3. Wanneer het snel verwarmen is voltooid, klinkt er
een geluidssignaal en gaat "FHU" uit.
De oven verwarmt nu in de vooraf ingestelde oven-
functie en temperatuur verder.
4. Gerecht in de oven plaatsen.
Foutcode
Als sommige parameters niet correct zijn, zal de controle-
eenheid de geactiveerde functies uitschakelen en wordt
de overeenkomstige foutcode weergegeven op het dis-
play. Raadpleeg "Problemen oplossen".
Koelventilator
Als de oven in werking is, wordt de koelventilator auto-
matisch ingeschakeld om de oppervlakken van het appa-
raat koel te houden. Als u het apparaat uitschakelt, blijft
de koelventilator werken tot de oven is afgekoeld.
Veiligheidsthermostaat
Om te voorkomen dat de oven oververhit raakt (door on-
juist gebruik van het apparaat of vanwege defecte onder-
delen), heeft de oven een veiligheidsthermostaat die in-
dien nodig de stroomtoevoer onderbreekt. Zodra de tem-
peratuur is gedaald, wordt de oven automatisch weer in-
geschakeld.
Nuttige aanwijzingen en tips
Waarschuwing! Sluit altijd de deur van de oven
tijdens de bereiding, ook bij grillen.
Plaats geen bakplaten, potten, etc. op de bodem
van de oven om beschadiging van het email te
voorkomen.
Wees voorzichtig bij het verwijderen of installeren
van accessoires om beschadiging van het email te
voorkomen.
• De oven heeft vier inschuifniveaus. Tel de inschuifni-
veaus vanaf de onderkant van de oven.
• U kunt verschillende gerechten op twee niveaus tege-
lijk bereiden. Plaats de bakplaten op niveau 1 en 3.
• De oven is voorzien van een speciaal systeem dat
voor luchtcirculatie zorgt en de stoom continu recy-
cleert. Met dit systeem kunt u gerechten in een stoom-
omgeving bereiden en het voedsel zacht van binnen
en knapperig van buiten houden. Hierdoor worden
de bereidingstijd en het energieverbruik tot een mini-
mum beperkt.
• Vocht kan in het apparaat of op de glazen deuren con-
denseren. Dit is normaal. Ga altijd achteruit als u de
ovendeur opent tijdens de bereiding. Om condensvor-
ming te voorkomen kunt u de oven het beste 10 mi-
nuten voor de bereiding inschakelen.
• Neem vocht af na elk gebruik van het apparaat.
Belangrijk! Plaats tijdens de bereiding geen
voorwerpen op de bodem van de oven en dek geen
onderdelen af met aluminiumfolie. Dit kan de
bakresultaten beïnvloeden en het ovenemaille
beschadigen.
Taarten bakken
• De beste temperatuur voor het bereiden van gebak is
tussen de 150 °C en 200 °C.
• Verwarm de oven ongeveer 10 minuten voor.
• Doe de ovendeur niet open voordat driekwart van de
ingestelde baktijd is verstreken.
• Als u twee bakplaten tegelijk gebruikt, houd dan één
niveau vrij tussen de platen.
Vlees en vis bereiden
• Bereid geen vlees met een gewicht van minder dan 1
kg. Het bereiden van te kleine hoeveelheden maakt
het vlees droog.
• Om rood vlees aan de buitenkant goed gaar en toch
sappig te krijgen, dient u de temperatuur in te stellen
op 200 °C-250 °C.
• Voor wit vlees, gevogelte en vis dient u de tempera-
tuur tussen de 150°C-175°C in te stellen.
• Gebruik een lekbak voor zeer vet voedsel, om te voor-
komen dat er vlekken op de oven komen die mogelijk
permanent zijn.
• Laat het vlees ongeveer 15 minuten rusten voordat u
het aansnijdt, zodat het vleesvocht niet wegloopt.
• Giet een beetje water in de lekbak om te veel rookvor-
ming in de oven te voorkomen tijdens roosteren. Om
rookcondensatie te voorkomen dient u telkens een
beetje water toe te voegen als dit opgedroogd is.
25