Victron energy Quattro 5k 8k 10k 15k 100-100A 230V (firmware xxxx4xx) de handleiding

Type
de handleiding
1
EN NL FR DE ES SV IT Bijlage
1. VEILIGHEIDSAANWIJZINGEN
Algemeen
Lees eerst de bij dit product geleverde documentatie, zodat u bekend bent met de veiligheidsaanduidingen en aanwijzingen
voordat u het product in gebruik neemt.
Dit product is ontworpen en getest conform de internationale normen. De apparatuur mag enkel worden gebruikt voor de
bedoelde toepassing.
WAARSCHUWING: KANS OP ELEKTRISCHE SCHOK
Het product wordt gebruikt in combinatie met een permanente energiebron (accu). Zelfs als de apparatuur is uitgeschakeld,
kan er een gevaarlijke elektrische spanning optreden bij de ingangs- en of uitgangsklemmen. Schakel altijd de
wisselspanningsvoeding uit en ontkoppel de accu voordat u onderhoudswerkzaamheden uitvoert.
Het product bevat geen interne onderdelen die door de gebruiker kunnen worden onderhouden. Verwijder het paneel aan de
voorkant niet en stel het product niet in bedrijf als niet alle panelen zijn gemonteerd. Alle onderhoudswerkzaamheden dienen
door gekwalificeerd personeel te worden uitgevoerd.
Gebruik het product nooit op plaatsen, waar gas- of stofexplosies kunnen optreden. Raadpleeg de specificaties van de
accufabrikant om te waarborgen dat de accu geschikt is voor gebruik met dit product. Neem altijd de veiligheidsvoorschriften
van de accufabrikant in acht.
WAARSCHUWING: til geen zware voorwerpen zonder hulp.
Installatie
Lees de installatieaanwijzingen voordat u met de installatie begint.
Dit is een product uit veiligheidsklasse I (dat wordt geleverd met een aardingsklem ter beveiliging). De ingangs- en/of
uitgangsklemmen van de wisselstroom moeten zijn voorzien van een ononderbreekbare aarding ter beveiliging. Aan
de buitenkant van het product bevindt zich een extra aardpunt. Als u vermoedt dat de aardbeveiliging is beschadigd, moet
het product buiten bedrijf worden gesteld en worden beveiligd tegen per ongeluk opnieuw inschakelen; neem hiervoor contact
op met gekwalificeerd onderhoudspersoneel.
Zorg ervoor dat de aansluitkabels zijn voorzien van zekeringen en stroomonderbrekers. Vervang nooit een beveiliging door een
ander type component. Raadpleeg de handleiding voor het juiste onderdeel.
Controleer voordat u het apparaat inschakelt of de beschikbare spanningsbron overeenkomt met de configuratie-instellingen
van het product, zoals beschreven in de handleiding.
Zorg ervoor dat de apparatuur wordt gebruikt onder de juiste bedrijfsomstandigheden. Gebruik het product nooit in een
vochtige of stoffige omgeving.
Zorg ervoor dat er rondom het product steeds voldoende vrije ruimte is voor ventilatie en dat de ventilatieopeningen niet
geblokkeerd zijn.
Installeer het product in een hittebestendige omgeving. Zorg er daarom voor dat zich geen chemische stoffen,
kunststofonderdelen, gordijnen of andere soorten textiel enz. in de onmiddellijke omgeving van de apparatuur bevinden.
Vervoer en opslag
Zorg er bij opslag of transport van het product voor dat de netstroom- en accukabels zijn losgekoppeld.
Er kan geen aansprakelijkheid worden aanvaard voor transportschade als de apparatuur wordt vervoerd in een andere dan de
originele verpakking.
Sla het product op in een droge omgeving; de opslagtemperatuur dient te liggen tussen -20°C en 60°C.
Raadpleeg de handleiding van de accufabrikant voor informatie over transport, opslag, opladen, herladen en afvalverwijdering
van de accu.
2
2. BESCHRIJVING
2.1 Algemeen
De basis van de Quattro is een zeer krachtige sinusomvormer, acculader en omschakelautomaat in een compacte behuizing.
Daarnaast heeft de Quattro een groot aantal vaak unieke mogelijkheden:
Twee AC-ingangen; geïntegreerd overschakelsysteem tussen walstroom en aggregaat
De Quattro heeft twee AC-ingangen (AC-in-1 en AC-In-2) om twee onafhankelijke spanningsbronnen aan te kunnen sluiten.
Bijvoorbeeld twee aggregaten of een netvoeding en een aggregaat. De Quattro kiest automatisch de ingang, waar spanning
beschikbaar is.
Als er spanning beschikbaar is op beide ingangen, kiest de Quattro de AC-in-1-ingang, waarop normaal gesproken de voeding
is aangesloten.
Twee AC-uitgangen
Naast de gebruikelijke ononderbroken uitgang (AC-out-1), is er een extra uitgang (AC-out-2) beschikbaar die aansluiting van de
belasting verbreekt wanneer de accu in bedrijf is. Voorbeeld: een elektrische boiler die enkel in bedrijf mag zijn als het
aggregaat draait of er walstroom beschikbaar is.
Automatisch en onderbrekingsvrij omschakelen
In geval van een netspanningsstoring of als het aggregaat wordt uitgeschakeld, zal de Quattro overschakelen op
omvormerbedrijf en de voeding van de aangesloten apparaten overnemen. Dit gaat zo snel dat computers en andere
elektronische apparaten ongestoord blijven functioneren (Uninterruptible Power Supply of UPS-functionaliteit). Dit maakt de
Quattro zeer geschikt als noodstroomsysteem in industriële en telecommunicatietoepassingen.
Nagenoeg onbegrensd vermogen dankzij parallelschakeling
Tot 6 Quattro's kunnen parallel worden geschakeld. Zo kan met zes 48/10000/140 eenheden bijvoorbeeld een
uitgangsvermogen van 54kW / 60kVA met 840 A laadvermogen worden bereikt.
Driefaseschakeling
Drie eenheden kunnen worden geconfigureerd voor driefase-uitgang. Maar dat is nog niet alles: tot 6 sets van drie eenheden
kunnen parallel worden geschakeld voor een omvormervermogen van 162kW / 180kVA en een laadcapaciteit van meer dan
2500 A.
PowerControl Maximaal benutten van beperkte walstroom
De Quattro kan enorm veel laadstroom leveren. Dat betekent een zware belasting voor de walaansluiting of het aggregaat.
Voor beide AC-ingangen kan daarom een maximale stroom worden ingesteld. De Quattro houdt dan rekening met andere
stroomverbruikers en gebruikt voor het opladen enkel de stroom die nog ‘over’ is.
- Ingang AC-in-1, waarop meestal een aggregaat is aangesloten, kan met DIP-schakelaars, met VE.Net of met een pc worden
ingesteld op een vast maximum, zodat het aggregaat nooit overbelast wordt.
- Ingang AC-in-2 kan worden ingesteld op een vast maximum. In mobiele toepassingen (schepen, voertuigen) zal echter
meestal een variabele instelling via het Multi Control Panel worden geselecteerd. Op deze manier kan de maximumstroom heel
eenvoudig worden aangepast aan de beschikbare walstroom.
PowerAssist Doe meer met uw aggregaat en walstroom: met de “meehelp”-functie van de Quattro
De Quattro werkt parallel aan het aggregaat of de walstroom. Een stroomtekort wordt automatisch gecompenseerd: de Quattro
verbruikt extra stroom van de accu en helpt zo mee. Het te veel aan stroom wordt gebruikt om de accu weer op te laden.
Drie programmeerbare relais
De Quattro is voorzien van 3 programmeerbare relais. De relais kunnen echter voor allerlei andere toepassingen worden
geprogrammeerd, bijvoorbeeld als startrelais voor een aggregaat.
Programmeerbare analoge/digitale ingangs-/uitgangspoorten
De Quattro is voorzien van 2 analoge/digitale ingangs-/uitgangspoorten.
Deze poorten kunnen worden gebruikt voor meerdere doeleinden. Een toepassing is communicatie met het BMS of een
lithiumionaccu.
Frequentiewisseling
Als zonneomvormers zijn aangesloten op de uitgang van een Multi of Quattro wordt het teveel aan zonne-energie gebruikt om
de accu's weer op te laden. Zodra de absorptiespanning is bereikt, schakelen de Multi of Quattro de zonneomvormer uit door
de uitgangsfrequentie met 1 Hz aan te passen (bijvoorbeeld van 50 Hz naar 51 Hz). Zodra de accuspanning iets is gedaald,
keert de frequentie terug naar normaal en worden de zonneomvormers weer gestart.
Ingebouwde accumonitor (optioneel)
De ideale oplossing als Multi’s of Quattro’s onderdeel uitmaken van een hybride systeem (dieselaggregaat, omvormer/laders,
opslagaccu en alternatieve energie). De ingebouwde accumonitor kan zo worden ingesteld dat deze het aggregaat start en
stopt:
- Start van een vooringesteld % van het ontladingsniveau en/of
- start (met een vooringestelde vertraging) bij een vooringestelde accuspanning en/of
- start (met een vooringestelde vertraging) bij een vooringesteld belastingsniveau.
- Stop bij een vooringestelde accuspanning of
- stop (met een vooringestelde vertraging) nadat de bulklading is voltooid en/of
- stop (met een vooringestelde vertraging) bij een vooringesteld belastingsniveau.
3
EN NL FR DE ES SV IT Bijlage
Zonne-energie
De Quattro is uiterst geschikt voor zonne-energietoepassingen. Deze kan worden gebruikt voor het bouwen van autonome
systemen alsmede van netgekoppelde systemen.
Noodstroom of autonoom bedrijf bij stroomuitval
Woningen of gebouwen voorzien van zonnepanelen of een kleine warmtekrachtcentrale (een stroomopwekkende centrale
verwarmingsketel) of andere duurzame energiebronnen hebben in potentie een autonome energievoorziening, waarmee
essentiële apparatuur (CV-pompen, koelkasten, vriezers, internetaansluitingen) in bedrijf kan worden gehouden tijdens een
stroomuitval. Een probleem hierbij is echter dat netgekoppelde zonnepanelen en/of kleine warmtekrachtcentrales uitvallen
zodra de stroom uitvalt. Met een Quattro en accu’s kan dit probleem op eenvoudige wijze worden opgelost: de Quattro kan de
netvoeding tijdens een stroomuitval vervangen. Als de duurzame energiebronnen meer vermogen dan nodig produceren, zal
de Quattro het teveel gebruiken om de accu’s op te laden; in het geval van een tekort zal de Quattro extra stroom via de accu-
energiebronnen leveren.
Programmeerbaar met DIP-schakelaars, VE.Net-paneel of pc
De Quattro wordt gebruiksklaar geleverd. Drie eigenschappen staan ter beschikking om, indien gewenst, bepaalde instellingen
te kunnen wijzigen:
- De meest belangrijke instellingen (inclusief parallel bedrijf van tot drie apparaten en 3-fasebedrijf) kan heel eenvoudig met
Quattro DIP-schakelaars worden gewijzigd.
- Alle instellingen, met uitzondering van het multifunctionele relais, kunnen worden gewijzigd met een VE.Net-paneel.
- Alle instellingen kunnen worden gewijzigd met een pc en gratis software die kan worden gedownload op onze website
www.victronenergy.com
2.2 Acculader
Adaptieve 4-traps laadkarakteristieken: bulk absorptie druppel opslag
Het adaptieve accubeheersysteem, aangedreven door een microprocessor, kan worden ingesteld op verschillende soorten
accu's. De adaptieve functie past het laadproces automatisch aan aan het accugebruik.
De juiste hoeveelheid lading: variabele absorptietijd
Bij geringe ontlading van de accu wordt de absorptie kort gehouden om overlading en overmatige gasvorming te voorkomen.
Na een diepe ontlading wordt de absorptietijd automatisch verlengd om de accu volledig op te laden.
Schade door overmatige gasvorming beperken: met de BatterySafe-modus
Als, om de laadtijd te verkorten, wordt gekozen voor een hoge laadstroom in combinatie met een hoge absorptiespanning, dan
wordt schade door overmatige gasvorming voorkomen door de stijgingssnelheid van de spanning automatisch te beperken als
de gasvormingsspanning is bereikt.
Minder onderhoud en veroudering als de accu niet wordt gebruikt: met de opslag-modus
De opslag-modus wordt geactiveerd als de accu gedurende 24 uur niet wordt ontladen. In de opslag-modus wordt de open
spanning verminderd tot 2,2 V/cel (13,2 V voor 12V-accu) om gasvorming en corrosie van de positieve platen tot een minimum
te beperken. Eén keer per week wordt de spanning opnieuw verhoogd tot absorptieniveau om de accu weer 'bij te laden'. Dit
voorkomt stratificatie van het elektrolyt en sulfatering, de hoofdoorzaak van voortijdig falen van de accu.
Twee DC-uitgangen om twee accu's op te laden
De hoofd-DC-aansluitklem kan de volledige uitgangsstroom leveren. De tweede uitgang, bedoeld voor het opladen van een
startaccu, is beperkt tot 4 A en heeft een iets lagere uitgangsspanning.
Langere levensduur van de accu: door temperatuurcompensatie
De temperatuursensor (meegeleverd met het product) dient om de laadspanning te verminderen als de accutemperatuur stijgt.
Dit is vooral belangrijk voor onderhoudsvrije accu’s die anders mogelijk uitdrogen door overlading.
Accuspanningsdetectie: de juiste laadspanning
Het spanningsverlies door de kabelweerstand kan worden gecompenseerd door gebruik te maken van de
spanningsdetectievoorziening om de spanning rechtstreeks op de DC-bus of op de aansluitklemmen van de accu te kunnen
meten.
Meer over accu's en opladen
In ons boek ‘Altijd Stroom’ kunt u meer lezen over accu’s en het opladen van accu’s. Het is gratis verkrijgbaar op onze website
(zie www.victronenergy.com -> Support -> Technische Informatie). Voor meer informatie over adaptief opladen zie de
Technische Informatie op onze website.
2.3 Eigen verbruik zonne-energie-opslagsystemen
Als de Multi/Quattro wordt gebruikt in een configuratie, waarin deze energie teruggeeft aan het elektriciteitsnet, moet
conformiteit met de netcode mogelijk zijn door de netcode van het land, waarin deze wordt gebruikt, in te stellen via
VEConfigure.
Op deze manier kan de Multi/Quattro aan de plaatselijke voorschriften voldoen.
Zodra de code is ingesteld, is een wachtwoord vereist om de netcodeconformiteit uit te schakelen of de met de netcode
samenhangende parameters te wijzigen.
Als de plaatselijke netcode niet wordt ondersteund door de Multi/Quattro, dient een extern gecertificeerd interface-apparaat te
worden gebruikt om de Multi/Quattro op het elektriciteitsnet aan te sluiten.
De Multi/Quattro kan ook worden gebruikt als bidirectionele omvormer in parallel bedrijf met het elektriciteitsnet,
geïntegreerd in een door de klant ontworpen systeem (PLC of ander systeem) dat de regellus en meting van het
elektriciteitsnet verzorgt, zie http://www.victronenergy.com/live/system_integration:hub4_grid_parallel
Speciale aantekening voor Australische klanten: De IEC62109.1-certificatie en de Clean Energy Council (CEC)-goedkeuring
voor off-grid-gebruik gelden NIET voor installaties die aangesloten zijn op het elektriciteitsnet. De additionele IEC 62109.2 en
AS 4777.2.2015 zijn vereist, voordat een systeem dat aangesloten is op het elektriciteitsnet, geïmplementeerd kan worden.
Raadpleeg de website van de Clean Energy Council voor de huidige goedkeuringen.
4
3. BEDIENING
3.1 "Schakelaar on/off/charger only
Als de schakelaar op “on” wordt gezet, is het apparaat volledig functioneel. De omvormer wordt ingeschakeld en de led
“inverter on” gaat branden.
Als er op de “AC-in”-aansluiting spanning wordt aangesloten, zal deze, als de waarde binnen de specificaties valt, worden
doorgeschakeld naar de “AC-out” aansluiting. De omvormer wordt uitgeschakeld, de led “mains on” gaat branden en de lader
begint met opladen. Afhankelijk van de status van de lader gaan de leds "bulk" (bulklading), "absorption" (absorptielading) of
"float" (druppellading) branden.
Als de spanning op de “AC-in ”-aansluiting wordt afgewezen, zal de omvormer worden ingeschakeld.
Als de schakelaar op “charger only” wordt gezet, zal alleen de acculader van de Quattro worden ingeschakeld (als er
netspanning beschikbaar is). In deze modus wordt de ingangsspanning tevens doorgeschakeld naar de “AC-out”-aansluiting.
OPMERKING: Als alleen de laadfunctie nodig is, moet erop worden gelet dat de schakelaar in de stand “charger only” wordt
gezet. Hiermee voorkomt u dat bij het wegvallen van de netspanning de omvormer wordt ingeschakeld en uw accu’s leeg
raken.
3.2 Afstandsbediening
De afstandsbediening is mogelijk met een 3-wegschakelaar of met het Multi Control-paneel.
Het Multi Control-paneel heeft een eenvoudige draaiknop, waarmee de maximale stroom van de AC-ingang kan worden
ingesteld: zie PowerControl en PowerAssist in hoofdstuk 2.
3.3 Egalisatie en geforceerde absorptie
3.3.1 Egalisatie
Tractie-accu's moeten regelmatig extra worden opgeladen. In de egalisatiemodus gaat de Quattro gedurende een uur met een
verhoogde spanning laden (1V boven de absorptiespanning voor een 12V-accu, 2V voor een 24V-accu) en met een
laadstroom die is beperkt tot 1/4 van de ingestelde waarde. De leds “bulk” en “absorption” gaan dan afwisselend
knipperen.
De egalisatiemodus levert een hogere laadspanning dan de meeste
gelijkstroomverbruikers aankunnen. Deze moeten daarom worden losgekoppeld
voordat er extra wordt opgeladen.
3.3.2 Geforceerde absorptie
Onder bepaalde omstandigheden kan het wenselijk zijn om de accu voor een bepaalde tijd met een absorptiespanning te
laden. In de modus Geforceerde Absorptie gaat de Quattro gedurende de ingestelde maximale absorptietijd met de normale
absorptiespanning laden. De led “absorption” gaat branden.
3.3.3 Egalisatie of geforceerde absorptie activeren
De Quattro kan zowel via de afstandsbediening als met de schakelaar op het voorpaneel in deze beide toestanden worden
gebracht. Voorwaarde is wel dat alle schakelaars (op het voorpaneel, de afstandsbediening als op het paneel) in de stand “on”
worden gezet en geen enkele schakelaar in de stand “charger only” staat.
Om de Quattro is deze toestand te brengen, moet de onderstaande procedure worden gevolgd.
Als de schakelaar zich niet in de juiste stand bevindt nadat u deze procedure hebt gevolgd, kan deze eenvoudig eenmalig
worden omgeschakeld. Hiermee wordt de laadtoestand niet gewijzigd.
OPMERKING: het omschakelen van “on” naar “charger only” en terug, zoals hieronder beschreven, dient op een snelle manier
te gebeuren. De schakelaar moet zo worden omgeschakeld dat de middenstand als het ware wordt ‘overgeslagen’. Als de
schakelaar ook maar even in de stand “off” blijft staan, loopt u het risico dat het apparaat wordt uitgeschakeld. In dat geval
dient u weer bij stap 1 te beginnen. Met name bij gebruik van de schakelaar op het voorpaneel op de Compact is enige
oefening gewenst. Bij gebruik van de afstandsbediening is dit geen probleem.
Procedure:
- Controleer of alle schakelaars (bv. op het voorpaneel, op de afstandsbediening of de schakelaar op het afstandspaneel voor zover aanwezig) in
de stand “on” staan.
- Het activeren van de egalisatie of de geforceerde absorptie is alleen zinvol als de normale laadcyclus is voltooid (de lader bevindt zich dan in de
modus 'Float').
- Activeren:
a. Zet de schakelaar snel van "on" naar "charger only" en laat de schakelaar 0,5 tot 2 seconden in deze stand staan.
b. Zet de schakelaar snel weer terug van "charger only" naar "on" en laat de schakelaar 0,5 tot 2 seconden in deze stand staan.
c. Zet de schakelaar nog eens snel van "on" naar "charger only" en laat de schakelaar in deze stand staan.
- Op de Quattro (en, indien aangesloten, op het MultiControl-paneel) gaan nu de drie leds “Bulk”, “Absorption” en “Float” 5 keer knipperen.
- Vervolgens gaan de leds “Bulk”, “Absorption” en “Float” elk gedurende 2 seconden branden.
a. Als de schakelaar op “on” wordt gezet, terwijl de led “Bulk” brandt, schakelt de lader over op egalisatie.
b. Als de schakelaar op “on” wordt gezet, terwijl de led “Absorption” brandt, schakelt de lader over op geforceerde absorptie.
c. Als de schakelaar op “on” wordt gezet nadat de drie leds zijn gaan branden, schakelt de lader over op druppellading (Float).
d. Als de schakelaar niet is omgezet, blijven de Quattro's in de modus “charger only” en schakelen daarna over op druppellading.
5
EN NL FR DE ES SV IT Bijlage
3.4 LED-aanduidingen en hun betekenis
LED uit
LED knippert
LED brandt
Omvormer
inverter
De omvormer is ingeschakeld en
levert stroom aan de belasting.
mains on
on
inverter on
Bulk
overload
off
absorption
low battery
charger
only
Float
temperature
charger
inverter
Het nominale vermogen van de
omvormer is overschreden. De led
“overload” (overbelasting) knippert.
mains on
on
inverter on
Bulk
overload
off
absorption
low battery
charger
only
Float
temperature
inverter
De omvormer is uitgeschakeld door
overbelasting of kortsluiting.
mains on
on
inverter on
Bulk
overload
off
absorption
low battery
charger
only
Float
temperature
charger
De accu is bijna leeg.
mains on
on
inverter on
Bulk
overload
off
absorption
low battery
charger
only
Float
temperature
charger
inverter
De omvormer is uitgeschakeld door
een te lage accuspanning.
mains on
on
inverter on
Bulk
overload
off
absorption
low battery
charger
only
Float
temperature
charger
inverter
De interne temperatuur bereikt een
kritiek niveau.
mains on
on
inverter on
Bulk
overload
off
absorption
low battery
charger
only
Float
temperature
6
charger
inverter
De omvormer is uitgeschakeld door
een veel te hoge interne
temperatuur.
mains on
on
inverter on
Bulk
overload
off
absorption
low battery
charger
only
Float
temperature
charger
inverter
Als de leds afwisselend
knipperen, is de accu bijna leeg en
is het nominaal vermogen
overschreden.
Als de leds “overload” en “low
battery” tegelijkertijd knipperen, is er
een veel te hoge rimpelspanning bij
de accu-aansluiting.
mains on
on
inverter on
Bulk
overload
off
absorption
low battery
charger
only
Float
temperature
charger
inverter
De omvormer is uitgeschakeld door
een veel te hoge rimpelspanning bij
de accu-aansluiting.
mains on
on
inverter on
Bulk
overload
off
absorption
low battery
charger
only
Float
temperature
7
EN NL FR DE ES SV IT Bijlage
Acculader
charger
inverter
De wisselspanning bij AC-in-1 of
AC-in-2 is doorgeschakeld en de
lader bevindt zich in de
bulkladingsfase.
mains on
on
inverter on
Bulk
overload
off
absorption
low battery
charger
only
Float
temperature
charger
inverter
De wisselspanning bij AC-in-1 of
AC-in-2 is doorgeschakeld en de
lader werkt, maar de ingestelde
absorptiespanning is nog niet
bereikt (accubeveiligingsmodus)
mains on
on
inverter on
Bulk
overload
off
absorption
low battery
charger
only
Float
temperature
charger
inverter
De wisselspanning bij AC-in-1 of
AC-in-2 is doorgeschakeld en de
lader bevindt zich in de
absorptieladingsfase.
mains on
on
inverter on
Bulk
overload
off
absorption
low battery
charger
only
Float
temperature
charger
inverter
De wisselspanning bij AC-in-1 of
AC-in-2 is doorgeschakeld en de
lader bevindt zich in de druppellaad-
of opslagfase.
mains on
on
inverter on
Bulk
overload
off
absorption
low battery
charger
only
Float
temperature
charger
inverter
De wisselspanning bij AC-in-1 of
AC-in-2 is doorgeschakeld en de
lader bevindt zich in de
egalisatiemodus.
mains on
on
inverter on
Bulk
overload
off
absorption
low battery
charger
only
Float
temperature
8
Speciale aanduidingen
Ingesteld met beperkte ingangsstroom
charger
inverter
Treedt alleen op als PowerAssist is
uitgeschakeld.
De wisselspanning bij AC1-in-1 of
AC-in-2 is doorgeschakeld. De AC-
ingangsstroom is gelijk aan de
belastingsstroom. De lader wordt
nu omlaag gestuurd naar 0 A.
mains on
on
inverter on
Bulk
overload
off
absorption
low battery
charger
only
Float
temperature
Ingesteld om extra stroom te leveren
charger
inverter
De wisselspanning bij AC-in-1 of
AC-in-2 is doorgeschakeld, maar de
belasting vereist meer stroom dan
het elektriciteitsnet kan leveren. De
omvormer wordt nu ingeschakeld
om extra stroom te leveren.
mains on
on
inverter on
Bulk
overload
off
absorption
low battery
charger
only
Float
temperature
9
EN NL FR DE ES SV IT Bijlage
4. INSTALLATIE
Dit product mag uitsluitend worden geïnstalleerd door een gekwalificeerde
elektromonteur.
4.1 Locatie
De Quattro dient in een droge, goed geventileerde ruimte te worden geïnstalleerd, zo dicht mogelijk bij de accu’s. Rondom het
apparaat dient een vrije ruimte van tenminste 10 cm voor koeldoeleinden aanwezig te zijn.
Een veel te hoge omgevingstemperatuur heeft de volgende consequenties:
- kortere levensduur
- lagere laadstroom
- lager piekvermogen of volledige uitschakeling van de omvormer.
Plaats het apparaat nooit direct boven de accu’s.
De Quattro is geschikt voor wandmontage. Voor de montage bevat de behuizing aan de achterkant een haak en twee gaten
(zie bijlage G). Het apparaat kan horizontaal of verticaal worden geplaatst. Voor een optimale koeling wordt de voorkeur
gegeven aan verticale plaatsing.
De binnenste gedeelte van het apparaat dient na installatie goed toegankelijk te
blijven.
De afstand tussen de Quattro en de accu dient zo klein mogelijk te zijn om het spanningsverlies via de accukabels tot een
minimum te beperken.
Installeer het product in een hittebestendige omgeving.
Zorg er daarom voor dat zich geen chemische stoffen,
kunststofonderdelen, gordijnen of andere soorten textiel enz. in de
onmiddellijke omgeving bevinden.
De Quattro heeft geen interne DC-zekering. De DC-
zekering dient
buiten de Quattro te worden geïnstalleerd.
4.2 De accukabels aansluiten
Om het volledige potentieel van de Quattro te kunnen benutten, moeten accu's met voldoende capaciteit en accukabels met de
juiste doorsnede worden gebruikt.
Zie tabel:
12/5000/200
24/5000/120
48/5000/70
24/8000/200
48/8000/110
48/10000/140
48/15000/140
Aanbevolen accucapaciteit (Ah)
8002400
4001400
200800
4001400
200800
250 - 1000
400 - 1500
Aanbevolen DC-zekering
800A
400A
200A
500A
300A
400A
600A
Aanbevolen doorsnede (mm
2
)
per + en - aansluitklem
0 5 m*
2x 120 mm
2
2x 50 mm
2
1x 70 mm
2
2x 70 mm
2
2x 50 mm
2
2x 50 mm
2
2x 95 mm
2
5 10 m*
2x 95 mm
2
2x 70 mm
2
2x 120 mm
2
2x 95 mm
2
2x 95 mm
2
2x 150 mm
2
* ‘2x’ betekent twee plus- en twee min-kabels.
Procedure
Ga voor het aansluiten van de accukabels als volgt te werk:
Gebruik een momentsleutel met geïsoleerde steeksleutel om kortsluiting bij de
accu te voorkomen.
Maximaal aanhaalmoment: 14 Nm
- Verwijder de DC-zekering.
- Draai de vier onderste schroeven van het voorpaneel van de unit los en verwijder het onderste voorpaneel.
- Sluit de accukabels als volgt aan: + (rood) op de rechte klem en - (zwart) op de linker klem (Zie bijlage A).
- Draai de aansluitingen na montage van de bevestigingsonderdelen vast.
- Draai de moeren stevig vast om overgangsweerstanden zo laag mogelijk te houden.
- Vervang de DC-zekering alleen als de gehele installatie is voltooid.
10
4.3 Aansluiting van de AC-kabels
De Quattro is een product uit veiligheidsklasse I (dat wordt geleverd met een
aardingsklem ter beveiliging). De wisselstroomingangs- en/of -uitgangsklemmen
en/of het aardingspunt aan de buitenkant van het product moeten om
veiligheidsredenen voorzien zijn van een onderbrekingsvrij aardingspunt. Zie
hiervoor de volgende aanwijzingen:
De Quattro is voorzien van een aardingsrelais (zie bijlage) dat de nuluitgang
automatisch met de behuizing verbindt als er geen externe
wisselstroomvoorziening beschikbaar is. Als er wel een externe
wisselstroomvoorziening beschikbaar is, gaat het aardingsrelais open voordat het
ingangsveiligheidsrelais zich sluit (relais H in bijlage B). Dit zorgt voor een juiste
werking van de aardlekschakelaar die op de uitgang is aangesloten.
- In een vaste installatie kan een ononderbreekbare aarding worden gewaarborgd
met de aarddraad van de wisselspanningsingang. Anders moet de behuizing
worden geaard.
- In een mobiele installatie (bijvoorbeeld met een walstroomstekker) zal
onderbreking van de walaansluiting tegelijk ook de aardverbinding verbreken. In
dat geval moet de behuizing worden verbonden met het chassis (van het voertuig)
of met de romp of aardplaat (van de boot).
- Over het algemeen is de bovenstaand beschreven verbinding met de
walaardingsaansluiting niet aan te bevelen voor boten in verband met de
galvanische corrosie. De oplossing hiervoor is het gebruik van een
scheidingstransformator.
De omvormer komt met een geïntegreerde scheidingstransformator voor netfrequentie. Dit voorkomt de mogelijkheid van DC-
stroom op AC-stroompoorten. Daarom kunnen aardlekschakelaars van het type A worden gebruikt.
AC-in-1 (zie bijlage A), maximaal aanhaalmoment: 7 Nm))
Als er wisselstroomspanning beschikbaar is bij deze klemmen, zal de Quattro deze aansluiting gebruiken. Over het algemeen
zal een generator worden aangesloten op AC-in-1.
De ingang AC-in-1 moet zijn beveiligd met een zekering of magnetische contactverbreker voor 100 A of minder en de
doorsnede van de kabel moet hieraan zijn aangepast. Als de ingangswisselspanning lager ligt, moeten de zekering of
magnetische contactverbreker hieraan worden aangepast.
AC-in-2 (zie bijlage A), maximaal aanhaalmoment: 7 Nm))
Als er wisselstroomspanning beschikbaar is bij deze klemmen, zal de Quattro deze aansluiting gebruiken, behalve als er ook
spanning bij de AC-in-1 beschikbaar is. De Quattro zal dan automatisch AC-in-1 kiezen. Over het algemeen wordt de
netvoeding of walspanning aangesloten op de AC-in-2.
De ingang AC-in-2 moet zijn beveiligd met een zekering of magnetische contactverbreker voor 100 A of minder en de
doorsnede van de kabel moet hieraan zijn aangepast. Als de ingangswisselspanning lager ligt, moeten de zekering of
magnetische contactverbreker hieraan worden aangepast.
Opmerking: De Quattro start misschien niet als er alleen wisselstroom bij AC-in-2 beschikbaar is en de gelijkstroom-
accuspanning 10% of meer onder de nominale spanning ligt (minder dan 11 volt in geval van een 12 volt-accu).
Oplossing: verbind de wisselstroomvoeding met AC-in-1 of laad de accu op.
AC-out-1 (zie bijlage A), maximaal aanhaalmoment: 7 Nm))
De wisselstroomvermogenskabel kan direct worden verbonden met het klemmenblok "AC-out".
Met de PowerAssist-functie kan de Quattro tot 10kVA (dat is 10.000 / 230 = 43A) bij piekvermogensbehoefte aan de uitgang
toevoegen.
Samen met een maximale ingangsstroom van 100A betekent dit dat de uitgang tot 100 + 21 = 121A (5kVA modellen),
100 + 35 = 135A (8kVA modellen), 100 + 43 = 143A (10kVA modellen) en 100 + 65 = 165A (15kVA model) kan leveren.
Een aardlekschakelaar en een zekering of contactverbreker passend bij de verwachte belasting moet in serie worden
opgenomen in het uitgangsvermogen en de doorsnede van de kabel moet hieraan worden aangepast. Het maximaal
toelaatbare vermogen van de zekering of contactverbreker is 125A (5kVA modellen), 135A (8kVA), 143A (10kVA) resp. 165A
(15kVA).
AC-out-2 (zie bijlage A), maximaal aanhaalmoment: 7 Nm))
Een tweede uitgang is beschikbaar die de belasting in geval van voeding via de accu onderbreekt. Op deze klemmen wordt
apparatuur aangesloten die alleen functioneert als wisselstroomspanning beschikbaar is bij AC-in-1 of AC-in-2, zoals bv.
een elektrische boiler of een airco. De belasting bij AC-out-2 wordt direct onderbroken als de Quattro overschakelt naar
accuvoeding. Zodra de wisselstroomvoeding weer bij AC-in-1 of AC-in-2 beschikbaar is, wordt de belasting bij AC-out-2 weer
met een vertraging van ca. 2 minuten aangesloten. Dit, zodat de generatorgroep zich weer kan stabiliseren.
AC-out-2 kan belastingen aan tot 50A. Een aardlekschakelaar en zekering met een max. vermogen van 50A moet in serie
worden geschakeld met de AC-out-2.
Procedure
Gebruik een drieaderige kabel. De aansluitklemmen zijn duidelijk gecodeerd:
PE: aarde
N: nulleider
L: fase-/spanningsgeleider
11
EN NL FR DE ES SV IT Bijlage
4.4 Aansluitopties
4.4.1 Startaccu (aansluitklem E, zie bijlage A)
De Quattro heeft een aansluiting voor het opladen van een startaccu. De uitgangsstroom is beperkt tot 4 A.
(niet beschikbaar bij 48V-modellen)
4.4.2 Spanningsdetectie (aansluitklem E, zie bijlage A)
Voor het compenseren van eventuele kabelverliezen tijdens het opladen kunnen twee detectiedraden worden aangesloten,
waarmee de spanning direct op de accu of op de plus- en min-verdeelpunten gemeten kan worden. Gebruik tenminste draden
met een doorsnede van 0,75 mm2.
De Quattro zal tijdens het opladen van de accu het spanningsverlies over de DC-kabels compenseren tot max 1 Volt (d.w.z. 1
V over de plusaansluiting en 1 V over de minaansluiting). Als het spanningsverlies groter dan 1 V dreigt te worden, wordt de
laadstroom zodanig beperkt dat het spanningsverlies beperkt blijft tot 1 V.
4.4.3 Temperatuursensor (aansluitklem E, zie bijlage A)
Voor temperatuurgecompenseerd laden kan de temperatuursensor (meegeleverd met de Quattro) worden aangesloten. De
sensor is geïsoleerd en moet op de minklem van de accu worden geplaatst.
4.4.4 Afstandsbediening
De Quattro kan op twee manieren op afstand worden bediend:
- Met een externe schakelaar (aansluitklem H, zie bijlage A). Werkt alleen als de schakelaar op de Quattro op “on” is gezet.
- Met een afstandsbedieningspaneel (verbonden met één van de twee RJ48-stekkerbussen B, zie bijlage A). Werkt alleen als
de schakelaar op de Quattro op “on” is gezet.
Met het afstandsbedieningspaneel kan alleen de stroomlimiet voor AC-in-2 worden ingesteld (m.b.t. PowerControl en
PowerAssist).
De stroomlimiet voor AC-in-1 kan worden ingesteld met DIP-schakelaars of door software.
Er kan maar één afstandsbediening worden verbonden, bijv. een schakelaar of een afstandsbedieningspaneel.
4.4.5. Programmeerbare relais (aansluitklem I en E (K1 en K2)), zie bijlage A
De Quattro is voorzien van 3 programmeerbare relais. Het relais dat klem I aanstuurt, wordt ingesteld als alarmrelais
(fabrieksinstelling). Het relais kan voor allerlei andere toepassingen worden geprogrammeerd, bijvoorbeeld als startrelais voor
een aggregaat (hiervoor is VEConfigure-software vereist).
4.4.6 AC-hulpuitgang (AC-out-2)
Naast de gebruikelijke ononderbroken uitgang (AC-out-1), is er een tweede uitgang (AC-out-2) beschikbaar die aansluiting van
de belasting verbreekt wanneer de accu in bedrijf is. Voorbeeld: een elektrische boiler of airco die enkel mag werken als het
aggregaat draait of er walstroom beschikbaar is.
Als de accu werkt, wordt de AC-out-2 onmiddellijk uitgeschakeld. Als er AC-voeding beschikbaar is, wordt de AC-out-2 opnieuw
gekoppeld met een vertraging van 2 minuten, zodat een aggregaat kan worden gestabiliseerd voordat er een zware belasting
wordt aangesloten.
4.4.7 Quattro's parallel schakelen (zie bijlage C)
De Quattro kan parallel worden geschakeld met meerdere identieke apparaten. Hiervoor wordt een verbinding tussen de
apparaten gemaakt met behulp van standaard RJ45 UTP-kabels. Het systeem (één of meerdere Quattro-units plus een
optioneel bedieningspaneel) moet daarna worden geconfigureerd (zie hoofdstuk 5).
Bij het parallel schakelen van Quattro-units moet aan de volgende voorwaarden worden voldaan:
- Maximaal 6 parallel geschakelde units.
- Alleen identieke apparaten met hetzelfde vermogen mogen parallel worden geschakeld.
- De accucapaciteit dient verschillend te zijn.
- De DC-aansluitkabels naar de apparaten moeten allemaal even lang zijn en dezelfde doorsnede hebben.
- Als een plus- en min-DC-verdeelpunt wordt gebruikt, moet de doorsnede van de aansluiting tussen de accu’s en het DC-
verdeelpunt minstens gelijk zijn aan de som van de vereiste doorsneden van de aansluitingen tussen het verdeelpunt en de
Quattro-units.
- Plaats de Quattro-units dicht bij elkaar, maar zorg voor minimaal 10 cm ventilatieruimte onder, boven en aan de zijkant van de
units.
- De UTP-kabels moeten direct van de ene unit op de andere worden aangesloten (en op het afstandspaneel). Er mag geen
gebruik gemaakt worden van aansluit-/verdeeldozen.
- Op slechts één unit in het systeem hoeft een accutemperatuursensor te worden aangesloten. Als de temperatuur van
meerdere accu’s moet worden gemeten, kunt u ook de sensoren van andere Quattro-units in het systeem aansluiten (max. 1
sensor per Quattro). De temperatuurcompensatie tijdens het opladen van de accu reageert dan op de sensor die de hoogste
temperatuur meet.
- De spanningssensor moet worden aangesloten op de master (zie paragraaf 5.5.1.4).
- Er kan maar één afstandsbediening (paneel of schakelaar) op het systeem worden aangesloten.
4.4.8 Driefaseconfiguratie (zie bijlage C)
Quattro's kunnen ook worden gebruikt in een 3-fase wye (Y) configuratie. Hiervoor wordt een verbinding tussen de apparaten
gemaakt met behulp van standaard RJ45 UTP-kabels (dezelfde als voor parallelle schakeling). Het systeem (Quattro's plus een
optioneel controlepaneel) dient daarna te worden geconfigureerd (zie hoofdstuk 5).
Voorwaarden: zie paragraaf 4.4.7.
Opmerking: de Quattro is niet geschikt voor 3-fase delta (Δ) configuratie.
12
5. CONFIGURATIE
- Instellingen mogen alleen worden gewijzigd door een gekwalificeerde
elektrotechnicus.
- Lees de aanwijzingen grondig door voordat u wijzigingen doorvoert.
- Tijdens het instellen van de lader moet de DC-zekering in de accuaansluitingen
worden verwijderd.
5.1 Standaardinstellingen: klaar voor gebruik
De Quattro wordt geleverd met standaardfabrieksinstellingen. Deze zijn in het algemeen geschikt voor toepassing van 1
apparaat.
De instellingen hoeven daarom niet te worden gewijzigd in geval van standalone-gebruik.
Waarschuwing: mogelijk is de standaard acculaadspanning niet geschikt voor uw accu’s! Raadpleeg de
documentatie van de fabrikant of vraag advies bij uw acculeverancier!
Quattro-standaardfabrieksinstellingen
Frequentie omvormer 50 Hz
Ingangsfrequentiebereik 45 - 65 Hz
Ingangsspanningsbereik 180 - 265 VAC
Omvormerspanning 230 VAC
Standalone / parallel / 3-fase standalone
AES (Automatic Economy Switch) uit
Aardrelais aan
Lader aan/uit aan
Laadkarakteristieken viertraps adaptief met BatterySafe-modus
Laadstroom 75% van de maximale laadstroom
Accutype Victron Gel Deep Discharge
(ook geschikt voor Victron AGM Deep Discharge)
Automatisch egalisatie laden uit
Absorptiespanning 14,4 / 28,8 / 57,6 V
Absorptietijd tot 8 uur (afhankelijk van bulkladingstijd)
Druppelladingsspanning 13,8 / 27,6 / 55,2 V
Opslagspanning 13,2 V (niet instelbaar)
Herhaalde absorptietijd 1 uur
Absorptieherhalingsinterval 7 dagen
Bulkbeveiliging aan
Aggregaat (AC-in-1) / walstroom (AC-in-2) 50 A/16 A (= regelbare stroomlimiet voor PowerControl en
PowerAssist-functies)
UPS-functie aan
Dynamische stroombegrenzer uit
WeakAC uit
BoostFactor 2
Programmeerbaar relais (3x) alarmfunctie
PowerAssist aan
Analoge/digitale ingangs-/uitgangspoorten programmeerbaar
Frequentiewisseling uit
Ingebouwde accumonitor optioneel
5.2 Uitleg bij de instellingen
Hieronder volgt een korte uitleg bij de instellingen die niet vanzelfsprekend zijn. Meer informatie vindt u in de help-bestanden
van de softwareconfiguratieprogramma’s (zie paragraaf 5.3).
Frequentie omvormer
Uitgangsfrequentie als er geen AC op de ingang aanwezig is.
Instelbaar: 50 Hz; 60 Hz
Ingangsfrequentiebereik
Ingangsfrequentiebereik dat door de Quattro wordt geaccepteerd. De Quattro synchroniseert binnen dit bereik met de spanning
die beschikbaar is op AC-in-1 (voorkeursingang) of AC-in-2. Als de synchronisatie is voltooid is de uitgangsfrequentie gelijk aan
de ingangsfrequentie.
Instelbaar: 45 65 Hz; 45 55 Hz; 55 65 Hz
Ingangsspanningsbereik
Spanningsbereik dat door de Quattro wordt geaccepteerd. De Quattro synchroniseert binnen dit bereik met de spanning die
beschikbaar is op AC-in-1 (voorkeursingang) of op AC-in-2. Als het terugleverrelais is gesloten is de uitgangsspanning gelijk
aan de ingangsspanning.
Instelbaar:
Ondergrens: 180 - 230 V
Bovengrens: 230 - 270 V
Omvormerspanning
Uitgangsspanning van de Quattro bij accubedrijf.
Instelbaar: 210 245 V
13
EN NL FR DE ES SV IT Bijlage
Standalone / parallel bedrijf / 2-3-fase-instelling
Met meerdere apparaten is het mogelijk om:
- het totale omvormervermogen te vergroten (meerdere apparaten parallel geschakeld)
- een 3-fasesysteem te maken door te stapelen (enkel voor Quattro-units met een uitgangsspanning van 120 V)
- een 3-fasesysteem te maken.
Hiervoor moeten de apparaten onderling worden verbonden met RJ45 UTP-kabels. De standaard apparaatinstellingen zijn
echter zo gekozen dat elk apparaat als standalone werkt. Daarom moeten de apparaten opnieuw worden geconfigureerd.
AES (Automatic Economy Switch)
Als deze instelling op ‘on’ wordt gezet, wordt het stroomverbruik bij nullast en lage belasting verlaagd met ca. 20% door de
sinusspanning iets te 'versmallen'. Niet instelbaar met DIP-schakelaars. Enkel van toepassing in standalone-configuratie.
Search Mode (zoekmodus)
In plaats van de AES-modus kan ook de search mode (enkel met behulp van VEConfigure) worden gekozen.
Als de 'search mode' is ingeschakeld, wordt het stroomverbruik bij nullast verlaagd met ca. 70%. De 'search mode' houdt in dat
de Quattro wordt uitgeschakeld als er geen belasting is of als deze heel laag is. Iedere 2 seconden zal de Quattro even
inschakelen. Als de uitgangsstroom een ingesteld niveau overschrijdt, blijft de omzetter werken. Zo niet, dan gaat de omvormer
weer uit.
De belastingsniveaus “uitschakeling” en “ingeschakeld blijven” van de zoekmodus kunnen met VEConfigure worden ingesteld.
De fabrieksinstelling is:
Uitschakelen: 40 watt (lineaire belasting)
Inschakelen: 100 watt (lineaire belasting)
Niet instelbaar met DIP-schakelaars. Enkel van toepassing in standalone-configuratie.
Aardrelais (zie bijlage B)
Met dit relais (E), wordt de nulleider van de AC-uitgang geaard met de behuizing als het terugleverveiligheidsrelais in de AC-in-
1- en de AC-in-2-ingangen open zijn. Dit om de correcte werking van aardlekschakelaars in de uitgangen veilig te stellen.
- Als een niet geaarde uitgang gewenst is tijdens het omvormerbedrijf, dan moet deze functie worden uitgeschakeld. (Zie ook
paragraaf 4.5)
Niet instelbaar met DIP-schakelaars.
- Indien nodig, kan een extern aardrelais worden aangesloten (voor een éénfasesysteem met een aparte autotransformator).
Zie bijlage A.
Laadkarakteristieken
De standaardinstelling is ‘viertraps adaptief met BatterySafe-modus’. Zie hoofdstuk 2 voor een beschrijving.
Dit is de beste laadkarakteristiek. Zie de helpbestanden van de softwareconfiguratieprogramma’s voor andere mogelijkheden.
De ‘vaste’ modus kan worden geselecteerd met DIP-schakelaars.
Accutype
De standaardinstelling is het meest geschikt voor Victron Gel Deep Discharge, Gel Exide A200 en stationaire
buisjesplaataccu’s (OPzS). Deze instelling kan ook voor vele andere accu’s worden gebruikt: bv. Victron AGM Deep Discharge
en andere AGM-accu’s en vele soorten open vlakke-plaataccu’s. Met DIP-schakelaars kunnen vier laadspanningen worden
ingesteld.
Automatische egalisatielading
Deze instelling is bedoeld voor buisjesplaattractie-accu’s. Bij deze instelling wordt de maximale absorptiespanning verhoogd tot
2,83 V/cel (34 V voor een 24V-accu) nadat tijdens absorptieladen de stroom is gedaald tot minder dan 10% van de ingestelde
maximumstroom.
Niet instelbaar met DIP-schakelaars.
Zie ’tubular plate traction battery charge curve’ (laadkarakteristiek van buisjesplaattractieaccu's) in VEConfigure.
Absorptietijd
Dit hangt af van de bulkladingstijd (adaptieve laadkarakteristiek), zodat de accu optimaal wordt opgeladen. Als de ‘vaste’
laadkarakteristiek wordt gekozen, staat de absorptietijd vast. Voor de meeste accu’s is een maximale absorptietijd van 8 uur
geschikt. Als voor snelladen een extra hoge absorptiespanning is gekozen (kan alleen bij natte open accu’s!), wordt de
voorkeur gegeven aan 4 uur. Met DIP-switches kan een tijd van acht of vier uur worden ingesteld. Bij de adaptieve
laadkarakteristiek bepaalt dit de maximale absorptietijd.
Opslagspanning, herhaalde absorptietijd, absorptieherhalingsinterval
Zie hoofdstuk 2. Niet instelbaar met DIP-schakelaars.
Bulkbeveiliging
Als deze instelling op ‘on’ staat, wordt de bulklaadtijd beperkt tot max. 10 uur. Een langere laadtijd zou kunnen duiden op een
systeemfout (bijvoorbeeld een kortgesloten accucel). Niet instelbaar met DIP-schakelaars.
14
AC-ingangsstroomlimiet AC-in-1 (aggregaat) / AC-in-2 (walstroom/elektriciteitsnet)
Dit zijn de stroomgrensinstellingen, waarbij PowerControl en PowerAssist in werking treden.
Instellingsbereik PowerAssist:
- Van 11 A tot 100 A voor ingang AC-in-1
- Van 11 A tot 100 A voor ingang AC-in-2
Fabrieksinstellingen: 50 A voor AC1 en 16 A voor AC2.
In geval van parallel geschakelde units moeten voor het bereik de minimum- en maximumwaarden worden vermenigvuldigd
met het aantal parallel geschakelde units.
Zie hoofdstuk 2, het boek ‘Altijd Stroom’ of de vele beschrijvingen van deze unieke functie op onze website
www.victronenergy.com.
UPS-functie
Als deze instelling op ‘on’ staat en de wisselspanning op de ingang wegvalt, schakelt de Quattro praktisch zonder onderbreking
over naar omvormerbedrijf. De Quattro kan dan worden gebruikt als Uninterruptible Power Supply (UPS of onderbrekingsvrije
voeding) voor gevoelige apparatuur, zoals computers of communicatiesystemen.
De uitgangsspanning van sommige kleine aggregaten is te instabiel en te vervormd voor gebruik van deze instelling - de
Quattro zou voortdurend overschakelen op naar omvormerbedrijf. Daarom kan er voor gekozen worden om deze instelling uit
te schakelen. De Quattro reageert dan minder snel op spanningsafwijkingen bij AC-in-1 of AC-in-2. Hierdoor wordt de
omschakeltijd naar omvormerbedrijf wat langer, maar de meeste apparatuur (computers, klokken of huishoudelijke apparatuur)
ondervindt hier geen hinder van.
Advies: Schakel de UPS-functie uit als de Quattro niet synchroniseert of voortdurend terugschakelt naar omvormerbedrijf.
Dynamische stroombegrenzer
Bedoeld voor aggregaten, waarbij de wisselspanning wordt opgewekt met behulp van een statische omvormer (zogenaamde
‘omvormer’-aggregaten). Bij deze aggregaten wordt het toerental teruggeregeld als de belasting laag is: dat beperkt lawaai,
brandstofverbruik en vervuiling. Nadeel is dat de uitgangsspanning sterk zal zakken of zelfs helemaal wegvalt bij een
plotselinge verhoging van de belasting. Meer belasting kan pas geleverd worden nadat de motor op toeren is.
Als deze instelling op ‘on’ wordt gezet, zal de Quattro beginnen met het leveren van extra vermogen op een laag
aggregaatuitgangsvermogen en langzaam meer leveren tot de ingestelde stroomlimiet is bereikt. Hierdoor krijgt de motor van
het aggregaat de tijd om op toeren te komen.
Deze instelling wordt ook vaak toegepast bij ‘klassieke’ aggregaten die traag reageren op plotselinge belastingvariaties.
WeakAC
Sterke vervorming van de ingangsspanning kan tot gevolg hebben dat de lader niet of nauwelijks werkt. Als WeakAC (lage
wisselspanning) wordt ingesteld, accepteert de lader ook een sterk vervormde spanning, ten koste van meer vervorming van
de opgenomen stroom.
Advies: WeakAC inschakelen als de lader niet of nauwelijks laadt (dit komt overigens zelden voor!). Zet tegelijk ook de
’dynamische stroombegrenzer’ aan en reduceer desnoods de maximale laadstoom om overbelasting van het aggregaat te
voorkomen.
Opmerking: als WeakAC is ingeschakeld, wordt de maximale laadstroom met ongeveer 20% verminderd.
Niet instelbaar met DIP-schakelaars.
BoostFactor
Wijzig deze instelling alleen na overleg met Victron Energy of een door Victron Energy getrainde installateur!
Niet instelbaar met DIP-schakelaars.
Drie programmeerbare relais
De Quattro is voorzien van 3 programmeerbare relais. Het relais kan voor allerlei andere toepassingen worden
geprogrammeerd, bijvoorbeeld als startrelais voor een aggregaat. De fabrieksinstelling van het relais in positie I (zie bijlage A,
rechts boven) is ‘alarm’.
Niet instelbaar met DIP-schakelaars.
Programmeerbare analoge/digitale ingangs-/uitgangspoorten
De Quattro is voorzien van 2 analoge/digitale ingangs-/uitgangspoorten.
Deze poorten kunnen worden gebruikt voor meerdere doeleinden. Een toepassing is communicatie met het BMS of een
lithiumionaccu.
Niet instelbaar met DIP-schakelaars.
Frequentiewisseling
Als zonneomvormers zijn aangesloten op de uitgang van een Multi of Quattro wordt het teveel aan zonne-energie gebruikt om
de accu's weer op te laden. Zodra de absorptiespanning is bereikt, schakelen de Multi of Quattro de zonneomvormer uit door
de uitgangsfrequentie met 1 Hz aan te passen (bijvoorbeeld van 50 Hz naar 51 Hz). Zodra de accuspanning iets is gedaald,
keert de frequentie terug naar normaal en worden de zonneomvormers weer gestart.
Niet instelbaar met DIP-schakelaars.
Ingebouwde accumonitor (optioneel)
De ideale oplossing als Multi’s of Quattro’s onderdeel uitmaken van een hybride systeem (dieselaggregaat, omvormer/laders,
opslagaccu en alternatieve energie). De ingebouwde accumonitor kan zo worden ingesteld dat deze het aggregaat start en
stopt:
- Start van een vooringesteld % van het ontladingsniveau en/of
- start (met een vooringestelde vertraging) bij een vooringestelde accuspanning en/of
- start (met een vooringestelde vertraging) bij een vooringesteld belastingsniveau.
- Stop bij een vooringestelde accuspanning of
- stop (met een vooringestelde vertraging) nadat de bulklading is voltooid en/of
- stop (met een vooringestelde vertraging) bij een vooringesteld belastingsniveau.
Niet instelbaar met DIP-schakelaars.
15
EN NL FR DE ES SV IT Bijlage
5.3 Configuratie via de pc
Alle instellingen kunnen via een pc worden gewijzigd.
De meest algemene instellingen kunnen worden gewijzigd via de DIP-schakelaars (zie paragraaf 5.5).
OPMERKING:
Deze handleiding is bedoeld voor producten met firmware xxxx400 of hoger (waarbij x staat voor een willekeurig getal)
Het firmwarenummer is te vinden op de microprocessor, na het verwijderen van het voorpaneel.
Oudere eenheden, waarvan het 7-cijferige nummer begint met 26 of 27, kunnen worden geüpdate. Het nummer begint met 19
of 20 heeft u een oude microprocessor en is het niet mogelijk om deze te updaten naar 400 of hoger.
Voor het wijzigen van instellingen via de pc heeft u het volgende nodig:
- VEConfigureII-software: kan gratis worden gedownload op www.victronenergy.com.
- Een RJ45 UTP-kabel en de MK3-USB-interface.
5.3.1 VE.Bus Quick Configure Setup
VE.Bus Quick Configure Setup is een softwareprogramma, waarmee systemen met maximaal 3 Quattro-units (parallel- of
driefasebedrijf) op eenvoudige wijze kunnen worden geconfigureerd. VEConfigureII maakt deel uit van dit programma.
U kunt de software downloaden op www.victronenergy.com.
Voor aansluiting op uw pc hebt u een RJ45 UTP-kabel en de MK3-USB-interface nodig.
5.3.2 VE.Bus System Configurator
Voor het configureren van geavanceerde toepassingen en/of systemen met 4 of meer Quattro-units moet de software VE.Bus
System Configurator worden gebruikt. U kunt de software downloaden op www.victronenergy.com. VEConfigureII maakt deel
uit van dit programma.
Voor aansluiting op uw pc hebt u een RJ45 UTP-kabel en de MK3-USB-interface nodig.
5.4 Configuratie met een VE.Net-paneel
Hiervoor hebt u een VE.Net-paneel en de ‘VE.Net-naar-VE.Bus-omvormer’ nodig.
Met VE.Net zijn alle parameters toegankelijk, met uitzondering van de multifunctionele relais en de VirtualSwitch.
16
5.5 Configuratie met DIP-schakelaars
Inleiding
Een aantal instellingen kan worden gewijzigd met DIP-schakelaars (zie bijlage A, positie M).
Opmerking: Let er bij het wijzigen van de instellingen met DIP-schakelaars in een parallel of éénfase-/3-fasesysteem op dat
niet alle instellingen bij alle Quattro-units van toepassing zijn. Dit, omdat sommige instellingen worden voorgeschreven door de
Master of Leader.
Sommige instellingen zijn alleen relevant in de Master/Leader (d.w.z. deze zijn niet relevant in een slave of in een volger).
Andere instellingen zijn niet relevant voor slaves, maar wel relevant voor volgers.
Opmerking m.b.t. de gebruikte terminologie:
Een systeem, waarin meer dan één Quattro wordt gebruikt om een enkele AC-fase te creëren, wordt een parallel systeem
genoemd. In dit geval zal één van de Quattro's de hele fase regelen, deze wordt de master genoemd. De anderen, slaves
genoemd, luisteren naar de master om hun actie te bepalen.
Het is ook mogelijk om meer AC-fases (éénfase of 3-fase) met 2 of 3 Quattro-units te creëren. In dat geval wordt de Quattro in
fase L1 de Leader genoemd. De Quattro in fase L2 (en L3 indien beschikbaar) genereren dezelfde AC-frequentie, maar volgen
L1 met een vaste fasewissel. Deze Quattro's worden volgers genoemd.
Als meer Quattro's per fase worden gebruikt in een éénfase of 3-fasesysteem (bijvoorbeeld 6 Quattro's worden gebruikt om een
3-fasesysteem te bouwen met 2 Quattro's per fase), is de Leader van het systeem ook de Master van fase L1. De volgers in
fase L2 en L3 nemen ook de rol van Master op zich in fase L2 en L3. Alle anderen zin dan slaves.
Het instellen van een parallel of éénfase/3-fasesystemen dient door software te gebeuren, zie paragraaf 5.3.
TIP: Als u zich niet wilt bezighouden met of een Quattro nu master, slave of volger is, is de eenvoudigste en meest directe
manier om alle instellingen op alle Quattro's hetzelfde te doen.
Algemene procedure:
Schakel de Quattro in, bij voorkeur onbelast en zonder wisselspanning op de ingangen. De Quattro werkt dan in
omvormerbedrijf.
Stap 1: Stel de DIP-schakelaars in voor:
- de vereiste stroomlimiet van de AC-ingang. (niet van toepassing voor slaves)
- beperking van de laadstroom. (alleen van toepassing voor Master/Leader)
Houd de knop 'Up' 2 seconden lang ingedrukt (bovenste knop rechts van de DIP-schakelaars, zie bijlage A, positie K) om de
instellingen op te slaan nadat de vereiste waarden zijn ingesteld. U kunt nu de DIP-schakelaars weer gebruiken om de
resterende instellingen toe te passen (stap 2).
Stap 2: overige instellingen, stel de DIP-schakelaars in voor:
- Laadspanningen (alleen van toepassing voor Master/Leader)
- Absorptietijd (alleen van toepassing voor Master/Leader)
- Adaptief opladen (alleen van toepassing voor Master/Leader)
- Dynamische stroombegrenzer (niet van toepassing voor slaves)
- UPS-functie (niet van toepassing voor slaves)
- omvormerspanning (niet van toepassing voor slaves)
- omvormerfrequentie (alleen van toepassing voor Master/Leader)
Houd de knop 'Down' 2 seconden lang ingedrukt (onderste knop rechts van de DIP-schakelaars) om de instellingen op te
slaan nadat de DIP-schakelaars
in de juiste stand zijn gezet. U kunt de DIP-schakelaars nu in de gekozen stand laten staan, zodat u de ’overige instellingen’
altijd terug kunt vinden.
Opmerking:
- De DIP-schakelaarfuncties worden beschreven van boven naar beneden. Omdat de bovenste DIP-schakelaar het hoogste
nummer (8) heeft, starten de beschrijvingen met schakelaar nummer 8.
Gedetailleerde instructie:
5.5.1 Stap 1
5.5.1.2.1 Stroombegrenzing AC-ingangen (standaard: AC-in-1: 50 A, AC-in-2: 16 A)
Als de stroombehoefte (Quattro belasting + acculader) de ingestelde stroom dreigt te overschrijden, verlaagt de Quattro eerst
de laadstroom (PowerControl) en levert, indien nodig, vervolgens extra stroom via de accu (PowerAssist).
De ingangsstroomlimiet van AC-in-1 (het aggregaat) kan via de DIP-schakelaars worden ingesteld op acht verschillende
waarden.
De ingangsstroomlimiet van AC-in-2 kan via de DIP-schakelaars worden ingesteld op twee verschillende waarden. Met het
Multi Control-paneel kan een variabele stroomlimiet worden ingesteld voor de AC-in-2-ingangsspanning.
17
EN NL FR DE ES SV IT Bijlage
Procedure
AC-in-1 kan worden ingesteld met de DIP-schakelaars ds8, ds7 en ds6 (fabrieksinstelling: 50 A).
Procedure: stel de DIP-schakelaars in op de vereiste waarde:
ds8 ds7 ds6
off off off = 6,3 A (PowerAssist 11 A, PowerControl 6 A)
off off on = 10 A (PowerAssist 11 A, PowerControl 10 A)
off on off = 12 A (2,8 kVA bij 230 V)
off on on = 16 A (3,7 kVA bij 230 V)
on off off = 20 A (4,6 kVA bij 230 V)
on off on = 25 A (5,7 kVA bij 230 V)
on on on = 30 A (6,9 kVA bij 230 V)
on on on = 50 A (11,5 kVA bij 230 V)
Meer dan 50 A: met VEConfigure-software
Opmerking: Het door de fabrikant opgegeven continu vermogen van kleine aggregaten is soms aan de zeer
optimistische kant. De stroomgrens moet dan veel lager worden ingesteld dan uit de gegevens van de
fabrikant blijkt.
AC-in-2 kan in twee stappen worden ingesteld met DIP-schakelaar ds5 (fabrieksinstelling: 16 A).
Procedure: stel ds5 in op de vereiste waarde:
ds5
off = 16 A
on = 30 A
Meer dan 30 A: met VEConfigure-software of Digital Multi Control Panel
5.5.1.2 Begrenzing laadstroom (standaardinstelling 75%)
Voor een lange levensduur dient bij accu's een laadstroom van 10% tot 20% van de capaciteit in Ah te worden toegepast.
Voorbeeld: optimale laadstroom van een 24V/500Ah-accubank: 50 A tot 100 A.
De meegeleverde temperatuursensor past automatisch de laadspanning aan aan de accutemperatuur.
Als een snellere lading en dus een hogere stroom is vereist:
- De meegeleverde temperatuursensor dient te worden geplaatst op de accu, omdat snel opladen kan leiden tot een flinke
temperatuurstijging van de accubank. De laadspanning wordt aangepast aan de hogere temperatuur (d.w.z. worden verlaagd)
door de temperatuursensor.
- De bulkladingstijd zal soms zo kort zijn dat een vaste absorptietijd meer brengt (zie voor ‘vaste’ absorptietijd ds5, stap 2).
Procedure
De acculaadstroom kan worden ingesteld in vier stappen, met de DIP-schakelaars ds4 en ds3 (fabrieksinstelling: 75%).
ds4 ds3
off off = 25%
off on = 50%
on off = 75%
on on = 100%
Opmerking: als WeakAC is ingeschakeld, wordt de maximale laadstroom verlaagd van 100% naar ongeveer 80%.
5.5.1.3 DIP-schakelaars ds2 en ds1 worden niet gebruikt tijdens stap 1.
BELANGRIJKE OPMERKING:
Als de laatste 3 cijfers van de Multi-firmware in het bereik van 100 liggen (dus het firmwarenummer xxxx1xx is (x
staat voor een willekeurig nummer)), dan worden ds1 & ds2 gebruikt om een Multi in te stellen op standalone,
parallel- of driefasebedrijf. Raadpleeg hiervoor de betreffende handleiding.
18
5.5.1.4 Voorbeelden
Voorbeelden van instellingen:
Om de instellingen op te slaan nadat de vereiste waarden zijn ingesteld: houd de knop 'Up' 2 seconden lang ingedrukt
(bovenste knop rechts van de DIP-schakelaars, zie bijlage A, positie K). De leds 'overbelasting' en 'accu bijna leeg' gaan
knipperen om aan te geven dat de instellingen zijn geaccepteerd.
Wij adviseren om de instellingen te noteren en deze notitie op een veilige plek te bewaren.
De DIP-schakelaars kunnen nu worden gebruikt om de resterende instellingen toe te passen (stap 2).
5.5.2 Stap 2: Overige instellingen
De resterende instellingen zijn niet van toepassing voor slaves.
Enkele van de resterende instellingen zijn niet van toepassing voor volgers (L2, L3). Deze instellingen worden door de Leader
L1 aan het hele systeem opgelegd. Als een instelling voor L2-, L3-apparaten niet van toepassing is, wordt dit uitdrukkelijk
vermeld.
ds8-ds7: Instelling van de laadspanningen (niet van toepassing voor L2, L3)
ds8-ds7
Absorptie-
Spanning
Druppelladings-
spanning
Opslag-
spanning
Geschikt voor
off off
14,1
28,2
56,4
13,8
27,6
55,2
13,2
26,4
52,8
Gel Victron Long Life (OPzV)
Gel Exide A600 (OPzV)
Gel MK-accu
off on
14,4
28,8
57,6
13,8
27,6
55,2
13,2
26,4
52,8
Gel Victron Deep Discharge
Gel Exide A200
AGM Victron Deep Discharge
Vaste buisjesplaataccu (OPzS)
on off
14,7
29,4
58,8
13,8
27,6
55,2
13,2
26,4
52,8
AGM Victron Deep Discharge
Buisjesplaataccu's (OPzS) in
semi-druppelmodus
AGM spiraalcelaccu's
on on
15,0
30,0
60,0
13,8
27,6
55,2
13,2
26,4
52,8
Buisjesplaataccu’s (OPzS) in
cyclische modus
ds6: absorptietijd 8 of 4 uur (n.v.t. voor L2, L3) on = 8 uur off = 4 uur
ds5: adaptieve laadkarakteristiek (n.v.t. voor L2, L3) on = actief off = inactief (vast absorptietijd)
ds4: dynamische stroombegrenzer on = actief off = inactief
ds3: UPS-functie on = actief off = inactief
ds2: omvormerspanning on = 230V / 120V off = 240V / 115V
ds1: omvormerfrequentie (n.v.t. voor L2, L3) on = 50 Hz off = 60 Hz
(het brede ingangsfrequentiebereik (45-55 Hz) staat standaard op 'on')
Opmerking:
-
Als het “adaptieve laadalgoritme” op 'on' staat, stelt ds6 de maximale absorptietijd in op 8 uur of 4 uur.
-
Als het “adaptieve laadalgoritme” op 'off' staat, wordt de absorptietijd door ds6 (vast) ingesteld op 8 uur of 4 uur.
DS-8 AC-in-1
on
DS-7 AC-in-1
on
DS-6 AC-in-1
on
DS-5 AC-in-2
on
DS-4 Laadstroom
on
DS-3 Laadstroom
off
DS-2 Standalone-modus
off
DS-1 Standalone-modus
off
DS-8
on
DS-7
on
DS-6
on
DS-5
off
DS-4
on
DS-3
on
DS-2
off
DS-1
off
DS-8
off
DS-7
on
DS-6
on
DS-5
off
DS-4
on
DS-3
on
DS-2
off
DS-1
off
DS-8
on
DS-7
on
DS-6
off
DS-5
on
DS-4
off
DS-3
on
DS-2
off
DS-1
off
Stap 1, standalone
Voorbeeld 1 (fabrieksinstelling):
8, 7, 6 AC-in-1: 50 A
5 AC-in-2: 30 A
4, 3 laadstroom: 75%
2, 1 Standalone-modus
Stap 1, standalone
Voorbeeld 2:
8, 7, 6 AC-in-1: 50 A
5 AC-in-2: 16 A
4, 3 laden: 100%
2, 1 Standalone
Stap 1, standalone
Voorbeeld 3:
8, 7, 6 AC-in-1: 16 A
5 AC-in-2: 16 A
4, 3 laden: 100%
2, 1 Standalone
Stap 1, standalone
Voorbeeld 4:
8, 7, 6 AC-in-1: 30 A
5 AC-in-2: 30 A
4, 3 laden: 50%
2, 1 Standalone
19
EN NL FR DE ES SV IT Bijlage
Stap 2: Voorbeeldinstellingen
Voorbeeld 1 is de fabrieksinstelling (omdat de fabrieksinstellingen worden ingevoerd via de pc worden alle DIP-schakelaars
van een nieuw product op ‘off’ gezet en vertegenwoordigen deze niet de daadwerkelijke instellingen in de microprocessor).
DS-8 laadspanning
off
DS-7 laadspanning
on
DS-6 absorptietijd
on
DS-5 adaptief laden
on
DS-4 dyn. stroombegr.
off
DS-3 UPS-functie:
on
DS-2 spanning
on
DS-1 frequentie
on
DS-8
off
DS-7
off
DS-6
on
DS-5
on
DS-4
off
DS-3
off
DS-2
on
DS-1
on
DS-8
on
DS-7
off
DS-6
on
DS-5
on
DS-4
on
DS-3
off
DS-2
off
DS-1
on
DS-8
on
DS-7
on
DS-6
off
DS-5
off
DS-4
off
DS-3
on
DS-2
off
DS-1
off
Stap 2
Voorbeeld 1 (fabrieksinstelling):
8, 7 GEL 14,4 V
6 Absorptietijd: 8 uur
5 Adaptief laden: aan
4 Dynamische stroombegrenzing: uit
3 UPS-functie: aan
2 Spanning: 230 V
1 Frequentie: 50 Hz
Stap 2
Voorbeeld 2:
8, 7 OPzV 14,1 V
6 Absorptietijd: 8 uur
5 Adaptief laden: aan
4 Dyn. stroombegrenzing: uit
3 UPS-functie: uit
2 Spanning: 230 V
1 Frequentie: 50 Hz
Stap 2
Voorbeeld 3:
8, 7 AGM 14,7 V
6 Absorptietijd: 8 uur
5 Adaptief laden: aan
4 Dyn. stroombegrenzing: aan
3 UPS-functie: uit
2 Spanning: 240 V
1 Frequentie: 50 Hz
Stap 2
Voorbeeld 4:
8, 7 Buisjesplaat 15 V
6 Absorptietijd: 4 uur
5 Vaste absorptietijd
4 Dyn. stroombegrenzing: uit
3 UPS-functie: aan
2 Spanning: 240 V
1 Frequentie: 60 Hz
Om de instellingen op te slaan nadat de vereiste waarden zijn ingesteld: houd de knop 'Down' 2 seconden lang ingedrukt
(onderste knop rechts van de DIP-schakelaars). De leds 'temperatuur' en 'accu bijna leeg' gaan knipperen om aan te
geven dat de instellingen zijn geaccepteerd.
De DIP-schakelaars kunnen in de gekozen stand worden gelaten, zodat de ’overige instellingen’ altijd weer terug te vinden zijn.
6. ONDERHOUD
De Quattro vereist geen specifiek onderhoud. Het volstaat om alle verbindingen eenmaal per jaar te controleren. Voorkom
vocht en olie/roet/dampen en houd het apparaat schoon.
20
7. STORINGSAANDUIDINGEN
Via de onderstaande procedures kunnen de meeste fouten snel worden geïdentificeerd. Als u een fout niet kunt oplossen,
neem dan contact op met uw Victron Energy-leverancier.
7.1 Algemene storingsaanduidingen
Probleem
Oorzaak
Oplossing
De Quattro schakelt niet over op
aggregaat of netvoeding.
Contactverbreker of zekering in de
AC-in-ingang is open door overbelasting.
Overbelasting of kortsluiting bij AC-out-1 of AC-out-2 verwijderen
en zekering/contactverbreker resetten.
Omvormerbedrijf niet gestart als
ingeschakeld.
De accuspanning is veel te hoog of te laag.
Geen spanning op DC-aansluiting.
Zorg dat de accuspanning binnen het juiste bereik ligt.
De led “accu bijna leeg” knippert.
De accuspanning is laag.
Laad de accu op of controleer de accu-aansluitingen.
De led “accu bijna leeg” brandt.
De omvormer schakelt uit, omdat de
accuspanning te laag is.
Laad de accu op of controleer de accu-aansluitingen.
De led “overbelasting” knippert.
De omvormerbelasting is hoger dan de
nominale belasting.
Verlaag de belasting.
De led “overbelasting” brandt.
De omvormer is uitgeschakeld door een veel
te hoge belasting.
Verlaag de belasting.
De led “temperatuur” knippert of
brandt.
De omgevingstemperatuur is hoog of de
belasting is te hoog.
Plaats de omvormer in een koele en goed geventileerde omgeving
of verlaag de belasting.
De leds “accu bijna leeg” en
“overbelasting” knipperen
afwisselend.
Lage accuspanning en veel te hoge belasting.
Laad de accu's, koppel de belasting los of verlaag deze of plaats
accu's met een grotere capaciteit. Monteer kortere en/of dikkere
accukabels.
De leds “accu bijna leeg” en
“overbelasting” knipperen
tegelijkertijd.
De rimpelspanning op de DC-aansluiting
overschrijdt 1,5 Vrms.
Controleer de accukabels en accu-aansluitingen. Controleer of de
accucapaciteit voldoende hoog is en verhoog deze, indien nodig.
De leds “accu bijna leeg” en
“overbelasting” branden.
De omvormer is uitgeschakeld door een veel
te hoge rimpelspanning op de ingang.
Plaats accu's met een grotere capaciteit. Monteer kortere en/of
dikkere accukabels en reset de omvormer (uitschakelen en weer
inschakelen).
Eén alarmled brandt en het
tweede knippert.
De omvormer is uitgeschakeld doordat een
alarm is geactiveerd door een brandende led.
De knipperende led geeft aan dat de
omvormer door het alarm zou worden
uitgeschakeld.
Kijk in deze tabel voor de juiste maatregelen m.b.t. deze
alarmtoestand.
De lader werkt niet.
De AC-ingangsspanning of -frequentie ligt niet
binnen het bereik.
Zorg ervoor dat de AC-ingangsspanning tussen 185 VAC en 265 VAC
ligt en dat de frequentie binnen het bereik ligt (fabrieksinstelling 45-65
Hz).
Contactverbreker of zekering in de
AC-in-ingang is open door overbelasting.
Overbelasting of kortsluiting bij AC-out-1 of AC-out-2 verwijderen en
zekering/contactverbreker resetten.
De accuzekering is doorgebrand.
Vervang de accuzekering.
De vervorming van de AC-ingangsspanning is te
groot (normaal gesproken aggregaatvoeding).
Schakel de instellingen WeakAC en dynamische stroombegrenzer in.
De lader werkt niet.
De led “Bulk” knippert en de led
"Mains on" brandt.
De Quattro bevindt zich in de modus
“bulkbeveiliging”, dus de maximale bulklaadtijd van
10 uur is overschreden.
Een dergelijk lange laadtijd zou kunnen duiden op
een systeemfout (bijvoorbeeld een kortgesloten
accucel).
Controleer uw accu's.
OPMERKING: U kunt de foutmodus resetten door de Quattro uit- en weer
in te schakelen.
De standaardfabrieksinstelling van de Quattro voor de modus
“bulkbeveiliging” is ingeschakeld. De modus “bulkbeveiliging” kan alleen
worden uitgeschakeld via VEConfigure.
De accu wordt niet volledig
opgeladen.
De laadstroom is veel te hoog en start zo een
voortijdige absorptielading.
Stel de laadstroom in op een niveau tussen 0,1 en 0,2 keer de
accucapaciteit.
Slechte accuaansluiting.
Controleer de accuaansluitingen.
De absorptiespanning is ingesteld op een onjuist
niveau (te laag).
Stel een juist niveau voor de absorptiespanning in.
De druppellaadspanning is ingesteld op een
onjuist niveau (te laag).
Stel een juist niveau voor de druppellaadspanning in.
De beschikbare oplaadtijd is te kort om de
accu
volledig op te kunnen laden.
Kies een langere oplaadtijd of een hogere laadstroom.
De absorptietijd is te kort. Bij adaptief laden kan
dit worden veroorzaakt door een extreem hoge
laadstroom ten opzichte van de accucapaciteit,
zodat de bulkladingstijd te kort is.
Verlaag de laadstroom of kies de ‘vaste’ laadkarakteristieken.
De accu wordt overladen.
De absorptiespanning is ingesteld op een
onjuist niveau (te hoog).
Stel een juist niveau voor de absorptiespanning in.
De druppellaadspanning is ingesteld op een
onjuist niveau (te hoog).
Stel een juist niveau voor de druppellaadspanning in.
Accu verkeert in slechte toestand.
Vervang de accu.
De accutemperatuur is te hoog (door slechte
ventilatie, veel te hoge omgevingstemperatuur
of veel te hoge laadstroom).
Verbeter de ventilatie, plaats de accu's in een koelere omgeving,
verlaag de laadstroom en sluit de temperatuursensor aan.
De laadstroom daalt naar 0 zodra
de absorptieladingsfase wordt
gestart.
De accu is oververhit (>50°C)
Plaats de accu in een koelere omgeving
Verlaag de laadstroom
Controleer of één van de accucellen een interne kortsluiting heeft
De accutemperatuursensor is defect
Koppel de temperatuursensorstekker in de Quattro los. Als het
opladen weer goed werkt na ca. 1 minuut, dient de
temperatuursensor te worden vervangen.
7.2 Speciale ledaanduidingen
21
EN NL FR DE ES SV IT Bijlage
(zie voor de normale ledaanduidingen paragraaf 3.4)
De leds bulklading en absorptielading knipperen
synchroon (tegelijkertijd).
Storing spanningssensor. De spanning gemeten bij de spanningsdetectie-aansluiting
wijkt te veel af (meer dan 7 V) van de spanning bij de positieve en negatieve
aansluiting van het apparaat. Het betreft waarschijnlijk een aansluitfout.
Het apparaat blijft in normaal bedrijf.
OPMERKING: Als de led "inverter on" knippert in tegenfase, dan betreft dit een
VE.Bus- storingscode (zie onderstaand).
De leds absorptielading en druppellading
knipperen synchroon (tegelijkertijd).
De gemeten accutemperatuur heeft een uiterst onwaarschijnlijke waarde. De sensor
is waarschijnlijk defect of onjuist aangesloten. Het apparaat blijft in normaal bedrijf.
OPMERKING: Als de led "inverter on" knippert in tegenfase, dan betreft dit een
VE.Bus- storingscode (zie onderstaand).
"Mains on" knippert en er is geen
uitgangsspanning.
Het apparaat bevindt zich in de modus "charger only" en er is netvoeding
beschikbaar. Het apparaat weigert de netvoeding of is nog bezig met synchroniseren.
7.3 VE.Bus-ledaanduidingen
Apparatuur, die is geïntegreerd in een VE.Bus-systeem (een parallel- of 3-faseconfiguratie) kan zogenaamde VE.Bus-
ledaanduidingen bieden. Deze ledaanduidingen kunnen worden onderverdeeld in twee groepen: OK-codes en storingscodes.
7.3.1 VE.Bus-OK-codes
Als de interne toestand van een apparaat is orde is, maar het apparaat nog niet kan worden gestart, omdat één of meer andere
apparaten in het systeem een storingsstatus aangeven, zullen de apparaten die in orde zijn een OK-code aangeven. Hierdoor
is het opsporen van storingen in een VE.Bus-systeem mogelijk, omdat apparaten die geen aandacht nodig hebben ook als
zodanig kunnen worden herkend.
Belangrijke aanwijzing: OK-codes worden alleen weergegeven als een apparaat zich niet in de omvormer- of oplaadmodus
bevindt!
- Een knipperende led "bulk" geeft aan dat het apparaat kan omvormen.
- Een knipperende led "float" geeft aan dat het apparaat kan opladen.
OPMERKING: In principe moeten alle andere leds uit zijn. Als dat niet het geval is, is de code geen OK-code.
De volgende uitzonderingen zijn echter van toepassing:
- De bovenstaande speciale ledaanduidingen kunnen samen met de OK-codes optreden.
- De led "accu bijna leeg" kan samen met de OK-code functioneren die aangeeft dat het apparaat kan opladen.
7.3.2 VE.Bus-storingscodes
Een VE.Bus-systeem kan verschillende storingscodes weergeven. Deze codes worden weergegeven met de leds "inverter on",
"bulk", "absorption" en "float".
Om een VE.Bus-storingscode juist te kunnen interpreten, moet de volgende procedure worden gevolgd:
1. Het apparaat dient een storing te hebben (geen AC-uitgangsspanning).
2. Knippert de led "inverter on”? Indien niet, dan is er geen VE.Bus-storingscode.
3. Als één of meer van de leds "bulk", "absorption" of "float" knippert, dat dient dit knipperen in tegenfase van de led "inverter
on" te gebeuren, d.w.z. de knipperende leds zijn uit als de led "inverter on" aan is en omgekeerd. Is dit niet het geval, dan is er
geen VE.Bus-storingscode.
4. Controleer de led "bulk" en bepaal welke van de drie onderstaande tabellen gebruikt moet worden.
5. Kies de juiste kolom en rij (afhankelijk van de leds "absorption" en "float") en bepaal de storingscode.
6. Bepaal de betekenis van de code in onderstaande tabellen.
22
led Bulk is uit led Bulk knippert led Bulk brandt
led Absorption led Absorption led Absorption
Uit
knipper
t
aan
uit knippert
aa
n
uit knippert aan
led Float
uit 0 3 6
led Float
uit 9 12 15
led Float
uit 18 21 24
knippe
rt
1 4 7
knippe
rt
10 13 16
knippe
rt
19 22 25
aan 2 5 8 aan 11 14 17 aan 20 23 26
led Bulk
led Absorption
led Float
Code Betekenis: Oorzaak / oplossing:
1
Het apparaat is uitgeschakeld,
omdat één van de andere fases in
het systeem is uitgeschakeld.
Controleer de falende fase.
3
Niet alle of meer dan de verwachte
apparaten zijn in het systeem
gevonden.
Het systeem is niet juist geconfigureerd. Configureer het
systeem opnieuw.
Storing in de communicatiekabel. Controleer de kabels en
schakel alle apparatuur uit en daarna weer in.
4
Geen enkel ander apparaat
gedetecteerd.
Controleer de communicatiekabels.
5 Overspanning bij AC-uitgang. Controleer de AC-kabels.
10
Systeemtijdsynchronisatieprobleem
opgetreden.
Dit dient in juist geïnstalleerde apparatuur niet op te treden.
Controleer de communicatiekabels.
14
Apparaat kan geen gegevens
overdragen.
Controleer de communicatiekabels (er zou kortsluiting
kunnen zijn ontstaan).
17
Eén van de apparaten heeft de rol
van ‘master’ op zich genomen,
omdat de originele master heeft
gefaald.
Controleer de falende unit. Controleer de
communicatiekabels.
18 Overspanning is opgetreden. Controleer de AC-kabels.
22
Dit apparaat kan als ‘slave’
fungeren.
Dit apparaat is een verouderd en ongeschikt model. Het
dient te worden vervangen.
24
Overschakelsysteembeveiliging
gestart.
Dit dient in juist geïnstalleerde apparatuur niet op te treden.
Schakel alle apparatuur uit en daarna weer in. Als het
probleem opnieuw optreedt, controleer dan de installatie.
Mogelijke oplossing: verhoog de ondergrens van de
AC-ingangsspanning naar 210 VAC (fabrieksinstelling
is 180 VAC)
25
Firmware-incompatibiliteit. Eén van
de aangesloten apparaten heeft
een te oude firmware om met dit
apparaat samen te werken.
1) Schakel alle apparatuur uit.
2) Schakel het apparaat dat deze storing aangeeft in.
3) Schakel alle andere apparaten één voor één in tot de
storingsmelding weer optreedt.
4) Update de firmware in het laatste apparaat dat is
ingeschakeld.
26 Interne fout.
Dient niet op te treden. Schakel alle apparatuur uit en
daarna weer in. Neem contact op met Victron Energy als
het probleem blijft bestaan.
23
EN NL FR DE ES SV IT Bijlage
8. TECHNISCHE SPECIFICATIES
Quattro
12/5000/220-100/100
24/5000/120-100/100
48/5000/70-100/100
24/8000/200-100/100
48/8000/110-100/100
48/10000/140-
100/100
48/15000/200-
100/100
PowerControl / PowerAssist
Ja
Geïntegreerde omschakelaar
Ja
AC-ingangen (2x)
Ingangsspanningsbereik:187-265 VAC Ingangsfrequentie: 45 65 Hz Vermogensfactor: 1
Maximum doorschakelstroom (A)
2x100
2x100
2x100
2x100
INVERTER
Ingangsspanningsbereik (V DC)
9,5 17V 19 33V 38 66V
Uitgang (1)
Vermogensfactor : 230 VAC ± 2% Frequentie: 50 Hz ± 0,1%
Cont. uitgangsvermogen bij 25°C (VA)
(3)
5000 8000 10000 15000
Cont. uitgangsvermogen bij 25°C (W)
4000
6500
8000
12000
Cont. uitgangsvermogen bij 40°C (W)
3700
5500
6500
10000
Cont. uitgangsvermogen bij 65°C (W)
3000
3600
4500
7000
Piekvermogen (W)
10000
16000
20000
25000
Maximaal rendement (%)
94 / 94 / 95
94 / 96
96
96
Nullast (W)
30 / 30 / 35
45 / 50
55
80
Nullast in AES modus (W)
20 / 25 / 30
30 / 30
35
50
Nullast in zoekmodus (W)
10 / 10 / 15
10 / 20
20
30
CHARGER
Laadspanning 'absorptielading' (V DC)
14,4 / 28,8 / 57,6
28,8 / 57,6
57,6
57,6
Laadspanning 'druppellading' (V DC)
13,8 / 27,6 / 55,2
27,6 / 55,2
55,2
55,2
Opslagmodus (V DC)
13,2 / 26,4 / 52,8
26,4 / 52,8
52,8
52,8
Laadstroom service-accu (A) (4)
220 / 120 / 70
200 / 110
140
200
Laadstroom startaccu (A)
4 (alleen 12V en 24Vmodellen)
Accutemperatuursensor
Ja
GENERAL
Extra AC-uitgang
50
50
50
50
Programmeerbaar relais (6)
3x
3x
3x
3x
Beveiligingen (2)
a-g
Communicatiepoort VE.Bus
Voor parallel en driefase bedrijf, remote monitoren en systeemintegratie
Comm. poort algemeen
2x
2x
2x
2x
Remote on-off
Yes
Algemene kenmerken
Bedrijfstemp: -40 to +65˚C Vochtigheid (niet condenserend): max. 95%
ENCLOSURE
Algemene kenmerken
Materiaal en kleur: aluminium (blauw RAL 5012) Beschermklasse: IP 21
Accuaansluiting
Vier M8 bouten (2 positieve en 2 negatieve aansluitingen)
230 V AC-aansluiting
M6 bouten
M6 bouten
M6 bouten
M6 bouten
Gewicht (kg)
34 / 30 / 30
45 / 41
45
72
Afmetingen (hxbxd in mm)
470 x 350 x 280
444 x 328 x 240
444 x 328 x 240
470 x 350 x 280 470 x 350 x 280 572 x 488 x 344
STANDARDS
Veiligheid
EN-IEC 60335-1, EN-IEC 60335-2-29, EN-IEC 62109-1
Emissie / immuniteit
EN 55014-1, EN 55014-2, EN-IEC 61000-3-2, EN-IEC 61000-3-3, EN-IEC 61000-6-3, EN-IEC 61000-6-2, EN-IEC
61000-6-1
Voertuigen, aftermarket
12V en 24V modellen: EN 50498
Anti-islanding
Zie onze website
1) Kan worden ingesteld op 60 Hz; 120 V 60Hz
op verzoek
2) Beveiligingen
a. Kortsluiting uitgang
b. Overbelasting
c. Accuspanning te hoog
d. Accuspanning te laag
e. Temperatuur te hoog
f. 230 VAC op omvormeruitgang
g. Ingangsspanning met een te hoge rimpel
3) Niet-lineaire belasting, topfactor 3:1
4) Bij 25°C omgevingstemperatuur
5) Schakelt uit wanneer er geen externe AC bron beschikbaar is
6) Programmeerbaar relais dat kan worden ingesteld als algemeen alarm,
Onderspanningsalarm of startsignaal voor een aggregaat
Nominale AC-waarde: 230 V/4 A
Nominale DC-waarde: 4A tot 35VDC, 1A tot 60VDC
1
EN NL FR DE ES SE IT Appendix
APPENDIX A: Overview connections
BIJLAGE A: Overzicht aansluitingen
ANNEXE A : Vue d’ensemble des connections
ANHANG A: Übersicht Anschlüsse
APÉNDICE A: Conexiones generales
APPENDIX A: Översikt kontakter
APPENDICE A: Panoramica connessioni
2
APPENDIX A: Overview connections
BIJLAGE A: Overzicht aansluitingen
ANNEXE A : Vue d’ensemble des connections
ANHANG A: Übersicht Anschlüsse
APÉNDICE A: Conexiones generales
APPENDIX A: Översikt kontakter
APPENDICE A: Panoramica connessioni
EN:
NL:
A
AC input M6 (generator input) AC IN-1. Left to right: L (phase), N (neutral).
B
2x RJ45 connector for remote panel and/or parallel and 3-phase operation.
C
AC output M6 AC OUT-1. Left to right: L (phase), N (neutral).
D
AC output M6 AC OUT-2. Left to right: N (neutral), L (phase).
E
Terminals for: (left to right)
Voltage sense
Temperature sensor
Aux input 1
Aux input 2
GND-relay
Starter battery plus + (starter battery minus must be connected to service battery minus)
Programmable relay contacts K1
Programmable relay contacts K2
F
Double M8 battery minus connection.
G
Double M8 battery positive connection.
H
Connector for remote switch:
Short left and middle terminal to switch “on”.
Short right and middle terminal to switch to “charger only”.
I
Alarm contact: Left to right: NC, NO, COM.
J
AC input M6 (shore/grid supply) AC IN-2. Left to right: L (phase), N (neutral).
K
Push buttons for set-up mode
L
Primary ground connection M8 (PE).
M
DIP switches for set-up mode.
N
Slide switches, factory setting SW1= off position, SW2 = off position.
SW1: Off = internal GND relay selected, On = external GND relay selected (to connect ext GND relay: see E).
SW2: No application. To be used for future features.
O
AC IN-2 M6 common earth connection (ground).
P
AC IN-1 and AC OUT-1 M6 earth connection (ground).
A
Wisselspanning ingang M6 (generator) AC IN-1. Van links naar rechts: L (fase), N (nul).
B
2x RJ45 connector voor afstandsbedieningspaneel en/of parallel and 3-fase bedrijf.
C
Wisselspanning uitgang M6 AC OUT-1. Van links naar rechts: L (fase), N (nul).
D
Wisselspanning uitgang M6 AC OUT-2. Van links naar rechts: N (nul),L (fase).
E
Aansluitklemmen voor: (van links naar rechts)
Voltage sense
Temperature sensor
Aux ingang 1
Aux ingang 2
GND-relais
Start accu plus + (de min van start accu moet vebonden zijn met de min van de service accu)
Relais contacten K1
Relais contacten K2
F
Dubbele M8 accu min aansluiting.
G
Dubbele M8 accu plus aansluiting.
H
Aansluitklemmen voor afstandbedieningsschakelaar.
Verbind de linker klem en de middelste klem om de Quattro aan te schakelen.
Verbind de rechter klem en de middelste klem voor ‘alleen laden’.
I
Alarm contact: Van links naar rechts: NC, NO, COM.
J
Wisselspanning ingang M6 (walstroom/netspanning) AC IN-2. Van links naar rechts: L (fase), N (nul).
K
Drukknoppen om de instellingen in het micropressor geheugen op te slaan.
L
Primaire aarde M8.
M
Instel DIP switches.
N
Schuifschakelaars, fabrieksinstelling: SW1= onderste stand (uit), SW2 = onderste stand (uit)
SW1: Uit = intern GND-relais geselecteerd, Aan = extern GND-relais geselecteeerd (extern aardrelais aan te sluiten
via klemmen, zie E).
SW2: Niet in gebruik. Toepasbaar in de toekomst.
O
Aarde aansluiting M6 voor AC IN-2.
P
Aarde aansluiting M6 voor zowel AC IN-1 en AC OUT-1

Documenttranscriptie

1. VEILIGHEIDSAANWIJZINGEN EN Algemeen Lees eerst de bij dit product geleverde documentatie, zodat u bekend bent met de veiligheidsaanduidingen en aanwijzingen voordat u het product in gebruik neemt. Dit product is ontworpen en getest conform de internationale normen. De apparatuur mag enkel worden gebruikt voor de bedoelde toepassing. NL WAARSCHUWING: KANS OP ELEKTRISCHE SCHOK Het product wordt gebruikt in combinatie met een permanente energiebron (accu). Zelfs als de apparatuur is uitgeschakeld, kan er een gevaarlijke elektrische spanning optreden bij de ingangs- en of uitgangsklemmen. Schakel altijd de wisselspanningsvoeding uit en ontkoppel de accu voordat u onderhoudswerkzaamheden uitvoert. FR Het product bevat geen interne onderdelen die door de gebruiker kunnen worden onderhouden. Verwijder het paneel aan de voorkant niet en stel het product niet in bedrijf als niet alle panelen zijn gemonteerd. Alle onderhoudswerkzaamheden dienen door gekwalificeerd personeel te worden uitgevoerd. DE ES Gebruik het product nooit op plaatsen, waar gas- of stofexplosies kunnen optreden. Raadpleeg de specificaties van de accufabrikant om te waarborgen dat de accu geschikt is voor gebruik met dit product. Neem altijd de veiligheidsvoorschriften van de accufabrikant in acht. WAARSCHUWING: til geen zware voorwerpen zonder hulp. SV Installatie Lees de installatieaanwijzingen voordat u met de installatie begint. Controleer voordat u het apparaat inschakelt of de beschikbare spanningsbron overeenkomt met de configuratie-instellingen van het product, zoals beschreven in de handleiding. Zorg ervoor dat de apparatuur wordt gebruikt onder de juiste bedrijfsomstandigheden. Gebruik het product nooit in een vochtige of stoffige omgeving. Zorg ervoor dat er rondom het product steeds voldoende vrije ruimte is voor ventilatie en dat de ventilatieopeningen niet geblokkeerd zijn. Installeer het product in een hittebestendige omgeving. Zorg er daarom voor dat zich geen chemische stoffen, kunststofonderdelen, gordijnen of andere soorten textiel enz. in de onmiddellijke omgeving van de apparatuur bevinden. Vervoer en opslag Zorg er bij opslag of transport van het product voor dat de netstroom- en accukabels zijn losgekoppeld. Er kan geen aansprakelijkheid worden aanvaard voor transportschade als de apparatuur wordt vervoerd in een andere dan de originele verpakking. Sla het product op in een droge omgeving; de opslagtemperatuur dient te liggen tussen -20°C en 60°C. Raadpleeg de handleiding van de accufabrikant voor informatie over transport, opslag, opladen, herladen en afvalverwijdering van de accu. 1 Bijlage Zorg ervoor dat de aansluitkabels zijn voorzien van zekeringen en stroomonderbrekers. Vervang nooit een beveiliging door een ander type component. Raadpleeg de handleiding voor het juiste onderdeel. IT Dit is een product uit veiligheidsklasse I (dat wordt geleverd met een aardingsklem ter beveiliging). De ingangs- en/of uitgangsklemmen van de wisselstroom moeten zijn voorzien van een ononderbreekbare aarding ter beveiliging. Aan de buitenkant van het product bevindt zich een extra aardpunt. Als u vermoedt dat de aardbeveiliging is beschadigd, moet het product buiten bedrijf worden gesteld en worden beveiligd tegen per ongeluk opnieuw inschakelen; neem hiervoor contact op met gekwalificeerd onderhoudspersoneel. 2. BESCHRIJVING 2.1 Algemeen De basis van de Quattro is een zeer krachtige sinusomvormer, acculader en omschakelautomaat in een compacte behuizing. Daarnaast heeft de Quattro een groot aantal vaak unieke mogelijkheden: Twee AC-ingangen; geïntegreerd overschakelsysteem tussen walstroom en aggregaat De Quattro heeft twee AC-ingangen (AC-in-1 en AC-In-2) om twee onafhankelijke spanningsbronnen aan te kunnen sluiten. Bijvoorbeeld twee aggregaten of een netvoeding en een aggregaat. De Quattro kiest automatisch de ingang, waar spanning beschikbaar is. Als er spanning beschikbaar is op beide ingangen, kiest de Quattro de AC-in-1-ingang, waarop normaal gesproken de voeding is aangesloten. Twee AC-uitgangen Naast de gebruikelijke ononderbroken uitgang (AC-out-1), is er een extra uitgang (AC-out-2) beschikbaar die aansluiting van de belasting verbreekt wanneer de accu in bedrijf is. Voorbeeld: een elektrische boiler die enkel in bedrijf mag zijn als het aggregaat draait of er walstroom beschikbaar is. Automatisch en onderbrekingsvrij omschakelen In geval van een netspanningsstoring of als het aggregaat wordt uitgeschakeld, zal de Quattro overschakelen op omvormerbedrijf en de voeding van de aangesloten apparaten overnemen. Dit gaat zo snel dat computers en andere elektronische apparaten ongestoord blijven functioneren (Uninterruptible Power Supply of UPS-functionaliteit). Dit maakt de Quattro zeer geschikt als noodstroomsysteem in industriële en telecommunicatietoepassingen. Nagenoeg onbegrensd vermogen dankzij parallelschakeling Tot 6 Quattro's kunnen parallel worden geschakeld. Zo kan met zes 48/10000/140 eenheden bijvoorbeeld een uitgangsvermogen van 54kW / 60kVA met 840 A laadvermogen worden bereikt. Driefaseschakeling Drie eenheden kunnen worden geconfigureerd voor driefase-uitgang. Maar dat is nog niet alles: tot 6 sets van drie eenheden kunnen parallel worden geschakeld voor een omvormervermogen van 162kW / 180kVA en een laadcapaciteit van meer dan 2500 A. PowerControl – Maximaal benutten van beperkte walstroom De Quattro kan enorm veel laadstroom leveren. Dat betekent een zware belasting voor de walaansluiting of het aggregaat. Voor beide AC-ingangen kan daarom een maximale stroom worden ingesteld. De Quattro houdt dan rekening met andere stroomverbruikers en gebruikt voor het opladen enkel de stroom die nog ‘over’ is. - Ingang AC-in-1, waarop meestal een aggregaat is aangesloten, kan met DIP-schakelaars, met VE.Net of met een pc worden ingesteld op een vast maximum, zodat het aggregaat nooit overbelast wordt. - Ingang AC-in-2 kan worden ingesteld op een vast maximum. In mobiele toepassingen (schepen, voertuigen) zal echter meestal een variabele instelling via het Multi Control Panel worden geselecteerd. Op deze manier kan de maximumstroom heel eenvoudig worden aangepast aan de beschikbare walstroom. PowerAssist – Doe meer met uw aggregaat en walstroom: met de “meehelp”-functie van de Quattro De Quattro werkt parallel aan het aggregaat of de walstroom. Een stroomtekort wordt automatisch gecompenseerd: de Quattro verbruikt extra stroom van de accu en helpt zo mee. Het te veel aan stroom wordt gebruikt om de accu weer op te laden. Drie programmeerbare relais De Quattro is voorzien van 3 programmeerbare relais. De relais kunnen echter voor allerlei andere toepassingen worden geprogrammeerd, bijvoorbeeld als startrelais voor een aggregaat. Programmeerbare analoge/digitale ingangs-/uitgangspoorten De Quattro is voorzien van 2 analoge/digitale ingangs-/uitgangspoorten. Deze poorten kunnen worden gebruikt voor meerdere doeleinden. Een toepassing is communicatie met het BMS of een lithiumionaccu. Frequentiewisseling Als zonneomvormers zijn aangesloten op de uitgang van een Multi of Quattro wordt het teveel aan zonne-energie gebruikt om de accu's weer op te laden. Zodra de absorptiespanning is bereikt, schakelen de Multi of Quattro de zonneomvormer uit door de uitgangsfrequentie met 1 Hz aan te passen (bijvoorbeeld van 50 Hz naar 51 Hz). Zodra de accuspanning iets is gedaald, keert de frequentie terug naar normaal en worden de zonneomvormers weer gestart. Ingebouwde accumonitor (optioneel) De ideale oplossing als Multi’s of Quattro’s onderdeel uitmaken van een hybride systeem (dieselaggregaat, omvormer/laders, opslagaccu en alternatieve energie). De ingebouwde accumonitor kan zo worden ingesteld dat deze het aggregaat start en stopt: - Start van een vooringesteld % van het ontladingsniveau en/of - start (met een vooringestelde vertraging) bij een vooringestelde accuspanning en/of - start (met een vooringestelde vertraging) bij een vooringesteld belastingsniveau. - Stop bij een vooringestelde accuspanning of - stop (met een vooringestelde vertraging) nadat de bulklading is voltooid en/of - stop (met een vooringestelde vertraging) bij een vooringesteld belastingsniveau. 2 ES SV Adaptieve 4-traps laadkarakteristieken: bulk – absorptie – druppel – opslag Het adaptieve accubeheersysteem, aangedreven door een microprocessor, kan worden ingesteld op verschillende soorten accu's. De adaptieve functie past het laadproces automatisch aan aan het accugebruik. DE 2.2 Acculader FR Programmeerbaar met DIP-schakelaars, VE.Net-paneel of pc De Quattro wordt gebruiksklaar geleverd. Drie eigenschappen staan ter beschikking om, indien gewenst, bepaalde instellingen te kunnen wijzigen: - De meest belangrijke instellingen (inclusief parallel bedrijf van tot drie apparaten en 3-fasebedrijf) kan heel eenvoudig met Quattro DIP-schakelaars worden gewijzigd. - Alle instellingen, met uitzondering van het multifunctionele relais, kunnen worden gewijzigd met een VE.Net-paneel. - Alle instellingen kunnen worden gewijzigd met een pc en gratis software die kan worden gedownload op onze website www.victronenergy.com NL Noodstroom of autonoom bedrijf bij stroomuitval Woningen of gebouwen voorzien van zonnepanelen of een kleine warmtekrachtcentrale (een stroomopwekkende centrale verwarmingsketel) of andere duurzame energiebronnen hebben in potentie een autonome energievoorziening, waarmee essentiële apparatuur (CV-pompen, koelkasten, vriezers, internetaansluitingen) in bedrijf kan worden gehouden tijdens een stroomuitval. Een probleem hierbij is echter dat netgekoppelde zonnepanelen en/of kleine warmtekrachtcentrales uitvallen zodra de stroom uitvalt. Met een Quattro en accu’s kan dit probleem op eenvoudige wijze worden opgelost: de Quattro kan de netvoeding tijdens een stroomuitval vervangen. Als de duurzame energiebronnen meer vermogen dan nodig produceren, zal de Quattro het teveel gebruiken om de accu’s op te laden; in het geval van een tekort zal de Quattro extra stroom via de accuenergiebronnen leveren. EN Zonne-energie De Quattro is uiterst geschikt voor zonne-energietoepassingen. Deze kan worden gebruikt voor het bouwen van autonome systemen alsmede van netgekoppelde systemen. De juiste hoeveelheid lading: variabele absorptietijd Bij geringe ontlading van de accu wordt de absorptie kort gehouden om overlading en overmatige gasvorming te voorkomen. Na een diepe ontlading wordt de absorptietijd automatisch verlengd om de accu volledig op te laden. Schade door overmatige gasvorming beperken: met de BatterySafe-modus Als, om de laadtijd te verkorten, wordt gekozen voor een hoge laadstroom in combinatie met een hoge absorptiespanning, dan wordt schade door overmatige gasvorming voorkomen door de stijgingssnelheid van de spanning automatisch te beperken als de gasvormingsspanning is bereikt. IT Minder onderhoud en veroudering als de accu niet wordt gebruikt: met de opslag-modus De opslag-modus wordt geactiveerd als de accu gedurende 24 uur niet wordt ontladen. In de opslag-modus wordt de open spanning verminderd tot 2,2 V/cel (13,2 V voor 12V-accu) om gasvorming en corrosie van de positieve platen tot een minimum te beperken. Eén keer per week wordt de spanning opnieuw verhoogd tot absorptieniveau om de accu weer 'bij te laden'. Dit voorkomt stratificatie van het elektrolyt en sulfatering, de hoofdoorzaak van voortijdig falen van de accu. Bijlage Twee DC-uitgangen om twee accu's op te laden De hoofd-DC-aansluitklem kan de volledige uitgangsstroom leveren. De tweede uitgang, bedoeld voor het opladen van een startaccu, is beperkt tot 4 A en heeft een iets lagere uitgangsspanning. Langere levensduur van de accu: door temperatuurcompensatie De temperatuursensor (meegeleverd met het product) dient om de laadspanning te verminderen als de accutemperatuur stijgt. Dit is vooral belangrijk voor onderhoudsvrije accu’s die anders mogelijk uitdrogen door overlading. Accuspanningsdetectie: de juiste laadspanning Het spanningsverlies door de kabelweerstand kan worden gecompenseerd door gebruik te maken van de spanningsdetectievoorziening om de spanning rechtstreeks op de DC-bus of op de aansluitklemmen van de accu te kunnen meten. Meer over accu's en opladen In ons boek ‘Altijd Stroom’ kunt u meer lezen over accu’s en het opladen van accu’s. Het is gratis verkrijgbaar op onze website (zie www.victronenergy.com -> Support -> Technische Informatie). Voor meer informatie over adaptief opladen zie de Technische Informatie op onze website. 2.3 Eigen verbruik – zonne-energie-opslagsystemen Als de Multi/Quattro wordt gebruikt in een configuratie, waarin deze energie teruggeeft aan het elektriciteitsnet, moet conformiteit met de netcode mogelijk zijn door de netcode van het land, waarin deze wordt gebruikt, in te stellen via VEConfigure. Op deze manier kan de Multi/Quattro aan de plaatselijke voorschriften voldoen. Zodra de code is ingesteld, is een wachtwoord vereist om de netcodeconformiteit uit te schakelen of de met de netcode samenhangende parameters te wijzigen. Als de plaatselijke netcode niet wordt ondersteund door de Multi/Quattro, dient een extern gecertificeerd interface-apparaat te worden gebruikt om de Multi/Quattro op het elektriciteitsnet aan te sluiten. De Multi/Quattro kan ook worden gebruikt als bidirectionele omvormer in parallel bedrijf met het elektriciteitsnet, geïntegreerd in een door de klant ontworpen systeem (PLC of ander systeem) dat de regellus en meting van het elektriciteitsnet verzorgt, zie http://www.victronenergy.com/live/system_integration:hub4_grid_parallel Speciale aantekening voor Australische klanten: De IEC62109.1-certificatie en de Clean Energy Council (CEC)-goedkeuring voor off-grid-gebruik gelden NIET voor installaties die aangesloten zijn op het elektriciteitsnet. De additionele IEC 62109.2 en AS 4777.2.2015 zijn vereist, voordat een systeem dat aangesloten is op het elektriciteitsnet, geïmplementeerd kan worden. Raadpleeg de website van de Clean Energy Council voor de huidige goedkeuringen. 3 3. BEDIENING 3.1 "Schakelaar on/off/charger only” Als de schakelaar op “on” wordt gezet, is het apparaat volledig functioneel. De omvormer wordt ingeschakeld en de led “inverter on” gaat branden. Als er op de “AC-in”-aansluiting spanning wordt aangesloten, zal deze, als de waarde binnen de specificaties valt, worden doorgeschakeld naar de “AC-out” aansluiting. De omvormer wordt uitgeschakeld, de led “mains on” gaat branden en de lader begint met opladen. Afhankelijk van de status van de lader gaan de leds "bulk" (bulklading), "absorption" (absorptielading) of "float" (druppellading) branden. Als de spanning op de “AC-in ”-aansluiting wordt afgewezen, zal de omvormer worden ingeschakeld. Als de schakelaar op “charger only” wordt gezet, zal alleen de acculader van de Quattro worden ingeschakeld (als er netspanning beschikbaar is). In deze modus wordt de ingangsspanning tevens doorgeschakeld naar de “AC-out”-aansluiting. OPMERKING: Als alleen de laadfunctie nodig is, moet erop worden gelet dat de schakelaar in de stand “charger only” wordt gezet. Hiermee voorkomt u dat bij het wegvallen van de netspanning de omvormer wordt ingeschakeld en uw accu’s leeg raken. 3.2 Afstandsbediening De afstandsbediening is mogelijk met een 3-wegschakelaar of met het Multi Control-paneel. Het Multi Control-paneel heeft een eenvoudige draaiknop, waarmee de maximale stroom van de AC-ingang kan worden ingesteld: zie PowerControl en PowerAssist in hoofdstuk 2. 3.3 Egalisatie en geforceerde absorptie 3.3.1 Egalisatie Tractie-accu's moeten regelmatig extra worden opgeladen. In de egalisatiemodus gaat de Quattro gedurende een uur met een verhoogde spanning laden (1V boven de absorptiespanning voor een 12V-accu, 2V voor een 24V-accu) en met een laadstroom die is beperkt tot 1/4 van de ingestelde waarde. De leds “bulk” en “absorption” gaan dan afwisselend knipperen. De egalisatiemodus levert een hogere laadspanning dan de meeste gelijkstroomverbruikers aankunnen. Deze moeten daarom worden losgekoppeld voordat er extra wordt opgeladen. 3.3.2 Geforceerde absorptie Onder bepaalde omstandigheden kan het wenselijk zijn om de accu voor een bepaalde tijd met een absorptiespanning te laden. In de modus Geforceerde Absorptie gaat de Quattro gedurende de ingestelde maximale absorptietijd met de normale absorptiespanning laden. De led “absorption” gaat branden. 3.3.3 Egalisatie of geforceerde absorptie activeren De Quattro kan zowel via de afstandsbediening als met de schakelaar op het voorpaneel in deze beide toestanden worden gebracht. Voorwaarde is wel dat alle schakelaars (op het voorpaneel, de afstandsbediening als op het paneel) in de stand “on” worden gezet en geen enkele schakelaar in de stand “charger only” staat. Om de Quattro is deze toestand te brengen, moet de onderstaande procedure worden gevolgd. Als de schakelaar zich niet in de juiste stand bevindt nadat u deze procedure hebt gevolgd, kan deze eenvoudig eenmalig worden omgeschakeld. Hiermee wordt de laadtoestand niet gewijzigd. OPMERKING: het omschakelen van “on” naar “charger only” en terug, zoals hieronder beschreven, dient op een snelle manier te gebeuren. De schakelaar moet zo worden omgeschakeld dat de middenstand als het ware wordt ‘overgeslagen’. Als de schakelaar ook maar even in de stand “off” blijft staan, loopt u het risico dat het apparaat wordt uitgeschakeld. In dat geval dient u weer bij stap 1 te beginnen. Met name bij gebruik van de schakelaar op het voorpaneel op de Compact is enige oefening gewenst. Bij gebruik van de afstandsbediening is dit geen probleem. Procedure: - Controleer of alle schakelaars (bv. op het voorpaneel, op de afstandsbediening of de schakelaar op het afstandspaneel voor zover aanwezig) in de stand “on” staan. - Het activeren van de egalisatie of de geforceerde absorptie is alleen zinvol als de normale laadcyclus is voltooid (de lader bevindt zich dan in de modus 'Float'). - Activeren: a. Zet de schakelaar snel van "on" naar "charger only" en laat de schakelaar 0,5 tot 2 seconden in deze stand staan. b. Zet de schakelaar snel weer terug van "charger only" naar "on" en laat de schakelaar 0,5 tot 2 seconden in deze stand staan. c. Zet de schakelaar nog eens snel van "on" naar "charger only" en laat de schakelaar in deze stand staan. - Op de Quattro (en, indien aangesloten, op het MultiControl-paneel) gaan nu de drie leds “Bulk”, “Absorption” en “Float” 5 keer knipperen. - Vervolgens gaan de leds “Bulk”, “Absorption” en “Float” elk gedurende 2 seconden branden. a. Als de schakelaar op “on” wordt gezet, terwijl de led “Bulk” brandt, schakelt de lader over op egalisatie. b. Als de schakelaar op “on” wordt gezet, terwijl de led “Absorption” brandt, schakelt de lader over op geforceerde absorptie. c. Als de schakelaar op “on” wordt gezet nadat de drie leds zijn gaan branden, schakelt de lader over op druppellading (Float). d. Als de schakelaar niet is omgezet, blijven de Quattro's in de modus “charger only” en schakelen daarna over op druppellading. 4 3.4 LED-aanduidingen en hun betekenis EN LED uit LED knippert LED brandt charger mains on inverter on overload off charger only charger inverter on Bulk Float overload off charger only Bulk Float inverter on off charger only charger mains on Float on charger only Float on charger only inverter on De accu is bijna leeg. low battery temperature inverter on low battery De omvormer is uitgeschakeld door een te lage accuspanning. temperature inverter on Bulk inverter on overload off absorption Float De omvormer is uitgeschakeld door overbelasting of kortsluiting. temperature overload off charger mains on low battery inverter Bulk absorption overload overload off charger mains on inverter on inverter Bulk absorption temperature low battery charger only temperature 5 De interne temperatuur bereikt een kritiek niveau. Bijlage absorption low battery Het nominale vermogen van de omvormer is overschreden. De led “overload” (overbelasting) knippert. IT charger mains on inverter on SV absorption temperature ES mains on low battery De omvormer is ingeschakeld en levert stroom aan de belasting. DE Float inverter on FR Bulk absorption NL Omvormer charger mains on inverter on Bulk absorption Float overload off charger only charger mains on Bulk on off temperature inverter on overload low battery charger only charger mains on low battery temperature on inverter on overload off absorption 6 – Als de leds afwisselend knipperen, is de accu bijna leeg en is het nominaal vermogen overschreden. – Als de leds “overload” en “low battery” tegelijkertijd knipperen, is er een veel te hoge rimpelspanning bij de accu-aansluiting. inverter Bulk Float De omvormer is uitgeschakeld door een veel te hoge interne temperatuur. inverter absorption Float inverter on low battery charger only temperature De omvormer is uitgeschakeld door een veel te hoge rimpelspanning bij de accu-aansluiting. Acculader mains on inverter on Bulk Float overload off charger only low battery temperature inverter inverter on overload off low battery charger only mains on inverter on overload off charger only charger mains on Float on Bulk absorption Float inverter on overload off charger only charger mains on temperature inverter Bulk absorption low battery De wisselspanning bij AC-in-1 of AC-in-2 is doorgeschakeld en de lader bevindt zich in de absorptieladingsfase. Bijlage Float inverter on low battery De wisselspanning bij AC-in-1 of AC-in-2 is doorgeschakeld en de lader bevindt zich in de druppellaadof opslagfase. temperature inverter on off charger only inverter on overload low battery temperature 7 IT Bulk absorption temperature SV charger ES absorption De wisselspanning bij AC-in-1 of AC-in-2 is doorgeschakeld en de lader werkt, maar de ingestelde absorptiespanning is nog niet bereikt (accubeveiligingsmodus) DE on Bulk Float De wisselspanning bij AC-in-1 of AC-in-2 is doorgeschakeld en de lader bevindt zich in de bulkladingsfase. FR charger mains on inverter on NL absorption EN charger De wisselspanning bij AC-in-1 of AC-in-2 is doorgeschakeld en de lader bevindt zich in de egalisatiemodus. Speciale aanduidingen Ingesteld met beperkte ingangsstroom charger inverter mains on on Bulk absorption Float inverter on overload off charger only low battery temperature Treedt alleen op als PowerAssist is uitgeschakeld. De wisselspanning bij AC1-in-1 of AC-in-2 is doorgeschakeld. De ACingangsstroom is gelijk aan de belastingsstroom. De lader wordt nu omlaag gestuurd naar 0 A. Ingesteld om extra stroom te leveren charger inverter mains on Bulk absorption Float 8 on off charger only inverter on overload low battery temperature De wisselspanning bij AC-in-1 of AC-in-2 is doorgeschakeld, maar de belasting vereist meer stroom dan het elektriciteitsnet kan leveren. De omvormer wordt nu ingeschakeld om extra stroom te leveren. 4. INSTALLATIE EN Dit product mag uitsluitend worden geïnstalleerd door een gekwalificeerde elektromonteur. NL 4.1 Locatie De Quattro dient in een droge, goed geventileerde ruimte te worden geïnstalleerd, zo dicht mogelijk bij de accu’s. Rondom het apparaat dient een vrije ruimte van tenminste 10 cm voor koeldoeleinden aanwezig te zijn. FR Een veel te hoge omgevingstemperatuur heeft de volgende consequenties: - kortere levensduur - lagere laadstroom - lager piekvermogen of volledige uitschakeling van de omvormer. DE Plaats het apparaat nooit direct boven de accu’s. ES De Quattro is geschikt voor wandmontage. Voor de montage bevat de behuizing aan de achterkant een haak en twee gaten (zie bijlage G). Het apparaat kan horizontaal of verticaal worden geplaatst. Voor een optimale koeling wordt de voorkeur gegeven aan verticale plaatsing. De binnenste gedeelte van het apparaat dient na installatie goed toegankelijk te blijven. SV De afstand tussen de Quattro en de accu dient zo klein mogelijk te zijn om het spanningsverlies via de accukabels tot een minimum te beperken. IT Installeer het product in een hittebestendige omgeving. Zorg er daarom voor dat zich geen chemische stoffen, kunststofonderdelen, gordijnen of andere soorten textiel enz. in de onmiddellijke omgeving bevinden. Bijlage De Quattro heeft geen interne DC-zekering. De DC-zekering dient buiten de Quattro te worden geïnstalleerd. 4.2 De accukabels aansluiten Om het volledige potentieel van de Quattro te kunnen benutten, moeten accu's met voldoende capaciteit en accukabels met de juiste doorsnede worden gebruikt. Zie tabel: Aanbevolen accucapaciteit (Ah) Aanbevolen DC-zekering 12/5000/200 24/5000/120 48/5000/70 24/8000/200 800–2400 400–1400 200–800 400–1400 800A 400A 200A 500A 48/8000/110 48/10000/140 48/15000/140 200–800 250 - 1000 400 - 1500 300A 400A 600A 2x 120 mm2 2x 50 mm2 2x 95 mm2 Aanbevolen doorsnede (mm2) per + en - aansluitklem 0 – 5 m* 5 – 10 m* 2x 50 mm2 2x 95 mm2 1x 70 mm2 2x 70 mm2 2x 70 mm2 2x 120 mm2 2x 50 mm2 2x 95 mm2 * ‘2x’ betekent twee plus- en twee min-kabels. Procedure Ga voor het aansluiten van de accukabels als volgt te werk: Gebruik een momentsleutel met geïsoleerde steeksleutel om kortsluiting bij de accu te voorkomen. Maximaal aanhaalmoment: 14 Nm - Verwijder de DC-zekering. - Draai de vier onderste schroeven van het voorpaneel van de unit los en verwijder het onderste voorpaneel. - Sluit de accukabels als volgt aan: + (rood) op de rechte klem en - (zwart) op de linker klem (Zie bijlage A). - Draai de aansluitingen na montage van de bevestigingsonderdelen vast. - Draai de moeren stevig vast om overgangsweerstanden zo laag mogelijk te houden. - Vervang de DC-zekering alleen als de gehele installatie is voltooid. 9 2x 95 mm2 2x 150 mm2 4.3 Aansluiting van de AC-kabels De Quattro is een product uit veiligheidsklasse I (dat wordt geleverd met een aardingsklem ter beveiliging). De wisselstroomingangs- en/of -uitgangsklemmen en/of het aardingspunt aan de buitenkant van het product moeten om veiligheidsredenen voorzien zijn van een onderbrekingsvrij aardingspunt. Zie hiervoor de volgende aanwijzingen: De Quattro is voorzien van een aardingsrelais (zie bijlage) dat de nuluitgang automatisch met de behuizing verbindt als er geen externe wisselstroomvoorziening beschikbaar is. Als er wel een externe wisselstroomvoorziening beschikbaar is, gaat het aardingsrelais open voordat het ingangsveiligheidsrelais zich sluit (relais H in bijlage B). Dit zorgt voor een juiste werking van de aardlekschakelaar die op de uitgang is aangesloten. - In een vaste installatie kan een ononderbreekbare aarding worden gewaarborgd met de aarddraad van de wisselspanningsingang. Anders moet de behuizing worden geaard. - In een mobiele installatie (bijvoorbeeld met een walstroomstekker) zal onderbreking van de walaansluiting tegelijk ook de aardverbinding verbreken. In dat geval moet de behuizing worden verbonden met het chassis (van het voertuig) of met de romp of aardplaat (van de boot). - Over het algemeen is de bovenstaand beschreven verbinding met de walaardingsaansluiting niet aan te bevelen voor boten in verband met de galvanische corrosie. De oplossing hiervoor is het gebruik van een scheidingstransformator. De omvormer komt met een geïntegreerde scheidingstransformator voor netfrequentie. Dit voorkomt de mogelijkheid van DCstroom op AC-stroompoorten. Daarom kunnen aardlekschakelaars van het type A worden gebruikt. AC-in-1 (zie bijlage A), maximaal aanhaalmoment: 7 Nm)) Als er wisselstroomspanning beschikbaar is bij deze klemmen, zal de Quattro deze aansluiting gebruiken. Over het algemeen zal een generator worden aangesloten op AC-in-1. De ingang AC-in-1 moet zijn beveiligd met een zekering of magnetische contactverbreker voor 100 A of minder en de doorsnede van de kabel moet hieraan zijn aangepast. Als de ingangswisselspanning lager ligt, moeten de zekering of magnetische contactverbreker hieraan worden aangepast. AC-in-2 (zie bijlage A), maximaal aanhaalmoment: 7 Nm)) Als er wisselstroomspanning beschikbaar is bij deze klemmen, zal de Quattro deze aansluiting gebruiken, behalve als er ook spanning bij de AC-in-1 beschikbaar is. De Quattro zal dan automatisch AC-in-1 kiezen. Over het algemeen wordt de netvoeding of walspanning aangesloten op de AC-in-2. De ingang AC-in-2 moet zijn beveiligd met een zekering of magnetische contactverbreker voor 100 A of minder en de doorsnede van de kabel moet hieraan zijn aangepast. Als de ingangswisselspanning lager ligt, moeten de zekering of magnetische contactverbreker hieraan worden aangepast. Opmerking: De Quattro start misschien niet als er alleen wisselstroom bij AC-in-2 beschikbaar is en de gelijkstroomaccuspanning 10% of meer onder de nominale spanning ligt (minder dan 11 volt in geval van een 12 volt-accu). Oplossing: verbind de wisselstroomvoeding met AC-in-1 of laad de accu op. AC-out-1 (zie bijlage A), maximaal aanhaalmoment: 7 Nm)) De wisselstroomvermogenskabel kan direct worden verbonden met het klemmenblok "AC-out". Met de PowerAssist-functie kan de Quattro tot 10kVA (dat is 10.000 / 230 = 43A) bij piekvermogensbehoefte aan de uitgang toevoegen. Samen met een maximale ingangsstroom van 100A betekent dit dat de uitgang tot 100 + 21 = 121A (5kVA modellen), 100 + 35 = 135A (8kVA modellen), 100 + 43 = 143A (10kVA modellen) en 100 + 65 = 165A (15kVA model) kan leveren. Een aardlekschakelaar en een zekering of contactverbreker passend bij de verwachte belasting moet in serie worden opgenomen in het uitgangsvermogen en de doorsnede van de kabel moet hieraan worden aangepast. Het maximaal toelaatbare vermogen van de zekering of contactverbreker is 125A (5kVA modellen), 135A (8kVA), 143A (10kVA) resp. 165A (15kVA). AC-out-2 (zie bijlage A), maximaal aanhaalmoment: 7 Nm)) Een tweede uitgang is beschikbaar die de belasting in geval van voeding via de accu onderbreekt. Op deze klemmen wordt apparatuur aangesloten die alleen functioneert als wisselstroomspanning beschikbaar is bij AC-in-1 of AC-in-2, zoals bv. een elektrische boiler of een airco. De belasting bij AC-out-2 wordt direct onderbroken als de Quattro overschakelt naar accuvoeding. Zodra de wisselstroomvoeding weer bij AC-in-1 of AC-in-2 beschikbaar is, wordt de belasting bij AC-out-2 weer met een vertraging van ca. 2 minuten aangesloten. Dit, zodat de generatorgroep zich weer kan stabiliseren. AC-out-2 kan belastingen aan tot 50A. Een aardlekschakelaar en zekering met een max. vermogen van 50A moet in serie worden geschakeld met de AC-out-2. Procedure Gebruik een drieaderige kabel. De aansluitklemmen zijn duidelijk gecodeerd: PE: aarde N: nulleider L: fase-/spanningsgeleider 10 4.4 Aansluitopties 4.4.8 Driefaseconfiguratie (zie bijlage C) Quattro's kunnen ook worden gebruikt in een 3-fase wye (Y) configuratie. Hiervoor wordt een verbinding tussen de apparaten gemaakt met behulp van standaard RJ45 UTP-kabels (dezelfde als voor parallelle schakeling). Het systeem (Quattro's plus een optioneel controlepaneel) dient daarna te worden geconfigureerd (zie hoofdstuk 5). Voorwaarden: zie paragraaf 4.4.7. Opmerking: de Quattro is niet geschikt voor 3-fase delta (Δ) configuratie. 11 Bijlage 4.4.7 Quattro's parallel schakelen (zie bijlage C) De Quattro kan parallel worden geschakeld met meerdere identieke apparaten. Hiervoor wordt een verbinding tussen de apparaten gemaakt met behulp van standaard RJ45 UTP-kabels. Het systeem (één of meerdere Quattro-units plus een optioneel bedieningspaneel) moet daarna worden geconfigureerd (zie hoofdstuk 5). Bij het parallel schakelen van Quattro-units moet aan de volgende voorwaarden worden voldaan: - Maximaal 6 parallel geschakelde units. - Alleen identieke apparaten met hetzelfde vermogen mogen parallel worden geschakeld. - De accucapaciteit dient verschillend te zijn. - De DC-aansluitkabels naar de apparaten moeten allemaal even lang zijn en dezelfde doorsnede hebben. - Als een plus- en min-DC-verdeelpunt wordt gebruikt, moet de doorsnede van de aansluiting tussen de accu’s en het DCverdeelpunt minstens gelijk zijn aan de som van de vereiste doorsneden van de aansluitingen tussen het verdeelpunt en de Quattro-units. - Plaats de Quattro-units dicht bij elkaar, maar zorg voor minimaal 10 cm ventilatieruimte onder, boven en aan de zijkant van de units. - De UTP-kabels moeten direct van de ene unit op de andere worden aangesloten (en op het afstandspaneel). Er mag geen gebruik gemaakt worden van aansluit-/verdeeldozen. - Op slechts één unit in het systeem hoeft een accutemperatuursensor te worden aangesloten. Als de temperatuur van meerdere accu’s moet worden gemeten, kunt u ook de sensoren van andere Quattro-units in het systeem aansluiten (max. 1 sensor per Quattro). De temperatuurcompensatie tijdens het opladen van de accu reageert dan op de sensor die de hoogste temperatuur meet. - De spanningssensor moet worden aangesloten op de master (zie paragraaf 5.5.1.4). - Er kan maar één afstandsbediening (paneel of schakelaar) op het systeem worden aangesloten. IT 4.4.6 AC-hulpuitgang (AC-out-2) Naast de gebruikelijke ononderbroken uitgang (AC-out-1), is er een tweede uitgang (AC-out-2) beschikbaar die aansluiting van de belasting verbreekt wanneer de accu in bedrijf is. Voorbeeld: een elektrische boiler of airco die enkel mag werken als het aggregaat draait of er walstroom beschikbaar is. Als de accu werkt, wordt de AC-out-2 onmiddellijk uitgeschakeld. Als er AC-voeding beschikbaar is, wordt de AC-out-2 opnieuw gekoppeld met een vertraging van 2 minuten, zodat een aggregaat kan worden gestabiliseerd voordat er een zware belasting wordt aangesloten. SV 4.4.5. Programmeerbare relais (aansluitklem I en E (K1 en K2)), zie bijlage A De Quattro is voorzien van 3 programmeerbare relais. Het relais dat klem I aanstuurt, wordt ingesteld als alarmrelais (fabrieksinstelling). Het relais kan voor allerlei andere toepassingen worden geprogrammeerd, bijvoorbeeld als startrelais voor een aggregaat (hiervoor is VEConfigure-software vereist). ES Er kan maar één afstandsbediening worden verbonden, bijv. een schakelaar of een afstandsbedieningspaneel. DE 4.4.4 Afstandsbediening De Quattro kan op twee manieren op afstand worden bediend: - Met een externe schakelaar (aansluitklem H, zie bijlage A). Werkt alleen als de schakelaar op de Quattro op “on” is gezet. - Met een afstandsbedieningspaneel (verbonden met één van de twee RJ48-stekkerbussen B, zie bijlage A). Werkt alleen als de schakelaar op de Quattro op “on” is gezet. Met het afstandsbedieningspaneel kan alleen de stroomlimiet voor AC-in-2 worden ingesteld (m.b.t. PowerControl en PowerAssist). De stroomlimiet voor AC-in-1 kan worden ingesteld met DIP-schakelaars of door software. FR 4.4.3 Temperatuursensor (aansluitklem E, zie bijlage A) Voor temperatuurgecompenseerd laden kan de temperatuursensor (meegeleverd met de Quattro) worden aangesloten. De sensor is geïsoleerd en moet op de minklem van de accu worden geplaatst. NL 4.4.2 Spanningsdetectie (aansluitklem E, zie bijlage A) Voor het compenseren van eventuele kabelverliezen tijdens het opladen kunnen twee detectiedraden worden aangesloten, waarmee de spanning direct op de accu of op de plus- en min-verdeelpunten gemeten kan worden. Gebruik tenminste draden met een doorsnede van 0,75 mm2. De Quattro zal tijdens het opladen van de accu het spanningsverlies over de DC-kabels compenseren tot max 1 Volt (d.w.z. 1 V over de plusaansluiting en 1 V over de minaansluiting). Als het spanningsverlies groter dan 1 V dreigt te worden, wordt de laadstroom zodanig beperkt dat het spanningsverlies beperkt blijft tot 1 V. EN 4.4.1 Startaccu (aansluitklem E, zie bijlage A) De Quattro heeft een aansluiting voor het opladen van een startaccu. De uitgangsstroom is beperkt tot 4 A. (niet beschikbaar bij 48V-modellen) 5. CONFIGURATIE - Instellingen mogen alleen worden gewijzigd door een gekwalificeerde elektrotechnicus. - Lees de aanwijzingen grondig door voordat u wijzigingen doorvoert. - Tijdens het instellen van de lader moet de DC-zekering in de accuaansluitingen worden verwijderd. 5.1 Standaardinstellingen: klaar voor gebruik De Quattro wordt geleverd met standaardfabrieksinstellingen. Deze zijn in het algemeen geschikt voor toepassing van 1 apparaat. De instellingen hoeven daarom niet te worden gewijzigd in geval van standalone-gebruik. Waarschuwing: mogelijk is de standaard acculaadspanning niet geschikt voor uw accu’s! Raadpleeg de documentatie van de fabrikant of vraag advies bij uw acculeverancier! Quattro-standaardfabrieksinstellingen Frequentie omvormer Ingangsfrequentiebereik Ingangsspanningsbereik Omvormerspanning Standalone / parallel / 3-fase AES (Automatic Economy Switch) Aardrelais Lader aan/uit Laadkarakteristieken Laadstroom Accutype Automatisch egalisatie laden Absorptiespanning Absorptietijd Druppelladingsspanning Opslagspanning Herhaalde absorptietijd Absorptieherhalingsinterval Bulkbeveiliging Aggregaat (AC-in-1) / walstroom (AC-in-2) UPS-functie Dynamische stroombegrenzer WeakAC BoostFactor Programmeerbaar relais (3x) PowerAssist Analoge/digitale ingangs-/uitgangspoorten Frequentiewisseling Ingebouwde accumonitor 50 Hz 45 - 65 Hz 180 - 265 VAC 230 VAC standalone uit aan aan viertraps adaptief met BatterySafe-modus 75% van de maximale laadstroom Victron Gel Deep Discharge (ook geschikt voor Victron AGM Deep Discharge) uit 14,4 / 28,8 / 57,6 V tot 8 uur (afhankelijk van bulkladingstijd) 13,8 / 27,6 / 55,2 V 13,2 V (niet instelbaar) 1 uur 7 dagen aan 50 A/16 A (= regelbare stroomlimiet voor PowerControl en PowerAssist-functies) aan uit uit 2 alarmfunctie aan programmeerbaar uit optioneel 5.2 Uitleg bij de instellingen Hieronder volgt een korte uitleg bij de instellingen die niet vanzelfsprekend zijn. Meer informatie vindt u in de help-bestanden van de softwareconfiguratieprogramma’s (zie paragraaf 5.3). Frequentie omvormer Uitgangsfrequentie als er geen AC op de ingang aanwezig is. Instelbaar: 50 Hz; 60 Hz Ingangsfrequentiebereik Ingangsfrequentiebereik dat door de Quattro wordt geaccepteerd. De Quattro synchroniseert binnen dit bereik met de spanning die beschikbaar is op AC-in-1 (voorkeursingang) of AC-in-2. Als de synchronisatie is voltooid is de uitgangsfrequentie gelijk aan de ingangsfrequentie. Instelbaar: 45 – 65 Hz; 45 – 55 Hz; 55 – 65 Hz Ingangsspanningsbereik Spanningsbereik dat door de Quattro wordt geaccepteerd. De Quattro synchroniseert binnen dit bereik met de spanning die beschikbaar is op AC-in-1 (voorkeursingang) of op AC-in-2. Als het terugleverrelais is gesloten is de uitgangsspanning gelijk aan de ingangsspanning. Instelbaar: Ondergrens: 180 - 230 V Bovengrens: 230 - 270 V Omvormerspanning Uitgangsspanning van de Quattro bij accubedrijf. Instelbaar: 210 – 245 V 12 Absorptietijd Dit hangt af van de bulkladingstijd (adaptieve laadkarakteristiek), zodat de accu optimaal wordt opgeladen. Als de ‘vaste’ laadkarakteristiek wordt gekozen, staat de absorptietijd vast. Voor de meeste accu’s is een maximale absorptietijd van 8 uur geschikt. Als voor snelladen een extra hoge absorptiespanning is gekozen (kan alleen bij natte open accu’s!), wordt de voorkeur gegeven aan 4 uur. Met DIP-switches kan een tijd van acht of vier uur worden ingesteld. Bij de adaptieve laadkarakteristiek bepaalt dit de maximale absorptietijd. Opslagspanning, herhaalde absorptietijd, absorptieherhalingsinterval Zie hoofdstuk 2. Niet instelbaar met DIP-schakelaars. Bulkbeveiliging Als deze instelling op ‘on’ staat, wordt de bulklaadtijd beperkt tot max. 10 uur. Een langere laadtijd zou kunnen duiden op een systeemfout (bijvoorbeeld een kortgesloten accucel). Niet instelbaar met DIP-schakelaars. 13 Bijlage Automatische egalisatielading Deze instelling is bedoeld voor buisjesplaattractie-accu’s. Bij deze instelling wordt de maximale absorptiespanning verhoogd tot 2,83 V/cel (34 V voor een 24V-accu) nadat tijdens absorptieladen de stroom is gedaald tot minder dan 10% van de ingestelde maximumstroom. Niet instelbaar met DIP-schakelaars. Zie ’tubular plate traction battery charge curve’ (laadkarakteristiek van buisjesplaattractieaccu's) in VEConfigure. IT Accutype De standaardinstelling is het meest geschikt voor Victron Gel Deep Discharge, Gel Exide A200 en stationaire buisjesplaataccu’s (OPzS). Deze instelling kan ook voor vele andere accu’s worden gebruikt: bv. Victron AGM Deep Discharge en andere AGM-accu’s en vele soorten open vlakke-plaataccu’s. Met DIP-schakelaars kunnen vier laadspanningen worden ingesteld. SV Laadkarakteristieken De standaardinstelling is ‘viertraps adaptief met BatterySafe-modus’. Zie hoofdstuk 2 voor een beschrijving. Dit is de beste laadkarakteristiek. Zie de helpbestanden van de softwareconfiguratieprogramma’s voor andere mogelijkheden. De ‘vaste’ modus kan worden geselecteerd met DIP-schakelaars. ES Aardrelais (zie bijlage B) Met dit relais (E), wordt de nulleider van de AC-uitgang geaard met de behuizing als het terugleverveiligheidsrelais in de AC-in1- en de AC-in-2-ingangen open zijn. Dit om de correcte werking van aardlekschakelaars in de uitgangen veilig te stellen. - Als een niet geaarde uitgang gewenst is tijdens het omvormerbedrijf, dan moet deze functie worden uitgeschakeld. (Zie ook paragraaf 4.5) Niet instelbaar met DIP-schakelaars. - Indien nodig, kan een extern aardrelais worden aangesloten (voor een éénfasesysteem met een aparte autotransformator). Zie bijlage A. DE Search Mode (zoekmodus) In plaats van de AES-modus kan ook de search mode (enkel met behulp van VEConfigure) worden gekozen. Als de 'search mode' is ingeschakeld, wordt het stroomverbruik bij nullast verlaagd met ca. 70%. De 'search mode' houdt in dat de Quattro wordt uitgeschakeld als er geen belasting is of als deze heel laag is. Iedere 2 seconden zal de Quattro even inschakelen. Als de uitgangsstroom een ingesteld niveau overschrijdt, blijft de omzetter werken. Zo niet, dan gaat de omvormer weer uit. De belastingsniveaus “uitschakeling” en “ingeschakeld blijven” van de zoekmodus kunnen met VEConfigure worden ingesteld. De fabrieksinstelling is: Uitschakelen: 40 watt (lineaire belasting) Inschakelen: 100 watt (lineaire belasting) Niet instelbaar met DIP-schakelaars. Enkel van toepassing in standalone-configuratie. FR AES (Automatic Economy Switch) Als deze instelling op ‘on’ wordt gezet, wordt het stroomverbruik bij nullast en lage belasting verlaagd met ca. 20% door de sinusspanning iets te 'versmallen'. Niet instelbaar met DIP-schakelaars. Enkel van toepassing in standalone-configuratie. NL Hiervoor moeten de apparaten onderling worden verbonden met RJ45 UTP-kabels. De standaard apparaatinstellingen zijn echter zo gekozen dat elk apparaat als standalone werkt. Daarom moeten de apparaten opnieuw worden geconfigureerd. EN Standalone / parallel bedrijf / 2-3-fase-instelling Met meerdere apparaten is het mogelijk om: - het totale omvormervermogen te vergroten (meerdere apparaten parallel geschakeld) - een 3-fasesysteem te maken door te stapelen (enkel voor Quattro-units met een uitgangsspanning van 120 V) - een 3-fasesysteem te maken. AC-ingangsstroomlimiet AC-in-1 (aggregaat) / AC-in-2 (walstroom/elektriciteitsnet) Dit zijn de stroomgrensinstellingen, waarbij PowerControl en PowerAssist in werking treden. Instellingsbereik PowerAssist: - Van 11 A tot 100 A voor ingang AC-in-1 - Van 11 A tot 100 A voor ingang AC-in-2 Fabrieksinstellingen: 50 A voor AC1 en 16 A voor AC2. In geval van parallel geschakelde units moeten voor het bereik de minimum- en maximumwaarden worden vermenigvuldigd met het aantal parallel geschakelde units. Zie hoofdstuk 2, het boek ‘Altijd Stroom’ of de vele beschrijvingen van deze unieke functie op onze website www.victronenergy.com. UPS-functie Als deze instelling op ‘on’ staat en de wisselspanning op de ingang wegvalt, schakelt de Quattro praktisch zonder onderbreking over naar omvormerbedrijf. De Quattro kan dan worden gebruikt als Uninterruptible Power Supply (UPS of onderbrekingsvrije voeding) voor gevoelige apparatuur, zoals computers of communicatiesystemen. De uitgangsspanning van sommige kleine aggregaten is te instabiel en te vervormd voor gebruik van deze instelling - de Quattro zou voortdurend overschakelen op naar omvormerbedrijf. Daarom kan er voor gekozen worden om deze instelling uit te schakelen. De Quattro reageert dan minder snel op spanningsafwijkingen bij AC-in-1 of AC-in-2. Hierdoor wordt de omschakeltijd naar omvormerbedrijf wat langer, maar de meeste apparatuur (computers, klokken of huishoudelijke apparatuur) ondervindt hier geen hinder van. Advies: Schakel de UPS-functie uit als de Quattro niet synchroniseert of voortdurend terugschakelt naar omvormerbedrijf. Dynamische stroombegrenzer Bedoeld voor aggregaten, waarbij de wisselspanning wordt opgewekt met behulp van een statische omvormer (zogenaamde ‘omvormer’-aggregaten). Bij deze aggregaten wordt het toerental teruggeregeld als de belasting laag is: dat beperkt lawaai, brandstofverbruik en vervuiling. Nadeel is dat de uitgangsspanning sterk zal zakken of zelfs helemaal wegvalt bij een plotselinge verhoging van de belasting. Meer belasting kan pas geleverd worden nadat de motor op toeren is. Als deze instelling op ‘on’ wordt gezet, zal de Quattro beginnen met het leveren van extra vermogen op een laag aggregaatuitgangsvermogen en langzaam meer leveren tot de ingestelde stroomlimiet is bereikt. Hierdoor krijgt de motor van het aggregaat de tijd om op toeren te komen. Deze instelling wordt ook vaak toegepast bij ‘klassieke’ aggregaten die traag reageren op plotselinge belastingvariaties. WeakAC Sterke vervorming van de ingangsspanning kan tot gevolg hebben dat de lader niet of nauwelijks werkt. Als WeakAC (lage wisselspanning) wordt ingesteld, accepteert de lader ook een sterk vervormde spanning, ten koste van meer vervorming van de opgenomen stroom. Advies: WeakAC inschakelen als de lader niet of nauwelijks laadt (dit komt overigens zelden voor!). Zet tegelijk ook de ’dynamische stroombegrenzer’ aan en reduceer desnoods de maximale laadstoom om overbelasting van het aggregaat te voorkomen. Opmerking: als WeakAC is ingeschakeld, wordt de maximale laadstroom met ongeveer 20% verminderd. Niet instelbaar met DIP-schakelaars. BoostFactor Wijzig deze instelling alleen na overleg met Victron Energy of een door Victron Energy getrainde installateur! Niet instelbaar met DIP-schakelaars. Drie programmeerbare relais De Quattro is voorzien van 3 programmeerbare relais. Het relais kan voor allerlei andere toepassingen worden geprogrammeerd, bijvoorbeeld als startrelais voor een aggregaat. De fabrieksinstelling van het relais in positie I (zie bijlage A, rechts boven) is ‘alarm’. Niet instelbaar met DIP-schakelaars. Programmeerbare analoge/digitale ingangs-/uitgangspoorten De Quattro is voorzien van 2 analoge/digitale ingangs-/uitgangspoorten. Deze poorten kunnen worden gebruikt voor meerdere doeleinden. Een toepassing is communicatie met het BMS of een lithiumionaccu. Niet instelbaar met DIP-schakelaars. Frequentiewisseling Als zonneomvormers zijn aangesloten op de uitgang van een Multi of Quattro wordt het teveel aan zonne-energie gebruikt om de accu's weer op te laden. Zodra de absorptiespanning is bereikt, schakelen de Multi of Quattro de zonneomvormer uit door de uitgangsfrequentie met 1 Hz aan te passen (bijvoorbeeld van 50 Hz naar 51 Hz). Zodra de accuspanning iets is gedaald, keert de frequentie terug naar normaal en worden de zonneomvormers weer gestart. Niet instelbaar met DIP-schakelaars. Ingebouwde accumonitor (optioneel) De ideale oplossing als Multi’s of Quattro’s onderdeel uitmaken van een hybride systeem (dieselaggregaat, omvormer/laders, opslagaccu en alternatieve energie). De ingebouwde accumonitor kan zo worden ingesteld dat deze het aggregaat start en stopt: - Start van een vooringesteld % van het ontladingsniveau en/of - start (met een vooringestelde vertraging) bij een vooringestelde accuspanning en/of - start (met een vooringestelde vertraging) bij een vooringesteld belastingsniveau. - Stop bij een vooringestelde accuspanning of - stop (met een vooringestelde vertraging) nadat de bulklading is voltooid en/of - stop (met een vooringestelde vertraging) bij een vooringesteld belastingsniveau. Niet instelbaar met DIP-schakelaars. 14 5.3 Configuratie via de pc EN Alle instellingen kunnen via een pc worden gewijzigd. De meest algemene instellingen kunnen worden gewijzigd via de DIP-schakelaars (zie paragraaf 5.5). OPMERKING: NL Deze handleiding is bedoeld voor producten met firmware xxxx400 of hoger (waarbij x staat voor een willekeurig getal) Het firmwarenummer is te vinden op de microprocessor, na het verwijderen van het voorpaneel. Oudere eenheden, waarvan het 7-cijferige nummer begint met 26 of 27, kunnen worden geüpdate. Het nummer begint met 19 of 20 heeft u een oude microprocessor en is het niet mogelijk om deze te updaten naar 400 of hoger. Voor het wijzigen van instellingen via de pc heeft u het volgende nodig: - VEConfigureII-software: kan gratis worden gedownload op www.victronenergy.com. - Een RJ45 UTP-kabel en de MK3-USB-interface. FR 5.3.1 VE.Bus Quick Configure Setup VE.Bus Quick Configure Setup is een softwareprogramma, waarmee systemen met maximaal 3 Quattro-units (parallel- of driefasebedrijf) op eenvoudige wijze kunnen worden geconfigureerd. VEConfigureII maakt deel uit van dit programma. U kunt de software downloaden op www.victronenergy.com. Voor aansluiting op uw pc hebt u een RJ45 UTP-kabel en de MK3-USB-interface nodig. DE SV 5.4 Configuratie met een VE.Net-paneel ES 5.3.2 VE.Bus System Configurator Voor het configureren van geavanceerde toepassingen en/of systemen met 4 of meer Quattro-units moet de software VE.Bus System Configurator worden gebruikt. U kunt de software downloaden op www.victronenergy.com. VEConfigureII maakt deel uit van dit programma. Voor aansluiting op uw pc hebt u een RJ45 UTP-kabel en de MK3-USB-interface nodig. Hiervoor hebt u een VE.Net-paneel en de ‘VE.Net-naar-VE.Bus-omvormer’ nodig. Met VE.Net zijn alle parameters toegankelijk, met uitzondering van de multifunctionele relais en de VirtualSwitch. IT Bijlage 15 5.5 Configuratie met DIP-schakelaars Inleiding Een aantal instellingen kan worden gewijzigd met DIP-schakelaars (zie bijlage A, positie M). Opmerking: Let er bij het wijzigen van de instellingen met DIP-schakelaars in een parallel of éénfase-/3-fasesysteem op dat niet alle instellingen bij alle Quattro-units van toepassing zijn. Dit, omdat sommige instellingen worden voorgeschreven door de Master of Leader. Sommige instellingen zijn alleen relevant in de Master/Leader (d.w.z. deze zijn niet relevant in een slave of in een volger). Andere instellingen zijn niet relevant voor slaves, maar wel relevant voor volgers. Opmerking m.b.t. de gebruikte terminologie: Een systeem, waarin meer dan één Quattro wordt gebruikt om een enkele AC-fase te creëren, wordt een parallel systeem genoemd. In dit geval zal één van de Quattro's de hele fase regelen, deze wordt de master genoemd. De anderen, slaves genoemd, luisteren naar de master om hun actie te bepalen. Het is ook mogelijk om meer AC-fases (éénfase of 3-fase) met 2 of 3 Quattro-units te creëren. In dat geval wordt de Quattro in fase L1 de Leader genoemd. De Quattro in fase L2 (en L3 indien beschikbaar) genereren dezelfde AC-frequentie, maar volgen L1 met een vaste fasewissel. Deze Quattro's worden volgers genoemd. Als meer Quattro's per fase worden gebruikt in een éénfase of 3-fasesysteem (bijvoorbeeld 6 Quattro's worden gebruikt om een 3-fasesysteem te bouwen met 2 Quattro's per fase), is de Leader van het systeem ook de Master van fase L1. De volgers in fase L2 en L3 nemen ook de rol van Master op zich in fase L2 en L3. Alle anderen zin dan slaves. Het instellen van een parallel of éénfase/3-fasesystemen dient door software te gebeuren, zie paragraaf 5.3. TIP: Als u zich niet wilt bezighouden met of een Quattro nu master, slave of volger is, is de eenvoudigste en meest directe manier om alle instellingen op alle Quattro's hetzelfde te doen. Algemene procedure: Schakel de Quattro in, bij voorkeur onbelast en zonder wisselspanning op de ingangen. De Quattro werkt dan in omvormerbedrijf. Stap 1: Stel de DIP-schakelaars in voor: - de vereiste stroomlimiet van de AC-ingang. - beperking van de laadstroom. (niet van toepassing voor slaves) (alleen van toepassing voor Master/Leader) Houd de knop 'Up' 2 seconden lang ingedrukt (bovenste knop rechts van de DIP-schakelaars, zie bijlage A, positie K) om de instellingen op te slaan nadat de vereiste waarden zijn ingesteld. U kunt nu de DIP-schakelaars weer gebruiken om de resterende instellingen toe te passen (stap 2). Stap 2: overige instellingen, stel de DIP-schakelaars in voor: - Laadspanningen (alleen van toepassing voor Master/Leader) - Absorptietijd (alleen van toepassing voor Master/Leader) - Adaptief opladen (alleen van toepassing voor Master/Leader) - Dynamische stroombegrenzer (niet van toepassing voor slaves) - UPS-functie (niet van toepassing voor slaves) - omvormerspanning (niet van toepassing voor slaves) - omvormerfrequentie (alleen van toepassing voor Master/Leader) Houd de knop 'Down' 2 seconden lang ingedrukt (onderste knop rechts van de DIP-schakelaars) om de instellingen op te slaan nadat de DIP-schakelaars in de juiste stand zijn gezet. U kunt de DIP-schakelaars nu in de gekozen stand laten staan, zodat u de ’overige instellingen’ altijd terug kunt vinden. Opmerking: - De DIP-schakelaarfuncties worden beschreven van boven naar beneden. Omdat de bovenste DIP-schakelaar het hoogste nummer (8) heeft, starten de beschrijvingen met schakelaar nummer 8. Gedetailleerde instructie: 5.5.1 Stap 1 5.5.1.2.1 Stroombegrenzing AC-ingangen (standaard: AC-in-1: 50 A, AC-in-2: 16 A) Als de stroombehoefte (Quattro belasting + acculader) de ingestelde stroom dreigt te overschrijden, verlaagt de Quattro eerst de laadstroom (PowerControl) en levert, indien nodig, vervolgens extra stroom via de accu (PowerAssist). De ingangsstroomlimiet van AC-in-1 (het aggregaat) kan via de DIP-schakelaars worden ingesteld op acht verschillende waarden. De ingangsstroomlimiet van AC-in-2 kan via de DIP-schakelaars worden ingesteld op twee verschillende waarden. Met het Multi Control-paneel kan een variabele stroomlimiet worden ingesteld voor de AC-in-2-ingangsspanning. 16 17 Bijlage BELANGRIJKE OPMERKING: Als de laatste 3 cijfers van de Multi-firmware in het bereik van 100 liggen (dus het firmwarenummer xxxx1xx is (x staat voor een willekeurig nummer)), dan worden ds1 & ds2 gebruikt om een Multi in te stellen op standalone, parallel- of driefasebedrijf. Raadpleeg hiervoor de betreffende handleiding. IT 5.5.1.3 DIP-schakelaars ds2 en ds1 worden niet gebruikt tijdens stap 1. SV Opmerking: als WeakAC is ingeschakeld, wordt de maximale laadstroom verlaagd van 100% naar ongeveer 80%. ES Procedure De acculaadstroom kan worden ingesteld in vier stappen, met de DIP-schakelaars ds4 en ds3 (fabrieksinstelling: 75%). ds4 ds3 off off = 25% off on = 50% on off = 75% on on = 100% DE 5.5.1.2 Begrenzing laadstroom (standaardinstelling 75%) Voor een lange levensduur dient bij accu's een laadstroom van 10% tot 20% van de capaciteit in Ah te worden toegepast. Voorbeeld: optimale laadstroom van een 24V/500Ah-accubank: 50 A tot 100 A. De meegeleverde temperatuursensor past automatisch de laadspanning aan aan de accutemperatuur. Als een snellere lading – en dus een hogere stroom – is vereist: - De meegeleverde temperatuursensor dient te worden geplaatst op de accu, omdat snel opladen kan leiden tot een flinke temperatuurstijging van de accubank. De laadspanning wordt aangepast aan de hogere temperatuur (d.w.z. worden verlaagd) door de temperatuursensor. - De bulkladingstijd zal soms zo kort zijn dat een vaste absorptietijd meer brengt (zie voor ‘vaste’ absorptietijd ds5, stap 2). FR AC-in-2 kan in twee stappen worden ingesteld met DIP-schakelaar ds5 (fabrieksinstelling: 16 A). Procedure: stel ds5 in op de vereiste waarde: ds5 off = 16 A on = 30 A Meer dan 30 A: met VEConfigure-software of Digital Multi Control Panel NL Opmerking: Het door de fabrikant opgegeven continu vermogen van kleine aggregaten is soms aan de zeer optimistische kant. De stroomgrens moet dan veel lager worden ingesteld dan uit de gegevens van de fabrikant blijkt. EN Procedure AC-in-1 kan worden ingesteld met de DIP-schakelaars ds8, ds7 en ds6 (fabrieksinstelling: 50 A). Procedure: stel de DIP-schakelaars in op de vereiste waarde: ds8 ds7 ds6 off off off = 6,3 A (PowerAssist 11 A, PowerControl 6 A) off off on = 10 A (PowerAssist 11 A, PowerControl 10 A) off on off = 12 A (2,8 kVA bij 230 V) off on on = 16 A (3,7 kVA bij 230 V) on off off = 20 A (4,6 kVA bij 230 V) on off on = 25 A (5,7 kVA bij 230 V) on on on = 30 A (6,9 kVA bij 230 V) on on on = 50 A (11,5 kVA bij 230 V) Meer dan 50 A: met VEConfigure-software 5.5.1.4 Voorbeelden Voorbeelden van instellingen: DS-8 AC-in-1 DS-7 AC-in-1 DS-6 AC-in-1 DS-5 AC-in-2 DS-4 Laadstroom DS-3 Laadstroom DS-2 Standalone-modus DS-1 Standalone-modus on on on on on off off off Stap 1, standalone Voorbeeld 1 (fabrieksinstelling): 8, 7, 6 AC-in-1: 50 A 5 AC-in-2: 30 A 4, 3 laadstroom: 75% 2, 1 Standalone-modus DS-8 DS-7 DS-6 DS-5 DS-4 DS-3 DS-2 DS-1 on on on on on DS-8 DS-7 DS-6 DS-5 DS-4 DS-3 DS-2 DS-1 off off off Stap 1, standalone Voorbeeld 2: 8, 7, 6 AC-in-1: 50 A 5 AC-in-2: 16 A 4, 3 laden: 100% 2, 1 Standalone on on on on off off off off Stap 1, standalone Voorbeeld 3: 8, 7, 6 AC-in-1: 16 A 5 AC-in-2: 16 A 4, 3 laden: 100% 2, 1 Standalone DS-8 DS-7 DS-6 DS-5 DS-4 DS-3 DS-2 DS-1 on on on on off off off off Stap 1, standalone Voorbeeld 4: 8, 7, 6 AC-in-1: 30 A 5 AC-in-2: 30 A 4, 3 laden: 50% 2, 1 Standalone Om de instellingen op te slaan nadat de vereiste waarden zijn ingesteld: houd de knop 'Up' 2 seconden lang ingedrukt (bovenste knop rechts van de DIP-schakelaars, zie bijlage A, positie K). De leds 'overbelasting' en 'accu bijna leeg' gaan knipperen om aan te geven dat de instellingen zijn geaccepteerd. Wij adviseren om de instellingen te noteren en deze notitie op een veilige plek te bewaren. De DIP-schakelaars kunnen nu worden gebruikt om de resterende instellingen toe te passen (stap 2). 5.5.2 Stap 2: Overige instellingen De resterende instellingen zijn niet van toepassing voor slaves. Enkele van de resterende instellingen zijn niet van toepassing voor volgers (L2, L3). Deze instellingen worden door de Leader L1 aan het hele systeem opgelegd. Als een instelling voor L2-, L3-apparaten niet van toepassing is, wordt dit uitdrukkelijk vermeld. ds8-ds7: Instelling van de laadspanningen (niet van toepassing voor L2, L3) ds8-ds7 AbsorptieSpanning 14,1 28,2 56,4 Druppelladingsspanning 13,8 27,6 55,2 Opslagspanning 13,2 26,4 52,8 off off off on 14,4 28,8 57,6 13,8 27,6 55,2 13,2 26,4 52,8 on off 14,7 29,4 58,8 13,8 27,6 55,2 13,2 26,4 52,8 on on 15,0 30,0 60,0 13,8 27,6 55,2 13,2 26,4 52,8 Geschikt voor Gel Victron Long Life (OPzV) Gel Exide A600 (OPzV) Gel MK-accu Gel Victron Deep Discharge Gel Exide A200 AGM Victron Deep Discharge Vaste buisjesplaataccu (OPzS) AGM Victron Deep Discharge Buisjesplaataccu's (OPzS) in semi-druppelmodus AGM spiraalcelaccu's Buisjesplaataccu’s (OPzS) in cyclische modus ds6: absorptietijd 8 of 4 uur (n.v.t. voor L2, L3) on = 8 uur off = 4 uur ds5: adaptieve laadkarakteristiek (n.v.t. voor L2, L3) on = actief off = inactief (vast absorptietijd) ds4: dynamische stroombegrenzer on = actief off = inactief ds3: UPS-functie on = actief off = inactief ds2: omvormerspanning on = 230V / 120V off = 240V / 115V ds1: omvormerfrequentie (n.v.t. voor L2, L3) on = 50 Hz (het brede ingangsfrequentiebereik (45-55 Hz) staat standaard op 'on') Opmerking: - 18 off = 60 Hz Als het “adaptieve laadalgoritme” op 'on' staat, stelt ds6 de maximale absorptietijd in op 8 uur of 4 uur. Als het “adaptieve laadalgoritme” op 'off' staat, wordt de absorptietijd door ds6 (vast) ingesteld op 8 uur of 4 uur. on on on off on on on on off off off off on on on on on off off off Stap 2 Voorbeeld 3: 8, 7 AGM 14,7 V 6 Absorptietijd: 8 uur 5 Adaptief laden: aan 4 Dyn. stroombegrenzing: aan 3 UPS-functie: uit 2 Spanning: 240 V 1 Frequentie: 50 Hz DS-8 DS-7 DS-6 DS-5 DS-4 DS-3 DS-2 DS-1 on on on off off off off off Stap 2 Voorbeeld 4: 8, 7 Buisjesplaat 15 V 6 Absorptietijd: 4 uur 5 Vaste absorptietijd 4 Dyn. stroombegrenzing: uit 3 UPS-functie: aan 2 Spanning: 240 V 1 Frequentie: 60 Hz De DIP-schakelaars kunnen in de gekozen stand worden gelaten, zodat de ’overige instellingen’ altijd weer terug te vinden zijn. SV Om de instellingen op te slaan nadat de vereiste waarden zijn ingesteld: houd de knop 'Down' 2 seconden lang ingedrukt (onderste knop rechts van de DIP-schakelaars). De leds 'temperatuur' en 'accu bijna leeg' gaan knipperen om aan te geven dat de instellingen zijn geaccepteerd. ES Stap 2 Voorbeeld 2: 8, 7 OPzV 14,1 V 6 Absorptietijd: 8 uur 5 Adaptief laden: aan 4 Dyn. stroombegrenzing: uit 3 UPS-functie: uit 2 Spanning: 230 V 1 Frequentie: 50 Hz DS-8 DS-7 DS-6 DS-5 DS-4 DS-3 DS-2 DS-1 DE Stap 2 Voorbeeld 1 (fabrieksinstelling): 8, 7 GEL 14,4 V 6 Absorptietijd: 8 uur 5 Adaptief laden: aan 4 Dynamische stroombegrenzing: uit 3 UPS-functie: aan 2 Spanning: 230 V 1 Frequentie: 50 Hz DS-8 DS-7 DS-6 DS-5 DS-4 DS-3 DS-2 DS-1 FR on on on off NL DS-8 laadspanning DS-7 laadspanning DS-6 absorptietijd DS-5 adaptief laden DS-4 dyn. stroombegr. DS-3 UPS-functie: DS-2 spanning DS-1 frequentie EN Stap 2: Voorbeeldinstellingen Voorbeeld 1 is de fabrieksinstelling (omdat de fabrieksinstellingen worden ingevoerd via de pc worden alle DIP-schakelaars van een nieuw product op ‘off’ gezet en vertegenwoordigen deze niet de daadwerkelijke instellingen in de microprocessor). 6. ONDERHOUD IT De Quattro vereist geen specifiek onderhoud. Het volstaat om alle verbindingen eenmaal per jaar te controleren. Voorkom vocht en olie/roet/dampen en houd het apparaat schoon. Bijlage 19 7. STORINGSAANDUIDINGEN Via de onderstaande procedures kunnen de meeste fouten snel worden geïdentificeerd. Als u een fout niet kunt oplossen, neem dan contact op met uw Victron Energy-leverancier. 7.1 Algemene storingsaanduidingen Probleem De Quattro schakelt niet over op aggregaat of netvoeding. Omvormerbedrijf niet gestart als ingeschakeld. Oorzaak Contactverbreker of zekering in de AC-in-ingang is open door overbelasting. De accuspanning is veel te hoog of te laag. Geen spanning op DC-aansluiting. Oplossing Overbelasting of kortsluiting bij AC-out-1 of AC-out-2 verwijderen en zekering/contactverbreker resetten. Zorg dat de accuspanning binnen het juiste bereik ligt. De led “accu bijna leeg” knippert. De led “accu bijna leeg” brandt. De accuspanning is laag. De omvormer schakelt uit, omdat de accuspanning te laag is. De omvormerbelasting is hoger dan de nominale belasting. De omvormer is uitgeschakeld door een veel te hoge belasting. De omgevingstemperatuur is hoog of de belasting is te hoog. Lage accuspanning en veel te hoge belasting. Laad de accu op of controleer de accu-aansluitingen. Laad de accu op of controleer de accu-aansluitingen. De led “overbelasting” knippert. De led “overbelasting” brandt. De led “temperatuur” knippert of brandt. De leds “accu bijna leeg” en “overbelasting” knipperen afwisselend. De leds “accu bijna leeg” en “overbelasting” knipperen tegelijkertijd. De leds “accu bijna leeg” en “overbelasting” branden. Eén alarmled brandt en het tweede knippert. De lader werkt niet. De lader werkt niet. De led “Bulk” knippert en de led "Mains on" brandt. De accu wordt niet volledig opgeladen. De rimpelspanning op de DC-aansluiting overschrijdt 1,5 Vrms. De omvormer is uitgeschakeld door een veel te hoge rimpelspanning op de ingang. De omvormer is uitgeschakeld doordat een alarm is geactiveerd door een brandende led. De knipperende led geeft aan dat de omvormer door het alarm zou worden uitgeschakeld. De AC-ingangsspanning of -frequentie ligt niet binnen het bereik. Verlaag de belasting. Verlaag de belasting. Plaats de omvormer in een koele en goed geventileerde omgeving of verlaag de belasting. Laad de accu's, koppel de belasting los of verlaag deze of plaats accu's met een grotere capaciteit. Monteer kortere en/of dikkere accukabels. Controleer de accukabels en accu-aansluitingen. Controleer of de accucapaciteit voldoende hoog is en verhoog deze, indien nodig. Plaats accu's met een grotere capaciteit. Monteer kortere en/of dikkere accukabels en reset de omvormer (uitschakelen en weer inschakelen). Kijk in deze tabel voor de juiste maatregelen m.b.t. deze alarmtoestand. Zorg ervoor dat de AC-ingangsspanning tussen 185 VAC en 265 VAC ligt en dat de frequentie binnen het bereik ligt (fabrieksinstelling 45-65 Hz). Contactverbreker of zekering in de AC-in-ingang is open door overbelasting. De accuzekering is doorgebrand. Overbelasting of kortsluiting bij AC-out-1 of AC-out-2 verwijderen en zekering/contactverbreker resetten. Vervang de accuzekering. De vervorming van de AC-ingangsspanning is te groot (normaal gesproken aggregaatvoeding). De Quattro bevindt zich in de modus “bulkbeveiliging”, dus de maximale bulklaadtijd van 10 uur is overschreden. Een dergelijk lange laadtijd zou kunnen duiden op een systeemfout (bijvoorbeeld een kortgesloten accucel). Schakel de instellingen WeakAC en dynamische stroombegrenzer in. De laadstroom is veel te hoog en start zo een voortijdige absorptielading. Slechte accuaansluiting. Controleer uw accu's. OPMERKING: U kunt de foutmodus resetten door de Quattro uit- en weer in te schakelen. De standaardfabrieksinstelling van de Quattro voor de modus “bulkbeveiliging” is ingeschakeld. De modus “bulkbeveiliging” kan alleen worden uitgeschakeld via VEConfigure. Stel de laadstroom in op een niveau tussen 0,1 en 0,2 keer de accucapaciteit. Controleer de accuaansluitingen. De absorptiespanning is ingesteld op een onjuist Stel een juist niveau voor de absorptiespanning in. niveau (te laag). De accu wordt overladen. De laadstroom daalt naar 0 zodra de absorptieladingsfase wordt gestart. De druppellaadspanning is ingesteld op een Stel een juist niveau voor de druppellaadspanning in. onjuist niveau (te laag). De beschikbare oplaadtijd is te kort om de accu Kies een langere oplaadtijd of een hogere laadstroom. volledig op te kunnen laden. De absorptietijd is te kort. Bij adaptief laden kan Verlaag de laadstroom of kies de ‘vaste’ laadkarakteristieken. dit worden veroorzaakt door een extreem hoge laadstroom ten opzichte van de accucapaciteit, zodat de bulkladingstijd te kort is. De absorptiespanning is ingesteld op een Stel een juist niveau voor de absorptiespanning in. onjuist niveau (te hoog). De druppellaadspanning is ingesteld op een Stel een juist niveau voor de druppellaadspanning in. onjuist niveau (te hoog). Accu verkeert in slechte toestand. Vervang de accu. De accutemperatuur is te hoog (door slechte ventilatie, veel te hoge omgevingstemperatuur of veel te hoge laadstroom). De accu is oververhit (>50°C) Verbeter de ventilatie, plaats de accu's in een koelere omgeving, verlaag de laadstroom en sluit de temperatuursensor aan. De accutemperatuursensor is defect Koppel de temperatuursensorstekker in de Quattro los. Als het opladen weer goed werkt na ca. 1 minuut, dient de temperatuursensor te worden vervangen. 7.2 Speciale ledaanduidingen 20 Plaats de accu in een koelere omgeving Verlaag de laadstroom Controleer of één van de accucellen een interne kortsluiting heeft (zie voor de normale ledaanduidingen paragraaf 3.4) FR "Mains on" knippert en er is geen uitgangsspanning. NL De leds absorptielading en druppellading knipperen synchroon (tegelijkertijd). Storing spanningssensor. De spanning gemeten bij de spanningsdetectie-aansluiting wijkt te veel af (meer dan 7 V) van de spanning bij de positieve en negatieve aansluiting van het apparaat. Het betreft waarschijnlijk een aansluitfout. Het apparaat blijft in normaal bedrijf. OPMERKING: Als de led "inverter on" knippert in tegenfase, dan betreft dit een VE.Bus- storingscode (zie onderstaand). De gemeten accutemperatuur heeft een uiterst onwaarschijnlijke waarde. De sensor is waarschijnlijk defect of onjuist aangesloten. Het apparaat blijft in normaal bedrijf. OPMERKING: Als de led "inverter on" knippert in tegenfase, dan betreft dit een VE.Bus- storingscode (zie onderstaand). Het apparaat bevindt zich in de modus "charger only" en er is netvoeding beschikbaar. Het apparaat weigert de netvoeding of is nog bezig met synchroniseren. EN De leds bulklading en absorptielading knipperen synchroon (tegelijkertijd). 7.3 VE.Bus-ledaanduidingen - Een knipperende led "bulk" geeft aan dat het apparaat kan omvormen. - Een knipperende led "float" geeft aan dat het apparaat kan opladen. - De bovenstaande speciale ledaanduidingen kunnen samen met de OK-codes optreden. - De led "accu bijna leeg" kan samen met de OK-code functioneren die aangeeft dat het apparaat kan opladen. Om een VE.Bus-storingscode juist te kunnen interpreten, moet de volgende procedure worden gevolgd: 1. Het apparaat dient een storing te hebben (geen AC-uitgangsspanning). 2. Knippert de led "inverter on”? Indien niet, dan is er geen VE.Bus-storingscode. 3. Als één of meer van de leds "bulk", "absorption" of "float" knippert, dat dient dit knipperen in tegenfase van de led "inverter on" te gebeuren, d.w.z. de knipperende leds zijn uit als de led "inverter on" aan is en omgekeerd. Is dit niet het geval, dan is er geen VE.Bus-storingscode. 4. Controleer de led "bulk" en bepaal welke van de drie onderstaande tabellen gebruikt moet worden. 5. Kies de juiste kolom en rij (afhankelijk van de leds "absorption" en "float") en bepaal de storingscode. 6. Bepaal de betekenis van de code in onderstaande tabellen. 21 Bijlage 7.3.2 VE.Bus-storingscodes Een VE.Bus-systeem kan verschillende storingscodes weergeven. Deze codes worden weergegeven met de leds "inverter on", "bulk", "absorption" en "float". IT OPMERKING: In principe moeten alle andere leds uit zijn. Als dat niet het geval is, is de code geen OK-code. De volgende uitzonderingen zijn echter van toepassing: SV Belangrijke aanwijzing: OK-codes worden alleen weergegeven als een apparaat zich niet in de omvormer- of oplaadmodus bevindt! ES 7.3.1 VE.Bus-OK-codes Als de interne toestand van een apparaat is orde is, maar het apparaat nog niet kan worden gestart, omdat één of meer andere apparaten in het systeem een storingsstatus aangeven, zullen de apparaten die in orde zijn een OK-code aangeven. Hierdoor is het opsporen van storingen in een VE.Bus-systeem mogelijk, omdat apparaten die geen aandacht nodig hebben ook als zodanig kunnen worden herkend. DE Apparatuur, die is geïntegreerd in een VE.Bus-systeem (een parallel- of 3-faseconfiguratie) kan zogenaamde VE.Busledaanduidingen bieden. Deze ledaanduidingen kunnen worden onderverdeeld in twee groepen: OK-codes en storingscodes. led Bulk is uit led Bulk knippert aan uit 0 3 6 knippe rt 1 4 7 aan 2 5 8 led Absorption uit knippert aa n uit 9 12 15 knippe rt 10 13 16 aan 11 14 17 led Float Uit led Bulk led Absorption led Float 22 led Absorption knipper t led Float led Float led Absorption led Bulk brandt uit knippert aan uit 18 21 24 knippe rt 19 22 25 aan 20 23 26 Code Betekenis: Oorzaak / oplossing: 1 Het apparaat is uitgeschakeld, omdat één van de andere fases in het systeem is uitgeschakeld. Controleer de falende fase. 3 Niet alle of meer dan de verwachte apparaten zijn in het systeem gevonden. Het systeem is niet juist geconfigureerd. Configureer het systeem opnieuw. Storing in de communicatiekabel. Controleer de kabels en schakel alle apparatuur uit en daarna weer in. 4 Geen enkel ander apparaat gedetecteerd. Controleer de communicatiekabels. 5 Overspanning bij AC-uitgang. Controleer de AC-kabels. 10 Systeemtijdsynchronisatieprobleem opgetreden. Dit dient in juist geïnstalleerde apparatuur niet op te treden. Controleer de communicatiekabels. 14 Apparaat kan geen gegevens overdragen. Controleer de communicatiekabels (er zou kortsluiting kunnen zijn ontstaan). 17 Eén van de apparaten heeft de rol van ‘master’ op zich genomen, omdat de originele master heeft gefaald. Controleer de falende unit. Controleer de communicatiekabels. 18 Overspanning is opgetreden. Controleer de AC-kabels. 22 Dit apparaat kan als ‘slave’ fungeren. Dit apparaat is een verouderd en ongeschikt model. Het dient te worden vervangen. 24 Overschakelsysteembeveiliging gestart. 25 Firmware-incompatibiliteit. Eén van de aangesloten apparaten heeft een te oude firmware om met dit apparaat samen te werken. 26 Interne fout. Dit dient in juist geïnstalleerde apparatuur niet op te treden. Schakel alle apparatuur uit en daarna weer in. Als het probleem opnieuw optreedt, controleer dan de installatie. Mogelijke oplossing: verhoog de ondergrens van de AC-ingangsspanning naar 210 VAC (fabrieksinstelling is 180 VAC) 1) Schakel alle apparatuur uit. 2) Schakel het apparaat dat deze storing aangeeft in. 3) Schakel alle andere apparaten één voor één in tot de storingsmelding weer optreedt. 4) Update de firmware in het laatste apparaat dat is ingeschakeld. Dient niet op te treden. Schakel alle apparatuur uit en daarna weer in. Neem contact op met Victron Energy als het probleem blijft bestaan. 8. TECHNISCHE SPECIFICATIES EN Ingangsspanningsbereik (V DC) Uitgang (1) Cont. uitgangsvermogen bij 25°C (VA) Afmetingen (hxbxd in mm) Veiligheid Emissie / immuniteit Voertuigen, aftermarket Anti-islanding 1) Kan worden ingesteld op 60 Hz; 120 V 60Hz op verzoek 2) Beveiligingen a. Kortsluiting uitgang b. Overbelasting c. Accuspanning te hoog d. Accuspanning te laag e. Temperatuur te hoog f. 230 VAC op omvormeruitgang g. Ingangsspanning met een te hoge rimpel 5000 8000 4000 3700 3000 10000 94 / 94 / 95 30 / 30 / 35 20 / 25 / 30 10 / 10 / 15 10000 15000 6500 8000 12000 5500 6500 10000 3600 4500 7000 16000 20000 25000 94 / 96 96 96 45 / 50 55 80 30 / 30 35 50 10 / 20 20 30 CHARGER 14,4 / 28,8 / 57,6 28,8 / 57,6 57,6 57,6 13,8 / 27,6 / 55,2 27,6 / 55,2 55,2 55,2 13,2 / 26,4 / 52,8 26,4 / 52,8 52,8 52,8 220 / 120 / 70 200 / 110 140 200 4 (alleen 12V en 24Vmodellen) Ja GENERAL 50 50 50 50 3x 3x 3x 3x a-g Voor parallel en driefase bedrijf, remote monitoren en systeemintegratie 2x 2x 2x 2x Yes Bedrijfstemp: -40 to +65˚C Vochtigheid (niet condenserend): max. 95% ENCLOSURE Materiaal en kleur: aluminium (blauw RAL 5012) Beschermklasse: IP 21 Vier M8 bouten (2 positieve en 2 negatieve aansluitingen) M6 bouten M6 bouten M6 bouten M6 bouten 34 / 30 / 30 45 / 41 45 72 470 x 350 x 280 444 x 328 x 240 470 x 350 x 280 470 x 350 x 280 572 x 488 x 344 444 x 328 x 240 STANDARDS EN-IEC 60335-1, EN-IEC 60335-2-29, EN-IEC 62109-1 EN 55014-1, EN 55014-2, EN-IEC 61000-3-2, EN-IEC 61000-3-3, EN-IEC 61000-6-3, EN-IEC 61000-6-2, EN-IEC 61000-6-1 12V en 24V modellen: EN 50498 Zie onze website 3) Niet-lineaire belasting, topfactor 3:1 4) Bij 25°C omgevingstemperatuur 5) Schakelt uit wanneer er geen externe AC bron beschikbaar is 6) Programmeerbaar relais dat kan worden ingesteld als algemeen alarm, Onderspanningsalarm of startsignaal voor een aggregaat Nominale AC-waarde: 230 V/4 A Nominale DC-waarde: 4A tot 35VDC, 1A tot 60VDC 23 Bijlage Algemene kenmerken Accuaansluiting 230 V AC-aansluiting Gewicht (kg) Ingangsspanningsbereik:187-265 VAC Vermogensfactor: 1 2x100 2x100 2x100 INVERTER 9,5 – 17V 19 – 33V 38 – 66V Vermogensfactor : 230 VAC ± 2% Frequentie: 50 Hz ± 0,1% IT Extra AC-uitgang Programmeerbaar relais (6) Beveiligingen (2) Communicatiepoort VE.Bus Comm. poort algemeen Remote on-off Algemene kenmerken Ja Ja Ingangsfrequentie: 45 – 65 Hz 2x100 SV Laadspanning 'absorptielading' (V DC) Laadspanning 'druppellading' (V DC) Opslagmodus (V DC) Laadstroom service-accu (A) (4) Laadstroom startaccu (A) Accutemperatuursensor 48/15000/200100/100 ES Cont. uitgangsvermogen bij 25°C (W) Cont. uitgangsvermogen bij 40°C (W) Cont. uitgangsvermogen bij 65°C (W) Piekvermogen (W) Maximaal rendement (%) Nullast (W) Nullast in AES modus (W) Nullast in zoekmodus (W) 48/10000/140100/100 DE (3) 24/8000/200-100/100 48/8000/110-100/100 FR PowerControl / PowerAssist Geïntegreerde omschakelaar AC-ingangen (2x) Maximum doorschakelstroom (A) 12/5000/220-100/100 24/5000/120-100/100 48/5000/70-100/100 NL Quattro NL Overview connections Overzicht aansluitingen Vue d’ensemble des connections Übersicht Anschlüsse Conexiones generales Översikt kontakter Panoramica connessioni EN APPENDIX A: BIJLAGE A: ANNEXE A : ANHANG A: APÉNDICE A: APPENDIX A: APPENDICE A: FR DE ES SE IT Appendix 1 APPENDIX A: BIJLAGE A: ANNEXE A : ANHANG A: APÉNDICE A: APPENDIX A: APPENDICE A: Overview connections Overzicht aansluitingen Vue d’ensemble des connections Übersicht Anschlüsse Conexiones generales Översikt kontakter Panoramica connessioni EN: A B C D E F G H I J K L M N O P AC input M6 (generator input) AC IN-1. Left to right: L (phase), N (neutral). 2x RJ45 connector for remote panel and/or parallel and 3-phase operation. AC output M6 AC OUT-1. Left to right: L (phase), N (neutral). AC output M6 AC OUT-2. Left to right: N (neutral), L (phase). Terminals for: (left to right) Voltage sense Temperature sensor Aux input 1 Aux input 2 GND-relay Starter battery plus + (starter battery minus must be connected to service battery minus) Programmable relay contacts K1 Programmable relay contacts K2 Double M8 battery minus connection. Double M8 battery positive connection. Connector for remote switch: Short left and middle terminal to switch “on”. Short right and middle terminal to switch to “charger only”. Alarm contact: Left to right: NC, NO, COM. AC input M6 (shore/grid supply) AC IN-2. Left to right: L (phase), N (neutral). Push buttons for set-up mode Primary ground connection M8 (PE). DIP switches for set-up mode. Slide switches, factory setting SW1= off position, SW2 = off position. SW1: Off = internal GND relay selected, On = external GND relay selected (to connect ext GND relay: see E). SW2: No application. To be used for future features. AC IN-2 M6 common earth connection (ground). AC IN-1 and AC OUT-1 M6 earth connection (ground). NL: A B C D E F G H I J K L M N O P 2 Wisselspanning ingang M6 (generator) AC IN-1. Van links naar rechts: L (fase), N (nul). 2x RJ45 connector voor afstandsbedieningspaneel en/of parallel and 3-fase bedrijf. Wisselspanning uitgang M6 AC OUT-1. Van links naar rechts: L (fase), N (nul). Wisselspanning uitgang M6 AC OUT-2. Van links naar rechts: N (nul),L (fase). Aansluitklemmen voor: (van links naar rechts) Voltage sense Temperature sensor Aux ingang 1 Aux ingang 2 GND-relais Start accu plus + (de min van start accu moet vebonden zijn met de min van de service accu) Relais contacten K1 Relais contacten K2 Dubbele M8 accu min aansluiting. Dubbele M8 accu plus aansluiting. Aansluitklemmen voor afstandbedieningsschakelaar. Verbind de linker klem en de middelste klem om de Quattro aan te schakelen. Verbind de rechter klem en de middelste klem voor ‘alleen laden’. Alarm contact: Van links naar rechts: NC, NO, COM. Wisselspanning ingang M6 (walstroom/netspanning) AC IN-2. Van links naar rechts: L (fase), N (nul). Drukknoppen om de instellingen in het micropressor geheugen op te slaan. Primaire aarde M8. Instel DIP switches. Schuifschakelaars, fabrieksinstelling: SW1= onderste stand (uit), SW2 = onderste stand (uit) SW1: Uit = intern GND-relais geselecteerd, Aan = extern GND-relais geselecteeerd (extern aardrelais aan te sluiten via klemmen, zie E). SW2: Niet in gebruik. Toepasbaar in de toekomst. Aarde aansluiting M6 voor AC IN-2. Aarde aansluiting M6 voor zowel AC IN-1 en AC OUT-1
  • Page 1 1
  • Page 2 2
  • Page 3 3
  • Page 4 4
  • Page 5 5
  • Page 6 6
  • Page 7 7
  • Page 8 8
  • Page 9 9
  • Page 10 10
  • Page 11 11
  • Page 12 12
  • Page 13 13
  • Page 14 14
  • Page 15 15
  • Page 16 16
  • Page 17 17
  • Page 18 18
  • Page 19 19
  • Page 20 20
  • Page 21 21
  • Page 22 22
  • Page 23 23
  • Page 24 24
  • Page 25 25
  • Page 26 26
  • Page 27 27
  • Page 28 28
  • Page 29 29
  • Page 30 30
  • Page 31 31
  • Page 32 32
  • Page 33 33
  • Page 34 34
  • Page 35 35
  • Page 36 36
  • Page 37 37
  • Page 38 38
  • Page 39 39
  • Page 40 40
  • Page 41 41
  • Page 42 42
  • Page 43 43
  • Page 44 44
  • Page 45 45
  • Page 46 46
  • Page 47 47
  • Page 48 48
  • Page 49 49
  • Page 50 50
  • Page 51 51
  • Page 52 52
  • Page 53 53
  • Page 54 54
  • Page 55 55
  • Page 56 56
  • Page 57 57
  • Page 58 58
  • Page 59 59
  • Page 60 60
  • Page 61 61
  • Page 62 62
  • Page 63 63
  • Page 64 64
  • Page 65 65
  • Page 66 66
  • Page 67 67
  • Page 68 68
  • Page 69 69
  • Page 70 70
  • Page 71 71
  • Page 72 72
  • Page 73 73
  • Page 74 74
  • Page 75 75
  • Page 76 76
  • Page 77 77
  • Page 78 78
  • Page 79 79
  • Page 80 80
  • Page 81 81
  • Page 82 82
  • Page 83 83
  • Page 84 84
  • Page 85 85
  • Page 86 86
  • Page 87 87
  • Page 88 88
  • Page 89 89
  • Page 90 90
  • Page 91 91
  • Page 92 92
  • Page 93 93
  • Page 94 94
  • Page 95 95
  • Page 96 96
  • Page 97 97
  • Page 98 98
  • Page 99 99
  • Page 100 100
  • Page 101 101
  • Page 102 102
  • Page 103 103
  • Page 104 104
  • Page 105 105
  • Page 106 106
  • Page 107 107
  • Page 108 108
  • Page 109 109
  • Page 110 110
  • Page 111 111
  • Page 112 112
  • Page 113 113
  • Page 114 114
  • Page 115 115
  • Page 116 116
  • Page 117 117
  • Page 118 118
  • Page 119 119
  • Page 120 120
  • Page 121 121
  • Page 122 122
  • Page 123 123
  • Page 124 124
  • Page 125 125
  • Page 126 126
  • Page 127 127
  • Page 128 128
  • Page 129 129
  • Page 130 130
  • Page 131 131
  • Page 132 132
  • Page 133 133
  • Page 134 134
  • Page 135 135
  • Page 136 136
  • Page 137 137
  • Page 138 138
  • Page 139 139
  • Page 140 140
  • Page 141 141
  • Page 142 142
  • Page 143 143
  • Page 144 144
  • Page 145 145
  • Page 146 146
  • Page 147 147
  • Page 148 148
  • Page 149 149
  • Page 150 150
  • Page 151 151
  • Page 152 152
  • Page 153 153
  • Page 154 154
  • Page 155 155
  • Page 156 156
  • Page 157 157
  • Page 158 158
  • Page 159 159
  • Page 160 160
  • Page 161 161
  • Page 162 162
  • Page 163 163
  • Page 164 164
  • Page 165 165
  • Page 166 166
  • Page 167 167
  • Page 168 168
  • Page 169 169
  • Page 170 170
  • Page 171 171
  • Page 172 172
  • Page 173 173
  • Page 174 174
  • Page 175 175
  • Page 176 176
  • Page 177 177
  • Page 178 178
  • Page 179 179
  • Page 180 180
  • Page 181 181
  • Page 182 182
  • Page 183 183
  • Page 184 184
  • Page 185 185
  • Page 186 186
  • Page 187 187
  • Page 188 188
  • Page 189 189
  • Page 190 190
  • Page 191 191
  • Page 192 192

Victron energy Quattro 5k 8k 10k 15k 100-100A 230V (firmware xxxx4xx) de handleiding

Type
de handleiding