Documenttranscriptie
2
www.electrolux.com
INHOUD
1.
2.
3.
4.
5.
6.
7.
8.
9.
10.
11.
12.
13.
VEILIGHEIDSINFORMATIE . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 3
VEILIGHEIDSVOORSCHRIFTEN . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 4
BESCHRIJVING VAN HET PRODUCT . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 7
VOOR HET EERSTE GEBRUIK . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 8
KOOKPLAAT - DAGELIJKS GEBRUIK . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 9
KOOKPLAAT - HANDIGE AANWIJZINGEN EN TIPS . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 10
KOOKPLAAT - ONDERHOUD EN REINIGING . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 10
OVEN - DAGELIJKS GEBRUIK . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 11
OVEN - KLOKFUNCTIES . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 13
OVEN - HANDIGE AANWIJZINGEN EN TIPS . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 14
OVEN - ONDERHOUD EN REINIGING . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 25
PROBLEMEN OPLOSSEN . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 29
MONTAGE . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 30
WE DENKEN AAN U
Bedankt om een Electrolux-apparaat te kopen. U koos voor een product dat jaren professionele
ervaring en innovatie bevat. Ingenieus en stijlvol, het werd ontworpen met u in het achterhoofd.
Wanneer u het gebruikt, kunt u er op vertrouwen dat u keer op keer fantastische resultaten zult
krijgen.
Welkom bij Electrolux.
Ga naar onze website voor:
Advies over gebruik, brochures, het oplossen van problemen en onderhoudsinformatie:
www.electrolux.com
Registreer uw product voor een betere service:
www.electrolux.com/productregistration
Koop accessoires, verbruiksartikelen en originele reserveonderdelen voor uw apparaat:
www.electrolux.com/shop
KLANTENSERVICE
Wij raden altijd het gebruik van originele onderdelen aan.
Zorg er als u contact opneemt met de klantenservice voor dat u de volgende gegevens bij de
hand hebt.
De informatie staat op het typeplaatje. model, productnummer, serienummer.
Waarschuwing - Belangrijke veiligheidsinformatie.
Algemene informatie en tips
Milieu-informatie
Wijzigingen voorbehouden.
NEDERLANDS
3
1. VEILIGHEIDSINFORMATIE
Lees zorgvuldig de meegeleverde instructies voor installatie en gebruik van het apparaat. De fabrikant is niet verantwoordelijk voor letsel en schade veroorzaakt door een
foutieve installatie. Bewaar de instructies van het apparaat voor toekomstig gebruik.
1.1 Veiligheid van kinderen en kwetsbare mensen
WAARSCHUWING!
Gevaar voor verstikking, letsel of permanente invaliditeit.
• Dit apparaat kan worden gebruikt door kinderen van 8
jaar en ouder en door mensen met beperkte lichamelijke, zintuiglijke of verstandelijke vermogens of een gebrek aan ervaring en kennis, indien zij onder toezicht
staan van een volwassene of van iemand die verantwoordelijk is voor hun veiligheid.
• Laat kinderen niet met het apparaat spelen.
• Houd alle verpakkingsmaterialen uit de buurt van kinderen.
• Houd kinderen en huisdieren uit de buurt van het apparaat als het in werking is of afkoelt. Het apparaat is
heet.
• Als het apparaat is uitgerust met een kinderbeveiliging,
raden wij aan dit te activeren.
• Reiniging en onderhoud mag niet worden uitgevoerd
door kinderen zonder toezicht.
1.2 Algemene veiligheid
• Het apparaat en de toegankelijke onderdelen ervan
worden heet tijdens gebruik. De verwarmingselementen niet aanraken.
• Bedien het apparaat niet met een externe timer of een
apart afstandbedieningssysteem.
4
www.electrolux.com
• Zonder toezicht koken op een kookplaat met vet of olie
kan gevaarlijk zijn en brandgevaar opleveren.
• Probeer brand nooit met water te blussen, maar schakel in plaats daarvan het apparaat uit en bedek de
vlam, d.w.z. met een deksel of blusdeken.
• Bewaar geen voorwerpen op de kookplaten.
• Gebruik geen stoomreiniger om het apparaat schoon
te maken.
• Metalen voorwerpen, zoals messen, vorken, lepels en
deksels mogen niet op de kookplaat worden geplaatst,
aangezien ze heet kunnen worden.
• Wees voorzichtig als u de opslaglade aanraakt. Deze
kan heet worden.
• Om de inschuifrailen te verwijderen trekt u eerst de
voorkant van de inschuifrail en dan de achterkant uit de
zijwanden. Installeer de inschuifrail in de omgekeerde
volgorde.
• Verwijder spillage van het deksel voordat u het opent.
Laat de kookplaat afkoelen voordat u het deksel sluit.
2.
VEILIGHEIDSVOORSCHRIFTEN
Dit apparaat is geschikt voor de volgende
markten: BE
2.1 Montage
WAARSCHUWING!
Alleen een erkende installatietechnicus mag het apparaat installeren.
• Verwijder alle verpakkingsmaterialen.
• Installeer en gebruik geen beschadigd
apparaat.
• Volg de installatie-instructies op die zijn
meegeleverd met het apparaat.
• Wees voorzichtig met het verplaatsen
van het apparaat, het is zwaar. Draag
altijd veiligheidshandschoenen.
• Trek het apparaat nooit aan de handgreep van zijn plaats.
• Houd de minimumafstand naar andere
apparaten en units in acht.
• Zorg ervoor dat het apparaat onder en
naast veilige installaties wordt geïnstalleerd.
• De zijkanten van het apparaat moeten
naast apparaten of units staan van dezelfde hoogte.
• Installeer het apparaat niet op een platform.
• Installeer het apparaat niet naast een
deur of onder een raam. Dit voorkomt
dat hete pennen van het apparaat vallen als de deur of het raam wordt geopend.
WAARSCHUWING!
Installeer een stabilisator om te
voorkomen dat het apparaat kantelt. Raadpleeg de installatiegids.
NEDERLANDS
Aansluiting op het
elektriciteitsnet
WAARSCHUWING!
Gevaar voor brand en elektrische
schokken.
• Alle elektrische aansluitingen moeten
door een gediplomeerd elektromonteur
worden gemaakt.
• Dit apparaat moet worden aangesloten
op een geaard stopcontact.
• Controleer of de elektrische informatie
op het typeplaatje overeenkomt met de
stroomvoorziening. Zo niet, neem dan
contact op met een elektromonteur.
• Gebruik altijd een correct geïnstalleerd,
schokbestendig stopcontact.
• Gebruik geen meerwegstekkers en verlengsnoeren.
• Zorg dat u de hoofdstekker en kabel
niet beschadigt. Neem contact op met
de service-afdeling of een elektromonteur om een beschadigde hoofdkabel te
vervangen.
• Laat de stroomkabel niet in aanraking
komen met de deur van het apparaat,
met name niet als deze heet is.
• De schokbescherming van delen onder
stroom en geïsoleerde delen moet op
zo'n manier worden bevestigd dat het
niet zonder gereedschap kan worden
verplaatst.
• Steek de stekker pas in het stopcontact
als de installatie is voltooid. Zorg ervoor
dat het netsnoer na installatie bereikbaar is.
• Sluit de stroomstekker niet aan op een
losse stroomaansluiting.
• Trek niet aan het netsnoer om het apparaat los te koppelen. Trek altijd aan
de stekker.
• Gebruik alleen de juiste isolatie-apparaten: stroomonderbrekers, zekeringen
(schroefzekeringen moeten uit de houder worden verwijderd), aardlekschakelaars en contactgevers.
• De elektrische installatie moet een isolatieapparaat bevatten waardoor het apparaat volledig van het lichtnet afgesloten kan worden. Het isolatieapparaat
moet een contactopening hebben met
een minimale breedte van 3 mm.
5
Gasaansluiting
• Alle gasaansluitingen moeten door een
gediplomeerd elektromonteur worden
gemaakt.
• Zorg ervoor dat er koude luchtcirculatie
in het apparaat aanwezig is.
• Op het typeplaatje staat informatie over
de gastoevoer.
• Dit apparaat mag niet aangesloten worden op een inrichting dat producten afvoert voor verbranding. Sluit het apparaat aan volgens de geldende installatieregels. Let op de vereisten voor voldoende ventilatie.
2.2 Gebruik
WAARSCHUWING!
Gevaar op letsel, brandwonden of
elektrische schokken.
• Gebruik dit apparaat in een huishoudelijke omgeving.
• De specificatie van het apparaat mag
niet worden veranderd.
• Zorg ervoor dat de ventilatieopeningen
niet geblokkeerd zijn.
• Laat het apparaat tijdens het gebruik
niet onbeheerd achter.
• Schakel het apparaat telkens na gebruik uit.
• Van binnen wordt het apparaat heet als
het in werking is. Raak de verwarmingselementen in het apparaat niet aan. Gebruik altijd ovenhandschoenen om accessoires of kookgerei te plaatsen of
verwijderen.
• Wees voorzichtig met het openen van
de deur van het apparaat als het apparaat aan staat. Er kan hete lucht ontsnappen.
• Bedien het apparaat niet met natte handen of als het contact maakt met water.
• Oefen geen kracht uit op een geopende
deur.
• Houd de deur van het apparaat altijd
dicht als het apparaat in werking is.
• Leg geen bestek of deksels van steelpannen op de kookzones. Ze zijn heet.
• Zet de kookzone op "uit" na elk gebruik.
• Het apparaat mag niet worden gebruikt
als werkblad of aanrecht.
6
www.electrolux.com
• Zorg voor een goede ventilatie in de
ruimte waar het apparaat is geïnstalleerd.
• Gebruik alleen stabiel kookgerei met de
juiste vorm en een diameter groter dan
de afmetingen van de branders.
• Zorg dat de vlam niet uit gaat als u de
knop snel van de maximale stand naar
de minimale stand draait.
• Zorg ervoor dat de pannen in het midden van de ringen worden gezet en niet
uitsteken over de randen van de kookplaat.
• Gebruik alleen de accessoires die zijn
meegeleverd met het apparaat.
• Plaats geen vlamverdeler op de brander.
WAARSCHUWING!
Brand- of explosiegevaar.
• Verhitte vetten en olie kunnen ontvlambare damp afgeven. Houd vlammen of
verwarmde voorwerpen uit de buurt van
vet en olie als u er mee kookt.
• De dampen die hete olie afgeeft kunnen
spontane ontbranding veroorzaken.
• Gebruikte olie die voedselresten bevat
kan brand veroorzaken bij een lagere
temperatuur dan olie die voor de eerste
keer wordt gebruikt.
• Plaats geen ontvlambare producten of
items die vochtig zijn door ontvlambare
producten in, bij of op het apparaat.
• Houd vonken of open vlammen uit de
buurt van het apparaat bij het openen
van de deur.
• Open de deur van het apparaat voorzichtig. Als u alcoholische toevoegingen
gebruikt, kan er alcohol-luchtmengsel
ontstaan.
•
•
•
•
•
•
•
•
– haal vochtige schotels en eten uit het
apparaat als u klaar bent met koken.
– wees voorzichtig bij het verwijderen
of bevestigen van accessoires.
Verkleuring van het email heeft geen
ongewenst effect op de werking van
het apparaat. Dit is geen defect dat
geldt voor het recht op garantie.
Gebruik voor cakes met veel vocht een
diep bakblik. Fruitsappen kunnen permanente vlekken maken.
Zet geen heet kookgerei op het bedieningspaneel.
Laat kookgerei niet droogkoken.
Laat geen voorwerpen of kookgerei op
het apparaat vallen. Het oppervlak kan
beschadigen.
Activeer de kookzones niet met leeg
kookgerei of zonder kookgerei erop.
Geen aluminiumfolie op het apparaat
leggen.
Pannen van gietijzer, aluminium of met
beschadigde bodems kunnen krassen
veroorzaken in het glaskeramiek. Til deze voorwerpen altijd op als u ze moet
verplaatsen op de kookplaat.
Deksel
• De specificatie van de deksel mag niet
worden veranderd.
• Maak de deksel regelmatig schoon.
• Open het deksel niet als er is geknoeid
op het oppervlak.
• Schakel alle branders uit voordat u het
deksel sluit.
• Sluit het deksel niet tot de kookplaat en
de oven volledig zijn afgekoeld.
• Glazen deksels kunnen breken als ze
warm worden (indien van toepassing).
WAARSCHUWING!
Risico op schade aan het apparaat.
• Om schade of verkleuring van het email
te voorkomen:
– Zet geen kookgerei of andere voorwerpen direct op de bodem van het
apparaat.
– Leg geen aluminiumfolie op de bodem van het apparaat.
– plaats geen water direct in het hete
apparaat.
2.3 Onderhoud en reiniging
WAARSCHUWING!
Gevaar voor letsel, brand en schade aan het apparaat.
NEDERLANDS
• Schakel het apparaat uit en trek de
stekker uit het stopcontact voordat u
onderhoudshandelingen verricht.
• Zorg ervoor dat het apparaat is afgekoeld. Er bestaat een risico dat de glasplaten kunnen breken.
• Vervang direct de glazen deurpanelen
als deze beschadigd zijn. Neem contact
op met de service-afdeling.
• Wees voorzichtig bij het verwijderen van
de deur uit het apparaat. De deur is
zwaar!
• Reinig het apparaat regelmatig om te
voorkomen dat het materiaal van het
oppervlak achteruitgaat.
• Resterend vet of voedsel in het apparaat kan brand veroorzaken.
• Maak het apparaat schoon met een
vochtige, zachte doek. Gebruik alleen
neutrale schoonmaakmiddelen. Gebruik
geen schuurmiddelen, schuursponsjes,
oplosmiddelen of metalen voorwerpen.
• Raadpleeg als u een ovenspray gebruikt eerst de aanwijzingen op de verpakking.
• Reinig niet het katalytisch emaille (indien
van toepassing) met een schoonmaakmiddel.
• De branders niet in de afwasautomaat
reinigen.
2.4 Binnenverlichting
• De gloeilampen of halogeenlampen in
dit apparaat zijn uitsluitend bedoeld
voor gebruik in huishoudelijke apparaten. Gebruik deze niet voor andere
doeleinden.
WAARSCHUWING!
Gevaar voor elektrische schokken!
• Voordat u het lampje vervangt, dient u
de stekker van het apparaat uit het
stopcontact te halen.
• Gebruik alleen lampjes met dezelfde
specificaties.
2.5 Verwijdering
WAARSCHUWING!
Gevaar voor letsel of verstikking.
• Haal de stekker uit het stopcontact.
• Snijd het netsnoer van het apparaat af
en gooi dit weg.
• Verwijder de deurgreep om te voorkomen dat kinderen en huisdieren opgesloten raken in het apparaat.
3. BESCHRIJVING VAN HET PRODUCT
3.1 Algemeen overzicht
1
2
3
4
1 Toetsen voor de kookplaat
5
2 Elektronische tijdschakelklok
3 Knop voor ovenfuncties
6
5
9
4
3
2
1
7
8
7
4 Knop voor de temperatuur
5 Temperatuurweergave
6 Verwarmingselement
7 Ovenlampje
8 Ventilator- en verwarmingselement
9 Inzetniveaus
8
www.electrolux.com
3.2 Indeling kookplaat
1
1 Stoomuitlaat
2
5
2 Normale brander
3 Sudderbrander
4 Snelle brander
4
3
3.3 Accessoires
• Ovenrek
Voor kookgerei, bak- en braadvormen.
• Vlakke bakplaat
Voor gebak en koekjes.
• Braadpan
5 Normale brander
Voor braden en roosteren of als pan om
vet op te vangen.
• Bewaarlade
Onder de ovenruimte bevindt zich een
bewaarlade.
4. VOOR HET EERSTE GEBRUIK
WAARSCHUWING!
Raadpleeg de hoofdstukken Veiligheid.
4.1 Eerste reiniging
• Verwijder alle accessoires en uitneembare rails (indien van toepassing).
• Reinig het apparaat voor het eerste gebruik.
Zie het hoofdstuk "Onderhoud en
reiniging".
4.2 Tijd instellen
U moet de tijd instellen voordat u
de oven bedient.
Als het apparaat wordt aangesloten op de
stroomtoevoer of na een stroomonderbreking, gaat het indicatielampje voor de tijd
knipperen.
Druk op de toets + of - om de juiste tijd in
te stellen.
Na ongeveer 5 seconden stopt het knipperen en geeft de klok de ingestelde tijd
van de dag weer.
Druk om de tijd te wijzigen herhaaldelijk op
tot het indicatielampje voor de tijd knippert. U
moet de functie Bereidingsduur
of Einde
niet gelijktijdig instellen.
4.3 Voorverwarmen
Verwarm het apparaat voor om het resterende vet weg te branden.
NEDERLANDS
1.
2.
3.
4.
5.
Stel de functie
en de maximumtemperatuur in.
Laat het apparaat een uur aan staan.
Stel de functie
en de maximumtemperatuur in.
Laat het apparaat tien minuten aan
staan.
Stel de functie
temperatuur in.
9
6.
Laat het apparaat tien minuten aan
staan.
Accessoires kunnen heter worden dan
normaal. Het apparaat kan een vreemde
geur en rook afgeven. Dit is normaal. Zorg
dat er voldoende luchtcirculatie is.
en de maximum-
5. KOOKPLAAT - DAGELIJKS GEBRUIK
WAARSCHUWING!
Raadpleeg de hoofdstukken Veiligheid.
A
5.1 De branders aansteken
B
WAARSCHUWING!
Ga voorzichtig te werk bij het gebruik van branders (open vuur) in
de keuken. De fabrikant kan niet
aansprakelijk gesteld worden in
geval van onjuist gebruik van de
vlam.
De brander steeds aansteken alvorens het kookgerei erop te
plaatsen.
1.
2.
3.
Druk de knop helemaal in en draai
hem naar de maximale stand
. Bij
het indrukken van de knop wordt de
vonkontsteking automatisch geactiveerd.
Houd de bedieningsknop ongeveer
10 seconden ingedrukt. Het thermokoppel kan dan opwarmen. Als u dat
niet doet, wordt de gastoevoer onderbroken.
Stel de vlam af zodra deze regelmatig
brandt.
Als de brander na enkele pogingen niet aan gaat, controleer dan
of de kroon en het branderdeksel
goed op hun plaats zitten.
C
D
A)
B)
C)
D)
Branderdeksel
Branderkroon
Ontstekingsbougie
Thermokoppeling
WAARSCHUWING!
Als de brander na 10 seconden
niet aan gaat, laat u de knop los
en draait u de knop naar de uitstand. Wacht 1 minuut voordat u
de brander nogmaals probeert
aan te steken.
U kunt de brander aansteken zonder elektrisch apparaat (bijvoorbeeld wanneer er geen elektriciteit
is in de keuken). Breng hiertoe de
vlam dicht bij de brander, druk de
knop 10 seconden in en draai de
knop naar de stand voor maximale gasuitgifte.
Als de brander per ongeluk dooft,
draait u de knop naar de uitstand.
Wacht 1 minuut voordat u de
brander nogmaals probeert aan te
steken.
10 www.electrolux.com
De vonkontsteking kan automatisch starten wanneer u de stekker
in het stopcontact steekt, na de
installatie of na een stroomonderbreking. Dat is normaal.
WAARSCHUWING!
Draai de vlam altijd lager of schakel de brander uit voordat u de
pan van de brander haalt.
5.2 De brander uitschakelen
Draai de knop naar het symbool
de vlam te doven.
om
6. KOOKPLAAT - HANDIGE AANWIJZINGEN EN TIPS
WAARSCHUWING!
Raadpleeg de hoofdstukken Veiligheid.
6.1 Energiebesparing
• Doe indien mogelijk altijd een deksel op
het kookgerei.
• Wanneer de vloeistof begint te koken,
draait u de vlam omlaag, totdat de
vloeistof zachtjes pruttelt.
Brander
Diameter van het
kookgerei
Snel
160 - 240 mm
Normaal
120 - 220 mm
Sudder
80 - 160 mm
Gebruik kookgerei met een bodem die zo
dik en plat mogelijk is.
WAARSCHUWING!
Gebruik pannen met een bodem
die geschikt zijn voor de afmeting
van de brander.
7. KOOKPLAAT - ONDERHOUD EN REINIGING
WAARSCHUWING!
Raadpleeg de hoofdstukken Veiligheid.
Reinig het apparaat telkens na gebruik
Gebruik altijd pannen met een schone bodem.
WAARSCHUWING!
Schakel het apparaat uit en laat
het afkoelen voordat u het
schoonmaakt. Trek de stekker
van het apparaat uit het stopcontact voordat u reinigings- of onderhoudswerkzaamheden aan het
apparaat gaat uitvoeren.
WAARSCHUWING!
Reiniging van het apparaat met
een stoom- of hogedrukreiniger is
om veiligheidsredenen niet toegestaan.
WAARSCHUWING!
Gebruik geen agressieve reinigingsmiddelen, sponzen van
staalwol of zuren. Deze kunnen
het apparaat beschadigen.
Krassen of donkere vlekken op de
oppervlakte hebben geen invloed
op de werking van het apparaat.
• U kunt de pannendrager verwijderen
voor een gemakkelijke reiniging van de
kookplaat.
NEDERLANDS
• Was de geëmailleerde delen, het deksel
en de kroon met een warm sopje en
laat ze goed drogen alvorens ze terug
te plaatsen.
• Was de onderdelen van roestvrij staal af
met water en droog ze vervolgens met
een zachte doek.
• De pannendrager mag niet in de afwasautomaat worden afgewassen. Hij
moet met de hand worden afgewassen.
• Als u de pannendrager met de hand afwast, let dan op bij het afdrogen, omdat hij door het emailleerproces soms
scherpe randen heeft. Verwijder hard-
11
nekkige vlekken zo nodig met een pastareiniger.
• Zorg ervoor dat u de pannendrager na
de reiniging correct terugplaatst.
• Om ervoor te zorgen dat de branders
goed werken, moeten de armen van de
pannendrager in het midden van de
brander worden geplaatst.
• Ga zeer voorzichtig te werk bij het
vervangen van de pannendrager, dit
om schade aan het oppervlak van
de kookplaat te vermijden.
Droog het apparaat na reiniging af met
een zachte doek.
8. OVEN - DAGELIJKS GEBRUIK
WAARSCHUWING!
Raadpleeg de hoofdstukken Veiligheid.
2.
8.1 Koelventilator
Als het apparaat in werking is, wordt de
koelventilator automatisch ingeschakeld
om de oppervlakken van het apparaat
koel te houden. Na het uitschakelen van
het apparaat blijft de ventilatie door werken totdat de temperatuur in het apparaat
is afgekoeld.
3.
Draai de knop voor de temperatuur
naar een temperatuur.
Het temperatuurlampje gaat aan zolang de temperatuur in het apparaat
stijgt.
Draai om het apparaat uit te schakelen, de knop voor de ovenfuncties en
de knop voor de temperatuur in de
uit-stand.
8.2 Het apparaat aan- en
uitzetten
1.
Draai de knop voor de ovenfuncties
naar een ovenfunctie.
8.3 Ovenfuncties
Ovenfunctie
Uit-stand
Applicatie
Het apparaat staat uit.
Voor het braden of braden en bakken van gerechten
waarvoor dezelfde bereidingstemperatuur nodig is, op
meer dan één steunhoogte, zonder dat er smaken worMulti hetelucht
den overgebracht van het ene naar het andere gerecht.
Stel de oventemperatuur (20-40 °C) lager in dan bij bereiding met onder- en bovenwarmte.
12 www.electrolux.com
Ovenfunctie
Boven + onderwarmte
Applicatie
Bakken en braden op 1 ovenniveau. De bovenste en onderste verwarmingselementen worden gelijktijdig ingeschakeld.
Om pizza, quiche of hartige taart te maken. Stel de ovenPizza hetelucht temperatuur (20-40 °C) lager in dan bij bereiding met onder- en bovenwarmte.
Circulatiegrill
Voor het bakken van grote stukken vlees. Het grillelement
en de ovenventilator werken samen, zodat de hete lucht
rond de gerechten circuleert.
Grill intens
Voor het grillen van platte gerechten in grote hoeveelheden. Voor het maken van toast. Het volledige grillelement
wordt geactiveerd.
Licht koken
Om te bakken in bakblikken en te drogen op één niveau
bij lage temperatuur.
Ontdooien
Voor het ontdooien van diepvriesvoedsel.
Ovenlampje
Het ovenlampje activeren zonder een bereidingsfunctie.
8.4 De ovenaccessoires plaatsen
De diepe pan en het ovenrooster
hebben zijranden. Deze randen en
de vorm van de geleidestangen
vormen een speciaal accessoire
om te zorgen dat het kookgerei
niet verschuift.
Het ovenrooster en de diepe pan samen plaatsen
Plaats het ovenrooster op de diepe pan.
Plaats de diepe pan tussen de geleidestangen van een van de ovenniveaus.
NEDERLANDS
13
9. OVEN - KLOKFUNCTIES
9.1 Elektronische tijdschakelklok
1
2
1
1 Functie-indicatielampjes
2 Tijdindicatie
3 Toets +
4 Keuzetoets
hr min
5
4
5 Toets -
3
Klokfunctie
Tijdstip van de
dag
Toepassing
Het tijdstip van de dag instellen, wijzigen of controleren.
Kookwekker
Voor het instellen van een afteltijd. Deze functie heeft
geen invloed op de werking van de oven.
Duur
Instellen hoe lang het apparaat in werking moet zijn.
Einde
Instellen wanneer het apparaat moet worden uitgeschakeld.
U kunt Duur en Eindtijd tegelijkertijd gebruiken om in te stellen
wanneer het apparaat moet worden geactiveerd, en vervolgens
gedeactiveerd. Stel eerst de Duur
in, en daarna de Eindtijd.
hr min
9.2 De klokfuncties instellen
1.
2.
Stel voor Bereidingsduur
en Einde
een ovenfunctie en temperatuur
in. Dit is niet nodig voor de kookwekker
.
Druk meerdere malen op de keuzetoets tot het functielampje voor de benodigde klokfunctie knippert.
3.
4.
Druk op + of - om de benodigde
klokfunctie in te stellen.
Het display toont de weergave voor
de klokfunctie die u instelt. Wanneer
de ingestelde tijd is verlopen, knippert
het indicatielampje en klinkt er gedurende twee minuten een geluidssignaal.
Bij de functies Bereidingsduur
en Einde
schakelt het apparaat
automatisch uit.
Druk op een toets om het signaal uit
te zetten.
14 www.electrolux.com
5.
Draai de knop voor de ovenfuncties
en de temperatuurknop naar de uit
stand.
2.
Druk op de toets - en houdt de toets
ingedrukt.
De klokfunctie gaat na een paar seconden uit.
9.3 De klokfuncties annuleren
1.
Druk meerdere malen op de keuzetoets tot het gewenste functielampje
knippert.
10. OVEN - HANDIGE AANWIJZINGEN EN TIPS
WAARSCHUWING!
Raadpleeg de hoofdstukken Veiligheid.
De temperaturen en baktijden in
de tabellen zijn slechts als richtlijn
bedoeld. Deze zijn afhankelijk van
de recepten en de kwaliteit en de
hoeveelheid van de gebruikte ingrediënten.
LET OP!
Gebruik voor cakes met veel
vocht een diep bakblik. Vruchtensappen kunnen het emaille beschadigen.
10.1 Bakken
Algemene aanwijzingen
• Uw nieuwe oven kan een andere bak-/
braadverhouding hebben dan het apparaat dat u tot nu toe gebruikt heeft.
Pas uw normale instellingen (temperatuur, gaartijden) en de ovenniveaus aan
de tabelwaarden aan.
• Bij langere baktijden kunt u de oven ca.
10 minuten voor het einde van de baktijd uitschakelen, om te profiteren van
de restwarmte.
Wanneer u diepgevroren levensmiddelen gebruikt, kunnen de platen in
de oven tijdens het bakken vervormen. Wanneer de platen afkoelen,
verdwijnt de vervorming.
Aanwijzigen bij de baktabellen
• Wij raden aan om de eerste keer de lagere temperatuur in te stellen.
• Als u geen concrete aanwijzingen kunt
vinden voor uw eigen recept, kijkt u dan
bij een soortgelijk product.
• Bij het bakken van gebak op meerdere
niveaus kan de baktijd ca. 10-15 minuten langer zijn.
• Als het gebak niet overal even hoog is,
wordt het gebak in het begin van het
bakproces niet overal even bruin. Verander in dit geval de temperatuurinstelling niet. De verschillen verminderen tijdens het bakproces.
10.2 Baktips
Bakresultaat
Mogelijke oorzaak
Oplossing
De onderkant van de cake is te licht van kleur.
Verkeerde rekstand.
Plaats de cake lager.
De cake zakt in (wordt
klef, klonterig, streperig).
De oventemperatuur is te
hoog.
De volgende keer dat u
een cake bakt, stelt u de
baktemperatuur lager in.
Te korte baktijd.
Baktijd verlengen. Baktijden kunnen niet worden verkort door hogere baktemperaturen.
De cake zakt in (wordt
klef, klonterig, streperig).
NEDERLANDS
Bakresultaat
15
Mogelijke oorzaak
Oplossing
Er zit te veel vloeistof in
het mengsel.
Minder vocht gebruiken.
Let op de kneedtijden,
vooral bij het gebruik van
keukenmachines.
De cake is te droog.
De oventemperatuur is te
laag.
De volgende keer dat u
een cake bakt, stelt u de
baktemperatuur hoger in.
De cake is te droog.
Te lange baktijd.
De volgende keer dat u
een cake bakt, gebruikt u
een kortere baktijd.
De cake wordt ongelijkmatig bruin.
De oventemperatuur is te
hoog en de baktijd te
kort.
De baktemperatuur lager
instellen en de baktijd
verlengen.
De cake wordt ongelijkmatig bruin.
Het deeg is niet gelijkmatig verdeeld.
Verdeel het deeg gelijkmatig over de bakplaat.
De cake wordt niet gaar
binnen de aangegeven
baktijd.
De oventemperatuur is te
laag.
De volgende keer dat u
een cake bakt, stelt u de
baktemperatuur een
beetje hoger in.
De cake zakt in (wordt
klef, klonterig, streperig).
10.3 Licht koken
Tips voor de functie Licht
koken:
• Gebruik de functie om te bakken in bakblikken en te drogen
op één niveau bij lage temperatuur.
• Bak maar één bakblik of bakplaat tegelijkertijd.
• Als u de oven wilt voorverwar.
men, gebruik dan
Verwarmingssoort
Temperatuur °C
Tijd in minuten
Koekjes
180 – 190
10 - 201)
Gebak: Soesjes
180 – 190
30 - 401)
Gebak: Zandtaartdeeg
180 - 190
25 - 351)
80-100
120 - 150
Schuimgebakjes
1) Oven voorverwarmen.
10.4 Multi hetelucht
16 www.electrolux.com
Bakken op één gebruiksniveau
Bakken in vormen
Verwarmingssoort
Plaathoogte
Temperatuur °C
Tijd in min.
Tulband of brioche
2
150 - 160
50 - 70
Zandgebak/vruchtencake
1-2
140 - 160
50 - 90
Fatless sponge
cake
3
150 - 160 1)
25 - 40
Taartbodem van
zandtaartdeeg
2
170-180 1)
10 - 25
Taartbodem roerdeeg
2
150 - 170
20 - 25
2-3
160
60 - 90
Plaathoogte
Temperatuur °C
Tijd in min.
3
150 - 160
20 - 40
3
150
35 - 55
3
160 - 170
40 - 80
Plaathoogte
Temperatuur °C
Tijd in min.
Zandkoekjes
3
150 - 160
10 - 20
Short bread / Pastry Stripes
3
140
20 - 35
Roerdeegkoekjes
3
150 - 160
15 - 20
Eiwitgebak,
schuimgebak
3
80 - 100
120 - 150
Bitterkoekjes
3
100 - 120
30 - 50
Klein gerezen gebak
3
150 - 160
20 - 40
Apple pie (2 vormen Ø20cm, diagonaal geplaatst)
1) Oven voorverwarmen
Gebak op bakplaat
Verwarmingssoort
Kruimeltaart
(droog)
Vruchtentaart (op
gistdeeg/roerdeeg)
1)
Vruchtentaart met
kruimeldeeg
1) Gebruik diepe pan
Koekjes
Verwarmingssoort
NEDERLANDS
Verwarmingssoort
Plaathoogte
Temperatuur °C
Tijd in min.
Klein bladerdeeggebak
3
170 - 180 1)
20 - 30
Bolletjes
3
160 1)
10 - 35
Small cakes (20
per plaat)
3
150 1)
20 - 35
1) Oven voorverwarmen
Tabel voor ovenschotels en gegratineerde gerechten
Schotel
Plaathoogte
Temperatuur °C
Tijd in min.
Stokbroden bedekt met gesmolten kaas
1
160 - 170 1)
15 - 30
Gevulde groente
1
160 - 170
30- 60
Temperatuur °C
Tijd in min.
1) Oven voorverwarmen
Bakken op meerdere niveaus
Gebak op bakplaat
Verwarmingssoort
Plaathoogte
2 niveaus
Roomsoezen/tompoezen
2/4
160 - 180 1)
25 - 45
Kruimeltaart
2/4
150 - 160
30 - 45
Temperatuur °C
Tijd in min.
1) Oven voorverwarmen
Koekjes/small cakes/gebak/broodjes
Verwarmingssoort
Plaathoogte
2 niveaus
Zandkoekjes
2/4
150 - 160
20 - 40
Zandtaartdeeg/
Deegreepjes
2/4
140
25 - 45
Roerdeegkoekjes
2/4
160 - 170
25 - 40
Eiwitgebak,
schuimgebak
2/4
80 - 100
130 - 170
Bitterkoekjes
2/4
100 - 120
40 - 80
Klein gerezen gebak
2/4
160 - 170
30 - 60
Klein bladerdeeggebak
2/4
170 - 180 1)
30 - 50
Bolletjes
2/4
180 1)
25- 40
17
18 www.electrolux.com
Verwarmingssoort
Small cakes (20
per plaat)
Plaathoogte
2 niveaus
Temperatuur °C
Tijd in min.
150 1)
20 - 40
2/4
1) Oven voorverwarmen
10.5 Bakken op één niveau:
Bakken in vormen
Verwarmingssoort
Plaathoogte
Temperatuur °C
Tijd in min.
Tulband of brioche
2
160 - 180
50 - 70
Zandgebak/vruchtencake
1-2
150 - 170
50 - 90
Fatless sponge
cake
3
170 1)
25 - 40
Taartbodem van
zandtaartdeeg
2
190 - 210 1)
10 - 25
Taartbodem roerdeeg
2
170 - 190
20 - 25
Apple pie (2 vormen Ø20cm, diagonaal geplaatst)
1-2
180
60 - 90
Hartige taart (bijv.
quiche lorraine)
1
180 - 220
35- 60
1-2
160 - 180
60 - 90
Plaathoogte
Temperatuur °C
Tijd in min.
Vlechtbrood/
broodkrans
2
170 - 190
40 - 50
Kerststol
2
160 - 180 1)
50 - 70
Kwarktaart
1) Oven voorverwarmen
Gebak op bakplaat
Verwarmingssoort
Brood (roggebrood):
1. Eerste deel
van het bakproces.
2. Tweede deel
van het bakproces.
Roomsoezen/tompoezen
1-2
3
1.
230 1)
1.
2.
160 - 180 1)
2.
190 - 210 1)
20
30 - 60
20 - 35
NEDERLANDS
Verwarmingssoort
Plaathoogte
Temperatuur °C
Tijd in min.
Koninginnenbrood
(opgerolde cake
met jam)
3
180 - 200 1)
10 - 20
Kruimeltaart
(droog)
3
160 - 180
20 - 40
Amandelcake/suikertaart
3
190 - 210 1)
20 - 30
3
170
35 - 55
Vruchtentaart met
kruimeldeeg
3
170 - 190
40 - 60
Plaatkoek met
kwetsbare garnering (bijv. kwark,
room, puddingvulling)
3
160 - 180 1)
40 - 80
Pizza (met veel
garnering) 2)
1-2
190 - 210 1)
30 - 50
Pizza (dunne korst)
1-2
220 - 250 1)
15 - 25
Ongedesemd
brood
1
230 - 250
10 - 15
Vlaaien (CH)
1
210 - 230
35 - 50
Inzetniveaus
Temperatuur °C
Tijd in min.
Zandkoekjes
3
170 - 190
10 - 20
Short bread/ Pastry Stripes
3
160 1)
20 - 35
Roerdeegkoekjes
3
170 - 190
20 - 30
Eiwitgebak,
schuimgebak
3
80 - 100
120- 150
Bitterkoekjes
3
120 - 130
30 - 60
Klein gerezen gebak
3
170 - 190
20 - 40
Klein bladerdeeggebak
3
190 - 210 1)
20 - 30
Bolletjes
3
190 - 2101)
10 - 55
Vruchtentaart (op
gistdeeg/roerdeeg)
2)
1) Oven voorverwarmen
2) Gebruik diepe pan
Koekjes
Verwarmingssoort
19
20 www.electrolux.com
Verwarmingssoort
Small cakes (20
per plaat)
Inzetniveaus
Temperatuur °C
Tijd in min.
3-4
170 1)
20 - 30
1) Oven voorverwarmen
Tabel voor ovenschotels en gegratineerde gerechten
Inzetniveaus
Temperatuur °C
Tijd in min.
Pastaschotel
Schotel
1
180 - 200
45 - 60
Lasagne
1
180 - 200
35 - 50
Groentegratin
1
180 - 200 1)
15 - 30
Stokbroden bedekt met gesmolten kaas
1
200 - 220 1)
15 - 30
Zoete ovenschotels
1
180 - 200
40 - 60
Visschotels
1
180 - 200
40 - 60
Gevulde groente
1
180 - 200
40 - 60
Plaathoogte
Temperatuur °C
Tijd min.
1)
1-2
200 - 230 2)
10 - 20
Pizza (met veel
garnering) 1)
1-2
180 - 200
20 - 35
Taarten
1-2
170 - 200
35 - 55
Spinazietaart
1-2
160 - 180
45 - 60
Quiche Lorraine
(hartige taart)
1-2
170 - 190
45 - 55
Zwitserse flan
1-2
170 - 200
35 - 55
Kwarktaart
1-2
140 - 160
60 - 90
Appeltaart, bedekt
1-2
150 - 170
50 - 60
Groentetaart
1-2
160 - 180
50 - 60
Ongedesemd
brood
2-3
230 - 250 2)
10 - 20
Bladerdeegtaart
2-3
160 - 180 2)
45 - 55
Flammekuchen
2-3
230 - 250 2)
12 - 20
1) Oven voorverwarmen
10.6 Pizzafunctie
Verwarmingssoort
Pizza (dunne korst)
NEDERLANDS
Verwarmingssoort
Piroggen (Russische variant op
calzone)
Plaathoogte
Temperatuur °C
Tijd min.
2-3
180 - 200 2)
15 - 25
21
1) Gebruik diepe pan
2) Oven voorverwarmen
zig) of op een rooster boven de braadpan.
• Braad mager vlees in een braadpan
met deksel. Op die manier blijft het
vlees sappiger.
• Alle soorten vlees, die een korst moeten
krijgen, kunt u in de braadschaal zonder deksel braden.
10.7 Braden
Braadservies
• Gebruik hittebestendig servies om te
braden (lees de instructies van de fabrikant).
• Grote braadstukken kunt u direct in de
diepe braadpan braden (indien aanwe-
10.8 Braden met boven- en onderwarmte
Rundvlees
Soort vlees
Stoofvlees
Hoeveelheid
Plaathoogte
Temperatuur
°C
Tijd in min.
1-1,5 kg
1
200 - 230
105 - 150
Rosbief of ossehaas: rood
per cm dikte
1
230 - 2501)
6-8
Rosbief of ossehaas: medium
per cm dikte
1
220 - 230
8 - 10
Rosbief of ossehaas: gaar
per cm dikte
1
200 - 220
10 - 12
1) Oven voorverwarmen
Varkensrug
Soort vlees
Hoeveelheid
Plaathoogte
Temperatuur
°C
Tijd in min.
Schouderstuk,
nekstuk, hamlap
1-1,5 kg
1
210 - 220
90 - 120
Kotelet, ribbetje
1-1,5 kg
1
180 - 190
60 - 90
Gehaktbrood
750 g -1 kg
1
170 - 190
50 - 60
Varkensschenkel
(voorgekookt)
750 g -1 kg
1
200 - 220
90 - 120
22 www.electrolux.com
Kalfsvlees
Soort vlees
Hoeveelheid
Plaathoogte
Temperatuur
°C
Tijd in min.
1 kg
1
210 - 220
90 - 120
1,5-2 kg
1
200 - 220
150 - 180
Geroosterd
kalfsvlees1)
Kalfsschenkel
1) gebruik een afgesloten braadpan
Lamsvlees
Soort vlees
Hoeveelheid
Plaathoogte
Temperatuur
°C
Tijd in min.
Lamsbout, geroosterd lamsvlees
1 - 1,5 kg
1
210 - 220
90 - 120
Lamsrug
1 - 1,5 kg
1
210 - 220
40 - 60
Soort vlees
Hoeveelheid
Plaathoogte
Temperatuur
°C
Tijd in min.
Hazenrug, hazenbout
tot 1 kg
1
220 - 240 1)
30 - 40
Reerug, hertenrug
1,5-2 kg
1
210 - 220
35 - 40
Reebout, hertenbout
1,5-2 kg
1
200 - 210
90 - 120
Wild
1) Oven voorverwarmen
Gevogelte
Soort vlees
Hoeveelheid
Plaathoogte
Temperatuur
°C
Tijd in min.
Stukken gevogelte
200-250g elk
1
220 - 250
20 - 40
Halve kip
400-500 g elk
1
220 - 250
35 - 50
Kip, haantje
1-1,5 kg
1
220 - 250
50 - 70
Eend
1,5-2 kg
1
210 - 220
80 - 100
Gans
3,5-5 kg
1
200 - 210
150 - 180
Kalkoen
2,5-3,5 kg
1
200 - 210
120 - 180
Kalkoen
4-6 kg
1
180 - 200
180 - 240
NEDERLANDS
23
Vis
Soort vlees
Hele vis
Hoeveelheid
Plaathoogte
Temperatuur
°C
Tijd in min.
1-1,5 kg
1
210 - 220
40 - 70
10.9 Braden met circulatiegrill
Rundvlees
Soort vlees
Hoeveelheid
Plaathoogte
Temperatuur
°C
Tijd min.
Rosbief of ossehaas: rood
per cm dikte
1
190 - 200 1)
5-6
Rosbief of ossehaas: medium
per cm dikte
1
180 - 190
6-8
Rosbief of ossehaas: gaar
per cm dikte
1
170 - 180
8 - 10
1) Oven voorverwarmen
Varkensrug
Soort vlees
Hoeveelheid
Plaathoogte
Temperatuur
°C
Tijd min.
Schouderstuk,
nekstuk, hamlap
1-1,5 kg
1
160 - 180
90 - 120
Kotelet, ribbetje
1-1,5 kg
1
170 - 180
60 - 90
Gehaktbrood
750 g -1 kg
1
160 - 170
50 - 60
Varkensschenkel (voorgekookt)
750 g -1 kg
1
150 - 170
90 - 120
Hoeveelheid
Plaathoogte
Temperatuur
°C
Tijd min.
1 kg
1
160 - 180
90 - 120
1,5-2 kg
1
160 - 180
120 - 150
Kalfsvlees
Soort vlees
Geroosterd
kalfsvlees
Kalfsschenkel
24 www.electrolux.com
Lamsvlees
Soort vlees
Hoeveelheid
Plaathoogte
Temperatuur
°C
Tijd min.
Lamsbout, geroosterd lamsvlees
1-1,5 kg
1
150 - 170
100 - 120
Lamsrug
1-1,5 kg
1
160 - 180
40 - 60
Soort vlees
Hoeveelheid
Plaathoogte
Temperatuur
°C
Tijd min.
Stukken gevogelte
200-250 g elk
1
200 - 220
30 - 50
Halve kip
400-500 g elk
1
190 - 210
35 - 50
Kip, haantje
1-1,5 kg
1
190 - 210
50 - 70
Eend
1,5-2 kg
1
180 - 200
80 - 100
Gans
3,5-5 kg
1
160 - 180
120 - 180
Kalkoen
2,5-3,5 kg
1
160 - 180
120 - 150
Kalkoen
4-6 kg
1
140 - 160
150 - 240
Gevogelte
10.10 Grillen
Gebruik de grilfunctie altijd met maximale temperatuurinstelling
Tijdens het grillen moet de ovendeur altijd gesloten zijn
• Altijd de pan plaatsen om vet op te vangen op de eerste inschuifhoogte.
• Alleen platte stukken vlees of vis grillen.
De grillzone bevindt zich in het midden
van het rooster
Lege oven met grilfuncties altijd 5
minuten voorverwarmen.
• Rooster op inschuifhoogte plaatsen,
zoals aangeraden in grilleertabel.
Grillen
VoedingsPlaathoogsoorten voor
te
grillen
Grilltijd in min.
Temperatuur °C
1e kant
2e kant
Burgers
4
Maximaal 1)
9 - 15
8 - 13
Varkenshaas
4
Maximaal
10 - 12
6 - 10
Worstjes
4
Maximaal
10 - 12
6-8
Runderfilet,
kalfsbiefstukken
4
Maximaal
7 - 10
6-8
4-5
Maximaal 1)
1-4
1-4
Geroosterd
brood
NEDERLANDS
VoedingsPlaathoogsoorten voor
te
grillen
Brood met iets
erop
25
Grilltijd in min.
Temperatuur °C
4
Maximaal
1e kant
2e kant
6-8
-
1) Oven voorverwarmen
Gebruik voor het afdekken geen borden
of schotels. Hierdoor kan de ontdooitijd
worden verlengd.
Gebruik de eerste rekstand van de oven.
Het inzetniveau onderaan.
10.11 Ontdooien
Haal het voedsel uit de verpakking. Doe
het voedsel op een bord.
Schotel
Ontdooitijd
in min.
Verdere ontdooitijd in min.
Opmerking
Kip 1000 g
100 - 140
20 - 30
Kip op een omgedraaid
schoteltje in een groot
bord leggen, halverwege de tijd omdraaien
Vlees, 1000 g
100 - 140
20 - 30
Halverwege de bereidingstijd omdraaien
Vlees, 500 g
90 - 120
20 - 30
Halverwege de bereidingstijd omdraaien
Forel, 150g
25 - 35
10 - 15
-
Aardbeien, 300g
30 - 40
10 - 20
-
Boter, 250g
30 - 40
10 - 15
-
Room, 2 x 200 g
80 - 100
10 - 15
Room kan ook met nog
licht bevroren deeltjes
goed worden geklopt
Taart, 1400 g
60
Informatie over acrylamides
Belangrijk! Volgens recente
wetenschappelijke informatie kan het
intensief bruinen van levensmiddelen (met
name in producten die zetmeel bevatten),
60
-
een gezondheidsrisico vormen tengevolge
van acrylamides. Om die reden adviseren
wij levensmiddelen zoveel mogelijk bij lage
temperaturen gaar te laten worden en de
gerechten niet te veel te bruinen.
11. OVEN - ONDERHOUD EN REINIGING
WAARSCHUWING!
Raadpleeg de hoofdstukken Veiligheid.
• Maak de voorkant van het apparaat
schoon met een zachte doek en een
warm sopje.
• Gebruik voor metalen oppervlakken een
universeel reinigingsmiddel.
• Reinig de binnenkant van de oven na
elk gebruik. Vuil laat zich dan het makkelijkst verwijderen en kan niet aanbranden.
• Verwijder hardnekkig vuil met een speciale ovenreiniger.
• Reinig alle accessoires na elk gebruik
en laat ze drogen. Gebruik een zachte
26 www.electrolux.com
doek met warm water en een schoonmaakmiddel.
• Accessoire met antiaanbaklaag mogen
niet worden schoongemaakt met een
agressief reinigingsmiddel, voorwerpen
met scherpe randen of een afwasautomaat. Hierdoor kan de antiaanbaklaag
onherstelbaar worden beschadigd.
11.1 Inschuifrails
U kunt de inschuifrails verwijderen om de
zijwanden te reinigen.
Apparaten van roestvrij staal
of aluminium:
Maak de ovendeur alleen met een
natte spons schoon. Drogen met
een zachte doek.
Vermijd het gebruik van staalwol,
zure of schurende producten, deze kunnen de oppervlakken van
de oven beschadigen. Maak het
bedieningspaneel van de oven net
zo voorzichtig schoon.
Verwijderen van de inschuifrails
1
1.
Trek de inschuifrails bij de voorkant uit
de zijwand.
2.
Trek de inschuifrail bij de achterkant
uit de zijwand en verwijder deze.
2
De inschuifrails installeren
Installeer de inschuifrails in de omgekeerde volgorde.
Geldig bij de telescopische geleiders:
De pinnetjes op de telescopische
geleiders moeten naar voren wijzen!
LET OP!
Zorg ervoor dat de langste bevestigingsdraad voorin wordt aangebracht. De uiteinden van de twee
draden moeten naar achteren wijzen. Incorrecte installatie kan
schade aan het email toebrengen.
NEDERLANDS
27
WAARSCHUWING!
Als de glasplaten beschadigd raken of bekrast worden, worden ze
zwak en kunnen ze breken. Om
dit te voorkomen, moet u ze vervangen. Voor meer informatie,
neemt u contact op met de service afdeling.
11.2 De ovendeur reinigen
Om het reinigen te vergemakkelijken, verwijdert u best de ovendeur.
WAARSCHUWING!
Zorg dat het glas is afgekoeld alvorens u de glasplaat schoonmaakt. De glazen panelen kunnen
breken.
De deur verwijderen:
1.
2.
1
3.
4.
2
Wanneer u klaar bent met reinigen, plaatst
u de ovendeur terug in omgekeerde volgorde. Zorg ervoor dat u een klik hoort
wanneer u de deur terugplaatst. Gebruik
indien nodig enige kracht.
Open de deur helemaal.
Verplaats de schuif totdat u een klik
hoort.
Sluit de deur tot de schuif vergrendelt.
Verwijder de deur.
Om de deur te verwijderen, trek
de deur eerst aan de ene zijde
naar buiten en daarna aan de andere zijde.
11.3 Ovenglasplaten
De glasplaten van de ovendeur op
uw product kunnen in type en
vorm verschillen van de voorbeelden die u hier ziet. Het aantal
glasplaten kan ook verschillen.
Verwijderen en reinigen van de deurglazen
1.
B
Deurafdekking (B) aan de bovenkant
van de deur aan beide kanten vastpakken en naar binnen drukken om
de klemsluiting te ontgrendelen.
28 www.electrolux.com
2.
3.
4.
Voer de bovenstaande stappen uit in omgekeerde volgorde om de panelen te installeren.
LET OP!
De verwijderbare glasplaten hebben een markering aan één zijde.
Zorg ervoor dat de markering zich
in de linkerbovenhoek bevindt.
4.
Trek de deur naar voor om deze te
verwijderen.
Houd de deurglasplaten aan de bovenkant vast en trek deze een voor
een omhoog uit de geleiding.
Reinig de glasplaten.
Plaats het afdekglas terug.
11.5 De lade verwijderen
De lade onder de oven kan worden verwijderd om gemakkelijker te worden
schoongemaakt.
1. Trek de lade volledig naar buiten, tot
deze niet verder kan.
11.4 Ovenlampje
WAARSCHUWING!
Wees voorzichtig als u de ovenlamp vervangt. Er bestaat risico
op elektrische schokken.
2
1
Voordat u het ovenlampje vervangt:
• Schakel de oven uit.
• Verwijder de zekeringen in de zekeringenkast, of schakel de stroomonderbreker uit.
Leg een doek op de bodem van
de oven om schade aan het ovenlampje en het afdekglaasje te
voorkomen.
Het ovenlampje vervangen
Het afdekglas van het lampje bevindt
zich in de achterkant van de ovenruimte.
Draai het afdekglas van de lamp naar
rechts en verwijder het.
2. Reinig het afdekglas.
3. Vervang het ovenlampje met de relevante tegen 300 °C hittebestendig
ovenlampje.
1.
Gebruik hetzelfde ovenlamptype.
2.
Til de lade iets schuin omhoog en verwijder de lade uit de steunrails.
De lade plaatsen
Plaats de lade op de steunrails. Zorg
ervoor dat de uitsparingen goed in de
rails vallen.
2. Laat de lade tot horizontale stand
zakken en duw de lade naar binnen.
1.
WAARSCHUWING!
Wanneer de oven in gebruik is,
kan de lade heet worden. Bewaar
geen ontvlambare dingen in de
oven (bijv. schoonmaakmiddelen,
plastic zakken, ovenhandschoenen, papier, reinigingssprays,
enz).
NEDERLANDS
29
12. PROBLEMEN OPLOSSEN
WAARSCHUWING!
Raadpleeg de hoofdstukken Veiligheid.
Probleem
Mogelijke oorzaak
Oplossing
Er is geen vonk als de
brander wordt aangestoken
Er is geen elektrische
voeding
Controleer of het apparaat goed is aangesloten
en de elektrische voeding
is ingeschakeld.
Er is geen vonk als de
brander wordt aangestoken
Er is geen elektrische
voeding
Onderzoek de huisinstallatie (zekeringenkast).
Er is geen vonk als de
brander wordt aangestoken
De branderdeksel en
kroon zitten niet goed op
hun plaats
Controleer of de branderdeksel en kroon goed op
hun plaats zitten.
De vlam gaat meteen na
de ontsteking uit
Het thermokoppel is niet
voldoende opgewarmd
Houd, na het ontsteken
van de vlam, de knop circa 5 sec. ingedrukt.
De gasring brandt onregelmatig
De branderkroon is verstopt met etensresten
Controleer of de hoofdsproeier niet verstopt is
en of de branderkroon
schoon is.
De oven wordt niet warm
De oven is niet ingeschakeld
Schakel de oven in
De oven wordt niet warm
De klok is niet ingesteld
Stel de klok in
De oven wordt niet warm. De benodigde kookstanden zijn niet ingesteld
Controleer de kookstanden
De oven wordt niet warm
De zekering in de zekeringkast is doorgebrand
Controleer de zekering.
Als de zekering meer dan
een keer doorslaat, raadpleeg dan een bevoegde
elektricien.
Het ovenlampje brandt
niet
Het ovenlampje is kapot
Vervang het ovenlampje
Stoom en condens slaan
neer op de gerechten en
in de ovenruimte
Het gerecht heeft te lang
in de oven gestaan
Laat gerechten na het bereiden niet langer dan
15-20 minuten in de oven
staan
Op het display verschijnt
"12.00"
Een stroomonderbreking
Stel de klok opnieuw in
Als u niet zelf het probleem kunt verhelpen, neem dan contact op met uw verkoper of de klantenservice.
De contactgegevens van het servicecentrum staan op het typeplaatje. Het type-
plaatje bevindt zich aan de voorkant van
de binnenkant van de oven.
Wij adviseren u om de gegevens hier te noteren:
30 www.electrolux.com
Model (MOD.)
.........................................
Productnummer (PNC)
.........................................
Serienummer (S.N.)
.........................................
13. MONTAGE
WAARSCHUWING!
Raadpleeg de hoofdstukken Veiligheid.
Brander
Ø By-pass in
1/100 mm
Normaal
32
Snel
42
Afmetingen
Hoogte
847 - 867 mm
Breedte
596 mm
Categorie Apparaat
Diepte
600 mm
Gastoevoer
Ovencapaciteit
II2E+3+
G20/G25 (2E+)
20/25 mbar
74 l
G30/G31 (3+)
28-30/37 mbar
Bypassdiameter
Brander
Ø By-pass in
1/100 mm
Sudder
28
Gasbranders
BRANDER
AARDGAS
G20
20 mbar
LPG
(Butaan/Propaan) G30
28-30 mbar
Stadsgas
G110
8 mbar1)
Sudderbrander
Normale
brander
Rapid
(Snel)
Nominaal vermogen
(kW)
1
1.9
3
Branderbelasting
(m3/h)
0.095
0.181
0.286
Inspuitermarkering
1/100 mm
70
96
121
Nominaal vermogen
(kW)
1
2
2.9
Branderbelasting (g/
h)
73
145
211
Inspuitermarkering
1/100 mm
50
71
88
Nominaal vermogen
(kW)
1
2
2.8
Branderbelasting
(m3/h)
0.227
0.453
0.635
Inspuitermarkering
1/100 mm
142
210
291
NEDERLANDS
BRANDER
Stadsgas
G130
8 mbar1)
Sudderbrander
Normale
brander
Rapid
(Snel)
Diameter luchtregelaar (mm)
10
10
16
Nominaal vermogen
(kW)
1
2
2.9
Branderbelasting
(m3/h)
0.140
0.280
0.406
Inspuitermarkering
1/100 mm
127
195
255
31
1) Om het gastype te wijzigen, moeten de inspuiters apart worden aangevoerd.
13.1 Locatie van het apparaat
U kunt uw vrijstaand apparaat met kasten
aan een of twee zijden en in de hoek
plaatsen.
B
A
A
Minimum afstanden
Afmetingen
mm
A
2
B
685
13.2 Gasaansluiting
Kies vaste aansluitingen of gebruik een
flexibele leiding van roestvrij staal, in overeenstemming met de voorschriften die
van kracht zijn. Als u flexibele metalen leidingen gebruikt, moet u opletten dat deze
niet in aanraking komen met bewegende
onderdelen, of dat ze niet vastgeklemd
worden.
13.3 Aansluiting van flexibele
niet-metalen leidingen
Als het mogelijk is om de aansluiting overal in de aansluitzone gemakkelijk te con-
troleren, kunt u een flexibele leiding gebruiken. De flexibele leiding moet goed
worden aangespannen door klemmen.
Montage: gebruik de leidinghouder. Koppel altijd de pakking vast. Ga vervolgens
door met de gasaansluiting. De flexibele
leiding is klaar voor gebruik als de leiding:
– niet warmer wordt dan kamertemperatuur, warmer dan 30 °C;
– niet langer is dan 1500 mm;
– geen knikken vertoont;
– niet onderworpen is aan tractie of torsie;
– niet in aanraking komt met scherpe
randen of hoeken;
– gemakkelijk onderzocht kan worden om
de toestand ervan te controleren.
De controle van de staat van de flexibele
leiding bestaat erin te controleren of:
– de leiding geen barsten, sneden, vlekken of brandsporen vertoont op de
twee uiteinden en over de volledige
lengte;
– het materiaal niet gehard is, maar de
juiste elasticiteit vertoont;
– de bevestigingsklemmen niet verroest
zijn;
– de vervaldatum niet is verstreken.
Als er één of meerdere defecten waarneembaar zijn, mag de leiding niet worden
gerepareerd, maar moet deze worden
vervangen.
Controleer wanneer de installatie
is voltooid of alle leidingfittingen
goed zijn afgedicht. Gebruik een
zeepoplossing, geen vlam!
De gastoevoer bevindt zich aan de achterkant van het bedieningspaneel.
32 www.electrolux.com
WAARSCHUWING!
Trek de stekker uit het stopcontact of trek de zekering uit
vóór u het gas aansluit. Sluit
de hoofdkraan van de gastoevoer.
A
B
1.
2.
3.
C
E
13.5 Vervanging van
gasinspuiters
Verwijder de pannendrager.
Verwijder de branderkappen en -kronen.
Verwijder de inspuiters met dopsleutel
nr. 7. Vervang ze door de inspuiters
die nodig zijn voor het type gas dat u
gebruikt.
D
A) Gasaansluitingspunt (er is slechts één
B)
C)
D)
E)
punt geschikt voor het apparaat)
Pakking
Instelbare aansluiting
Houder voor de aardgaspijp
LPG leidinghouder
Om naar stadsgas te veranderen
(G110/G120/G2.350), bevestigt u
de luchtregelaar op de hoofdinspuiter. Draai deze zo goed mogelijk vast.
Het toestel is ingesteld op standaard gas. Als u de instelling wilt
wijzigen, kiest u de bijbehorende
pijphouder uit de lijst. Gebruik altijd de pakkingafdichting.
13.4 Aanpassing aan
verschillende types gas
WAARSCHUWING!
Alleen bevoegde personen mogen
de afstelling aan verschillende types gas uitvoeren.
Dit apparaat is bedoeld om met
aardgas te werken.
Met de correcte gasinspuiters kan
het apparaat ook met vloeibaar
gas werken.
WAARSCHUWING!
Alvorens de inspuiters te plaatsen,
moet u ervoor zorgen dat de gasbedieningsknoppen in de uitstand
zijn gedraaid en het apparaat niet
op het elektriciteitsnet is aangesloten. Laat het apparaat volledig
afkoelen. U kunt letsel oplopen.
4.
Monteer de onderdelen opnieuw.
Voer dezelfde procedure uit, maar begin in omgekeerde volgorde.
5. Vervang het typeplaatje (naast de
gastoevoerleiding) door het plaatje
voor het nieuwe type gastoevoer. U
kunt het plaatje vinden in de zak die
bij het apparaat geleverd is.
Als de druk van de gastoevoer niet constant is of verschilt van de vereiste druk,
moet u een geschikte drukregelaar op de
gastoevoerleiding monteren.
NEDERLANDS
13.6 Instellen van het
minimumniveau
33
13.8 Anti-kantelbescherming
LET OP!
U moet de anti-kantelbescherming installeren. Als u dat niet
doet, kan het apparaat kantelen.
Uw apparaat is vorozien van het
symbool weergegeven in de afbeelding (indien van toepassing)
om u te herinneren aan de montage van de anti-kantelbescherming.
Het minimumniveau van de branders afstellen:
1. Steek de brander aan.
2. Draai de knop op de minimumstand.
3. Verwijder de knop.
4. Stel de branderschroefstand (A) af
met een dunne schroevendraaier. De
branderschroefstand (A) verschilt per
model.
A
• Draai de instelschroef helemaal vast als
u overstapt van aardgas op vloeibaar
gas.
• Als u overschakelt van vloeibaar gas op
aardgas, draait u de instelschroef ongeveer 1/4 los.
WAARSCHUWING!
Zorg dat de vlam niet uit gaat als
u de knop snel van de maximale
stand naar de minimale stand
draait.
13.7 Waterpas zetten
Gebruik kleine pootjes aan de onderkant
van het apparaat om het kookoppervlak
aan de bovenkant waterpas met andere
oppervlakken te brengen.
Zorg dat u de anti-kantelbescherming op de correcte hoogte installeert.
1.
2.
3.
Stel de correcte hoogte in en bepaal
waar op het apparaat u de anti-kantelbescherming gaat plaatsen.
Installeer de anti-kantelbescherming
77 mm onder het bovenvlak van het
apparaat en 49 mm van de zijkant
van het apparaat in de ronde opening
op een steun (zie afb.). Schroef de
beveiliging stevig in solide materiaal of
gebruik geschikte versteviging (muur).
U vindt de opening aan de linker- en
rechterachterkant van het apparaat.
Het apparaat is voorzien van een
steun aan de linkerkant. U kunt bij
uw plaatselijke leverancier ook een
steun voor de rechterkant aanschaffen.
Til de voorkant van het apparaat op
(1) en plaats dit in het midden van de
34 www.electrolux.com
ruimte tussen de kastjes (2). Als de
afstand tussen de aanrechtkastjes
groter is dan de breedte van het apparaat, moet u de zijmaten aanpassen als u het apparaat wilt centreren.
Zorg ervoor dat het oppervlak achter
het apparaat glad is.
49 mm
13.9 Elektrische installatie
De fabrikant is niet verantwoordelijk als u de veiligheidsmaatregelen
uit het hoofdstuk 'Veiligheidsinformatie' niet opvolgt.
Dit apparaat wordt geleverd met stekker
en netsnoer.
77 mm
1
2
14. MILIEUBESCHERMING
Recycle de materialen met het symbool
. Gooi de verpakking in een geschikte
elektronische apparaten. Gooi apparaten
niet weg
gemarkeerd met het symbool
verzamelcontainer om het te recyclen.
Help om het milieu en de
volksgezondheid te beschermen en
recycle het afval van elektrische en
met het huishoudelijk afval. Breng het
product naar het milieustation bij u in de
buurt of neem contact op met de
gemeente.