7
NL
bereiden en de verf tot de juiste viscositeit te
verdunnen, alvorens de verfspuit te gebruiken.
Zorg er altijd voor, dat de oppervlakken, die
moeten worden gespoten, vrij van stof, vuil en vet
zijn. Zorg ervoor, dat de oppervlakken, die niet
moeten worden gespoten, afgedekt zijn met een
goede kwaliteit afplakband (masking tape). De
verf of vloeistof, die moet worden gespoten, moet
goed gemengd zijn en vrij van klonten of andere
deeltjes. Er kunnen veel stoffen met de verfspuit
worden gespoten, maar de aanbevelingen van
de fabrikant moeten altijd worden gecontroleerd,
alvorens de verf aan te schaffen.
Om de beste resultaten te bereiken, moet de
verfspuit altijd horizontaal worden gehouden en
evenwijdig aan het oppervlak.
Houd de sproeier 25 – 30 cm van het oppervlak en
sproei gelijkmatig van kant naar kant of naar boven
en beneden. Spuit niet onder een hoek, omdat
dit verfzakkers op het oppervlak tot gevolg heeft.
Maak gebruik van soepele en gelijkmatige slagen.
Het is van essentieel belang, dat de verfspuit na
ieder gebruik goed wordt schoongemaakt. Het
nalaten hiervan lijdt vrijwel zeker tot blokkeringen
en hij kan zelfs helemaal niet meer werken, als
u de spuit opnieuw wilt gebruiken. De garantie
omvat niet het reinigen van een verfspuit, die door
de gebruiker niet goed is schoongemaakt.
Bandenpomppistool met drukmeter
Controleer eerst de druk van het object (gebruik
de drukmeter op het blaaspistool)
• Verbind de koppeling van het pistool met de
klep van het object.
• Lees de druk op de drukmeter:
- Druk te hoog: druk op de knop links om lucht
te laten ontsnappen.
- Druk te laag: druk op de trekker om het object
te vullen tot aan het benodigde drukniveau.
• Controleer de druk door de trekker los te laten
en de waarde op de drukmeter af te lezen.
• Ontkoppel het bandenpomppistool.
Gemiddelde druk
Object druk (psi) druk (bar)
Voetbal 13 0,8
Basketbal 9 0,6
Volleybal 5 0,3
Maaitrekker 20 1,3
Luchtbed hard hard
Fietsband 75 5
Raadpleeg de onderhoudshandleiding
van uw auto voor de juiste druk van uw
autobanden.
Luchtblaaspistool
Kijk altijd uit voor kleine deeltjes die kunnen
vrijkomen en letsel kunnen veroorzaken.
Richt het blaaspistool niet op uzelf tijdens
reinigingswerkzaamheden.
Luchtreinigingspistool
Het luchtreinigingspistool kan worden gebruikt
voor het spuiten van vloeistoffen. Bijvoorbeeld
voor het onderhouden van roestgevoelige
materialen, zoals tuingereedschap.
• Giet de vloeistof in het reservoir
• Sluit het reservoir aan op het
luchtreinigingspistool.
• De stroom kan worden versteld door aan de
spuitmond te draaien. De spuitmond kan
worden geblokkeerd met de borgmoer.
• Reinig het pistool na gebruik.
Probleemoplossing
Spuitpistool spuit niet / luchtpistool blaast niet
1. Controleer of de klep, cilinder en de gaatjes
van de spuitmond niet zijn geblokkeerd
2. Controleer de luchtslang op lekkage
3. Controleer de luchtdruk
“Sinaasappeleffekt” overmatige nevelvorming
1. Er wordt een verkeerd oplosmiddel gebruikt
• Gebruik het juiste oplosmiddel.
2. Verfspuit te ver van het te behandelen
oppervlak
• Houd de verfspuit dichter bij het te
behandelen oppervlak.
3. De verf is te dik
• Verdun de verf.
Bandenpomppistool: geen luchtstroom
1. Controleer de luchtdruk
2. Controleer de slangaansluiting (goed
aangesloten?)
3. Controleer de luchtslang op lekkage