Makita UK360DWBE de handleiding

Categorie
Elektrisch gereedschap
Type
de handleiding

Deze handleiding is ook geschikt voor

43
NEDERLANDS (Originele instructies)
Verklaring van het onderdelenoverzicht
TECHNISCHE GEGEVENS
Als gevolg van ons doorlopende onderzoeks- en ontwikkelingsprogramma, zijn de technische gegevens van dit
gereedschap onderhevig aan veranderingen zonder voorafgaande kennisgeving.
Specificaties en accu’s kunnen van land tot land verschillen.
Gewicht, inclusief de accu, volgens de EPTA-procedure 01/2003
Symbolen
END019-1
Hieronder staan de symbolen die voor het gereedschap
worden gebruikt. Zorg ervoor dat u weet wat ze
betekenen alvorens de accu te gebruiken.
....................... Besteed bijzondere zorg en
aandacht.
.......... Lees de gebruiksaanwijzing.
.................... Blijf uit de buurt van draaiende delen.
.................... Haal de vergrendelsleutel eruit
voordat u het gereedschap
inspecteert, afstelt, reinigt,
onderhoudt, achterlaat of opbergt.
............... Alleen voor EU-landen
Geef elektrisch gereedschap en
accu’s niet met het huisvuil mee!
Volgens de Europese richtlijn 2002/
96/EC inzake oude elektrische en
elektronische apparaten, 2006/66/EC
inzake batterijen en accu’s en oude
batterijen en accu’s en de toepassing
daarvan binnen de nationale
wetgeving, dienen gebruikt elektrisch
gereedschap en accu’s gescheiden
te worden ingezameld en te worden
afgevoerd naar een recyclebedrijf dat
voldoet aan de geldende milieu-
eisen.
BELANGRIJKE
VEILIGHEIDSINSTRUCTIES
GEB095-6
WAARSCHUWING! Lees alle
veiligheidswaarschuwingen en alle instructies. Het
1. Handgrepen
2. Accukap
3. Voorste draaghandvat
4. Grondfreesmessen
5. Transportwielen
6. Achterste draaghandvat
7. Knop
8. Rode deel
9. Accu
10. Status van lampjes
11. CHECK-knop
12. Accuomvormer (BCV01)
13. Ophangopening
14. Snoerhouder
15. Accusleuf 1
16. Accusleuf 2
17. Rubberen dop
18. Productmontageadapter van de
BCV01
19. Snoer
20. Sleuf in onderste behuizing
21. Accuomvormer (BCV02)
22. Indicatorlampjes
23. Indicatorlampje van accu 1
24. Indicatorlampje van accu 2
25. Waarschuwingslampje
26. Accu-keuzeschakelaar
27. Vergrendelsleutel
28. Hoofdschakelaar
29. Uit-vergrendelknop
30. Aan/uit-schakelaar
31. Sleepstang
32. Stopper
33. Diep frezen - A
34. Middeldiep frezen - B
35. Ondiep frezen - C
36. Transportstand - D
37. Vergrendelknop voor de
handgrepen
38. Veer
39. Vastdraaien
40. Borgpen en borgveer
41. Het mes is nieuw
42. Het mes is versleten
43. Richting waarin de messen draaien
44. Messen naar binnen gebogen
45. Messen naar buiten gebogen
46. Binnenste messen links
(buitenaanzicht)
47. Buitenste messen links
(buitenaanzicht)
48. Binnenste messen rechts
(buitenaanzicht)
49. Buitenste messen rechts
(buitenaanzicht)
50. Buitenkant
51. Achteraanzicht
52. Borgpen
53. Frame
Model BUK360 en UK360D
Afmetingen 1193 mm x 488 mm x 998 mm
Diameter freesmessen 245 mm
Freesbreedte 350 mm (225 mm gescheiden)
Onbelast toerental 85 min
-1
Netto gewicht 23,3 kg
Nominale spanning 36 V gelijkstroom
Standaardaccu en acculader
Gebruik altijd de combinatie accu/
acculader in de rechterkolom.
BL3626
DC36RA
BL3622A
DC36WA
Cd
Ni-MH
Li-ion
44
niet volgen van de waarschuwingen en instructies kan
leiden tot elektrische schokken, brand en/of ernstig letsel.
Bewaar alle waarschuwingen en
instructies om in de toekomst te kunnen
raadplegen.
Gebruiksdoeleinden
Het gereedschap is uitsluitend bedoeld voor
grondbewerking. Gebruik het gereedschap
uitsluitend voor dit doel. Het gebruik voor enig ander
doel kan ernstig letsel en/of schade aan het
gereedschap veroorzaken.
Opleiding/informatie
1. Steek de sleutel niet in het gereedschap voordat
het klaar is voor gebruik.
2. Zorg dat u vertrouwd bent met de
bedieningselementen en het juiste gebruik van het
gereedschap.
3. Laat in geen geval het gereedschap gebruiken
door kinderen of personen die niet bekend zijn
met de instructies. De leeftijd van de gebruiker
kan landelijk gereglementeerd zijn.
4. Gebruik het gereedschap nooit in de buurt van
andere personen, met name kinderen, en
huisdieren.
5. Bedien het gereedschap niet wanneer u onder
invloed bent van drugs, alcohol of enig medicijn.
6. Denk eraan dat de gebruiker aansprakelijk is voor
ongevallen en onvoorziene gebeurtenissen die
personen of hun eigendommen kunnen
overkomen.
Voorbereidingen
1. Draag tijdens het gebruik altijd stevige schoenen
en een lange broek. Gebruik het gereedschap niet
met blote voeten of met open sandalen.
2. Controleer het hele gebied waarin u het
gereedschap wilt gebruiken grondig en verwijder
alles wat door het gereedschap kan worden
weggeslingerd.
3. Vóór gebruik voert u altijd een visuele controle uit
om er zeker van te zijn dat de onderdelen niet
versleten of beschadigd zijn. Vervang versleten of
beschadigd messen en bouten altijd samen, om
onbalans te voorkomen.
Bediening
1. Werk alleen bij daglicht of bij goed kunstlicht.
2. Bij werken op hellingen:
Controleer of er geen kinderen of andere
mensen aanwezig zijn binnen een werkbereik
van 20 meter en let ook op of er geen dieren in
de werkomgeving zijn. Als dat het geval is,
stopt u met het gebruik van het gereedschap.
Controleer altijd of u voldoende steun hebt om
te staan.
Werk horizontaal langs de helling, nooit
omhoog en omlaag.
Ga altijd uiterst voorzichtig te werk bij het
veranderen van richting op een helling.
3. Werk niet op bijzonder steile hellingen.
4. Loop rustig met het gereedschap, nooit te snel.
5. Pas goed op als u het gereedschap achteruit laat
rijden of naar u toe haalt.
6. Start de motor zorgvuldig zoals aangegeven in de
gebruiksaanwijzing van de fabrikant en blijf met
uw voeten steeds op voldoende afstand van de
messen.
7. Kom niet met uw handen of voeten in de buurt van
of onder draaiende delen.
8. Het gereedschap nooit optillen of dragen wanneer
de motor loopt.
9. Schakel het gereedschap uit en haal de
vergrendelsleutel eruit in de volgende gevallen:
iedere keer als u het gereedschap onbeheerd
achterlaat;
voordat u verstoppingen opheft.
10. Let met name goed op met harde of stenige grond
omdat het gereedschap dan veel minder stabiel is
dan op gecultiveerde grond, en werk op lage
snelheid voor ploegen.
Onderhoud en opslag
1. Voordat u het gereedschap opslaat in een krappe
of afgesloten ruimte, laat u hem gedurende een
voldoende lange tijd afkoelen.
2. Zorg ervoor dat alle moeren, bouten en de
schroeven stevig vastgedraaid zijn om er zeker
van te zijn dat het gereedschap altijd op een
veilige manier gebruiksklaar is.
3. Om het brandgevaar zoveel mogelijk te beperken
moet u de motor, de accubak en de opbergruimte
vrijhouden van vegetatie en overtollig vet.
4. Schakel het gereedschap uit en haal de
vergrendelsleutel eruit in de volgende gevallen:
voordat u het gereedschap controleert, reinigt
of er werkzaamheden aan gaat verrichten;
na het raken van een vreemd voorwerp.
Controleer of het gereedschap beschadigd is
en laat deze indien nodig repareren voordat u
het gereedschap opnieuw gaat starten en
gebruiken;
als het gereedschap abnormaal begint te trillen.
Inspecteer op beschadigingen en vervang of
repareer eventueel beschadigde onderdelen.
Controleer op eventueel loszittende delen en
zet ze vast.
Elektrisch gereedschap en onderhoud
5. Laad alleen op met de acculader aanbevolen door
de fabrikant. Een acculader die geschikt is voor een
bepaald type accu, kan brandgevaar opleveren indien
gebruikt met een ander type accu.
6. Gebruik het gereedschap uitsluitend met de
daarvoor bestemde accu. Als u een andere accu
erin gebruikt, kan dit leiden tot persoonlijk letsel of
brand.
7. Als de accu niet wordt gebruikt, houdt u deze uit
de buurt van metalen voorwerpen zoals
paperclips, muntgeld, sleutels, schroeven en
andere kleine metalen voorwerpen die een
kortsluiting kunnen veroorzaken tussen de
accupolen. Kortsluiting tussen de accupolen kan
leiden tot brandwonden of brand.
8. Onder zware gebruiksomstandigheden kan
vloeistof uit de accu komen. Voorkom aanraking!
Als u deze vloeistof per ongeluk aanraakt, wast u
45
dit goed af met water. Als de vloeistof in uw ogen
komt, raadpleegt u tevens een arts. Vloeistof uit de
accu/batterijen kan irritatie en brandwonden
veroorzaken.
Reparatie
9. Laat uw elektrisch gereedschap repareren door
een vakbekwame reparateur die gebruik maakt
van uitsluitend identieke vervangingsonderdelen.
Hiermee bent u ervan verzekerd dat de veiligheid van
het elektrisch gereedschap behouden blijft.
10. Volg de instructies voor het smeren en
verwisselen van accessoires.
11. Houd de handgrepen droog, schoon en vrij van
olie en vetten.
BEWAAR DEZE INSTRUCTIES
WAARSCHUWING:
Laat u NIET misleiden door een vals gevoel van
comfort en bekendheid met het gereedschap (na
veelvuldig gebruik) en neem alle
veiligheidsvoorschriften van het betreffende product
altijd strikt in acht. VERKEERD GEBRUIK of het niet
volgen van de veiligheidsinstructies in deze
gebruiksaanwijzing kan leiden tot ernstig persoonlijk
letsel.
BELANGRIJKE
VEILIGHEIDSINSTRUCTIES
ENC007-7
VOOR ACCU’S
1. Alvorens de accu in gebruik te nemen, leest u
eerst alle instructies en
waarschuwingsopschriften op (1) de acculader, (2)
de accu en (3) het apparaat waarin de accu wordt
aangebracht.
2. Haal de accu niet uit elkaar.
3. Als de gebruikstijd aanzienlijk korter is geworden,
stopt u onmiddellijk met het gebruik. Anders kan
dit leiden tot kans op oververhitting, mogelijke
brandwonden en zelfs een explosie.
4. Als de elektrolyt in uw ogen komt, wast u deze uit
met schoon water en raadpleegt u onmiddellijk
een arts. Dit kan leiden tot verlies van
gezichtsvermogen.
5. Sluit de accu niet kort:
(1) Raak de accupolen niet aan met enig
geleidend materiaal.
(2) Bewaar de accu niet op een plaats waar deze
in aanraking kan komen met andere metalen
voorwerpen, zoals spijkers, munten, enz.
(3) Stel de accu niet bloot aan water of regen.
Kortsluiting van de accu kan leiden tot een hoge
stroomsterkte, oververhitting, mogelijke
brandwonden en zelfs een defect.
6. Bewaar het gereedschap en de accu niet op
plaatsen waar de temperatuur kan oplopen tot
50 °C of hoger.
7. Werp de accu niet in een vuur, zelfs niet als deze
al ernstig beschadigd of helemaal versleten is. De
accu kan in een vuur exploderen.
8. Wees voorzichtig dat u de accu niet laat vallen of
ergens tegenaan stoot.
9. Gebruik nooit een beschadigde accu.
BEWAAR DEZE INSTRUCTIES.
Tips voor een lange levensduur van de
accu
1. Laad de accu op voordat deze volledig leeg is.
Wanneer u merkt dat het gereedschap minder
vermogen heeft, stopt u met het gebruik ervan en
laadt u eerst de accu op.
2. Laad nooit een volledig opgeladen accu op.
Te lang opladen verkort de levensduur van de
accu.
3. Laad de accu op bij een omgevingstemperatuur
van 10 °C tot 40 °C. Laat een warme accu eerst
afkoelen voordat u deze oplaadt.
4. Laad de accu ieder half jaar op als u deze
gedurende een lange tijd niet gebruikt.
BESCHRIJVING VAN DE
ONDERDELEN (zie afb. 1)
BESCHRIJVING VAN DE
FUNCTIES
De accu aanbrengen en verwijderen (zie
afb. 2 en 3)
LET OP:
Schakel het gereedschap altijd uit voordat u de accu
aanbrengt of verwijdert.
Houd de accu met beide handen stevig vast tijdens
het aanbrengen of verwijderen van de accu. Als u
de accu niet stevig vasthoudt, kan hij uit uw handen
glippen en beschadigd raken of het gereedschap
beschadigen, of kan persoonlijk letsel worden
veroorzaakt.
Let er bij het sluiten van de accukap op dat uw vingers
of duim niet ertussen komen.
Maak de klemmen los aan beide zijkanten van het
gereedschap en open de accukap.
Om de accu te verwijderen verschuift u de knop aan de
voorkant van de accu en schuift u tegelijkertijd de accu
eraf.
Om de accu aan te brengen, lijnt u de lip op de accu uit
met de groef in de behuizing en duwt u de accu op zijn
plaats. Steek de accu zo ver mogelijk erin tot u een
klikgeluid hoort. Als u het rode deel aan de bovenkant van
de knop kunt zien, is de accu niet goed aangebracht.
Sluit de accukap en maak de klemmen weer vast.
In dit gereedschap is plaats voor maximaal twee accu’s. U
kunt één of twee accu’s aanbrengen. De accu kan worden
aangebracht in één van de twee accusleuven.
LET OP:
Breng de accu niet met kracht aan. Als de accu niet
gemakkelijk erin kan worden geschoven, wordt deze
niet goed aangebracht.
46
OPMERKING:
Als twee accu’s zijn aangebracht, kunt u met de accu-
keuzeschakelaar kiezen welke accu u wilt gebruiken.
Accubeveiligingssysteem
Lithium-ionaccu’s zijn voorzien van een
beveiligingssysteem. Dit systeem schakelt automatisch
de voeding naar het gereedschap uit om de levensduur
van de accu te verlengen.
Het gereedschap zal tijdens gebruik automatisch stoppen
wanneer het gereedschap en/of de accu zich in een van
de volgende omstandigheden bevinden:
Overbelasting:
Het gereedschap wordt gebruikt op een manier die
ertoe leidt dat een abnormaal hoge stroomsterkte uit
de accu wordt getrokken.
Laat in die situatie de aan/uit-schakelaar van het
gereedschap los en stop het gebruik dat ertoe leidde
dat het gereedschap overbelast werd. Knijp daarna
opnieuw de aan/uit-schakelaar in om het
gereedschap weer in te schakelen.
Als het gereedschap niet wordt ingeschakeld, is de
accu oververhit. In die situatie laat u de accu eerst
afkoelen voordat u opnieuw de aan/uit-schakelaar
inknijpt.
Lage accuspanning:
De resterende acculading is te laag en het
gereedschap wordt niet ingeschakeld. Verwijder in
die situatie de accu en laad hem op.
Indicator voor resterende acculading
(alleen voor de modellen met accu
BL3622A)
Accu BL3622A is uitgerust met een indicator voor de
resterende acculading (zie afb. 4).
Druk op de CHECK-knop om de resterende acculading te
zien. De indicatorlampjes branden dan gedurende
ongeveer drie seconden.
011713
Wanneer alleen het onderste lampje knippert (naast de
letter “E”), of wanneer geen van de lampjes branden, is
de acculading op en werkt het gereedschap niet meer.
In dit geval, laadt u de accu op of vervangt u de lege
accu door een volledig opgeladen accu.
Wanneer twee of meer lampjes niet branden, ook niet
nadat het opladen voltooid is, heeft de accu het einde
van zijn levensduur bereikt.
Wanneer de bovenste twee en de onderste twee
lampjes beurtelings branden, kan een storing in de
accu opgetreden zijn. Neem contact op met u uw
plaatselijk, erkend Makita-servicecentrum.
OPMERKING:
De aangegeven acculading kan lager zijn de werkelijke
accuading tijdens gebruik of onmiddellijk na gebruik
van het gereedschap.
Afhankelijk van de gebruiksomstandigheden en de
omgevingstemperatuur, is het mogelijk dat de
aangegeven acculading verschilt van de werkelijke
acculading.
Accuomvormers (los verkrijgbaar)
WAARSCHUWING:
Voordat u de accuomvormer BCV01 of BCV02
aanbrengt of verwijdert, haalt u de vergrendelsleutel
eruit.
BCV01 (optioneel accessoire)
WAARSCHUWING:
Bij gebruik van de BCV01, moet u de snoerhouder (los
verkrijgbaar) gebruiken om zijn snoer vast te zetten.
Als u de snoerhouder niet gebruikt, blijft het snoer los
hangen. Hierdoor kan het snoer verstrikt raken in de
messen, waardoor het gereedschap beschadigd kan
raken en ernstig persoonlijk letsel kan worden
veroorzaakt.
Bij gebruik van de BCV01, mag u dit nooit bevestigen
op enige plaats aan uw lichaam. Als de BCV01 op
enige plaats aan uw lichaam wordt bevestigd, kan
ernstig persoonlijk letsel worden veroorzaakt (zie
afb. 5).
Haak de accuomvormer BCV01 aan de ophangopening
van de handgrepen.
Snoerhouder (los verkrijgbaar)
Bij gebruik van de BCV01, moet u de snoerhouder (los
verkrijgbaar) gebruiken om zijn snoer vast te zetten (zie
afb. 6).
Breng de snoerhouder (los verkrijgbaar) aan in de
opening in de linkerhandgreep, zoals gezien vanuit de
gebruiker. En duw daarna het snoer in de houder zodanig
dat het snoer niette los hangt. Controleer dat het snoer
wordt vastgehouden door de snoerhouder (zie afb. 7).
Open de accukap en schuif de productmontageadapter
van de BCV01 helemaal in accusleuf 1 tot hij vastklikt (zie
afb. 8).
Trek voorzichtig omhoog en verwijder de rubberen dop uit
de sleuf in de onderste behuizing, zoals aangegeven in de
afbeelding.
OPMERKING:
Trek de rubberen dop niet met kracht omhoog omdat
hierdoor zijn bevestigingsplaats kan worden
beschadigd (zie afb. 9).
Buig het snoer van de accuomvormer BCV01 rond de
productmontageadapter. Geleid het snoer van de BCV01
vervolgens door de sleuf in de onderste behuizing en sluit
de accukap.
Status van lampjes
Resterende
acculading
Brandt Uit Knippert
E F
70% tot 100%
45% tot 70%
20% tot 45%
0% tot 20%
Laad de accu op.
Er kan een storing in
de accu zijn
opgetreden.
47
Om de BCV01 te verwijderen, volgt u de procedure voor
het aanbrengen in omgekeerde volgorde.
BCV02 (los verkrijgbaar) (zie afb. 10)
Open de accukap en klik de BCV02 in de accusleuf. Sluit
de accukap.
Om de BCV02 te verwijderen, drukt u op de haak van de
BCV02 en trekt u hem met beide handen eruit.
Indicatorlampje
WAARSCHUWING:
Gebruik de accu-keuzeschakelaar niet tijdens bedrijf.
Nadat de accu-keuzeschakelaar is bediend, is de
hoofdschakelaar uitgeschakeld. Om het gereedschap
te starten, moet u op de hoofdschakelaar drukken (zie
afb. 11 en 12).
Als het gereedschap is uitgerust met twee accu’s, kunt u
tussen de accu’s wisselen door de accu-keuzeschakelaar
te bedienen. (De indicatorlampjes geven de status van
nr. 1 of nr. 6 aan.)
Als het gereedschap is uitgerust met slechts één accu,
bedient u de accu-keuzeschakelaar om de accusleuf te
kiezen waarin de accu is aangebracht.
Als het gereedschap is uitgerust met één accu en u
een accusleuf kiest waarin geen accu is aangebracht,
geven de indicatorlampjes de status van nr. 2 of nr. 5
aan.
Het waarschuwingslampje gaat branden als zich een
probleem heeft voorgedaan, en het gereedschap wordt
vervolgens na 10 seconden automatisch uitgeschakeld.
Het waarschuwingslampje geeft het volgende aan:
Brandt rood: Er zijn twee mogelijke redenen waarom
de lamp rood brandt:
De motor is oververhit. (Het indicatorlampje geeft de
status van nr. 3 aan.)
Zet de hoofdschakelaar uit, laat de motor afkoelen
en start het gereedschap opnieuw.
De acculading is bijna op. (Het indicatorlampje geeft
de status van nr. 2 of nr. 5 aan.)
Zet de hoofdschakelaar uit en laaf de accu op.
Knippert rood: De messen zijn overbelast doordat ze
vastgelopen zijn wegens te diep frezen of blokkering
door onkruid of een steen. (Het indicatorlampje geeft
de status van nr. 4 aan.)
Schakel het gereedschap uit door op de
hoofdschakelaar te drukken, til de messen met de
draaghandvaten, en controleer of een obstakel de
messen blokkeert.
LET OP:
Schakel het gereedschap altijd uit en verwijder de accu
voordat u het obstakel verwijdert.
Dwing de messen niet te draaien en sla er niet met een
hamer tegen. Hierdoor kan het gereedschap worden
beschadigd.
Als er een obstakel klem zit tegen de messen, verwijdert u
het voorzichtig.
Zet de hoofdschakelaar aan en controleer of het rode
waarschuwingslampje uit is.
In- en uitschakelen
WAARSCHUWING:
Controleer altijd, voordat u de accu in het
gereedschap steekt, of de aan/uit-schakelaar op de
juiste manier werkt en weer terugkeert naar de
oorspronkelijke stand nadat deze is losgelaten. Het
gebruik van gereedschap met een schakelaar die niet
goed werkt, kan leiden tot verlies van controle en
ernstige verwondingen.
OPMERKING:
De motor start niet als hij overbelast is. In dat geval
stelt u de freesdiepte veel ondieper in.
Het gereedschap start niet zonder de uit-
vergrendelknop ingedrukt te houden, ook niet wanneer
de aan/uit-schakelaar ingeknepen wordt.
Dit gereedschap is uitgerust met een vergrendelsleutel
om te voorkomen dat kinderen per ongeluk het
gereedschap kunnen starten. De vergrendelsleutel
bevindt zich onder de accukap. Steek de
vergrendelsleutel erin voordat u het gereedschap
inschakelt. Het gereedschap kan niet worden gestart als
de vergrendelsleutel eruit is gehaald (zie afb. 13 en 14).
Druk op de hoofdschakelaar om het gereedschap in te
schakelen. Een van de indicatorlampjes gaat branden
nadat het gereedschap is ingeschakeld. Druk nogmaals
op de hoofdschakelaar om het gereedschap uit te
schakelen.
Om te voorkomen dat het gereedschap onbedoeld start,
is een uit-vergrendelknop aangebracht. Om de messen te
laten draaien, drukt u de uit-vergrendelknop in en knijpt u
vervolgens de aan/uit-schakelaar in. Laat de aan/uit-
schakelaar los om het gereedschap te stoppen.
Sleepstang (zie afb. 15)
Met de sleepstang stelt u de freesdiepte in. De sleepstang
voorkomt tevens een plotselinge, ongecontroleerde
beweging van het gereedschap.
U kunt de freesdiepte instellen door de stand van de
sleepstang te veranderen (zie afb. 16).
LET OP:
Controleer altijd of de transportwielen in de
transportstand staan voordat u de sleepstang instelt.
1. Verwijder de stopper waarmee de sleepstang is
vastgezet.
2. Verander de stand van de sleepstang en zet de
sleepstang vervolgens met de stopper in die stand
vast.
Richtlijn voor de stand
Diep frezen - A
Middeldiep frezen - B
Ondiep frezen - C
Transportstand - D
OPMERKING:
Als de grond hard is en het gereedschap te snel vooruit
gaat, zet u de sleepstang in de stand voor diep frezen
(A). Als de grond zacht is en de messen zich in de
grond graven, zet u de sleepstang in de stand voor
ondiep frezen (C).
Als u het gereedschap gaat vervoeren, zet u de
sleepstang in de transportstand (D).
48
ONDERDELEN AANBRENGEN/
VERWIJDEREN
WAARSCHUWING:
Controleer altijd of het gereedschap is
uitgeschakeld en de accu is verwijderd alvorens
enige werkzaamheden aan het gereedschap te
verrichten. Als het gereedschap niet wordt
uitgeschakeld en de accu niet uit het gereedschap
wordt verwijderd, kan dat na per ongeluk inschakelen
leiden tot ernstig persoonlijk letsel.
Start het gereedschap nooit voordat het op de
juiste wijze is gemonteerd. Door het gereedschap in
een gedeeltelijk gemonteerde toestand te laten
werken, kan dat na per ongeluk inschakelen leiden tot
ernstig persoonlijk letsel.
Aanbrengen van de sleepstang en
stopper (zie afb. 17)
Om de sleepstang aan te brengen met de stopper,
raadpleegt u de tekst onder “Sleepstang” in
BESCHRIJVING VAN DE FUNCTIES.
De vergrendelsleutel plaatsen (zie afb. 18)
Om de vergrendelsleutel te plaatsen, raadpleegt u de
tekst onder “In- en uitschakelen” in BESCHRIJVING VAN
DE FUNCTIES.
De handgrepen aanbrengen en de hoek
instellen
LET OP:
Stel altijd in op een horizontale, vlakke ondergrond om
ongelukken te voorkomen.
Controleer altijd of de transportwielen in de
transportstand staan voordat u de hoek van de
handgrepen instelt.
Houd de handgrepen altijd vast tijdens het instellen
omdat anders de handgrepen omlaag kunnen vallen en
iemand letsel kunnen veroorzaken.
Wanneer u de hoek van de handgrepen afstelt, let u
erop dat uw vingers of duim niet bekneld raken tussen
de handgrepen en het frame (zie afb. 19, 20 en 21).
Om de handgrepen aan te brengen op het gereedschap
plaatst u de veerring om de vergrendelknop voor de
handgrepen en draait u deze stevig in een van de drie
schroefgaten in de bevestigingsstang voor de
handgrepen. Let erop dat u de veerring om de
vergrendelknop voor de handgrepen plaatst zodanig dat
de bolle kant van de conische veerring in de richting van
de vergrendelknop voor de handgrepen wijst. Controleer
of de handgrepen stevig vastzitten nadat ze zijn
aangebracht.
U kunt de hoek van de handgrepen kiezen uit drie
standen. Houd de handgrepen met één hand vast en
draai en verwijder vervolgens de vergrendelknop voor de
handgrepen. Kies de gewenste hoek en steek de
vergrendelknop voor de handgrepen in het bij die stand
behorende gat en draai hem stevig vast.
LET OP:
Zorg er altijd voor dat de vergrendelknop voor de
handgrepen stevig is vastgedraaid omdat anders de
handgrepen omlaag kunnen vallen en u letsel kunnen
veroorzaken.
BEDIENING
Starten, voorwaarts
WAARSCHUWING:
Zorg ervoor dat u de handgrepen stevig vasthoudt
alvorens het gereedschap te starten. Wanneer de
grond hard is, loopt het gereedschap plotseling naar
voren omdat de messen zich niet diep genoeg in de
grond graven, en kan het letsel veroorzaken.
Duw de handgrepen omlaag zodat de sleepstang door de
gefreesde grond loopt. Beweeg de handgrepen omhoog
en omlaag en regel de diepte van de sleepstang
overeenkomstig de hardheid van de grond. U kunt dieper
frezen door de handgrepen harder omlaag te duwen
zodat de sleepstang dieper loopt. Het gereedschap
beweegt sneller en lichter wanneer u de handgrepen optilt
zodat de sleepstang boven de grond staat.
Het gereedschap stopt zodra u de aan/uit-schakelaar
loslaat.
De freesbreedte veranderen
WAARSCHUWING:
Controleer altijd of het gereedschap is
uitgeschakeld en de accu is verwijderd alvorens
enige werkzaamheden aan het gereedschap te
verrichten. Als het gereedschap niet wordt
uitgeschakeld en de accu niet uit het gereedschap
wordt verwijderd, kan dat na per ongeluk inschakelen
leiden tot ernstig persoonlijk letsel.
Nadat u de buitenste messen hebt aangebracht,
vergeet u niet deze te vergrendelen met behulp van de
borgpen en borgveer (zie afb. 22 en 23).
De messen kunnen worden gescheiden al naar gelang de
gewenste freesbreedte. Als u een smalle strook wilt
frezen, kunt u de buitenste messen verwijderen. Om het
buitenste mes aan de rechterkant te verwijderen, trekt u
aan de rechterkant de borgpen en borgveer waarmee het
buitenste mes is vastgezet eruit, en verwijdert u langzaam
het buitenste mes. Breng de borgpen en borgveer weer
aan op hun oorspronkelijke plaats op de binnenste
messen. Volg dezelfde procedure voor het buitenste mes
aan de linkerkant. Om de buitenste messen te
bevestigen, volgt u de procedure voor het aanbrengen in
de omgekeerde volgorde.
Het gereedschap vervoeren
WAARSCHUWING:
Controleer altijd of het gereedschap is
uitgeschakeld en de accu is verwijderd alvorens
enige werkzaamheden aan het gereedschap te
verrichten. Als het gereedschap niet wordt
uitgeschakeld en de accu niet uit het gereedschap
wordt verwijderd, kan dat na per ongeluk inschakelen
leiden tot ernstig persoonlijk letsel.
Om te voorkomen dat het gereedschap instabiel wordt
en uit evenwicht raakt, zorgt u ervoor dat de sleepstang
op de grond blijft wanneer u de stand van de
transportwielen verandert.
49
Wanneer u de transportwielen omlaag zet, let u erop
dat het gereedschap in balans blijft omdat anders het
gereedschap kan vallen en letsel kan veroorzaken
Let erop dat uw vingers of duim niet bekneld raken of
gekneusd worden als gevolg van een terugslag van het
geveerde transportwiel tijdens het veranderen van de
stand van het transportwiel (zie afb. 24).
De transportwielen worden gebruikt wanneer u het
gereedschap vervoert. De stand van de wielen kan
eenvoudig met de hand worden veranderd.
Trek de transportwielen omlaag en zet de sleepstang in
de transportstand.
Duw de handgrepen omlaag zodat de messen omhoog
komen en rijd het gereedschap weg.
OPMERKING:
Als het rijden met het gereedschap moeilijk gaat, kunt u
de sleepstang ook ondersteboven plaatsen.
Het gereedschap opbergen
WAARSCHUWING:
Controleer altijd of het gereedschap is
uitgeschakeld en de accu is verwijderd alvorens
enige werkzaamheden aan het gereedschap te
verrichten. Als het gereedschap niet wordt
uitgeschakeld en de accu niet uit het gereedschap
wordt verwijderd, kan dat na per ongeluk inschakelen
leiden tot ernstig persoonlijk letsel.
De handgrepen kunnen worden omgeklapt zodat het
gereedschap eenvoudig kan worden gedragen en
opgeborgen.
LET OP:
Doe dit altijd op een vlakke ondergrond om ongelukken
te voorkomen.
Controleer altijd of de transportwielen in de
transportstand staan voordat u de handgrepen
omklapt.
Houd de handgrepen altijd vast wanneer u de
vergrendelknop voor de handgrepen losmaakt omdat
anders de handgrepen omlaag kunnen vallen en
iemand letsel kunnen veroorzaken.
Let bij het omklappen van de handgrepen erop dat uw
vingers of duim niet bekneld raken tussen de
handgrepen en het frame (zie afb. 25).
Houd de handgrepen met één hand vast en draai en
verwijder vervolgens de vergrendelknop voor de
handgrepen. Klap de handgrepen daarna langzaam om.
KENNISGEVING:
Let er altijd op of de kabels niet bekneld raken tussen
de handgrepen en het gereedschap waardoor de
kabels beschadigd zouden raken.
Nadat de handgrepen omgeklapt zijn, draait u de
vergrendelknop voor de handgrepen een stukje in het
oorspronkelijke schroefgat om te voorkomen dat u hem
verliest.
Als u het gereedschap op een aanhanger, enz., plaatst,
klapt u de handgrepen om en draagt u het gereedschap
aan de voorste en achterste draaghandvaten.
ONDERHOUD
WAARSCHUWING:
Zorg er altijd voor dat het gereedschap is
uitgeschakeld en de vergrendelsleutel en accu uit
het gereedschap zijn gehaald, voordat u het
gereedschap opbergt of een inspectie of
onderhoud uitvoert. Als het gereedschap niet wordt
uitgeschakeld en de vergrendelsleutel en accu niet uit
het gereedschap zijn gehaald, kan dat na per ongeluk
inschakelen leiden tot ernstig persoonlijk letsel.
KENNISGEVING:
Gebruik nooit benzine, wasbenzine, thinner, alcohol, enz.
Dit kan leiden tot verkleuren, vervormen of barsten.
De messen controleren en vervangen (zie
afb. 26)
Vervang de messen wanneer ze zo ver afgesleten zijn als
aangegeven in de afbeelding.
OPMERKING:
Vervang de messen wanneer ze ongeveer tot de helft
afgesleten zijn. Wij adviseren u de messen zo snel
mogelijk te vervangen door originele Makita-messen
voor de beste prestaties (zie afb. 27).
Er zijn twee soorten messen. Breng de messen in de
juiste richting aan, zoals aangegeven in de afbeelding.
OPMERKING:
Breng de linker- en rechtermessen symmetrisch ten
opzichte van elkaar aan.
Breng de borgpen en borgveer in de juiste richting aan,
zoals aangegeven in de afbeelding, zodat ze niet uit
zichzelf los kunnen komen.
Onderhoud
1. HAAL DE VERGRENDELSLEUTEL ERUIT. Bewaar
hem op een veilige plaats buiten het bereik van
kinderen.
2. Verwijder modder, stroresten, onkruiden en dergelijke
vanaf de messenbladen en het gereedschap. Reinig
het gereedschap met stromend water. Laat geen
water op of in de elektrische onderdelen komen
(hoofdschakelaar, uit-vergrendeling,aan/uit-
schakelaar, motor, indicatorlampjes). Veeg na het
reinigen het gereedschap af met een droge doek.
OPMERKING:
Als u het gereedschap reinigt met water, mogen de
handgrepen niet omgeklapt zijn of de grond raken. Als
u het gereedschap reinigt met omgeklapte handgrepen
of terwijl deze de grond raken, kan de schakelaar kapot
gaan.
Als u het gereedschap reinigt met een hogedrukspuit,
gebruikt u een verstelbare sproeikop ingesteld op een
zo breed mogelijk sproeibeeld en houdt u de sproeikop
op een afstand van ten minste 2 meter van het
gereedschap. Als u dit niet doet kunnen de
waarschuwingsetiketten losraken, kunnen de
bovenvermelde elektrische onderdelen beschadigd
raken, en kan water in de tandwielkast binnendringen,
waardoor mechanische onderdelen, zoals tandwielen,
lagers en dergelijke, beschadigd kunnen raken.
Houdt u aan de waarschuwingen en instructies die
worden vermeld op etiketten en in de
50
gebruiksaanwijzing van de hogedrukspuit voor een
correct gebruik. Als u dit niet doet, kan dat leiden tot
persoonlijk letsel en storing, schade of defect van/aan
het gereedschap.
Als de accusleuf of het gebied er omheen tijdens het
reinigen nat gesproeid wordt of onderloopt met water,
veegt u het onmiddellijk af met een droge doek.
3. Controleer of alle moeren, bouten, knoppen,
schroeven, bevestigingen, enz., stevig zijn
vastgedraaid.
4. Inspecteer de bewegende delen op beschadiging,
breuk en slijtage. Laat eventueel beschadigde of
ontbrekende onderdelen repareren of vervangen.
Om de VEILIGHEID en BETROUWBAARHEID van het
gereedschap te handhaven, dienen alle reparaties,
onderhoud en afstellingen te worden uitgevoerd door een
erkend Makita-servicecentrum, en altijd met
gebruikmaking van originele Makita-
vervangingsonderdelen.
PROBLEMEN OPLOSSEN
012848
VERKRIJGBARE ACCESSOIRES
LET OP:
Deze accessoires of hulpstukken worden aanbevolen
voor gebruik met het Makita-gereedschap dat in deze
gebruiksaanwijzing wordt beschreven. Het gebruik van
andere accessoires of hulpstukken kan gevaar voor
persoonlijk letsel opleveren. Gebruik de accessoires of
hulpstukken uitsluitend voor de aangegeven
gebruiksdoeleinden.
Mocht u meer informatie willen hebben over deze
accessoires, dan kunt u contact opnemen met uw
plaatselijke Makita-servicecentrum.
Originele Makita accu en lader
Snoerhouder
OPMERKING:
Sommige items op de lijst kunnen zijn inbegrepen in de
doos van het gereedschap als standaard toebehoren.
Zij kunnen van land tot land verschillen.
Geluid
ENG905-1
De typische, A-gewogen geluidsniveaus zijn gemeten
volgens 2000/14/EC:
Geluidsdrukniveau (L
pA
): 70 dB (A) of minder
Onzekerheid (K): 2,5 dB (A)
Het geluidsniveau kan tijdens gebruik hoger worden dan
80 dB (A)
Draag gehoorbescherming.
Probleem Mogelijke oorzaak Oplossing
Het indicatorlampje van de accu en
het waarschuwingslampje branden
beide niet, ook niet nadat op de
hoofdschakelaar is gedrukt.
De accu is niet aangebracht. Breng de accu aan.
De vergrendelsleutel is niet ingestoken. Steek de vergrendelsleutel erin.
Storing van de hoofdschakelaar. Neem contact op met uw plaatselijk
Makita-servicecentrum.
Eén van de twee indicatorlampjes
brandt en het waarschuwingslampje
brandt nadat op de hoofdschakelaar
is gedrukt.
De acculading is bijna op. De vergrendelsleutel is eruit gehaald.
Laad de accu op.
De accu is niet correct geplaatst. Haal de accu eruit en breng hem
voorzichtig weer aan.
Storing van het indicatorlampje van de
accu of waarschuwingslampje.
Neem contact op met uw plaatselijk
Makita-servicecentrum.
De grondfreesmessen draaien niet,
zelfs niet nadat de aan/uit-
schakelaar is ingeknepen.
De hoofdschakelaar staat uit. Druk op de hoofdschakelaar.
De uit-vergrendelknop werd niet
ingedrukt.
Houd de uit-vergrendelknop ingedrukt
terwijl u de aan/uit-schakelaar inknijpt.
De vergrendelsleutel is niet ingestoken. Steek de vergrendelsleutel erin.
Storing van de schakelaars. Neem contact op met uw plaatselijk
Makita-servicecentrum.
Het waarschuwingslampje en
indicatorlampje van de accu
branden tijdens gebruik.
De acculading is bijna op. Laad de accu op.
Het gereedschap stopt
plotseling. En het
waarschuwingslampje
brandt of knippert.
Brandt De messen frezen te diep en de motor is
overbelast.
Frees minder diep.
Knippert Een obstakel blokkeert de messen. Schakel het gereedschap uit door op de
hoofdschakelaar te drukken. Verwijder
vervolgens voorzichtig het obstakel.
De messen stoppen niet. De aan/uit-schakelaar is kapot. Zet de hoofdschakelaar uit.
Verwijder de accu.
Neem onmiddellijk contact op met uw
plaatselijk Makita-servicecentrum.
51
Trilling ENG900-1
De totale trillingswaarde (triaxiale vectorsom) zoals
vastgesteld volgens EN709:
Trillingsemissie (a
h
): 2,5 m/s
2
of minder
Onzekerheid (K): 1,5 m/s
2
ENG901-1
De opgegeven trillingsemissiewaarde is gemeten
volgens de standaardtestmethode en kan worden
gebruikt om dit gereedschap te vergelijken met andere
gereedschappen.
De opgegeven trillingsemissiewaarde kan ook worden
gebruikt voor een beoordeling vooraf van de
blootstelling.
WAARSCHUWING:
De trillingsemissie tijdens het gebruik van het elektrisch
gereedschap in de praktijk kan verschillen van de
opgegeven trillingsemissiewaarde afhankelijk van de
manier waarop het gereedschap wordt gebruikt.
Zorg ervoor dat veiligheidsmaatregelen worden
getroffen ter bescherming van de operator die zijn
gebaseerd op een schatting van de blootstelling onder
praktijkomstandigheden (rekening houdend met alle
fasen van de bedrijfscyclus, zoals de tijdsduur
gedurende welke het gereedschap is uitgeschakeld en
stationair draait, naast de ingeschakelde tijdsduur).
Alleen voor Europese landen
ENH217-1
EU-verklaring van conformiteit
Wij, Makita Corporation, als de verantwoordelijke
fabrikant, verklaren dat de volgende Makita-
machine(s):
Aanduiding van de machine:
Accugrondfrees
Modelnr./Type: BUK360 en UK360D
Technische gegevens: zie de tabel “TECHNISCHE
GEGEVENS”.
in serie zijn geproduceerd en
Voldoen aan de volgende Europese richtlijnen:
2000/14/EC en 2006/42/EC
En zijn gefabriceerd in overeenstemming met de
volgende normen of genormaliseerde documenten:
EN60745 en EN709
De technische documentatie wordt bewaard door onze
erkende vertegenwoordiger in Europa, te weten:
Makita International Europe Ltd.
Michigan Drive, Tongwell,
Milton Keynes, Bucks MK15 8JD, Engeland
De conformiteitsbeoordelingsprocedure vereist door
Richtlijn 2000/14/EC was is Overeenstemming met annex
VI.
Officiële instantie:
TÜV Rheinland LGA Products GmbH
Am Grauen Stein 29
51105 Köln, Duitsland
Identificatienummer 0197
Gemeten geluidsvermogenniveau: 79 dB (A)
Gegarandeerd geluidsvermogenniveau: 81 dB (A)
29. 12. 2011
Tomoyasu Kato
Directeur
Makita Corporation
3-11-8, Sumiyoshi-cho,
Anjo, Aichi, 446-8502, JAPAN

Documenttranscriptie

NEDERLANDS (Originele instructies) Verklaring van het onderdelenoverzicht 1. 2. 3. 4. 5. 6. 7. 8. 9. 10. 11. 12. 13. 14. 15. 16. 17. 18. Handgrepen Accukap Voorste draaghandvat Grondfreesmessen Transportwielen Achterste draaghandvat Knop Rode deel Accu Status van lampjes CHECK-knop Accuomvormer (BCV01) Ophangopening Snoerhouder Accusleuf 1 Accusleuf 2 Rubberen dop Productmontageadapter van de BCV01 19. Snoer 39. 40. 41. 42. 43. 44. 45. 46. 20. 21. 22. 23. 24. 25. 26. 27. 28. 29. 30. 31. 32. 33. 34. 35. 36. 37. Sleuf in onderste behuizing Accuomvormer (BCV02) Indicatorlampjes Indicatorlampje van accu 1 Indicatorlampje van accu 2 Waarschuwingslampje Accu-keuzeschakelaar Vergrendelsleutel Hoofdschakelaar Uit-vergrendelknop Aan/uit-schakelaar Sleepstang Stopper Diep frezen - A Middeldiep frezen - B Ondiep frezen - C Transportstand - D Vergrendelknop voor de handgrepen 38. Veer 47. 48. 49. 50. 51. 52. 53. Vastdraaien Borgpen en borgveer Het mes is nieuw Het mes is versleten Richting waarin de messen draaien Messen naar binnen gebogen Messen naar buiten gebogen Binnenste messen links (buitenaanzicht) Buitenste messen links (buitenaanzicht) Binnenste messen rechts (buitenaanzicht) Buitenste messen rechts (buitenaanzicht) Buitenkant Achteraanzicht Borgpen Frame TECHNISCHE GEGEVENS Model BUK360 en UK360D Afmetingen 1193 mm x 488 mm x 998 mm Diameter freesmessen 245 mm Freesbreedte 350 mm (225 mm gescheiden) Onbelast toerental 85 min-1 Netto gewicht 23,3 kg Nominale spanning 36 V gelijkstroom Standaardaccu en acculader Gebruik altijd de combinatie accu/ acculader in de rechterkolom. BL3626 DC36RA BL3622A DC36WA • Als gevolg van ons doorlopende onderzoeks- en ontwikkelingsprogramma, zijn de technische gegevens van dit gereedschap onderhevig aan veranderingen zonder voorafgaande kennisgeving. • Specificaties en accu’s kunnen van land tot land verschillen. • Gewicht, inclusief de accu, volgens de EPTA-procedure 01/2003 Symbolen END019-1 Hieronder staan de symbolen die voor het gereedschap worden gebruikt. Zorg ervoor dat u weet wat ze betekenen alvorens de accu te gebruiken. ....................... Besteed bijzondere zorg en aandacht. .......... Lees de gebruiksaanwijzing. .................... Blijf uit de buurt van draaiende delen. .................... Haal de vergrendelsleutel eruit voordat u het gereedschap inspecteert, afstelt, reinigt, onderhoudt, achterlaat of opbergt. Cd Ni-MH Li-ion ............... Alleen voor EU-landen Geef elektrisch gereedschap en accu’s niet met het huisvuil mee! Volgens de Europese richtlijn 2002/ 96/EC inzake oude elektrische en elektronische apparaten, 2006/66/EC inzake batterijen en accu’s en oude batterijen en accu’s en de toepassing daarvan binnen de nationale wetgeving, dienen gebruikt elektrisch gereedschap en accu’s gescheiden te worden ingezameld en te worden afgevoerd naar een recyclebedrijf dat voldoet aan de geldende milieueisen. BELANGRIJKE VEILIGHEIDSINSTRUCTIES GEB095-6 WAARSCHUWING! Lees alle veiligheidswaarschuwingen en alle instructies. Het 43 niet volgen van de waarschuwingen en instructies kan leiden tot elektrische schokken, brand en/of ernstig letsel. Bewaar alle waarschuwingen en instructies om in de toekomst te kunnen raadplegen. Gebruiksdoeleinden Het gereedschap is uitsluitend bedoeld voor grondbewerking. Gebruik het gereedschap uitsluitend voor dit doel. Het gebruik voor enig ander doel kan ernstig letsel en/of schade aan het gereedschap veroorzaken. Opleiding/informatie 1. Steek de sleutel niet in het gereedschap voordat het klaar is voor gebruik. 2. Zorg dat u vertrouwd bent met de bedieningselementen en het juiste gebruik van het gereedschap. 3. Laat in geen geval het gereedschap gebruiken door kinderen of personen die niet bekend zijn met de instructies. De leeftijd van de gebruiker kan landelijk gereglementeerd zijn. 4. Gebruik het gereedschap nooit in de buurt van andere personen, met name kinderen, en huisdieren. 5. Bedien het gereedschap niet wanneer u onder invloed bent van drugs, alcohol of enig medicijn. 6. Denk eraan dat de gebruiker aansprakelijk is voor ongevallen en onvoorziene gebeurtenissen die personen of hun eigendommen kunnen overkomen. Voorbereidingen 1. Draag tijdens het gebruik altijd stevige schoenen en een lange broek. Gebruik het gereedschap niet met blote voeten of met open sandalen. 2. Controleer het hele gebied waarin u het gereedschap wilt gebruiken grondig en verwijder alles wat door het gereedschap kan worden weggeslingerd. 3. Vóór gebruik voert u altijd een visuele controle uit om er zeker van te zijn dat de onderdelen niet versleten of beschadigd zijn. Vervang versleten of beschadigd messen en bouten altijd samen, om onbalans te voorkomen. Bediening 1. Werk alleen bij daglicht of bij goed kunstlicht. 2. Bij werken op hellingen: – Controleer of er geen kinderen of andere mensen aanwezig zijn binnen een werkbereik van 20 meter en let ook op of er geen dieren in de werkomgeving zijn. Als dat het geval is, stopt u met het gebruik van het gereedschap. – Controleer altijd of u voldoende steun hebt om te staan. – Werk horizontaal langs de helling, nooit omhoog en omlaag. – Ga altijd uiterst voorzichtig te werk bij het veranderen van richting op een helling. 3. Werk niet op bijzonder steile hellingen. 4. Loop rustig met het gereedschap, nooit te snel. 44 5. Pas goed op als u het gereedschap achteruit laat rijden of naar u toe haalt. 6. Start de motor zorgvuldig zoals aangegeven in de gebruiksaanwijzing van de fabrikant en blijf met uw voeten steeds op voldoende afstand van de messen. 7. Kom niet met uw handen of voeten in de buurt van of onder draaiende delen. 8. Het gereedschap nooit optillen of dragen wanneer de motor loopt. 9. Schakel het gereedschap uit en haal de vergrendelsleutel eruit in de volgende gevallen: – iedere keer als u het gereedschap onbeheerd achterlaat; – voordat u verstoppingen opheft. 10. Let met name goed op met harde of stenige grond omdat het gereedschap dan veel minder stabiel is dan op gecultiveerde grond, en werk op lage snelheid voor ploegen. Onderhoud en opslag 1. Voordat u het gereedschap opslaat in een krappe of afgesloten ruimte, laat u hem gedurende een voldoende lange tijd afkoelen. 2. Zorg ervoor dat alle moeren, bouten en de schroeven stevig vastgedraaid zijn om er zeker van te zijn dat het gereedschap altijd op een veilige manier gebruiksklaar is. 3. Om het brandgevaar zoveel mogelijk te beperken moet u de motor, de accubak en de opbergruimte vrijhouden van vegetatie en overtollig vet. 4. Schakel het gereedschap uit en haal de vergrendelsleutel eruit in de volgende gevallen: – voordat u het gereedschap controleert, reinigt of er werkzaamheden aan gaat verrichten; – na het raken van een vreemd voorwerp. Controleer of het gereedschap beschadigd is en laat deze indien nodig repareren voordat u het gereedschap opnieuw gaat starten en gebruiken; – als het gereedschap abnormaal begint te trillen. Inspecteer op beschadigingen en vervang of repareer eventueel beschadigde onderdelen. Controleer op eventueel loszittende delen en zet ze vast. Elektrisch gereedschap en onderhoud 5. Laad alleen op met de acculader aanbevolen door de fabrikant. Een acculader die geschikt is voor een bepaald type accu, kan brandgevaar opleveren indien gebruikt met een ander type accu. 6. Gebruik het gereedschap uitsluitend met de daarvoor bestemde accu. Als u een andere accu erin gebruikt, kan dit leiden tot persoonlijk letsel of brand. 7. Als de accu niet wordt gebruikt, houdt u deze uit de buurt van metalen voorwerpen zoals paperclips, muntgeld, sleutels, schroeven en andere kleine metalen voorwerpen die een kortsluiting kunnen veroorzaken tussen de accupolen. Kortsluiting tussen de accupolen kan leiden tot brandwonden of brand. 8. Onder zware gebruiksomstandigheden kan vloeistof uit de accu komen. Voorkom aanraking! Als u deze vloeistof per ongeluk aanraakt, wast u dit goed af met water. Als de vloeistof in uw ogen komt, raadpleegt u tevens een arts. Vloeistof uit de accu/batterijen kan irritatie en brandwonden veroorzaken. Reparatie 9. Laat uw elektrisch gereedschap repareren door een vakbekwame reparateur die gebruik maakt van uitsluitend identieke vervangingsonderdelen. Hiermee bent u ervan verzekerd dat de veiligheid van het elektrisch gereedschap behouden blijft. 10. Volg de instructies voor het smeren en verwisselen van accessoires. 11. Houd de handgrepen droog, schoon en vrij van olie en vetten. BEWAAR DEZE INSTRUCTIES WAARSCHUWING: Laat u NIET misleiden door een vals gevoel van comfort en bekendheid met het gereedschap (na veelvuldig gebruik) en neem alle veiligheidsvoorschriften van het betreffende product altijd strikt in acht. VERKEERD GEBRUIK of het niet volgen van de veiligheidsinstructies in deze gebruiksaanwijzing kan leiden tot ernstig persoonlijk letsel. BELANGRIJKE VEILIGHEIDSINSTRUCTIES ENC007-7 VOOR ACCU’S 1. Alvorens de accu in gebruik te nemen, leest u eerst alle instructies en waarschuwingsopschriften op (1) de acculader, (2) de accu en (3) het apparaat waarin de accu wordt aangebracht. 2. Haal de accu niet uit elkaar. 3. Als de gebruikstijd aanzienlijk korter is geworden, stopt u onmiddellijk met het gebruik. Anders kan dit leiden tot kans op oververhitting, mogelijke brandwonden en zelfs een explosie. 4. Als de elektrolyt in uw ogen komt, wast u deze uit met schoon water en raadpleegt u onmiddellijk een arts. Dit kan leiden tot verlies van gezichtsvermogen. 5. Sluit de accu niet kort: (1) Raak de accupolen niet aan met enig geleidend materiaal. (2) Bewaar de accu niet op een plaats waar deze in aanraking kan komen met andere metalen voorwerpen, zoals spijkers, munten, enz. (3) Stel de accu niet bloot aan water of regen. Kortsluiting van de accu kan leiden tot een hoge stroomsterkte, oververhitting, mogelijke brandwonden en zelfs een defect. 6. Bewaar het gereedschap en de accu niet op plaatsen waar de temperatuur kan oplopen tot 50 °C of hoger. 7. Werp de accu niet in een vuur, zelfs niet als deze al ernstig beschadigd of helemaal versleten is. De accu kan in een vuur exploderen. 8. Wees voorzichtig dat u de accu niet laat vallen of ergens tegenaan stoot. 9. Gebruik nooit een beschadigde accu. BEWAAR DEZE INSTRUCTIES. Tips voor een lange levensduur van de accu 1. Laad de accu op voordat deze volledig leeg is. Wanneer u merkt dat het gereedschap minder vermogen heeft, stopt u met het gebruik ervan en laadt u eerst de accu op. 2. Laad nooit een volledig opgeladen accu op. Te lang opladen verkort de levensduur van de accu. 3. Laad de accu op bij een omgevingstemperatuur van 10 °C tot 40 °C. Laat een warme accu eerst afkoelen voordat u deze oplaadt. 4. Laad de accu ieder half jaar op als u deze gedurende een lange tijd niet gebruikt. BESCHRIJVING VAN DE ONDERDELEN (zie afb. 1) BESCHRIJVING VAN DE FUNCTIES De accu aanbrengen en verwijderen (zie afb. 2 en 3) LET OP: • Schakel het gereedschap altijd uit voordat u de accu aanbrengt of verwijdert. • Houd de accu met beide handen stevig vast tijdens het aanbrengen of verwijderen van de accu. Als u de accu niet stevig vasthoudt, kan hij uit uw handen glippen en beschadigd raken of het gereedschap beschadigen, of kan persoonlijk letsel worden veroorzaakt. • Let er bij het sluiten van de accukap op dat uw vingers of duim niet ertussen komen. Maak de klemmen los aan beide zijkanten van het gereedschap en open de accukap. Om de accu te verwijderen verschuift u de knop aan de voorkant van de accu en schuift u tegelijkertijd de accu eraf. Om de accu aan te brengen, lijnt u de lip op de accu uit met de groef in de behuizing en duwt u de accu op zijn plaats. Steek de accu zo ver mogelijk erin tot u een klikgeluid hoort. Als u het rode deel aan de bovenkant van de knop kunt zien, is de accu niet goed aangebracht. Sluit de accukap en maak de klemmen weer vast. In dit gereedschap is plaats voor maximaal twee accu’s. U kunt één of twee accu’s aanbrengen. De accu kan worden aangebracht in één van de twee accusleuven. LET OP: • Breng de accu niet met kracht aan. Als de accu niet gemakkelijk erin kan worden geschoven, wordt deze niet goed aangebracht. 45 OPMERKING: Als twee accu’s zijn aangebracht, kunt u met de accukeuzeschakelaar kiezen welke accu u wilt gebruiken. Accubeveiligingssysteem Lithium-ionaccu’s zijn voorzien van een beveiligingssysteem. Dit systeem schakelt automatisch de voeding naar het gereedschap uit om de levensduur van de accu te verlengen. Het gereedschap zal tijdens gebruik automatisch stoppen wanneer het gereedschap en/of de accu zich in een van de volgende omstandigheden bevinden: • Overbelasting: Het gereedschap wordt gebruikt op een manier die ertoe leidt dat een abnormaal hoge stroomsterkte uit de accu wordt getrokken. Laat in die situatie de aan/uit-schakelaar van het gereedschap los en stop het gebruik dat ertoe leidde dat het gereedschap overbelast werd. Knijp daarna opnieuw de aan/uit-schakelaar in om het gereedschap weer in te schakelen. Als het gereedschap niet wordt ingeschakeld, is de accu oververhit. In die situatie laat u de accu eerst afkoelen voordat u opnieuw de aan/uit-schakelaar inknijpt. • Lage accuspanning: De resterende acculading is te laag en het gereedschap wordt niet ingeschakeld. Verwijder in die situatie de accu en laad hem op. Indicator voor resterende acculading (alleen voor de modellen met accu BL3622A) Accu BL3622A is uitgerust met een indicator voor de resterende acculading (zie afb. 4). Druk op de CHECK-knop om de resterende acculading te zien. De indicatorlampjes branden dan gedurende ongeveer drie seconden. Status van lampjes Brandt E Uit Knippert F Resterende acculading 70% tot 100% 45% tot 70% 20% tot 45% 0% tot 20% Laad de accu op. Er kan een storing in de accu zijn opgetreden. 011713 • Wanneer alleen het onderste lampje knippert (naast de letter “E”), of wanneer geen van de lampjes branden, is de acculading op en werkt het gereedschap niet meer. In dit geval, laadt u de accu op of vervangt u de lege accu door een volledig opgeladen accu. 46 • Wanneer twee of meer lampjes niet branden, ook niet nadat het opladen voltooid is, heeft de accu het einde van zijn levensduur bereikt. • Wanneer de bovenste twee en de onderste twee lampjes beurtelings branden, kan een storing in de accu opgetreden zijn. Neem contact op met u uw plaatselijk, erkend Makita-servicecentrum. OPMERKING: • De aangegeven acculading kan lager zijn de werkelijke accuading tijdens gebruik of onmiddellijk na gebruik van het gereedschap. • Afhankelijk van de gebruiksomstandigheden en de omgevingstemperatuur, is het mogelijk dat de aangegeven acculading verschilt van de werkelijke acculading. Accuomvormers (los verkrijgbaar) WAARSCHUWING: • Voordat u de accuomvormer BCV01 of BCV02 aanbrengt of verwijdert, haalt u de vergrendelsleutel eruit. BCV01 (optioneel accessoire) WAARSCHUWING: • Bij gebruik van de BCV01, moet u de snoerhouder (los verkrijgbaar) gebruiken om zijn snoer vast te zetten. Als u de snoerhouder niet gebruikt, blijft het snoer los hangen. Hierdoor kan het snoer verstrikt raken in de messen, waardoor het gereedschap beschadigd kan raken en ernstig persoonlijk letsel kan worden veroorzaakt. • Bij gebruik van de BCV01, mag u dit nooit bevestigen op enige plaats aan uw lichaam. Als de BCV01 op enige plaats aan uw lichaam wordt bevestigd, kan ernstig persoonlijk letsel worden veroorzaakt (zie afb. 5). Haak de accuomvormer BCV01 aan de ophangopening van de handgrepen. Snoerhouder (los verkrijgbaar) Bij gebruik van de BCV01, moet u de snoerhouder (los verkrijgbaar) gebruiken om zijn snoer vast te zetten (zie afb. 6). Breng de snoerhouder (los verkrijgbaar) aan in de opening in de linkerhandgreep, zoals gezien vanuit de gebruiker. En duw daarna het snoer in de houder zodanig dat het snoer niette los hangt. Controleer dat het snoer wordt vastgehouden door de snoerhouder (zie afb. 7). Open de accukap en schuif de productmontageadapter van de BCV01 helemaal in accusleuf 1 tot hij vastklikt (zie afb. 8). Trek voorzichtig omhoog en verwijder de rubberen dop uit de sleuf in de onderste behuizing, zoals aangegeven in de afbeelding. OPMERKING: • Trek de rubberen dop niet met kracht omhoog omdat hierdoor zijn bevestigingsplaats kan worden beschadigd (zie afb. 9). Buig het snoer van de accuomvormer BCV01 rond de productmontageadapter. Geleid het snoer van de BCV01 vervolgens door de sleuf in de onderste behuizing en sluit de accukap. Om de BCV01 te verwijderen, volgt u de procedure voor het aanbrengen in omgekeerde volgorde. BCV02 (los verkrijgbaar) (zie afb. 10) Open de accukap en klik de BCV02 in de accusleuf. Sluit de accukap. Om de BCV02 te verwijderen, drukt u op de haak van de BCV02 en trekt u hem met beide handen eruit. Indicatorlampje WAARSCHUWING: • Gebruik de accu-keuzeschakelaar niet tijdens bedrijf. • Nadat de accu-keuzeschakelaar is bediend, is de hoofdschakelaar uitgeschakeld. Om het gereedschap te starten, moet u op de hoofdschakelaar drukken (zie afb. 11 en 12). Als het gereedschap is uitgerust met twee accu’s, kunt u tussen de accu’s wisselen door de accu-keuzeschakelaar te bedienen. (De indicatorlampjes geven de status van nr. 1 of nr. 6 aan.) Als het gereedschap is uitgerust met slechts één accu, bedient u de accu-keuzeschakelaar om de accusleuf te kiezen waarin de accu is aangebracht. • Als het gereedschap is uitgerust met één accu en u een accusleuf kiest waarin geen accu is aangebracht, geven de indicatorlampjes de status van nr. 2 of nr. 5 aan. Het waarschuwingslampje gaat branden als zich een probleem heeft voorgedaan, en het gereedschap wordt vervolgens na 10 seconden automatisch uitgeschakeld. Het waarschuwingslampje geeft het volgende aan: • Brandt rood: Er zijn twee mogelijke redenen waarom de lamp rood brandt: • De motor is oververhit. (Het indicatorlampje geeft de status van nr. 3 aan.) Zet de hoofdschakelaar uit, laat de motor afkoelen en start het gereedschap opnieuw. • De acculading is bijna op. (Het indicatorlampje geeft de status van nr. 2 of nr. 5 aan.) Zet de hoofdschakelaar uit en laaf de accu op. • Knippert rood: De messen zijn overbelast doordat ze vastgelopen zijn wegens te diep frezen of blokkering door onkruid of een steen. (Het indicatorlampje geeft de status van nr. 4 aan.) Schakel het gereedschap uit door op de hoofdschakelaar te drukken, til de messen met de draaghandvaten, en controleer of een obstakel de messen blokkeert. LET OP: • Schakel het gereedschap altijd uit en verwijder de accu voordat u het obstakel verwijdert. • Dwing de messen niet te draaien en sla er niet met een hamer tegen. Hierdoor kan het gereedschap worden beschadigd. Als er een obstakel klem zit tegen de messen, verwijdert u het voorzichtig. Zet de hoofdschakelaar aan en controleer of het rode waarschuwingslampje uit is. In- en uitschakelen WAARSCHUWING: • Controleer altijd, voordat u de accu in het gereedschap steekt, of de aan/uit-schakelaar op de juiste manier werkt en weer terugkeert naar de oorspronkelijke stand nadat deze is losgelaten. Het gebruik van gereedschap met een schakelaar die niet goed werkt, kan leiden tot verlies van controle en ernstige verwondingen. OPMERKING: • De motor start niet als hij overbelast is. In dat geval stelt u de freesdiepte veel ondieper in. • Het gereedschap start niet zonder de uitvergrendelknop ingedrukt te houden, ook niet wanneer de aan/uit-schakelaar ingeknepen wordt. Dit gereedschap is uitgerust met een vergrendelsleutel om te voorkomen dat kinderen per ongeluk het gereedschap kunnen starten. De vergrendelsleutel bevindt zich onder de accukap. Steek de vergrendelsleutel erin voordat u het gereedschap inschakelt. Het gereedschap kan niet worden gestart als de vergrendelsleutel eruit is gehaald (zie afb. 13 en 14). Druk op de hoofdschakelaar om het gereedschap in te schakelen. Een van de indicatorlampjes gaat branden nadat het gereedschap is ingeschakeld. Druk nogmaals op de hoofdschakelaar om het gereedschap uit te schakelen. Om te voorkomen dat het gereedschap onbedoeld start, is een uit-vergrendelknop aangebracht. Om de messen te laten draaien, drukt u de uit-vergrendelknop in en knijpt u vervolgens de aan/uit-schakelaar in. Laat de aan/uitschakelaar los om het gereedschap te stoppen. Sleepstang (zie afb. 15) Met de sleepstang stelt u de freesdiepte in. De sleepstang voorkomt tevens een plotselinge, ongecontroleerde beweging van het gereedschap. U kunt de freesdiepte instellen door de stand van de sleepstang te veranderen (zie afb. 16). LET OP: • Controleer altijd of de transportwielen in de transportstand staan voordat u de sleepstang instelt. 1. Verwijder de stopper waarmee de sleepstang is vastgezet. 2. Verander de stand van de sleepstang en zet de sleepstang vervolgens met de stopper in die stand vast. Richtlijn voor de stand • Diep frezen - A • Middeldiep frezen - B • Ondiep frezen - C • Transportstand - D OPMERKING: • Als de grond hard is en het gereedschap te snel vooruit gaat, zet u de sleepstang in de stand voor diep frezen (A). Als de grond zacht is en de messen zich in de grond graven, zet u de sleepstang in de stand voor ondiep frezen (C). • Als u het gereedschap gaat vervoeren, zet u de sleepstang in de transportstand (D). 47 ONDERDELEN AANBRENGEN/ VERWIJDEREN handgrepen omlaag kunnen vallen en u letsel kunnen veroorzaken. WAARSCHUWING: • Controleer altijd of het gereedschap is uitgeschakeld en de accu is verwijderd alvorens enige werkzaamheden aan het gereedschap te verrichten. Als het gereedschap niet wordt uitgeschakeld en de accu niet uit het gereedschap wordt verwijderd, kan dat na per ongeluk inschakelen leiden tot ernstig persoonlijk letsel. • Start het gereedschap nooit voordat het op de juiste wijze is gemonteerd. Door het gereedschap in een gedeeltelijk gemonteerde toestand te laten werken, kan dat na per ongeluk inschakelen leiden tot ernstig persoonlijk letsel. BEDIENING Starten, voorwaarts Om de sleepstang aan te brengen met de stopper, raadpleegt u de tekst onder “Sleepstang” in BESCHRIJVING VAN DE FUNCTIES. WAARSCHUWING: • Zorg ervoor dat u de handgrepen stevig vasthoudt alvorens het gereedschap te starten. Wanneer de grond hard is, loopt het gereedschap plotseling naar voren omdat de messen zich niet diep genoeg in de grond graven, en kan het letsel veroorzaken. Duw de handgrepen omlaag zodat de sleepstang door de gefreesde grond loopt. Beweeg de handgrepen omhoog en omlaag en regel de diepte van de sleepstang overeenkomstig de hardheid van de grond. U kunt dieper frezen door de handgrepen harder omlaag te duwen zodat de sleepstang dieper loopt. Het gereedschap beweegt sneller en lichter wanneer u de handgrepen optilt zodat de sleepstang boven de grond staat. Het gereedschap stopt zodra u de aan/uit-schakelaar loslaat. De vergrendelsleutel plaatsen (zie afb. 18) De freesbreedte veranderen Aanbrengen van de sleepstang en stopper (zie afb. 17) Om de vergrendelsleutel te plaatsen, raadpleegt u de tekst onder “In- en uitschakelen” in BESCHRIJVING VAN DE FUNCTIES. De handgrepen aanbrengen en de hoek instellen LET OP: • Stel altijd in op een horizontale, vlakke ondergrond om ongelukken te voorkomen. • Controleer altijd of de transportwielen in de transportstand staan voordat u de hoek van de handgrepen instelt. • Houd de handgrepen altijd vast tijdens het instellen omdat anders de handgrepen omlaag kunnen vallen en iemand letsel kunnen veroorzaken. • Wanneer u de hoek van de handgrepen afstelt, let u erop dat uw vingers of duim niet bekneld raken tussen de handgrepen en het frame (zie afb. 19, 20 en 21). Om de handgrepen aan te brengen op het gereedschap plaatst u de veerring om de vergrendelknop voor de handgrepen en draait u deze stevig in een van de drie schroefgaten in de bevestigingsstang voor de handgrepen. Let erop dat u de veerring om de vergrendelknop voor de handgrepen plaatst zodanig dat de bolle kant van de conische veerring in de richting van de vergrendelknop voor de handgrepen wijst. Controleer of de handgrepen stevig vastzitten nadat ze zijn aangebracht. U kunt de hoek van de handgrepen kiezen uit drie standen. Houd de handgrepen met één hand vast en draai en verwijder vervolgens de vergrendelknop voor de handgrepen. Kies de gewenste hoek en steek de vergrendelknop voor de handgrepen in het bij die stand behorende gat en draai hem stevig vast. LET OP: Zorg er altijd voor dat de vergrendelknop voor de handgrepen stevig is vastgedraaid omdat anders de 48 WAARSCHUWING: • Controleer altijd of het gereedschap is uitgeschakeld en de accu is verwijderd alvorens enige werkzaamheden aan het gereedschap te verrichten. Als het gereedschap niet wordt uitgeschakeld en de accu niet uit het gereedschap wordt verwijderd, kan dat na per ongeluk inschakelen leiden tot ernstig persoonlijk letsel. • Nadat u de buitenste messen hebt aangebracht, vergeet u niet deze te vergrendelen met behulp van de borgpen en borgveer (zie afb. 22 en 23). De messen kunnen worden gescheiden al naar gelang de gewenste freesbreedte. Als u een smalle strook wilt frezen, kunt u de buitenste messen verwijderen. Om het buitenste mes aan de rechterkant te verwijderen, trekt u aan de rechterkant de borgpen en borgveer waarmee het buitenste mes is vastgezet eruit, en verwijdert u langzaam het buitenste mes. Breng de borgpen en borgveer weer aan op hun oorspronkelijke plaats op de binnenste messen. Volg dezelfde procedure voor het buitenste mes aan de linkerkant. Om de buitenste messen te bevestigen, volgt u de procedure voor het aanbrengen in de omgekeerde volgorde. Het gereedschap vervoeren WAARSCHUWING: • Controleer altijd of het gereedschap is uitgeschakeld en de accu is verwijderd alvorens enige werkzaamheden aan het gereedschap te verrichten. Als het gereedschap niet wordt uitgeschakeld en de accu niet uit het gereedschap wordt verwijderd, kan dat na per ongeluk inschakelen leiden tot ernstig persoonlijk letsel. • Om te voorkomen dat het gereedschap instabiel wordt en uit evenwicht raakt, zorgt u ervoor dat de sleepstang op de grond blijft wanneer u de stand van de transportwielen verandert. • Wanneer u de transportwielen omlaag zet, let u erop dat het gereedschap in balans blijft omdat anders het gereedschap kan vallen en letsel kan veroorzaken • Let erop dat uw vingers of duim niet bekneld raken of gekneusd worden als gevolg van een terugslag van het geveerde transportwiel tijdens het veranderen van de stand van het transportwiel (zie afb. 24). De transportwielen worden gebruikt wanneer u het gereedschap vervoert. De stand van de wielen kan eenvoudig met de hand worden veranderd. Trek de transportwielen omlaag en zet de sleepstang in de transportstand. Duw de handgrepen omlaag zodat de messen omhoog komen en rijd het gereedschap weg. ONDERHOUD WAARSCHUWING: • Zorg er altijd voor dat het gereedschap is uitgeschakeld en de vergrendelsleutel en accu uit het gereedschap zijn gehaald, voordat u het gereedschap opbergt of een inspectie of onderhoud uitvoert. Als het gereedschap niet wordt uitgeschakeld en de vergrendelsleutel en accu niet uit het gereedschap zijn gehaald, kan dat na per ongeluk inschakelen leiden tot ernstig persoonlijk letsel. KENNISGEVING: Gebruik nooit benzine, wasbenzine, thinner, alcohol, enz. Dit kan leiden tot verkleuren, vervormen of barsten. OPMERKING: Als het rijden met het gereedschap moeilijk gaat, kunt u de sleepstang ook ondersteboven plaatsen. De messen controleren en vervangen (zie afb. 26) Het gereedschap opbergen Vervang de messen wanneer ze zo ver afgesleten zijn als aangegeven in de afbeelding. WAARSCHUWING: • Controleer altijd of het gereedschap is uitgeschakeld en de accu is verwijderd alvorens enige werkzaamheden aan het gereedschap te verrichten. Als het gereedschap niet wordt uitgeschakeld en de accu niet uit het gereedschap wordt verwijderd, kan dat na per ongeluk inschakelen leiden tot ernstig persoonlijk letsel. De handgrepen kunnen worden omgeklapt zodat het gereedschap eenvoudig kan worden gedragen en opgeborgen. LET OP: • Doe dit altijd op een vlakke ondergrond om ongelukken te voorkomen. • Controleer altijd of de transportwielen in de transportstand staan voordat u de handgrepen omklapt. • Houd de handgrepen altijd vast wanneer u de vergrendelknop voor de handgrepen losmaakt omdat anders de handgrepen omlaag kunnen vallen en iemand letsel kunnen veroorzaken. • Let bij het omklappen van de handgrepen erop dat uw vingers of duim niet bekneld raken tussen de handgrepen en het frame (zie afb. 25). Houd de handgrepen met één hand vast en draai en verwijder vervolgens de vergrendelknop voor de handgrepen. Klap de handgrepen daarna langzaam om. KENNISGEVING: • Let er altijd op of de kabels niet bekneld raken tussen de handgrepen en het gereedschap waardoor de kabels beschadigd zouden raken. • Nadat de handgrepen omgeklapt zijn, draait u de vergrendelknop voor de handgrepen een stukje in het oorspronkelijke schroefgat om te voorkomen dat u hem verliest. Als u het gereedschap op een aanhanger, enz., plaatst, klapt u de handgrepen om en draagt u het gereedschap aan de voorste en achterste draaghandvaten. OPMERKING: • Vervang de messen wanneer ze ongeveer tot de helft afgesleten zijn. Wij adviseren u de messen zo snel mogelijk te vervangen door originele Makita-messen voor de beste prestaties (zie afb. 27). Er zijn twee soorten messen. Breng de messen in de juiste richting aan, zoals aangegeven in de afbeelding. OPMERKING: • Breng de linker- en rechtermessen symmetrisch ten opzichte van elkaar aan. • Breng de borgpen en borgveer in de juiste richting aan, zoals aangegeven in de afbeelding, zodat ze niet uit zichzelf los kunnen komen. Onderhoud 1. HAAL DE VERGRENDELSLEUTEL ERUIT. Bewaar hem op een veilige plaats buiten het bereik van kinderen. 2. Verwijder modder, stroresten, onkruiden en dergelijke vanaf de messenbladen en het gereedschap. Reinig het gereedschap met stromend water. Laat geen water op of in de elektrische onderdelen komen (hoofdschakelaar, uit-vergrendeling,aan/uitschakelaar, motor, indicatorlampjes). Veeg na het reinigen het gereedschap af met een droge doek. OPMERKING: • Als u het gereedschap reinigt met water, mogen de handgrepen niet omgeklapt zijn of de grond raken. Als u het gereedschap reinigt met omgeklapte handgrepen of terwijl deze de grond raken, kan de schakelaar kapot gaan. • Als u het gereedschap reinigt met een hogedrukspuit, gebruikt u een verstelbare sproeikop ingesteld op een zo breed mogelijk sproeibeeld en houdt u de sproeikop op een afstand van ten minste 2 meter van het gereedschap. Als u dit niet doet kunnen de waarschuwingsetiketten losraken, kunnen de bovenvermelde elektrische onderdelen beschadigd raken, en kan water in de tandwielkast binnendringen, waardoor mechanische onderdelen, zoals tandwielen, lagers en dergelijke, beschadigd kunnen raken. Houdt u aan de waarschuwingen en instructies die worden vermeld op etiketten en in de 49 gebruiksaanwijzing van de hogedrukspuit voor een correct gebruik. Als u dit niet doet, kan dat leiden tot persoonlijk letsel en storing, schade of defect van/aan het gereedschap. • Als de accusleuf of het gebied er omheen tijdens het reinigen nat gesproeid wordt of onderloopt met water, veegt u het onmiddellijk af met een droge doek. 3. Controleer of alle moeren, bouten, knoppen, schroeven, bevestigingen, enz., stevig zijn vastgedraaid. 4. Inspecteer de bewegende delen op beschadiging, breuk en slijtage. Laat eventueel beschadigde of ontbrekende onderdelen repareren of vervangen. Om de VEILIGHEID en BETROUWBAARHEID van het gereedschap te handhaven, dienen alle reparaties, onderhoud en afstellingen te worden uitgevoerd door een erkend Makita-servicecentrum, en altijd met gebruikmaking van originele Makitavervangingsonderdelen. PROBLEMEN OPLOSSEN Probleem Mogelijke oorzaak Het indicatorlampje van de accu en De accu is niet aangebracht. het waarschuwingslampje branden De vergrendelsleutel is niet ingestoken. beide niet, ook niet nadat op de Storing van de hoofdschakelaar. hoofdschakelaar is gedrukt. Eén van de twee indicatorlampjes De acculading is bijna op. brandt en het waarschuwingslampje brandt nadat op de hoofdschakelaar De accu is niet correct geplaatst. is gedrukt. Storing van het indicatorlampje van de accu of waarschuwingslampje. De grondfreesmessen draaien niet, De hoofdschakelaar staat uit. zelfs niet nadat de aan/uitDe uit-vergrendelknop werd niet schakelaar is ingeknepen. ingedrukt. Oplossing Breng de accu aan. Steek de vergrendelsleutel erin. Neem contact op met uw plaatselijk Makita-servicecentrum. De vergrendelsleutel is eruit gehaald. Laad de accu op. Haal de accu eruit en breng hem voorzichtig weer aan. Neem contact op met uw plaatselijk Makita-servicecentrum. Druk op de hoofdschakelaar. Houd de uit-vergrendelknop ingedrukt terwijl u de aan/uit-schakelaar inknijpt. De vergrendelsleutel is niet ingestoken. Steek de vergrendelsleutel erin. Storing van de schakelaars. Neem contact op met uw plaatselijk Makita-servicecentrum. Het waarschuwingslampje en indicatorlampje van de accu branden tijdens gebruik. De acculading is bijna op. Laad de accu op. Het gereedschap stopt Brandt plotseling. En het waarschuwingslampje Knippert brandt of knippert. De messen frezen te diep en de motor is Frees minder diep. overbelast. Een obstakel blokkeert de messen. Schakel het gereedschap uit door op de hoofdschakelaar te drukken. Verwijder vervolgens voorzichtig het obstakel. De messen stoppen niet. De aan/uit-schakelaar is kapot. Zet de hoofdschakelaar uit. Verwijder de accu. Neem onmiddellijk contact op met uw plaatselijk Makita-servicecentrum. 012848 VERKRIJGBARE ACCESSOIRES LET OP: • Deze accessoires of hulpstukken worden aanbevolen voor gebruik met het Makita-gereedschap dat in deze gebruiksaanwijzing wordt beschreven. Het gebruik van andere accessoires of hulpstukken kan gevaar voor persoonlijk letsel opleveren. Gebruik de accessoires of hulpstukken uitsluitend voor de aangegeven gebruiksdoeleinden. Mocht u meer informatie willen hebben over deze accessoires, dan kunt u contact opnemen met uw plaatselijke Makita-servicecentrum. • Originele Makita accu en lader • Snoerhouder 50 OPMERKING: • Sommige items op de lijst kunnen zijn inbegrepen in de doos van het gereedschap als standaard toebehoren. Zij kunnen van land tot land verschillen. Geluid ENG905-1 De typische, A-gewogen geluidsniveaus zijn gemeten volgens 2000/14/EC: Geluidsdrukniveau (LpA): 70 dB (A) of minder Onzekerheid (K): 2,5 dB (A) Het geluidsniveau kan tijdens gebruik hoger worden dan 80 dB (A) Draag gehoorbescherming. Trilling ENG900-1 De totale trillingswaarde (triaxiale vectorsom) zoals vastgesteld volgens EN709: Trillingsemissie (ah): 2,5 m/s2 of minder Onzekerheid (K): 1,5 m/s2 Gemeten geluidsvermogenniveau: 79 dB (A) Gegarandeerd geluidsvermogenniveau: 81 dB (A) 29. 12. 2011 ENG901-1 • De opgegeven trillingsemissiewaarde is gemeten volgens de standaardtestmethode en kan worden gebruikt om dit gereedschap te vergelijken met andere gereedschappen. • De opgegeven trillingsemissiewaarde kan ook worden gebruikt voor een beoordeling vooraf van de blootstelling. Tomoyasu Kato Directeur Makita Corporation 3-11-8, Sumiyoshi-cho, Anjo, Aichi, 446-8502, JAPAN WAARSCHUWING: • De trillingsemissie tijdens het gebruik van het elektrisch gereedschap in de praktijk kan verschillen van de opgegeven trillingsemissiewaarde afhankelijk van de manier waarop het gereedschap wordt gebruikt. • Zorg ervoor dat veiligheidsmaatregelen worden getroffen ter bescherming van de operator die zijn gebaseerd op een schatting van de blootstelling onder praktijkomstandigheden (rekening houdend met alle fasen van de bedrijfscyclus, zoals de tijdsduur gedurende welke het gereedschap is uitgeschakeld en stationair draait, naast de ingeschakelde tijdsduur). Alleen voor Europese landen ENH217-1 EU-verklaring van conformiteit Wij, Makita Corporation, als de verantwoordelijke fabrikant, verklaren dat de volgende Makitamachine(s): Aanduiding van de machine: Accugrondfrees Modelnr./Type: BUK360 en UK360D Technische gegevens: zie de tabel “TECHNISCHE GEGEVENS”. in serie zijn geproduceerd en Voldoen aan de volgende Europese richtlijnen: 2000/14/EC en 2006/42/EC En zijn gefabriceerd in overeenstemming met de volgende normen of genormaliseerde documenten: EN60745 en EN709 De technische documentatie wordt bewaard door onze erkende vertegenwoordiger in Europa, te weten: Makita International Europe Ltd. Michigan Drive, Tongwell, Milton Keynes, Bucks MK15 8JD, Engeland De conformiteitsbeoordelingsprocedure vereist door Richtlijn 2000/14/EC was is Overeenstemming met annex VI. Officiële instantie: TÜV Rheinland LGA Products GmbH Am Grauen Stein 29 51105 Köln, Duitsland Identificatienummer 0197 51
  • Page 1 1
  • Page 2 2
  • Page 3 3
  • Page 4 4
  • Page 5 5
  • Page 6 6
  • Page 7 7
  • Page 8 8
  • Page 9 9
  • Page 10 10
  • Page 11 11
  • Page 12 12
  • Page 13 13
  • Page 14 14
  • Page 15 15
  • Page 16 16
  • Page 17 17
  • Page 18 18
  • Page 19 19
  • Page 20 20
  • Page 21 21
  • Page 22 22
  • Page 23 23
  • Page 24 24
  • Page 25 25
  • Page 26 26
  • Page 27 27
  • Page 28 28
  • Page 29 29
  • Page 30 30
  • Page 31 31
  • Page 32 32
  • Page 33 33
  • Page 34 34
  • Page 35 35
  • Page 36 36
  • Page 37 37
  • Page 38 38
  • Page 39 39
  • Page 40 40
  • Page 41 41
  • Page 42 42
  • Page 43 43
  • Page 44 44
  • Page 45 45
  • Page 46 46
  • Page 47 47
  • Page 48 48
  • Page 49 49
  • Page 50 50
  • Page 51 51
  • Page 52 52
  • Page 53 53
  • Page 54 54
  • Page 55 55
  • Page 56 56
  • Page 57 57
  • Page 58 58
  • Page 59 59
  • Page 60 60
  • Page 61 61
  • Page 62 62
  • Page 63 63
  • Page 64 64
  • Page 65 65
  • Page 66 66
  • Page 67 67
  • Page 68 68
  • Page 69 69
  • Page 70 70
  • Page 71 71
  • Page 72 72
  • Page 73 73
  • Page 74 74
  • Page 75 75
  • Page 76 76
  • Page 77 77
  • Page 78 78
  • Page 79 79
  • Page 80 80
  • Page 81 81
  • Page 82 82
  • Page 83 83
  • Page 84 84
  • Page 85 85
  • Page 86 86
  • Page 87 87
  • Page 88 88
  • Page 89 89
  • Page 90 90
  • Page 91 91
  • Page 92 92
  • Page 93 93
  • Page 94 94
  • Page 95 95
  • Page 96 96

Makita UK360DWBE de handleiding

Categorie
Elektrisch gereedschap
Type
de handleiding
Deze handleiding is ook geschikt voor