Master DH 7160 7220 E2017R3 de handleiding

Type
de handleiding
BG
CZ
DE
DK
EE
ES
FI
FR
GB
HR
HU
IT
LT
LV
NL
NO
PL
RO
RU
SE
SI
SK
UA
SE
SI
SK
TR
UA
DE UITRUSTING IS VERZEGELD EN GEFLUO-
REERDE BROEIKASGASSEN BEVAT DIE VAL-
LEN ONDER HET PROTOCOL VAN KYOTO.
DE “GWP” IS OPGENOMEN IN DE “TECHNI-
SCHE SPECIFICATIES”.
1. INSTRUCTIES VÓÓR HET GE-
BRUIK
transporteer de luchtontvochtiger altijd in
staande positie
Schakel het apparaat nooit uit door aan de
kabel te trekken.
Zet het apparaat nooit aan en schakel het
nooit uit door de stekker uit het stopcontact te
trekken.
Wees voorzichtig bij het verplaatsen van het
apparaat en zorg ervoor dat de kabel niet wordt
beschadigd.
Steek geen vingers of andere voorwerpen in
het rooster.
Laat kinderen niet op het apparaat klimmen,
staan of zitten.
Haal altijd eerst de stekker uit het stopcontact
alvorens onderhouds- of reparatiewerkzaamhe-
den uit te voeren.
LET OP: LAAT ALLE EVENTUELE RE-
PARATIES EN ONDERHOUD ALTIJD
UITVOEREN DOOR EEN ERKEND SER-
VICEMONTEUR.
Zorg ervoor dat het apparaat is geaard.
Gebruik het apparaat niet in een gesloten
ruimte zonder vrije luchtcirculatie.
Volg de instructies in deze handleiding altijd
op.
Het toestel bevat geen watertank en daarom
moet u zelf zorgen voor een goede condensaf-
voer.
OMSCHRIJVING VAN HET PRODUCT
De luchtontvochtiger regelt de relatieve vochtig-
heid in afgesloten ruimtes, verbetert de kwaliteit
van het leefklimaat evenals de omstandigheden
voor het opslaan van producten. Dankzij het ele-
gante ontwerp, compacte vorm, hoge kwaliteit
en eenvoudig gebruik wordt deze luchtontvoch-
tiger gebruikt in wetenschappelijk onderzoek,
industrie, transport, medische zorg, meetappa-
ratuur, winkels, ondergrondse ruimtes, compu-
terwinkels, archieven, magazijnen, badkamers,
enz. Dankzij de luchtontvochtiger worden aller-
lei toestellen, meetapparatuur, computers, com-
municatieapparatuur, medicijnen en archieven
beschermd tegen vochtschade, zoals schim-
mel..
2. CONFIGURATIE
Luchtontvochtiger FIG. 1
1. Bedieningspaneel
2. Luchtinlaatrooster met lter
3. Handgreep
4. Wiel
5. Waterafvoerslang
6. Luchtuitlaatrooster
Bedieningspaneel FIG. 2
1. display van de vochtigheidsgraad
2. bedrijfslampje
3. ontdooilampje
4. geheugenlampje
5. geheugen
6. vochtigheid omhoog
7. vochtigheid omlaag
8. AAN/UIT knop
3. BEDIENING GEBRUIKSAAN-
WIJZING KNOPPEN:
AAN/UIT: Druk op de knop AAN/UIT. Het ap-
paraat werkt in de cyclus: „AAN-UIT-AAN”.
INHOUDSOPGAV
1... INSTRUCTIES VÓÓR HET GEBRUIK
2... CONFIGURATIE
3... BEDIENING
4... ONDERHOUD EN VEILIGHEID
5... INFORMATIE BETREFFENDE GEBRUIK
6... VERHELPEN VAN STORINGEN
BG
CZ
DE
DK
EE
ES
FI
FR
GB
HR
HU
IT
LT
LV
NL
NO
PL
RO
RU
SE
SI
SK
UA
SE
SI
SK
TR
UA
Vochtigheid omhoog/omlaag: Druk eenmaal
op de knop “Vochtigheid omhoog” of “Vochtig-
heid omlaag” om het vochtigheidsgehalte met
1% te laten stijgen of dalen. Houd de knop ge-
durende 1,5 seconde ingedrukt om de percenta-
gewaarde met 5% per seconde te doen stijgen
of dalen.
Geheugenknop: Druk op de geheugenknop
(het geheugenlampje zal gaan branden) om de
geheugenfunctie te activeren voor wanneer het
apparaat wordt uitgeschakeld. Druk nogmaals
of de geheugenknop en het lampje zal uitgaan
en de geheugenfunctie zal worden gedeacti-
veerd.
HET APPARAAT AANZETTEN:
Steek de netstekker in het stopcontact. Het
apparaat zal een kort geluid maken.
Druk op de knop “ON/OFF”. Het bedrijfslamp-
je zal aangaan en de en de display van de voch-
tigheidsgraad zal de eerder ingestelde vochtig-
heidsgraad laten zien. De begininstelling van de
vochtigheidsgraad is 60%. Na 3 seconden zal
de display van de vochtigheidsgraad de werke-
lijke vochtigheidsgraad laten zien.
Gebruik de pijltjes omlaag en omhoog om de
gewenste vochtigheidsgraad in te stellen. Indien
de ingestelde vochtigheidsgraad 3% lager is dan
de werkelijke vochtigheidsgraad, dan werkt het
apparaat en indien de ingestelde vochtigheids-
graad 3% hoger is dan de werkelijke vochtig-
heidsgraad, dan stopt het apparaat met werken.
Indien de ingestelde vochtigheidsgraad lager
is dan 30% werk het apparaat onafgebroken en
staat er “CO” op de display.
LET OP: Het toestel is uitgerust met een fase-
beveiliging. Indien de fasedraden van het stop-
contact waar het toestel op wordt aangesloten
in de verkeerde volgorde zitten, dan zal op de
luchtvochtigheidsdisplay het symbool E5 ver-
schijnen, en de knoppen op het bedieningspa-
neel zullen inactief zijn. De fasedraden van het
stopcontact moeten dan omgewisseld worden
en het toestel moet opnieuw worden gestart.
Deze handeling dient te worden uitgevoerd door
een elektricien of persoon die bevoegd is om te
werken met elektrische installaties.
HET APPARAAT UITSCHAKELEN:
Druk op de knop “ON/OFF” tijdens de wer-
king van het apparaat. Het apparaat zal worden
uitgeschakeld en alle lampjes en de display zul-
len uitgaan.
LET OP:
Indien de ingestelde vochtigheidsgraad ho-
ger is dan de werkelijke vochtigheidsgraad, dan
zal het apparaat niet werken.
Gedurende het ontvochtigingsproces moeten
de ventilatormotor en de compressor minstens
3 minuten werken na het starten. De luchtont-
vochtiger mag niet eerder dan na drie minuten
na het uitschakelen weer wordt aangezet.
Bij lage temperaturen zal de luchtontvochti-
ger automatisch naar de ontdooistand omscha-
kelen. Tijdens het ontdooien gaat het ontdooi-
lampje aan. De compressor werkt en de venti-
lator stopt.
Indien de geheugenknop wordt ingedrukt,
wordt de werkelijke vochtigheidsgraad opge-
slagen, zelfs wanneer het apparaat wordt uit-
geschakeld. Bij het opnieuw opstarten, zal het
apparaat werken volgens de opgeslagen instel-
lingen.
De display van de vochtigheidsgraad laat een
vochtigheidsgraad van 30% tot 90% zien.
Als u de luchtontvochtiger gedurende een
langere periode niet gebruikt, haal dan altijd de
stekker uit het stopcontact.
4. ONDERHOUD EN VEILIGHEID
FIG. 3
Gebruik geen verlengsnoer of stekkerdoos. Dit
kan leiden tot brandgevaar, straling of een elek-
trische schok.
FIG. 4
Gebruik de luchtontvochtiger niet in de buurt
van een verwarming of een andere hittebron.
Dit kan namelijk leiden tot het smelten van het
apparaat en zelfs ontbranding ervan.
FIG. 5
Gebruik de luchtontvochtiger niet buitenshuis
(in de zon, wind of regen). Het apparaat is uit-
sluitend geschikt voor gebruik binnenshuis
FIG. 6
Indien er zich problemen voordoen (bijvoorbeeld
een brandlucht), dient het apparaat meteen te
worden uitgeschakeld en de stekker uit het te
worden stopcontact gehaald. Anders kan dit lei-
den tot brandgevaar, een elektrische schok of
andere problemen.
FIG. 7
Gebruik het apparaat niet op plekken waar het
bloot kan worden gesteld aan chemische mid-
delen. Dit kan het apparaat beschadigen en lei-
den tot een lekkage.
FIG. 8
Als u de luchtontvochtiger gedurende een lan-
gere periode niet gebruikt, haal dan altijd de
stekker uit het stopcontact.
FIG. 9
Haal altijd eerst de stekker uit het stopcontact
voordat u het apparaat of een onderdeel ervan
wilt reinigen. Anders bestaat er risico op een
elektrische schok.
FIG. 10
Gebruik het toestel niet als de omgevingstem-
peratuur lager is dan 0
o
C.
FIG. 11
Voer eventuele reparaties nooit zelfstandig uit.
Dit kan leiden tot brandgevaar of een elektri-
sche schok.
FIG. 12
Zorg ervoor dat de luchtontvochtiger stabiel
staat. Indien het apparaat omvalt, zal er water
uit te watertank lekken en schade veroorzaken.
Bovendien kan dit leiden tot brandgevaar of een
elektrische schok.
FIG. 13
Bescherming van lter. Als u de luchtontvoch-
tiger gedurende een langere periode niet ge-
bruikt, bewaar het lter in een plastic zak.
FIG. 14
Gebruik de luchtontvochtiger niet in de buurt
van water. Indien er water het apparaat binnen-
dringt, kan dit leiden tot schade, brandgevaar of
een elektrische schok
FIG. 15
De luchtontvochtiger is uitsluitend geschikt voor
een aansluitspanning van 220-240V/~50Hz.
Een verkeerde netspanning kan leiden tot
brandgevaar of een elektrische schok.
FIG. 16
Let er op dat de netkabel niet wordt beschadigd.
Plaats geen zware voorwerpen op de kabel,
verhit de kabel niet en trek er niet aan. Dit kan
leiden tot brandgevaar of een elektrische schok.
FIG. 17
Maak de stekker goed schoon alvorens deze
aan te sluiten en druk deze goed aan in het
stopcontact. Indien de stekker niet goed wordt
aangedrukt, kan dit leiden tot een elektrische
schok.
FIG. 18
Gebruik de stekker niet als een AAN/UIT knop.
Dit kan namelijk leiden tot brandgevaar of een
elektrische schok.
5. INFORMATIE BETREFFENDE
GEBRUIK
Kantel de luchtontvochtiger niet meer dan
45° tijde ns transport, anders kan de compres-
sor beschadigd raken.
De luchtontvochtiger dient in temperaturen
tussen de 5°C en 32°C te worden gebruikt.
Tijdens gebruik van de luchtontvochtiger zal
de temperatuur van de omgeving (kamer) stij-
gen met 1 °C - 3°C vanwege de warmte die door
d e werking van de compressor wordt geprodu-
ceerd. Dit is normaal.
Indien de temperatuur van de omgeving (ka-
mer) lager is dan 10°C en het vochtigheidsge-
halte laag is, dan is een luchtontvochtiger over-
bodig.
De luchtinlaat en –uitlaat dienen zicht min-
stens op een afstand van 10 cm van de muur
bevinden.
Ter ondersteuning van het ontvochtigingsver-
mogen sluit de ramen en deuren in de ruimte
waarin de luchtontvochtiger wordt gebruikt.
Indien het lter vuil of geblokkeerd is, daalt
het ontvochtigingsvermogen en dit kan zelfs
leiden tot een incorrecte werking van de luch-
tontvochtiger. Daarom is het raadzaam om het
lter minstens één keer per maand schoon te
maken. Indien er zich veel stof in de lucht be-
vindt, is het raadzaam om het lter wekelijks of
zelfs dagelijks schoon te maken. Reinig het lter
met een stofzuiger of klop deze voorzichtig uit.
Het lter kan ook met een warm sopje met een
zacht (niet agressief) schoonmaakmiddel wor-
den uitgespoeld (<40°C). Zorg ervoor dat het
lter compleet droog is.
6. VERHELPEN VAN STORINGEN
BG
CZ
DE
DK
EE
ES
FI
FR
GB
HR
HU
IT
LT
LV
NL
NO
PL
RO
RU
SE
SI
SK
UA
SE
SI
SK
TR
UA
HET APPARAAT WERKT NIET
Mogelijke oorzaken
1. Geen stroomtoevoer
2. Het apparaat staat uit
3. De stekker zit niet in het stopcontact
4. Doorgebrande zekering
Oplossing
1. Elektriciteit aansluiten
2. Apparaat aanzetten
3. Stekker in het stopcontact steken
4. Zekering vervangen
HET APPARAAT ONTVOCHT NIET OF
SLECHTS HEEL WEINIG
Mogelijke oorzaken
1. Het lter is verstopt
2. De luchtinlaat of –uitlaat is verstopt
3. Open deuren of ramen
4. Lekkage van koelmiddel
Oplossing
1. Filter schoonmaken
2. De luchtinlaat of –uitlaat ontstoppen
3. Alle deuren en ramen sluiten en direct zon-
licht vermijden
4. Contact opnemen met de producent of verko-
per
ER LOOPT WATER UIT HET APPARAAT
Mogelijke oorzaken
1. Het apparaat is gekanteld
2. De waterafvoer is verstopt
Oplossing
1. Het apparaat waterpas zetten
2. Waterafvoer ontstoppen
HET APPARAAT MAAKT EEN RAAR GE-
LUID
Mogelijke oorzaken
1. Het apparaat bevindt zich in een instabiele
positie
2. Het lter is verstopt
Oplossing
1. Het apparaat in een stabiele positie plaatsen
2. Filter schoonmaken
Indien de bovengenoemde storingen niet
kunnen worden verholpen, dient contact te wor-
den opgenomen met de leverancier of de verko-
per. Voer eventuele reparaties nooit zelfstandig
uit (dit geldt niet voor het schoonmaken van de
lter).
Tijdens het opstarten en uitschakelen van het
apparaat zijn geluiden die worden veroorzaakt
door de circulatie van het koelmiddel normaal
en dienen niet als een storing te worden be-
schouwd.
Het is normaal dat er warme lucht uit de lucht-
uitlaat wordt geblazen.
STORINGSCODE
Het apparaat analyseert de storingen automa-
tisch en de storingscode verschijnt op de dis-
play.
STORINGSCODE E1
Vochtigheidssensor
STORINGSCODE E2
Koelsysteemsensor
STORINGSCODE E5
Fasebeveiliging
BG
CZ
DE
DK
EE
ES
FI
FR
GB
HR
HU
IT
LT
LV
NL
NO
PL
RO
RU
SE
SI
SK
UA
SE
SI
SK
TR
UA

Documenttranscriptie

BG CZ DE DK EE 1... 2... 3... 4... 5... 6... INHOUDSOPGAV INSTRUCTIES VÓÓR HET GEBRUIK CONFIGURATIE BEDIENING ONDERHOUD EN VEILIGHEID INFORMATIE BETREFFENDE GEBRUIK VERHELPEN VAN STORINGEN ES FI DE UITRUSTING IS VERZEGELD EN GEFLUOREERDE BROEIKASGASSEN BEVAT DIE VALFR LEN ONDER HET PROTOCOL VAN KYOTO. DE “GWP” IS OPGENOMEN IN DE “TECHNIGB SCHE SPECIFICATIES”. HR HU IT LT LV NL NO PL RO RU SE SI ►►► 1. INSTRUCTIES VÓÓR HET GEBRUIK ►►transporteer de luchtontvochtiger altijd in staande positie ►►Schakel het apparaat nooit uit door aan de kabel te trekken. ►►Zet het apparaat nooit aan en schakel het nooit uit door de stekker uit het stopcontact te trekken. ►►Wees voorzichtig bij het verplaatsen van het apparaat en zorg ervoor dat de kabel niet wordt beschadigd. ►►Steek geen vingers of andere voorwerpen in het rooster. ►►Laat kinderen niet op het apparaat klimmen, staan of zitten. ►►Haal altijd eerst de stekker uit het stopcontact alvorens onderhouds- of reparatiewerkzaamheden uit te voeren. TR LET OP: LAAT ALLE EVENTUELE REPARATIES EN ONDERHOUD ALTIJD UITVOEREN DOOR EEN ERKEND SERVICEMONTEUR. ►►Zorg ervoor dat het apparaat is geaard. ►►Gebruik het apparaat niet in een gesloten ruimte zonder vrije luchtcirculatie. ►►Volg de instructies in deze handleiding altijd op. ►►Het toestel bevat geen watertank en daarom moet u zelf zorgen voor een goede condensafvoer. UA OMSCHRIJVING VAN HET PRODUCT SK UA SE SI SK De luchtontvochtiger regelt de relatieve vochtigheid in afgesloten ruimtes, verbetert de kwaliteit van het leefklimaat evenals de omstandigheden voor het opslaan van producten. Dankzij het elegante ontwerp, compacte vorm, hoge kwaliteit en eenvoudig gebruik wordt deze luchtontvochtiger gebruikt in wetenschappelijk onderzoek, industrie, transport, medische zorg, meetapparatuur, winkels, ondergrondse ruimtes, computerwinkels, archieven, magazijnen, badkamers, enz. Dankzij de luchtontvochtiger worden allerlei toestellen, meetapparatuur, computers, communicatieapparatuur, medicijnen en archieven beschermd tegen vochtschade, zoals schimmel.. ►►► 2. CONFIGURATIE ►►Luchtontvochtiger FIG. 1 1. Bedieningspaneel 2. Luchtinlaatrooster met filter 3. Handgreep 4. Wiel 5. Waterafvoerslang 6. Luchtuitlaatrooster ►►Bedieningspaneel FIG. 2 1. display van de vochtigheidsgraad 2. bedrijfslampje 3. ontdooilampje 4. geheugenlampje 5. geheugen 6. vochtigheid omhoog 7. vochtigheid omlaag 8. AAN/UIT knop ►►► 3. BEDIENING WIJZING KNOPPEN: GEBRUIKSAAN- ►►AAN/UIT: Druk op de knop AAN/UIT. Het apparaat werkt in de cyclus: „AAN-UIT-AAN”. ►►Vochtigheid omhoog/omlaag: Druk eenmaal op de knop “Vochtigheid omhoog” of “Vochtigheid omlaag” om het vochtigheidsgehalte met 1% te laten stijgen of dalen. Houd de knop gedurende 1,5 seconde ingedrukt om de percentagewaarde met 5% per seconde te doen stijgen of dalen. ►►Geheugenknop: Druk op de geheugenknop (het geheugenlampje zal gaan branden) om de geheugenfunctie te activeren voor wanneer het apparaat wordt uitgeschakeld. Druk nogmaals of de geheugenknop en het lampje zal uitgaan en de geheugenfunctie zal worden gedeactiveerd. HET APPARAAT AANZETTEN: ►►Steek de netstekker in het stopcontact. Het apparaat zal een kort geluid maken. ►►Druk op de knop “ON/OFF”. Het bedrijfslampje zal aangaan en de en de display van de vochtigheidsgraad zal de eerder ingestelde vochtigheidsgraad laten zien. De begininstelling van de vochtigheidsgraad is 60%. Na 3 seconden zal de display van de vochtigheidsgraad de werkelijke vochtigheidsgraad laten zien. ►►Gebruik de pijltjes omlaag en omhoog om de gewenste vochtigheidsgraad in te stellen. Indien de ingestelde vochtigheidsgraad 3% lager is dan de werkelijke vochtigheidsgraad, dan werkt het apparaat en indien de ingestelde vochtigheidsgraad 3% hoger is dan de werkelijke vochtigheidsgraad, dan stopt het apparaat met werken. ►►Indien de ingestelde vochtigheidsgraad lager is dan 30% werk het apparaat onafgebroken en staat er “CO” op de display. LET OP: Het toestel is uitgerust met een fasebeveiliging. Indien de fasedraden van het stopcontact waar het toestel op wordt aangesloten in de verkeerde volgorde zitten, dan zal op de luchtvochtigheidsdisplay het symbool E5 verschijnen, en de knoppen op het bedieningspaneel zullen inactief zijn. De fasedraden van het stopcontact moeten dan omgewisseld worden en het toestel moet opnieuw worden gestart. Deze handeling dient te worden uitgevoerd door een elektricien of persoon die bevoegd is om te werken met elektrische installaties. HET APPARAAT UITSCHAKELEN: ►►Druk op de knop “ON/OFF” tijdens de werking van het apparaat. Het apparaat zal worden uitgeschakeld en alle lampjes en de display zul- len uitgaan. BG CZ LET OP: ►►Indien de ingestelde vochtigheidsgraad hoger is dan de werkelijke vochtigheidsgraad, dan DE zal het apparaat niet werken. ►►Gedurende het ontvochtigingsproces moeten DK de ventilatormotor en de compressor minstens 3 minuten werken na het starten. De luchtont- EE vochtiger mag niet eerder dan na drie minuten ES na het uitschakelen weer wordt aangezet. ►►Bij lage temperaturen zal de luchtontvochtiFI ger automatisch naar de ontdooistand omschakelen. Tijdens het ontdooien gaat het ontdooi- FR lampje aan. De compressor werkt en de ventilator stopt. GB ►►Indien de geheugenknop wordt ingedrukt, wordt de werkelijke vochtigheidsgraad opge- HR slagen, zelfs wanneer het apparaat wordt uitgeschakeld. Bij het opnieuw opstarten, zal het HU apparaat werken volgens de opgeslagen instelIT lingen. ►►De display van de vochtigheidsgraad laat een LT vochtigheidsgraad van 30% tot 90% zien. ►►Als u de luchtontvochtiger gedurende een langere periode niet gebruikt, haal dan altijd de LV stekker uit het stopcontact. NL ►►► 4. ONDERHOUD EN VEILIGHEID NO ►►FIG. 3 Gebruik geen verlengsnoer of stekkerdoos. Dit PL kan leiden tot brandgevaar, straling of een elekRO trische schok. RU ►►FIG. 4 Gebruik de luchtontvochtiger niet in de buurt SE van een verwarming of een andere hittebron. Dit kan namelijk leiden tot het smelten van het SI apparaat en zelfs ontbranding ervan. SK ►►FIG. 5 Gebruik de luchtontvochtiger niet buitenshuis UA (in de zon, wind of regen). Het apparaat is uitSE sluitend geschikt voor gebruik binnenshuis SI ►►FIG. 6 Indien er zich problemen voordoen (bijvoorbeeld een brandlucht), dient het apparaat meteen te SK worden uitgeschakeld en de stekker uit het te worden stopcontact gehaald. Anders kan dit lei- TR den tot brandgevaar, een elektrische schok of UA andere problemen. BG ►►FIG. 7 Gebruik het apparaat niet op plekken waar het bloot kan worden gesteld aan chemische midDE delen. Dit kan het apparaat beschadigen en leiden tot een lekkage. DK ►►FIG. 8 Als u de luchtontvochtiger gedurende een lanEE gere periode niet gebruikt, haal dan altijd de stekker uit het stopcontact. CZ ES ►►FIG. 9 Haal altijd eerst de stekker uit het stopcontact voordat u het apparaat of een onderdeel ervan FR wilt reinigen. Anders bestaat er risico op een GB elektrische schok. FI ►►FIG. 10 Gebruik het toestel niet als de omgevingstemHU peratuur lager is dan 0oC. HR ►►FIG. 11 Voer eventuele reparaties nooit zelfstandig uit. LT Dit kan leiden tot brandgevaar of een elektrische schok. IT LV ►►FIG. 12 Zorg ervoor dat de luchtontvochtiger stabiel staat. Indien het apparaat omvalt, zal er water NO uit te watertank lekken en schade veroorzaken. Bovendien kan dit leiden tot brandgevaar of een PL elektrische schok. NL RO ►►FIG. 13 RU Bescherming van filter. Als u de luchtontvochtiger gedurende een langere periode niet geSE bruikt, bewaar het filter in een plastic zak. ►►FIG. 14 Gebruik de luchtontvochtiger niet in de buurt SK van water. Indien er water het apparaat binnendringt, kan dit leiden tot schade, brandgevaar of UA een elektrische schok SI SE ►►FIG. 15 De luchtontvochtiger is uitsluitend geschikt voor SI een aansluitspanning van 220-240V/~50Hz. Een verkeerde netspanning kan leiden tot SK brandgevaar of een elektrische schok. TR ►►FIG. 16 Let er op dat de netkabel niet wordt beschadigd. UA Plaats geen zware voorwerpen op de kabel, verhit de kabel niet en trek er niet aan. Dit kan leiden tot brandgevaar of een elektrische schok. ►►FIG. 17 Maak de stekker goed schoon alvorens deze aan te sluiten en druk deze goed aan in het stopcontact. Indien de stekker niet goed wordt aangedrukt, kan dit leiden tot een elektrische schok. ►►FIG. 18 Gebruik de stekker niet als een AAN/UIT knop. Dit kan namelijk leiden tot brandgevaar of een elektrische schok. ►►► 5. INFORMATIE BETREFFENDE GEBRUIK ►►Kantel de luchtontvochtiger niet meer dan 45° tijde ns transport, anders kan de compressor beschadigd raken. ►►De luchtontvochtiger dient in temperaturen tussen de 5°C en 32°C te worden gebruikt. ►►Tijdens gebruik van de luchtontvochtiger zal de temperatuur van de omgeving (kamer) stijgen met 1 °C - 3°C vanwege de warmte die door d e werking van de compressor wordt geproduceerd. Dit is normaal. ►►Indien de temperatuur van de omgeving (kamer) lager is dan 10°C en het vochtigheidsgehalte laag is, dan is een luchtontvochtiger overbodig. ►►De luchtinlaat en –uitlaat dienen zicht minstens op een afstand van 10 cm van de muur bevinden. ►►Ter ondersteuning van het ontvochtigingsvermogen sluit de ramen en deuren in de ruimte waarin de luchtontvochtiger wordt gebruikt. ►►Indien het filter vuil of geblokkeerd is, daalt het ontvochtigingsvermogen en dit kan zelfs leiden tot een incorrecte werking van de luchtontvochtiger. Daarom is het raadzaam om het filter minstens één keer per maand schoon te maken. Indien er zich veel stof in de lucht bevindt, is het raadzaam om het filter wekelijks of zelfs dagelijks schoon te maken. Reinig het filter met een stofzuiger of klop deze voorzichtig uit. Het filter kan ook met een warm sopje met een zacht (niet agressief) schoonmaakmiddel worden uitgespoeld (<40°C). Zorg ervoor dat het filter compleet droog is. ►►► 6. VERHELPEN VAN STORINGEN HET APPARAAT WERKT NIET ►►Mogelijke oorzaken 1. Geen stroomtoevoer 2. Het apparaat staat uit 3. De stekker zit niet in het stopcontact 4. Doorgebrande zekering ►►Oplossing 1. Elektriciteit aansluiten 2. Apparaat aanzetten 3. Stekker in het stopcontact steken 4. Zekering vervangen HET APPARAAT ONTVOCHT NIET OF SLECHTS HEEL WEINIG ►►Mogelijke oorzaken 1. Het filter is verstopt 2. De luchtinlaat of –uitlaat is verstopt 3. Open deuren of ramen 4. Lekkage van koelmiddel ►►Oplossing 1. Filter schoonmaken 2. De luchtinlaat of –uitlaat ontstoppen 3. Alle deuren en ramen sluiten en direct zonlicht vermijden 4. Contact opnemen met de producent of verkoper ER LOOPT WATER UIT HET APPARAAT ►►Mogelijke oorzaken 1. Het apparaat is gekanteld 2. De waterafvoer is verstopt ►►Oplossing 1. Het apparaat waterpas zetten 2. Waterafvoer ontstoppen HET APPARAAT MAAKT EEN RAAR GELUID ►►Mogelijke oorzaken 1. Het apparaat bevindt zich in een instabiele positie 2. Het filter is verstopt ►►Oplossing 1. Het apparaat in een stabiele positie plaatsen 2. Filter schoonmaken ►►Indien de bovengenoemde storingen niet kunnen worden verholpen, dient contact te worden opgenomen met de leverancier of de verko- per. Voer eventuele reparaties nooit zelfstandig BG uit (dit geldt niet voor het schoonmaken van de CZ filter). ►►Tijdens het opstarten en uitschakelen van het apparaat zijn geluiden die worden veroorzaakt DE door de circulatie van het koelmiddel normaal en dienen niet als een storing te worden be- DK schouwd. ►►Het is normaal dat er warme lucht uit de lucht- EE uitlaat wordt geblazen. ES STORINGSCODE FI Het apparaat analyseert de storingen automatisch en de storingscode verschijnt op de dis- FR play. STORINGSCODE E1 ►►Vochtigheidssensor STORINGSCODE E2 ►►Koelsysteemsensor STORINGSCODE E5 ►►Fasebeveiliging GB HR HU IT LT LV NL NO PL RO RU SE SI SK UA SE SI SK TR UA
  • Page 1 1
  • Page 2 2
  • Page 3 3
  • Page 4 4
  • Page 5 5
  • Page 6 6
  • Page 7 7
  • Page 8 8
  • Page 9 9
  • Page 10 10
  • Page 11 11
  • Page 12 12
  • Page 13 13
  • Page 14 14
  • Page 15 15
  • Page 16 16
  • Page 17 17
  • Page 18 18
  • Page 19 19
  • Page 20 20
  • Page 21 21
  • Page 22 22
  • Page 23 23
  • Page 24 24
  • Page 25 25
  • Page 26 26
  • Page 27 27
  • Page 28 28
  • Page 29 29
  • Page 30 30
  • Page 31 31
  • Page 32 32
  • Page 33 33
  • Page 34 34
  • Page 35 35
  • Page 36 36
  • Page 37 37
  • Page 38 38
  • Page 39 39
  • Page 40 40
  • Page 41 41
  • Page 42 42
  • Page 43 43
  • Page 44 44
  • Page 45 45
  • Page 46 46
  • Page 47 47
  • Page 48 48
  • Page 49 49
  • Page 50 50
  • Page 51 51
  • Page 52 52
  • Page 53 53
  • Page 54 54
  • Page 55 55
  • Page 56 56
  • Page 57 57
  • Page 58 58
  • Page 59 59
  • Page 60 60
  • Page 61 61
  • Page 62 62
  • Page 63 63
  • Page 64 64
  • Page 65 65
  • Page 66 66
  • Page 67 67
  • Page 68 68
  • Page 69 69
  • Page 70 70
  • Page 71 71
  • Page 72 72
  • Page 73 73
  • Page 74 74
  • Page 75 75
  • Page 76 76
  • Page 77 77
  • Page 78 78
  • Page 79 79
  • Page 80 80
  • Page 81 81
  • Page 82 82
  • Page 83 83
  • Page 84 84
  • Page 85 85
  • Page 86 86
  • Page 87 87
  • Page 88 88
  • Page 89 89
  • Page 90 90
  • Page 91 91
  • Page 92 92
  • Page 93 93
  • Page 94 94
  • Page 95 95
  • Page 96 96
  • Page 97 97
  • Page 98 98
  • Page 99 99
  • Page 100 100
  • Page 101 101
  • Page 102 102
  • Page 103 103
  • Page 104 104
  • Page 105 105

Master DH 7160 7220 E2017R3 de handleiding

Type
de handleiding