Master DH 7160 7220 E2017R3 de handleiding

  • Hallo! Ik ben een AI-chatbot die speciaal is getraind om je te helpen met de Master DH 7160 7220 E2017R3 de handleiding. Ik heb het document al doorgenomen en kan je duidelijke en eenvoudige antwoorden geven.
BG
CZ
DE
DK
EE
ES
FI
FR
GB
HR
HU
IT
LT
LV
NL
NO
PL
RO
RU
SE
SI
SK
UA
SE
SI
SK
TR
UA
DE UITRUSTING IS VERZEGELD EN GEFLUO-
REERDE BROEIKASGASSEN BEVAT DIE VAL-
LEN ONDER HET PROTOCOL VAN KYOTO.
DE “GWP” IS OPGENOMEN IN DE “TECHNI-
SCHE SPECIFICATIES”.
1. INSTRUCTIES VÓÓR HET GE-
BRUIK
transporteer de luchtontvochtiger altijd in
staande positie
Schakel het apparaat nooit uit door aan de
kabel te trekken.
Zet het apparaat nooit aan en schakel het
nooit uit door de stekker uit het stopcontact te
trekken.
Wees voorzichtig bij het verplaatsen van het
apparaat en zorg ervoor dat de kabel niet wordt
beschadigd.
Steek geen vingers of andere voorwerpen in
het rooster.
Laat kinderen niet op het apparaat klimmen,
staan of zitten.
Haal altijd eerst de stekker uit het stopcontact
alvorens onderhouds- of reparatiewerkzaamhe-
den uit te voeren.
LET OP: LAAT ALLE EVENTUELE RE-
PARATIES EN ONDERHOUD ALTIJD
UITVOEREN DOOR EEN ERKEND SER-
VICEMONTEUR.
Zorg ervoor dat het apparaat is geaard.
Gebruik het apparaat niet in een gesloten
ruimte zonder vrije luchtcirculatie.
Volg de instructies in deze handleiding altijd
op.
Het toestel bevat geen watertank en daarom
moet u zelf zorgen voor een goede condensaf-
voer.
OMSCHRIJVING VAN HET PRODUCT
De luchtontvochtiger regelt de relatieve vochtig-
heid in afgesloten ruimtes, verbetert de kwaliteit
van het leefklimaat evenals de omstandigheden
voor het opslaan van producten. Dankzij het ele-
gante ontwerp, compacte vorm, hoge kwaliteit
en eenvoudig gebruik wordt deze luchtontvoch-
tiger gebruikt in wetenschappelijk onderzoek,
industrie, transport, medische zorg, meetappa-
ratuur, winkels, ondergrondse ruimtes, compu-
terwinkels, archieven, magazijnen, badkamers,
enz. Dankzij de luchtontvochtiger worden aller-
lei toestellen, meetapparatuur, computers, com-
municatieapparatuur, medicijnen en archieven
beschermd tegen vochtschade, zoals schim-
mel..
2. CONFIGURATIE
Luchtontvochtiger FIG. 1
1. Bedieningspaneel
2. Luchtinlaatrooster met lter
3. Handgreep
4. Wiel
5. Waterafvoerslang
6. Luchtuitlaatrooster
Bedieningspaneel FIG. 2
1. display van de vochtigheidsgraad
2. bedrijfslampje
3. ontdooilampje
4. geheugenlampje
5. geheugen
6. vochtigheid omhoog
7. vochtigheid omlaag
8. AAN/UIT knop
3. BEDIENING GEBRUIKSAAN-
WIJZING KNOPPEN:
AAN/UIT: Druk op de knop AAN/UIT. Het ap-
paraat werkt in de cyclus: „AAN-UIT-AAN”.
INHOUDSOPGAV
1... INSTRUCTIES VÓÓR HET GEBRUIK
2... CONFIGURATIE
3... BEDIENING
4... ONDERHOUD EN VEILIGHEID
5... INFORMATIE BETREFFENDE GEBRUIK
6... VERHELPEN VAN STORINGEN
BG
CZ
DE
DK
EE
ES
FI
FR
GB
HR
HU
IT
LT
LV
NL
NO
PL
RO
RU
SE
SI
SK
UA
SE
SI
SK
TR
UA
Vochtigheid omhoog/omlaag: Druk eenmaal
op de knop “Vochtigheid omhoog” of “Vochtig-
heid omlaag” om het vochtigheidsgehalte met
1% te laten stijgen of dalen. Houd de knop ge-
durende 1,5 seconde ingedrukt om de percenta-
gewaarde met 5% per seconde te doen stijgen
of dalen.
Geheugenknop: Druk op de geheugenknop
(het geheugenlampje zal gaan branden) om de
geheugenfunctie te activeren voor wanneer het
apparaat wordt uitgeschakeld. Druk nogmaals
of de geheugenknop en het lampje zal uitgaan
en de geheugenfunctie zal worden gedeacti-
veerd.
HET APPARAAT AANZETTEN:
Steek de netstekker in het stopcontact. Het
apparaat zal een kort geluid maken.
Druk op de knop “ON/OFF”. Het bedrijfslamp-
je zal aangaan en de en de display van de voch-
tigheidsgraad zal de eerder ingestelde vochtig-
heidsgraad laten zien. De begininstelling van de
vochtigheidsgraad is 60%. Na 3 seconden zal
de display van de vochtigheidsgraad de werke-
lijke vochtigheidsgraad laten zien.
Gebruik de pijltjes omlaag en omhoog om de
gewenste vochtigheidsgraad in te stellen. Indien
de ingestelde vochtigheidsgraad 3% lager is dan
de werkelijke vochtigheidsgraad, dan werkt het
apparaat en indien de ingestelde vochtigheids-
graad 3% hoger is dan de werkelijke vochtig-
heidsgraad, dan stopt het apparaat met werken.
Indien de ingestelde vochtigheidsgraad lager
is dan 30% werk het apparaat onafgebroken en
staat er “CO” op de display.
LET OP: Het toestel is uitgerust met een fase-
beveiliging. Indien de fasedraden van het stop-
contact waar het toestel op wordt aangesloten
in de verkeerde volgorde zitten, dan zal op de
luchtvochtigheidsdisplay het symbool E5 ver-
schijnen, en de knoppen op het bedieningspa-
neel zullen inactief zijn. De fasedraden van het
stopcontact moeten dan omgewisseld worden
en het toestel moet opnieuw worden gestart.
Deze handeling dient te worden uitgevoerd door
een elektricien of persoon die bevoegd is om te
werken met elektrische installaties.
HET APPARAAT UITSCHAKELEN:
Druk op de knop “ON/OFF” tijdens de wer-
king van het apparaat. Het apparaat zal worden
uitgeschakeld en alle lampjes en de display zul-
len uitgaan.
LET OP:
Indien de ingestelde vochtigheidsgraad ho-
ger is dan de werkelijke vochtigheidsgraad, dan
zal het apparaat niet werken.
Gedurende het ontvochtigingsproces moeten
de ventilatormotor en de compressor minstens
3 minuten werken na het starten. De luchtont-
vochtiger mag niet eerder dan na drie minuten
na het uitschakelen weer wordt aangezet.
Bij lage temperaturen zal de luchtontvochti-
ger automatisch naar de ontdooistand omscha-
kelen. Tijdens het ontdooien gaat het ontdooi-
lampje aan. De compressor werkt en de venti-
lator stopt.
Indien de geheugenknop wordt ingedrukt,
wordt de werkelijke vochtigheidsgraad opge-
slagen, zelfs wanneer het apparaat wordt uit-
geschakeld. Bij het opnieuw opstarten, zal het
apparaat werken volgens de opgeslagen instel-
lingen.
De display van de vochtigheidsgraad laat een
vochtigheidsgraad van 30% tot 90% zien.
Als u de luchtontvochtiger gedurende een
langere periode niet gebruikt, haal dan altijd de
stekker uit het stopcontact.
4. ONDERHOUD EN VEILIGHEID
FIG. 3
Gebruik geen verlengsnoer of stekkerdoos. Dit
kan leiden tot brandgevaar, straling of een elek-
trische schok.
FIG. 4
Gebruik de luchtontvochtiger niet in de buurt
van een verwarming of een andere hittebron.
Dit kan namelijk leiden tot het smelten van het
apparaat en zelfs ontbranding ervan.
FIG. 5
Gebruik de luchtontvochtiger niet buitenshuis
(in de zon, wind of regen). Het apparaat is uit-
sluitend geschikt voor gebruik binnenshuis
FIG. 6
Indien er zich problemen voordoen (bijvoorbeeld
een brandlucht), dient het apparaat meteen te
worden uitgeschakeld en de stekker uit het te
worden stopcontact gehaald. Anders kan dit lei-
den tot brandgevaar, een elektrische schok of
andere problemen.
FIG. 7
Gebruik het apparaat niet op plekken waar het
bloot kan worden gesteld aan chemische mid-
delen. Dit kan het apparaat beschadigen en lei-
den tot een lekkage.
FIG. 8
Als u de luchtontvochtiger gedurende een lan-
gere periode niet gebruikt, haal dan altijd de
stekker uit het stopcontact.
FIG. 9
Haal altijd eerst de stekker uit het stopcontact
voordat u het apparaat of een onderdeel ervan
wilt reinigen. Anders bestaat er risico op een
elektrische schok.
FIG. 10
Gebruik het toestel niet als de omgevingstem-
peratuur lager is dan 0
o
C.
FIG. 11
Voer eventuele reparaties nooit zelfstandig uit.
Dit kan leiden tot brandgevaar of een elektri-
sche schok.
FIG. 12
Zorg ervoor dat de luchtontvochtiger stabiel
staat. Indien het apparaat omvalt, zal er water
uit te watertank lekken en schade veroorzaken.
Bovendien kan dit leiden tot brandgevaar of een
elektrische schok.
FIG. 13
Bescherming van lter. Als u de luchtontvoch-
tiger gedurende een langere periode niet ge-
bruikt, bewaar het lter in een plastic zak.
FIG. 14
Gebruik de luchtontvochtiger niet in de buurt
van water. Indien er water het apparaat binnen-
dringt, kan dit leiden tot schade, brandgevaar of
een elektrische schok
FIG. 15
De luchtontvochtiger is uitsluitend geschikt voor
een aansluitspanning van 220-240V/~50Hz.
Een verkeerde netspanning kan leiden tot
brandgevaar of een elektrische schok.
FIG. 16
Let er op dat de netkabel niet wordt beschadigd.
Plaats geen zware voorwerpen op de kabel,
verhit de kabel niet en trek er niet aan. Dit kan
leiden tot brandgevaar of een elektrische schok.
FIG. 17
Maak de stekker goed schoon alvorens deze
aan te sluiten en druk deze goed aan in het
stopcontact. Indien de stekker niet goed wordt
aangedrukt, kan dit leiden tot een elektrische
schok.
FIG. 18
Gebruik de stekker niet als een AAN/UIT knop.
Dit kan namelijk leiden tot brandgevaar of een
elektrische schok.
5. INFORMATIE BETREFFENDE
GEBRUIK
Kantel de luchtontvochtiger niet meer dan
45° tijde ns transport, anders kan de compres-
sor beschadigd raken.
De luchtontvochtiger dient in temperaturen
tussen de 5°C en 32°C te worden gebruikt.
Tijdens gebruik van de luchtontvochtiger zal
de temperatuur van de omgeving (kamer) stij-
gen met 1 °C - 3°C vanwege de warmte die door
d e werking van de compressor wordt geprodu-
ceerd. Dit is normaal.
Indien de temperatuur van de omgeving (ka-
mer) lager is dan 10°C en het vochtigheidsge-
halte laag is, dan is een luchtontvochtiger over-
bodig.
De luchtinlaat en –uitlaat dienen zicht min-
stens op een afstand van 10 cm van de muur
bevinden.
Ter ondersteuning van het ontvochtigingsver-
mogen sluit de ramen en deuren in de ruimte
waarin de luchtontvochtiger wordt gebruikt.
Indien het lter vuil of geblokkeerd is, daalt
het ontvochtigingsvermogen en dit kan zelfs
leiden tot een incorrecte werking van de luch-
tontvochtiger. Daarom is het raadzaam om het
lter minstens één keer per maand schoon te
maken. Indien er zich veel stof in de lucht be-
vindt, is het raadzaam om het lter wekelijks of
zelfs dagelijks schoon te maken. Reinig het lter
met een stofzuiger of klop deze voorzichtig uit.
Het lter kan ook met een warm sopje met een
zacht (niet agressief) schoonmaakmiddel wor-
den uitgespoeld (<40°C). Zorg ervoor dat het
lter compleet droog is.
6. VERHELPEN VAN STORINGEN
BG
CZ
DE
DK
EE
ES
FI
FR
GB
HR
HU
IT
LT
LV
NL
NO
PL
RO
RU
SE
SI
SK
UA
SE
SI
SK
TR
UA
HET APPARAAT WERKT NIET
Mogelijke oorzaken
1. Geen stroomtoevoer
2. Het apparaat staat uit
3. De stekker zit niet in het stopcontact
4. Doorgebrande zekering
Oplossing
1. Elektriciteit aansluiten
2. Apparaat aanzetten
3. Stekker in het stopcontact steken
4. Zekering vervangen
HET APPARAAT ONTVOCHT NIET OF
SLECHTS HEEL WEINIG
Mogelijke oorzaken
1. Het lter is verstopt
2. De luchtinlaat of –uitlaat is verstopt
3. Open deuren of ramen
4. Lekkage van koelmiddel
Oplossing
1. Filter schoonmaken
2. De luchtinlaat of –uitlaat ontstoppen
3. Alle deuren en ramen sluiten en direct zon-
licht vermijden
4. Contact opnemen met de producent of verko-
per
ER LOOPT WATER UIT HET APPARAAT
Mogelijke oorzaken
1. Het apparaat is gekanteld
2. De waterafvoer is verstopt
Oplossing
1. Het apparaat waterpas zetten
2. Waterafvoer ontstoppen
HET APPARAAT MAAKT EEN RAAR GE-
LUID
Mogelijke oorzaken
1. Het apparaat bevindt zich in een instabiele
positie
2. Het lter is verstopt
Oplossing
1. Het apparaat in een stabiele positie plaatsen
2. Filter schoonmaken
Indien de bovengenoemde storingen niet
kunnen worden verholpen, dient contact te wor-
den opgenomen met de leverancier of de verko-
per. Voer eventuele reparaties nooit zelfstandig
uit (dit geldt niet voor het schoonmaken van de
lter).
Tijdens het opstarten en uitschakelen van het
apparaat zijn geluiden die worden veroorzaakt
door de circulatie van het koelmiddel normaal
en dienen niet als een storing te worden be-
schouwd.
Het is normaal dat er warme lucht uit de lucht-
uitlaat wordt geblazen.
STORINGSCODE
Het apparaat analyseert de storingen automa-
tisch en de storingscode verschijnt op de dis-
play.
STORINGSCODE E1
Vochtigheidssensor
STORINGSCODE E2
Koelsysteemsensor
STORINGSCODE E5
Fasebeveiliging
BG
CZ
DE
DK
EE
ES
FI
FR
GB
HR
HU
IT
LT
LV
NL
NO
PL
RO
RU
SE
SI
SK
UA
SE
SI
SK
TR
UA
1/105