UItgave 10.95 AllShredd 7300 7
1. Veiligheidstechnische aanwijzingen
De bestuurder moet goed aansluitende
werkkleding dragen. Wijde kledingstuk-
ken dienen vermeden te worden.
Draag altijd stevige schoenen, hand-
schoenen en een veiligheidsbril!
De waarschuwings- en instructiebordjes
op de machine geven belangrijke aan-
wijzingen voor veilig gebruik. Volg deze
aanwijzingen nauwkeurig op, in het be-
lang van uw eigen veiligheid!
Voorzichtig! Blijf altijd op een veilige af-
stand van draaiende werktuigen! Ver-
wondingsgevaar voor handen!
Voorzichtig! Blijf op veilige afstand van
nalopende werktuigen. Wachten tot het
werktuig helemaal stil staat!
Voor transport van de hakselaar op au-
to’s of aanhangers moet deze op een
voldoende manier worden vastgezet.
Arbeids- en
gevarenbereik
De gebruiker is op de werkplek ten op-
zichte van derden verantwoordelijk.
Blijf buiten het gevarenbereik van de
hakselaar.
Controleer voor het inschakelen de om-
geving van de hakselaar. Let vooral op
kinderen en dieren!
Voordat met de werkzaamheden begon-
nen wordt, voordat de stekker in het
stopcontact gestoken is, dienen onge-
rechtigheden uit de hakselaar verwijderd
te worden. Let ook tijdens de werkzaam-
heden op ongerechtigheden en verwij-
der deze tijdig.
Bediening en
veiligheidsmaatregelen
Voor de werkzaamheden
Zorg ervoor dat u op de hoogte bent van
alle installaties en bedieningscompo-
nenten, alsmede van het functioneren
ervan. In het bijzonder dient u te weten
hoe u de hakselaar in geval van nood
snel en veilig afzet.
Controleer of alle veiligheidsmaatrege-
len zijn getroffen en in de juiste positie
zijn gebracht!
Gebruik de hakselaar nooit wanneer de
veiligheidsvoorzieningen beschadigd of
defect zijn. Controleer voor iedere in-
gebruikname of de veiligheidsvoorzie-
ningen functioneren.
Controleer de aansluitkabel en de ver-
lengkabel van de hakselaar op bescha-
digingen en slijtage (scheurtjes), indien
nodig vervangen. De aansluitkabel mag
alleen vervangen worden door een er-
kende vakman.
Gebruik voor het aansluiten van de hak-
selaar een verlengkabel met een mini-
male kwaliteit van H07RN-F, tot een
lengte van 15 m minimale diameter
3 x 1,5 mm
2
, met een lengte van meer
dan 15 m minimale diameter 3 x 2,5 mm
2
(volgens DIN/VDE 0620).
In de stroomvoorziening van de aansluit-
kabel moet een FI-veiligheidsschakelaar
met maximaal 30 mA afschakelstroom
of een dergelijke veiligheidsvoorziening
zijn ingebouwd. Het koppelstopcontact
van de verlengkabel moet spatwaterbe-
veiligd zijn.