Documenttranscriptie
1. VEILIGHEIDSAANWIJZINGEN
EN
Algemeen
Lees eerst de bij dit product geleverde documentatie, zodat u bekend bent met de veiligheidsaanduidingen en aanwijzingen
voordat u het product in gebruik neemt.
Dit product is ontworpen en getest conform de internationale normen. De apparatuur mag enkel worden gebruikt voor de
bedoelde toepassing.
NL
WAARSCHUWING: KANS OP ELEKTRISCHE SCHOK
Het product wordt gebruikt in combinatie met een permanente energiebron (accu). Zelfs als de apparatuur is uitgeschakeld,
kan er een gevaarlijke elektrische spanning optreden bij de ingangs- en of uitgangsklemmen. Schakel altijd de
wisselspanningsvoeding uit en ontkoppel de accu voordat u onderhoudswerkzaamheden uitvoert.
FR
Het product bevat geen interne onderdelen die door de gebruiker kunnen worden onderhouden. Verwijder het paneel aan de
voorkant niet en stel het product niet in bedrijf als niet alle panelen zijn gemonteerd. Alle onderhoudswerkzaamheden dienen
door gekwalificeerd personeel te worden uitgevoerd.
DE
ES
Gebruik het product nooit op plaatsen, waar gas- of stofexplosies kunnen optreden. Raadpleeg de specificaties van de
accufabrikant om te waarborgen dat de accu geschikt is voor gebruik met dit product. Neem altijd de veiligheidsvoorschriften
van de accufabrikant in acht.
WAARSCHUWING: til geen zware voorwerpen zonder hulp.
SV
Installatie
Lees de installatieaanwijzingen voordat u met de installatie begint.
Controleer voordat u het apparaat inschakelt of de beschikbare spanningsbron overeenkomt met de configuratie-instellingen
van het product, zoals beschreven in de handleiding.
Zorg ervoor dat de apparatuur wordt gebruikt onder de juiste bedrijfsomstandigheden. Gebruik het product nooit in een
vochtige of stoffige omgeving.
Zorg ervoor dat er rondom het product steeds voldoende vrije ruimte is voor ventilatie en dat de ventilatieopeningen niet
geblokkeerd zijn.
Installeer het product in een hittebestendige omgeving. Zorg er daarom voor dat zich geen chemische stoffen,
kunststofonderdelen, gordijnen of andere soorten textiel enz. in de onmiddellijke omgeving van de apparatuur bevinden.
Vervoer en opslag
Zorg er bij opslag of transport van het product voor dat de netstroom- en accukabels zijn losgekoppeld.
Er kan geen aansprakelijkheid worden aanvaard voor transportschade als de apparatuur wordt vervoerd in een andere dan de
originele verpakking.
Sla het product op in een droge omgeving; de opslagtemperatuur dient te liggen tussen -20°C en 60°C.
Raadpleeg de handleiding van de accufabrikant voor informatie over transport, opslag, opladen, herladen en afvalverwijdering
van de accu.
1
Bijlage
Zorg ervoor dat de aansluitkabels zijn voorzien van zekeringen en stroomonderbrekers. Vervang nooit een beveiliging door een
ander type component. Raadpleeg de handleiding voor het juiste onderdeel.
IT
Dit is een product uit veiligheidsklasse I (dat wordt geleverd met een aardingsklem ter beveiliging). De ingangs- en/of
uitgangsklemmen van de wisselstroom moeten zijn voorzien van een ononderbreekbare aarding ter beveiliging. Aan
de buitenkant van het product bevindt zich een extra aardpunt. Als u vermoedt dat de aardbeveiliging is beschadigd, moet
het product buiten bedrijf worden gesteld en worden beveiligd tegen per ongeluk opnieuw inschakelen; neem hiervoor contact
op met gekwalificeerd onderhoudspersoneel.
2. BESCHRIJVING
2.1 Algemeen
De basis van de Quattro is een zeer krachtige sinusomvormer, acculader en omschakelautomaat in een compacte behuizing.
Daarnaast heeft de Quattro een groot aantal vaak unieke mogelijkheden:
Twee AC-ingangen; geïntegreerd overschakelsysteem tussen walstroom en aggregaat
De Quattro heeft twee AC-ingangen (AC-in-1 en AC-In-2) om twee onafhankelijke spanningsbronnen aan te kunnen sluiten.
Bijvoorbeeld twee aggregaten of een netvoeding en een aggregaat. De Quattro kiest automatisch de ingang, waar spanning
beschikbaar is.
Als er spanning beschikbaar is op beide ingangen, kiest de Quattro de AC-in-1-ingang, waarop normaal gesproken de voeding
is aangesloten.
Twee AC-uitgangen
Naast de gebruikelijke ononderbroken uitgang (AC-out-1), is er een extra uitgang (AC-out-2) beschikbaar die aansluiting van de
belasting verbreekt wanneer de accu in bedrijf is. Voorbeeld: een elektrische boiler die enkel in bedrijf mag zijn als het
aggregaat draait of er walstroom beschikbaar is.
Automatisch en onderbrekingsvrij omschakelen
In geval van een netspanningsstoring of als het aggregaat wordt uitgeschakeld, zal de Quattro overschakelen op
omvormerbedrijf en de voeding van de aangesloten apparaten overnemen. Dit gaat zo snel dat computers en andere
elektronische apparaten ongestoord blijven functioneren (Uninterruptible Power Supply of UPS-functionaliteit). Dit maakt de
Quattro zeer geschikt als noodstroomsysteem in industriële en telecommunicatietoepassingen.
Nagenoeg onbegrensd vermogen dankzij parallelschakeling
Tot 6 Quattro's kunnen parallel worden geschakeld. Zo kan met zes 48/10000/140 eenheden bijvoorbeeld een
uitgangsvermogen van 54kW / 60kVA met 840 A laadvermogen worden bereikt.
Driefaseschakeling
Drie eenheden kunnen worden geconfigureerd voor driefase-uitgang. Maar dat is nog niet alles: tot 6 sets van drie eenheden
kunnen parallel worden geschakeld voor een omvormervermogen van 162kW / 180kVA en een laadcapaciteit van meer dan
2500 A.
PowerControl – Maximaal benutten van beperkte walstroom
De Quattro kan enorm veel laadstroom leveren. Dat betekent een zware belasting voor de walaansluiting of het aggregaat.
Voor beide AC-ingangen kan daarom een maximale stroom worden ingesteld. De Quattro houdt dan rekening met andere
stroomverbruikers en gebruikt voor het opladen enkel de stroom die nog ‘over’ is.
- Ingang AC-in-1, waarop meestal een aggregaat is aangesloten, kan met DIP-schakelaars, met VE.Net of met een pc worden
ingesteld op een vast maximum, zodat het aggregaat nooit overbelast wordt.
- Ingang AC-in-2 kan worden ingesteld op een vast maximum. In mobiele toepassingen (schepen, voertuigen) zal echter
meestal een variabele instelling via het Multi Control Panel worden geselecteerd. Op deze manier kan de maximumstroom heel
eenvoudig worden aangepast aan de beschikbare walstroom.
PowerAssist – Doe meer met uw aggregaat en walstroom: met de “meehelp”-functie van de Quattro
De Quattro werkt parallel aan het aggregaat of de walstroom. Een stroomtekort wordt automatisch gecompenseerd: de Quattro
verbruikt extra stroom van de accu en helpt zo mee. Het te veel aan stroom wordt gebruikt om de accu weer op te laden.
Drie programmeerbare relais
De Quattro is voorzien van 3 programmeerbare relais. De relais kunnen echter voor allerlei andere toepassingen worden
geprogrammeerd, bijvoorbeeld als startrelais voor een aggregaat.
Programmeerbare analoge/digitale ingangs-/uitgangspoorten
De Quattro is voorzien van 2 analoge/digitale ingangs-/uitgangspoorten.
Deze poorten kunnen worden gebruikt voor meerdere doeleinden. Een toepassing is communicatie met het BMS of een
lithiumionaccu.
Frequentiewisseling
Als zonneomvormers zijn aangesloten op de uitgang van een Multi of Quattro wordt het teveel aan zonne-energie gebruikt om
de accu's weer op te laden. Zodra de absorptiespanning is bereikt, schakelen de Multi of Quattro de zonneomvormer uit door
de uitgangsfrequentie met 1 Hz aan te passen (bijvoorbeeld van 50 Hz naar 51 Hz). Zodra de accuspanning iets is gedaald,
keert de frequentie terug naar normaal en worden de zonneomvormers weer gestart.
Ingebouwde accumonitor (optioneel)
De ideale oplossing als Multi’s of Quattro’s onderdeel uitmaken van een hybride systeem (dieselaggregaat, omvormer/laders,
opslagaccu en alternatieve energie). De ingebouwde accumonitor kan zo worden ingesteld dat deze het aggregaat start en
stopt:
- Start van een vooringesteld % van het ontladingsniveau en/of
- start (met een vooringestelde vertraging) bij een vooringestelde accuspanning en/of
- start (met een vooringestelde vertraging) bij een vooringesteld belastingsniveau.
- Stop bij een vooringestelde accuspanning of
- stop (met een vooringestelde vertraging) nadat de bulklading is voltooid en/of
- stop (met een vooringestelde vertraging) bij een vooringesteld belastingsniveau.
2
ES
SV
Adaptieve 4-traps laadkarakteristieken: bulk – absorptie – druppel – opslag
Het adaptieve accubeheersysteem, aangedreven door een microprocessor, kan worden ingesteld op verschillende soorten
accu's. De adaptieve functie past het laadproces automatisch aan aan het accugebruik.
DE
2.2 Acculader
FR
Programmeerbaar met DIP-schakelaars, VE.Net-paneel of pc
De Quattro wordt gebruiksklaar geleverd. Drie eigenschappen staan ter beschikking om, indien gewenst, bepaalde instellingen
te kunnen wijzigen:
- De meest belangrijke instellingen (inclusief parallel bedrijf van tot drie apparaten en 3-fasebedrijf) kan heel eenvoudig met
Quattro DIP-schakelaars worden gewijzigd.
- Alle instellingen, met uitzondering van het multifunctionele relais, kunnen worden gewijzigd met een VE.Net-paneel.
- Alle instellingen kunnen worden gewijzigd met een pc en gratis software die kan worden gedownload op onze website
www.victronenergy.com
NL
Noodstroom of autonoom bedrijf bij stroomuitval
Woningen of gebouwen voorzien van zonnepanelen of een kleine warmtekrachtcentrale (een stroomopwekkende centrale
verwarmingsketel) of andere duurzame energiebronnen hebben in potentie een autonome energievoorziening, waarmee
essentiële apparatuur (CV-pompen, koelkasten, vriezers, internetaansluitingen) in bedrijf kan worden gehouden tijdens een
stroomuitval. Een probleem hierbij is echter dat netgekoppelde zonnepanelen en/of kleine warmtekrachtcentrales uitvallen
zodra de stroom uitvalt. Met een Quattro en accu’s kan dit probleem op eenvoudige wijze worden opgelost: de Quattro kan de
netvoeding tijdens een stroomuitval vervangen. Als de duurzame energiebronnen meer vermogen dan nodig produceren, zal
de Quattro het teveel gebruiken om de accu’s op te laden; in het geval van een tekort zal de Quattro extra stroom via de accuenergiebronnen leveren.
EN
Zonne-energie
De Quattro is uiterst geschikt voor zonne-energietoepassingen. Deze kan worden gebruikt voor het bouwen van autonome
systemen alsmede van netgekoppelde systemen.
De juiste hoeveelheid lading: variabele absorptietijd
Bij geringe ontlading van de accu wordt de absorptie kort gehouden om overlading en overmatige gasvorming te voorkomen.
Na een diepe ontlading wordt de absorptietijd automatisch verlengd om de accu volledig op te laden.
Schade door overmatige gasvorming beperken: met de BatterySafe-modus
Als, om de laadtijd te verkorten, wordt gekozen voor een hoge laadstroom in combinatie met een hoge absorptiespanning, dan
wordt schade door overmatige gasvorming voorkomen door de stijgingssnelheid van de spanning automatisch te beperken als
de gasvormingsspanning is bereikt.
IT
Minder onderhoud en veroudering als de accu niet wordt gebruikt: met de opslag-modus
De opslag-modus wordt geactiveerd als de accu gedurende 24 uur niet wordt ontladen. In de opslag-modus wordt de open
spanning verminderd tot 2,2 V/cel (13,2 V voor 12V-accu) om gasvorming en corrosie van de positieve platen tot een minimum
te beperken. Eén keer per week wordt de spanning opnieuw verhoogd tot absorptieniveau om de accu weer 'bij te laden'. Dit
voorkomt stratificatie van het elektrolyt en sulfatering, de hoofdoorzaak van voortijdig falen van de accu.
Bijlage
Twee DC-uitgangen om twee accu's op te laden
De hoofd-DC-aansluitklem kan de volledige uitgangsstroom leveren. De tweede uitgang, bedoeld voor het opladen van een
startaccu, is beperkt tot 4 A en heeft een iets lagere uitgangsspanning.
Langere levensduur van de accu: door temperatuurcompensatie
De temperatuursensor (meegeleverd met het product) dient om de laadspanning te verminderen als de accutemperatuur stijgt.
Dit is vooral belangrijk voor onderhoudsvrije accu’s die anders mogelijk uitdrogen door overlading.
Accuspanningsdetectie: de juiste laadspanning
Het spanningsverlies door de kabelweerstand kan worden gecompenseerd door gebruik te maken van de
spanningsdetectievoorziening om de spanning rechtstreeks op de DC-bus of op de aansluitklemmen van de accu te kunnen
meten.
Meer over accu's en opladen
In ons boek ‘Altijd Stroom’ kunt u meer lezen over accu’s en het opladen van accu’s. Het is gratis verkrijgbaar op onze website
(zie www.victronenergy.com -> Support -> Technische Informatie). Voor meer informatie over adaptief opladen zie de
Technische Informatie op onze website.
2.3 Eigen verbruik – zonne-energie-opslagsystemen
Als de Multi/Quattro wordt gebruikt in een configuratie, waarin deze energie teruggeeft aan het elektriciteitsnet, moet
conformiteit met de netcode mogelijk zijn door de netcode van het land, waarin deze wordt gebruikt, in te stellen via
VEConfigure.
Op deze manier kan de Multi/Quattro aan de plaatselijke voorschriften voldoen.
Zodra de code is ingesteld, is een wachtwoord vereist om de netcodeconformiteit uit te schakelen of de met de netcode
samenhangende parameters te wijzigen.
Als de plaatselijke netcode niet wordt ondersteund door de Multi/Quattro, dient een extern gecertificeerd interface-apparaat te
worden gebruikt om de Multi/Quattro op het elektriciteitsnet aan te sluiten.
De Multi/Quattro kan ook worden gebruikt als bidirectionele omvormer in parallel bedrijf met het elektriciteitsnet,
geïntegreerd in een door de klant ontworpen systeem (PLC of ander systeem) dat de regellus en meting van het
elektriciteitsnet verzorgt, zie http://www.victronenergy.com/live/system_integration:hub4_grid_parallel
Speciale aantekening voor Australische klanten: De IEC62109.1-certificatie en de Clean Energy Council (CEC)-goedkeuring
voor off-grid-gebruik gelden NIET voor installaties die aangesloten zijn op het elektriciteitsnet. De additionele IEC 62109.2 en
AS 4777.2.2015 zijn vereist, voordat een systeem dat aangesloten is op het elektriciteitsnet, geïmplementeerd kan worden.
Raadpleeg de website van de Clean Energy Council voor de huidige goedkeuringen.
3
3. BEDIENING
3.1 "Schakelaar on/off/charger only”
Als de schakelaar op “on” wordt gezet, is het apparaat volledig functioneel. De omvormer wordt ingeschakeld en de led
“inverter on” gaat branden.
Als er op de “AC-in”-aansluiting spanning wordt aangesloten, zal deze, als de waarde binnen de specificaties valt, worden
doorgeschakeld naar de “AC-out” aansluiting. De omvormer wordt uitgeschakeld, de led “mains on” gaat branden en de lader
begint met opladen. Afhankelijk van de status van de lader gaan de leds "bulk" (bulklading), "absorption" (absorptielading) of
"float" (druppellading) branden.
Als de spanning op de “AC-in ”-aansluiting wordt afgewezen, zal de omvormer worden ingeschakeld.
Als de schakelaar op “charger only” wordt gezet, zal alleen de acculader van de Quattro worden ingeschakeld (als er
netspanning beschikbaar is). In deze modus wordt de ingangsspanning tevens doorgeschakeld naar de “AC-out”-aansluiting.
OPMERKING: Als alleen de laadfunctie nodig is, moet erop worden gelet dat de schakelaar in de stand “charger only” wordt
gezet. Hiermee voorkomt u dat bij het wegvallen van de netspanning de omvormer wordt ingeschakeld en uw accu’s leeg
raken.
3.2 Afstandsbediening
De afstandsbediening is mogelijk met een 3-wegschakelaar of met het Multi Control-paneel.
Het Multi Control-paneel heeft een eenvoudige draaiknop, waarmee de maximale stroom van de AC-ingang kan worden
ingesteld: zie PowerControl en PowerAssist in hoofdstuk 2.
3.3 Egalisatie en geforceerde absorptie
3.3.1 Egalisatie
Tractie-accu's moeten regelmatig extra worden opgeladen. In de egalisatiemodus gaat de Quattro gedurende een uur met een
verhoogde spanning laden (1V boven de absorptiespanning voor een 12V-accu, 2V voor een 24V-accu) en met een
laadstroom die is beperkt tot 1/4 van de ingestelde waarde. De leds “bulk” en “absorption” gaan dan afwisselend
knipperen.
De egalisatiemodus levert een hogere laadspanning dan de meeste
gelijkstroomverbruikers aankunnen. Deze moeten daarom worden losgekoppeld
voordat er extra wordt opgeladen.
3.3.2 Geforceerde absorptie
Onder bepaalde omstandigheden kan het wenselijk zijn om de accu voor een bepaalde tijd met een absorptiespanning te
laden. In de modus Geforceerde Absorptie gaat de Quattro gedurende de ingestelde maximale absorptietijd met de normale
absorptiespanning laden. De led “absorption” gaat branden.
3.3.3 Egalisatie of geforceerde absorptie activeren
De Quattro kan zowel via de afstandsbediening als met de schakelaar op het voorpaneel in deze beide toestanden worden
gebracht. Voorwaarde is wel dat alle schakelaars (op het voorpaneel, de afstandsbediening als op het paneel) in de stand “on”
worden gezet en geen enkele schakelaar in de stand “charger only” staat.
Om de Quattro is deze toestand te brengen, moet de onderstaande procedure worden gevolgd.
Als de schakelaar zich niet in de juiste stand bevindt nadat u deze procedure hebt gevolgd, kan deze eenvoudig eenmalig
worden omgeschakeld. Hiermee wordt de laadtoestand niet gewijzigd.
OPMERKING: het omschakelen van “on” naar “charger only” en terug, zoals hieronder beschreven, dient op een snelle manier
te gebeuren. De schakelaar moet zo worden omgeschakeld dat de middenstand als het ware wordt ‘overgeslagen’. Als de
schakelaar ook maar even in de stand “off” blijft staan, loopt u het risico dat het apparaat wordt uitgeschakeld. In dat geval
dient u weer bij stap 1 te beginnen. Met name bij gebruik van de schakelaar op het voorpaneel op de Compact is enige
oefening gewenst. Bij gebruik van de afstandsbediening is dit geen probleem.
Procedure:
- Controleer of alle schakelaars (bv. op het voorpaneel, op de afstandsbediening of de schakelaar op het afstandspaneel voor zover aanwezig) in
de stand “on” staan.
- Het activeren van de egalisatie of de geforceerde absorptie is alleen zinvol als de normale laadcyclus is voltooid (de lader bevindt zich dan in de
modus 'Float').
- Activeren:
a. Zet de schakelaar snel van "on" naar "charger only" en laat de schakelaar 0,5 tot 2 seconden in deze stand staan.
b. Zet de schakelaar snel weer terug van "charger only" naar "on" en laat de schakelaar 0,5 tot 2 seconden in deze stand staan.
c. Zet de schakelaar nog eens snel van "on" naar "charger only" en laat de schakelaar in deze stand staan.
- Op de Quattro (en, indien aangesloten, op het MultiControl-paneel) gaan nu de drie leds “Bulk”, “Absorption” en “Float” 5 keer knipperen.
- Vervolgens gaan de leds “Bulk”, “Absorption” en “Float” elk gedurende 2 seconden branden.
a. Als de schakelaar op “on” wordt gezet, terwijl de led “Bulk” brandt, schakelt de lader over op egalisatie.
b. Als de schakelaar op “on” wordt gezet, terwijl de led “Absorption” brandt, schakelt de lader over op geforceerde absorptie.
c. Als de schakelaar op “on” wordt gezet nadat de drie leds zijn gaan branden, schakelt de lader over op druppellading (Float).
d. Als de schakelaar niet is omgezet, blijven de Quattro's in de modus “charger only” en schakelen daarna over op druppellading.
4
3.4 LED-aanduidingen en hun betekenis
EN
LED uit
LED knippert
LED brandt
charger
mains on
inverter
on
overload
off
charger
only
charger
inverter
on
Bulk
Float
overload
off
charger
only
Bulk
Float
inverter
on
off
charger
only
charger
mains on
Float
on
charger
only
Float
on
charger
only
inverter on
De accu is bijna leeg.
low battery
temperature
inverter on
low battery
De omvormer is uitgeschakeld door
een te lage accuspanning.
temperature
inverter
on
Bulk
inverter on
overload
off
absorption
Float
De omvormer is uitgeschakeld door
overbelasting of kortsluiting.
temperature
overload
off
charger
mains on
low battery
inverter
Bulk
absorption
overload
overload
off
charger
mains on
inverter on
inverter
Bulk
absorption
temperature
low battery
charger
only
temperature
5
De interne temperatuur bereikt een
kritiek niveau.
Bijlage
absorption
low battery
Het nominale vermogen van de
omvormer is overschreden. De led
“overload” (overbelasting) knippert.
IT
charger
mains on
inverter on
SV
absorption
temperature
ES
mains on
low battery
De omvormer is ingeschakeld en
levert stroom aan de belasting.
DE
Float
inverter on
FR
Bulk
absorption
NL
Omvormer
charger
mains on
inverter
on
Bulk
absorption
Float
overload
off
charger
only
charger
mains on
Bulk
on
off
temperature
inverter on
overload
low battery
charger
only
charger
mains on
low battery
temperature
on
inverter on
overload
off
absorption
6
– Als de leds afwisselend
knipperen, is de accu bijna leeg en
is het nominaal vermogen
overschreden.
– Als de leds “overload” en “low
battery” tegelijkertijd knipperen, is er
een veel te hoge rimpelspanning bij
de accu-aansluiting.
inverter
Bulk
Float
De omvormer is uitgeschakeld door
een veel te hoge interne
temperatuur.
inverter
absorption
Float
inverter on
low battery
charger
only
temperature
De omvormer is uitgeschakeld door
een veel te hoge rimpelspanning bij
de accu-aansluiting.
Acculader
mains on
inverter
on
Bulk
Float
overload
off
charger
only
low battery
temperature
inverter
inverter on
overload
off
low battery
charger
only
mains on
inverter
on
overload
off
charger
only
charger
mains on
Float
on
Bulk
absorption
Float
inverter on
overload
off
charger
only
charger
mains on
temperature
inverter
Bulk
absorption
low battery
De wisselspanning bij AC-in-1 of
AC-in-2 is doorgeschakeld en de
lader bevindt zich in de
absorptieladingsfase.
Bijlage
Float
inverter on
low battery
De wisselspanning bij AC-in-1 of
AC-in-2 is doorgeschakeld en de
lader bevindt zich in de druppellaadof opslagfase.
temperature
inverter
on
off
charger
only
inverter on
overload
low battery
temperature
7
IT
Bulk
absorption
temperature
SV
charger
ES
absorption
De wisselspanning bij AC-in-1 of
AC-in-2 is doorgeschakeld en de
lader werkt, maar de ingestelde
absorptiespanning is nog niet
bereikt (accubeveiligingsmodus)
DE
on
Bulk
Float
De wisselspanning bij AC-in-1 of
AC-in-2 is doorgeschakeld en de
lader bevindt zich in de
bulkladingsfase.
FR
charger
mains on
inverter on
NL
absorption
EN
charger
De wisselspanning bij AC-in-1 of
AC-in-2 is doorgeschakeld en de
lader bevindt zich in de
egalisatiemodus.
Speciale aanduidingen
Ingesteld met beperkte ingangsstroom
charger
inverter
mains on
on
Bulk
absorption
Float
inverter on
overload
off
charger
only
low battery
temperature
Treedt alleen op als PowerAssist is
uitgeschakeld.
De wisselspanning bij AC1-in-1 of
AC-in-2 is doorgeschakeld. De ACingangsstroom is gelijk aan de
belastingsstroom. De lader wordt
nu omlaag gestuurd naar 0 A.
Ingesteld om extra stroom te leveren
charger
inverter
mains on
Bulk
absorption
Float
8
on
off
charger
only
inverter on
overload
low battery
temperature
De wisselspanning bij AC-in-1 of
AC-in-2 is doorgeschakeld, maar de
belasting vereist meer stroom dan
het elektriciteitsnet kan leveren. De
omvormer wordt nu ingeschakeld
om extra stroom te leveren.
4. INSTALLATIE
EN
Dit product mag uitsluitend worden geïnstalleerd door een gekwalificeerde
elektromonteur.
NL
4.1 Locatie
De Quattro dient in een droge, goed geventileerde ruimte te worden geïnstalleerd, zo dicht mogelijk bij de accu’s. Rondom het
apparaat dient een vrije ruimte van tenminste 10 cm voor koeldoeleinden aanwezig te zijn.
FR
Een veel te hoge omgevingstemperatuur heeft de volgende consequenties:
- kortere levensduur
- lagere laadstroom
- lager piekvermogen of volledige uitschakeling van de omvormer.
DE
Plaats het apparaat nooit direct boven de accu’s.
ES
De Quattro is geschikt voor wandmontage. Voor de montage bevat de behuizing aan de achterkant een haak en twee gaten
(zie bijlage G). Het apparaat kan horizontaal of verticaal worden geplaatst. Voor een optimale koeling wordt de voorkeur
gegeven aan verticale plaatsing.
De binnenste gedeelte van het apparaat dient na installatie goed toegankelijk te
blijven.
SV
De afstand tussen de Quattro en de accu dient zo klein mogelijk te zijn om het spanningsverlies via de accukabels tot een
minimum te beperken.
IT
Installeer het product in een hittebestendige omgeving.
Zorg er daarom voor dat zich geen chemische stoffen,
kunststofonderdelen, gordijnen of andere soorten textiel enz. in de
onmiddellijke omgeving bevinden.
Bijlage
De Quattro heeft geen interne DC-zekering. De DC-zekering dient
buiten de Quattro te worden geïnstalleerd.
4.2 De accukabels aansluiten
Om het volledige potentieel van de Quattro te kunnen benutten, moeten accu's met voldoende capaciteit en accukabels met de
juiste doorsnede worden gebruikt.
Zie tabel:
Aanbevolen accucapaciteit (Ah)
Aanbevolen DC-zekering
12/5000/200 24/5000/120 48/5000/70 24/8000/200
800–2400
400–1400
200–800
400–1400
800A
400A
200A
500A
48/8000/110 48/10000/140 48/15000/140
200–800
250 - 1000
400 - 1500
300A
400A
600A
2x 120 mm2
2x 50 mm2
2x 95 mm2
Aanbevolen doorsnede (mm2)
per + en - aansluitklem
0 – 5 m*
5 – 10 m*
2x 50 mm2
2x 95 mm2
1x 70 mm2
2x 70 mm2
2x 70 mm2
2x 120 mm2
2x 50 mm2
2x 95 mm2
* ‘2x’ betekent twee plus- en twee min-kabels.
Procedure
Ga voor het aansluiten van de accukabels als volgt te werk:
Gebruik een momentsleutel met geïsoleerde steeksleutel om kortsluiting bij de
accu te voorkomen.
Maximaal aanhaalmoment: 14 Nm
- Verwijder de DC-zekering.
- Draai de vier onderste schroeven van het voorpaneel van de unit los en verwijder het onderste voorpaneel.
- Sluit de accukabels als volgt aan: + (rood) op de rechte klem en - (zwart) op de linker klem (Zie bijlage A).
- Draai de aansluitingen na montage van de bevestigingsonderdelen vast.
- Draai de moeren stevig vast om overgangsweerstanden zo laag mogelijk te houden.
- Vervang de DC-zekering alleen als de gehele installatie is voltooid.
9
2x 95 mm2
2x 150 mm2
4.3 Aansluiting van de AC-kabels
De Quattro is een product uit veiligheidsklasse I (dat wordt geleverd met een
aardingsklem ter beveiliging). De wisselstroomingangs- en/of -uitgangsklemmen
en/of het aardingspunt aan de buitenkant van het product moeten om
veiligheidsredenen voorzien zijn van een onderbrekingsvrij aardingspunt. Zie
hiervoor de volgende aanwijzingen:
De Quattro is voorzien van een aardingsrelais (zie bijlage) dat de nuluitgang
automatisch met de behuizing verbindt als er geen externe
wisselstroomvoorziening beschikbaar is. Als er wel een externe
wisselstroomvoorziening beschikbaar is, gaat het aardingsrelais open voordat het
ingangsveiligheidsrelais zich sluit (relais H in bijlage B). Dit zorgt voor een juiste
werking van de aardlekschakelaar die op de uitgang is aangesloten.
- In een vaste installatie kan een ononderbreekbare aarding worden gewaarborgd
met de aarddraad van de wisselspanningsingang. Anders moet de behuizing
worden geaard.
- In een mobiele installatie (bijvoorbeeld met een walstroomstekker) zal
onderbreking van de walaansluiting tegelijk ook de aardverbinding verbreken. In
dat geval moet de behuizing worden verbonden met het chassis (van het voertuig)
of met de romp of aardplaat (van de boot).
- Over het algemeen is de bovenstaand beschreven verbinding met de
walaardingsaansluiting niet aan te bevelen voor boten in verband met de
galvanische corrosie. De oplossing hiervoor is het gebruik van een
scheidingstransformator.
De omvormer komt met een geïntegreerde scheidingstransformator voor netfrequentie. Dit voorkomt de mogelijkheid van DCstroom op AC-stroompoorten. Daarom kunnen aardlekschakelaars van het type A worden gebruikt.
AC-in-1 (zie bijlage A), maximaal aanhaalmoment: 7 Nm))
Als er wisselstroomspanning beschikbaar is bij deze klemmen, zal de Quattro deze aansluiting gebruiken. Over het algemeen
zal een generator worden aangesloten op AC-in-1.
De ingang AC-in-1 moet zijn beveiligd met een zekering of magnetische contactverbreker voor 100 A of minder en de
doorsnede van de kabel moet hieraan zijn aangepast. Als de ingangswisselspanning lager ligt, moeten de zekering of
magnetische contactverbreker hieraan worden aangepast.
AC-in-2 (zie bijlage A), maximaal aanhaalmoment: 7 Nm))
Als er wisselstroomspanning beschikbaar is bij deze klemmen, zal de Quattro deze aansluiting gebruiken, behalve als er ook
spanning bij de AC-in-1 beschikbaar is. De Quattro zal dan automatisch AC-in-1 kiezen. Over het algemeen wordt de
netvoeding of walspanning aangesloten op de AC-in-2.
De ingang AC-in-2 moet zijn beveiligd met een zekering of magnetische contactverbreker voor 100 A of minder en de
doorsnede van de kabel moet hieraan zijn aangepast. Als de ingangswisselspanning lager ligt, moeten de zekering of
magnetische contactverbreker hieraan worden aangepast.
Opmerking: De Quattro start misschien niet als er alleen wisselstroom bij AC-in-2 beschikbaar is en de gelijkstroomaccuspanning 10% of meer onder de nominale spanning ligt (minder dan 11 volt in geval van een 12 volt-accu).
Oplossing: verbind de wisselstroomvoeding met AC-in-1 of laad de accu op.
AC-out-1 (zie bijlage A), maximaal aanhaalmoment: 7 Nm))
De wisselstroomvermogenskabel kan direct worden verbonden met het klemmenblok "AC-out".
Met de PowerAssist-functie kan de Quattro tot 10kVA (dat is 10.000 / 230 = 43A) bij piekvermogensbehoefte aan de uitgang
toevoegen.
Samen met een maximale ingangsstroom van 100A betekent dit dat de uitgang tot 100 + 21 = 121A (5kVA modellen),
100 + 35 = 135A (8kVA modellen), 100 + 43 = 143A (10kVA modellen) en 100 + 65 = 165A (15kVA model) kan leveren.
Een aardlekschakelaar en een zekering of contactverbreker passend bij de verwachte belasting moet in serie worden
opgenomen in het uitgangsvermogen en de doorsnede van de kabel moet hieraan worden aangepast. Het maximaal
toelaatbare vermogen van de zekering of contactverbreker is 125A (5kVA modellen), 135A (8kVA), 143A (10kVA) resp. 165A
(15kVA).
AC-out-2 (zie bijlage A), maximaal aanhaalmoment: 7 Nm))
Een tweede uitgang is beschikbaar die de belasting in geval van voeding via de accu onderbreekt. Op deze klemmen wordt
apparatuur aangesloten die alleen functioneert als wisselstroomspanning beschikbaar is bij AC-in-1 of AC-in-2, zoals bv.
een elektrische boiler of een airco. De belasting bij AC-out-2 wordt direct onderbroken als de Quattro overschakelt naar
accuvoeding. Zodra de wisselstroomvoeding weer bij AC-in-1 of AC-in-2 beschikbaar is, wordt de belasting bij AC-out-2 weer
met een vertraging van ca. 2 minuten aangesloten. Dit, zodat de generatorgroep zich weer kan stabiliseren.
AC-out-2 kan belastingen aan tot 50A. Een aardlekschakelaar en zekering met een max. vermogen van 50A moet in serie
worden geschakeld met de AC-out-2.
Procedure
Gebruik een drieaderige kabel. De aansluitklemmen zijn duidelijk gecodeerd:
PE: aarde
N: nulleider
L: fase-/spanningsgeleider
10
4.4 Aansluitopties
4.4.8 Driefaseconfiguratie (zie bijlage C)
Quattro's kunnen ook worden gebruikt in een 3-fase wye (Y) configuratie. Hiervoor wordt een verbinding tussen de apparaten
gemaakt met behulp van standaard RJ45 UTP-kabels (dezelfde als voor parallelle schakeling). Het systeem (Quattro's plus een
optioneel controlepaneel) dient daarna te worden geconfigureerd (zie hoofdstuk 5).
Voorwaarden: zie paragraaf 4.4.7.
Opmerking: de Quattro is niet geschikt voor 3-fase delta (Δ) configuratie.
11
Bijlage
4.4.7 Quattro's parallel schakelen (zie bijlage C)
De Quattro kan parallel worden geschakeld met meerdere identieke apparaten. Hiervoor wordt een verbinding tussen de
apparaten gemaakt met behulp van standaard RJ45 UTP-kabels. Het systeem (één of meerdere Quattro-units plus een
optioneel bedieningspaneel) moet daarna worden geconfigureerd (zie hoofdstuk 5).
Bij het parallel schakelen van Quattro-units moet aan de volgende voorwaarden worden voldaan:
- Maximaal 6 parallel geschakelde units.
- Alleen identieke apparaten met hetzelfde vermogen mogen parallel worden geschakeld.
- De accucapaciteit dient verschillend te zijn.
- De DC-aansluitkabels naar de apparaten moeten allemaal even lang zijn en dezelfde doorsnede hebben.
- Als een plus- en min-DC-verdeelpunt wordt gebruikt, moet de doorsnede van de aansluiting tussen de accu’s en het DCverdeelpunt minstens gelijk zijn aan de som van de vereiste doorsneden van de aansluitingen tussen het verdeelpunt en de
Quattro-units.
- Plaats de Quattro-units dicht bij elkaar, maar zorg voor minimaal 10 cm ventilatieruimte onder, boven en aan de zijkant van de
units.
- De UTP-kabels moeten direct van de ene unit op de andere worden aangesloten (en op het afstandspaneel). Er mag geen
gebruik gemaakt worden van aansluit-/verdeeldozen.
- Op slechts één unit in het systeem hoeft een accutemperatuursensor te worden aangesloten. Als de temperatuur van
meerdere accu’s moet worden gemeten, kunt u ook de sensoren van andere Quattro-units in het systeem aansluiten (max. 1
sensor per Quattro). De temperatuurcompensatie tijdens het opladen van de accu reageert dan op de sensor die de hoogste
temperatuur meet.
- De spanningssensor moet worden aangesloten op de master (zie paragraaf 5.5.1.4).
- Er kan maar één afstandsbediening (paneel of schakelaar) op het systeem worden aangesloten.
IT
4.4.6 AC-hulpuitgang (AC-out-2)
Naast de gebruikelijke ononderbroken uitgang (AC-out-1), is er een tweede uitgang (AC-out-2) beschikbaar die aansluiting van
de belasting verbreekt wanneer de accu in bedrijf is. Voorbeeld: een elektrische boiler of airco die enkel mag werken als het
aggregaat draait of er walstroom beschikbaar is.
Als de accu werkt, wordt de AC-out-2 onmiddellijk uitgeschakeld. Als er AC-voeding beschikbaar is, wordt de AC-out-2 opnieuw
gekoppeld met een vertraging van 2 minuten, zodat een aggregaat kan worden gestabiliseerd voordat er een zware belasting
wordt aangesloten.
SV
4.4.5. Programmeerbare relais (aansluitklem I en E (K1 en K2)), zie bijlage A
De Quattro is voorzien van 3 programmeerbare relais. Het relais dat klem I aanstuurt, wordt ingesteld als alarmrelais
(fabrieksinstelling). Het relais kan voor allerlei andere toepassingen worden geprogrammeerd, bijvoorbeeld als startrelais voor
een aggregaat (hiervoor is VEConfigure-software vereist).
ES
Er kan maar één afstandsbediening worden verbonden, bijv. een schakelaar of een afstandsbedieningspaneel.
DE
4.4.4 Afstandsbediening
De Quattro kan op twee manieren op afstand worden bediend:
- Met een externe schakelaar (aansluitklem H, zie bijlage A). Werkt alleen als de schakelaar op de Quattro op “on” is gezet.
- Met een afstandsbedieningspaneel (verbonden met één van de twee RJ48-stekkerbussen B, zie bijlage A). Werkt alleen als
de schakelaar op de Quattro op “on” is gezet.
Met het afstandsbedieningspaneel kan alleen de stroomlimiet voor AC-in-2 worden ingesteld (m.b.t. PowerControl en
PowerAssist).
De stroomlimiet voor AC-in-1 kan worden ingesteld met DIP-schakelaars of door software.
FR
4.4.3 Temperatuursensor (aansluitklem E, zie bijlage A)
Voor temperatuurgecompenseerd laden kan de temperatuursensor (meegeleverd met de Quattro) worden aangesloten. De
sensor is geïsoleerd en moet op de minklem van de accu worden geplaatst.
NL
4.4.2 Spanningsdetectie (aansluitklem E, zie bijlage A)
Voor het compenseren van eventuele kabelverliezen tijdens het opladen kunnen twee detectiedraden worden aangesloten,
waarmee de spanning direct op de accu of op de plus- en min-verdeelpunten gemeten kan worden. Gebruik tenminste draden
met een doorsnede van 0,75 mm2.
De Quattro zal tijdens het opladen van de accu het spanningsverlies over de DC-kabels compenseren tot max 1 Volt (d.w.z. 1
V over de plusaansluiting en 1 V over de minaansluiting). Als het spanningsverlies groter dan 1 V dreigt te worden, wordt de
laadstroom zodanig beperkt dat het spanningsverlies beperkt blijft tot 1 V.
EN
4.4.1 Startaccu (aansluitklem E, zie bijlage A)
De Quattro heeft een aansluiting voor het opladen van een startaccu. De uitgangsstroom is beperkt tot 4 A.
(niet beschikbaar bij 48V-modellen)
5. CONFIGURATIE
- Instellingen mogen alleen worden gewijzigd door een gekwalificeerde
elektrotechnicus.
- Lees de aanwijzingen grondig door voordat u wijzigingen doorvoert.
- Tijdens het instellen van de lader moet de DC-zekering in de accuaansluitingen
worden verwijderd.
5.1 Standaardinstellingen: klaar voor gebruik
De Quattro wordt geleverd met standaardfabrieksinstellingen. Deze zijn in het algemeen geschikt voor toepassing van 1
apparaat.
De instellingen hoeven daarom niet te worden gewijzigd in geval van standalone-gebruik.
Waarschuwing:
mogelijk is de standaard acculaadspanning niet geschikt voor uw accu’s! Raadpleeg de
documentatie van de fabrikant of vraag advies bij uw acculeverancier!
Quattro-standaardfabrieksinstellingen
Frequentie omvormer
Ingangsfrequentiebereik
Ingangsspanningsbereik
Omvormerspanning
Standalone / parallel / 3-fase
AES (Automatic Economy Switch)
Aardrelais
Lader aan/uit
Laadkarakteristieken
Laadstroom
Accutype
Automatisch egalisatie laden
Absorptiespanning
Absorptietijd
Druppelladingsspanning
Opslagspanning
Herhaalde absorptietijd
Absorptieherhalingsinterval
Bulkbeveiliging
Aggregaat (AC-in-1) / walstroom (AC-in-2)
UPS-functie
Dynamische stroombegrenzer
WeakAC
BoostFactor
Programmeerbaar relais (3x)
PowerAssist
Analoge/digitale ingangs-/uitgangspoorten
Frequentiewisseling
Ingebouwde accumonitor
50 Hz
45 - 65 Hz
180 - 265 VAC
230 VAC
standalone
uit
aan
aan
viertraps adaptief met BatterySafe-modus
75% van de maximale laadstroom
Victron Gel Deep Discharge
(ook geschikt voor Victron AGM Deep Discharge)
uit
14,4 / 28,8 / 57,6 V
tot 8 uur (afhankelijk van bulkladingstijd)
13,8 / 27,6 / 55,2 V
13,2 V (niet instelbaar)
1 uur
7 dagen
aan
50 A/16 A (= regelbare stroomlimiet voor PowerControl en
PowerAssist-functies)
aan
uit
uit
2
alarmfunctie
aan
programmeerbaar
uit
optioneel
5.2 Uitleg bij de instellingen
Hieronder volgt een korte uitleg bij de instellingen die niet vanzelfsprekend zijn. Meer informatie vindt u in de help-bestanden
van de softwareconfiguratieprogramma’s (zie paragraaf 5.3).
Frequentie omvormer
Uitgangsfrequentie als er geen AC op de ingang aanwezig is.
Instelbaar: 50 Hz; 60 Hz
Ingangsfrequentiebereik
Ingangsfrequentiebereik dat door de Quattro wordt geaccepteerd. De Quattro synchroniseert binnen dit bereik met de spanning
die beschikbaar is op AC-in-1 (voorkeursingang) of AC-in-2. Als de synchronisatie is voltooid is de uitgangsfrequentie gelijk aan
de ingangsfrequentie.
Instelbaar: 45 – 65 Hz; 45 – 55 Hz; 55 – 65 Hz
Ingangsspanningsbereik
Spanningsbereik dat door de Quattro wordt geaccepteerd. De Quattro synchroniseert binnen dit bereik met de spanning die
beschikbaar is op AC-in-1 (voorkeursingang) of op AC-in-2. Als het terugleverrelais is gesloten is de uitgangsspanning gelijk
aan de ingangsspanning.
Instelbaar:
Ondergrens: 180 - 230 V
Bovengrens: 230 - 270 V
Omvormerspanning
Uitgangsspanning van de Quattro bij accubedrijf.
Instelbaar: 210 – 245 V
12
Absorptietijd
Dit hangt af van de bulkladingstijd (adaptieve laadkarakteristiek), zodat de accu optimaal wordt opgeladen. Als de ‘vaste’
laadkarakteristiek wordt gekozen, staat de absorptietijd vast. Voor de meeste accu’s is een maximale absorptietijd van 8 uur
geschikt. Als voor snelladen een extra hoge absorptiespanning is gekozen (kan alleen bij natte open accu’s!), wordt de
voorkeur gegeven aan 4 uur. Met DIP-switches kan een tijd van acht of vier uur worden ingesteld. Bij de adaptieve
laadkarakteristiek bepaalt dit de maximale absorptietijd.
Opslagspanning, herhaalde absorptietijd, absorptieherhalingsinterval
Zie hoofdstuk 2. Niet instelbaar met DIP-schakelaars.
Bulkbeveiliging
Als deze instelling op ‘on’ staat, wordt de bulklaadtijd beperkt tot max. 10 uur. Een langere laadtijd zou kunnen duiden op een
systeemfout (bijvoorbeeld een kortgesloten accucel). Niet instelbaar met DIP-schakelaars.
13
Bijlage
Automatische egalisatielading
Deze instelling is bedoeld voor buisjesplaattractie-accu’s. Bij deze instelling wordt de maximale absorptiespanning verhoogd tot
2,83 V/cel (34 V voor een 24V-accu) nadat tijdens absorptieladen de stroom is gedaald tot minder dan 10% van de ingestelde
maximumstroom.
Niet instelbaar met DIP-schakelaars.
Zie ’tubular plate traction battery charge curve’ (laadkarakteristiek van buisjesplaattractieaccu's) in VEConfigure.
IT
Accutype
De standaardinstelling is het meest geschikt voor Victron Gel Deep Discharge, Gel Exide A200 en stationaire
buisjesplaataccu’s (OPzS). Deze instelling kan ook voor vele andere accu’s worden gebruikt: bv. Victron AGM Deep Discharge
en andere AGM-accu’s en vele soorten open vlakke-plaataccu’s. Met DIP-schakelaars kunnen vier laadspanningen worden
ingesteld.
SV
Laadkarakteristieken
De standaardinstelling is ‘viertraps adaptief met BatterySafe-modus’. Zie hoofdstuk 2 voor een beschrijving.
Dit is de beste laadkarakteristiek. Zie de helpbestanden van de softwareconfiguratieprogramma’s voor andere mogelijkheden.
De ‘vaste’ modus kan worden geselecteerd met DIP-schakelaars.
ES
Aardrelais (zie bijlage B)
Met dit relais (E), wordt de nulleider van de AC-uitgang geaard met de behuizing als het terugleverveiligheidsrelais in de AC-in1- en de AC-in-2-ingangen open zijn. Dit om de correcte werking van aardlekschakelaars in de uitgangen veilig te stellen.
- Als een niet geaarde uitgang gewenst is tijdens het omvormerbedrijf, dan moet deze functie worden uitgeschakeld. (Zie ook
paragraaf 4.5)
Niet instelbaar met DIP-schakelaars.
- Indien nodig, kan een extern aardrelais worden aangesloten (voor een éénfasesysteem met een aparte autotransformator).
Zie bijlage A.
DE
Search Mode (zoekmodus)
In plaats van de AES-modus kan ook de search mode (enkel met behulp van VEConfigure) worden gekozen.
Als de 'search mode' is ingeschakeld, wordt het stroomverbruik bij nullast verlaagd met ca. 70%. De 'search mode' houdt in dat
de Quattro wordt uitgeschakeld als er geen belasting is of als deze heel laag is. Iedere 2 seconden zal de Quattro even
inschakelen. Als de uitgangsstroom een ingesteld niveau overschrijdt, blijft de omzetter werken. Zo niet, dan gaat de omvormer
weer uit.
De belastingsniveaus “uitschakeling” en “ingeschakeld blijven” van de zoekmodus kunnen met VEConfigure worden ingesteld.
De fabrieksinstelling is:
Uitschakelen: 40 watt (lineaire belasting)
Inschakelen: 100 watt (lineaire belasting)
Niet instelbaar met DIP-schakelaars. Enkel van toepassing in standalone-configuratie.
FR
AES (Automatic Economy Switch)
Als deze instelling op ‘on’ wordt gezet, wordt het stroomverbruik bij nullast en lage belasting verlaagd met ca. 20% door de
sinusspanning iets te 'versmallen'. Niet instelbaar met DIP-schakelaars. Enkel van toepassing in standalone-configuratie.
NL
Hiervoor moeten de apparaten onderling worden verbonden met RJ45 UTP-kabels. De standaard apparaatinstellingen zijn
echter zo gekozen dat elk apparaat als standalone werkt. Daarom moeten de apparaten opnieuw worden geconfigureerd.
EN
Standalone / parallel bedrijf / 2-3-fase-instelling
Met meerdere apparaten is het mogelijk om:
- het totale omvormervermogen te vergroten (meerdere apparaten parallel geschakeld)
- een 3-fasesysteem te maken door te stapelen (enkel voor Quattro-units met een uitgangsspanning van 120 V)
- een 3-fasesysteem te maken.
AC-ingangsstroomlimiet AC-in-1 (aggregaat) / AC-in-2 (walstroom/elektriciteitsnet)
Dit zijn de stroomgrensinstellingen, waarbij PowerControl en PowerAssist in werking treden.
Instellingsbereik PowerAssist:
- Van 11 A tot 100 A voor ingang AC-in-1
- Van 11 A tot 100 A voor ingang AC-in-2
Fabrieksinstellingen: 50 A voor AC1 en 16 A voor AC2.
In geval van parallel geschakelde units moeten voor het bereik de minimum- en maximumwaarden worden vermenigvuldigd
met het aantal parallel geschakelde units.
Zie hoofdstuk 2, het boek ‘Altijd Stroom’ of de vele beschrijvingen van deze unieke functie op onze website
www.victronenergy.com.
UPS-functie
Als deze instelling op ‘on’ staat en de wisselspanning op de ingang wegvalt, schakelt de Quattro praktisch zonder onderbreking
over naar omvormerbedrijf. De Quattro kan dan worden gebruikt als Uninterruptible Power Supply (UPS of onderbrekingsvrije
voeding) voor gevoelige apparatuur, zoals computers of communicatiesystemen.
De uitgangsspanning van sommige kleine aggregaten is te instabiel en te vervormd voor gebruik van deze instelling - de
Quattro zou voortdurend overschakelen op naar omvormerbedrijf. Daarom kan er voor gekozen worden om deze instelling uit
te schakelen. De Quattro reageert dan minder snel op spanningsafwijkingen bij AC-in-1 of AC-in-2. Hierdoor wordt de
omschakeltijd naar omvormerbedrijf wat langer, maar de meeste apparatuur (computers, klokken of huishoudelijke apparatuur)
ondervindt hier geen hinder van.
Advies: Schakel de UPS-functie uit als de Quattro niet synchroniseert of voortdurend terugschakelt naar omvormerbedrijf.
Dynamische stroombegrenzer
Bedoeld voor aggregaten, waarbij de wisselspanning wordt opgewekt met behulp van een statische omvormer (zogenaamde
‘omvormer’-aggregaten). Bij deze aggregaten wordt het toerental teruggeregeld als de belasting laag is: dat beperkt lawaai,
brandstofverbruik en vervuiling. Nadeel is dat de uitgangsspanning sterk zal zakken of zelfs helemaal wegvalt bij een
plotselinge verhoging van de belasting. Meer belasting kan pas geleverd worden nadat de motor op toeren is.
Als deze instelling op ‘on’ wordt gezet, zal de Quattro beginnen met het leveren van extra vermogen op een laag
aggregaatuitgangsvermogen en langzaam meer leveren tot de ingestelde stroomlimiet is bereikt. Hierdoor krijgt de motor van
het aggregaat de tijd om op toeren te komen.
Deze instelling wordt ook vaak toegepast bij ‘klassieke’ aggregaten die traag reageren op plotselinge belastingvariaties.
WeakAC
Sterke vervorming van de ingangsspanning kan tot gevolg hebben dat de lader niet of nauwelijks werkt. Als WeakAC (lage
wisselspanning) wordt ingesteld, accepteert de lader ook een sterk vervormde spanning, ten koste van meer vervorming van
de opgenomen stroom.
Advies: WeakAC inschakelen als de lader niet of nauwelijks laadt (dit komt overigens zelden voor!). Zet tegelijk ook de
’dynamische stroombegrenzer’ aan en reduceer desnoods de maximale laadstoom om overbelasting van het aggregaat te
voorkomen.
Opmerking: als WeakAC is ingeschakeld, wordt de maximale laadstroom met ongeveer 20% verminderd.
Niet instelbaar met DIP-schakelaars.
BoostFactor
Wijzig deze instelling alleen na overleg met Victron Energy of een door Victron Energy getrainde installateur!
Niet instelbaar met DIP-schakelaars.
Drie programmeerbare relais
De Quattro is voorzien van 3 programmeerbare relais. Het relais kan voor allerlei andere toepassingen worden
geprogrammeerd, bijvoorbeeld als startrelais voor een aggregaat. De fabrieksinstelling van het relais in positie I (zie bijlage A,
rechts boven) is ‘alarm’.
Niet instelbaar met DIP-schakelaars.
Programmeerbare analoge/digitale ingangs-/uitgangspoorten
De Quattro is voorzien van 2 analoge/digitale ingangs-/uitgangspoorten.
Deze poorten kunnen worden gebruikt voor meerdere doeleinden. Een toepassing is communicatie met het BMS of een
lithiumionaccu.
Niet instelbaar met DIP-schakelaars.
Frequentiewisseling
Als zonneomvormers zijn aangesloten op de uitgang van een Multi of Quattro wordt het teveel aan zonne-energie gebruikt om
de accu's weer op te laden. Zodra de absorptiespanning is bereikt, schakelen de Multi of Quattro de zonneomvormer uit door
de uitgangsfrequentie met 1 Hz aan te passen (bijvoorbeeld van 50 Hz naar 51 Hz). Zodra de accuspanning iets is gedaald,
keert de frequentie terug naar normaal en worden de zonneomvormers weer gestart.
Niet instelbaar met DIP-schakelaars.
Ingebouwde accumonitor (optioneel)
De ideale oplossing als Multi’s of Quattro’s onderdeel uitmaken van een hybride systeem (dieselaggregaat, omvormer/laders,
opslagaccu en alternatieve energie). De ingebouwde accumonitor kan zo worden ingesteld dat deze het aggregaat start en
stopt:
- Start van een vooringesteld % van het ontladingsniveau en/of
- start (met een vooringestelde vertraging) bij een vooringestelde accuspanning en/of
- start (met een vooringestelde vertraging) bij een vooringesteld belastingsniveau.
- Stop bij een vooringestelde accuspanning of
- stop (met een vooringestelde vertraging) nadat de bulklading is voltooid en/of
- stop (met een vooringestelde vertraging) bij een vooringesteld belastingsniveau.
Niet instelbaar met DIP-schakelaars.
14
5.3 Configuratie via de pc
EN
Alle instellingen kunnen via een pc worden gewijzigd.
De meest algemene instellingen kunnen worden gewijzigd via de DIP-schakelaars (zie paragraaf 5.5).
OPMERKING:
NL
Deze handleiding is bedoeld voor producten met firmware xxxx400 of hoger (waarbij x staat voor een willekeurig getal)
Het firmwarenummer is te vinden op de microprocessor, na het verwijderen van het voorpaneel.
Oudere eenheden, waarvan het 7-cijferige nummer begint met 26 of 27, kunnen worden geüpdate. Het nummer begint met 19
of 20 heeft u een oude microprocessor en is het niet mogelijk om deze te updaten naar 400 of hoger.
Voor het wijzigen van instellingen via de pc heeft u het volgende nodig:
- VEConfigureII-software: kan gratis worden gedownload op www.victronenergy.com.
- Een RJ45 UTP-kabel en de MK3-USB-interface.
FR
5.3.1 VE.Bus Quick Configure Setup
VE.Bus Quick Configure Setup is een softwareprogramma, waarmee systemen met maximaal 3 Quattro-units (parallel- of
driefasebedrijf) op eenvoudige wijze kunnen worden geconfigureerd. VEConfigureII maakt deel uit van dit programma.
U kunt de software downloaden op www.victronenergy.com.
Voor aansluiting op uw pc hebt u een RJ45 UTP-kabel en de MK3-USB-interface nodig.
DE
SV
5.4 Configuratie met een VE.Net-paneel
ES
5.3.2 VE.Bus System Configurator
Voor het configureren van geavanceerde toepassingen en/of systemen met 4 of meer Quattro-units moet de software VE.Bus
System Configurator worden gebruikt. U kunt de software downloaden op www.victronenergy.com. VEConfigureII maakt deel
uit van dit programma.
Voor aansluiting op uw pc hebt u een RJ45 UTP-kabel en de MK3-USB-interface nodig.
Hiervoor hebt u een VE.Net-paneel en de ‘VE.Net-naar-VE.Bus-omvormer’ nodig.
Met VE.Net zijn alle parameters toegankelijk, met uitzondering van de multifunctionele relais en de VirtualSwitch.
IT
Bijlage
15
5.5 Configuratie met DIP-schakelaars
Inleiding
Een aantal instellingen kan worden gewijzigd met DIP-schakelaars (zie bijlage A, positie M).
Opmerking: Let er bij het wijzigen van de instellingen met DIP-schakelaars in een parallel of éénfase-/3-fasesysteem op dat
niet alle instellingen bij alle Quattro-units van toepassing zijn. Dit, omdat sommige instellingen worden voorgeschreven door de
Master of Leader.
Sommige instellingen zijn alleen relevant in de Master/Leader (d.w.z. deze zijn niet relevant in een slave of in een volger).
Andere instellingen zijn niet relevant voor slaves, maar wel relevant voor volgers.
Opmerking m.b.t. de gebruikte terminologie:
Een systeem, waarin meer dan één Quattro wordt gebruikt om een enkele AC-fase te creëren, wordt een parallel systeem
genoemd. In dit geval zal één van de Quattro's de hele fase regelen, deze wordt de master genoemd. De anderen, slaves
genoemd, luisteren naar de master om hun actie te bepalen.
Het is ook mogelijk om meer AC-fases (éénfase of 3-fase) met 2 of 3 Quattro-units te creëren. In dat geval wordt de Quattro in
fase L1 de Leader genoemd. De Quattro in fase L2 (en L3 indien beschikbaar) genereren dezelfde AC-frequentie, maar volgen
L1 met een vaste fasewissel. Deze Quattro's worden volgers genoemd.
Als meer Quattro's per fase worden gebruikt in een éénfase of 3-fasesysteem (bijvoorbeeld 6 Quattro's worden gebruikt om een
3-fasesysteem te bouwen met 2 Quattro's per fase), is de Leader van het systeem ook de Master van fase L1. De volgers in
fase L2 en L3 nemen ook de rol van Master op zich in fase L2 en L3. Alle anderen zin dan slaves.
Het instellen van een parallel of éénfase/3-fasesystemen dient door software te gebeuren, zie paragraaf 5.3.
TIP:
Als u zich niet wilt bezighouden met of een Quattro nu master, slave of volger is, is de eenvoudigste en meest directe
manier om alle instellingen op alle Quattro's hetzelfde te doen.
Algemene procedure:
Schakel de Quattro in, bij voorkeur onbelast en zonder wisselspanning op de ingangen. De Quattro werkt dan in
omvormerbedrijf.
Stap 1: Stel de DIP-schakelaars in voor:
- de vereiste stroomlimiet van de AC-ingang.
- beperking van de laadstroom.
(niet van toepassing voor slaves)
(alleen van toepassing voor Master/Leader)
Houd de knop 'Up' 2 seconden lang ingedrukt (bovenste knop rechts van de DIP-schakelaars, zie bijlage A, positie K) om de
instellingen op te slaan nadat de vereiste waarden zijn ingesteld. U kunt nu de DIP-schakelaars weer gebruiken om de
resterende instellingen toe te passen (stap 2).
Stap 2: overige instellingen, stel de DIP-schakelaars in voor:
- Laadspanningen
(alleen van toepassing voor Master/Leader)
- Absorptietijd
(alleen van toepassing voor Master/Leader)
- Adaptief opladen
(alleen van toepassing voor Master/Leader)
- Dynamische stroombegrenzer
(niet van toepassing voor slaves)
- UPS-functie
(niet van toepassing voor slaves)
- omvormerspanning
(niet van toepassing voor slaves)
- omvormerfrequentie
(alleen van toepassing voor Master/Leader)
Houd de knop 'Down' 2 seconden lang ingedrukt (onderste knop rechts van de DIP-schakelaars) om de instellingen op te
slaan nadat de DIP-schakelaars
in de juiste stand zijn gezet. U kunt de DIP-schakelaars nu in de gekozen stand laten staan, zodat u de ’overige instellingen’
altijd terug kunt vinden.
Opmerking:
- De DIP-schakelaarfuncties worden beschreven van boven naar beneden. Omdat de bovenste DIP-schakelaar het hoogste
nummer (8) heeft, starten de beschrijvingen met schakelaar nummer 8.
Gedetailleerde instructie:
5.5.1 Stap 1
5.5.1.2.1 Stroombegrenzing AC-ingangen (standaard: AC-in-1: 50 A, AC-in-2: 16 A)
Als de stroombehoefte (Quattro belasting + acculader) de ingestelde stroom dreigt te overschrijden, verlaagt de Quattro eerst
de laadstroom (PowerControl) en levert, indien nodig, vervolgens extra stroom via de accu (PowerAssist).
De ingangsstroomlimiet van AC-in-1 (het aggregaat) kan via de DIP-schakelaars worden ingesteld op acht verschillende
waarden.
De ingangsstroomlimiet van AC-in-2 kan via de DIP-schakelaars worden ingesteld op twee verschillende waarden. Met het
Multi Control-paneel kan een variabele stroomlimiet worden ingesteld voor de AC-in-2-ingangsspanning.
16
17
Bijlage
BELANGRIJKE OPMERKING:
Als de laatste 3 cijfers van de Multi-firmware in het bereik van 100 liggen (dus het firmwarenummer xxxx1xx is (x
staat voor een willekeurig nummer)), dan worden ds1 & ds2 gebruikt om een Multi in te stellen op standalone,
parallel- of driefasebedrijf. Raadpleeg hiervoor de betreffende handleiding.
IT
5.5.1.3 DIP-schakelaars ds2 en ds1 worden niet gebruikt tijdens stap 1.
SV
Opmerking: als WeakAC is ingeschakeld, wordt de maximale laadstroom verlaagd van 100% naar ongeveer 80%.
ES
Procedure
De acculaadstroom kan worden ingesteld in vier stappen, met de DIP-schakelaars ds4 en ds3 (fabrieksinstelling: 75%).
ds4 ds3
off off = 25%
off on = 50%
on off = 75%
on on = 100%
DE
5.5.1.2 Begrenzing laadstroom (standaardinstelling 75%)
Voor een lange levensduur dient bij accu's een laadstroom van 10% tot 20% van de capaciteit in Ah te worden toegepast.
Voorbeeld: optimale laadstroom van een 24V/500Ah-accubank: 50 A tot 100 A.
De meegeleverde temperatuursensor past automatisch de laadspanning aan aan de accutemperatuur.
Als een snellere lading – en dus een hogere stroom – is vereist:
- De meegeleverde temperatuursensor dient te worden geplaatst op de accu, omdat snel opladen kan leiden tot een flinke
temperatuurstijging van de accubank. De laadspanning wordt aangepast aan de hogere temperatuur (d.w.z. worden verlaagd)
door de temperatuursensor.
- De bulkladingstijd zal soms zo kort zijn dat een vaste absorptietijd meer brengt (zie voor ‘vaste’ absorptietijd ds5, stap 2).
FR
AC-in-2 kan in twee stappen worden ingesteld met DIP-schakelaar ds5 (fabrieksinstelling: 16 A).
Procedure: stel ds5 in op de vereiste waarde:
ds5
off = 16 A
on = 30 A
Meer dan 30 A: met VEConfigure-software of Digital Multi Control Panel
NL
Opmerking:
Het door de fabrikant opgegeven continu vermogen van kleine aggregaten is soms aan de zeer
optimistische kant. De stroomgrens moet dan veel lager worden ingesteld dan uit de gegevens van de
fabrikant blijkt.
EN
Procedure
AC-in-1 kan worden ingesteld met de DIP-schakelaars ds8, ds7 en ds6 (fabrieksinstelling: 50 A).
Procedure: stel de DIP-schakelaars in op de vereiste waarde:
ds8 ds7 ds6
off off off = 6,3 A (PowerAssist 11 A, PowerControl 6 A)
off off on = 10 A (PowerAssist 11 A, PowerControl 10 A)
off on off = 12 A (2,8 kVA bij 230 V)
off on on = 16 A (3,7 kVA bij 230 V)
on off off = 20 A (4,6 kVA bij 230 V)
on off on = 25 A (5,7 kVA bij 230 V)
on on on = 30 A (6,9 kVA bij 230 V)
on on on = 50 A (11,5 kVA bij 230 V)
Meer dan 50 A: met VEConfigure-software
5.5.1.4 Voorbeelden
Voorbeelden van instellingen:
DS-8 AC-in-1
DS-7 AC-in-1
DS-6 AC-in-1
DS-5 AC-in-2
DS-4 Laadstroom
DS-3 Laadstroom
DS-2 Standalone-modus
DS-1 Standalone-modus
on
on
on
on
on
off
off
off
Stap 1, standalone
Voorbeeld 1 (fabrieksinstelling):
8, 7, 6 AC-in-1: 50 A
5 AC-in-2: 30 A
4, 3 laadstroom: 75%
2, 1 Standalone-modus
DS-8
DS-7
DS-6
DS-5
DS-4
DS-3
DS-2
DS-1
on
on
on
on
on
DS-8
DS-7
DS-6
DS-5
DS-4
DS-3
DS-2
DS-1
off
off
off
Stap 1, standalone
Voorbeeld 2:
8, 7, 6 AC-in-1: 50 A
5 AC-in-2: 16 A
4, 3 laden: 100%
2, 1 Standalone
on
on
on
on
off
off
off
off
Stap 1, standalone
Voorbeeld 3:
8, 7, 6 AC-in-1: 16 A
5 AC-in-2: 16 A
4, 3 laden: 100%
2, 1 Standalone
DS-8
DS-7
DS-6
DS-5
DS-4
DS-3
DS-2
DS-1
on
on
on
on
off
off
off
off
Stap 1, standalone
Voorbeeld 4:
8, 7, 6 AC-in-1: 30 A
5 AC-in-2: 30 A
4, 3 laden: 50%
2, 1 Standalone
Om de instellingen op te slaan nadat de vereiste waarden zijn ingesteld: houd de knop 'Up' 2 seconden lang ingedrukt
(bovenste knop rechts van de DIP-schakelaars, zie bijlage A, positie K). De leds 'overbelasting' en 'accu bijna leeg' gaan
knipperen om aan te geven dat de instellingen zijn geaccepteerd.
Wij adviseren om de instellingen te noteren en deze notitie op een veilige plek te bewaren.
De DIP-schakelaars kunnen nu worden gebruikt om de resterende instellingen toe te passen (stap 2).
5.5.2 Stap 2: Overige instellingen
De resterende instellingen zijn niet van toepassing voor slaves.
Enkele van de resterende instellingen zijn niet van toepassing voor volgers (L2, L3). Deze instellingen worden door de Leader
L1 aan het hele systeem opgelegd. Als een instelling voor L2-, L3-apparaten niet van toepassing is, wordt dit uitdrukkelijk
vermeld.
ds8-ds7: Instelling van de laadspanningen (niet van toepassing voor L2, L3)
ds8-ds7
AbsorptieSpanning
14,1
28,2
56,4
Druppelladingsspanning
13,8
27,6
55,2
Opslagspanning
13,2
26,4
52,8
off
off
off
on
14,4
28,8
57,6
13,8
27,6
55,2
13,2
26,4
52,8
on
off
14,7
29,4
58,8
13,8
27,6
55,2
13,2
26,4
52,8
on
on
15,0
30,0
60,0
13,8
27,6
55,2
13,2
26,4
52,8
Geschikt voor
Gel Victron Long Life (OPzV)
Gel Exide A600 (OPzV)
Gel MK-accu
Gel Victron Deep Discharge
Gel Exide A200
AGM Victron Deep Discharge
Vaste buisjesplaataccu (OPzS)
AGM Victron Deep Discharge
Buisjesplaataccu's (OPzS) in
semi-druppelmodus
AGM spiraalcelaccu's
Buisjesplaataccu’s (OPzS) in
cyclische modus
ds6: absorptietijd 8 of 4 uur (n.v.t. voor L2, L3)
on = 8 uur
off = 4 uur
ds5: adaptieve laadkarakteristiek (n.v.t. voor L2, L3)
on = actief
off = inactief (vast absorptietijd)
ds4: dynamische stroombegrenzer
on = actief
off = inactief
ds3: UPS-functie
on = actief
off = inactief
ds2: omvormerspanning
on = 230V / 120V
off = 240V / 115V
ds1: omvormerfrequentie (n.v.t. voor L2, L3)
on = 50 Hz
(het brede ingangsfrequentiebereik (45-55 Hz) staat standaard op 'on')
Opmerking:
-
18
off = 60 Hz
Als het “adaptieve laadalgoritme” op 'on' staat, stelt ds6 de maximale absorptietijd in op 8 uur of 4 uur.
Als het “adaptieve laadalgoritme” op 'off' staat, wordt de absorptietijd door ds6 (vast) ingesteld op 8 uur of 4 uur.
on
on
on
off
on
on
on
on
off
off
off
off
on
on
on
on
on
off
off
off
Stap 2
Voorbeeld 3:
8, 7 AGM 14,7 V
6 Absorptietijd: 8 uur
5 Adaptief laden: aan
4 Dyn. stroombegrenzing: aan
3 UPS-functie: uit
2 Spanning: 240 V
1 Frequentie: 50 Hz
DS-8
DS-7
DS-6
DS-5
DS-4
DS-3
DS-2
DS-1
on
on
on
off
off
off
off
off
Stap 2
Voorbeeld 4:
8, 7 Buisjesplaat 15 V
6 Absorptietijd: 4 uur
5 Vaste absorptietijd
4 Dyn. stroombegrenzing: uit
3 UPS-functie: aan
2 Spanning: 240 V
1 Frequentie: 60 Hz
De DIP-schakelaars kunnen in de gekozen stand worden gelaten, zodat de ’overige instellingen’ altijd weer terug te vinden zijn.
SV
Om de instellingen op te slaan nadat de vereiste waarden zijn ingesteld: houd de knop 'Down' 2 seconden lang ingedrukt
(onderste knop rechts van de DIP-schakelaars). De leds 'temperatuur' en 'accu bijna leeg' gaan knipperen om aan te
geven dat de instellingen zijn geaccepteerd.
ES
Stap 2
Voorbeeld 2:
8, 7 OPzV 14,1 V
6 Absorptietijd: 8 uur
5 Adaptief laden: aan
4 Dyn. stroombegrenzing: uit
3 UPS-functie: uit
2 Spanning: 230 V
1 Frequentie: 50 Hz
DS-8
DS-7
DS-6
DS-5
DS-4
DS-3
DS-2
DS-1
DE
Stap 2
Voorbeeld 1 (fabrieksinstelling):
8, 7 GEL 14,4 V
6 Absorptietijd: 8 uur
5 Adaptief laden: aan
4 Dynamische stroombegrenzing: uit
3 UPS-functie: aan
2 Spanning: 230 V
1 Frequentie: 50 Hz
DS-8
DS-7
DS-6
DS-5
DS-4
DS-3
DS-2
DS-1
FR
on
on
on
off
NL
DS-8 laadspanning
DS-7 laadspanning
DS-6 absorptietijd
DS-5 adaptief laden
DS-4 dyn. stroombegr.
DS-3 UPS-functie:
DS-2 spanning
DS-1 frequentie
EN
Stap 2: Voorbeeldinstellingen
Voorbeeld 1 is de fabrieksinstelling (omdat de fabrieksinstellingen worden ingevoerd via de pc worden alle DIP-schakelaars
van een nieuw product op ‘off’ gezet en vertegenwoordigen deze niet de daadwerkelijke instellingen in de microprocessor).
6. ONDERHOUD
IT
De Quattro vereist geen specifiek onderhoud. Het volstaat om alle verbindingen eenmaal per jaar te controleren. Voorkom
vocht en olie/roet/dampen en houd het apparaat schoon.
Bijlage
19
7. STORINGSAANDUIDINGEN
Via de onderstaande procedures kunnen de meeste fouten snel worden geïdentificeerd. Als u een fout niet kunt oplossen,
neem dan contact op met uw Victron Energy-leverancier.
7.1 Algemene storingsaanduidingen
Probleem
De Quattro schakelt niet over op
aggregaat of netvoeding.
Omvormerbedrijf niet gestart als
ingeschakeld.
Oorzaak
Contactverbreker of zekering in de
AC-in-ingang is open door overbelasting.
De accuspanning is veel te hoog of te laag.
Geen spanning op DC-aansluiting.
Oplossing
Overbelasting of kortsluiting bij AC-out-1 of AC-out-2 verwijderen
en zekering/contactverbreker resetten.
Zorg dat de accuspanning binnen het juiste bereik ligt.
De led “accu bijna leeg” knippert.
De led “accu bijna leeg” brandt.
De accuspanning is laag.
De omvormer schakelt uit, omdat de
accuspanning te laag is.
De omvormerbelasting is hoger dan de
nominale belasting.
De omvormer is uitgeschakeld door een veel
te hoge belasting.
De omgevingstemperatuur is hoog of de
belasting is te hoog.
Lage accuspanning en veel te hoge belasting.
Laad de accu op of controleer de accu-aansluitingen.
Laad de accu op of controleer de accu-aansluitingen.
De led “overbelasting” knippert.
De led “overbelasting” brandt.
De led “temperatuur” knippert of
brandt.
De leds “accu bijna leeg” en
“overbelasting” knipperen
afwisselend.
De leds “accu bijna leeg” en
“overbelasting” knipperen
tegelijkertijd.
De leds “accu bijna leeg” en
“overbelasting” branden.
Eén alarmled brandt en het
tweede knippert.
De lader werkt niet.
De lader werkt niet.
De led “Bulk” knippert en de led
"Mains on" brandt.
De accu wordt niet volledig
opgeladen.
De rimpelspanning op de DC-aansluiting
overschrijdt 1,5 Vrms.
De omvormer is uitgeschakeld door een veel
te hoge rimpelspanning op de ingang.
De omvormer is uitgeschakeld doordat een
alarm is geactiveerd door een brandende led.
De knipperende led geeft aan dat de
omvormer door het alarm zou worden
uitgeschakeld.
De AC-ingangsspanning of -frequentie ligt niet
binnen het bereik.
Verlaag de belasting.
Verlaag de belasting.
Plaats de omvormer in een koele en goed geventileerde omgeving
of verlaag de belasting.
Laad de accu's, koppel de belasting los of verlaag deze of plaats
accu's met een grotere capaciteit. Monteer kortere en/of dikkere
accukabels.
Controleer de accukabels en accu-aansluitingen. Controleer of de
accucapaciteit voldoende hoog is en verhoog deze, indien nodig.
Plaats accu's met een grotere capaciteit. Monteer kortere en/of
dikkere accukabels en reset de omvormer (uitschakelen en weer
inschakelen).
Kijk in deze tabel voor de juiste maatregelen m.b.t. deze
alarmtoestand.
Zorg ervoor dat de AC-ingangsspanning tussen 185 VAC en 265 VAC
ligt en dat de frequentie binnen het bereik ligt (fabrieksinstelling 45-65
Hz).
Contactverbreker of zekering in de
AC-in-ingang is open door overbelasting.
De accuzekering is doorgebrand.
Overbelasting of kortsluiting bij AC-out-1 of AC-out-2 verwijderen en
zekering/contactverbreker resetten.
Vervang de accuzekering.
De vervorming van de AC-ingangsspanning is te
groot (normaal gesproken aggregaatvoeding).
De Quattro bevindt zich in de modus
“bulkbeveiliging”, dus de maximale bulklaadtijd van
10 uur is overschreden.
Een dergelijk lange laadtijd zou kunnen duiden op
een systeemfout (bijvoorbeeld een kortgesloten
accucel).
Schakel de instellingen WeakAC en dynamische stroombegrenzer in.
De laadstroom is veel te hoog en start zo een
voortijdige absorptielading.
Slechte accuaansluiting.
Controleer uw accu's.
OPMERKING: U kunt de foutmodus resetten door de Quattro uit- en weer
in te schakelen.
De standaardfabrieksinstelling van de Quattro voor de modus
“bulkbeveiliging” is ingeschakeld. De modus “bulkbeveiliging” kan alleen
worden uitgeschakeld via VEConfigure.
Stel de laadstroom in op een niveau tussen 0,1 en 0,2 keer de
accucapaciteit.
Controleer de accuaansluitingen.
De absorptiespanning is ingesteld op een onjuist Stel een juist niveau voor de absorptiespanning in.
niveau (te laag).
De accu wordt overladen.
De laadstroom daalt naar 0 zodra
de absorptieladingsfase wordt
gestart.
De druppellaadspanning is ingesteld op een
Stel een juist niveau voor de druppellaadspanning in.
onjuist niveau (te laag).
De beschikbare oplaadtijd is te kort om de accu Kies een langere oplaadtijd of een hogere laadstroom.
volledig op te kunnen laden.
De absorptietijd is te kort. Bij adaptief laden kan Verlaag de laadstroom of kies de ‘vaste’ laadkarakteristieken.
dit worden veroorzaakt door een extreem hoge
laadstroom ten opzichte van de accucapaciteit,
zodat de bulkladingstijd te kort is.
De absorptiespanning is ingesteld op een
Stel een juist niveau voor de absorptiespanning in.
onjuist niveau (te hoog).
De druppellaadspanning is ingesteld op een
Stel een juist niveau voor de druppellaadspanning in.
onjuist niveau (te hoog).
Accu verkeert in slechte toestand.
Vervang de accu.
De accutemperatuur is te hoog (door slechte
ventilatie, veel te hoge omgevingstemperatuur
of veel te hoge laadstroom).
De accu is oververhit (>50°C)
Verbeter de ventilatie, plaats de accu's in een koelere omgeving,
verlaag de laadstroom en sluit de temperatuursensor aan.
De accutemperatuursensor is defect
Koppel de temperatuursensorstekker in de Quattro los. Als het
opladen weer goed werkt na ca. 1 minuut, dient de
temperatuursensor te worden vervangen.
7.2 Speciale ledaanduidingen
20
Plaats de accu in een koelere omgeving
Verlaag de laadstroom
Controleer of één van de accucellen een interne kortsluiting heeft
(zie voor de normale ledaanduidingen paragraaf 3.4)
FR
"Mains on" knippert en er is geen
uitgangsspanning.
NL
De leds absorptielading en druppellading
knipperen synchroon (tegelijkertijd).
Storing spanningssensor. De spanning gemeten bij de spanningsdetectie-aansluiting
wijkt te veel af (meer dan 7 V) van de spanning bij de positieve en negatieve
aansluiting van het apparaat. Het betreft waarschijnlijk een aansluitfout.
Het apparaat blijft in normaal bedrijf.
OPMERKING: Als de led "inverter on" knippert in tegenfase, dan betreft dit een
VE.Bus- storingscode (zie onderstaand).
De gemeten accutemperatuur heeft een uiterst onwaarschijnlijke waarde. De sensor
is waarschijnlijk defect of onjuist aangesloten. Het apparaat blijft in normaal bedrijf.
OPMERKING: Als de led "inverter on" knippert in tegenfase, dan betreft dit een
VE.Bus- storingscode (zie onderstaand).
Het apparaat bevindt zich in de modus "charger only" en er is netvoeding
beschikbaar. Het apparaat weigert de netvoeding of is nog bezig met synchroniseren.
EN
De leds bulklading en absorptielading knipperen
synchroon (tegelijkertijd).
7.3 VE.Bus-ledaanduidingen
- Een knipperende led "bulk" geeft aan dat het apparaat kan omvormen.
- Een knipperende led "float" geeft aan dat het apparaat kan opladen.
- De bovenstaande speciale ledaanduidingen kunnen samen met de OK-codes optreden.
- De led "accu bijna leeg" kan samen met de OK-code functioneren die aangeeft dat het apparaat kan opladen.
Om een VE.Bus-storingscode juist te kunnen interpreten, moet de volgende procedure worden gevolgd:
1. Het apparaat dient een storing te hebben (geen AC-uitgangsspanning).
2. Knippert de led "inverter on”? Indien niet, dan is er geen VE.Bus-storingscode.
3. Als één of meer van de leds "bulk", "absorption" of "float" knippert, dat dient dit knipperen in tegenfase van de led "inverter
on" te gebeuren, d.w.z. de knipperende leds zijn uit als de led "inverter on" aan is en omgekeerd. Is dit niet het geval, dan is er
geen VE.Bus-storingscode.
4. Controleer de led "bulk" en bepaal welke van de drie onderstaande tabellen gebruikt moet worden.
5. Kies de juiste kolom en rij (afhankelijk van de leds "absorption" en "float") en bepaal de storingscode.
6. Bepaal de betekenis van de code in onderstaande tabellen.
21
Bijlage
7.3.2 VE.Bus-storingscodes
Een VE.Bus-systeem kan verschillende storingscodes weergeven. Deze codes worden weergegeven met de leds "inverter on",
"bulk", "absorption" en "float".
IT
OPMERKING: In principe moeten alle andere leds uit zijn. Als dat niet het geval is, is de code geen OK-code.
De volgende uitzonderingen zijn echter van toepassing:
SV
Belangrijke aanwijzing: OK-codes worden alleen weergegeven als een apparaat zich niet in de omvormer- of oplaadmodus
bevindt!
ES
7.3.1 VE.Bus-OK-codes
Als de interne toestand van een apparaat is orde is, maar het apparaat nog niet kan worden gestart, omdat één of meer andere
apparaten in het systeem een storingsstatus aangeven, zullen de apparaten die in orde zijn een OK-code aangeven. Hierdoor
is het opsporen van storingen in een VE.Bus-systeem mogelijk, omdat apparaten die geen aandacht nodig hebben ook als
zodanig kunnen worden herkend.
DE
Apparatuur, die is geïntegreerd in een VE.Bus-systeem (een parallel- of 3-faseconfiguratie) kan zogenaamde VE.Busledaanduidingen bieden. Deze ledaanduidingen kunnen worden onderverdeeld in twee groepen: OK-codes en storingscodes.
led Bulk is uit
led Bulk knippert
aan
uit
0
3
6
knippe
rt
1
4
7
aan
2
5
8
led Absorption
uit
knippert
aa
n
uit
9
12
15
knippe
rt
10
13
16
aan
11
14
17
led Float
Uit
led Bulk
led Absorption
led Float
22
led Absorption
knipper
t
led Float
led Float
led Absorption
led Bulk brandt
uit
knippert
aan
uit
18
21
24
knippe
rt
19
22
25
aan
20
23
26
Code
Betekenis:
Oorzaak / oplossing:
1
Het apparaat is uitgeschakeld,
omdat één van de andere fases in
het systeem is uitgeschakeld.
Controleer de falende fase.
3
Niet alle of meer dan de verwachte
apparaten zijn in het systeem
gevonden.
Het systeem is niet juist geconfigureerd. Configureer het
systeem opnieuw.
Storing in de communicatiekabel. Controleer de kabels en
schakel alle apparatuur uit en daarna weer in.
4
Geen enkel ander apparaat
gedetecteerd.
Controleer de communicatiekabels.
5
Overspanning bij AC-uitgang.
Controleer de AC-kabels.
10
Systeemtijdsynchronisatieprobleem
opgetreden.
Dit dient in juist geïnstalleerde apparatuur niet op te treden.
Controleer de communicatiekabels.
14
Apparaat kan geen gegevens
overdragen.
Controleer de communicatiekabels (er zou kortsluiting
kunnen zijn ontstaan).
17
Eén van de apparaten heeft de rol
van ‘master’ op zich genomen,
omdat de originele master heeft
gefaald.
Controleer de falende unit. Controleer de
communicatiekabels.
18
Overspanning is opgetreden.
Controleer de AC-kabels.
22
Dit apparaat kan als ‘slave’
fungeren.
Dit apparaat is een verouderd en ongeschikt model. Het
dient te worden vervangen.
24
Overschakelsysteembeveiliging
gestart.
25
Firmware-incompatibiliteit. Eén van
de aangesloten apparaten heeft
een te oude firmware om met dit
apparaat samen te werken.
26
Interne fout.
Dit dient in juist geïnstalleerde apparatuur niet op te treden.
Schakel alle apparatuur uit en daarna weer in. Als het
probleem opnieuw optreedt, controleer dan de installatie.
Mogelijke oplossing: verhoog de ondergrens van de
AC-ingangsspanning naar 210 VAC (fabrieksinstelling
is 180 VAC)
1) Schakel alle apparatuur uit.
2) Schakel het apparaat dat deze storing aangeeft in.
3) Schakel alle andere apparaten één voor één in tot de
storingsmelding weer optreedt.
4) Update de firmware in het laatste apparaat dat is
ingeschakeld.
Dient niet op te treden. Schakel alle apparatuur uit en
daarna weer in. Neem contact op met Victron Energy als
het probleem blijft bestaan.
8. TECHNISCHE SPECIFICATIES
EN
Ingangsspanningsbereik (V DC)
Uitgang (1)
Cont. uitgangsvermogen bij 25°C (VA)
Afmetingen (hxbxd in mm)
Veiligheid
Emissie / immuniteit
Voertuigen, aftermarket
Anti-islanding
1) Kan worden ingesteld op 60 Hz; 120 V 60Hz
op verzoek
2) Beveiligingen
a. Kortsluiting uitgang
b. Overbelasting
c. Accuspanning te hoog
d. Accuspanning te laag
e. Temperatuur te hoog
f. 230 VAC op omvormeruitgang
g. Ingangsspanning met een te hoge rimpel
5000
8000
4000
3700
3000
10000
94 / 94 / 95
30 / 30 / 35
20 / 25 / 30
10 / 10 / 15
10000
15000
6500
8000
12000
5500
6500
10000
3600
4500
7000
16000
20000
25000
94 / 96
96
96
45 / 50
55
80
30 / 30
35
50
10 / 20
20
30
CHARGER
14,4 / 28,8 / 57,6
28,8 / 57,6
57,6
57,6
13,8 / 27,6 / 55,2
27,6 / 55,2
55,2
55,2
13,2 / 26,4 / 52,8
26,4 / 52,8
52,8
52,8
220 / 120 / 70
200 / 110
140
200
4 (alleen 12V en 24Vmodellen)
Ja
GENERAL
50
50
50
50
3x
3x
3x
3x
a-g
Voor parallel en driefase bedrijf, remote monitoren en systeemintegratie
2x
2x
2x
2x
Yes
Bedrijfstemp: -40 to +65˚C Vochtigheid (niet condenserend): max. 95%
ENCLOSURE
Materiaal en kleur: aluminium (blauw RAL 5012)
Beschermklasse: IP 21
Vier M8 bouten (2 positieve en 2 negatieve aansluitingen)
M6 bouten
M6 bouten
M6 bouten
M6 bouten
34 / 30 / 30
45 / 41
45
72
470 x 350 x 280
444 x 328 x 240
470 x 350 x 280
470 x 350 x 280
572 x 488 x 344
444 x 328 x 240
STANDARDS
EN-IEC 60335-1, EN-IEC 60335-2-29, EN-IEC 62109-1
EN 55014-1, EN 55014-2, EN-IEC 61000-3-2, EN-IEC 61000-3-3, EN-IEC 61000-6-3, EN-IEC 61000-6-2, EN-IEC
61000-6-1
12V en 24V modellen: EN 50498
Zie onze website
3) Niet-lineaire belasting, topfactor 3:1
4) Bij 25°C omgevingstemperatuur
5) Schakelt uit wanneer er geen externe AC bron beschikbaar is
6) Programmeerbaar relais dat kan worden ingesteld als algemeen alarm,
Onderspanningsalarm of startsignaal voor een aggregaat
Nominale AC-waarde: 230 V/4 A
Nominale DC-waarde: 4A tot 35VDC, 1A tot 60VDC
23
Bijlage
Algemene kenmerken
Accuaansluiting
230 V AC-aansluiting
Gewicht (kg)
Ingangsspanningsbereik:187-265 VAC
Vermogensfactor: 1
2x100
2x100
2x100
INVERTER
9,5 – 17V 19 – 33V 38 – 66V
Vermogensfactor : 230 VAC ± 2%
Frequentie: 50 Hz ± 0,1%
IT
Extra AC-uitgang
Programmeerbaar relais (6)
Beveiligingen (2)
Communicatiepoort VE.Bus
Comm. poort algemeen
Remote on-off
Algemene kenmerken
Ja
Ja
Ingangsfrequentie: 45 – 65 Hz
2x100
SV
Laadspanning 'absorptielading' (V DC)
Laadspanning 'druppellading' (V DC)
Opslagmodus (V DC)
Laadstroom service-accu (A) (4)
Laadstroom startaccu (A)
Accutemperatuursensor
48/15000/200100/100
ES
Cont. uitgangsvermogen bij 25°C (W)
Cont. uitgangsvermogen bij 40°C (W)
Cont. uitgangsvermogen bij 65°C (W)
Piekvermogen (W)
Maximaal rendement (%)
Nullast (W)
Nullast in AES modus (W)
Nullast in zoekmodus (W)
48/10000/140100/100
DE
(3)
24/8000/200-100/100
48/8000/110-100/100
FR
PowerControl / PowerAssist
Geïntegreerde omschakelaar
AC-ingangen (2x)
Maximum doorschakelstroom (A)
12/5000/220-100/100
24/5000/120-100/100
48/5000/70-100/100
NL
Quattro
NL
Overview connections
Overzicht aansluitingen
Vue d’ensemble des connections
Übersicht Anschlüsse
Conexiones generales
Översikt kontakter
Panoramica connessioni
EN
APPENDIX A:
BIJLAGE A:
ANNEXE A :
ANHANG A:
APÉNDICE A:
APPENDIX A:
APPENDICE A:
FR
DE
ES
SE
IT
Appendix
1
APPENDIX A:
BIJLAGE A:
ANNEXE A :
ANHANG A:
APÉNDICE A:
APPENDIX A:
APPENDICE A:
Overview connections
Overzicht aansluitingen
Vue d’ensemble des connections
Übersicht Anschlüsse
Conexiones generales
Översikt kontakter
Panoramica connessioni
EN:
A
B
C
D
E
F
G
H
I
J
K
L
M
N
O
P
AC input M6 (generator input) AC IN-1. Left to right: L (phase), N (neutral).
2x RJ45 connector for remote panel and/or parallel and 3-phase operation.
AC output M6 AC OUT-1. Left to right: L (phase), N (neutral).
AC output M6 AC OUT-2. Left to right: N (neutral), L (phase).
Terminals for: (left to right)
Voltage sense
Temperature sensor
Aux input 1
Aux input 2
GND-relay
Starter battery plus + (starter battery minus must be connected to service battery minus)
Programmable relay contacts K1
Programmable relay contacts K2
Double M8 battery minus connection.
Double M8 battery positive connection.
Connector for remote switch:
Short left and middle terminal to switch “on”.
Short right and middle terminal to switch to “charger only”.
Alarm contact: Left to right: NC, NO, COM.
AC input M6 (shore/grid supply) AC IN-2. Left to right: L (phase), N (neutral).
Push buttons for set-up mode
Primary ground connection M8 (PE).
DIP switches for set-up mode.
Slide switches, factory setting SW1= off position, SW2 = off position.
SW1: Off = internal GND relay selected, On = external GND relay selected (to connect ext GND relay: see E).
SW2: No application. To be used for future features.
AC IN-2 M6 common earth connection (ground).
AC IN-1 and AC OUT-1 M6 earth connection (ground).
NL:
A
B
C
D
E
F
G
H
I
J
K
L
M
N
O
P
2
Wisselspanning ingang M6 (generator) AC IN-1. Van links naar rechts: L (fase), N (nul).
2x RJ45 connector voor afstandsbedieningspaneel en/of parallel and 3-fase bedrijf.
Wisselspanning uitgang M6 AC OUT-1. Van links naar rechts: L (fase), N (nul).
Wisselspanning uitgang M6 AC OUT-2. Van links naar rechts: N (nul),L (fase).
Aansluitklemmen voor: (van links naar rechts)
Voltage sense
Temperature sensor
Aux ingang 1
Aux ingang 2
GND-relais
Start accu plus + (de min van start accu moet vebonden zijn met de min van de service accu)
Relais contacten K1
Relais contacten K2
Dubbele M8 accu min aansluiting.
Dubbele M8 accu plus aansluiting.
Aansluitklemmen voor afstandbedieningsschakelaar.
Verbind de linker klem en de middelste klem om de Quattro aan te schakelen.
Verbind de rechter klem en de middelste klem voor ‘alleen laden’.
Alarm contact: Van links naar rechts: NC, NO, COM.
Wisselspanning ingang M6 (walstroom/netspanning) AC IN-2. Van links naar rechts: L (fase), N (nul).
Drukknoppen om de instellingen in het micropressor geheugen op te slaan.
Primaire aarde M8.
Instel DIP switches.
Schuifschakelaars, fabrieksinstelling: SW1= onderste stand (uit), SW2 = onderste stand (uit)
SW1: Uit = intern GND-relais geselecteerd, Aan = extern GND-relais geselecteeerd (extern aardrelais aan te sluiten
via klemmen, zie E).
SW2: Niet in gebruik. Toepasbaar in de toekomst.
Aarde aansluiting M6 voor AC IN-2.
Aarde aansluiting M6 voor zowel AC IN-1 en AC OUT-1