Documenttranscriptie
Appendix
1
SE
1.5 Uitgebreide elektronische beveiliging
Beveiliging tegen overtemperatuur en vermogensvermindering bij
hoge temperaturen.
Beveiliging tegen PV-kortsluiting en omgekeerde PV-polariteit.
Beveiliging tegen PV-sperstroom.
ES
1.4 Uitstekend omzettingsrendement
Geen koelventilator. Het maximale rendement bedraagt meer dan
98%. Volledige uitgangsstroom tot 40°C (104°F).
DE
1.3 Advanced Maximum Power Point Detection in het geval
van wisselende schaduw
In het geval van wisselende schaduw kan de vermogenspanningscurve twee of meer maximale vermogenspunten
bevatten.
Conventionele MPPT's benutten meestal plaatselijke MPP,
hetgeen mogelijk niet het optimale MPP is.
Het innovatieve SmartSolar-algoritme maximaliseert de
energieopbrengst altijd door het optimale MPP te benutten.
FR
1.2 Ultrasnelle Maximum Power Point Tracking (MPPT)
Vooral als het bewolkt is en de lichtintensiteit voortdurend
verandert, verbetert een ultrasnelle MPPT-controller de
energieopbrengst tot 30% in vergelijking met PWMlaadcontrollers en tot 10% in vergelijking met tragere MPPTcontrollers.
NL
1.1 PV-spanning tot 100V
De laadcontroller kan een accu met een lagere nominale
spanning laden vanaf een PV-paneel met een hogere nominale
spanning.
De controller past zich automatisch aan aan een nominale
accuspanning van 12 of 24V.
EN
1. Algemene beschrijving
1.6 Interne temperatuursensor
Compenseert absorptie- en druppelladingsspanningen voor
temperatuur (bereik 6°C tot 40°C).
1.7 Optionele externe spannings- en temperatuursensor
(bereik -20°C tot 50°C)
De Smart Battery Sense is een draadloze batterij spannings- en
temperatuursensor voor Victron MPPT Zonneladers. De Zonnelader
gebruikt deze afmetingen om diens laadparameters te
optimaliseren. De accuraatheid van de gegevens die het doorstuurt
zal de doeltreffendheid van het batterijladen verbeteren en de
levensduur van de batterij verlengen.
Als alternatief kan Bluetooth communicatie ingesteld worden tussen
een BMV-712 batterijmonitor met batterijtemperatuursensor en de
zonnelaadcontroller (VE.Direct Bluetooth Smart dongle nodig). Voer,
voor meer details, smart networking in in het zoekvakje op onze
website.
1.8 Automatische herkenning van de accuspanning
De controller past zich slechts een keer automatisch aan aan een
12V- of een 24V-systeem.
Als op een later moment een andere systeemspanning is vereist,
moet deze handmatig worden gewijzigd, bijvoorbeeld met de
Bluetooth-app.
1.9 Flexibel laadalgoritme
Volledig programmeerbaar laadalgoritme, en acht
voorgeprogrammeerde algoritmes die met een draaischakelaar
gekozen kunnen worden.
1.10 Adaptief drietraps laden
De SmartSolar MPPT-laadcontroller is geconfigureerd voor een
drietraps oplaadproces: Bulklading, absorptielading en
druppellading.
1.10.1. Bulklading
Tijdens deze fase levert de controller zoveel mogelijk laadstroom
om de accu's snel op te laden.
1.10.2. Absorptielading
Als de accuspanning de ingestelde absorptiespanning bereikt,
schakelt de controller over op de constante spanningsmodus.
2
ES
SE
Appendix
3
DE
Gebruik voor eenvoudig monitoring de MPPT Control; een
eenvoudig maar efficiënt op panel gemonteerd beeldscherm dat
alle operationele parameters toont. Monitoring van het volledige
systeem inclusief inloggen op ons online portaal, VRM, wordt
uitgevoerd via het GX Productgamma.
FR
1.12 Configuratie en bewaking
Configureer de zonnelaadcontroller met de VictronConnect app.
Beschikbaar voor iOS- & Android-toestellen; evenals voor
MacOS- en Windows-computers. Een accessoire kan vereist zijn;
voer victronconnect in in het zoekvakje op onze website en bekijk
de VictronConnect downloadpagina voor details.
NL
1.11 Aan/uit op afstand
De laadcontroller kan op afstand worden bestuurd door een
VE.Direct niet-omvormende kabel voor het op afstand in- of
uitschakelen (ASS030550300). De ingang HIGH (Vi > 8V)
schakelt de controller in en de ingang LOW (Vi < 2V, of ‘free
floating’) schakelt de controller uit.
EN
Als enkel lichte ontladingen optreden, wordt de absorptietijd kort
gehouden om overlading van de accu te voorkomen. Na een
diepe ontlading wordt de absorptietijd automatisch verhoogd om
ervoor te zorgen dat de accu opnieuw volledig wordt geladen.
Daarnaast wordt de absorptietijd ook beëindigd als de laadstroom
onder 2A daalt.
1.10.3. Druppellading
Tijdens deze fase wordt de druppelladingsspanning toegepast op
de accu om deze volledig opgeladen te houden.
1.10.4. Egalisatie
Zie paragraaf 3.8.
NL
BEWAAR DEZE AANWIJZINGEN - Deze handleiding bevat
belangrijke aanwijzingen die installatie en onderhoud in acht
moeten worden genomen.
EN
2. BELANGRIJKE
VEILIGHEIDSAANWIJZINGEN
Kans op ontploffing door vonken
ES
SE
Appendix
5
DE
● Lees deze handleiding zorgvuldig voordat het product wordt
geïnstalleerd en in gebruik wordt genomen.
● Dit product is ontworpen en getest conform de internationale
normen. De apparatuur mag enkel worden gebruikt voor de
bedoelde toepassing.
● Installeer het product in een hittebestendige omgeving. Zorg er
daarom voor dat zich geen chemische stoffen,
kunststofonderdelen, gordijnen of andere soorten textiel enz. in
de onmiddellijke omgeving van de apparatuur bevinden.
● Het product mag niet worden gemonteerd in een voor gebruikers
toegankelijk gebied.
● Zorg ervoor dat de apparatuur wordt gebruikt onder de juiste
bedrijfsomstandigheden. Gebruik het product nooit in een
vochtige omgeving.
● Gebruik het product nooit op plaatsen waar zich gas- of
stofexplosies kunnen voordoen.
● Zorg ervoor dat er altijd voldoende vrije ruimte rondom het
product is voor ventilatie.
● Raadpleeg de specificaties van de accufabrikant om te waarborgen
dat de accu geschikt is voor gebruik met dit product. Neem altijd de
veiligheidsvoorschriften van de accufabrikant in acht.
● Bescherm de zonne-energiemodules tegen rechtstreekse lichtinval
tijdens de installatie, bv. door deze af te dekken.
● Raak niet geïsoleerde kabeluiteinden nooit aan.
● Gebruik alleen geïsoleerd gereedschap.
● De aansluitingen moeten altijd plaatsvinden in de volgorde
zoals beschreven in paragraaf 3.6.
● Degene die het product installeert moet zorgen voor een
trekontlasting voor de accukabels, zodat een eventuele
spanning niet op de kabels wordt overgedragen.
● Naast deze handleiding moet de bedieningshandleiding of de
onderhoudshandleiding een onderhoudshandleiding voor de
accu bevatten die van toepassing is op de gebruikte accutypen.
FR
Kans op elektrische schok
3. Installatie
WAARSCHUWING: DC- (PV) INGANGSSPANNING NIET
GEÏSOLEERD VAN ACCUCIRCUIT.
LET OP: VOOR EEN GOEDE TEMPERATUURCOMPENSATIE
DE OMGEVINGSOMSTANDIGHEDEN VOOR DE LADER EN ACCU
MOETEN BINNEN 5°C LIGGEN, of de optionele Smart Battery
Sense-dongle moet worden gebruikt.
3.1. Algemeen
● Installeer verticaal op een onbrandbaar oppervlak met de
voedingsklemmen naar omlaag.
● Installeer dicht bij de accu maar nooit rechtstreeks boven de
accu (om schade wegens gasvorming van de accu te
voorkomen).
● Een slechte interne temperatuurcompensatie (bv.
omgevingsomstandigheden accu en lader niet binnen 5°C)
kan leiden tot een kortere levensduur van de accu.
We adviseren een rechtstreekse spanningsgevoelbron (BMV,
Smart Battery Sense of GX toestel met gedeeld spanningsgevoel)
te gebruiken wanneer grotere temperatuurverschillen of extreme
omgevingstemperatuuromstandigheden te verwachten zijn.
● De installatie van de accu moet plaatsvinden conform de
accu-opslagvoorschriften van de Canadese Elektrische Code,
deel I.
● De accu en PV-aansluitingen moeten worden beschermd
tegen onbedoeld contact (installeer deze bv. in een behuizing
of installeer de optionele WireBox M).
3.2 Aarding
● Aarding van de accu: de lader kan in een positief of negatief
geaard systeem worden geïnstalleerd.
Opmerking: pas een enkele aardingsaansluiting toe (bij
voorkeur dicht bij de accu) om storingen in het systeem te
voorkomen.
● Frame-aarding: Een apart aardingspad voor de frame-aarding
is toegestaan, omdat het is geïsoleerd van de positieve en
negatieve aansluiting.
● De USA National Electrical Code (NEC) vereist het gebruik van
een externe aardlekschakelaar.
Deze MPPT-laders beschikken niet over een interne
aardlekschakelaar. De negatieve aansluiting van het systeem
6
SE
Appendix
7
ES
24V-accu en mono- of polykristallijne panelen
● Minimaal aantal cellen in serie: 72
(2x 12V-paneel in serie of 1x 24V-paneel).
● Maximum: 144 cellen.
DE
Bijvoorbeeld:
12V-accu en mono- of polykristallijne panelen
● Minimaal aantal cellen in serie: 36 (12V-paneel).
● Aanbevolen aantal cellen voor maximale efficiëntie van de
controller: 72
(2x 12V-paneel in serie of 1x 24V-paneel).
● Maximum: 144 cellen (4x 12V- of 2x 24V-paneel in serie).
FR
3.3. PV configuratie (zie ook het MPPT-Excel-blad op onze
website)
● Zorg ervoor dat alle stroomgeleiders van een fotovoltaïsche
stroombron losgekoppeld kunnen worden van alle overige
geleiders in een gebouw of andere constructie.
● Een schakelaar, contactverbreker of ander apparaat, met
gelijk- of wisselspanning, mag niet worden geïnstalleerd in
een geaarde geleider als het gebruik van deze schakelaar,
contactverbreker of ander apparaat de betreffende geaarde
geleider in een niet-geaarde en spanningsvoerende toestand
achterlaat.
● De controller werkt alleen als de PV-spanning de
accuspanning (Vaccu) overschrijdt.
● De controller start pas als de PV-spanning Vaccu + 5V
overschrijdt. Daarna bedraagt de minimale PV-spanning Vaccu
+ 1V
● Maximale PV-nullastspanning: 100V.
NL
WAARSCHUWING: ALS ER EEN AARDINGSFOUT WORDT
AANGEGEVEN, KAN HET ZIJN DAT ACCU-AANSLUITINGEN
EN AANGESLOTEN CIRCUITS NIET GEAARD EN DUS
GEVAARLIJK ZIJN.
EN
dient via een aardlekschakelaar te worden verbonden met de
aarde op (uitsluitend) een enkele locatie.
● De lader mag niet worden aangesloten op geaarde
zonnepanelen.
Opmerking: Bij lage temperatuur kan de nullastspanning van een
zonnepaneel met 144 cellen, afhankelijk van de plaatselijke
omstandigheden en de celspecificaties, 100V overschrijden. In
dat geval moet het aantal cellen worden verminderd.
3.4 Kabelaansluitvolgorde (zie afbeelding 1)
Ten eerste: sluit de accu aan.
Ten tweede: sluit het zonnepaneel aan (bij omgekeerde polariteit
warmt de controller op, maar wordt de accu niet opgeladen).
Torsie: 1,6 Nm.
8
Egaliser
en
V
@%Inom
dV/dT
mV/°C
28,2
27,6
31,8
@8%
-32
28,6
27,6
32,2
@8%
-32
28,8
27,6
32,4
@8%
-32
AGM spiral cell
Vaste buisjesplaat (OPzS)
Rolls AGM
29,4
27,6
33,0
@8%
-32
4
PzS buisjesplaattractieaccu's of
OpzS accu's
29,8
27,6
33,4
@25%
-32
5
PzS buisjesplaattractieaccu's of
OpzS accu's
30,2
27,6
33,8
@25%
-32
6
PzS buisjesplaattractieaccu's of
OpzS accu's
30,6
27,6
34,2
@25%
-32
1
2
ES
3
Gel Victron long life (OPzV)
Gel exide A600 (OPzV)
Gel MK
Gel Victron deep discharge
Gel Exide A200
AGM Victron deep
discharge
Vaste buisjesplaat (OPzS)
Fabrieksinstelling
Gel Victron deep discharge
Gel Exide A200
AGM Victron deep
discharge
Vaste buisjesplaat (OPzS)
DE
Druppel
lading
V
SE
9
Appendix
Lithium-ijzerfosfaat28,4
27,0
n.v.t.
0
(LiFePO4) accu's
Opmerking 1: deel alle waarden door twee in geval van een 12V-systeem.
Opmerking 2: egaliseren normaal gesproken op off, zie punt 3.8.1 om dit inschakelen
(VRLA Gel en AGM batterijen niet egaliseren)
Opmerking 3: elke instellingswijziging die wordt uitgevoerd met Bluetooth of via VE.Direct zal
de instelling van de draaischakelaar opheffen. Door aan de draaischakelaar te draaien,
worden eerdere instellingen uitgevoerd met Bluetooth of VE.Direct.
7
FR
Absorpt
ie
V
0
Aanbevolen accutype
NL
Pos
EN
3.5. Configuratie van de controller
Volledig programmeerbare laadalgoritmes (zie de software
pagina op onze website) en acht voorgeprogrammeerde
algoritmes die met een draaischakelaar gekozen kunnen worden:
Bij alle modellen met softwareversie V 1.12 of hoger helpt een
binaire LED-code bij het bepalen van de positie van de
draaischakelaar.
Na het wijzigen van de positie van de draaischakelaar, knipperen
de LEDs 4 seconden lang als volgt:
Schakelaarpositie
0
1
2
3
4
5
6
7
LED
Bulklading
1
0
0
0
1
1
1
1
LED
Abs
1
0
1
1
0
0
1
1
LED
Druppellading
1
1
0
1
0
1
0
1
KnipperFrequentie
Snel
Langzaam
Langzaam
Langzaam
Langzaam
Langzaam
Langzaam
Langzaam
Daarna wordt de normale weergave weer hervat, zoals
onderstaand beschreven.
Opmerking: de knipperfunctie is alleen ingeschakeld als PVstroom bij de ingang van de controller beschikbaar is.
3.6 LEDs
LED-aanduiding:
brandt continu
knippert
is uit
Normaal bedrijf
LEDs
Bulklading (*1)
Absorptielading
Automatische egalisatie
Druppellading
Bulklading
Absorptie
lading
Druppellading
Opmerking (*1): De LED bulklading knippert kort om de 3
seconden als het systeem wordt gevoed, maar er onvoldoende
vermogen is om op te laden.
10
Ladertemperatuur te hoog
Overstroom lader
Overspanning acculader of
zonnepaneel
Interne storing (*2)
Bulklading
Absorptie
lading
Druppellading
NL
LEDs
EN
Storingen
Vermenigvuldiger
Maximale
absorptietijd
Vb < 11,9V
x1
6u
11,9V < Vb < 12,2V
x 2/3
4u
12,2V < Vb < 12,6V
x 1/3
2u
Vb > 12,6V
x 1/6
1u
(12V waarden, aanpassen voor 24V)
De absorptietijdteller start eens overgeschakeld van bulk naar
absorptie.
11
Appendix
Batterijspanning Vb
(@start-up)
SE
Standaard wordt de absorptietijd bepaald op stilstaande
batterijspanning bij de start van elke dag, gebaseerd op de
volgende tabel:
ES
Loodzuurbatterijen: standaardmethode om de lengte en het
einde van de absorptie te bepalen
Het laadalgoritmegedrag van MPPT’s verschilt van AC verbonden
batterijladers. Lees dit hoofdstuk van de handleiding zorgvuldig
om MPPT-gedrag te verstaan en volg steeds de aanbevelingen
van uw batterijproducent.
DE
3.7 Accu-oplaadinformatie
De laadcontroller begint elke ochtend, zodra de zon begint te
schijnen, een nieuwe laadcyclus.
FR
Opmerking (*2): Bv. kalibratie- en/of instellingsgegevens verloren,
stroomsensorstoring.
De MPPT-zonneladers zullen ook absorptive beëindigen en
overschakelen naar druppellader wanneer de batterijstroom
onder een lage stroomdrempellimiet, de ‘staartstroom’, valt.
De standaard staartstroomwaarde bedraagt 2A.
De standaard instellingen (spanningen,
absorptietijdvermenigvuldiger en staartstroom) kunnen aangepast
worden met de Victronconnect app via Bluetooth of via VE.Direct.
Er zijn twee uitzonderingen op normale werking:
1. Wanneer gebruikt in een ESS-systeem; het
zonneladeralgoritme wordt uitgeschakeld; en in plaats
hiervan volgt het de curve zoals opgelegd door de
omvormer/acculader.
2.
Voor CAN-bus Lithium-batterijen, zoals BYD, vertelt de
batterij het systeem, inclusief de zonnelader, welke
laadspanning te gebruiken. Deze Laadspanningslimiet (CVL)
is voor bepaalde batterijen zelfs dynamisch; wijzigt mettertijd;
gebaseerd op bijvoorbeeld maximale celspanning in het
pakket en andere parameters.
Variaties op verwacht gedrag
1.
Pauzeren van de absorptietijdteller
De absorptietijdteller start wanneer de geconfigureerde
absorptiespanning bereikt werd en pauzeert wanneer de
outputspanning onder de geconfigureerde absorptiespanning ligt.
Een voorbeeld van wanneer deze spanningsverlaging kan
voorvallen is wanneer PV-vermogen (vanwege wolken, bomen,
bruggen) onvoldoende is om de batterij te laden en vermogen te
geven aan de ladingen.
Wanneer de absorptietimer gepauzeerd wordt, zal de absorptieled zeer traag flitsen.
2.
12
Herstarten van het laadproces
Het laadalgoritme zal resetten wanneer laden gedurende een
uur gestopt werd. Dit kan voorvallen wanneer de PVspanning zakt onder de batterijspanning vanwege slecht
weer, schaduw of iets gelijkaardigs.
Appendix
13
SE
Resetten van het laadalgoritme:
De standaard instelling voor herstarten van de laadcyclus is Vbatt
< (Vfloat – 0,4V) voor lood-zuur en Vbatt < (Vfloat – 0,1V) voor
LiFePO4-batterijen, gedurende 1 minuut.
(waarden voor 12V-batterijen, vermenigvuldigen met twee voor
24V)
ES
Standaard instelling, LiFePO4-batterijen
LiFePO4-batterijen moeten niet volledig geladen worden om
vroegtijdig defect te beletten.
De standaard instelling van absorptiespanning bedraagt 14,2V
(28,4V).
En de standaard instelling van absorptietijd bedraagt 2 uur.
Standaard instelling druppellader: 13,2V (26,4V).
Deze instellingen zijn aanpasbaar.
DE
Absorptietijd bepaald door staartstroom
Bij bepaalde toepassingen kan het te prefereren zijn om
absorptietijd die enkel gebaseerd is op staartstroom te
beëindigen. Dit kan bereikt worden door de standaard
absorptietijdvermenigvuldiger te verhogen.
(waarschuwing: de staartstroom van lood-zuur batterijen zakt
niet naar nul wanneer de batterijen volledig opgeladen zijn,
en deze “resterende” staartstroom kan substantieel verhogen
wanneer de batterijen ouder worden).
FR
4.
NL
Batterij wordt opgeladen of ontladen voordat zonneladen
begint
De automatische absorptietijd is gebaseerd op de opstartbatterijspanning (zie tabel). Deze absorptietijdschatting kan
incorrect zijn wanneer er een bijkomende laadbron (bv.
alternator) of lading op de batterijen is.
Dit is een inherente kwestie in het standaard algoritme. In de
meeste gevallen is het echter nog steeds beter dan een
vaste absorptietijd ongeacht andere laadbronnen of
batterijstatus.
Het is mogelijk het standaard absorptietijdalgoritme terzijde
te schuiven door een vaste absorptietijd in te stellen bij het
programmeren van de zonnelaadcontroller. Denk eraan dat
dit kan resulteren in het overladen van uw batterijen.
Raadpleeg uw batterijproducent voor aanbevolen
instellingen.
EN
3.
3.8 Automatische egalisatie
Automatische egalisatie staat standaard ingesteld op ‘UIT’. Met
de Victron Connect-app (zie par. 1.12) kan deze instelling worden
geconfigureerd met een cijfer tussen 1 (elke dag) en 250 (eens
om de 250 dagen).
Wanneer automatische egalisatie actief is, zal de absorptielading
gevolgd worden door een periode van constante stroom met
beperkte spanning. De stroom wordt beperkt tot 8% of 25% van
de bulkstroom. De bulkstroom is de nominale laderstroom tenzij
een lagere maximale stroominstelling werd gekozen.
Bij het gebruik van een instelling met 8% stroomlimiet eindigt
automatische egalisatie wanneer de spanningslimiet bereikt werd,
of na 1 uur, wat er ook eerst komt.
Andere instellingen: automatische egalisatie eindigt na 4 uur.
Wanneer automatische egalisatie niet binnen één dag volledig
voltooid werd, zal het de volgende dag niet hervatten, de
volgende egalisatiesessie zal plaatsvinden zoals bepaald door de
daginterval.
14
EN
4. Storingen verhelpen
Mogelijke oorzaak
Oplossing
Lader werkt
niet
Omgekeerde PVaansluiting
Sluit PV juist aan
Omgekeerde
accuaansluitingen
Niet vervangbare zekering
doorgebrand.
Retourneer het apparaat naar
VE voor reparatie
Slechte
accuverbinding
Controleer accuverbinding
DE
Te hoge
kabelverliezen
Gebruik kabels met een grotere
doorsnede
ES
Groot verschil in
omgevingstemperatuur
tussen acculader en
accu (Tomgeving_lader>
Tomgeving_accu)
Zorg ervoor dat de
omgevingsomstandigheden voor
de lader en de accu gelijk zijn
SE
Enkel voor een 24Vsysteem: foute
systeemspanning
gekozen (12V i.p.v.
24V) door de
laadcontroller
Stel de controller handmatig op 24
V (zie paragraaf 1.11)
Een accucel is defect
Vervang de accu
Groot verschil in
omgevingstemperatuur
tussen acculader en
accu (Tomgeving_lader<
Tomgeving_accu)
Zorg ervoor dat de
omgevingsomstandigheden voor
de lader en de accu gelijk zijn
15
Appendix
De accu
wordt
overladen
FR
De accu
wordt niet
volledig
opgeladen
NL
Probleem
5. Specificaties
SmartSolar-laadcontroller
MPPT 100/30
Accuspanning
MPPT 100/50
12/24V Auto Select
Maximale accustroom
Nominaal PV-vemogen, 12V 1a,b)
30A
440W
50A
700W
Nominaal PV-vermogen, 24V 1a,b)
880W
1400W
Maximale PV-nullastspanning
Max. PV kortsluitstroom 2)
100V
35A
100V
60A
98%
98%
Piekefficiëntie
Eigen verbruik
Laadspanning 'absorptielading'
Laadspanning ‘egalisatie’ 3)
Laadspanning 'druppellading'
Laadalgoritme
Temperatuurcompensatie
Beveiliging
Bedrijfstemperatuur
Vocht
10mA
Fabrieksinstelling: 14,4 V / 28,8 V (regelbaar)
Fabrieksinstelling: 16,2 V / 28,8 V (regelbaar)
Fabrieksinstelling: 13,8 V / 27,6 V (regelbaar)
meertraps adaptief (acht voorgeprogrammeerde
algoritmes) of gebruikersgedefinieerd algoritme
-16mV / °C resp. -32mV / °C
Kortsluiting uitgang
Overtemperatuur
-30 tot +60°C (volledig nominaal vermogen tot 40°C)
95%, niet condenserend
Maximale hoogte
Omgevingsomstandigheden
Verontreinigingsgraad
5000m (volledig nominaal vermogen tot 2000m)
Binnen type 1, natuurlijk
PD3
VE.Direct
Datacommunicatiepoort en aan/uit op afstand
Zie het whitepaper over datacommunicatie op onze
website
BEHUIZING
Kleur
Vermogensklemmen
Beschermingsklasse
Gewicht
Afmetingen (h x b x d)
Blauw (RAL 5012)
16mm² / AWG6
IP43 (elektronische componenten)
IP22 (aansluitingsgebied)
1,25kg
130 x 186 x 70mm
NORMEN
Veiligheid
EN/IEC 62109-1, UL 1741, CSA C22.2
1a) Als er meer PV-vermogen wordt aangesloten, beperkt de controller het ingangsvermogen.
1b) De controller start pas als de PV-spanning Vaccu + 5V overschrijdt.
Daarna bedraagt de minimale PV-spanning Vaccu + 1V.
2) Een hogere kortsluitstroom kan de controller beschadigen bij omgekeerde
polariteitsaansluiting van het zonnepaneel.
3) Fabrieksinstelling: UIT
16