luidspreker, tot aan beschadigingen toe.
RV-400.qxd 30/07/03 17:01 Page 93
94
Montage van de buitencamera
Installeer de camerakabel zodanig, dat u bij een evt. noodzakelijke demontage van de
camera gemakkelijk bij de stekerverbinding tussen camera en verbindingskabel kunt
komen. Het demonteren wordt daardoor aanzienlijk vergemakkelijkt.
De v eiligste manier van bevestigen is met behulp van schroeven dwars door de carros-
serie, waarbij een aantal punten belangrijk zijn:
1. Is achter de gekozen positie voldoende ruimte voor montage?
2. Ieder gat moet deugdelijk tegen binnendringend water beschermd worden (b.v. door
aanbrengen van de schroeven met afdichtmassa/of inspuiten van de uitwendige beve-
stigingsdelen met isolatiespray).
3. Biedt de carrosserie ter hoogte van de bevestigingspositie genoeg stevigheid, zodat
de camerahouder voldoende stevig kan worden vastgedraaid?
Bent u onzeker over de door gekozen montagepositie, informeer dan bij de carrosseriefa-
brikant of diens dealer.
Houd de camerahouder op de gekozen montagepositie vast en markeer minimaal 2
verschillende boorpunten (zie G 2).
Bij bevestiging met plaatschroeven
De bevestiging met plaatschroeven mag uitsluitend in plaatstaal met een mini-
mumdikte van 1,5 mm geschieden.
Bij het maken van boorgaten in de plaat op de volgende punten letten:
Controleer eerst, of voldoende ruimte voor de naar buiten komende boor aanwezig is.
Om het wegschieten van de boor te voorkomen, eerst met hamer en center voorcente-
ren.
Alle boorgaten ontbramen en van antiroestmiddel voorzien.
Boor op de tevoren gemarkeerde punten gaten van Ø 2 mm (zie G 4).
Kleef de tweezijdig klevende rubberen onderlegger op de montagezijde van de houder.
Deze onderlegger dient als afdichting en lakbescherming (zie G 3).
Camerahouder met plaatschroeven 4 x 10 mm opschroeven.
Benodigde onderdelen voor bevestiging met plaatschroeven zie G 3 en G 4.
Bij bevestiging met tapschroeven
Bij het maken van de boorgaten op de volgende punten letten:
Kijk eerst, of voldoende ruimte voor de naar buiten komende boor aanwezig is.
Let er bij het aantrekken op dat de moeren niet door de opbouw heen getrokken kun-
nen worden (evt. grotere borgringen of platen gebruiken).
RV-400.qxd 30/07/03 17:01 Page 94
95
Montage van de buitencamera
Boor op de tevoren gemarkeerde punten een gat van Ø 4,5 mm (zie G 6).
Kleef de tweezijdig klevende rubberen onderlegger op de montagekant van de houder.
Deze onderleger dient als afdichting en lakbescherming (zie G 5).
Monitorhouder met tapschroeven M 4 x 20 of langere tapschroeven, al naar gelang de
carrosseriedikte, opschroeven.
Benodigde onderdelen voor bevestiging met tapschroeven zie G 5 en G 6.
Maken van de opening voor de aansluitkabel van de camera
Let op de aanwijzingen voor de kabelaanleg.
Voor het doortrekken van de aansluitkabels liefst originele doorvoeringen of
andere doorvoermogelijkheden, zoals b.v. ventilatieroosters gebruiken. Zijn
geen doorvoeringen aanwezig, dient een gat van Ø 13 mm te worden geboord.
Kijk eerst, of voldoende ruimte voor de naar buiten komende boor aanwezig is.
Boor in de buurt van de camera een gat van Ø 13 mm (zie G 7).
Alle boorgaten die in de plaat aangebracht zijn ontbramen en van antiroestmiddel
voorzien.
Alle scherpkantige doorvoeringen van een doorvoertule voorzien.
Bevestiging van de camerabescherming aan de camera
Monteer de camera nooit zonder de bijgeleverde beschermkap. Voor montage
van de camerabescherming uitsluitnend de schroeven M 3 x 8 mm (zie G 13)
gebruiken. Langere schroeven beschadigen de camera.
Schuif de beschermkap/zonnekap (zie G 8) zodanig over de camera, dat de slobgaten
samenvallen met die van de houder. U kunt nu de beide schroefdraadgaten voor beve-
stiging/fixatie van de beschermkap/zonnekap en de houder zien (zie G 15).
Draai de 4 schroeven na uitlijning van de camera vast (zie G 15).
Om corrosie op de schroeven te minimaliseren, wordt aangeraden, de schroefdraad in te
vetten.
Benodigde onderdelen voor bevestiging van de camerabescherming
zie G 12 tot G 15.
Bevestiging van de camera in de camerahouder
De camera in de camerahouder (zie G 10) schuiven en zodanig uitlijnen, dat het objec-
tief een hoek van ca. 50° (zie G 14) ten opzichte van de verticale as van het voertuig
maakt.
Bevestig de camera (zie G 9) losjes met de schroeven M 3 x 6 mm (zie G 11). De
schroeven worden vastgedraaid, zodra de camera met behulp van de monitor is uitge-
lijnd.
Om corrosie op de schroeven te minimaliseren, wordt aangeraden, de schroefdraad in te
vetten.
Benodigde onderdelen voor bevestiging van de camera zie G 9 tot G 11.
RV-400.qxd 30/07/03 17:01 Page 95
96
Bekabeling
Ondeugdelijk uitgevoerde bekabelingen en kabelverbindingen leiden voort-
durend tot functiestoringen of beschadigingen aan componenten.
Een juiste bekabeling resp. kabelaansluiting is een basisvoorwaarde voor een
duurzame en storingvrije werking van de ingebouwde componenten.
Let op de volgende punten:
Installeer de kabels liefst binnenin het voertuig, want daar zijn deze beter beschermd
dan aan de buitenzijde. Mocht u de kabels toch buiten het voertuig aanbrengen, dient
u te zorgen voor een veilige bevestiging (door middel van extra kabelbinders, isola-
tietape enz.).
Om beschadigingen aan de kabels te voorkomen, bij het installeren altijd voldoende
afstand tot hete en bewegende voertuigdelen (uitlaatpijpen, aandrijfassen, lichtmachi-
nes, ventilatoren enz.) aanhouden.
Alle kabelverbindingen (ook in het voertuig) met een goede isolatietape omwikkelen.
Let er bij het installeren van de kabels op, dat deze:
1. niet sterk geknikt en verdraaid worden,
2. niet langs kanten schuren,
3. niet zonder bescherming door scherpkantige doorvoeringen worden getrokken.
Iedere opening in de buitenhuid dient door geëigende maatregelen tegen binnendrin-
gen van water beschermd te worden, b.v. door de kabel met afdichtmassa te isoleren
en de kabel en de doorvoertule (zie H 14) met isolatiespray te behandelen.
Attentie: De steekverbinding op de camera is niet tegen vocht beschermd.
Dicht deze verbinding beslist met de bijgeleverde isolatietape af, om beschadi-
ging te voorkomen.
TIP: Om corrosie in de stekker te minimaliseren, adviseren wij wat vet, b.v.
poolvet, in de stekker aan te brengen.
Gebruik van de aftakverbinders
Om loszittende contacten op de aftakverbindingen te vermijden, is net belangrijk, dat de
kabeldoorsnedes bij de aftakverbinders passen.
Werkstappen voor gebruik van de aftakverbinder:
1. De kabel, die afgetapt moet worden, in de voorste groef van de aftakverbinder legen
(zie H 1).
2. De nieuwe kabel ligt met het einde voor ca. 3/4 in de achterste groef (zie H 2).
3. De verbinder sluiten en met een combitang het metalen verbindingstuk in de verbinder
drukken, zodat een stroomverbinding wordt gevormd (zie H 3).
4. De beschermkap omlaag drukken en op de verbinder vastgrendelen. Controleer de
bevestiging van de verdeelsteker door voorzichtig trekken aan de kabel (zie H 4).
RV-400.qxd 30/07/03 17:01 Page 96
97
Bekabeling
Maken van correcte soldeerverbindingen
Om een kabel op een originele leiding aan te sluiten:
1. 10 mm van de originele leiding afstrippen (zie H 5),
2. 15 mm van de aan te sluiten kabel afstrippen (zie H 6),
3. aan te sluiten kabel om de origiginele leiding wikkelen en vastsolderen (zie H 7),
4. Kabel met isolatietape isoleren (zie H 8).
Om 2 kabels met elkaar te verbinden:
1. beide kabels afstrippen (zie H 9),
2. een krimpkous van ca. 20 mm lengte over en kabel trekken (zie H 10),
3. beide kabels ineendraaien en vastsolderen (zie H 11),
4. krimpkous over de soldeerpositie schuiven en iets verwarmen (zie H 12).
Bekabeling van de monitor naar de camera
Leid de aansluitkabel in het inwendige van het voertuig.
Installeer de verbindingskabel tussen de monitor en de camera (zie H 13).
Verbind de camera-aansluitkabel met de verbindingskabel (zie H 16).
Isoleer de steekverbinding met de bijgeleverde isolatietape (zie H 16 en H 17).
Bevestig de kabels veilig in het voertuig, om verstrengeling (gevaar voor struikelen) te
verhinderen. Dit kan geschieden door gebruik van kabelbinders (zie H 15), isolatietape
of vastlijm en met lijm.
Begin met het afdichten van de doorvoeropeningen pas, nadat alle instelwerkzaam-
heden aan de camera zijn afgesloten en de benodigde lengtes van de aansluitkabels
zijn bepaald.
Benodigde componenten voor installatie van de kabel tussen de monitor en de
camera zie H 13 t/m H 15.
Indien nodig, zijn overige verlengkabels bij uw dealer of bij WAECO verkrijgbaar:
Lengte Art.-nr.
5 m RV-505
8 m RV-508
20 m RV-520
Bijgeleverd wordt een kant en klaar geconfectioneerde 12-V-sigaretten-aansteker-
aansluitkabel. Steek de jackplug in de bus POWER op de monitor, de sigarettenaan-
stekerstekker in de bus van de aansteker. Het systeem is nu bedrijfsgereed.
Om een vaste verbinding te maken snijdt u de sigarettenaanstekerstekker af en sluit u
de zwartwitte kabel aan op klem 15 (ontsteking +) en de zwarte kabel op klem 31
(aarde –).
Sluit de stuuringang aan op de 12-V(+)-voedingskabel van het achteruitrijlicht.
Gebruik met camera zie H 18.
Gebruik met videobronnen zie H 19.
RV-400.qxd 30/07/03 17:01 Page 97
98
Instelling en werkingstest
Schakel de ontsteking in en schuif de Aan-/Uit-schakelaar op ON (zie I 1).
a. Koppel, bij nog steeds ingeschakelde ontsteking, de achteruitversnelling in.
b. Druk op de POWER-toets (zie I 2).
De monitor schakelt in en er verschijnt een een beeld.
Stel het beeld met de beide draairegelaars BRIGHTNESS en COLOR naar uw wensen
in (zie I 3).
Wordt de POWER-toets ingedrukt, gaat de camera ook zonder ingekoppelde
achteruitversnelling (bij ingeschakelde ontsteking) in bedrijf (zie I 4).
Bij geïnverteerde weergave ziet u het beeld op de monitor precies zoals wanneer u in de
achteruitkijkspiegel van uw auto kijkt (zie I 5).
Schakelaar NOR/MIR in de bovenste (MIR) stand = geïnverteerde weergave
Schakelaar NOR/MIR in de onderste (NOR) stand = normale weergave
Instellen von de camera
Schakel de monitor en de camera zoals hiervoor beschreven in.
Het monitorscherm dient langs de onderste schermrand de achterkant resp.de bum-
per van uw voertuig te tonen (zie J 1). Het midden van de bumper dient tevens in het
midden van het monitorscherm te staan. De juiste instelling krijgt u door decamera in
de camerahouder te draaien (zie J 2).
Wanneer u de camera correct heeft ingesteld, dan de 4 schroeven van de camerabe-
vestiging vastdraaien.
Attentie: De steekverbinding op de camera is niet tegen vocht beschermd.
Dicht deze verbinding beslist met de bijgeleverde isolatietape af, om beschadi-
ging te voorkomen.
TIP: Om corrosie in de stekker te minimaliseren, adviseren wij wat vet, b.v.
poolvet, in de stekker aan te brengen.
Om corrosie op de schroeven te minimaliseren, wordt aangeraden, de schroef-
draad in te vetten.
RV-400.qxd 30/07/03 17:01 Page 98
99
Technische gegevens
Monitor RV-54
Maten (bxhxd): 146 x 120 x 35 mm
Bedrijfsspanning: 12 V/24 V DC, max. 28 V
Stroomopname: max. 9 Watt
Beeldformaat: 5", 12,7 cm diagonaal
Beeldpunten: 225.000
Videostandaard: PAL
Bedrijfstemperatuur: –15 °C tot +60 °C
Luchtvochtigheid: 10%–95%
Camera RV-24
Maten (bxhxd): 77,5 x 59 x 88 mm incl. houder
Bedrijfsspanning: 12 V DC
Stroomopname: max. 2 Watt
Gezichtshoek: 120° diagonaal
Beeldpunten: 250.000
Lichtgevoleigheid: >1 lux
Bedrijfstemperatuur: –15 °C bis +55 °C
Technische wijzigingen voorbehouden!
Indien u nog vragen hebt over het achteruitrij-videosysteem RV-400, wend u dan tot:
WAECO Benelux B.V.
NL-4700 BL Roosendaal · Postbus 1461 · Ettenseweg 60
phone: +31-1 65/58 67 00 · fax: +31-1 65/55 55 62
E-Mail: EV@waeco.com www.waeco.com
E4
RV-400.qxd 30/07/03 17:01 Page 99
1/156