Bosch MUM9AX5S00, MUM9AX5S00/01, MUM9YT5S24/01, MUM9YX5S12/01, OptiMUM Series Handleiding

  • Hallo! Ik ben een AI-chatbot die speciaal is getraind om je te helpen met de Bosch MUM9AX5S00 Handleiding. Ik heb het document al doorgenomen en kan je duidelijke en eenvoudige antwoorden geven.
79
nl
Bestemming van het apparaat
Bestemming van het apparaat
Dit apparaat is alleen bestemd voor huishoudelijk gebruik en
de huiselijke omgeving. Gebruik het apparaat uitsluitend voor
verwerkingshoeveelheden en -tijden die gebruikelijk zijn in het
huishouden. Toegestane maximumhoeveelheden niet overschrijden.
X “Recepten” zie pagina 91
Het apparaat is geschikt voor het mixen, kneden en kloppen van
levensmiddelen. Het apparaat mag niet worden gebruikt om andere
substanties of voorwerpen te verwerken. Bij gebruik van door
de fabrikant goedgekeurde andere accessoires zijn aanvullende
toepassingen mogelijk. Het apparaat uitsluitend met goedgekeurde
originele onderdelen en accessoires gebruiken. Het toebehoren
nooit voor andere apparaten gebruiken.
Gebruik het apparaat alleen binnenshuis bij kamertemperatuur en
tot 2000 m boven de zeespiegel.
Belangrijke veiligheidsinstructies
Lees de gebruiksaanwijzing zorgvuldig door, houd u eraan en
bewaar hem goed! Als u dit apparaat aan iemand anders geeft,
lever dan ook deze gebruiksaanwijzing mee. Bij niet-naleving van
de aanwijzingen voor het juiste gebruik van het apparaat is de
fabrikant niet aansprakelijk voor daaruit resulterende schade.
Dit apparaat mag door personen met verminderde lichamelijke,
zintuiglijke of geestelijke vermogens of gebrek aan ervaring en/of
kennis worden gebruikt indien dit onder toezicht gebeurt of indien
zij over het veilige gebruik van het apparaat zijn geïnstrueerd en de
hieruit voortvloeiende gevaren hebben begrepen. Kinderen moeten
van het apparaat en aansluitsnoer worden weggehouden en mogen
het apparaat niet bedienen. Kinderen mogen niet met het apparaat
spelen. Reiniging en gebruikersonderhoud mogen niet door
kinderen worden uitgevoerd.
W Gevaar voor elektrische schokken en brand!
Het apparaat mag uitsluitend via een conform de voorschriften
geïnstalleerd stopcontact met randaarde op een stroomnet met
wisselstroom worden aangesloten. Overtuig u ervan dat het
randaardesysteem van de elektrische huisinstallatie conform de
elektrotechnische voorschriften is geïnstalleerd.
Het apparaat uitsluitend aansluiten en gebruiken volgens de
gegevens op het typeplaatje. Alleen gebruiken wanneer het
aansluitsnoer en het apparaat niet beschadigd zijn. Om gevaren
te vermijden, mogen reparaties aan het apparaat, zoals het
vervangen van een beschadigd aansluitsnoer, uitsluitend worden
uitgevoerd door onze service.
80
nl Belangrijke veiligheidsinstructies
Het apparaat nooit aansluiten op een tijdschakelaar of op een op
afstand bedienbaar stopcontact. Tijdens het gebruik altijd toezicht
houden op het apparaat!
Het apparaat niet neerzetten op of in de buurt van hete
oppervlakken, zoals fornuisplaten. Het netsnoer niet met hete
delen in aanraking brengen of over scherpe randen trekken.
Het basisapparaat niet in water dompelen en niet in de
vaatwasser doen. Gebruik geen stoomreiniger. Het apparaat niet
met vochtige handen gebruiken.
Het apparaat moet na ieder gebruik, als er geen toezicht
aanwezig is, voor de montage, demontage of reiniging en bij
storingen altijd van het net worden gescheiden.
W Gevaar voor letsel!
Voordat u toebehoren of hulpstukken vervangt die bewegen
tijdens het gebruik, moet het apparaat worden uitgeschakeld en
worden losgemaakt van het stroomnet.
Niet in de behuizing grijpen bij het omlaag bewegen van de
draaiarm om te voorkomen dat vingers of handen worden
ingeklemd. Verstel de draaiarm niet wanneer het apparaat
ingeschakeld is.
Hulpstukken alleen gebruiken als de kom is geplaatst, het
deksel is aangebracht en het aandrijvingsbeschermdeksel is
geplaatst! Bij gebruik van toebehoren de kom, het deksel en
het aandrijvingsbeschermdeksel volgens de gebruiksaanwijzing
aanbrengen!
Tijdens het gebruik nooit met de handen in de kom of in de
vulopening grijpen. Geen voorwerpen (bijv. kooklepel) in de kom
of de vulopening steken. Handen, haren, kleding en andere
voorwerpen op een afstand houden van roterende delen. Na
het uitschakelen loopt de aandrijving nog even na. Wacht tot de
aandrijving geheel stilstaat.
Hulpstukken nooit gelijktijdig met een of 2 toebehoren gebruiken.
Neem bij gebruik van toebehoren zowel deze als ook de
bijgevoegde gebruiksaanwijzingen in acht.
Bij gebruik van toebehoren de kleurmarkering op het toebehoren
en de aandrijving in acht nemen.
81
nl
Belangrijke veiligheidsinstructies
W Verstikkingsgevaar!
Laat kinderen niet met verpakkingsmateriaal spelen.
W Attentie!
Wij adviseren u het apparaat niet langer ingeschakeld te laten
dan nodig is voor het verwerken van de levensmiddelen. Niet
onbelast laten lopen.
Het werkvlak moet goed toegankelijk, vochtbestendig, vast,
vlak, droog en voldoende groot zijn om schade door spatten te
voorkomen en ongehinderd te kunnen werken.
W Belangrijk!
Na elk gebruik of als u het apparaat langere tijd niet hebt gebruikt,
dient u het altijd grondig te reinigen. X “Reiniging en verzorging”
zie pagina 91
Hartelijk gefeliciteerd met de aankoop
van uw nieuwe Bosch-apparaat. Meer
informatie over onze producten vindt u
op onze internetsite.
Inhoud
Bestemming van het apparaat..................79
Belangrijke veiligheidsinstructies ..............79
In één oogopslag ......................................82
Voor het eerste gebruik ............................82
Onderdelen en bedieningselementen.......82
Voorbereiding ...........................................85
Basisinstellingen ....................................... 85
Gebruik zonder extra functies...................86
Gebruik van de tijd- en de timerfunctie ..... 87
Gebruik van SensorControl Plus ..............88
Gebruik van de weegschaal .....................89
Gebruik van toebehoren ...........................90
Reiniging en verzorging ............................ 91
Recepten ..................................................91
Fijne instelling van de hulpstukken ...........93
Beveiligingssystemen ...............................93
Afval..........................................................93
Garantie .................................................... 94
Hulp bij storingen ...................................... 94
Toebehoren...............................................96
82
nl In één oogopslag
Voor het eerste gebruik
Voordat het nieuwe apparaat kan worden
gebruikt, moet dit volledig uitgepakt,
gereinigd en gecontroleerd worden.
Attentie!
Een beschadigd apparaat nooit in bedrijf
nemen!
Het basisapparaat en alle toebehoren
uit de verpakking nemen en het
aanwezige verpakkingsmateriaal
verwijderen.
Alle onderdelen op volledigheid en
zichtbare beschadigingen controleren.
X Afbeelding A
Voor het eerste gebruik alle delen
grondig reinigen en drogen.
X “Reiniging en verzorging” zie
pagina 91
Onderdelen en
bedieningselementen
Kleurmarkering
De aandrijvingen van het basisapparaat
hebben verschillende kleuren (zwart, geel
en rood). Deze kleurmarkering vindt u ook
op het toebehoren. Gebruik dit toebehoren
uitsluitend aan de aandrijving met dezelfde
kleur.
Aandrijvingen
X Afbeelding A
Het apparaat beschikt over 3 verschillende
aandrijvingen.
Hoofdaandrijving, zwart (4)
Voor het gebruik van de
hulpstukken of voor het gebruik
van toebehoren met een haakse
overbrenging.
Voorste aandrijving, geel (5)
Voor het gebruik van toebehoren
met een geel verbindingsstuk.
Achterste aandrijving, rood (6)
Voor het gebruik van toebehoren
met een rood verbindingsstuk.
In één oogopslag
De pagina’s met afbeeldingen uitklappen.
X Afbeelding A
Basisapparaat
1 Draaischakelaar
a Lichtring (gebruiksindicatie)
b Instelschaal
2 Ontgrendelknop
3 Draaiarm
4 Hoofdaandrijving (zwart)
a Opening voor het aanbrengen van de
hulpstukken
5 Voorste aandrijving (geel)
a Aandrijvingsbeschermdeksel
6 Achterste aandrijving (rood)
a Aandrijvingsbeschermdeksel
7 Snoeropbergvak of snoeroproller*
8 Uitsparingen voor de kom
Bedieningspaneel
9 Functietoetsen
a Functiekeuzetoetsen*
b Insteltoetsen
10 Display
Kom
11 Roestvrijstalen kom
12 Deksel
a Vulopening
Hulpstukken
13 Roergarde “Pro Flexi”
a Beschermkap
b Hevel voor het verwijderen van de
hulpstukken
14 Professionele garde
a Beschermkap
b Hevel voor het verwijderen van de
hulpstukken
15 Kneedhaken
a Beschermkap
b Hevel voor het verwijderen van de
hulpstukken
* afhankelijk van het model
N.B.: afhankelijk van het model wordt uw
keukenmachine met meer toebehoren
geleverd.
83
nl
Onderdelen en bedieningselementen
Aandrijvingsbeschermdeksel (5a en 6a)
Voor het afdekken van aandrijvingen die
niet worden gebruikt.
Meer informatie: X “Toebehoren” zie
pagina 96
Display
X Afbeelding A
Op het display worden instellingen, informa-
tie, foutmeldingen en waarden weergege-
ven. Lange teksten lopen hierbij van rechts
naar links om ze volledig weer te geven.
Voorbeeld:
GISTDEEG
ZET KNOP OP M /A
GISTDEEG
T KNOP OP M/A
De taal waarin de teksten weergegeven
worden, kan gewijzigd worden.
X “Basisinstellingen” zie pagina 85
Functietoetsen
X Afbeelding A
Het toestel bezit 3 tot 5 functietoetsen
(afhankelijk van het model) waarmee
bijzondere aanvullende functies en
automatische programma’s gekozen en
ingesteld worden.
Toetsen
D*
SensorControl Plus /
programmaselectie
A*
Timer / selectie / vorige
C*
Weegschaal / tarra
-
Selectie / waarden verminderen
+
Selectie / waarden verhogen
* afhankelijk van het model
Aanwijzing: De toetsen worden door
licht aanraken met de vinger bediend. Het
dragen van keukenhandschoenen kan de
functie van de toetsen beïnvloeden. Het
bedienen met voorwerpen (bijv. kooklepel)
is niet mogelijk.
Draaischakelaar met
lichtring
X Afbeelding B
Met de draaischakelaar wordt
de gewenste snelheid geselecteerd, een
automatisch programma gestart of het
apparaat uitgeschakeld. Tijdens het gebruik
brandt de geïntegreerde lichtring. Bij een
fout bij de bediening van het apparaat, een
activering van de elektronische zekeringen
en een apparaatdefect kan het apparaat
niet meer worden ingeschakeld en de
lichtring brandt.
Instellingen
ü De instelling ü heeft
verschillende functies:
Zonder automatisch programma
= M: Momentschakeling met het
hoogste toerental / snel. Schakelaar
gedurende de gewenste tijd
vasthouden.
Met automatisch programma = A:
Automatische regeling van de duur.
Na activering van het automatische
programma de schakelaar op ü
zetten en kort ingedrukt houden.
De schakelaar blijft op ü staan
en springt na het beëindigen van
het automatische programma
opnieuw op y. Het apparaat is
uitgeschakeld.
X “Gebruik van
SensorControl Plus” zie
pagina 88
y
Stop / Uitschakelen
z
Functie “Mengen“ op laagste
toerental / zeer langzaam.
1...7 Snelheidsstanden
1: laag toerental / langzaam
7: hoogste toerental / snel
84
nl Onderdelen en bedieningselementen
Hulpstukken
X Afbeelding A
Roergarde “Pro Flexi”
Voor het roeren van deeg, bijv.
roerdeeg of mousse.
Voor het omroeren van geklopt
eiwit of room.
Professionele garde
Voor het kloppen van eiwit,
slagroom en dun deeg, bijv.
biscuitdeeg.
Kneedhaak
Voor het kneden van zwaar
deeg (bijv. gistdeeg) en voor het
omroeren van ingrediënten die
niet verkleind mogen worden (bijv. rozijnen,
chocoladekoekjes).
Snelheidsadviezen
z
Voor het mengen en behoedzaam
mengen van verschillende
ingrediënten (bijv. geklopt eiwit
mengen)
1-2 Voor het roeren en mengen van
ingrediënten
3 Voor het kneden van zwaar deeg
met de kneedhaak
5-7 Voor het roeren en kloppen van
ingrediënten (bijv. slagroom) met
de roergarde “Pro Flexi” of met
de professionele garde
ü
Voor het gebruik van de
hulpstukken met SensorControl
Plus X “Gebruik van
SensorControl Plus” zie
pagina 88
Fijne instelling van de hulpstukken
Het apparaat is in de fabriek zodanig
ingesteld dat de professionele garde de
bodem van de kom bijna aanraakt zodat de
ingrediënten optimaal met elkaar worden
vermengd. Wanneer de hulpstukken de
bodem aanraken of de afstand tot de
bodem te groot is, kan dit eenvoudig
worden gecorrigeerd. X “Fijne instelling
van de hulpstukken” zie pagina 93
Draaiarm
X Afbeelding C
De draaiarm wordt naar boven
bewogen om een hulpstuk of
de kom te plaatsen of te verwijderen. De
draaiarm beschikt over een “Easy Armlift”-
functie, die de opwaartse beweging van de
draaiarm ondersteunt.
Kom en deksel
X Afbeelding D
Het apparaat wordt geleverd met een
speciale kom die door het plaatsen en
draaien vast met het basisapparaat wordt
verbonden. Het deksel wordt aan de
draaiarm bevestigd en opent automatisch
bij het optillen van de draaiarm.
Hulpstukken aanbrengen en
verwijderen
X Afbeelding E
De hulpstukken zijn bij de beschermkap
uitgerust met een hevel die is bestemd om
de hulpstukken eenvoudig te verwijderen.
Hulpstuk aanbrengen: richt de hevel
naar voren en steek het hulpstuk in de
hoofdaandrijving tot het vastklikt. De
beschermkap dekt de aandrijving af.
Hulpstuk verwijderen: de hevel aan de
beschermkap omlaag drukken tot het
hulpstuk loslaat en het hulpstuk uit de
aandrijving nemen.
Snoeroproller
X Afbeelding A
Afhankelijk van het model: het
apparaat is met een automatische
snoeroproller uitgerust. Netsnoer in één
keer tot de gewenste lengte (max. 125 cm)
uittrekken en langzaam loslaten; het snoer
is gearrêteerd.
Snoerlengte verminderen: lichtjes aan
het snoer trekken en laten opwikkelen tot
de gewenste lengte. Dan opnieuw kort aan
het snoer trekken en langzaam loslaten; het
snoer is gearrêteerd.
Belangrijk!
Snoer niet met de hand inschuiven. Wanneer
het snoer klem zit: het snoer geheel afwikke-
len en opnieuw laten opwikkelen.
85
nl
Voorbereiding
Snoeropbergvak
X Afbeelding A
Afhankelijk van het model:
het apparaat is met een
snoeropbergvak uitgerust. De snoerlengte
kan passend worden ingesteld door het
snoer iets in het vak terug te duwen of
verder naar buiten te trekken.
Beveiligingssystemen
Het apparaat beschikt over verschillende
beveiligingssystemen. X “Beveiligingssys-
temen” zie pagina 93
Voorbereiding
Basisapparaat op een gladde, schone
en stabiele ondergrond zetten.
Het aansluitsnoer tot de benodigde
lengte uittrekken.
Ontgrendelknop indrukken en de
draaiarm tot de aanslag omhoog
bewegen.
Het deksel met de vulopening naar
voren op de hoofdaandrijving steken.
De kom plaatsen. Daarbij op de
uitsparingen in het basisapparaat letten.
De kom tegen de klok in draaien tot hij
vastklikt.
Het basisapparaat is voor het verdere
gebruik voorbereid.
Basisinstellingen
Displaytaal instellen
Ontgrendelknop indrukken en de
draaiarm omlaag drukken tot hij
vastklikt.
Stekker in wandcontactdoos doen.
Op het display verschijnt “OptiMUM”.
Aanwijzing: wordt het apparaat binnen
een bepaalde tijd niet gebruikt of bediend,
gaat het display langzaam uit en gaat het
in stand-bymodus. Door het aanraken van
een willekeurige toets verschijnt opnieuw
“OptiMUM”.
De toetsen A en + tegelijk ingedrukt
houden tot het conguratiemenu
geopend wordt. De taalkeuze verschijnt.
De toets + of - zo vaak indrukken tot
de gewenste taal weergegeven wordt.
TAAL
NEDERLANDS
De toetsen A en + tegelijk
ingedrukt houden tot “OPGESLAGEN
NEDERLANDS” op het display verschijnt.
De taalkeuze is opgeslagen.
OPGESLAGE
NEDERLANDS
Wordt er verder geen instelling
uitgevoerd, dan verschijnt op het display
opnieuw “OptiMUM”.
Overige instellingen
De toetsen A en + tegelijk ingedrukt
houden tot het conguratiemenu
geopend wordt.
Telkens door het kort indrukken van
de toets A verschijnen na elkaar de
volgende instellingen.
TAAL
Taal waarin de displayteksten
weergegeven worden.
GELUID
Volume van de signalen – instelling in
6 standen van uit tot luid.
HELDERHEID
Helderheid van het display – instelling in
6 standen van donker tot helder.
EENHEDEN (bij modellen met
weegschaal)
Weergave-eenheid van de weegschaal
– gram (g) of pond (lb).
Met de toets + o - wordt de actuele
instelling veranderd.
De toetsen A en + tegelijk ingedrukt
houden tot “OPGESLAGEN” op het
display verschijnt. De gewijzigde
instellingen zijn opgeslagen.
86
nl Gebruik zonder extra functies
Gebruik zonder extra
functies
W Gevaar voor letsel!
De stekker pas in het stopcontact
steken wanneer alle voorbereidingen
voor het werken met het apparaat zijn
uitgevoerd.
Tijdens het gebruik nooit met de handen
in de kom of in de vulopening grijpen.
Werk altijd met aangebracht deksel!
Voor het bewegen van de draaiarm
of het wisselen van hulpstukken in
elk geval wachten tot de aandrijving
stilstaat.
Om veiligheidsredenen in elk geval
het aandrijvingsbeschermdeksel op
de voorste of achterste aandrijving
aanbrengen.
Belangrijk:
Basisapparaat zoals in “Voorbereiding”
beschreven voorbereiden.
Het apparaat kan niet worden
ingeschakeld wanneer de kom niet
correct is geplaatst.
Aanwijzing: de functie “TIJD” start
bij elk gebruik automatisch, telt de
verwerkingsduur mee en geeft deze op het
display aan.
X Afbeeldingenreeks F
1. Afhankelijk van de verwerkingstaak
roergarde “Pro Flexi”, professionele
garde of kneedhaak kiezen
(X “Hulpstukken” zie pagina 84), de
hevel aan de beschermkap naar voren
toe uitlijnen en het hulpstuk tot aan
het vastklikken in de hoofdaandrijving
steken.
2. De ingrediënten in de kom doen.
3. Ontgrendelknop indrukken en de
draaiarm omlaag drukken tot hij
vastklikt.
W Gevaar voor letsel!
Draaiarm voorzichtig omlaag bewegen!
Let erop dat vingers of handen niet worden
ingeklemd.
Apparaat bedienen
4. Stekker in wandcontactdoos doen.
Op het display verschijnt “OptiMUM”.
5. Draaischakelaar op de gewenste
stand zetten (X “Snelheidsadviezen”
zie pagina 84). Op het display
verschijnt “TIJD” en de verstreken
verwerkingsduur wordt weergegeven.
6. Verwerk de ingrediënten zo lang tot het
gewenste resultaat is bereikt.
7. Draaischakelaar op y zetten. Wachten
tot de aandrijving stilstaat. Stekker uit
het stopcontact nemen.
8. Ontgrendelknop indrukken en de
draaiarm tot de aanslag omhoog
bewegen.
9. De kom met de klok mee draaien tot hij
kan worden opgetild. Kom verwijderen.
10. De hevel op de beschermkap omlaag
drukken tot het hulpstuk loslaat en het
hulpstuk uit de aandrijving nemen.
11. Deksel van de aandrijving trekken.
Alle onderdelen bij voorkeur direct
na gebruik reinigen. X “Reiniging en
verzorging” zie pagina 91
N.B.: gebruik ook onze
toepassingsvoorbeelden om uw nieuwe
apparaat en de functies ervan beter te leren
kennen. X “Recepten” zie pagina 91
Ingrediënten toevoegen
Tijdens de verwerking kunnen ook andere
ingrediënten worden toegevoegd.
X Afbeelding G
Terwijl het apparaat loopt verdere
ingrediënten voorzichtig door de
vulopening in het deksel toevoegen.
W Gevaar voor letsel!
Tijdens het gebruik nooit met de handen in
de kom of in de vulopening grijpen. Geen
voorwerpen (bijv. kooklepel) in de kom of de
vulopening steken.
X Afbeeldingenreeks H
1. Om grotere hoeveelheden of
ingrediënten toe te voegen, draaiknop
op y zetten. Wachten tot de aandrijving
stilstaat.
87
nl
Gebruik van de tijd- en de timerfunctie
2. Ontgrendelknop indrukken en de
draaiarm tot de aanslag omhoog
bewegen. Op het display verschijnt
ARM OPEN”
3. De ingrediënten direct in de kom
doen. Ontgrendelknop indrukken en
de draaiarm omlaag drukken tot hij
vastklikt. Op het display verschijnt
OptiMUM”. Ingrediënten verder
verwerken.
Aanwijzing: door het openen van de arm
wordt de bestaande verwerkingsduur op
“00:00” teruggezet.
Gebruik van de tijd- en de
timerfunctie
Het apparaat is met een tijd- en timerfunctie
uitgerust. Volgende functies zijn mogelijk:
Functie - “TIJD”
Weergave van de verstreken
verwerkingsduur (standaardinstelling). De
functie “TIJD” start automatisch als met de
verwerking van levensmiddelen begonnen
wordt.
Opmerkingen:
Tijdens de verwerking de toets A
ingedrukt houden om de duur op “00:00”
terug te zetten.
Na de verwerking of bij onderbreking
de toets A ingedrukt houden om het
startbeeldscherm weer te geven. Op het
display verschijnt “OptiMUM”.
Functie - “TIMER”
Instellen van de gewenste duur. Als de
duur verstreken is, weerklinkt een signaal
en de verwerking wordt beëindigd. De
functie kan ook zonder de verwerking van
levensmiddelen gebruikt worden (bijv. voor
kook- en rusttijden van levensmiddelen).
X Afbeeldingenreeks I
1. Het apparaat voorbereiden.
Ingrediënten toevoegen.
2. Het apparaat aansluiten. Op het display
verschijnt “OptiMUM”.
3. De toets A indrukken. Op het display
verschijnt “05:00”.
4. Met de toets + of - de gewenste
verwerkingsduur instellen. Door het
ingedrukt houden van de desbetreende
toets wisselen de waarden sneller.
De ingestelde verwerkingsduur blijft
ca. 5 minuten opgeslagen.
5. Draaischakelaar op de gewenste stand
zetten.
6. Op het display wordt de resterende duur
weergegeven en afgeteld.
7. Als de resterende duur verstreken is,
weerklinkt een signaal en het apparaat
stopt de verwerking automatisch. Op het
display verschijnt “EINDE TIMER”.
8. Op het display verschijnt
“ZETKNOPOP0”.
9. Draaischakelaar op y zetten. Op het
display verschijnt “OptiMUM”.
10. Stekker uit het stopcontact nemen.
11. De verwerking met de functie “TIMER” is
beëindigd.
Alle onderdelen bij voorkeur direct
na gebruik reinigen. X “Reiniging en
verzorging” zie pagina 91
Aanwijzingen:
Als een duur van meer dan 60 minuten
ingesteld moet worden, wordt bijkomend
het uur weergegeven: “1:01:30”.
De toets + of - indrukken om de
weergegeven resterende duur op elk
moment aan te kunnen passen.
De toets A 2 keer kort indrukken om
de timer te stoppen (het apparaat loopt
verder) of opnieuw te starten.
De draaiknop op E draaien om
de verwerking te onderbreken. De
resterende duur blijft opgeslagen en
wordt na het herinschakelen opnieuw
afgeteld.
De toets A ingedrukt houden om
de timer uit te schakelen. Op het
display verschijnt “OptiMUM”. Daarna
verschijnt “TIJD” en de verstreken
verwerkingsduur wordt weergegeven.
88
nl Gebruik van SensorControl Plus
Timer gebruiken zonder levensmiddelen
te verwerken:
De toets A indrukken. Op het display
verschijnt “05:00”.
Met de toets + of - de gewenste
verwerkingsduur instellen.
De toets A 2 keer kort indrukken om de
timer te starten.
Op het display wordt de resterende duur
weergegeven en afgeteld.
Als de duur verstreken is, weerklinkt er
een signaal. Op het display verschijnt
“EINDE TIMER”.
Aanwijzingen:
De toets A 2 keer kort indrukken om de
timer te stoppen of opnieuw te starten.
Wordt er tijdens het gebruik van de
timer mee begonnen levensmiddelen te
verwerken, dan loopt het apparaat tot
het verstrijken van de resterende duur
en wordt de verwerking automatisch
gestopt.
Gebruik van
SensorControl Plus
Het apparaat is (afhankelijk van het model)
met SensorControl Plus automatische
programma’s uitgerust. Sensoren bewaken
de verwerking van de ingrediënten
en schakelen na het bereiken van de
voorgeprogrammeerde consistentie het
apparaat automatisch uit.
Met SensorControl Plus zijn volgende
automatische programma’s beschikbaar.
ROOM
Automatische bereiding van slagroom.
EIWIT
Automatische bereiding van geklopt eiwit.
GISTDEEG
Automatische bereiding van gistdeeg.
Programma kiezen
Toets D indrukken. Op het display
verschijnt “ROOM”.
Toets + of - indrukken. Na elkaar
verschijnen de volgende programma’s:
Programma Hulpstuk / ingrediënten
ROOM
>300ml *
Professionele garde
300-700 ml room
ROOM
>700ml *
Professionele garde
700-1500 ml room
EIWIT
Professionele garde
Eiwit van 2-12 eieren
GISTDEEG
Kneedhaak
Ingrediënten en
hoeveelheden volgens
recept X “Recepten” zie
pagina 91
* Bij apparaten met geïntegreerde
weegschaal worden de opties “>300 ml” en
“<700 ml” voor “ROOM” niet weergegeven.
Op het display knippert “0g”. Als tussen
300 ml en 1500 ml room toegevoegd wordt,
geeft het display permanent de hoeveelheid
aan en het apparaat gebruikt automatisch
de juiste instellingen. Wordt minder of
meer room toegevoegd, dan knippert het
weergegeven gewicht.
Opmerkingen:
Om een goede werking van het
sensorsysteem te waarborgen, moet
de keukenmachine minstens 2 minuten
in gebruik zijn geweest voordat de
SensorControl Plus-automaat kan
worden gebruikt.
De toets A indrukken om de
programmakeuze vroegtijdig te verlaten.
Op het display verschijnt “OptiMUM”.
Tijdens het gebruik van SensorControl
Plus zijn de toetsen geblokkeerd.
Na het starten van SensorControl
Plus geen bijkomende ingrediënten
toevoegen.
SensorControl Plus is alleen voor
de beschreven hulpstukken en
levensmiddelen (in de opgegeven
hoeveelheden) geprogrammeerd.
Andere combinaties zijn niet mogelijk.
89
nl
Gebruik van de weegschaal
De versheid, de temperatuur en
de samenstelling van de gebruikte
ingrediënten beïnvloeden de benodigde
tijd en het resultaat.
De SensorControl Plus -automaat kan
alleen optimale resultaten bereiken
wanneer de eieren vers zijn resp. de
room gekoeld is (ca. 6 °C).
Voordien bevroren room kan niet
geklopt worden.
Gebruik van room met additieven of
lactosevrije room kan niet tot ideale
resultaten leiden.
Suiker, aroma’s en andere ingrediënten
voor room of geklopt eiwit pas na
beëindiging van SensorControl Plus
toevoegen.
Om de SensorControl Plus af te
breken, de draaiknop op y zetten.
Hiervoor moet een geringe weerstand
overwonnen worden.
Als het resultaat niet met de eigen
wensen overeenkomt, de draaiknop
op stand 7 (voor room en geklopt
eiwit) of stand 3 (voor gistdeeg) zetten
en de ingrediënten tot de gewenste
consistentie verwerken.
SensorControl Plus geen tweede keer
met reeds verwerkte ingrediënten starten.
Een voorbeeld: eiwit met
SensorControl Plus kloppen
X Afbeeldingenreeks J
1. Het basisapparaat voorbereiden en de
professionele garde inzetten.
2. Ontgrendelknop indrukken en de
draaiarm omlaag drukken tot hij
vastklikt.
3. Stekker in wandcontactdoos doen.
Op het display verschijnt “OptiMUM”.
4. Eieren scheiden (2-12 stuks).
5. Toets D indrukken. Op het display
verschijnt “ROOM”.
6. Toets + indrukken. Op het display
verschijnt “EIWIT”.
7. Het eiwit in de kom doen. Op het display
verschijnt “ZET KNOP OP M/A
8. Draaiknop op ü zetten en kort
ingedrukt houden.
9. Op het display verschijnt “SENSOR
CONTROL Plus”. SensorControl Plus
bewaakt de verwerking.
10. Als de voorgeprogrammeerde con-
sistentie bereikt werd, weerklinkt een
signaal en de verwerking wordt beëin-
digd. Op het display verschijnt “EINDE”.
11. De draaiknop springt automatisch op y.
Op het display verschijnt “OptiMUM”.
12. Stekker uit het stopcontact nemen.
13. De verwerking met de functie “EIWIT” is
beëindigd.
Alle onderdelen bij voorkeur direct
na gebruik reinigen. X “Reiniging en
verzorging” zie pagina 91
Gebruik van de weegschaal
Het apparaat (afhankelijk van het model) is
met een weegschaal uitgerust. Volgende
toepassingen zijn mogelijk:
Wegen van toegevoegde ingrediënten
(ofwel elk ingrediënt afzonderlijk of de
som van alle ingrediënten).
Vooraf instellen van een gewenst
gewicht en aftellen tot er voldoende
toegevoegd werd (met akoestische
aanwijssignalen).
Aanwijzingen:
De toets A indrukken om de
weegfunctie opnieuw te verlaten. Op het
display verschijnt “OptiMUM”.
Het toestel heeft 4 gewichtssensoren in
de standvoeten. De weegschaal levert
alleen correcte resultaten als ze met alle
voeten op een vast en een werkvlak
staat. Geen doeken of dergelijke
eronder leggen.
Na het inschakelen of terugzetten van
de weegschaal wordt deze gedurende
een kort moment gekalibreerd (tarra).
Het apparaat hierbij niet aanraken en
geen voorwerpen erop leggen (bijv.
kooklepel, vaatdoek, etc.).
Erop letten dat maatbekers of
verpakkingen niet op het apparaat (bijv.
aan de rand van de vulschacht) liggen.
90
nl Gebruik van toebehoren
Ingrediënten wegen
X Afbeeldingenreeks K
1. Het basisapparaat voorbereiden.
2. Stekker in wandcontactdoos doen.
Op het display verschijnt “OptiMUM”.
3. Toets C indrukken en apparaat
niet meer aanraken. Op het display
verschijnt gedurende een kort moment
“–––––“ (tarra).
4. Op het display verschijnt “0g” of
0.00lb (afhankelijk van de instelling).
De weegschaal is klaar.
5. Ingrediënten toevoegen. De weegschaal
geeft het gewicht weer.
6. Om andere ingrediënten afzonderlijk te
wegen: toets C indrukken en apparaat
niet meer aanraken.
7. Op het display verschijnt “0g” of
0.00lb (afhankelijk van de instelling).
De weegschaal is klaar.
8. Op deze manier alle gewenste
ingrediënten toevoegen en afwegen.
Daarna de afgewogen ingrediënten
verwerken. X “Gebruik zonder extra
functies” zie pagina 86
Aanwijzing: Wordt de toets C tijdens de
verwerking van levensmiddelen ingedrukt,
dan verschijnt op het display VOOR
WEEGSCHAAL ZET KNOP OP 0”.
Gewicht vooraf instellen
X Afbeeldingenreeks L
1. Toets C indrukken en apparaat
niet meer aanraken. Op het display
verschijnt gedurende een kort moment
“–––––“ (tarra).
2. Op het display verschijnt “0g” of
0.00lb (afhankelijk van de instelling).
De weegschaal is klaar.
3. Toets + indrukken. Op het display
verschijnt “50g” of 0.1lb” (afhankelijk
van de instelling).
4. Met de toets + of - het gewenste
gewicht instellen (max. 5000 g).
5. Ingrediënten toevoegen. De nog
ontbrekende hoeveelheid wordt op het
display weergegeven, bijv. “65g”.
6. Vanaf “40 g” weerklinkt een terugkerend
signaal. Hoe geringer de resterende
hoeveelheid, des te sneller weerklinkt
het signaal.
7. Bij “0 g” (de vooraf ingestelde
hoeveelheid werd toegevoegd) gaat het
signaal uit.
8. Wordt de vooraf ingestelde hoeveelheid
overschreden, dan weerklinkt het
signaal permanent. Het extra gewicht
wordt met een minteken gemarkeerd.
Bij 25 g teveel hoeveelheid wordt op het
display “-25 g” weergegeven.
Gebruik van toebehoren
Bij uw keukenmachine horen een aantal
toebehoren waarmee u de functieomvang
duidelijk kunt uitbreiden. Afhankelijk
van het model omvat de levering al
bepaalde toebehoren. Indien een van de
toebehoren niet is meegeleverd, kan het
in de speciaalzaak of bij de servicedienst
worden aangeschaft. X “Toebehoren” zie
pagina 96
Voorbereiding voor toebehoren
Afhankelijk van het toebehoren moet het
basisapparaat op verschillende wijze
worden voorbereid.
Basisapparaat op een gladde, schone
en stabiele ondergrond zetten.
Het aansluitsnoer tot de benodigde
lengte uittrekken.
Basisapparaat volgens de afbeelding
voorbereiden afhankelijk van het
toebehoren.
X Afbeelding M
1. Voorbereiding voor hulpstukken.
2. Voorbereiding voor toebehoren op
de zwarte aandrijving met haakse
overbrenging en toebehoren dat op de
plaats van de kom wordt aangebracht.
3. Voorbereiding voor toebehoren op de
rode aandrijving, bijvoorbeeld mixer of
multi-jnmaakapparaat.
91
nl
Reiniging en verzorging
4. Voorbereiding voor toebehoren op de
gele aandrijving zonder uitgang voor
levensmiddelen, bijvoorbeeld multi-
mixer of citruspers.
5. Voorbereiding voor toebehoren op
de gele aandrijving met uitgang voor
levensmiddelen, bijvoorbeeld continue
rasp- en snijapparaat.
Belangrijk:
Let op de gele, rode of zwarte markering
op de aandrijving en het toebehoren.
X “Recepten” zie pagina 91
Niet-gebruikte aandrijvingen
altijd afdekken met
aandrijvingsbeschermdeksels.
Alle verdere stappen staan vermeld in
de desbetreende gebruiksaanwijzing
van het toebehoren.
Reiniging en verzorging
Het apparaat en de gebruikte hulpstukken
moeten na elk gebruik grondig worden
gereinigd. X Afbeelding N
W Gevaar voor elektrische schok!
Voor het reinigen de stekker uit het
stopcontact halen.
Het basisapparaat niet in vloeistof
dompelen en niet reinigen in de
vaatwasmachine.
Gebruik geen stoomreiniger.
Attentie!
Gebruik geen reinigingsmiddelen die
alcohol of spiritus bevatten.
Gebruik geen scherpe, puntige of
metalen voorwerpen.
Gebruik geen schurende doeken of
schurende reinigingsmiddelen.
Kunststof onderdelen niet vastklemmen
in de vaatwasser, omdat ze dan
onherstelbaar vervormd kunnen raken!
Basisapparaat reinigen
Aandrijvingsbeschermdeksel
verwijderen.
Veeg het basisapparaat en het
aandrijvingsbeschermdeksel schoon
met een zachte, vochtige doek en droog
ze af.
Kom en hulpstukken reinigen
Reinig de kom en de hulpstukken met
een sopje en een zachte doek of spons
of doe ze in de vaatwasser.
Alle onderdelen laten drogen.
Recepten
Slagroom
200 g-1500 g
Room 1½ tot 4 minuten met de
professionele garde kloppen op
stand 7, afhankelijk van de hoeveelheid
en de eigenschappen van de room.
Aanwijzing: bij modellen met
SensorControl Plus het automatische
programma gebruiken. X “Gebruik van
SensorControl Plus” zie pagina 88
Eiwit
2-12 eiwitten
Eiwit 4 tot 6 minuten op stand 7
met de professionele garde
kloppen.
Aanwijzing: bij modellen met
SensorControl Plus het automatische
programma gebruiken. X “Gebruik van
SensorControl Plus” zie pagina 88
Biscuitdeeg
Basisrecept
3 eieren
3-4 el heet water
150 g suiker
1 pakjes vanillesuiker
150 g bloem
50 g zetmeel
eventueel bakpoeder
De ingrediënten (behalve de bloem
en het zetmeel) ca. 4 tot 6 op stand 7
met de professionele garde tot schuim
kloppen.
Draaischakelaar op stand 1 zetten en
de gezeefde bloem en het zetmeel
in ca. ½ tot 1 minuut lepel voor lepel
toevoegen en erdoor mengen.
Maximum hoeveelheid: 2 x basisrecept
92
nl Recepten
Roerdeeg
Basisrecept
3-4 eieren
200-250 g suiker
1 snufje zout
1 pakje vanillesuiker
of de schil van ½ citroen
200-250 g boter of margarine
(kamertemperatuur)
500 g bloem
1 pakje bakpoeder
150 ml melk
Alle ingrediënten ca. ½ minuut op
stand 1, vervolgens ca. 3-4 minuten op
stand 5 met de roergarde Pro Flexi
roeren.
Maximum hoeveelheid: 2½ x basisrecept
Zandtaartdeeg
Basisrecept
125 g boter
(kamertemperatuur)
100-125 g suiker
1 ei
1 snufje zout
wat citroenschil of vanillesuiker
250 g bloem
eventueel bakpoeder
Alle ingrediënten ca. ½ minuut op
stand 1, vervolgens ca. 2-3 minuten op
stand 6 met de roergarde Pro Flexi
roeren.
Bij meer dan 500 g bloem:
Ingrediënten met de
kneedhaken ca. ½ minuut
op stand 1, vervolgens
ca. 3-4 minuten op stand 3 kneden.
Maximum hoeveelheid: 4 x basisrecept
Gistdeeg
Basisrecept
500 g bloem
1 ei 80 g vet
(kamertemperatuur)
80 g suiker
200-250 ml lauwe melk
25 g verse gist of 1 pakje gedroogde gist
schil van ½ citroen
1 snufje zout
Alle ingrediënten ca. ½ minuut met de
kneedhaak op stand 1 kneden, daarna
ca. 3-6 minuten op stand 3.
Maximum hoeveelheid: 3 x basisrecept
Aanwijzing: bij modellen met
SensorControl Plus het automatische
programma gebruiken. X “Gebruik van
SensorControl Plus” zie pagina 88
Pastadeeg
Basisrecept
500 g bloem
250 g eieren (ca. 5 stuks)
naar wens 2-3 eetlepels (20-30 g)
koud water
Alle ingrediënten ca. 3 tot 5 minuten op
stand 3 tot deeg kneden.
Maximumhoeveelheid: 1,5 x basisrecept
Brooddeeg
Basisrecept
1000 g bloem
3 pakje gedroogde gist
2 tl zout
660 ml warm water
Alle ingrediënten ca. ½ minuut met de
kneedhaak op stand 1 kneden, daarna
ca. 4-5 minuten op stand 3.
93
nl
Fijne instelling van de hulpstukken
Fijne instelling van de
hulpstukken
W Gevaar voor letsel!
Voor de jne instelling de stekker uit het
stopcontact halen.
Attentie!
Fijne instelling van de hulpstukken alleen in
kleine stapjes uitvoeren. De draaiarm moet
volledig omlaag kunnen worden bewogen
en de hulpstukken mogen daarbij niet op
de bodem en tegen de rand van de kom
klemmen. De optimale afstand van de
hulpstukken tot de kom bedraagt 3 mm.
X Afbeeldingenreeks O
Controleer de actuele instelling terwijl de
professionele garde is aangebracht.
Ontgrendelknop indrukken en de
draaiarm tot de aanslag omhoog
bewegen.
De hulpstukken met één hand
vasthouden. De contramoer met een
steeksleutel (10 mm) met de wijzers van
de klok mee losdraaien.
Afstand tot de kom instellen door
het hulpstuk te verdraaien (1 hele
draai komt overeen met 1mm
hoogteverstelling).
Tegen de klok in draaien: de afstand
tot de kom wordt kleiner.
Met de klok mee draaien: de afstand
tot de kom wordt groter.
Ontgrendelknop indrukken en de
draaiarm omlaag drukken tot hij
vastklikt.
Controleer de afstand van het hulpstuk.
De optimale afstand van de hulpstukken
tot de kom bedraagt 3 mm. Pas de
afstand eventueel aan.
Als de afstand optimaal is ingesteld,
de ontgrendelknop indraaien en de
draaiarm terug zetten.
De hulpstukken met één hand
vasthouden. De contramoer met een
steeksleutel (10 mm) tegen de klok in
vastdraaien.
Beveiligingssystemen
Inschakelbeveiliging
Het apparaat kan alleen worden
ingeschakeld wanneer de kom is
aangebracht en tot aan het vastklikken
werd gedraaid of wanneer een
toebehoren met haakse overbrenging op
de hoofdaandrijving werd bevestigd en
wanneer de draaiarm in de onderste stand
is vastgeklikt.
Beveiliging tegen opnieuw
inschakelen
Bij een stroomstoring blijft het apparaat
ingeschakeld, maar na de stroomstoring
gaat de motor niet opnieuw lopen.
Om opnieuw in te schakelen, de
draaischakelaar eerst op y zetten en dan
opnieuw inschakelen.
Overbelastingsbeveiliging
De overbelastingsbeveiliging schakelt de
motor tijdens het gebruik automatisch uit.
Een mogelijke oorzaak is het verwerken van
een te grote hoeveelheid levensmiddelen
tegelijk.
Draaiarmbeveiliging
De draaiarm kan niet worden ontgrendeld
en bewogen wanneer er een toebehoren op
de achterste aandrijving is aangebracht.
Afval
J
Gooi verpakkingsmateriaal op een
milieuvriendelijke manier weg. Dit
apparaat is gekenmerkt in overeen-
stemming met de Europese richtlijn
2012/19/EU betreffende afgedankte
elektrische en elektronische appara-
tuur (waste electrical and electronic
equipment – WEEE). De richtlijn
geeft het kader aan voor de in de EU
geldige terugneming en verwerking
van oude apparaten. Raadpleeg uw
gespecialiseerde handelaar voor
de geldende voorschriften inzake
afvalverwijdering.
94
nl Garantie
Garantie
Voor dit apparaat gelden de garantie-
voor-waarden die worden uitgegeven door
de vertegenwoordiging van ons bedrijf in
het land van aankoop. De leverancier, bij
wie u het apparaat heeft gekocht, geeft
u hierover graag meer informatie. Om
aanspraak te maken op de garantie heeft
u altijd uw aankoopbewijs nodig.
Wijzigingen voorbehouden.
Hulp bij storingen
In de volgende tabellen vindt u oplossingen voor problemen of storingen die u makkelijk
zelf kunt verhelpen. Neem contact op met de servicedienst als een storing niet kan worden
verholpen.
Probleem Mogelijke oorzaak Oplossing
Display geeft niets
weer. Lichtring is
uit. Het apparaat
kan niet worden
ingeschakeld.
Het apparaat heeft
geen stroom.
Stroomvoorziening controleren.
Stekker in wandcontactdoos doen.
Het apparaat start
niet.
Lichtring brandt.
Een
veiligheidssysteem
werd geactiveerd.
X “Beveiligingssystemen” zie pagina 93
Het apparaat schakelt
uit tijdens het gebruik.
Er werd een te grote
hoeveelheid ingredi-
enten gelijktijdig of te
lang verwerkt.
Draaischakelaar op y zetten. Stekker uit
het stopcontact nemen.
Kleinere hoeveelheid verwerken.
Het apparaat tot kamertemperatuur laten
afkoelen.
Draaiarm werd
geopend.
Draaischakelaar op y zetten.
Ontgrendelknop indrukken en de
draaiarm omlaag drukken tot hij vastklikt.
Kom of haakse
overbrenging
(toebehoren) is
losgekomen.
Draaischakelaar op y zetten. Stekker uit
het stopcontact nemen.
De mengkom tot aan de aanslag
vastdraaien.
Haakse overbrenging vastdraaien en
sluithendel volledig sluiten.
De draaiarm kan niet
geopend worden.
Op de achterste,
rode aandrijving
is toebehoren
aangebracht.
Toebehoren verwijderen.
Ontgrendelknop indrukken en draaiarm
openen.
95
nl
Hulp bij storingen
Display-indicatie Mogelijke oorzaak Oplossing
FOUT
MOTOR OVERBELAST
Er werd een te grote
hoeveelheid ingredi-
enten gelijktijdig of te
lang verwerkt.
Draaischakelaar op y zetten. Stekker uit
het stopcontact nemen.
Kleinere hoeveelheid verwerken.
Het apparaat tot kamertemperatuur laten
afkoelen.
Het apparaat of
een toebehoren is
geblokkeerd.
Draaischakelaar op y zetten. Stekker uit
het stopcontact nemen.
Apparaat / toebehoren controleren en
blokkering verwijderen.
Motor defect. Verschijnt de melding permanent, dan is de
motor mogelijk defect. Neem contact op met
onze service.
FOUT
WEEGSCHAAL
De weegschaal
functioneert niet naar
behoren.
Draaischakelaar op y zetten. Stekker uit
het stopcontact nemen.
Na ca. 10 min. opnieuw proberen.
Weegschaal defect. Verschijnt de melding permanent, dan is de
weegschaal mogelijk defect. Neem contact
op met onze service.
FOUT
ARM OPEN
Draaiarm werd
geopend.
Draaischakelaar op y zetten.
Ontgrendelknop indrukken en de
draaiarm omlaag drukken tot hij vastklikt.
FOUT
KOM ONTBREEKT
Kom of haakse
overbrenging
(toebehoren) is
losgekomen.
Draaischakelaar op y zetten. Stekker uit
het stopcontact nemen.
De mengkom tot aan de aanslag
vastdraaien.
Haakse overbrenging vastdraaien en
sluithendel volledig sluiten.
OVERBELAST
WEEGSCHAAL
of
ONDERBELAST
WEEGSCHAAL
Het meetresultaat
bevindt zich buiten
het meet- en
indicatiebereik van de
weegschaal
(-990 g tot 5000 g)
Niet meer dan 5000 g ingrediënten
gebruiken.
Niet meer dan 990 g ingrediënten
verwijderen.
OVERBELAST
of
ONDERBELAST
bij gebruik van
SensorControl Plus
Er werden teveel of te
weinig ingrediënten
voor het gekozen pro-
gramma toegevoegd.
Ingrediënten overeenkomstig de
opgegeven hoeveelheden toevoegen.
X “Gebruik van SensorControl Plus” zie
pagina 88
96
nl Toebehoren
Toebehoren
Toebehoren en reserveonderdelen zijn in de handel en via de servicedienst verkrijgbaar.
Omdat het productpalet permanent wordt uitgebreid, kan er inmiddels nog meer
toebehoren zijn dat hier niet worden vermeld. Ga daarom naar www.bosch-home.com,
om te bekijken welk actueel toebehoren wordt aangeboden.
Toebehoren Aanduiding Beschrijving
MUZ9VL1 Continue rasp- en snijapparaat
Voor het snijden, raspen en schaven van
fruit, groente en andere levensmiddelen.
MUZ9VLP1 Multimixer met citruspers
Voor het hakken van kruiden, groente,
appels en vlees, voor het raspen van
wortels, rammenas en kaas, voor het jn-
raspen van noten en gekoelde chocolade.
Voor het uitpersen van sinaasappels,
citroenen en grapefruits.
MUZ9PP1 Pasta-voorzetstuk
Voor het maken van lintnoedels en
deegplakken.
MUZ9TM1 Multi-jnmaakset
Voor het malen en jnmaken van kleinere
hoeveelheden kruiden, graan, koe of
suiker
Voor het jnmaken en hakken van vlees,
vis, harde kaas, kruiden, fruit, groente,
noten of chocolade.
Voor het mengen van vloeibare of halfvaste
levensmiddelen, voor het jnmaken/
jnhakken van rauwe groenten en fruit en
gedroogde vruchten en voor het pureren
van gerechten.
MUZ9HA1 Vleeswolf met worstvuller en kebbevorm
Voor het jnmaken van vers vlees voor
tartaar of gehakt. Voor het vullen van worst.
Voor het maken van deeg- of gehaktzakjes.
97
nl
Toebehoren
Toebehoren Aanduiding Beschrijving
MUZ9MX1 Mixer
Voor het mixen van dranken, pureren van
fruit en groente, bereiden van mayonaise,
jnmaken van groente, fruit en noten, het
malen van ijsblokjes en het pureren en
mengen van soepen en sauzen.
MUZ9ER1 Roestvrijstalen-mengkom met
handgrepen
In de kom kan max. 3500 g roerdeeg
worden verwerkt.
MUZ9KR1 Kunststof mengkom met grepen
In de kom kan tot 3500 g roerdeeg verwerkt
worden.
MUZ9FW1 Vleeswolf
Voor het jnmaken van vlees voor tartaar of
gehakt.
1/178