Victron energy SmartSolar MPPT 150/35 de handleiding

Type
de handleiding
1
EN NL FR DE ES SE IT Appendix
1. Algemene beschrijving
1.1 Laadstroom tot 35A en PV-spanning tot 100V
De SmartSolar MPPT 100/35 laadcontroller kan een accu met
een lagere nominale spanning laden vanaf een PV-paneel met
een hogere nominale spanning.
De controller past zich automatisch aan aan een nominale
accuspanning van 12V, 24V of 48V.
1.2 Ultrasnelle Maximum Power Point Tracking (MPPT)
Vooral als het bewolkt is en de lichtintensiteit voortdurend
verandert, verbetert een ultrasnelle MPPT-controller de
energieopbrengst tot 30% in vergelijking met PWM-
laadcontrollers en tot 10% in vergelijking met tragere MPPT-
controllers.
1.3 Advanced Maximum Power Point Detection in het geval
van wisselende schaduw
In het geval van wisselende schaduw kan de vermogen-
spanningscurve twee of meer maximale vermogenspunten
bevatten.
Conventionele MPPT's benutten meestal plaatselijke MPP,
hetgeen mogelijk niet het optimale MPP is.
Het innovatieve SmartSolar-algoritme maximaliseert de
energieopbrengst altijd door het optimale MPP te benutten.
1.4 Uitstekend omzettingsrendement
Geen koelventilator. Het maximale rendement bedraagt meer dan
98%. Volledige uitgangsstroom tot 40°C (104°F).
1.5 Uitgebreide elektronische beveiliging
Beveiliging tegen overtemperatuur en vermogensvermindering bij
hoge temperaturen.
Beveiliging tegen PV-kortsluiting en omgekeerde PV-polariteit.
Beveiliging tegen PV-sperstroom.
2
1.6 Interne temperatuursensor
Compenseert absorptie- en druppelladingsspanningen voor
temperatuur(bereik 6°C tot 40°C).
1.7 Optionele externe spannings- en temperatuursensor
(bereik -20°C tot 50°C)
De Smart Battery Sense is een draadloze batterij spannings- en
temperatuursensor voor Victron MPPT Zonneladers. De Zonnelader
gebruikt deze afmetingen om diens laadparameters te
optimaliseren. De accuraatheid van de gegevens die het doorstuurt
zal de doeltreffendheid van het batterijladen verbeteren en de
levensduur van de batterij verlengen.
Als alternatief kan Bluetooth communicatie ingesteld worden
tussen een BMV-712 batterijmonitor met
batterijtemperatuursensor en de zonnelaadcontroller.
Voer, voor meer details, smart networking in in het zoekvakje op
onze website.
1.8 Automatische herkenning van de accuspanning
De controller past zich slechts een keer automatisch aan aan
een 12V-, 24V- of een 48V-systeem. Als op een later moment
een andere systeemspanning is vereist, moet deze handmatig
worden gewijzigd, bijvoorbeeld met de Bluetooth-app, zie
paragraaf 1.11.
1.9 Flexibel laadalgoritme
Volledig programmeerbaar laadalgoritme en acht
voorgeprogrammeerde algoritmes die met een draaischakelaar
gekozen kunnen worden.
1.10 Adaptief drietraps laden
De SmarSolar MPPT-laadcontroller is geconfigureerd voor een
drietraps oplaadproces: Bulklading, absorptielading en
druppellading.
1.10.1. Bulklading
Tijdens deze fase levert de controller zoveel mogelijk laadstroom
om de accu's snel op te laden.
1.10.2. Absorptielading
Als de accuspanning de ingestelde absorptiespanning bereikt,
schakelt de controller over op de constante spanningsmodus.
3
EN NL FR DE ES SE IT Appendix
Als enkel lichte ontladingen optreden, wordt de absorptietijd kort
gehouden om overlading van de accu te voorkomen. Na een
diepe ontlading wordt de absorptietijd automatisch verhoogd om
ervoor te zorgen dat de accu opnieuw volledig wordt geladen.
Daarnaast wordt de absorptietijd ook beëindigd als de laadstroom
onder 2A daalt.
1.10.3. Druppellading
Tijdens deze fase wordt de druppelladingsspanning toegepast op
de accu om deze volledig opgeladen te houden.
1.10.4. Egalisatie
Zie hoofdstuk 3.8.
1.11 Aan/uit op afstand
De MPPT 150/35 kan op afstand worden bestuurd door een
VE.Direct niet-omvormende kabel voor het op afstand in- of
uitschakelen (ASS030550320). De ingang HIGH (Vi > 8V)
schakelt de controller in en de ingang LOW (V < 2V, of free
floating) schakelt de controller uit.
Toepassingsvoorbeeld: in-/uitschakelen op afstand door een
VE.Bus BMS voor het opladen van lithium-ionaccu's.
1.12 Configuratie en bewaking
Configureer de zonnelaadcontroller met de VictronConnect app.
Beschikbaar voor iOS- & Android-toestellen; evenals voor
MacOS- en Windows-computers. Een accessoire kan vereist zijn;
voer victronconnect in in het zoekvakje op onze website en bekijk
de VictronConnect downloadpagina voor details.
Gebruik voor eenvoudig monitoring de MPPT Control; een
eenvoudig maar efficiënt op panel gemonteerd beeldscherm dat
alle operationele parameters toont. Monitoring van het volledige
systeem inclusief inloggen op ons online portaal, VRM, wordt
uitgevoerd via het GX Productgamma.
5
EN NL FR DE ES SE IT Appendix
2. BELANGRIJKE
VEILIGHEIDSAANWIJZINGEN
BEWAAR DEZE AANWIJZINGEN - Deze handleiding bevat
belangrijke aanwijzingen die installatie en onderhoud in acht
moeten worden genomen.
● Lees deze handleiding zorgvuldig voordat het product wordt
geïnstalleerd en in gebruik wordt genomen.
● Dit product is ontworpen en getest conform de internationale
normen. De apparatuur mag enkel worden gebruikt voor de
bedoelde toepassing.
● Installeer het product in een hittebestendige omgeving. Zorg er
daarom voor dat zich geen chemische stoffen,
kunststofonderdelen, gordijnen of andere soorten textiel enz. in
de onmiddellijke omgeving van de apparatuur bevinden.
● Het product mag niet worden gemonteerd in een voor gebruikers
toegankelijk gebied.
● Zorg ervoor dat de apparatuur wordt gebruikt onder de juiste
bedrijfsomstandigheden. Gebruik het product nooit in een
vochtige omgeving.
● Gebruik het product nooit op plaatsen waar zich gas- of
stofexplosies kunnen voordoen.
● Zorg ervoor dat er altijd voldoende vrije ruimte rondom het
product is voor ventilatie.
● Raadpleeg de specificaties van de accufabrikant om te waarborgen
dat de accu geschikt is voor gebruik met dit product. Neem altijd de
veiligheidsvoorschriften van de accufabrikant in acht.
Bescherm de zonne-energiemodules tegen rechtstreekse lichtinval
tijdens de installatie, bv. door deze af te dekken.
Raak niet geïsoleerde kabeluiteinden nooit aan.
Gebruik alleen geïsoleerd gereedschap.
De aansluitingen moeten altijd plaatsvinden in de volgorde
zoals beschreven in paragraaf 3.6.
● Degene die het product installeert moet zorgen voor een
trekontlasting voor de accukabels, zodat een eventuele
spanning niet op de kabels wordt overgedragen.
● Naast deze handleiding moet de bedieningshandleiding of de
onderhoudshandleiding een onderhoudshandleiding voor de
accu bevatten die van toepassing is op de gebruikte accutypen.
Kans op ontploffing door vonken
Kans op elektrische schok
6
3. Installatie
WAARSCHUWING: DC- (PV) INGANGSSPANNING NIET
GEÏSOLEERD VAN ACCUCIRCUIT
LET OP: VOOR EEN GOEDE TEMPERATUURCOMPENSATIE
MOETEN DE OMGEVINGSOMSTANDIGHEDEN VOOR DE
LADER EN ACCU BINNEN 5°C LIGGEN.
3.1. Algemeen
Installeer verticaal op een onbrandbaar oppervlak met de
voedingsklemmen naar omlaag. Neem voor een optimale
koeling een minimale afstand van 10 cm onder en boven het
product in acht.
● Installeer dicht bij de accu maar nooit rechtstreeks boven de
accu (om schade wegens gasvorming van de accu te
voorkomen).
● Een slechte interne temperatuurcompensatie (bv.
omgevingsomstandigheden accu en lader niet binnen 5°C)
kan leiden tot een kortere levensduur van de accu.
We adviseren een rechtstreekse spanningsgevoelbron
(BMV, Smart Battery Sense of GX toestel met gedeeld
spanningsgevoel) te gebruiken wanneer grotere
temperatuurverschillen of extreme omgevingstemperatuur
omstandigheden te verwachten zijn.
● De installatie van de accu moet plaatsvinden conform de
accu-opslagvoorschriften van de Canadese Elektrische Code,
deel I.
● De accuaansluitingen en de PV- aansluitingen) moeten worden
beschermd tegen onbedoeld contact (bv. installatie in een
behuizing of installeer de optionele WireBox M).
3.2 Aarding
Aarding van de accu: de lader kan in een positief of negatief
geaard systeem worden geïnstalleerd.
Opmerking: pas een enkele aardingsaansluiting toe (bij
voorkeur dicht bij de accu) om storingen in het systeem te
voorkomen.
Frame-aarding: Een apart aardingspad voor de frame-aarding
is toegestaan, omdat het is geïsoleerd van de positieve en
negatieve aansluiting.
De USA National Electrical Code (NEC)vereist het gebruik van
een externe aardlekschakelaar.
7
EN NL FR DE ES SE IT Appendix
Deze MPPT-laders beschikken niet over een interne
aardlekschakelaar. De negatieve aansluiting van het systeem
dient via een aardlekschakelaar te worden verbonden met de
aarde op (uitsluitend) een enkele locatie.
De oplader mag niet worden aangesloten op geaarde
PV-configuraties. (Slechts één aardaansluiting)
De plus en min van de PV-configuratie mag niet worden
geaard.
Aard het frame van de PV-panelen om de impact van
blikseminslag te verminderen.
WAARSCHUWING: ALS ER EEN AARDINGSFOUT WORDT
AANGEGEVEN, KAN HET ZIJN DAT ACCU-AANSLUITINGEN
EN AANGESLOTEN CIRCUITS NIET GEAARD EN DUS
GEVAARLIJK ZIJN.
3.3. PV configuratie (zie ook het MPPT-Excel-blad op onze
website)
Zorg ervoor dat alle stroomgeleiders van een fotovoltaïsche
stroombron losgekoppeld kunnen worden van alle overige
geleiders in een gebouw of andere constructie.
Een schakelaar, contactverbreker of ander apparaat, met gelijk-
of wisselspanning, mag niet worden geïnstalleerd in een
geaarde geleider als het gebruik van deze schakelaar,
contactverbreker of ander apparaat de betreffende geaarde
geleider in een niet-geaarde en spanningsvoerende toestand
achterlaat.
De controller werkt alleen als de PV-spanning de
accuspanning (V
accu
) overschrijdt.
De controller start pas als de PV-spanning V
accu
+ 5V
overschrijdt. Daarna bedraagt de minimale PV-spanning V
accu
+ 1V
Maximale PV-nullastspanning: 150V.
Bijvoorbeeld:
24V-accu en mono- of polykristallijne panelen
● Minimaal aantal cellen in serie: 72 (2x 12V-paneel in serie of
één 24V-paneel).
● Aanbevolen aantal cellen voor maximale efficiëntie van de
controller: 144 cellen (4x 12V-paneel of 2x 24V-paneel in serie).
● Maximum: 216 cellen (6x 12V- of 3x 24V-paneel in serie).
8
48V-accu en mono- of polykristallijne panelen
● Minimaal aantal cellen in serie: 144
(4x 12V-paneel of 2x 24V-paneel in serie).
● Maximum: 216 cellen.
Opmerking: Bij lage temperatuur kan de nullastspanning van een
zonnepaneel met 216 cellen, afhankelijk van de plaatselijke
omstandigheden en de celspecificaties, 150V overschrijden. In
dat geval moet het aantal cellen worden verminderd.
3.4 Kabelaansluitvolgorde (zie afbeelding 1)
Ten eerste: sluit de accu aan.
Ten tweede: sluit het zonnepaneel aan (bij omgekeerde polariteit
warmt de controller op, maar wordt de accu niet opgeladen).
Torsie: 1,6 Nm.
9
EN NL FR DE ES SE IT Appendix
3.5 Configuratie van de controller
Volledig programmeerbare laadalgoritmes (zie de software
pagina op onze website) en acht voorgeprogrammeerde
algoritmes die met een draaischakelaar gekozen kunnen worden:
Pos
Aanbevolen accutype
Absorptie
V
Druppellading
V
Egaliseren
V
@%I
nom
dV/dT
mV/°C
0
Gel Victron long life
(OPzV)
Gel exide A600 (OPzV)
Gel MK
28,2 27,6
31,8
@8%
-32
1
Gel Victron deep
discharge
Gel Exide A200
AGM Victron deep
discharge
Vaste buisjesplaat (OPzS)
28,6 27,6
32,2
@8%
-32
2
Fabrieksinstelling
Gel Victron deep
discharge
Gel Exide A200
AGM Victron deep
discharge
Vaste buisjesplaat (OPzS)
28,8 27,6
32,4
@8%
-32
3
AGM spiral cell
Vaste buisjesplaat (OPzS)
Rolls AGM
29,4 27,6
33,0
@8%
-32
4
PzS buisjesplaat-
tractieaccu's of
OpzS accu's
29,8 27,6
33,4
@25%
-32
5
PzS buisjesplaat-
tractieaccu's of
OpzS accu's
30,2 27,6
33,8
@25%
-32
6
PzS buisjesplaat-
tractieaccu's of
OpzS accu's
30,6 27,6
34,2
@25%
-32
7
Lithium-ijzerfosfaat-
(LiFePO4
)
accu's
28,4 27,0 n.v.t. 0
Opmerking 1: Deel alle waarden door twee in geval van een 12V-systeem en vermenigvuldig de
waarden met twee in geval van een 48V-systeem.
Opmerking 2: Egaliseer normaal uit, zie par. 3.8 om te activeren.
(VRLA Gel en AGM batterijen niet egaliseren)
Opmerking 3: Elke instellingswijziging die wordt uitgevoerd met Bluetooth of via VE.Direct zal de
instelling van de draaischakelaar opheffen. Door aan de draaischakelaar te draaien, worden eerdere
instellingen uitgevoerd met Bluetooth of VE.Direct opgeheven.
10
Bij alle modellen met softwareversie V 1.12 of hoger helpt een
binaire LED-code bij het bepalen van de positie van de
draaischakelaar.
Na het wijzigen van de positie van de draaischakelaar, knipperen
de LEDs 4 seconden lang als volgt:
Daarna wordt de normale weergave weer hervat, zoals
onderstaand beschreven.
Opmerking: de knipperfunctie is alleen ingeschakeld als PV-
stroom bij de ingang van de controller beschikbaar is.
3.6 LEDs
LED-aanduiding:
brandt continu
knippert
is uit
Normaal bedrijf
LEDs
Bulk-
lading
Absorptie-
lading
Druppel-
lading
Bulklading (*1)
Absorptielading (*2)
Automatische egalisatie (*2)
Druppellading (*2)
Opmerking (*1): De bulk-led zal elke 3 seconden kort knipperen wanneer het systeem
aangedreven is maar er onvoldoende vermogen is om te starten met opladen.
Opmerking (*2): De led(s) kunnen elke 4 seconden knipperen, aanduidend dat de oplader
gegevens ontvangt van een ander toestel, dit kan het volgende zijn:
Een GX-toestel (bv. Kleurregeling met een Multi in ESS-modus)
Een VE.Smart-netwerklink via Bluetooth (met andere MPPT-opladers en/of
een BMV of Smart Battery Sense)
Schakelaar-
positie
LED
Bulklading
LED
Abs
LED
Druppellading
Knipper-
frequentie
0
1
1
1
snel
1
0
0
1
langzaam
2
0
1
0
langzaam
3
0
1
1
langzaam
4
1
0
0
langzaam
5
1
0
1
langzaam
6
1
1
0
langzaam
7
1
1
1
langzaam
11
EN NL FR DE ES SE IT Appendix
Storingen
LEDs
Bulk-
lading
Absorptie-
lading
Druppel-
lading
Ladertemperatuur te hoog
Overstroom lader
Overspanning acculader
Interne fout (*3)
Opmerking (*3): Bv. kalibratie- en/of instellingengegevens verloren, huidig sensorprobleem.
Voor de nieuwste en meest bijgewerkte
informatie over de blink-codes raadpleeg
de Victron Toolkit-app. Klik op of scan de
QR-code om naar de Victron Support en
Downloads/Software-pagina te gaan.
3.7 Accu-oplaadinformatie
De laadcontroller begint elke ochtend, zodra de zon begint te
schijnen, een nieuwe laadcyclus.
Loodzuurbatterijen: standaardmethode om de lengte en het
einde van de absorptie te bepalen
Het laadalgoritmegedrag van MPPT’s verschilt van AC verbonden
batterijladers. Lees dit hoofdstuk van de handleiding zorgvuldig
om MPPT-gedrag te verstaan en volg steeds de aanbevelingen
van uw batterijproducent.
Standaard wordt de absorptietijd bepaald op stilstaande
batterijspanning bij de start van elke dag, gebaseerd op de
volgende tabel:
Batterijspanning Vb
(@start-up)
Vermenigvuldiger
Maximale
absorptietijd
Vb < 11,9V x 1 6u
11,9V < Vb < 12,2V x 2/3 4u
12,2V < Vb < 12,6V x 1/3 2u
Vb > 12,6V x 1/6 1u
(12V waarden, aanpassen voor 24V)
12
De absorptietijdteller start eens overgeschakeld van bulk naar
absorptie.
De MPPT-zonneladers zullen ook absorptive beëindigen en
overschakelen naar druppellader wanneer de batterijstroom
onder een lage stroomdrempellimiet, de ‘staartstroom’, valt.
De standaard staartstroomwaarde bedraagt 2A.
De standaard instellingen (spanningen,
absorptietijdvermenigvuldiger en staartstroom) kunnen aangepast
worden met de Victronconnect app via Bluetooth of via VE.Direct.
Er zijn twee uitzonderingen op normale werking:
1. Wanneer gebruikt in een ESS-systeem; het
zonneladeralgoritme wordt uitgeschakeld; en in plaats
hiervan volgt het de curve zoals opgelegd door de
omvormer/acculader.
2. Voor CAN-bus Lithium-batterijen, zoals BYD, vertelt de
batterij het systeem, inclusief de zonnelader, welke
laadspanning te gebruiken. Deze Laadspanningslimiet (CVL)
is voor bepaalde batterijen zelfs dynamisch; wijzigt mettertijd;
gebaseerd op bijvoorbeeld maximale celspanning in het
pakket en andere parameters.
Variaties op verwacht gedrag
1. Pauzeren van de absorptietijdteller
De absorptietijdteller start wanneer de geconfigureerde
absorptiespanning bereikt werd en pauzeert wanneer de
outputspanning onder de geconfigureerde absorptiespanning ligt.
Een voorbeeld van wanneer deze spanningsverlaging kan
voorvallen is wanneer PV-vermogen (vanwege wolken, bomen,
bruggen) onvoldoende is om de batterij te laden en vermogen te
geven aan de ladingen.
Wanneer de absorptietimer gepauzeerd wordt, zal de absorptie-
led zeer traag flitsen.
2. Herstarten van het laadproces
Het laadalgoritme zal resetten wanneer laden gedurende een
uur gestopt werd. Dit kan voorvallen wanneer de PV-
spanning zakt onder de batterijspanning vanwege slecht
weer, schaduw of iets gelijkaardigs.
13
EN NL FR DE ES SE IT Appendix
3. Batterij wordt opgeladen of ontladen voordat zonneladen
begint
De automatische absorptietijd is gebaseerd op de opstart-
batterijspanning (zie tabel). Deze absorptietijdschatting kan
incorrect zijn wanneer er een bijkomende laadbron (bv.
alternator) of lading op de batterijen is.
Dit is een inherente kwestie in het standaard algoritme. In de
meeste gevallen is het echter nog steeds beter dan een
vaste absorptietijd ongeacht andere laadbronnen of
batterijstatus.
Het is mogelijk het standaard absorptietijdalgoritme terzijde
te schuiven door een vaste absorptietijd in te stellen bij het
programmeren van de zonnelaadcontroller. Denk eraan dat
dit kan resulteren in het overladen van uw batterijen.
Raadpleeg uw batterijproducent voor aanbevolen
instellingen.
4. Absorptietijd bepaald door staartstroom
Bij bepaalde toepassingen kan het te prefereren zijn om
absorptietijd die enkel gebaseerd is op staartstroom te
beëindigen. Dit kan bereikt worden door de standaard
absorptietijdvermenigvuldiger te verhogen.
(waarschuwing: de staartstroom van lood-zuur batterijen zakt
niet naar nul wanneer de batterijen volledig opgeladen zijn,
en deze “resterende” staartstroom kan substantieel verhogen
wanneer de batterijen ouder worden).
Standaard instelling, LiFePO4-batterijen
LiFePO4-batterijen moeten niet volledig geladen worden om
vroegtijdig defect te beletten.
De standaard instelling van absorptiespanning bedraagt 14,2V
(28,4V).
En de standaard instelling van absorptietijd bedraagt 2 uur.
Standaard instelling druppellader: 13,2V (26,4V).
Deze instellingen zijn aanpasbaar.
14
Resetten van het laadalgoritme:
De standaard instelling voor herstarten van de laadcyclus is Vbatt
< (Vfloat 0,4V) voor lood-zuur en Vbatt < (Vfloat 0,1V) voor
LiFePO4-batterijen, gedurende 1 minuut.
(waarden voor 12V-batterijen, vermenigvuldigen met twee voor
24V)
3.8 Automatische egalisatie
Automatische egalisatie staat standaard ingesteld op ‘UIT’. Met
de Victron Connect-app (zie par. 1.12) kan deze instelling worden
geconfigureerd met een cijfer tussen 1 (elke dag) en 250 (eens
om de 250 dagen).
Wanneer automatische egalisatie actief is, zal de absorptielading
gevolgd worden door een periode van constante stroom met
beperkte spanning. De stroom wordt beperkt tot 8% of 25% van
de bulkstroom. De bulkstroom is de nominale laderstroom tenzij
een lagere maximale stroominstelling werd gekozen.
Bij het gebruik van een instelling met 8% stroomlimiet eindigt
automatische egalisatie wanneer de spanningslimiet bereikt werd,
of na 1 uur, wat er ook eerst komt.
Andere instellingen: automatische egalisatie eindigt na 4 uur.
Wanneer automatische egalisatie niet binnen één dag volledig
voltooid werd, zal het de volgende dag niet hervatten, de
volgende egalisatiesessie zal plaatsvinden zoals bepaald door de
daginterval.
15
EN NL FR DE ES SE IT Appendix
4. Storingen verhelpen
Probleem Mogelijke oorzaak Oplossing
Lader werkt
niet
Omgekeerde PV-
aansluiting
Sluit PV juist aan
Omgekeerde
accuaansluitingen
Niet vervangbare zekering
doorgebrand.
Retourneer het apparaat naar
VE voor reparatie
De accu
wordt niet
volledig
opgeladen
Slechte
accuverbinding
Controleer accuverbinding
Te hoge
kabelverliezen
Gebruik kabels met een grotere
doorsnede
Groot verschil in
omgevingstemperatuur
tussen acculader en
accu (T
omgeving_lader
>
T
omgeving_accu
)
Zorg ervoor dat de
omgevingsomstandigheden voor
de lader en de accu gelijk zijn
Enkel voor een 24V-
systeem: foute
systeemspanning
gekozen (12V i.p.v.
24V) door de
laadcontroller
Stel de controller handmatig in op
de vereiste systeemspanning (zie
paragraaf 1.11)
De accu
wordt
overladen
Een accucel is defect
Vervang de accu
Groot verschil in
omgevingstemperatuur
tussen acculader en
accu (T
omgeving_lader
<
T
omgeving_accu
)
Zorg ervoor dat de
omgevingsomstandigheden voor
de lader en de accu gelijk zijn
16
5. Specificaties
SmartSolar-laadcontroller MPPT 150/35
Accuspanning
12/24/48V Auto Select (36V: handmatig)
Maximale accustroom
35A
Nominaal PV-vermogen, 12V 1a,b)
500W (MPPT-bereik 15V tot 130V)
Nominaal PV-vermogen, 24V 1a,b)
1000W (MPPT-bereik 30V tot 130V)
Nominaal PV-vermogen, 48V 1a,b)
2000W (MPPT-bereik 60V tot 130V)
Max. PV kortsluitstroom 2)
40A
Maximale PV-nullastspanning
150V
Piekefficiëntie
98%
Eigen verbruik
10mA
Laadspanning 'absorptielading'
Fabrieksinstelling: 14,4V / 28,8V / 57,6V (regelbaar)
Laadspanning 'egalisatie 3)'
Fabrieksinstelling: 16,2V / 32,4V / 64,8V (regelbaar)
Laadspanning 'druppellading'
Fabrieksinstelling: 13,8V / 27,6V / 55,2V (regelbaar)
Laadalgoritme
Meertraps adaptief (acht voorgeprogrammeerde
algoritmes) of gebruikergedefinieerd algoritme
Temperatuurcompensatie
-16mV / °C resp. -32mV / °C
Beveiliging
Omgekeerde polariteit accu (zekering, niet toegankelijk
voor gebruiker)
Kortsluiting uitgang / overtemperatuur
Bedrijfstemperatuur
-30 tot +60°C (volledig nominaal vermogen tot 40°C)
Vocht
95%, niet condenserend
Maximale hoogte
5000m (volledig nominaal vermogen tot 2000m)
Omgevingsomstandigheden
Binnen type 1, natuurlijk
Verontreinigingsgraad
PD3
Datacommunicatiepoort en aan/uit
op afstand
VE.Direct
Zie het white paper over datacommunicatie op onze website.
BEHUIZING
Kleur
Blauw (RAL 5012)
Vermogensklemmen
16 mm² / AWG6
Beschermingsklasse
IP43 (elektronische componenten)
IP 22 (aansluitingsgebied)
Gewicht
1,25kg
Afmetingen (h x b x d)
130 x 186 x 70mm
NORMEN
Veiligheid EN/IEC 62109-1, UL 1741, CSA C22.2
1a) Als er meer PV-vermogen wordt aangesloten, beperkt de controller het ingangsvermogen.
1b) De controller start pas als de PV-spanning Vaccu + 5V overschrijdt.
Daarna bedraagt de minimale PV-spanning Vaccu + 1V.
2) Een hogere kortsluitstroom kan de controller beschadigen bij omgekeerde
polariteitsaansluiting van het zonnepaneel.
3) Fabrieksinstelling: UIT

Documenttranscriptie

IT Appendix 1 SE 1.5 Uitgebreide elektronische beveiliging Beveiliging tegen overtemperatuur en vermogensvermindering bij hoge temperaturen. Beveiliging tegen PV-kortsluiting en omgekeerde PV-polariteit. Beveiliging tegen PV-sperstroom. ES 1.4 Uitstekend omzettingsrendement Geen koelventilator. Het maximale rendement bedraagt meer dan 98%. Volledige uitgangsstroom tot 40°C (104°F). DE 1.3 Advanced Maximum Power Point Detection in het geval van wisselende schaduw In het geval van wisselende schaduw kan de vermogenspanningscurve twee of meer maximale vermogenspunten bevatten. Conventionele MPPT's benutten meestal plaatselijke MPP, hetgeen mogelijk niet het optimale MPP is. Het innovatieve SmartSolar-algoritme maximaliseert de energieopbrengst altijd door het optimale MPP te benutten. FR 1.2 Ultrasnelle Maximum Power Point Tracking (MPPT) Vooral als het bewolkt is en de lichtintensiteit voortdurend verandert, verbetert een ultrasnelle MPPT-controller de energieopbrengst tot 30% in vergelijking met PWMlaadcontrollers en tot 10% in vergelijking met tragere MPPTcontrollers. NL 1.1 Laadstroom tot 35A en PV-spanning tot 100V De SmartSolar MPPT 100/35 laadcontroller kan een accu met een lagere nominale spanning laden vanaf een PV-paneel met een hogere nominale spanning. De controller past zich automatisch aan aan een nominale accuspanning van 12V, 24V of 48V. EN 1. Algemene beschrijving 1.6 Interne temperatuursensor Compenseert absorptie- en druppelladingsspanningen voor temperatuur(bereik 6°C tot 40°C). 1.7 Optionele externe spannings- en temperatuursensor (bereik -20°C tot 50°C) De Smart Battery Sense is een draadloze batterij spannings- en temperatuursensor voor Victron MPPT Zonneladers. De Zonnelader gebruikt deze afmetingen om diens laadparameters te optimaliseren. De accuraatheid van de gegevens die het doorstuurt zal de doeltreffendheid van het batterijladen verbeteren en de levensduur van de batterij verlengen. Als alternatief kan Bluetooth communicatie ingesteld worden tussen een BMV-712 batterijmonitor met batterijtemperatuursensor en de zonnelaadcontroller. Voer, voor meer details, smart networking in in het zoekvakje op onze website. 1.8 Automatische herkenning van de accuspanning De controller past zich slechts een keer automatisch aan aan een 12V-, 24V- of een 48V-systeem. Als op een later moment een andere systeemspanning is vereist, moet deze handmatig worden gewijzigd, bijvoorbeeld met de Bluetooth-app, zie paragraaf 1.11. 1.9 Flexibel laadalgoritme Volledig programmeerbaar laadalgoritme en acht voorgeprogrammeerde algoritmes die met een draaischakelaar gekozen kunnen worden. 1.10 Adaptief drietraps laden De SmarSolar MPPT-laadcontroller is geconfigureerd voor een drietraps oplaadproces: Bulklading, absorptielading en druppellading. 1.10.1. Bulklading Tijdens deze fase levert de controller zoveel mogelijk laadstroom om de accu's snel op te laden. 1.10.2. Absorptielading Als de accuspanning de ingestelde absorptiespanning bereikt, schakelt de controller over op de constante spanningsmodus. 2 NL FR 1.10.3. Druppellading Tijdens deze fase wordt de druppelladingsspanning toegepast op de accu om deze volledig opgeladen te houden. EN Als enkel lichte ontladingen optreden, wordt de absorptietijd kort gehouden om overlading van de accu te voorkomen. Na een diepe ontlading wordt de absorptietijd automatisch verhoogd om ervoor te zorgen dat de accu opnieuw volledig wordt geladen. Daarnaast wordt de absorptietijd ook beëindigd als de laadstroom onder 2A daalt. 1.10.4. Egalisatie Zie hoofdstuk 3.8. DE 1.12 Configuratie en bewaking Configureer de zonnelaadcontroller met de VictronConnect app. Beschikbaar voor iOS- & Android-toestellen; evenals voor MacOS- en Windows-computers. Een accessoire kan vereist zijn; voer victronconnect in in het zoekvakje op onze website en bekijk de VictronConnect downloadpagina voor details. SE Appendix 3 IT Gebruik voor eenvoudig monitoring de MPPT Control; een eenvoudig maar efficiënt op panel gemonteerd beeldscherm dat alle operationele parameters toont. Monitoring van het volledige systeem inclusief inloggen op ons online portaal, VRM, wordt uitgevoerd via het GX Productgamma. ES 1.11 Aan/uit op afstand De MPPT 150/35 kan op afstand worden bestuurd door een VE.Direct niet-omvormende kabel voor het op afstand in- of uitschakelen (ASS030550320). De ingang HIGH (Vi > 8V) schakelt de controller in en de ingang LOW (V < 2V, of ‘free floating’) schakelt de controller uit. Toepassingsvoorbeeld: in-/uitschakelen op afstand door een VE.Bus BMS voor het opladen van lithium-ionaccu's. NL BEWAAR DEZE AANWIJZINGEN - Deze handleiding bevat belangrijke aanwijzingen die installatie en onderhoud in acht moeten worden genomen. EN 2. BELANGRIJKE VEILIGHEIDSAANWIJZINGEN Kans op ontploffing door vonken DE ES SE IT Appendix 5 FR Kans op elektrische schok ● Lees deze handleiding zorgvuldig voordat het product wordt geïnstalleerd en in gebruik wordt genomen. ● Dit product is ontworpen en getest conform de internationale normen. De apparatuur mag enkel worden gebruikt voor de bedoelde toepassing. ● Installeer het product in een hittebestendige omgeving. Zorg er daarom voor dat zich geen chemische stoffen, kunststofonderdelen, gordijnen of andere soorten textiel enz. in de onmiddellijke omgeving van de apparatuur bevinden. ● Het product mag niet worden gemonteerd in een voor gebruikers toegankelijk gebied. ● Zorg ervoor dat de apparatuur wordt gebruikt onder de juiste bedrijfsomstandigheden. Gebruik het product nooit in een vochtige omgeving. ● Gebruik het product nooit op plaatsen waar zich gas- of stofexplosies kunnen voordoen. ● Zorg ervoor dat er altijd voldoende vrije ruimte rondom het product is voor ventilatie. ● Raadpleeg de specificaties van de accufabrikant om te waarborgen dat de accu geschikt is voor gebruik met dit product. Neem altijd de veiligheidsvoorschriften van de accufabrikant in acht. ● Bescherm de zonne-energiemodules tegen rechtstreekse lichtinval tijdens de installatie, bv. door deze af te dekken. ● Raak niet geïsoleerde kabeluiteinden nooit aan. ● Gebruik alleen geïsoleerd gereedschap. ● De aansluitingen moeten altijd plaatsvinden in de volgorde zoals beschreven in paragraaf 3.6. ● Degene die het product installeert moet zorgen voor een trekontlasting voor de accukabels, zodat een eventuele spanning niet op de kabels wordt overgedragen. ● Naast deze handleiding moet de bedieningshandleiding of de onderhoudshandleiding een onderhoudshandleiding voor de accu bevatten die van toepassing is op de gebruikte accutypen. 3. Installatie WAARSCHUWING: DC- (PV) INGANGSSPANNING NIET GEÏSOLEERD VAN ACCUCIRCUIT LET OP: VOOR EEN GOEDE TEMPERATUURCOMPENSATIE MOETEN DE OMGEVINGSOMSTANDIGHEDEN VOOR DE LADER EN ACCU BINNEN 5°C LIGGEN. 3.1. Algemeen ● Installeer verticaal op een onbrandbaar oppervlak met de voedingsklemmen naar omlaag. Neem voor een optimale koeling een minimale afstand van 10 cm onder en boven het product in acht. ● Installeer dicht bij de accu maar nooit rechtstreeks boven de accu (om schade wegens gasvorming van de accu te voorkomen). ● Een slechte interne temperatuurcompensatie (bv. omgevingsomstandigheden accu en lader niet binnen 5°C) kan leiden tot een kortere levensduur van de accu. We adviseren een rechtstreekse spanningsgevoelbron (BMV, Smart Battery Sense of GX toestel met gedeeld spanningsgevoel) te gebruiken wanneer grotere temperatuurverschillen of extreme omgevingstemperatuur omstandigheden te verwachten zijn. ● De installatie van de accu moet plaatsvinden conform de accu-opslagvoorschriften van de Canadese Elektrische Code, deel I. ● De accuaansluitingen en de PV- aansluitingen) moeten worden beschermd tegen onbedoeld contact (bv. installatie in een behuizing of installeer de optionele WireBox M). 3.2 Aarding ● Aarding van de accu: de lader kan in een positief of negatief geaard systeem worden geïnstalleerd. Opmerking: pas een enkele aardingsaansluiting toe (bij voorkeur dicht bij de accu) om storingen in het systeem te voorkomen. ● Frame-aarding: Een apart aardingspad voor de frame-aarding is toegestaan, omdat het is geïsoleerd van de positieve en negatieve aansluiting. ● De USA National Electrical Code (NEC)vereist het gebruik van een externe aardlekschakelaar. 6 ES SE IT Appendix 7 DE Bijvoorbeeld: 24V-accu en mono- of polykristallijne panelen ● Minimaal aantal cellen in serie: 72 (2x 12V-paneel in serie of één 24V-paneel). ● Aanbevolen aantal cellen voor maximale efficiëntie van de controller: 144 cellen (4x 12V-paneel of 2x 24V-paneel in serie). ● Maximum: 216 cellen (6x 12V- of 3x 24V-paneel in serie). FR 3.3. PV configuratie (zie ook het MPPT-Excel-blad op onze website) ● Zorg ervoor dat alle stroomgeleiders van een fotovoltaïsche stroombron losgekoppeld kunnen worden van alle overige geleiders in een gebouw of andere constructie. ● Een schakelaar, contactverbreker of ander apparaat, met gelijkof wisselspanning, mag niet worden geïnstalleerd in een geaarde geleider als het gebruik van deze schakelaar, contactverbreker of ander apparaat de betreffende geaarde geleider in een niet-geaarde en spanningsvoerende toestand achterlaat. ● De controller werkt alleen als de PV-spanning de accuspanning (Vaccu) overschrijdt. ● De controller start pas als de PV-spanning Vaccu + 5V overschrijdt. Daarna bedraagt de minimale PV-spanning Vaccu + 1V ● Maximale PV-nullastspanning: 150V. NL WAARSCHUWING: ALS ER EEN AARDINGSFOUT WORDT AANGEGEVEN, KAN HET ZIJN DAT ACCU-AANSLUITINGEN EN AANGESLOTEN CIRCUITS NIET GEAARD EN DUS GEVAARLIJK ZIJN. EN Deze MPPT-laders beschikken niet over een interne aardlekschakelaar. De negatieve aansluiting van het systeem dient via een aardlekschakelaar te worden verbonden met de aarde op (uitsluitend) een enkele locatie. ● De oplader mag niet worden aangesloten op geaarde PV-configuraties. (Slechts één aardaansluiting) ● De plus en min van de PV-configuratie mag niet worden geaard. Aard het frame van de PV-panelen om de impact van blikseminslag te verminderen. 48V-accu en mono- of polykristallijne panelen ● Minimaal aantal cellen in serie: 144 (4x 12V-paneel of 2x 24V-paneel in serie). ● Maximum: 216 cellen. Opmerking: Bij lage temperatuur kan de nullastspanning van een zonnepaneel met 216 cellen, afhankelijk van de plaatselijke omstandigheden en de celspecificaties, 150V overschrijden. In dat geval moet het aantal cellen worden verminderd. 3.4 Kabelaansluitvolgorde (zie afbeelding 1) Ten eerste: sluit de accu aan. Ten tweede: sluit het zonnepaneel aan (bij omgekeerde polariteit warmt de controller op, maar wordt de accu niet opgeladen). Torsie: 1,6 Nm. 8 0 Gel Victron long life (OPzV) Gel exide A600 (OPzV) Gel MK Gel Victron deep discharge Gel Exide A200 AGM Victron deep discharge Vaste buisjesplaat (OPzS) Fabrieksinstelling Gel Victron deep discharge Gel Exide A200 AGM Victron deep discharge Vaste buisjesplaat (OPzS) 1 5 28,6 27,6 32,2 @8% -32 28,8 27,6 32,4 @8% -32 AGM spiral cell Vaste buisjesplaat (OPzS) Rolls AGM 29,4 27,6 33,0 @8% -32 PzS buisjesplaattractieaccu's of OpzS accu's 29,8 27,6 33,4 @25% -32 PzS buisjesplaattractieaccu's of OpzS accu's 30,2 27,6 33,8 @25% -32 PzS buisjesplaattractieaccu's of OpzS accu's 30,6 27,6 34,2 @25% -32 28,4 27,0 n.v.t. 0 -32 Lithium-ijzerfosfaat(LiFePO4) accu's Appendix 7 27,6 IT 6 28,2 SE 4 dV/dT mV/°C ES 3 Druppellading V DE 2 Egaliseren V @%Inom 31,8 @8% Absorptie V FR Aanbevolen accutype NL Pos EN 3.5 Configuratie van de controller Volledig programmeerbare laadalgoritmes (zie de software pagina op onze website) en acht voorgeprogrammeerde algoritmes die met een draaischakelaar gekozen kunnen worden: Opmerking 1: Deel alle waarden door twee in geval van een 12V-systeem en vermenigvuldig de waarden met twee in geval van een 48V-systeem. Opmerking 2: Egaliseer normaal uit, zie par. 3.8 om te activeren. (VRLA Gel en AGM batterijen niet egaliseren) Opmerking 3: Elke instellingswijziging die wordt uitgevoerd met Bluetooth of via VE.Direct zal de instelling van de draaischakelaar opheffen. Door aan de draaischakelaar te draaien, worden eerdere instellingen uitgevoerd met Bluetooth of VE.Direct opgeheven. 9 Bij alle modellen met softwareversie V 1.12 of hoger helpt een binaire LED-code bij het bepalen van de positie van de draaischakelaar. Na het wijzigen van de positie van de draaischakelaar, knipperen de LEDs 4 seconden lang als volgt: Schakelaarpositie 0 1 2 3 4 5 6 7 LED Bulklading 1 0 0 0 1 1 1 1 LED Abs 1 0 1 1 0 0 1 1 LED Druppellading 1 1 0 1 0 1 0 1 Knipperfrequentie snel langzaam langzaam langzaam langzaam langzaam langzaam langzaam Daarna wordt de normale weergave weer hervat, zoals onderstaand beschreven. Opmerking: de knipperfunctie is alleen ingeschakeld als PVstroom bij de ingang van de controller beschikbaar is. 3.6 LEDs LED-aanduiding:  brandt continu  knippert  is uit Normaal bedrijf LEDs Bulklading (*1) Absorptielading (*2) Automatische egalisatie (*2) Druppellading (*2) Bulklading     Absorptielading     Druppellading     Opmerking (*1): De bulk-led zal elke 3 seconden kort knipperen wanneer het systeem aangedreven is maar er onvoldoende vermogen is om te starten met opladen. Opmerking (*2): De led(s) kunnen elke 4 seconden knipperen, aanduidend dat de oplader gegevens ontvangt van een ander toestel, dit kan het volgende zijn: • Een GX-toestel (bv. Kleurregeling met een Multi in ESS-modus) • Een VE.Smart-netwerklink via Bluetooth (met andere MPPT-opladers en/of een BMV of Smart Battery Sense) 10 Storingen Bulklading Absorptielading Druppellading         NL     EN LEDs Ladertemperatuur te hoog Overstroom lader Overspanning acculader Interne fout (*3) Opmerking (*3): Bv. kalibratie- en/of instellingengegevens verloren, huidig sensorprobleem. FR Voor de nieuwste en meest bijgewerkte informatie over de blink-codes raadpleeg de Victron Toolkit-app. Klik op of scan de QR-code om naar de Victron Support en Downloads/Software-pagina te gaan. Maximale absorptietijd Vb < 11,9V x1 6u 11,9V < Vb < 12,2V x 2/3 4u 12,2V < Vb < 12,6V x 1/3 2u Vb > 12,6V x 1/6 1u (12V waarden, aanpassen voor 24V) 11 Appendix Vermenigvuldiger IT Batterijspanning Vb (@start-up) SE Standaard wordt de absorptietijd bepaald op stilstaande batterijspanning bij de start van elke dag, gebaseerd op de volgende tabel: ES Loodzuurbatterijen: standaardmethode om de lengte en het einde van de absorptie te bepalen Het laadalgoritmegedrag van MPPT’s verschilt van AC verbonden batterijladers. Lees dit hoofdstuk van de handleiding zorgvuldig om MPPT-gedrag te verstaan en volg steeds de aanbevelingen van uw batterijproducent. DE 3.7 Accu-oplaadinformatie De laadcontroller begint elke ochtend, zodra de zon begint te schijnen, een nieuwe laadcyclus. De absorptietijdteller start eens overgeschakeld van bulk naar absorptie. De MPPT-zonneladers zullen ook absorptive beëindigen en overschakelen naar druppellader wanneer de batterijstroom onder een lage stroomdrempellimiet, de ‘staartstroom’, valt. De standaard staartstroomwaarde bedraagt 2A. De standaard instellingen (spanningen, absorptietijdvermenigvuldiger en staartstroom) kunnen aangepast worden met de Victronconnect app via Bluetooth of via VE.Direct. Er zijn twee uitzonderingen op normale werking: 1. Wanneer gebruikt in een ESS-systeem; het zonneladeralgoritme wordt uitgeschakeld; en in plaats hiervan volgt het de curve zoals opgelegd door de omvormer/acculader. 2. Voor CAN-bus Lithium-batterijen, zoals BYD, vertelt de batterij het systeem, inclusief de zonnelader, welke laadspanning te gebruiken. Deze Laadspanningslimiet (CVL) is voor bepaalde batterijen zelfs dynamisch; wijzigt mettertijd; gebaseerd op bijvoorbeeld maximale celspanning in het pakket en andere parameters. Variaties op verwacht gedrag 1. Pauzeren van de absorptietijdteller De absorptietijdteller start wanneer de geconfigureerde absorptiespanning bereikt werd en pauzeert wanneer de outputspanning onder de geconfigureerde absorptiespanning ligt. Een voorbeeld van wanneer deze spanningsverlaging kan voorvallen is wanneer PV-vermogen (vanwege wolken, bomen, bruggen) onvoldoende is om de batterij te laden en vermogen te geven aan de ladingen. Wanneer de absorptietimer gepauzeerd wordt, zal de absorptieled zeer traag flitsen. 2. 12 Herstarten van het laadproces Het laadalgoritme zal resetten wanneer laden gedurende een uur gestopt werd. Dit kan voorvallen wanneer de PVspanning zakt onder de batterijspanning vanwege slecht weer, schaduw of iets gelijkaardigs. Batterij wordt opgeladen of ontladen voordat zonneladen begint De automatische absorptietijd is gebaseerd op de opstartbatterijspanning (zie tabel). Deze absorptietijdschatting kan incorrect zijn wanneer er een bijkomende laadbron (bv. alternator) of lading op de batterijen is. Dit is een inherente kwestie in het standaard algoritme. In de meeste gevallen is het echter nog steeds beter dan een vaste absorptietijd ongeacht andere laadbronnen of batterijstatus. Het is mogelijk het standaard absorptietijdalgoritme terzijde te schuiven door een vaste absorptietijd in te stellen bij het programmeren van de zonnelaadcontroller. Denk eraan dat dit kan resulteren in het overladen van uw batterijen. Raadpleeg uw batterijproducent voor aanbevolen instellingen. EN 4. Absorptietijd bepaald door staartstroom Bij bepaalde toepassingen kan het te prefereren zijn om absorptietijd die enkel gebaseerd is op staartstroom te beëindigen. Dit kan bereikt worden door de standaard absorptietijdvermenigvuldiger te verhogen. (waarschuwing: de staartstroom van lood-zuur batterijen zakt niet naar nul wanneer de batterijen volledig opgeladen zijn, en deze “resterende” staartstroom kan substantieel verhogen wanneer de batterijen ouder worden). ES DE SE IT Appendix 13 FR Standaard instelling, LiFePO4-batterijen LiFePO4-batterijen moeten niet volledig geladen worden om vroegtijdig defect te beletten. De standaard instelling van absorptiespanning bedraagt 14,2V (28,4V). En de standaard instelling van absorptietijd bedraagt 2 uur. Standaard instelling druppellader: 13,2V (26,4V). Deze instellingen zijn aanpasbaar. NL 3. Resetten van het laadalgoritme: De standaard instelling voor herstarten van de laadcyclus is Vbatt < (Vfloat – 0,4V) voor lood-zuur en Vbatt < (Vfloat – 0,1V) voor LiFePO4-batterijen, gedurende 1 minuut. (waarden voor 12V-batterijen, vermenigvuldigen met twee voor 24V) 3.8 Automatische egalisatie Automatische egalisatie staat standaard ingesteld op ‘UIT’. Met de Victron Connect-app (zie par. 1.12) kan deze instelling worden geconfigureerd met een cijfer tussen 1 (elke dag) en 250 (eens om de 250 dagen). Wanneer automatische egalisatie actief is, zal de absorptielading gevolgd worden door een periode van constante stroom met beperkte spanning. De stroom wordt beperkt tot 8% of 25% van de bulkstroom. De bulkstroom is de nominale laderstroom tenzij een lagere maximale stroominstelling werd gekozen. Bij het gebruik van een instelling met 8% stroomlimiet eindigt automatische egalisatie wanneer de spanningslimiet bereikt werd, of na 1 uur, wat er ook eerst komt. Andere instellingen: automatische egalisatie eindigt na 4 uur. Wanneer automatische egalisatie niet binnen één dag volledig voltooid werd, zal het de volgende dag niet hervatten, de volgende egalisatiesessie zal plaatsvinden zoals bepaald door de daginterval. 14 EN 4. Storingen verhelpen Mogelijke oorzaak Oplossing Lader werkt niet Omgekeerde PVaansluiting Sluit PV juist aan Omgekeerde accuaansluitingen Niet vervangbare zekering doorgebrand. Retourneer het apparaat naar VE voor reparatie Slechte accuverbinding Controleer accuverbinding DE Te hoge kabelverliezen Gebruik kabels met een grotere doorsnede ES Groot verschil in omgevingstemperatuur tussen acculader en accu (Tomgeving_lader> Tomgeving_accu) Zorg ervoor dat de omgevingsomstandigheden voor de lader en de accu gelijk zijn SE Enkel voor een 24Vsysteem: foute systeemspanning gekozen (12V i.p.v. 24V) door de laadcontroller Stel de controller handmatig in op de vereiste systeemspanning (zie paragraaf 1.11) Een accucel is defect Vervang de accu Groot verschil in omgevingstemperatuur tussen acculader en accu (Tomgeving_lader< Tomgeving_accu) Zorg ervoor dat de omgevingsomstandigheden voor de lader en de accu gelijk zijn Appendix 15 IT De accu wordt overladen FR De accu wordt niet volledig opgeladen NL Probleem 5. Specificaties ‘ SmartSolar-laadcontroller Accuspanning Maximale accustroom Nominaal PV-vermogen, 12V 1a,b) Nominaal PV-vermogen, 24V 1a,b) Nominaal PV-vermogen, 48V 1a,b) Max. PV kortsluitstroom 2) Maximale PV-nullastspanning Piekefficiëntie Eigen verbruik Laadspanning 'absorptielading' Laadspanning 'egalisatie 3)' Laadspanning 'druppellading' Laadalgoritme Temperatuurcompensatie Beveiliging Bedrijfstemperatuur Vocht Maximale hoogte Omgevingsomstandigheden Verontreinigingsgraad Datacommunicatiepoort en aan/uit op afstand MPPT 150/35 12/24/48V Auto Select (36V: handmatig) 35A 500W (MPPT-bereik 15V tot 130V) 1000W (MPPT-bereik 30V tot 130V) 2000W (MPPT-bereik 60V tot 130V) 40A 150V 98% 10mA Fabrieksinstelling: 14,4V / 28,8V / 57,6V (regelbaar) Fabrieksinstelling: 16,2V / 32,4V / 64,8V (regelbaar) Fabrieksinstelling: 13,8V / 27,6V / 55,2V (regelbaar) Meertraps adaptief (acht voorgeprogrammeerde algoritmes) of gebruikergedefinieerd algoritme -16mV / °C resp. -32mV / °C Omgekeerde polariteit accu (zekering, niet toegankelijk voor gebruiker) Kortsluiting uitgang / overtemperatuur -30 tot +60°C (volledig nominaal vermogen tot 40°C) 95%, niet condenserend 5000m (volledig nominaal vermogen tot 2000m) Binnen type 1, natuurlijk PD3 VE.Direct Zie het white paper over datacommunicatie op onze website. BEHUIZING Kleur Vermogensklemmen Beschermingsklasse Gewicht Afmetingen (h x b x d) Blauw (RAL 5012) 16 mm² / AWG6 IP43 (elektronische componenten) IP 22 (aansluitingsgebied) 1,25kg 130 x 186 x 70mm NORMEN Veiligheid EN/IEC 62109-1, UL 1741, CSA C22.2 1a) Als er meer PV-vermogen wordt aangesloten, beperkt de controller het ingangsvermogen. 1b) De controller start pas als de PV-spanning Vaccu + 5V overschrijdt. Daarna bedraagt de minimale PV-spanning Vaccu + 1V. 2) Een hogere kortsluitstroom kan de controller beschadigen bij omgekeerde polariteitsaansluiting van het zonnepaneel. 3) Fabrieksinstelling: UIT 16
  • Page 1 1
  • Page 2 2
  • Page 3 3
  • Page 4 4
  • Page 5 5
  • Page 6 6
  • Page 7 7
  • Page 8 8
  • Page 9 9
  • Page 10 10
  • Page 11 11
  • Page 12 12
  • Page 13 13
  • Page 14 14
  • Page 15 15
  • Page 16 16
  • Page 17 17
  • Page 18 18
  • Page 19 19
  • Page 20 20
  • Page 21 21
  • Page 22 22
  • Page 23 23
  • Page 24 24
  • Page 25 25
  • Page 26 26
  • Page 27 27
  • Page 28 28
  • Page 29 29
  • Page 30 30
  • Page 31 31
  • Page 32 32
  • Page 33 33
  • Page 34 34
  • Page 35 35
  • Page 36 36
  • Page 37 37
  • Page 38 38
  • Page 39 39
  • Page 40 40
  • Page 41 41
  • Page 42 42
  • Page 43 43
  • Page 44 44
  • Page 45 45
  • Page 46 46
  • Page 47 47
  • Page 48 48
  • Page 49 49
  • Page 50 50
  • Page 51 51
  • Page 52 52
  • Page 53 53
  • Page 54 54
  • Page 55 55
  • Page 56 56
  • Page 57 57
  • Page 58 58
  • Page 59 59
  • Page 60 60
  • Page 61 61
  • Page 62 62
  • Page 63 63
  • Page 64 64
  • Page 65 65
  • Page 66 66
  • Page 67 67
  • Page 68 68
  • Page 69 69
  • Page 70 70
  • Page 71 71
  • Page 72 72
  • Page 73 73
  • Page 74 74
  • Page 75 75
  • Page 76 76
  • Page 77 77
  • Page 78 78
  • Page 79 79
  • Page 80 80
  • Page 81 81
  • Page 82 82
  • Page 83 83
  • Page 84 84
  • Page 85 85
  • Page 86 86
  • Page 87 87
  • Page 88 88
  • Page 89 89
  • Page 90 90
  • Page 91 91
  • Page 92 92
  • Page 93 93
  • Page 94 94
  • Page 95 95
  • Page 96 96
  • Page 97 97
  • Page 98 98
  • Page 99 99
  • Page 100 100
  • Page 101 101
  • Page 102 102
  • Page 103 103
  • Page 104 104
  • Page 105 105
  • Page 106 106
  • Page 107 107
  • Page 108 108
  • Page 109 109
  • Page 110 110
  • Page 111 111
  • Page 112 112
  • Page 113 113
  • Page 114 114
  • Page 115 115

Victron energy SmartSolar MPPT 150/35 de handleiding

Type
de handleiding