Tabel 4-12 Betekenis van diagnosemeldingen via lampjes op het voorpaneel en via geluidssignalen (vervolg)
Activiteit
Geluidssign
alen Mogelijke oorzaak Aanbevolen actie
Het aan-uitlampje knippert twee
keer rood met tussenpozen van
een seconde, gevolgd door een
pauze van twee seconden.
2 De hittebeveiliging van de
processor is geactiveerd:
Het koelelement is niet
goed bevestigd aan de
processor.
OF
De computer blokkeert de
ventilatieopeningen of
bevindt zich op een plek
waar de
omgevingstemperatuur te
hoog is.
BELANGRIJK: Interne onderdelen kunnen onder
spanning staan, zelfs wanneer de computer is
uitgeschakeld. Om schade te voorkomen, haalt u de
stekker uit het stopcontact voordat u een onderdeel
verwijdert.
1. Controleer of de ventilatieopeningen van de
computer niet worden geblokkeerd en of de
processorventilator is aangesloten en werkt.
2. Open het toegangspaneel, druk op de aan-
uitknop en controleer of de processorventilator
draait. Als de processorventilator niet draait,
controleert u of de kabel van de ventilator is
aangesloten op de systeemkaart. Zorg ervoor
dat de ventilator volledig en juist geplaatst of
geïnstalleerd is.
3. Als de ventilator is aangesloten en juist is
geplaatst maar niet draait, ligt het probleem
mogelijk bij de processorventilator. Neem
contact op met HP voor hulp.
4. Controleer of dat de ventilator juist is
bevestigd. Als de problemen zich blijven
voordoen, is er mogelijk een probleem met de
processorkoeling. Neem contact op met HP
voor hulp.
Het aan-uitlampje knippert vier
keer rood met tussenpozen van
een seconde, gevolgd door een
pauze van twee seconden.
4 Voeding is uitgevallen
(netvoeding overbelast).
OF
De computer gebruik een
verkeerde externe
voedingsadapter.
1. Controleer of een bepaald apparaat problemen
veroorzaakt door alle aangesloten apparaten
te verwijderen. Schakel de computer in. Als de
computer de POST start, schakelt u de
computer uit en vervangt u telkens een
apparaat. Herhaal deze procuedure totdat het
probleem zich voordoet. Vervang het apparaat
dat het probleem veroorzaakt. Voeg telkens
een apparaat toe om u ervoor te zorgen dat
alle apparaten juist functioneren.
2. Vervang de voedingsbron.
3. Vervang de systeemkaart.
Het aan-uitlampje knippert vijf
keer rood met tussenpozen van
een seconde, gevolgd door een
pauze van twee seconden.
5 Fout prevideogeheugen. BELANGRIJK: Haal de stekker van de computer uti
het stopcontact voordat u een geheugenmodule
opnieuw plaatst, verwijdert of installeert om schade
aan de geheugenmodules of de systeemkaart te
voorkomen.
1. Plaats de geheugenmodules opnieuw.
2. Vervang de geheugenmodules een voor een om
te bepalen welke module defect is.
3. Vervang geheugen van andere leveranciers
door geheugen van HP.
4. Vervang de systeemkaart.
Het aan/uit-lampje knippert zes
keer rood met tussenpozen van
een seconde, gevolgd door een
pauze van twee seconden.
6 De grasche kaart is defect
(gedetecteerd voordat video
actief wordt).
Bij een computer met een afzonderlijke grasche
kaart:
1. Plaats de grasche kaart opnieuw.
40 Hoofdstuk 4 Probleemoplossing