HP t520 Flexible Thin Client Referentie gids

Type
Referentie gids
Naslaggids voor de hardware
HP thin clients
© Copyright 2014 Hewlett-Packard
Development Company, L.P. De
bijgevoegde informatie kan zonder
aankondiging worden veranderd.
De enige garanties die gelden voor HP-
producten en -diensten zijn de garanties die
worden beschreven in de
garantievoorwaarden behorende bij deze
producten en diensten. Aan de informatie in
deze publicatie kunnen geen aanvullende
rechten worden ontleend. HP is niet
aansprakelijk voor technische fouten,
drukfouten of weglatingen in deze
publicatie.
Dit document bevat bedrijfseigen informatie
die door copyrights beschermd wordt. Geen
deel van dit document mag worden
gefotokopieerd, gereproduceerd of vertaald
naar een andere taal zonder voorafgaande
geschreven toestemming van Hewlett-
Packard Company.
Naslaggids voor de hardware
HP t520 flexibele thin client
Eerste editie: Juni 2014
Artikelnummer van document: 759673-331
Over dit boek
WAARSCHUWING! Als u de aanwijzingen in de op deze wijze benadrukte tekst niet opvolgt, kan dit
lichamelijk letsel of fatale ongelukken tot gevolg hebben.
VOORZICHTIG: Als u de aanwijzingen in de op deze wijze benadrukte tekst niet opvolgt, kan dit
beschadiging van de apparatuur of verlies van gegevens tot gevolg hebben.
OPMERKING: Tekst die op deze wijze is benadrukt, geeft aanvullende informatie aan.
iii
iv Over dit boek
Inhoudsopgave
1 Voorzieningen van het product ......................................................................................................................... 1
Standaardvoorzieningen ...................................................................................................................... 1
Onderdelen aan de voorkant ................................................................................................................ 3
Onderdelen op het achterpaneel .......................................................................................................... 4
Plaats van het serienummer ................................................................................................................. 5
2 Hardwarewijzigingen ......................................................................................................................................... 6
Waarschuwingen .................................................................................................................................. 6
Het netsnoer aansluiten. ...................................................................................................................... 7
Bevestigen van de standaard ............................................................................................................... 8
De standaard aanpassen ..................................................................................................... 8
Standaard installeren ........................................................................................................... 8
Het toegangspaneel verwijderen en vervangen ................................................................................. 11
Het toegangspaneel verwijderen ....................................................................................... 11
Het toegangspaneel terugplaatsen .................................................................................... 12
De geheugenmodule vervangen ........................................................................................................ 13
SODIMM ............................................................................................................................ 13
DDR3-SDRAM SODIMM ................................................................................................... 13
SODIMM-sockets vullen .................................................................................................... 14
SODIMM installeren ........................................................................................................... 14
Beveiliging .......................................................................................................................................... 16
Kabelslot ............................................................................................................................ 16
Thin client monteren ........................................................................................................................... 18
Ondersteunde montageopties ........................................................................................... 20
Bijlage A Specificaties ........................................................................................................................................ 21
Bijlage B Batterij verwijderen en vervangen ...................................................................................................... 23
Bijlage C Thin client gebruiken .......................................................................................................................... 25
Regelmatig onderhoud van de thin client ........................................................................................... 25
v
Ondersteunde configuraties ............................................................................................................... 26
Niet-ondersteunde configuraties ........................................................................................................ 27
Bijlage D Elektrostatische ontlading ................................................................................................................... 28
Schade door elektrostatische ontlading voorkomen ........................................................................... 28
Aardingsmethoden ............................................................................................................................. 29
Bijlage E Transportgegevens ............................................................................................................................. 30
Transport voorbereiden ...................................................................................................................... 30
Belangrijke informatie voor service en reparatie ................................................................................ 30
Verwijderen en vervangen van de SSD (flash-geheugen) ................................................................. 31
Verwijderen van de SSD (flash-geheugen) ....................................................................... 31
Installeren van de SSD (flash-geheugen) .......................................................................... 33
Index ................................................................................................................................................................... 35
vi
1 Voorzieningen van het product
Standaardvoorzieningen
U hebt gekozen voor een HP thin client. We hopen dat u jarenlang gebruik kunt maken van onze thin
clients. Wij willen u graag voorzien van bekroonde clients, die eenvoudige installatie en gemakkelijk
beheer combineren met de kracht en betrouwbaarheid die u van ons verwacht.
In de volgende gedeeltes worden de voorzieningen van de thin client beschreven. Ga naar
http://www.hp.com en zoek naar een bepaald model thin client voor een compleet overzicht van de
hardware en software die in en op de computer zijn geïnstalleerd.
Alle HP thin clients hebben de volgende voorzieningen:
geen vaste schijven of diskettedrives
Installeren van hardware in 5 minuten of minder
centrale installatie en beheer met HP management solutions
Standaardvoorzieningen 1
Er zijn diverse opties leverbaar voor uw thin client. Bezoek voor meer informatie over de beschikbare
opties de website van HP
http://www.hp.com en zoek naar een bepaald model thin client.
OPMERKING: Uw model thin client ziet er mogelijk anders uit dan het model in de volgende
afbeeldingen.
2 Hoofdstuk 1 Voorzieningen van het product
Onderdelen aan de voorkant
Ga voor meer informatie naar http://www.hp.com en zoek uw specifieke thin client-model om de
modelspecifieke QuickSpecs te vinden.
(1) Aan/uit-knop (4) USB 3.0-poorten (2)
(2) Stroomlampje (5) Microfoon-aansluiting
(3) Activiteitslampje van schijfeenheid (6) Hoofdtelefoonpoort
Onderdelen aan de voorkant 3
Onderdelen op het achterpaneel
Ga voor meer informatie naar http://www.hp.com en zoek uw specifieke thin client-model om de
modelspecifieke QuickSpecs te vinden.
(1) RJ-45 Ethernet-poort (5) Ingang voor externe voedingsadapter
(2) Dual-mode DisplayPort 1.2-poorten (2) (6) Bevestigingspunt voor kabelslot
(3) VGA poot (7) USB Legacy Port Module-bevestigingsslot
(4) USB 2.0-poorten (4) (8) Bevestigingshaakje voor het netsnoer
De apparaten die zijn aangesloten bij het opstarten of vervolgens losgekoppeld worden, bepalen
welke videopoorten ingeschakeld zijn en welke uitgeschakeld zijn.
4 Hoofdstuk 1 Voorzieningen van het product
Als bij het opstarten een VGA-apparaat aangesloten is, kan slechts één DisplayPort-poort
worden gebruikt. Als het VGA-apparaat vervolgens losgekoppeld wordt, worden beide
DisplayPort-poorten ingeschakeld.
Als bij het opstarten een VGA-apparaat en een DisplayPort-apparaat zijn aangesloten, is de
andere DisplayPort-poort uitgeschakeld. Als het VGA-apparaat vervolgens losgekoppeld wordt,
wordt die DisplayPort-poorten ingeschakeld.
Als bij het opstarten twee DisplayPort-apparaten zijn aangesloten, is de VGA-poort
uitgeschakeld. Als een of beide DisplayPort-apparaten vervolgens worden losgekoppeld, wordt
de VGA-poort ingeschakeld.
Plaats van het serienummer
Elke thin client is voorzien van een uniek serienummer. Dit nummer bevindt zich op de plaats die
wordt aangegeven in de volgende afbeelding. Houd dit nummer bij de hand wanneer u contact
opneemt met de klantenondersteuning van HP.
Plaats van het serienummer 5
2 Hardwarewijzigingen
Waarschuwingen
Lees zorgvuldig alle instructies en waarschuwingen in deze handleiding voordat u een upgrade
uitvoert.
WAARSCHUWING! U beperkt als volgt het risico op persoonlijk letsel door elektrische schokken,
warme oppervlakken of brand:
Haal de stekker van het netsnoer uit het stopcontact en laat de interne systeemonderdelen afkoelen
voordat u ze aanraakt.
Sluit geen telefoon- of telecommunicatie-aansluitingen aan op de aansluitpunten van de
netwerkadapter (NIC).
Mag u de geaarde stekker van het netsnoer niet vervangen. De geaarde stekker is een belangrijke
veiligheidsvoorziening.
Moet u het netsnoer aansluiten op een geaard stopcontact dat altijd goed bereikbaar is.
Lees de
handleiding voor veiligheid en comfort
om het risico op ernstig letsel te verminderen. In de
handleiding vindt u een beschrijving van de juiste instelling van het werkstation, de correcte houding
en goede en gezonde gewoonten bij het werken met de computer. Ook bevat de handleiding
belangrijke informatie over het veilig werken met elektrische en mechanische onderdelen. De
Handleiding voor veiligheid en comfort
vindt u op de website van HP op http://www.hp.com/ergo.
WAARSCHUWING! Bevat elektrische onderdelen.
Schakel de stroomtoevoer tot het apparaat uit voordat u de behuizing verwijdert.
Plaats de behuizing terug voordat u de stroomtoevoer weer aansluit.
VOORZICHTIG: Statische elektriciteit kan de elektrische onderdelen van de thin client of optionele
apparatuur beschadigen. Zorg ervoor dat u niet statisch geladen bent. Raak een geaard metalen
voorwerp aan voordat u de volgende handelingen uitvoert. Zie
Elektrostatische ontlading
op pagina 28 voor meer informatie.
Wanneer de thin client is aangesloten op een stopcontact, wordt de systeemkaart altijd van stroom
voorzien. Ontkoppel het netsnoer van de voedingsbron voordat u de thin client opent, om schade aan
interne onderdelen te voorkomen.
6 Hoofdstuk 2 Hardwarewijzigingen
Het netsnoer aansluiten.
1. Sluit het vrouwelijke uiteinde van het netsnoer aan op het voedingsblok (1).
2. Sluit het andere uiteinde van het netsnoer aan op een stopcontact (2).
3. Sluit het ronde uiteinde van de voedingskabel aan op de voedingsconnector aan de achterkant
van de thin client (3).
4. Druk het netsnoer in het bevestigingshaakje (4) en bundel eventueel overtollige kabel.
VOORZICHTIG: Als u de voedingskabel niet vastzet in het bevestigingshaakje, kan dat ertoe leiden
dat de voedingskabel loskomt van de thin client en er gegevens verloren gaan.
Het netsnoer aansluiten. 7
Bevestigen van de standaard
VOORZICHTIG: Tenzij de thin client met de HP Quick Release is gemonteerd, moet deze worden
gebuikt met de standaard bevestigd om te zorgen voor een goede luchtstroom rondom de thin client.
De standaard aanpassen
De standaard kan worden aangepast in twee configuraties: vierkant voor de horizontale positie en
rechthoekig voor de verticale positie.
Neem de standaard uit elkaar door de twee korte stukken die de twee zijkanten verbinden, te
verwijderen. Druk de zijkanten naar de buitenste verbindingspunten op de korte stukken voor een
vierkante configuratie of naar de binnenste verbindingspunten voor de rechthoekige configuratie.
Standaard installeren
De thin client kan met de meegeleverde standaard rechtopstaand of liggend worden gebruikt.
1. Zorg dat alle beveiligingsapparaten die het openen van de thin client verhinderen, zijn verwijderd
of ontkoppeld.
2. Verwijder alle verwisselbare media zoals USB-flashdrives uit de thin client.
3. Schakel de thin client via het besturingssysteem uit en schakel daarna alle externe apparatuur
uit.
4. Neem de stekker uit het stopcontact en ontkoppel eventuele externe apparaten.
5. Pas de standaard indien nodig aan.
Raadpleeg voor instructies
De standaard aanpassen op pagina 8.
6. Bevestig de standaard aan de thin client.
Bevestig de standaard aan de onderkant van de thin client om de thin client als toren te
gebruiken.
8 Hoofdstuk 2 Hardwarewijzigingen
a. Draai de thin client ondersteboven en zoek de twee schroefgaten in het rooster aan de
onderkant van de thin client.
b. Plaats de standaard (1) op de onderkant van de thin client en plaats daarna de
bevestigingsschroeven door de standaard in de schroefgaten van de thin client.
c. Draai de bevestigingsschroeven (2) vast.
Bevestig de standaard aan de rechterkant van de thin client om de thin client liggend te
gebruiken.
a. Leg de thin client neer met de rechterzijde omhoog en zoek de twee schroefgaten in
het rooster aan de rechterkant van de thin client.
b. Plaats de standaard (1) op de zijkant van de thin client en plaats daarna de
bevestigingsschroeven door de standaard in de schroefgaten van de thin client.
c. Draai de bevestigingsschroeven (2) vast.
Bevestigen van de standaard 9
7. Sluit de externe apparaten weer aan, sluit het netsnoer aan op een stopcontact en schakel de
thin client in.
OPMERKING: Zorg ervoor dat aan alle zijden van de thin client een ruimte van tenminste 10,2
cm vrij blijft.
OPMERKING: Een optionele Quick Release-bevestigingsbeugel is verkrijgbaar bij HP om de thin
client tegen een muur, op een bureau of op een zwenkarm te monteren. Installeer de thin client bij
gebruik van de bevestigingsbeugel niet met de I/O-poorten naar de grond gericht.
10 Hoofdstuk 2 Hardwarewijzigingen
Het toegangspaneel verwijderen en vervangen
Het toegangspaneel verwijderen
WAARSCHUWING! Gebruik de thin client ALTIJD met het toegangspaneel bevestigd, om het risico
op persoonlijk letsel of schade aan de apparatuur door elektrische schokken, hete oppervlakken of
brand te verminderen. Naast verbetering van de veiligheid, kan het toegangspaneel belangrijke
instructies en identificatiegegevens bevatten die verloren kunnen gaan als het toegangspaneel niet
wordt gebruikt. Gebruik ALLEEN het toegangspaneel dat door HP wordt geleverd voor gebruik met
deze thin client.
Controleer of de thin client is uitgeschakeld en of het netsnoer uit het stopcontact is gehaald voordat
u het toegangspaneel van de thin client verwijdert.
U verwijdert het toegangspaneel als volgt:
1. Zorg dat alle beveiligingsapparaten die het openen van de thin client verhinderen, zijn verwijderd
of ontkoppeld.
2. Verwijder alle verwisselbare media zoals USB-flashdrives uit de thin client.
3. Schakel de thin client via het besturingssysteem uit en schakel daarna alle externe apparatuur
uit.
4. Neem de stekker uit het stopcontact en ontkoppel eventuele externe apparaten.
VOORZICHTIG: Er staat altijd spanning op de systeemkaart wanneer het systeem is
aangesloten op een actief stopcontact, ongeacht of het systeem in- of uitgeschakeld is. Haal de
stekker van het netsnoer uit het stopcontact om schade aan de interne onderdelen van de thin
client te voorkomen.
5. Ontkoppel de thin client van de standaard.
6. Leg het apparaat plat op een stabiel oppervlak met de rechterzijde omhoog.
7. Verwijder de twee schroeven van het I/O-paneel aan de achterkant (1).
8. Schuif het toegangspaneel ongeveer 6 mm naar de achterkant van de behuizing en til daarna
het paneel van de thin client (2).
Het toegangspaneel verwijderen en vervangen 11
Het toegangspaneel terugplaatsen
U plaatst het toegangspaneel als volgt terug:
1. Breng de drie lipjes aan de zijkanten van het toegangspaneel in lijn met de gaten van het
chassis. Plaats het toegangspaneel op het chassis, ongeveer 6 mm aan de binnenkant van de
rand van het chassis, en schuif vervolgens het paneel richting de voorkant van het chassis (1)
op zijn plaats.
2. Bevestig de twee schroeven in de uiteinden van het I/O-paneel aan de achterkant om het
toegangspaneel vast te zetten (2).
12 Hoofdstuk 2 Hardwarewijzigingen
De geheugenmodule vervangen
De thin client wordt geleverd met een DDR3L-SDRAM-geheugen (Double Data Rate 3 Synchronous
Dynamic Random Access Memory) in de vorm van Small Outline Dual Inline Memory Module
(SODIMM).
SODIMM
De geheugensleuf bevat één industriestandaard SODIMM.
DDR3-SDRAM SODIMM
Voor de juiste besturing van het systeem, moet de SODIMM voldoen aan de volgende specificaties:
204-pins modules die voldoen aan industrienormen;
ongebufferd, niet-ECC en compatibel met PC3-12800 DDR3-1600 MHz of niet-ECC
PC3L-12800 DDR3L-1600 MHz
DDR3-SDRAM SODIMM
1,35-volt DDR3L-SDRAM (bij voorkeur)
1,5-volt DDR3-SDRAM
ondersteunt CAS-latentie 9 DDR3 1333 MHz (9-9-9 timing)
voorzien zijn van de verplichte specificatie van de Joint Electronic Device Engineering Council
(JEDEC)
De thin client ondersteunt het volgende:
2 Gb, 4 Gb en 8 Gb niet-ECC-geheugentechnologieën
enkelzijdige en dubbelzijdige SODIMM's
SODIMM's samengesteld met x8 en x16 apparaten; SODIMM's samengesteld met x4 SDRAM
worden niet ondersteund.
OPMERKING: Het systeem werkt niet goed als er niet-ondersteunde SODIMM's zijn geïnstalleerd.
De geheugenmodule vervangen 13
SODIMM-sockets vullen
De systeemkaart bevat één SODIMM-socket. De socket heeft als label DIMM1.
SODIMM installeren
VOORZICHTIG: Koppel het netsnoer los en wacht ongeveer 30 seconden om de spanning uit het
systeem te laten wegvloeien, voordat u de geheugenmodule plaatst of verwijdert. Er staat altijd
spanning op de geheugenmodule zolang de thin client is aangesloten op een actief stopcontact,
ongeacht of het systeem is in- of uitgeschakeld. Het toevoegen of verwijderen van de
geheugenmodule terwijl er spanning op het systeem staat, kan leiden tot onherstelbare beschadiging
van de geheugenmodule of de systeemkaart.
Het voetje voor de geheugenmodule heeft vergulde contactpunten. Als u het geheugen uitbreidt, is
het belangrijk dat u een geheugenmodule met vergulde contactpunten gebruikt om corrosie en/of
oxidatie ten gevolge van contact tussen onverenigbare metalen te voorkomen.
Statische elektriciteit kan de elektronische onderdelen van de thin client beschadigen. Zorg ervoor dat
u niet statisch geladen bent. Raak een geaard metalen voorwerp aan voordat u de volgende
handelingen uitvoert. Raadpleeg
Elektrostatische ontlading op pagina 28 voor meer informatie.
Voorkom dat u contactpunten aanraakt als u een geheugenmodule beet pakt. Door de contactpunten
aan te raken kunt u de module beschadigen.
1. Zorg dat alle beveiligingsapparaten die het openen van de thin client verhinderen, zijn verwijderd
of ontkoppeld.
2. Verwijder alle verwisselbare media zoals USB-flashdrives uit de thin client.
3. Schakel de thin client via het besturingssysteem uit en schakel daarna alle externe apparatuur
uit.
4. Neem de stekker uit het stopcontact en ontkoppel eventuele externe apparaten.
VOORZICHTIG: Koppel het netsnoer los en wacht ongeveer 30 seconden om de spanning uit
het systeem te laten wegvloeien, voordat u geheugenmodules toevoegt of verwijdert. Er staat
altijd spanning op de geheugenmodules zolang de thin client is aangesloten op een actief
stopcontact, ongeacht of het systeem is in- of uitgeschakeld. Het toevoegen of verwijderen van
geheugenmodules terwijl er spanning op het systeem staat, kan leiden tot onherstelbare
beschadiging van de geheugenmodules of de systeemkaart.
5. Verwijder de thin client van de standaard en leg de thin client neer met de rechterzijde naar
boven.
6. Verwijder het toegangspaneel van de thin client. Zie
Het toegangspaneel verwijderen en
vervangen op pagina 11.
WAARSCHUWING! Laat de interne systeemonderdelen afkoelen voordat u ze aanraakt, om
het risico op brandwonden te beperken.
14 Hoofdstuk 2 Hardwarewijzigingen
7. Zoek de geheugenruimte op de systeemkaart.
8. Druk voor het verwijderen van de SODIMM de twee vergrendelingen (1) aan beide zijden van de
SODIMM naar buiten.
9. Draai de SODIMM omhoog en trek de SODIMM uit de socket (2).
De geheugenmodule vervangen 15
10. Schuif de nieuwe SODIMM (1) onder een hoek van ongeveer 30° in de socket en druk de
SODIMM omlaag in de socket (2) zodat de vergrendelingen hem op zijn plaats zetten.
OPMERKING: Een geheugenmodule kan slechts in één stand worden geïnstalleerd. Zorg dat
de uitsparing op de module aansluit op het lipje van het geheugenvoetje.
11. Plaats het toegangspaneel terug en zet het vast. Zie Het toegangspaneel verwijderen en
vervangen op pagina 11.
12. Zet de standaard van de thin client terug.
13. Sluit het netsnoer weer aan en schakel de thin client in.
14. Vergrendel eventuele beveiligingsapparaten die u hebt ontgrendeld bij het verwijderen van de
afdekplaat of het toegangspaneel van de thin client.
Het extra geheugen wordt automatisch herkend wanneer u de thin client weer inschakelt.
Beveiliging
Deze thin clients zijn ontworpen voor gebruik met een kabel met veiligheidsslot. Het kabelslot
voorkomt ongeoorloofde verwijdering van de thin client door onbevoegden.
U kunt ook een poortafdekking aanschaffen om de poorten aan de achterkant te beveiligen.
Als u een van deze opties wilt bestellen, bezoekt u de HP-website
http://www.hp.com en zoekt u naar
uw model thin client.
Kabelslot
1. Bepaal de plaats van het bevestigingspunt voor het kabelslot op het achterpaneel.
16 Hoofdstuk 2 Hardwarewijzigingen
2. Plaats het kabelslot in het bevestigingspunt en sluit het vervolgens met de sleutel.
Beveiliging 17
Thin client monteren
HP adviseert om de thin client in de verticale (toren) positie te gebruiken, met het HP logo aan de
rechterkant naar boven. Montage in andere configuraties kan onder bepaalde omstandigheden leiden
tot verminderde prestaties; bijvoorbeeld het gebruik van de thin client met beperkte voeding om
oververhitting te voorkomen.
Deze thin client heeft aan de rechterzijde van het apparaat vier montagepunten. Deze
montagepunten voldoen aan de VESA-norm (Video Electronics Standards Association) waarin de
industriestandaard is vastgelegd voor montagevlakken voor platte weergaveapparatuur, zoals flat-
panelmonitoren, platte beeldschermen en flatscreen-tv’s. U kunt de HP Quick Release bevestigen
aan de VESA-montagepunten, zodat u de thin client in diverse configuraties kunt monteren.
OPMERKING: Wanneer u een thin client monteert, gebruikt u de 15mm-schroeven die bij HP Quick
Release zijn geleverd.
Gebruik van de HP Quick Release:
1. Verwijder de vier schroeven aan de rechterkant van de thin client.
2. Bevestig een zijde van de HP Quick Release aan de thin client met de vier 15-mm schroeven
die worden geleverd bij het pakket, zoals wordt weergegeven in de volgende afbeelding.
18 Hoofdstuk 2 Hardwarewijzigingen
3. Gebruik de vier schroeven die zijn geleverd bij het montagepakket om de andere kant van de
HP Quick Release vast te zetten op het apparaat waarop u de thin client wilt monteren. Zorg dat
de ontgrendelingshendel omhoog staat.
4. Schuif het deel van de HP Quick Release dat is bevestigd aan de thin client (1) over het deel (2)
dat is bevestigd op het apparaat waarop u de thin client wilt monteren. Als u een 'klik' hoort, zit
de thin client goed vast.
Als de thin client met HP Quick Release op een apparaat is gemonteerd, wordt deze
automatisch in de juiste positie vergrendeld. U hoeft alleen maar de ontgrendelingshendel naar
een zijde te schuiven om de thin client te verwijderen.
VOORZICHTIG: Voor een goede werking van de HP Quick Release en een veilige aansluiting van
alle onderdelen, moet u ervoor zorgen dat zowel de ontgrendelhendel aan de ene kant van het
montage-apparaat als de ronde opening aan de andere kant omhoog wijzen.
Thin client monteren 19
Ondersteunde montageopties
In de volgende afbeeldingen worden enkele ondersteunde montageopties voor de
bevestigingsbeugel afgebeeld.
20 Hoofdstuk 2 Hardwarewijzigingen
A Specificaties
Ga voor de nieuwste specificaties of aanvullende specificaties voor de thin client, naar
http://www.hp.com/go/quickspecs/ en zoek naar uw specifieke model voor het vinden van de
modelspecifieke QuickSpecs.
Afmetingen
Breedte
Diepte
Hoogte (zonder standaard)
Hoogte (met standaard)
45,1 mm
200 mm
200,1 mm
210,5 mm
1,78 inch
7,87 inch
7,88 inch
8,29 inch
Geschat gewicht 1037,1 g 36,59 oz
Temperatuurbereik (zonder ventilator)*
In bedrijf**
(max. toegestane temperatuursverandering is 10°C per
uur)
Niet in bedrijf
(max. toegestane temperatuursverandering is 20°C per
uur)
10°C tot 40°C
-30°C tot 60°C
50°F tot 104°F
-22°F tot 140°F
*Specificaties zijn op zeeniveau, waarbij geldt dat de
maximale bedrijfstemperatuur afneemt met 1°C per 300 m
tot een maximum van 3 km, zonder direct zonlicht. Deze
limiet is mogelijk lager, afhankelijk van type en aantal van
de geïnstalleerde opties.
** Als de thin client is aangesloten op een flat-
panelmonitor met behulp van de HP Quick Release, is
het temperatuurbereik 10 tot 35°C.
Relatieve luchtvochtigheid (zonder condensatie)
In bedrijf
(max. natteboltemperatuur is 28°C of 84,2°F)
Niet in bedrijf
(max. natteboltemperatuur is 38,7°C of 101,6°F)
10% tot 90%
5% tot 95%
21
Maximale hoogte (buiten drukcabine)
In bedrijf
(max. toegestane verandering is 457 m per minuut of 1500
ft per minuut)
Niet in bedrijf
(max. toegestane verandering is 457 m per minuut of 1500
ft per minuut)
3048 m
9144 m
10.000 voet
30.000 voet
Voedingseenheid
Bedrijfsspanningbereik
Nominale frequentie
100 V tot 240 V
wisselstroom
50 tot 60 Hz
Uitgangsvermogen (maximaal) 65 W
Nominale uitgangsstroom (maximaal) 3,33 A
Uitgangs spanning +19,5 V dc
22 Bijlage A Specificaties
B Batterij verwijderen en vervangen
WAARSCHUWING! Controleer of de thin client is uitgeschakeld en of het netsnoer uit het
stopcontact is gehaald voordat u het toegangspaneel van de thin client verwijdert.
U verwijdert en vervangt de batterij als volgt:
1. Zorg dat alle beveiligingsapparaten die het openen van de thin client verhinderen, zijn verwijderd
of ontkoppeld.
2. Verwijder alle verwisselbare media zoals USB-flashdrives uit de thin client.
3. Schakel de thin client via het besturingssysteem uit en schakel daarna alle externe apparatuur
uit.
4. Neem de stekker uit het stopcontact en ontkoppel eventuele externe apparaten.
VOORZICHTIG: Er staat altijd spanning op de systeemkaart wanneer het systeem is
aangesloten op een actief stopcontact, ongeacht of het systeem in- of uitgeschakeld is. Haal de
stekker van het netsnoer uit het stopcontact om schade aan de interne onderdelen van de thin
client te voorkomen.
5. Verwijder de thin client van de standaard en leg de thin client neer met de rechterzijde naar
boven.
6. Verwijder het toegangspaneel van de thin client. Zie
Het toegangspaneel verwijderen en
vervangen op pagina 11.
7. Bepaal de plaats van de batterij en de batterijhouder op de systeemkaart.
8. Knijp de metalen klem boven de batterij enigszins samen om de batterij te ontgrendelen.
Verwijder de batterij zodra deze los komt (1).
23
9. Schuif één kant van de nieuwe batterij onder het palletje van de houder, met de pluspool naar
boven. Duw de andere kant van de batterij omlaag totdat de klem over de rand van de batterij
springt (2).
10. Plaats het toegangspaneel terug en zet het vast. Zie Het toegangspaneel verwijderen en
vervangen op pagina 11.
11. Zet de standaard van de thin client terug.
12. Sluit het netsnoer weer aan en schakel de thin client in.
13. Vergrendel eventuele beveiligingsapparaten die u hebt ontgrendeld bij het verwijderen van de
afdekplaat of het toegangspaneel van de thin client.
HP adviseert haar klanten gebruikte elektronische apparatuur, originele HP printcartridges en
oplaadbare batterijen in te leveren voor hergebruik. Ga voor meer informatie over
kringloopprogramma's naar
http://www.hp.com en zoek naar 'recycle'.
Batterijen, accu's en accumulators mogen niet worden gedeponeerd bij het normale huishoudelijke
afval. Als u de batterijen/accu's wilt inleveren voor hergebruik of op de juiste manier wilt vernietigen,
kunt u gebruikmaken van het openbare inzamelingssysteem voor klein chemisch afval of ze
terugsturen naar HP of een geautoriseerde HP Business of Service Partner.
The Taiwan EPA requires dry battery manufacturing or importing firms in accordance with Article 15 of
the Waste Disposal Act to indicate the recovery marks on the batteries used in sales, giveaway or
promotion. Neem contact op met een gekwalificeerde Taiwanese recycler voor de correcte afvoer van
accu’s.
24 Bijlage B Batterij verwijderen en vervangen
C Thin client gebruiken
Regelmatig onderhoud van de thin client
Gebruik de volgende gegevens voor goed onderhoud van de thin client:
Gebruik de thin client nooit als het buitenste paneel is verwijderd.
Plaats de thin client niet in zeer vochtige ruimtes en stel de thin client niet bloot aan direct
zonlicht of zeer hoge of lage temperaturen. Raadpleeg
Specificaties op pagina 21 voor
informatie over de aanbevolen temperatuur en luchtvochtigheid voor de thin client.
Houd vloeistoffen uit de buurt van de thin client en het toetsenbord.
Schakel de thin client uit en neem, indien nodig, de buitenkant af met een zachte, vochtige doek.
Schoonmaakmiddelen kunnen de afwerking doen verkleuren of beschadigen.
Regelmatig onderhoud van de thin client 25
Ondersteunde configuraties
HP ondersteunt de volgende configuraties voor de thin client.
26 Bijlage C Thin client gebruiken
Niet-ondersteunde configuraties
HP ondersteunt de volgende configuratie voor de thin client niet.
VOORZICHTIG: Niet-ondersteunde plaatsing van thin clients kan storingen en/of beschadiging van
de apparatuur tot gevolg hebben
VOORZICHTIG: Thin clients hebben voldoende ventilatie nodig om te zorgen voor de juiste
bedrijfstemperatuur. Blokkeer de ventilatieopeningen niet.
Plaats thin clients niet in laden of andere kleine afgesloten ruimtes. Plaats geen monitor of ander
object boven op de thin client. Thin clients hebben voldoende ventilatie nodig om te zorgen voor de
juiste bedrijfstemperatuur.
Niet-ondersteunde configuraties 27
D Elektrostatische ontlading
Een ontlading van statische elektriciteit via vingers of andere geleiders kan leiden tot beschadiging
van de systeemkaart, uitbreidingskaarten of andere onderdelen die gevoelig zijn voor statische
elektriciteit. Dit soort schade kan de levensduur van het apparaat bekorten.
Schade door elektrostatische ontlading voorkomen
Houdt u aan de volgende richtlijnen om schade door ontlading van statische elektriciteit te
voorkomen:
Zorg dat u de onderdelen zo weinig mogelijk met de hand aanraakt door ze in een antistatische
verpakking te vervoeren en te bewaren.
Bewaar onderdelen die gevoelig zijn voor elektrostatische ontlading in de verpakking totdat u de
onderdelen installeert.
Leg onderdelen op een geaard oppervlak wanneer u ze uit de verpakking haalt.
Raak nooit pinnen, voedingsdraden of circuits aan.
Zorg ervoor dat u goed geaard bent als u een onderdeel aanraakt.
28 Bijlage D Elektrostatische ontlading
Aardingsmethoden
U kunt op verschillende manieren voor een juiste aarding zorgen. Gebruik een of meer van
de volgende methoden als u onderdelen die gevoelig zijn voor statische elektriciteit, aanraakt of
installeert:
Gebruik een polsbandje dat via een aardedraad is verbonden met het geaarde chassis van een
thin client. Polsbanden zijn flexibele bandjes van 1 megohm +/- 10 procent in de aardedraden.
Draag het bandje dicht op de huid voor een optimale aarding.
Gebruik hiel-, teen- of schoenbandjes wanneer u staand werkt. Draag de bandjes om beide
voeten wanneer u op geleidende vloeren of dissiperende vloermatten staat.
Gebruik geleidend gereedschap.
Gebruik een draagbare gereedschapskist met een opvouwbare dissiperende werkmat.
Als u niet beschikt over de genoemde hulpmiddelen voor een juiste aarding, neemt u contact op met
een geautoriseerde HP Business Partner.
OPMERKING: Raadpleeg een HP Business Partner voor meer informatie over het omgaan met
statische elektriciteit.
Aardingsmethoden 29
E Transportgegevens
Transport voorbereiden
U bereidt de thin client als volgt voor op transport:
1. Schakel de thin client en alle externe apparatuur uit.
2. Haal de stekker van het netsnoer uit het stopcontact en koppel het snoer los van de thin client.
3. Koppel de systeemonderdelen en externe apparatuur los van hun voedingsbron en vervolgens
van de thin client.
4. Verpak de systeemonderdelen en externe apparatuur in de originele of een soortgelijke
verpakking en gebruik voldoende opvulmateriaal om de apparatuur te beschermen.
OPMERKING: Voor informatie over de toegestane omgevingstemperatuur als het apparaat
niet in gebruik is, zie
Specificaties op pagina 21
Belangrijke informatie voor service en reparatie
Verwijder altijd alle externe opties en bewaar deze op een veilige plaats voordat u de thin client
terugstuurt naar HP voor reparatie of vervanging.
In landen waarin klanten hun apparaat kunnen opsturen voor reparatie en dezelfde eenheid wordt
teruggezonden aan de klant, doet HP haar uiterste best om de gerepareerde eenheid te retourneren
met hetzelfde interne geheugen en dezelfde flashmodules.
In landen waar het opsturen, repareren en retourneren van dezelfde eenheid niet wordt ondersteund,
verwijdert u naast de externe opties ook alle interne opties en bewaart u deze op een veilige plaats.
Herstel de originele configuratie van de thin client voordat u de thin client bij HP inlevert voor
reparatie.
30 Bijlage E Transportgegevens
Verwijderen en vervangen van de SSD (flash-geheugen)
Verwijderen van de SSD (flash-geheugen)
De SSD (solid state drive) moet worden verwijderd voordat u de thin client terugstuurt naar HP voor
reparatie of vervanging.
Voer de volgende stappen uit om de SSD (solid state drive) te verwijderen:
1. Zorg dat alle beveiligingsapparaten die het openen van de thin client verhinderen, zijn verwijderd
of ontkoppeld.
2. Verwijder alle verwisselbare media zoals USB-flashdrives uit de thin client.
3. Schakel de thin client via het besturingssysteem uit en schakel daarna alle externe apparatuur
uit.
4. Neem de stekker uit het stopcontact en ontkoppel eventuele externe apparaten.
VOORZICHTIG: Er staat altijd spanning op de systeemkaart wanneer het systeem is
aangesloten op een actief stopcontact, ongeacht of het systeem in- of uitgeschakeld is. Haal de
stekker van het netsnoer uit het stopcontact om schade aan de interne onderdelen van de thin
client te voorkomen.
5. Verwijder de thin client van de standaard en leg de thin client neer met de rechterzijde naar
boven.
6. Verwijder het toegangspaneel van de thin client. Zie
Het toegangspaneel verwijderen en
vervangen op pagina 11.
7. Bepaal de plaats van de SSD op de systeemkaart.
Verwijderen en vervangen van de SSD (flash-geheugen) 31
8. Gebruik een Torx 8 schroevendraaier voor het losdraaien van de houder van de SSD op de
systeemkaart.
9. Haal de SSD voorzichtig uit de socket.
Bewaar de SSD zorgvuldig, zodat u deze weer kunt installeren als de thin client is
teruggestuurd.
10. Plaats het toegangspaneel terug en zet het vast. Zie
Het toegangspaneel verwijderen en
vervangen op pagina 11.
32 Bijlage E Transportgegevens
Installeren van de SSD (flash-geheugen)
Voer de volgende stappen uit om de solid state drive (SSD) te installeren:
1. Plaats de houder in de uitsparing in de SSD.
2. Houd de houder op zijn plaats en schuif de SSD in de socket.
Verwijderen en vervangen van de SSD (flash-geheugen) 33
3. Gebruik een Torx 8 schroevendraaier voor het vastzetten van de SSD op de systeemkaart.
34 Bijlage E Transportgegevens
Index
A
aan/uit-knop, locatie 3
aansluiting netsnoer 7
aardingsmethoden 29
afmetingen 21
B
batterij, vervangen 23
beveiliging 16
kabelslot 16
bevestigingshaakje 4
bevestigingshaakje voor het
netsnoer 4
bevestigingspunt voor kabelslot 4
D
dual-mode DisplayPort 1.2-
poorten 4
E
Elektrostatische ontlading 28
Ethernetaansluiting 4
F
flash-geheugen
installeren 33
verwijderen 31
G
geheugen (SODIMM)
installatie 13
socket vullen 14
specificaties 13
H
hardwarespecificaties 21
hoofdtelefoonpoort, locatie 3
hoogtespecificaties 22
horizontale configuratie 26
I
Installatierichtlijnen 6
installeren
flash-geheugen 33
geheugen (SODIMM) 13
SODIMM 13
solid state drive 33
SSD 33
K
kabelslot 16
M
microfoonpoort, locatie 3
montageopties
aan achterzijde van
monitorstandaard 20
aan een wand 20
onder een bureau 20
N
niet-ondersteunde configuraties
in een lade 27
onder een monitor 27
nominale uitgangsstroom 22
O
onderdelen
achterpaneel 4
voorpaneel 3
Onderdelen aan de voorkant 3
onderdelen op het achterpaneel
4
ondersteunde configuraties 26
horizontaal 26
onder monitorstandaard 26
verticaal 26
Ondersteunde montageopties 20
opties 2, 16
P
plaats van het serienummer 5
R
recyclen 24
Regelmatig onderhoud 25
Relatieve
luchtvochtigheidsspecificaties
21
RJ-45-connector 4
S
schade door elektrostatische
ontlading voorkomen 28
Service en reparatie 30
SODIMM
installatie 13
socket vullen 14
solid state drive
installeren 33
verwijderen 31
specificaties
afmetingen 21
hardware 21
hoogte 22
nominale uitgangsstroom 22
relatieve luchtvochtigheid 21
temperatuur 21
thin client 21
uitgangsvermogen 22
vochtigheid 21
voedingsbron 22
specificaties, geheugen 13
SSD
installeren 33
verwijderen 31
standaard, bevestigen 8
Index 35
T
temperatuurspecificaties 21
terugplaatsen
toegangspaneel 12
thin client, monteren 18
toegangspaneel
terugplaatsen 12
verwijderen 11
torenstandaard 8
transport voorbereiden 30
U
uitgangsvermogenspecificaties
22
USB Legacy Module-
bevestigingsslot 4
USB-poorten
2.0 4
3.0 3
locatie 3
V
verticale configuratie 26
vervangen
batterij 23
verwijderen
batterij 23
flash-geheugen 31
solid state drive 31
SSD 31
toegangspaneel 11
VGA poot 4
vochtigheidsspecificaties 21
voeding 4
voeding, specificaties 22
W
waarschuwingen
aansluiting van de
voedingskabel 7
bevestigen van de standaard
8
branden 6, 14
configuraties van thin client
27
elektrische schok 6, 11, 14,
23
geaarde stekker 6
HP Quick Release 19
NIC-connectoren 6
SODIMM installeren 14
statische elektriciteit 6
ventilatie 27
verwijderen van de batterij 23
websites
HP 1
opties 1
36 Index
  • Page 1 1
  • Page 2 2
  • Page 3 3
  • Page 4 4
  • Page 5 5
  • Page 6 6
  • Page 7 7
  • Page 8 8
  • Page 9 9
  • Page 10 10
  • Page 11 11
  • Page 12 12
  • Page 13 13
  • Page 14 14
  • Page 15 15
  • Page 16 16
  • Page 17 17
  • Page 18 18
  • Page 19 19
  • Page 20 20
  • Page 21 21
  • Page 22 22
  • Page 23 23
  • Page 24 24
  • Page 25 25
  • Page 26 26
  • Page 27 27
  • Page 28 28
  • Page 29 29
  • Page 30 30
  • Page 31 31
  • Page 32 32
  • Page 33 33
  • Page 34 34
  • Page 35 35
  • Page 36 36
  • Page 37 37
  • Page 38 38
  • Page 39 39
  • Page 40 40
  • Page 41 41
  • Page 42 42

HP t520 Flexible Thin Client Referentie gids

Type
Referentie gids