ProForm PETL59714 de handleiding

Type
de handleiding
Modelnr. PETL59714.0
Serienr
Schrijf het serienummer hierboven
voor verdere raadpleging.
OPGELET
Lees voor gebruik van dit
apparaat alle instructies en
voorzorgsmaatregelen in deze
handleiding. Bewaar deze hand-
leiding voor verdere raadpleging.
GEBRUIKERSHANDLEIDING
www.iconeurope.com
KLANTENDIENST
Neem contact op met de
Klantendienst (zie informatie hier-
onder) of neem contact op met de
winkel waar u dit product gekocht
heeft wanneer u nog vragen heeft of
wanneer er onderdelen ontbreken of
beschadigd zijn.
4021 529 7186
Maandag-Vrijdag 08:00-20:00 GMT;
Zaterdag 09:00-13:00 GMT
Website:
www.iconsupport.eu
Email:
Sticker met
serienummer
2
DE STICKERS MET WAARSCHUWING
De waarschuwingsticker hier afgebeeld
is met uw dit product inbegrepen. Plak
de sticker op de aangegeven plaats over
de Engelse waarschuwing heen. De hier
getoonde sticker(s) met waarschuwing is/
zijn op de aangegeven plaats(en) geplakt.
Raadpleeg de laatste pagina van
deze handleiding wanneer een sticker
ontbreekt of niet leesbaar is en vraag
om een vervangende sticker. Plak
de sticker op de aangegeven plaats.
Aandacht: de sticker(s) worden niet op
ware grootte weergegeven.
INHOUD
PROFORM is een merk van ICON IP, Inc.
DE STICKERS MET WAARSCHUWING .........................................................2
BELANGRIJKE VOORZORGSMAATREGELEN ...................................................3
VOORDAT U BEGINT . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .5
ONDERDEEL IDENTIFICATIESCHEMA ..........................................................6
MONTAGE. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .7
HOE DE LOOPBAND TE GEBRUIKEN .........................................................15
HOE DE LOOPBAND INKLAPPEN EN VERPLAATSEN ............................................21
ONDERHOUD EN OPLOSSEN VAN PROBLEMEN ...............................................22
RICHTLIJNEN VOOR HET OEFENEN. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .25
LIJST MET ONDERDELEN . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .27
GEDETAILLEERDE TEKENING. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .28
HET BESTELLEN VAN ONDERDELEN ...............................................Laatste pagina
RECYCLING INFORMATIE. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . Laatste pagina
3
1. Het is de verantwoordelijkheid van de eige-
naar om zich ervan te vergewissen dat alle
gebruikers van de loopband voldoende op de
hoogte zijn van alle waarschuwingen en alle
voorzorgsmaatregelen.
2. Raadpleeg uw huisarts voordat u met dit of
enig oefenprogramma begint. Dit is vooral
belangrijk voor personen van boven de
35 jaar, of personen met reeds bestaande
gezondheidsproblemen.
3. Gebruik de loopband alleen zoals
beschreven.
4. Deze loopband is alleen voor gebruik in huis
bedoeld. Gebruik de loopband niet commer-
cieel, niet voor verhuur of in een instelling.
5. Gebruik de loopband binnenshuis weg van
vocht en stof. Plaats de loopband niet in een
garage, op een overdekt terras, of bij water.
6. Plaats de loopband op een vlakke onder-
grond met minstens 2,4 m ruimte achter de
loopband en 0,6 m ruimte aan iedere kant van
de loopband. Zorg ervoor dat de loopband
geen enkele luchtopening blokkeert. Leg een
matje onder de loopband om de vloer of de
vloerbedekking te beschermen.
7. Gebruik de loopband niet daar waar spuit-
bussen gebruikt worden of waar zuurstof
beheerd wordt.
8. Houd te allen tijde kinderen jonger dan 12
jaar en huisdieren bij de loopband vandaan.
9. De loopband mag alleen door personen die
minder dan 136 kg wegen gebruikt worden.
10. Laat nooit meer dan één persoon tegelijker-
tijd op de loopband.
11. Draag juiste kleding bij gebruik van de
loopband. Draag geen losse kleding die in de
loopband verstrikt kan raken. Suspensoirs
worden zowel voor mannen als voor vrou-
wen aanbevolen. Draag altijd gymschoenen.
Gebruik de loopband nooit op blote voeten,
met alleen sokken aan of met sandalen.
12. Steek, wanneer u een stroomsnoer gebruikt,
het stroomsnoer alleen in een geaard stop-
contact (zie bladzijde 15). Geen enkel ander
apparaat mag op dezelfde groep aangesloten
zijn.
13. Mocht een verlengsnoer nodig zijn gebruik
dan alleen een 3-draadige geleider: snoer
maat 14 (1 mm
2
) van 1,5 m of korter.
14. Houd het stroomsnoer bij hete oppervlaktes
vandaan.
15. Laat de loopband nooit draaien wanneer
de elektriciteit uitgeschakeld is. Gebruik de
loopband niet wanneer het elektrische snoer
of de stekker beschadigd is. Gebruik de loop-
band niet wanneer deze niet goed werkt. (Zie
ONDERHOUD EN PROBLEMEN OPLOSSEN
op bladzijde 22 als de loopband niet goed
werkt.)
16. Lees de noodstop procedure grondig door
en test de procedure voordat u de loopband
gebruikt (raadpleeg HOE DE STROOM IN TE
SCHAKELEN op bladzijde 17).
17. Start de loopband nooit wanneer u op het
loopvlak staat. Houd bij gebruik van de loop-
band de handleuningen altijd vast.
18. De loopband kan hoge snelheden bereiken.
Stel de snelheid zeer geleidelijk bij om plot-
selinge versnellingsschokken te voorkomen.
19. De hartslagmonitor is geen medisch instru-
ment. Verschillende factoren, waaronder de
beweging van de gebruiker, kunnen invloed
hebben op de nauwkeurigheid van de metin-
gen. De hartslagmonitor dient slechts om de
hartslag globaal te meten, als hulpmiddel bij
het oefenen.
WAARSCHUWING: lees om het risico op brandwonden, brand, elektrische shok,
of persoonlijkletsel te verminderen, alle belangrijke voorzorgsmatregelen en instructies in deze
handleiding en alle waarschuwingen op uw loopband voordat u de loopband gebruikt. ICON is niet
verantwoordelijk voor persoonlijk letsel of schade door het gebruik van dit produkt.
BELANGRIJKE VOORZORGSMAATREGELEN
4
BEWAAR DEZE INSTRUCTIES
20. Laat de loopband nooit onbeheerd rond-
draaien. Verwijder altijd de sleutel, druk de
stroomschakelaar in de uit-stand (zie de
tekening op bladzijde 5 voor de plaats van de
stroomschakelaar) en trek het stroomsnoer
uit wanneer de loopband niet gebruikt wordt.
21. Voltooi eerst de montage van de loopband
voordat u hem verplaatst. (Zie MONTAGE
op bladzijde 7 en HOE DE LOOPBAND IN TE
KLAPPEN EN TE VERPLAATSEN op bladzijde
21). U moet in staat zijn om veilig 20 kg op te
kunnen tillen om de loopband te verplaatsen.
22. Overtuig u ervan dat bij het inklappen of het
verplaatsen van de loopband de opberg-
vergrendeling het onderstel stevig in de
opbergstand houdt.
23. Verander de helling van de loopband niet
door voorwerpen onder de loopband te
plaatsen.
24. Steek geen enkel onderwerp in welke ope-
ning dan ook van de loopband.
25. Controleer regelmatig alle (onder)delen en
draai ze dan goed vast.
26. GEVAAR: trek het stroomsnoer altijd
direct na gebruik van de loopband uit. Doe dit
ook voor het schoonmaken van de loopband,
voor het plegen van onderhoud en voor het
bijstellen zoals in deze handleiding beschre-
ven. Verwijder nooit de motorkap tenzij een
erkende onderhoudsmonteur dat aangeeft.
Onderhoud, anders dan de procedures in
deze handleiding, dient uitsluitend door een
erkende onderhoudsmonteur uitgevoerd te
worden.
27. Te veel oefeningen doen, kan leiden tot
ernstig letsel of de dood. Als u pijn voelt of
duizelig wordt tijdens het oefenen, dient u
onmiddellijk te stoppen en af te koelen.
5
Dank u dat u heeft gekozen voor de nieuwe
PROFORM
®
525 ZLT-loopband. De 525 ZLT loopband
biedt een aantal indrukwekkende functies die zijn
ontwikkeld om uw trainingen thuis effectiever en leuker
te maken.
Lees, voor uw welzijn, deze handleiding zorgvuldig
door voor gebruik van de loopband. Raadpleeg de
omslag van deze handleiding als u nog vragen hebt.
Noteer het productnummer en het serienummer voor-
dat u met ons contact opneemt. De plaats waar u de
stickers met het productnummer en het serienummer
kunt vinden wordt op de omslag van de handleiding
aangegeven.
Bekijk eerst aandachtig de tekening hieronder en de
verschillende onderdelen, voordat u verder leest.
Lengte: 165 cm
Breedte: 83 cm
Handleuning
Bedieningspaneel
Sleutel/Klip
Schakelaar
Loopvlak
Motorkap
Wiel
Voetrail
Ruststandrol
Bijstelschroeven
Accessoirehouder
Kussen van het Platform
Hartslagmonitor
Lade
VOORDAT U BEGINT
6
1/4" Externe Sterring
(61)–4
5/16" Sterring
(6)–4
3/8" Sterring (3)–6
#8 x 1/2"
Aardingsschroef (1)–1
3/8" x 3 1/4" Schroef (2)–6
1/4" x 1 1/4" Schroef (77)–4
1/4" x 1 3/4" Schroef (8)–2
5/16" x 3 1/4" Schroef (78)–4
#8 x 3/4" Schroef
(4)–14
M8 x 45mm Bout (33)–1
M8 x 53mm Bout (56)–1
M8 Moer (67)–2
ONDERDEEL IDENTIFICATIESCHEMA
Raadpleeg de tekeningen hieronder om de kleine onderdelen voor de montage te herkennen. Het nummer tus-
sen haakjes onder elke tekening is het nummer van het onderdeel van de LIJST MET ONDERDELEN achterin
deze handleiding. Het getal tussen de haakjes is de hoeveelheid die nodig is voor de montage. Aandacht: als
een onderdeel zich niet in de hardwareset bevindt, controleert u of deze al vooraf is gemonteerd. Er zijn
mogelijk extra metalen onderdelen meegeleverd.
7
2. Zorg dat het stroomsnoer uit getrokken is.
Verwijder de twee schroeven (A) en de beugel
voor het verzenden (B) aan de rechterkant van
de Basis (74) en gooi ze weg. Verwijder vervol-
gens de schroeven en de verzendbeugel (niet
afgebeeld) uit de linkerkant van de Basis en
gooi ze weg.
Verwijder de binddraad uit de Draad van de
Staander (63).
Druk een Basiskapje (70) in elke kant van het
Basis (74) (slechts één kant is afgebeeld).
1
2
B
A
74
De montage moet door twee personen uitgevoerd
worden.
Plaats alle onderdelen op een open plek en
verwijder het verpakkingsmateriaal. Gooi het
verpakkingsmateriaal niet weg tot u volledig klaar
bent met de montage.
Er kan zich een vettige substantie op de buiten-
kant van de loopband bevinden na verzending.
Dit is normaal. Mocht er wat vettige substantie
op de loopband bevinden, veeg dit dan met een
zachte lap en wat niet-schurend reinigingsmiddel
weg.
De linkeronderdelen staan aangegeven met “L” of
“Left” en de rechteronderdelen staan aangegeven
met “R” of “Right.”
Zie bladzijde 6 om kleine onderdelen te kunnen
herkennen.
Voor de montage heeft u het volgende gereed-
schap nodig:
de meegeleverde inbusleutel
een kruiskopschroevendraaier
Gebruik geen elektrisch gereedschap om schade
aan onderdelen te voorkomen.
Bandje
63
70
MONTAGE
1. Ga naar www.iconsupport.eu op uw
computer en registreer uw product.
activeert uw garantie
bespaart u tijd als u ooit contact moet
opnemen met de Klantendienst
hiermee kunnen wij u op de hoogte stellen van
upgrades en aanbiedingen
Aandacht: indien u geen internettoegang heeft,
belt u met de Klantendienst (zie de voorkant van
deze handleiding) om uw product te registreren.
8
3. Zoek naar de Rechter Staander (76). Laat een
tweede persoon de Linker Staander naast de
Basis (74) vasthouden.
Raadpleeg de inzet-tekening. Maak de draad-
band in de Rechter Staander (76) goed rond
het uiteinde van de Draad van de Staander (63)
vast. Steek dan de Draad van de Staander in
het onderste uiteinde van de Rechter Staander
terwijl u het andere uiteinde van het binddraad
door de Rechter Staander trekt.
4. Leg de Rechter Staander (76) naast de
Basis (74) zoals is afgebeeld. Bevestig de
Aardingsdraad aan de Basis met een #8 x 1/2"
Aardingsschroef (1).
Druk vervolgens de Doorvoerhuls van de
Staander (73) in het vierkante gat in de Rechter
Staander (76).
74
74
76
76
63
1
76
Draadband
Draadband
3
4
63
73
Vierkant
Gat
Aarding
Draad
9
5. Houd de Rechter Staander (76) tegen de
Basis (74). Zorg ervoor dat de Draad van de
Staander (63) niet bekneld raakt.
Plaats een 3/8" x 3 1/4" Schroef (2) met een 3/8"
Sterring (3) in het bovenste gat van de Rechter
Staander (76). Draai de schroef gedeeltelijk in
de Basis (74).
Draai nog eens twee 3/8" x 3 1/4" Schroeven
(2) met twee 3/8" Sterringen (3) gedeeltelijk in
de Rechter Staander (76) en de Basis (74) vast;
draai de Schroeven nog niet helemaal vast.
Maak de Linker Handleuning (niet afgebeeld)
op dezelfde manier vast. Aandacht: er zijn
geen draden aan de linkerkant.
3
76
3
2
74
63
5
6. Zoek de Linker en Rechter Handleuningen (59,
64). (Aandacht: de Rechter handleuning
heeft een groot gat in de zijkant.) Richt het
Onderstel van het Bedieningspaneel zo dat de
moerinzetstukken (C) zich aan de onderkant
begeven. Plaats vervolgens het Onderstel van
het Bedieningspaneel (7) in de Linker en Rechter
Handleuningen.
Draai nog eens twee 1/4" x 1 1/4" Schroeven
(77) met twee 1/4" Externe Sterringen (61) in
elke Handleuning (59, 64) en in het Onderstel
van het Bedieningspaneel (7); draai de
Schroeven nog niet volledig vast.
7
77
6
61
77
61
C
C
Gat
59
64
10
7. Houd de Handleuningen (59, 64) in de buurt van
de Staanders (66, 76).
Leid de Draad van de Staander (63) in de
onderkant van de Rechter handleuning (64) en
uit het gat aan de bovenkant van de Rechter
handleuning.
Plaats de Handleuningen (59, 64) op de
Staanders (66, 76). Zorg ervoor dat de Draad
van de Staander (63) niet bekneld raakt. Draai
vier 5/16" x 3 1/4'' Schroeven (78) gedeelte-
lijk vast met vier 5/16" Sterringen (6) door de
Handleuningen en in de Staanders. Begin alle
vier de Schroeven aan te draaien en draai ze
daarna vast.
Draai de vier 1/4" x 1 1/4" Schroeven (77)
vast.
7
8. Houd, met hulp van een tweede persoon, het
bedieningspaneel bij de Rechter Handleuning
(64).
Raadpleeg de inzet-tekening. Sluit de Draad
van de Staander (63) aan op de draad van het
bedieningspaneel. De connectoren zouden
makkelijk samen moeten glijden en op hun
plaats moeten klikken. Als dit niet gebeurt,
dient u een van de verbindingsstukken nog
eens aan te draaien en het nog eens te pro-
beren. ALS U DE VERBINDINGSSTUKKEN
NIET GOED VERBINDT, KAN HET BEDIE-
NINGSPANEEL BESCHADIGD RAKEN ALS
DE STROOM WORDT AANGEZET. Verwijder
de draadband van de Draad van de Staander.
63
64
Bedieningspaneel
8
Draad
Bandje
63
76
78
66
6
78
6
77
77
59
64
Draad van het
Bedieningspaneel
63
Draad van het
Bedieningspaneel
11
9. Sluit de aardingsdraad (D) van de bedie-
ningspaneelmodule aan op de Aardingsdraad
van het Bedieningspaneel (79).
D
79
9
10
10. Steek de Draad van de Staander (63) in de
Rechter Handleuning (64) door het aangegeven
gat wanneer u de bedieningspaneelmodule op
de Staanders (66, 76) plaatst. Zorg dat de dra-
den niet bekneld raken.
Bevestig het bedieningspaneel met zes #8 x 3/4"
Schroeven (4). Draai alle zes de schroeven en
draai ze vast. Draai de schroeven niet te vast.
4
4
4
4
64
63
76
66
Gat
Bedieningspaneel
4
Bedieningspaneel
Draden
12
11
11. Bevestig de Linker en Rechter Beugel van de
Accessoireshouder (83, 84) aan de Staanders
(66, 76) met vier #8 x 3/4" Schroeven (4).
84
4
4
66
83
76
12. Bevestig de Accessoireshouder (86) met vier
#8" x 3/4" Schroeven (4). Begin alle vier de
Schroeven aan te draaien en draai ze daarna
vast.
Draai de zes 3/8" x 3 1/4" Schroeven (2) vast.
4
86
4
2
2
12
13
13. Til het Onderstel (38) rechtop. Laat een tweede
persoon het Onderstel vasthouden totdat
stap 15 voltooid is.
Draai de Dwarsstang van de Vergrendeling
(82) zoals afgebeeld. Bevestig de vergrende-
lingdwarsstang aan de beugels op het Onderstel
(38) met twee 1/4" x 1 3/4" Schroeven (8).
8
82
38
8
14. Draai de Opbergvergrendeling (68) zodanig dat
de stickers weg van de loopband wijzen zoals
afgebeeld.
Bevestig het onderste uiteinde van de
Opbergvergrendeling (68) aan beugel op de
Basis (74) met een M8 x 45mm Bout (33) en een
M8 Moer (67) zoals afgebeeld.
Breng de Opbergvergrendeling (68) naar een
verticale positie. Verwijder het binddraad van de
bovenkant van de Opbergvergrendeling.
74
68
33
Stickers
67
Binddraad
14
13
Beugels
14
16. Zorg dat alle delen goed vastzitten voordat u de loopband gebruikt. Als er velletjes plastic op de stickers
van de loopband zitten, verwijder die dan. Plaats een matje onder de loopband om de vloer of de vloerbedek-
king te beschermen. Houd de loopband uit direct zonlicht om schade aan de loopband te voorkomen. Berg
de meegeleverde inbussleutels goed op; een van de inbussleutels wordt gebruikt om de loopband mee bij te
stellen (zie bladzijde 23 en 24). Aandacht: er kunnen extra onderdelen zijn meegeleverd.
15. Bevestig het bovenste uiteinde van de
Opbergvergrendeling (68) aan de beugel op de
Dwarsstang van de Vergrendeling (82) met een
M8 x 53mm Bout (56) en een M8 Moer (67).
Breng het Onderstel (38) omlaag (zie DE
LOOPBAND NEERLATEN VOOR GEBRUIK op
bladzijde 21).
82
56
38
67
68
15
15
HOE DE SNOER IN STOPCONTACT TE STEKEN
De snoer moet geaard zijn. Als het niet goed functio-
neert geeft de aarding de laagste weerstandspad voor
de elektriciteit om zodoende het risico van elektrische
schok te verminderen. Een snoer en een geaarde
stekker zijn bijgeleverd. BELANGRIJK: als het snoer
beschadigd is moet u het vervangen voor een door
de fabrikant aanbevolen snoer.
Volg deze stappen om de snoer in stopcontact te
steken.
1. Steek het aangegeven uiteinde van het snoer in het
stopcontact van de loopband.
2. Steek het snoer in een goed geinstalleerd en geaard
stopcontact die overeenkomt met alle plaatselijke
regelingen.
UK
Dubai
DU
GR
RU
HU
CZ
TR
RO
BU
UKR
SW
FR/
SP/
PL/
SK
IT
AUS
AUS
TYPE E
TYPE F
Stopcontact van
de Loopband
Snoer
UK
Dubai
DU
GR
RU
HU
CZ
TR
RO
BU
UKR
SW
FR/
SP/
PL/
SK
IT
AUS
AUS
TYPE E
TYPE F
Stopcontact
GEVAAR: een verkeerd stopcon-
tact (zonder aarde) kan tot een elektrische
schok leiden. Laat een elektriciën de aarding
nakijken als u niet zeker weet of het stopcon-
tact goed geaard is. Breng geen wijzigingen
aan de stekker van het apparaat aan. Laat een
elektriciën een nieuwe stekker monteren als
de stekker niet in het stopcontact past.
HOE DE LOOPBAND TE GEBRUIKEN
16
DE WAARSCHUWINGSSTICKER OPPLAKKEN
Zoek de Engelse waarschuwingen op het bedie-
ningspaneel. U vindt dezelfde waarschuwingen
in andere talen op het meegeleverde stickervel.
Plak de Nederlandse waarschuwingssticker op het
bedieningspaneel.
FUNCTIES VAN HET BEDIENINGSPANEEL
Het bedieningspaneel van de loopband biedt een
reeks functies die zijn ontwikkeld om uw oefeningen
effectiever te maken. U kunt wanneer u de handma-
tige instelling kiest de snelheid en de hellingstand van
de loopband veranderen door een druk op een toets.
Tijdens de oefening zal het bedieningspaneel doorlo-
pende feedback over uw oefening geven. U kunt zelfs
uw hartslag meten door de ingebouwde handgreep met
hartslagmonitor te gebruiken.
Het bedieningspaneel biedt ook een selectie vooraf
ingestelde oefeningen die zijn ontwikkeld om u te
helpen bij het verbranden van calorieën en uw hart- en
vaatsysteem verbeteren. Elke oefening regelt de snel-
heid en de helling van de loopband als het u door een
effectieve oefeningsessie begeleidt.
U kunt zelfs, terwijl u oefent, via het geluidssysteem
van het bedieningspaneel naar uw favoriete oefening
muziek of audioboek luisteren.
Om de stroom in te schakelen, zie bladzijde 17. Hoe
de handmatige instelling te gebruiken, zie bladzijde
17. Om een vooraf ingestelde oefening te gebrui-
ken, zie bladzijde 19. Voor gebruik van de onder-
houdsmodus, zie bladzijde 20. Voor gebruik van het
geluidssysteem, zie bladzijde 20.
BELANGRIJK: als er een stuk plastic op het bedie-
ningspaneel ligt, verwijder dan het plastic. Draag
alleen schone schoenen wanneer u de loopband
gebruikt om beschadiging aan het loopplatform te
voorkomen. Inspecteer af en toe de ligging van de
band wanneer de loopband voor het eerst wordt
gebruikt. Centreer deze mocht het nodig zijn (zie
bladzijde 24).
Aandacht: Het bedieningspaneel kan snelheid en
afstand in kilometers of mijlen weergeven. Om te zien
welk meetsysteem is gekozen, zie DE INFORMATIE
MODUS op bladzijde 20. Om het eenvoudig te houden,
verwijzen alle instructies in dit gedeelte van de handlei-
ding naar kilometers.
DIAGRAM VAN HET BEDIENINGSPANEEL
ETPF59714
(PFTL59714)
17
HOE DE STROOM IN TE SCHAKELEN
BELANGRIJK: laat de loopband, wanneer deze aan
koude temperaturen blootgesteld is geweest, tot
kamertemperatuur komen voordat u de elektriciteit
inschakelt. Als u dit niet doet, kunt u de displays
van het bedieningspaneel of andere elektrische
componenten beschadigen.
Steek het stroomsnoer
in (zie bladzijde 15).
Zoek vervolgens naar de
stroomschakelaar bij het
stroomsnoer op het onderstel
van de loopband. Zorg dat de
schakelaar in de resetstand
staat.
BELANGRIJK: het bedieningspaneel kent een
demo instelling, die ontworpen is voor als de
loopband in een winkel geëtaleerd wordt. De
demo instelling staat aan wanneer de displays
oplichten zodra u het stroomsnoer insteekt en de
stroomschakelaar in de reset-stand drukt. Houd
de Stoptoets enkele lang seconden ingedrukt
om de demo instelling uit te schakelen. Zie DE
INFORMATIE INSTELLING op bladzijde 20 om de
demo instelling uit te schakelen wanneer de dis-
plays blijven branden.
Ga op de voetrails
van de loopband
staan. Zoek naar
de clip die aan de
sleutel vast zit (zie
tekening rechts) en
maak de clip aan de
tailleband van uw
kleding vast. Steek
dan de sleutel in het bedieningspaneel. Kort daarna
zal de displays oplichten. BELANGRIJK: bij een
noodsituatie kunt u aan de sleutel van het bedie-
ningspaneel trekken, zodat de loopband vertraagt
en tot stilstand komt. Test de klip door voorzich-
tig een paar stappen achteruit te zetten. Stel dan
de lengte van de klip bij als de sleutel niet uit het
bedieningspaneel komt.
HOE DE HANDMATIGE INSTELLING TE
GEBRUIKEN
1. Steek de sleutel in het bedieningspaneel.
Zie HOE HET APPARAAT IN TE SCHAKELEN aan
de linkerkant.
2. Selecteer de handmatige modus.
De handmatige instelling
wordt gekozen wanneer
de sleutel ingestoken
wordt. Als u een oefe-
ning hebt gekozen, trek
dan de sleutel uit en
steek het opnieuw weer in. Er moeten alleen nullen
verschijnen op het display.
3. Start de loopband.
Druk, om de loopband te starten, op de toets Start,
Speed (Snelheid) verhogen, of op een van de
toetsen Quick Km/H (Snel Km/U), genummerd van
2 t/m 16.
Als de toets Start of Speed wordt ingedrukt dan
zal de loopband beginnen te bewegen met een
snelheid van 2 Km/H (Km/u). U kunt tijdens de
oefening de snelheid van de loopband naar wens
veranderen door te drukken op de toetsen Speed
verhogen en verlagen. Steeds als u een van de
toetsen indrukt zal de snelheidsinstelling met 0,1
Km/u aanpassen; als u een toets ingedrukt houdt
verandert de snelheid met stapjes van 0,5 Km/u.
Indien u drukt op een van de genummerde toet-
sen Quick Km/H, zal de snelheid van de loopband
geleidelijk aangepast worden tot het de gewenste
snelheidsinstelling bereikt.
Om de loopband te stoppen, druk op de toets Stop.
De tijd zal op de display knipperen. Om de loop-
band opnieuw te starten, druk op de toets Start,
Speed verhogen of een van de genummerde toet-
sen Quick Km/H.
Reset
ETPF59714
(PFTL59714)
Klip
Sleutel
18
4. Verander desgewenst de helling van de
loopband
Druk om de helling van de loopband te verande-
ren, op de toetsen Incline increase en decrease
(Hellingstoename en -afname) of een van de
genummerde toetsen Quick % Grade (Snel Helling
%). Elke keer als u op de toets Helling verhogen
of verlagen drukt, verandert de helling met 0,5%.
Als u op een van de genummerde toetsen Quick %
Grade drukt, dan zal de helling zich geleidelijk ver-
anderen tot deze de geselecteerde hellinginstelling
bereikt.
5. Volg uw voortgang op de displays.
Wanneer u de handma-
tige modus selecteert,
toont de matrix een
spoor dat 400 m (1/4
mijl) vertegenwoordigt.
Als u op de loopband
loopt of rent, zullen de indicators rond het pad ach-
ter elkaar verschijnen tot het gehele pad verschijnt.
De piste zal dan verdwijnen en de indicatoren
zullen weer opnieuw na elkaar verschijnen.
De onderste linker dis-
play kan de verstreken
tijd tonen en de afstand
die u heeft gelopen
of gerend tijdens uw
oefening. Elke keer als
u de helling wijzigt, toont de display de hellingsin-
stelling gedurende een paar seconden. Aandacht:
Indien u een oefening selecteert, zal de display de
resterende tijd in de oefening weergeven in plaats
van de verlopen tijd.
De onderste rechter
display kan de snel-
heid van de loopband
tonen en het geschatte
aantal calorieën dat u
heeft verbrand tijdens
de oefening. De display geeft ook uw hartslag aan
wanneer u de hartslag monitor gebruikt (zie stap
6).
De bovenste display
kan de verstreken tijd
laten zien, de afstand
die u heeft gelopen of
gerend, de snelheid
van de loopband of het geschatte aantal calorieën
dat u heeft verbrand. Druk herhaaldelijk op de toets
Priority Display (Voorrang) tot het bovenste display
de informatie waar u het meest in bent geïnteres-
seerd, weergeeft. Aandacht: terwijl informatie op de
bovenste display wordt aangegeven, zal dezelfde
informatie niet in de display linksonder of rechtson-
der worden aangegeven.
Om de display te resetten drukt u op de toets Stop,
haalt u de sleutel eruit en steekt u de sleutel er
weer in.
6. Meet desgewenst uw hartslag.
Voordat u de
handgreep hart-
slagmonitor ge-
bruikt, verwijdert u
het plastic laagje
van de metalen
contactpunten.
Zorg er ook voor
dat uw handen
schoon zijn.
Om uw hartslag te meten, stap vervolgens op de
voetleuningen en plaats uw handen op de meta-
len contactpunten—beweeg uw handen niet. Als
uw hartslag wordt gedetecteerd, zal uw hartslag
worden getoond. Voor de meest nauwkeurige
hartslagwaarde, dient u de contactpunten gedu-
rende 15 seconden vast te houden.
7. Als u klaar bent met de oefening dient u de
sleutel uit het bedieningspaneel te halen.
Ga op de voetleuning staan, druk op de toets Stop
en stel de helling van de loopband af op nul.
De helling moet op nul staan als u de loopband
vouwt in de opslagstand, anders kunt u de
loopband beschadigen. Trek vervolgens de sleu-
tel uit het bedieningspaneel en berg deze veilig op.
Druk de stroomschakelaar in de Off (uit-stand) en
trek het snoer uit als u klaar bent met de loopband.
BELANGRIJK: als u dit niet doet, kunnen de
elektrische onderdelen van de loopband voortij-
dig slijten.
Contactpunten
19
EEN VOORAF INGESTELDE OEFENING
GEBRUIKEN
1. Steek de sleutel in het bedieningspaneel.
Zie HOE DE STROOM IN TE SCHAKELEN op
bladzijde 17.
2. Selecteer een vooraf ingestelde oefening.
Voor het selecteren van
een a vooraf ingestelde
oefening, drukt u her-
haaldelijk op de toets
Weight Loss Workouts
(Afval-oefeningen) tot de gewenste oefening in het
scherm verschijnt.
Als u een oefening selecteert, knipperen de maxi-
male snelheid en hellingsinstelling van de oefening
een paar seconden in de displays; daarna toont de
display hoelang de oefening zal duren. Een proel
van de snelheidsinstellingen van de oefening ver-
schijnt in de matrix.
3. Start de loopband.
Druk op de toets Start of Speed increase
(Snelheidstoename) om met de oefening te begin-
nen. Even nadat u op de toets heeft gedrukt, zal de
loopband zich automatisch aanpassen aan de eer-
ste snelheid en hellingsinstelling van de oefening.
Houd de handleuningen vast en begin met wande-
len.
Elk oefenprogramma is onderverdeeld in 30 seg-
menten van 1 minuut. Er is één snelheids- en één
hellinginstelling voor elk segment geprogrammeerd.
Aandacht: Dezelfde snelheid en hellingsinstelling
kan worden geprogrammeerd voor opeenvolgende
onderdelen.
Tijdens de oefening,
wordt uw proel weerge-
geven zodat u uw vor-
deringen kunt volgen.
Het knipperend segment
van het proel stelt het
huidige segment van
de oefening voor. De
hoogte van het knipperende segment geeft de snel-
heidsinstelling voor het huidige segment weer. Aan
het einde van elk segment, is een serie geluiden te
horen en begint het volgende segment van het pro-
el te knipperen. Als een andere snelheids- of hel-
linginstelling is geprogrammeerd voor het volgende
segment, dan zal de snelheids- of hellinginstelling
in het display knipperen om u te waarschuwen. De
loopband past dan automatisch de snelheidsinstel-
ling en/of hellingsinstellingen aan die is geprogram-
meerd voor het volgende onderdeel.
De oefening gaat op deze wijze door tot het laatste
segment van het proel knippert in de display en
het laatste onderdeel stopt. De loopband zal dan
langzaam tot stilstand komen.
Indien de snelheids- of hellingsinstelling voor het
huidige onderdeel te hoog of te laag staat, dan
kunt u de instelling handmatig overschrijven door te
drukken op de toetsen Snelheid of Helling; als ech-
ter het huidige segment van de oefening ein-
digt, dan zal de loopband zich automatisch aan-
passen aan de Snelheid- en Hellinginstellingen
voor het volgende onderdeel.
Druk op de toets Stop om de oefening op enig
moment te stoppen. Om de oefening weer te star-
ten, drukt u op de toets Start of op de toets Speed
increase. De loopband zal met een snelheid van 2
Km/H (km/u) beginnen te draaien. Echter, als het
volgende onderdeel van de oefening begint, zal de
loopband zich automatisch aanpassen aan de snel-
heid- en hellinginstellingen voor dat onderdeel.
4. Volg uw voortgang op de displays.
Zie stap 5 op bladzijde 18.
5. Meet desgewenst uw hartslag.
Zie stap 6 op bladzijde 18.
6. Als u klaar bent met de oefening dient u de
sleutel uit het bedieningspaneel te halen.
Zie stap 7 op bladzijde 18.
Huidig Segment
20
DE INFORMATIE INSTELLING
Het bedieningspaneel biedt een informatiemodus die
de loopbandgebruiksinformatie bijhoudt en u in staat
stelt een meeteenheid voor het bedieningspaneel te
kiezen. U kunt de weergegeven demostand ook aan-
en uitzetten.
Om de informatie-stand te kiezen, plaatst u de sleu-
tel in het bedieningspaneel terwijl u de toets Stop
ingedrukt houdt. Laat dan de toets Stop los. Als de
informatiemodus is geselecteerd, zal de volgende infor-
matie worden afgebeeld:
De bovenste display zal het
totaal aantal uren dat de
loopband gebruikt is aan-
geven.
De onderste linkerdisplay toon het totaal aantal kilome-
ters of mijlen waarop de loopband heeft bewogen.
Een “E” voor Engelse mijlen of een “M” voor metri-
sche kilometers zal op de onderste display rechts
verschijnen. Druk op de toets Speed increase
(Snelheidstoename) om naar wens de meeteenheid te
wijzigen.
Het bedieningspaneel toont een displaydemostand,
die ontwikkeld is voor gebruik als de loopband wordt
geëtaleerd in een winkel. Het bedieningspaneel zal
normaal werken wanneer de demo instelling aan gaat,
het stroomsnoer ingestoken is, de stroomschakelaar
in de reset-stand gedrukt is, en de sleutel in het bedie-
ningspaneel gestoken is. Wanneer u echter de sleutel
uittrekt zullen de displays blijven branden, al hoewel de
toetsen niet werken. Een “d” zal op de onderste display
rechts verschijnen als de demo instelling aan is terwijl
de informatie instelling gekozen is. Om de display de-
mostand aan of uit te zetten, kunt u op de toets Speed
(Snelheid) verlagen drukken.
Trek de sleutel uit het bedieningspaneel om de infor-
matie instelling te verlaten.
HET GELUIDSSYSTEEM GEBRUIKEN
Steek een 3,5 mm mannelijk tot 3,5 mm mannelijk
audiokabel (niet meegeleverd) in het contact op zowel
het bedieningspaneel als in uw MP3-speler, CD-speler
of andere eigen audio-speler om via het geluidssys-
teem van het bedieningspaneel muziek of audioboeken
af te spelen; zorg ervoor dat de audiokabel volledig
ingestoken is. Aandacht: ga naar uw plaatse-
lijke elektronicawinkel om een audiokabel aan te
schaffen.
Druk vervolgens op de toets afspelen op uw persoon-
lijke audiospeler. Pas het volumeniveau aan met de
volume regelaar van uw eigen audio-speler.
Leg de CD-speler op de vloer of op een ander effen
oppervlak in plaats van het bedieningspaneel als u uw
eigen CD-speler gebruikt en de CD slaat over.
21
DE LOOPBAND INKLAPPEN
Stel de helling op nul voordat u de loopband
inklapt om te voorkomen dat de loopband bescha-
dig raakt. Verwijder dan de sleutel en trek het
stroomsnoer uit het stopcontact. OPGELET: u moet
in staat zijn om veilig 20 kg te kunnen optillen, of
om de loopband te verplaatsen.
1. Houd het metalen onderstel stevig vast op de
plaats die door de pijl hieronder aangegeven wordt.
OPGELET: houd het onderstel niet bij de plastic
voetleuningen vast. Buig uw benen en houd uw
rug recht als u het onderstel omhoog houdt,
halverwege tot de verticale stand.
2. Til het onderstel omhoog op tot de vergrendelings-
knop in de opbergstand vastklikt. OPGELET: zorg
ervoor dat de vergrendelingsknop vastklikt.
Plaats een mat onder de loopband om de vloer of
het vloerkleed te beschermen. Houd de loopband
weg uit direct zonlicht. Berg de loopband nooit op
in een omgeving waar de temperatuur meer dan
30° C is.
HOE DE LOOPBAND TE VERPLAATSEN
Als u de loopband wilt verplaatsen, dient u deze eerst
op te klappen zoals aan de linkerkant staat beschre-
ven. OPGELET: zorg dat de vergrendelknop in de
opslagpositie is vergrendeld. Er kunnen twee men-
sen voor nodig zijn om de loopband te verplaatsen.
1. Houd het onderstel en een van de handleuningen
vast en plaats een voet tegen een wiel.
2. Trek de handleuning naar achteren totdat de
loopband op de wielen rijdt; verplaats de loopband
voorzichtig naar de gewenste plaats. OPGELET:
verplaats de loopband niet zonder deze naar
achteren te laten leunen, trek niet aan het
onderstel en verplaats de loopband niet over
een oneffen ondergrond.
3. Plaats een voet tegen een van de wielen en laat de
loopband voorzichtig zakken.
DE LOOPBAND OMLAAG BRENGEN VOOR
GEBRUIK
1. Druk op het
bovenste uiteinde
van het onderstel
van de loopband
met uw han-
den, druk op de
opbergvergrende-
ling met uw voet
in de aangegeven
locatie en laat het
onderstel zakken
op de vloer.
Onderstel
1
Handleuning
Onderstel
Wiel
1
Vergrendeling
2
Onderstel
Vergrendelingsknop
1
HOE DE LOOPBAND INKLAPPEN EN VERPLAATSEN
22
ONDERHOUD
Reinig de loopband regelmatig en houd het loopop-
pervlak schoon en droog. Druk eerst de schakelaar
op de stand uit en trek de stekker uit het stopcon-
tact. Gebruik een vochtige doek en een paar druppels
milde zeep om de buitenste delen van de loopband te
reinigen. BELANGRIJK: sproei geen vloeistoffen
direct op de loopband. Om schade aan het bedie-
ningspaneel te voorkomen dient u vloeistoffen
uit de buurt te houden van het bedieningspaneel.
Droog de loopband vervolgens met een zachte doek.
PROBLEMEN OPLOSSEN
De meeste problemen met de loopband kunnen
met de onderstaande eenvoudige stappen opgelost
worden. Zoek naar het symptoom dat
van toepassing is en volg de vermelde stappen.
Zie de kaft van deze handleiding als u verdere hulp
nodig heeft.
SYMPTOOM: de stroom schakelt niet in
a. Zorg ervoor dat de stekker goed is aangesloten op
een geaard stopcontact (zie bladzijde 15 ). Mocht
een verlengsnoer nodig zijn gebruik dan alleen een
3 conductor, maat 14 (1 mm
2
) snoer van 1,5 m of
korter.
b. Steek de sleutel in het bedieningspaneel nadat u het
snoer in het stopcontact heeft gestoken.
c. Controleer de schakelaar op het onderstel van de
loopband bij het stroomsnoer. Als de schakelaar
zoals afgebeeld, uitsteekt, dan is de schakelaar
afgeslagen. Om de stroomschakelaar opnieuw in te
stellen, wacht u vijf minuten en drukt u de schakelaar
weer in.
SYMPTOOM: stroomuitval tijdens gebruik
a. Controleer de schakelaar (zie tekening c aan de lin-
kerkant). Als de schakelaar is uitgeschakeld, wacht
u vijf minuten en drukt u de schakelaar weer in.
b. Zorg dat het snoer is aangesloten op het stopcon-
tact.Als het is aangesloten op het stopcontact, haal
het snoer er dan uit, wacht vijf minuten en steek het
weer in het stopcontact.
c. Verwijder de sleutel uit het bedieningspaneel en
steek hem er weer in.
d. Raadpleeg de kaft van de gebruiksaanwijzing wan-
neer de loopband nog steeds niet werkt.
SYMPTOOM: de displays van het bedieningspaneel
werken niet naar behoren
a. Verwijder de sleutel uit het bedieningspaneel en
TREK HET SNOER UIT HET STOPCONTACT.
Verwijder de vijf #8 x 3/4" Schroeven (4).
Til voorzichtig de Motorkap (48) omhoog en schuif
deze naar voren en er vanaf. Zorg dat de Motorkap
niet klem kom te zitten via de lipjes aan de
zijkanten van de Motorkap.
Reset
Doorgeslagen
c
ONDERHOUD EN OPLOSSEN VAN PROBLEMEN
4
4
a
48
4
23
Zoek de Snelheidssensor (88) en de Magneet
(90) aan de rechterkant van de Katrol (31). Draai
de Katrol tot de Magneet is uitgelijnd met de
Snelheidssensor. Zorg dat het gat tussen de
Magneet en de Snelheidssensor ongeveer 3mm
is. Draai de #8 x 3/4" Truss Kopschroef (14) indien
nodig los, verplaats de Snelheidssensor lichtjes
en maak de Schroef weer vast. Schuif voorzichtig
de Motorkap (niet afgebeeld) terug door de gelei-
ders uit te lijnen. Maak de Motorkap vast met de
vijf #8 x 3/4" Schroeven (niet afgebeeld) en laat de
loopband een paar minuten draaien om de snel-
heidsmeting na te kijken.
SYMPTOOM: de displays van het bedieningspaneel
blijft branden wanneer u de sleutel uit het bedie-
ningspaneel trekt
a. Het bedieningspaneel kent een demo instelling,
die ontworpen is voor gebruik als de loopband in
een winkel geëtaleerd wordt. De demo instelling
staat aan als de display blijven branden wanneer u
de sleutel uittrekt. Houd de Stoptoets enkele lang
seconden ingedrukt om de demo instelling uit te
schakelen. Zie DE INFORMATIE INSTELLING op
bladzijde 20 om de demo instelling uit te schakelen
als de displays nog steeds branden.
SYMPTOOM: de helling van de loopband verandert
niet goed
a. Druk de Stoptoets en de Speed (snelheids)- toena-
metoets, steek de sleutel in het bedieningspaneel
en laat dan de Stoptoets en de Speed- toename-
toets los. Druk op de toets Stop en druk dan op
de toets Incline (helling) verhogen of verlagen.
De loopband zal automatisch naar het maximum
hellingniveau stijgen en dan naar het minimumni-
veau terugkeren. Hierdoor wordt het hellingsysteem
opnieuw geijkt. Druk week op de Stoptoets en
daarna op de Incline (helling)- toename- of -afna-
metoets als de helling niet met ijken begint. Trek de
sleutel uit het bedieningspaneel als de helling geijkt
is.
SYMPTOOM: de loopband vertraagt wanneer er op
gelopen wordt
a. Mocht een verlengsnoer nodig zijn gebruik dan
alleen een 3 conductor, maat 14 (1 mm
2
) snoer van
1,5 meter of korter.
b. Als de loopband te strak staat draait de loop-
band langzamer en kan zelfs beschadigd
worden. Verwijder de sleutel en TREK HET
STROOMSNOER UIT HET STOPCONTACT. Draai
beide bijstelschroeven van de ruststandrol met de
inbussleutel een kwartslag tegen de klok in. Als
de loopband goed vastligt moet u elke rand van
de loopband 5 tot 7 cm van het loopvlak kunnen
optillen. Zorg ervoor dat de loopband in het midden
blijft liggen. Steek dan het stroomsnoer in, steek
de sleutel in en laat de loopband een paar minuten
draaien. Herhaal deze procedure totdat de loop-
band in het midden ligt.
c. Uw loopband is voorzien van een band die al
met een hoogwaardig smeermiddel is behandeld.
BELANGRIJK: behandel de band of het loop-
vlak nooit met siliconen spray of enig andere
substantie tenzij dit door een erkende onder-
houdsmonteur aangegeven wordt. Dergelijke
substanties kunnen de kwaliteit van de loop-
band verslechteren en tot overmatige slijtage
leiden. Raadpleeg de kaft van deze handleiding als
u vermoedt dat de loopband aanvullende smering
nodig heeft.
d. Als de loopband nog steeds vertraagt als erop
wordt gelopen, raadpleegt u de omslag van deze
handleiding.
5–7 cm
b
Schroeven van de Ruststandrol
Boven
Weergave
88
31
90
3 mm
14
24
SYMPTOOM: de loopband loopt uit het midden
BELANGRIJK: de loopband moet in het midden
tussen de voetleuningen liggen. Als de loopband
tegen de voetleuningen schuurt, kan de loopband
beschadigd raken.
a. Als eerste, verwijder de sleutel en TREK DE
STEKKER UIT HET STOPCONTACT. Als de
loopband naar links is verschoven, kunt u de
inbussleutel gebruiken om de linker Schroef van de
ruststandrol een halve slag naar rechts te draaien;
als de loopband naar rechts is verschoven kunt
u de linkerschroef van de ruststandrol een halve
slag naar links draaien. Zorg dat u de loopband niet
te strak ligt. Steek dan het stroomsnoer in, steek
de sleutel in en laat de loopband een paar minuten
draaien. Herhaal deze procedure tot de loopband
goed in het midden ligt.
SYMPTOOM: de loopband slipt wanneer er op gelo-
pen wordt
a. Als eerste, verwijder de sleutel en TREK DE
STEKKER UIT HET STOPCONTACT. Draai met
de inbussleutel beide bijstelschroeven van de
ruststandrol een kwartslag met de klok mee. Als
de loopband goed vastligt moet u elke rand van
de loopband 5 tot 7 cm van het loopvlak kunnen
optillen. Zorg ervoor dat de loopband in het mid-
den blijft liggen. Steek dan dan het stroomsnoer
in het stopcontact. Steek de sleutel in en laat de
loopband een paar minuten draaien. Herhaal deze
procedure tot de loopband goed in het midden ligt.
a
Voetleuningen
a
25
Deze richtlijnen helpen u bij het plannen van uw
oefeningenprogramma. Voor meer gedetailleerde oefe-
ninginformatie, dient u een erkend boek te kopen of
uw arts te consulteren. Onthoud dat goede voeding en
voldoende rust essentieel zijn voor succesvolle
resultaten.
INTENSITEIT VAN OEFENINGEN
Of het nu uw doel is om vet te verbranden of om uw
hart en vaatsysteem te versterken, het uitvoeren
van oefeningen met de juiste intensiteit is de sleutel
voor het bereiken van resultaten. U kunt uw hartslag
gebruiken als gids voor het vinden van het juiste inten-
siteitniveau. De grafiek hieronder toont de aanbevolen
hartslagen voor het verbranden van vet en voor een
aerobic oefening.
Voor het vinden van het juiste intensiteitniveau, zoekt u
uw leeftijd onderaan de grafiek (leeftijden worden afge-
rond naar het dichtstbijzijnde tiental). De drie getallen
boven uw leeftijd bepalen uw “trainingszone.” Het
laagste nummer is uw hartslag voor het verbranden
van vet, het middelste nummer is uw hartslag voor het
maximaal verbranden van vet en het hoogste nummer
is de hartslag voor de aerobic-oefening.
Vet verbranden—Om op doeltreffende wijze vet te
verbranden, moet u gedurende een aanhoudende
periode oefeningen doen op een laag intensiteitniveau.
Tijdens de eerste minuten van de oefening gebruikt
uw lichaam koolhydraatcalorieën voor de energie. Pas
na de eerste minuten van de oefening gebruikt uw
lichaam opgeslagen vetcalorieën voor de energie. Als
het uw doel is om vet te verbranden dient u de intensi-
teit van de oefening aan te passen tot uw hartslag zich
bij het laagste nummer in uw trainingszone bevindt.
Voor maximale vetverbranding, dient u te oefenen
met uw hartslag in het middelste nummer van uw
trainingszone.
Aerobic-oefening—Als het uw doel is om uw hart
en vaatsysteem te versterken dan moet u een aero-
bic-oefening uitvoeren die zorgt voor activiteit die grote
hoeveelheden zuurstof vereist gedurende langere peri-
oden. Voor een aerobic-oefening past u de intensiteit
van uw oefening aan tot uw hartslag in de buurt is van
het hoogste nummer van uw trainingszone.
RICHTLIJNEN VOOR EEN TRAINING
Warming up—Start met strekken en lichte oefeningen
gedurende 5 tot 10 minuten. Een warming-up zorgt dat
u uw lichaamstemperatuur, hartslag en bloeddoorstro-
ming verhoogt in voorbereiding op de training.
Trainingszone-oefening—Oefen gedurende 20 tot
30 minuten met uw hartslag in uw trainingszone.
(Gedurende de eerste weken van uw oefeningen-
programma, dient u uw hartslag niet langer dan 20
minuten in uw trainingszone te houden.) Adem regel-
matig en diep bij het uitvoeren van de oefening; houd
uw adem niet in.
Afkoelen—Eindig met 5 tot 10 minuten strekken.
Strekken verhoogt de flexibiliteit van de spieren en
helpt problemen na de oefening voorkomen.
FREQUENTIE VAN DE OEFENINGEN
Om uw conditie te behouden of te verbeteren, dient u
drie trainingen per week te doen, met ten minste één
rustdag tussen de trainingen. Na een aantal maanden
regelmatig oefeningen doen, kunt u desgewenst maxi-
maal vijf trainingen per week doen. Onthoud dat het
dagelijks regelmatig en met plezier doen van oefenin-
gen de sleutel tot uw succes is.
RICHTLIJNEN VOOR HET OEFENEN
WAARSCHUWING:
voordat u begint met dit of een ander oefe-
ningenprogramma, dient u een arts te
consulteren. Dit is vooral belangrijk voor
personen boven de 35 jaar of personen met
bestaande gezondheidsproblemen.
De polssensor is geen medisch apparaat.
Diverse factoren kunnen invloed hebben op
nauwkeurigheid van de hartslagwaarden. De
polssensor is alleen bedoeld als hulpmiddel
bij de oefening voor het bepalen van de hart-
slag over het algemeen.
26
AANBEVOLEN STREKOEFENINGEN
De juiste manier voor verschillende basisstrekoefeningen wordt rechts getoond. Beweeg langzaam bij het strek-
ken–spring nooit op.
1. Teen Aanraken Strekoefening
Sta met lichtgebogen knieën en buig langzaam vanuit uw heupen
naar voren. Houd uw rug en schouders ontspannen als u zover
mogelijk naar beneden reikt, richting uw tenen. Houd deze positie
gedurende 15 seconden aan en ontspan dan weer. Herhaal dit drie
keer. Strekken: achillespees, achterkant van de knieën en rug.
2. Strekken van de Achillespees
Ga zitten met één uitgestrekt been. Breng de zool van de andere
voet naar u toe en laat deze rusten tegen de binnenkant van de dij
van uw uitgestrekte been. Probeer zover mogelijk naar uw teen te
reiken. Houd deze positie gedurende 15 seconden aan en ontspan
dan weer. Herhaal dit drie keer voor elk been. Strekken: achillespe-
zen, onderrug en liezen.
3. Strekken van Kuiten/Achillespees
Reik naar voren met het ene been voor de ander en plaats uw han-
den tegen een muur. Houd uw achterbeen gestrekt en uw achtervoet
plat op de vloer. Buig uw voorbeen, leun naar voren en beweeg uw
heupen in de richting van de muur. Houd deze positie gedurende 15
seconden aan en ontspan dan weer. Herhaal dit drie keer voor elk
been. Voor het nog verder strekken van de achillespezen, kunt u ook
uw achterbeen buigen. Strekken: kuiten, achillespezen en enkels.
4. Strekken van de Dijbeenspier
Leun met een hand tegen de muur voor balans en reik met de
andere hand naar achteren en grijp uw voet. Breng uw hiel zo dicht
mogelijk bij uw billen. Houd deze positie gedurende 15 seconden
aan en ontspan dan weer. Herhaal dit drie keer voor elk been.
Strekken: dijbeenspier en heupspieren.
5. Strekken Binnenkant Dijbeen
Zit met de zolen van uw voeten tegen elkaar aan en uw knieën naar
buiten gericht. Trek uw voeten zover mogelijk naar uw liezen. Houd
deze positie gedurende 15 seconden aan en ontspan dan weer.
Herhaal dit drie keer. Strekken: dijbeenspier en heupspieren.
1
2
3
4
5
27
1 8 #8 x 1/2" Aardingsschroef
2 6 3/8" x 3 1/4" Schroef
3 6 3/8" Sterring
4 43 #8 x 3/4" Schroef
5 4 1/4" x 1" Schroef
6 4 5/16" Sterring
7 1 Onderstel van het bedieningspaneel
8 2 1/4" x 1 3/4" Schroef
9 2 3/8" x 2 1/2" Bout
10 4 3/8" Moer
11 2 M6 x 55mm Schroef
12 2 3/8" x 1" Bout
13 3 Klem van de Kap
14 6 #8" x 3/4" Trusskopschroef
15 1 3/8" x 1 3/4" Bout
16 2 3/8" Klemmoer
17 2 1/4" x 3/8" Schroef
18 4 #8 x 1/2" Schroef
19 4 5/16" x 1 1/2" Bout
20 4 5/16" Moer
21 2 #8" x 1/2" Schroef met Pankop
22 2 8" Sterring
23 8 #8 x 5/8" Schroef
24 2 Tussenring van de Aandrijfroller
25 2 1/4" x 1 1/4" Schroef
26 2 Tussenring van het Hellingonderstel
27 1 Linker Voetrail
28 4 Kussen van het Loopvlak
29 1 Waarschuwingssticker
30 2 Bandgeleider
31 1 Aandrijfroller/Katrol
32 1 3/8" x 1 1/2" Bout
33 1 M8 x 45mm Bout
34 12 #8 x 3/4" Tekschroef
35 1 Aandrijfmotor
36 1 Regulateur
37 1 Plaat van de Regulateur
38 1 Onderstel
39 1 Loopvlak
40 1 Loopband
41 1 Rechter Voetrail
42 1 Ruststandrol
43 1 Linker Achterste Poot
44 4 Binddraad
45 1 Riem van de aandrijfmotor
46 1 Rechter Achterste Poot
47 8 #10" Platte tussenring
48 1 Motorkap
49 1 Hellingmotor
50 2 Huls van het Liftonderstel
51 1 Liftonderstel
52 1 Onderste Kap
53 1 Contactdoos
54 1 Stroomsnoer
55 1 Stroomschakelaar
56 1 M8 x 53mm Bout
57 1 Bedieningspaneel
58 1 Basis van het Bedieningspaneel
59 1 Linker Handleuning
60 2 Kapje van de Handleuning
61 4 1/4" Externe Sterring
62 1 Sleutel/klem
63 1 Draad van de Staander
64 1 Rechter Handleuning
65 2 Pen van het Liftonderstel
66 1 Linker Staander
67 2 M8 Moer
68 1 Opslagvergrendeling
69 2 Waarschuwingssticker
70 4 Basiskapje
71 2 Dik Kussen van de Basis
72 2 Dun Kussen van de Basis
73 2 Doorvoerhuls van de Staander
74 1 Basis
75 2 Wiel
76 1 Rechter Staander
77 4 1/4" x 1 1/4" Schroef
78 4 5/16" x 3 1/4" Schroef
79 1 Aardingsdraad van het
Bedieningspaneel
80 1 M4 x 8mm Schroef
81 1 Filter
82 1 Dwarsstang van de Vergrendeling
83 1 Beugel van de linker
Accessoireshouder
84 1 Beugel van de rechter
accessoireshouder
85 1 Motor-isolator
86 1 Accessoireshouder
87 2 Motorbus
88 1 Snelheidssensor
89 1 Klem van de Snelheidssensor
90 1 Magneet
* Gebruikershandleiding
Nr. Aant. Beschrijving Nr. Aant. Beschrijving
LIJST MET ONDERDELEN
Modelnr. PETL59714.0 R0114A
Aandacht: deze technische gegevens kunnen zonder voorafgaande kennisgeving worden gewijzigd. Kijk op de
achterkant van deze gebruiksaanwijzing voor informatie over te bestellen onderdelen. *Deze onderdelen worden
niet getoond.
28
39
40
30
18
30
29
31
41
18
19
19
20
27
20
34
28
28
28
14
14
14
11
14
14
14
43
46
11
42
35
65
65
25
25
19
19
38
24
24
20
20
1
1
1
45
23
23
23
23
23
23
23
23
47
47
47
47
47
47
47
47
34
28
34
34
5
5
5
5
8
8
82
85
17
87
36
4
37
81
1
22
1
1
88
14
89
90
GEDETAILLEERDE TEKENING A
Modelnr. PETL59714.0 R0114A
29
52
4
4
48
13
51
32
15
16
16
49
4
4
4
4
26
10
26
50
50
13
13
4
4
10
4
4
53
55
54
GEDETAILLEERDE TEKENING B
Modelnr. PETL59714.0 R0114A
30
66
74
34
71
34
71
10
9
75
72
34
70
70
2
3
2
3
3
2
59
63
63
73
64
60
60
1
70
12
12
4
21
44
76
73
69
69
78
6
77
78
77
86
4
4
84
83
4
4
61
6
61
33
67
68
67
56
9
72
34
10
75
70
GEDETAILLEERDE TEKENING C
Modelnr. PETL59714.0 R0114A
31
62
58
57
4
4
4
4
4
4
4
4
4
4
4
4
4
4
4
4
4
80
7
79
GEDETAILLEERDE TEKENING D
Modelnr. PETL59714.0 R0114A
Dit elektronische product mag niet bij het gemeentelijk afval worden gegooid.
Om het milieu te beschermen, moet dit product volgens de wet worden gere-
cycleerd aan het einde van de levenscyclus.
Maak gebruik van installaties voor hergebruik die bevoegd zijn voor het verwer-
ken van dit soort afval in uw streek. Zo helpt u het milieu te beschermen en de
Europese normen voor milieubescherming te verbeteren. Als u meer informatie
nodig hebt over veilige en correcte afvalverwijdering, neem dan contact op met uw
plaatselijke gemeentedienst of de winkel waar u dit product hebt gekocht.
RECYCLING INFORMATIE
Bekijk de omslag van deze handleiding voor het bestellen van vervangende onderdelen. Zorg ervoor dat u de vol-
gende informatie bij de hand hebt wanneer u contact met ons opneemt:
• het modelnummer en het serienummer van het apparaat (raadpleeg de omslag van deze handleiding)
• de naam van het apparaat (raadpleeg de omslag van deze handleiding)
het nummer van het onderdeel en de beschrijving (zie LIJST MET ONDERDELEN en GEDETAILLEERDE
TEKENING aan het eind van deze handleiding)
HET BESTELLEN VAN ONDERDELEN
Onderdeel Nr. 356094 R0114A Gedrukt in China © 2014 ICON IP, Inc.
  • Page 1 1
  • Page 2 2
  • Page 3 3
  • Page 4 4
  • Page 5 5
  • Page 6 6
  • Page 7 7
  • Page 8 8
  • Page 9 9
  • Page 10 10
  • Page 11 11
  • Page 12 12
  • Page 13 13
  • Page 14 14
  • Page 15 15
  • Page 16 16
  • Page 17 17
  • Page 18 18
  • Page 19 19
  • Page 20 20
  • Page 21 21
  • Page 22 22
  • Page 23 23
  • Page 24 24
  • Page 25 25
  • Page 26 26
  • Page 27 27
  • Page 28 28
  • Page 29 29
  • Page 30 30
  • Page 31 31
  • Page 32 32

ProForm PETL59714 de handleiding

Type
de handleiding