Documenttranscriptie

Gebruikershandleiding Introductie Belangrijke veiligheidsinformatie Dit gedeelte bevat belangrijke informatie voor veilig en effectief gebruik van dit product. De symbolen in deze handleiding zijn onderverdeeld volgens hun mate van belangrijkheid, zoals hieronder beschreven. Lees het onderstaande zorgvuldig voordat u het product gebruikt. Waarschuwing Dit geeft aan dat het negeren van de informatie kan leiden tot de dood of persoonlijk letsel door onjuist gebruik. Let op Dit geeft aan dat het negeren van de informatie kan leiden tot persoonlijk letsel of fysieke schade door onjuist gebruik. Waarschuwing • Kan elektromagnetische storing en defecten veroorzaken bij pacemakers. Controleer vóór u dit product gebruikt of er geen personen met pacemakers in de nabijheid zijn. • Kan elektromagnetische storing en defecten veroorzaken bij gevoelige medische apparatuur. Controleer vóór u dit product gebruikt of er geen gevoelige medische apparatuur in de nabijheid is. • Gebruik van dit apparaat in een vliegtuig kan in sommige landen aan beperkingen onderhevig zijn. Controleer vóór u dit product gebruikt of er in het vliegtuig geen beperkingen gelden voor dit apparaat. 17 NL Dit product is een Wireless LAN Cable Set voor EPSON TM Intelligent Printers. Raadpleeg de handleiding van uw printer om uzelf ervan te verzekeren dat dit product gebruikt kan worden met uw printer. Deze handleiding biedt informatie over de installatie en fundamentele werking om veilig en correct gebruik van dit product mogelijk te maken. Lees deze handleiding zorgvuldig door en bewaar het op een goed toegankelijke plaats, zodat u eventuele problemen snel kunt oplossen.  • Probeer niet zelf het product te repareren. Onjuist uitgevoerde reparaties kunnen gevaar veroorzaken. • Dit product niet demonteren of wijzigen. Wijzigen van dit product kan letsel of brand veroorzaken. Let op • • Dit product is alleen bedoeld voor gebruik binnenshuis. Dit product mag alleen worden gebruikt met EPSON TM Intelligent Printers. Als dit product wordt geïnstalleerd in een ander apparaat kan dit leiden tot een computerstoring, beschadiging of defect. • • Om te voldoen aan de conformiteitvereisten voor blootstelling aan radiofrequente straling, moet er op ieder moment een afstand van ten minste 20 cm bewaard blijven tussen de antenne van dit product en mensen in de omgeving. Opslag in een omgeving met een hoge temperatuur of luchtvochtigheid wordt afgeraden. Bij langdurige plaatsing in een voertuig met de ramen dicht of op plaatsen met zeer hoge temperaturen (in de volle zon bijvoorbeeld) kunnen schade en vervormingen optreden. • Niet nat laten worden. Dit kan tot defecten leiden. • Niet gebruiken in de buurt van een magnetron. De elektromagnetische storing van een magnetron kan de draadloze communicatie onderbreken. • Niet laten vallen, niet blootstellen aan schokken en er geen zware voorwerpen op plaatsen. Voorzorgsmaatregelen Wettelijke voorschriften Het volgende is wettelijk verboden. • Het aanbrengen van modificaties in en demonteren van het apparaat (inclusief antenne). • Het verwijderen van het conformiteitslabel. 18  (Belangrijke informatie over de rechten (privacy) van de klant) Het voordeel van een draadloos netwerk ten opzichte van een vast netwerk is dat u altijd gemakkelijk verbinding kunt maken als u binnen het bereik van het draadloze netwerk valt. Een nadeel is echter dat elektromagnetische signalen door bepaalde hindernissen (muren bijvoorbeeld) heen kunnen, zodat de volgende problemen kunnen optreden als niet de juiste voorzorgsmaatregelen worden getroffen. • Onderscheppen van verzonden gegevens Onbevoegden zouden uw draadloze communicatie kunnen ontvangen en hier persoonlijke gegevens uit af kunnen leiden, zoals gebruikersnamen, wachtwoorden, creditcardnummers of de inhoud van e-mailberichten. • Ongeoorloofd gebruik van het netwerk Onbevoegden zouden uw persoonlijke netwerk of het intranet van uw bedrijf kunnen gebruiken om: - persoonlijke gegevens of andere vertrouwelijke informatie op te zoeken (uitlekken van informatie); - zich voor te doen als een andere gebruiker en ongepaste gegevens te verzenden (imitatie); - onderschepte gegevens te overschrijven en opnieuw te verzenden (vervalsing); - een computervirus te installeren dat gegevensverlies of een systeemcrash kan veroorzaken (schade). In eerste instantie wordt de kans op dergelijke problemen met de beveiliging van de draadloze LAN-eenheid beperkt doordat de draadloze LAN-kaart en het toegangspunt voorzien zijn van veiligheidsmaatregelen tegen dergelijke problemen. Wij raden u echter aan om dit apparaat goed in te stellen en verder naar eigen goeddunken te gebruiken. U bent zelf verantwoordelijk voor problemen die zich kunnen voordoen als u de beveiliging niet goed instelt. Opmerking voor instellen SSID (Service Set Identifier) Voor bescherming van de veiligheid, neem de volgende veiligheidsmaatregelen in acht tijdens het instellen van de SSID. • Verander de standaard SSID instelling. • Gebruik geen tekst waardoor de gebruiker geïdentificeerd kan worden als de SSID. Opmerking voor instellen cryptografische sleutel Voor bescherming van de veiligheid, neem de volgende veiligheidsmaatregelen in acht tijdens het instellen van de cryptografische sleutel. • Voorkom waar mogelijk het gebruik van woorden uit een woordenboek. • Combineer letters, cijfers en symbolen zonder enige betekenis. • Gebruik combinaties die bestaan uit minimaal 13 tekens of meer, of waar mogelijk 20 tekens of meer. 19 NL Beveiliging van draadloze netwerken  Ondersteunde producten Dit product kan worden gebruikt met de volgende producten die voldoen aan IEEE 802.11b, 802.11g en 802.11n. • Computers met ingebouwde voorzieningen voor een draadloos netwerk • Toegangspunten De beschikbare communicatiefuncties kunnen echter beperkt worden door de specificaties van het aangesloten apparaat. Uitpakken Kijk of de volgende onderdelen zijn meegeleverd. Neem contact op met de leverancier als er onderdelen beschadigd zijn. ❑ Draadloze LAN-eenheid ❑ USB verlengkabel ❑ Dubbelzijdige Tape (1 paar, 2 stukken) ❑ Rubberen bescherming ❑ Gebruikershandleiding (deze handleiding) De draadloze LAN-eenheid aansluiten Om de draadloze LAN-eenheid op de printer aan te sluiten, kunt u hem rechtstreeks aansluiten of met gebruik van de USB verlengkabel. Wanneer het aansluiten van de draadloze LAN-eenheid problemen veroorzaakt met andere kabels of een slechte communicatie-situatie veroorzaakt, gebruik dan de meegeleverde USB verlengkabel. De module rechtstreeks aansluiten op de printer Steek de draadloze LAN-eenheid in een USB poort van de printer. De positie van de USB poort varieert per printer. Raadpleeg voor meer details de gebruikershandleiding van de printer. Draadloze LAN-eenheid USB poort 20  De USB verlengkabel gebruiken 1. Bevestig de meegeleverde rubberen bescherming aan de connector van de USB verlengkabel, aan de kant waar de draadloze LAN-eenheid bevestigd zal worden, om te voorkomen dat de module los gaat. 2. Steek de draadloze LAN-eenheid in de connector van de kabel. Let op: NL Pas de positie van de rubberen bescherming zo aan dat de beschrijving op de achterkant van de draadloze LAN-eenheid niet bedekt is. USB verlengkabel Rubberen bescherming Draadloze LAN-eenheid 3. Steek de USB verlengkabel in de USB poort van de printer. 21  Als u de draadloze LAN-eenheid wilt vastmaken, snij dan de meegeleverde dubbelzijdige tape op maat en plak het op de eenheid, plak de eenheid op een plaats waar het goed kan communiceren. Dubbelzijdige tape Verbinding maken met het netwerk Raadpleeg voor het aansluiten van de TM Intelligent printer op het netwerk met dit product de gebruikershandleiding meegeleverd met de printer. Indicaties op de draadloze LAN-eenheid De positie van de draadloze LAN indicator is afgebeeld in de afbeelding hieronder. Draadloze LAN indicator : Knipperend : Uit Status Indicator voor draadloos LAN De draadloze LAN-eenheid is niet op de printer aangesloten. Of de voeding van de printer staat UIT. De draadloze LAN-eenheid is op de printer aangesloten en in bedrijf. Groen De draadloze LAN-eenheid is op de printer aangesloten en in bedrijf Deze eenheid communiceert op het netwerk. Groen (snel knipperend) 22