Electrolux EKK6450AOX Handleiding

Type
Handleiding
EKK6450AOX
NL FORNUIS GEBRUIKSAANWIJZING
INHOUDSOPGAVE
1. VEILIGHEIDSINFORMATIE...................................................................................3
2. VEILIGHEIDSVOORSCHRIFTEN.......................................................................... 4
3. BESCHRIJVING VAN HET PRODUCT................................................................. 8
4. VOORDAT U HET APPARAAT VOOR DE EERSTE KEER GEBRUIKT.................. 8
5. KOOKPLAAT - DAGELIJKS GEBRUIK.................................................................9
6. KOOKPLAAT - AANWIJZINGEN EN TIPS.......................................................... 10
7. KOOKPLAAT - ONDERHOUD EN REINIGING................................................... 11
8. OVEN - DAGELIJKS GEBRUIK ......................................................................... 12
9. OVEN - KLOKFUNCTIES................................................................................... 14
10. OVEN - AANWIJZINGEN EN TIPS................................................................... 15
11. OVEN - ONDERHOUD EN REINIGING.............................................................26
12. PROBLEEMOPLOSSING.................................................................................28
13. MONTAGE ......................................................................................................30
14. ENERGIEZUINIGHEID......................................................................................34
WE DENKEN AAN U
Bedankt voor het kopen van een Electrolux-apparaat. U koos voor een product dat
jaren professionele ervaring en innovatie bevat. Ingenieus en stijlvol, het werd
ontworpen met u in het achterhoofd. Wanneer u het gebruikt, kunt u er op
vertrouwen dat u keer op keer fantastische resultaten zult krijgen.
Welkom bij Electrolux.
Ga naar onze website voor:
Advies over gebruik, brochures, het oplossen van problemen en
onderhoudsinformatie:
www.electrolux.com
Registreer uw product voor een betere service:
www.registerelectrolux.com
Koop accessoires, verbruiksartikelen en originele reserveonderdelen voor uw
apparaat:
www.electrolux.com/shop
KLANTENSERVICE
Gebruik altijd originele onderdelen.
Als u contact opneemt met de klantenservice zorg dat u de volgende gegevens bij
de hand hebt: model, productnummer, serienummer.
Deze informatie wordt vermeld op het typeplaatje.
Waarschuwing / Belangrijke veiligheidsinformatie
Algemene informatie en tips
Milieu-informatie
Wijzigingen voorbehouden.
www.electrolux.com2
1. VEILIGHEIDSINFORMATIE
Lees zorgvuldig de meegeleverde instructies voor
installatie en gebruik van het apparaat. De fabrikant is niet
verantwoordelijk voor letsel en schade veroorzaakt door
een foutieve installatie. Bewaar de instructies van het
apparaat voor toekomstig gebruik.
1.1 Veiligheid van kinderen en kwetsbare mensen
WAARSCHUWING!
Gevaar voor verstikking, letsel of permanente
invaliditeit.
Dit apparaat kan worden gebruikt door kinderen van 8
jaar en ouder en door mensen met beperkte
lichamelijke, zintuiglijke of verstandelijke vermogens of
een gebrek aan ervaring en kennis, indien zij onder
toezicht staan of instructies hebben gekregen over het
veilig gebruiken van het apparaat en indien zij de
eventuele gevaren begrijpen.
Laat kinderen niet met het apparaat spelen.
Houd alle verpakkingsmaterialen uit de buurt van
kinderen.
Houd kinderen en huisdieren uit de buurt van het
apparaat als het in werking is of afkoelt. Het apparaat is
heet.
Reiniging en onderhoud mag niet worden uitgevoerd
door kinderen zonder toezicht.
1.2 Algemene veiligheid
Alleen een erkende installatietechnicus mag het
apparaat installeren en de kabel vervangen.
Bedien het apparaat niet met een externe timer of een
apart afstandbedieningssysteem.
Zonder toezicht koken op een kookplaat met vet of olie
kan gevaarlijk zijn en brandgevaar opleveren.
NEDERLANDS
3
Probeer brand nooit met water te blussen, maar
schakel in plaats daarvan het apparaat uit en bedek de
vlam, d.w.z. met een deksel of blusdeken.
Bewaar geen voorwerpen op de kookplaten.
Gebruik geen stoomreiniger om het apparaat schoon te
maken.
Metalen voorwerpen, zoals messen, vorken, lepels en
deksels mogen niet op de kookplaat worden geplaatst,
aangezien ze heet kunnen worden.
Verwijder spillage van het deksel voordat u het opent.
Laat de kookplaat afkoelen voordat u het deksel sluit.
Van binnen wordt het apparaat heet als het in werking
is. Raak de verwarmingselementen in het apparaat niet
aan. Gebruik altijd ovenhandschoenen om accessoires
of kookgerei te plaatsen of verwijderen.
Zet de stroomtoevoer uit alvorens onderhoud te plegen.
Zorg ervoor dat het apparaat is uitgeschakeld voordat u
de lamp vervangt om elektrische schokken te
voorkomen.
Gebruik nooit agressieve reinigingsmiddelen of scherpe
metalen schrapers om de glazen deur schoon te
maken, deze kunnen krassen veroorzaken op het
oppervlak, waardoor het glas zou kunnen breken.
Als de voedingskabel beschadigd is, moet de fabrikant,
een erkende serviceverlener of een gekwalificeerd
persoon deze vervangen teneinde gevaarlijke situaties te
voorkomen.
Wees voorzichtig als u de opslaglade aanraakt. Deze
kan heet worden.
Om de inschuifrailen te verwijderen trekt u eerst de
voorkant van de inschuifrail en dan de achterkant uit de
zijwanden. Installeer de inschuifrails in omgekeerde
volgorde.
2. VEILIGHEIDSVOORSCHRIFTEN
Dit apparaat is geschikt voor de volgende
markten: NL
www.electrolux.com4
2.1 Montage
WAARSCHUWING!
Alleen een erkende
installatietechnicus mag het
apparaat installeren.
Verwijder alle verpakkingsmaterialen.
Installeer en gebruik geen beschadigd
apparaat.
Volg de installatie-instructies op die zijn
meegeleverd met het apparaat.
Wees voorzichtig met het verplaatsen
van het apparaat, het is zwaar. Draag
altijd veiligheidshandschoenen.
Trek het apparaat nooit aan de
handgreep van zijn plaats.
De afmetingen van de keukenkast en
de uitsparing moeten kloppen.
Houd de minimumafstand naar andere
apparaten en units in acht.
Zorg ervoor dat het apparaat onder en
naast veilige installaties wordt
geïnstalleerd.
Delen van het apparaat staan onder
stroom. Sluit het apparaat met meubel
om te voorkomen dat de gevaarlijke
delen worden aangeraakt.
De zijkanten van het apparaat moeten
naast apparaten of units staan van
dezelfde hoogte.
Installeer het apparaat niet op een
platform.
Installeer het apparaat niet naast een
deur of onder een raam. Dit voorkomt
dat heet kookgerei van het apparaat
valt als de deur of het raam wordt
geopend.
Installeer een stabilisator om te
voorkomen dat het apparaat kantelt.
Raadpleeg de installatiegids.
2.2 Aansluiting aan het
elektriciteitsnet
WAARSCHUWING!
Gevaar voor brand en
elektrische schokken.
Alle elektrische aansluitingen moeten
door een gediplomeerd elektromonteur
worden gemaakt.
Dit apparaat moet worden aangesloten
op een geaard stopcontact.
Controleer of de elektrische informatie
op het typeplaatje overeenkomt met de
stroomvoorziening. Zo niet, neem dan
contact op met een elektromonteur.
Gebruik altijd een correct geïnstalleerd,
schokbestendig stopcontact.
Gebruik geen meerwegstekkers en
verlengsnoeren.
Laat de stroomkabel niet in aanraking
komen met de deur van het apparaat,
met name niet als deze heet is.
De schokbescherming van delen onder
stroom en geïsoleerde delen moet op
zo'n manier worden bevestigd dat het
niet zonder gereedschap kan worden
verplaatst.
Steek de stekker pas in het
stopcontact als de installatie is
voltooid. Zorg ervoor dat het netsnoer
na installatie bereikbaar is.
Sluit de stroomstekker niet aan op een
losse stroomaansluiting.
Trek niet aan het netsnoer om het
apparaat los te koppelen. Trek altijd
aan de stekker.
Gebruik alleen de juiste isolatie-
apparaten: stroomonderbrekers,
zekeringen (schroefzekeringen moeten
uit de houder worden verwijderd),
aardlekschakelaars en contactgevers.
De elektrische installatie moet een
isolatieapparaat bevatten waardoor het
apparaat volledig van het lichtnet
afgesloten kan worden. Het
isolatieapparaat moet een
contactopening hebben met een
minimale breedte van 3 mm.
Sluit de deur van het apparaat volledig
voordat u de stekker in het stopcontact
steekt.
2.3 Gasaansluiting
Alle gasaansluitingen moeten door een
gediplomeerd elektromonteur worden
gemaakt.
Controleer vóór de installatie of de
plaatselijke distributieomstandigheden
(gassoort en -druk) en de afstelling van
het apparaat met elkaar te combineren
zijn.
Zorg ervoor dat er koude luchtcirculatie
in het apparaat aanwezig is.
Op het typeplaatje staat informatie over
de gastoevoer.
Dit apparaat mag niet aangesloten
worden op een inrichting dat
producten afvoert voor verbranding.
NEDERLANDS
5
Sluit het apparaat aan volgens de
geldende installatieregels. Let op de
vereisten voor voldoende ventilatie.
2.4 Gebruik
WAARSCHUWING!
Risico op letsel en
brandwonden.
Gevaar voor elektrische
schokken!
Gebruik dit apparaat uitsluitend in een
huishoudelijke omgeving.
De specificatie van het apparaat mag
niet worden veranderd.
Zorg ervoor dat de ventilatieopeningen
niet geblokkeerd zijn.
Laat het apparaat tijdens het gebruik
niet onbeheerd achter.
Schakel het apparaat telkens na
gebruik uit.
Wees voorzichtig met het openen van
de deur van het apparaat als het
apparaat aan staat. Er kan hete lucht
ontsnappen.
Bedien het apparaat niet met natte
handen of als het contact maakt met
water.
Het apparaat mag niet worden gebruikt
als werkblad of aanrecht.
WAARSCHUWING!
Risico op brand en explosie
Verhitte vetten en olie kunnen
ontvlambare damp afgeven. Houd
vlammen of verwarmde voorwerpen uit
de buurt van vet en olie als u er mee
kookt.
De dampen die hete olie afgeeft
kunnen spontane ontbranding
veroorzaken.
Gebruikte olie die voedselresten bevat
kan brand veroorzaken bij een lagere
temperatuur dan olie die voor de eerste
keer wordt gebruikt.
Plaats geen ontvlambare producten of
items die vochtig zijn door ontvlambare
producten in, bij of op het apparaat.
Houd vonken of open vlammen uit de
buurt van het apparaat bij het openen
van de deur.
Open de deur van het apparaat
voorzichtig. Als u alcoholische
toevoegingen gebruikt, kan er alcohol-
luchtmengsel ontstaan.
WAARSCHUWING!
Risico op schade aan het
apparaat.
Om schade of verkleuring van het
emaille te voorkomen:
zet geen kookgerei of andere
voorwerpen direct op de bodem
van het apparaat.
Plaats geen water direct in het hete
apparaat.
haal vochthoudende schotels en
eten uit het apparaat als u klaar
bent met koken.
Wees voorzichtig bij het
verwijderen of bevestigen van
accessoires.
Verkleuring van het email heeft geen
ongewenst effect op de werking van
het apparaat. Dit is geen defect dat
geldt voor het recht op garantie.
Gebruik een diepe braadpan voor
vochtige taarten. Fruitsappen kunnen
permanente vlekken maken.
Zet geen heet kookgerei op het
bedieningspaneel.
Laat kookgerei niet droogkoken.
Laat geen voorwerpen of kookgerei op
het apparaat vallen. Het oppervlak kan
beschadigen.
Activeer de kookzones niet met lege
pannen of zonder pannen erop.
Leg geen aluminiumfolie op het
apparaat of direct op de bodem van
het apparaat.
Pannen van gietijzer, aluminium of met
beschadigde bodems kunnen krassen
veroorzaken. Til deze voorwerpen altijd
op als u ze moet verplaatsen op het
kookoppervlak.
Zorg voor een goede ventilatie in de
ruimte waar het apparaat is
geïnstalleerd.
Gebruik alleen stabiel kookgerei met de
juiste vorm en een diameter groter dan
de afmetingen van de branders.
Zorg dat de vlam niet uit gaat als u de
knop snel van de maximale stand naar
de minimale stand draait.
Gebruik alleen de accessoires die zijn
meegeleverd met het apparaat.
Plaats geen vlamverdeler op de
brander.
www.electrolux.com6
Dit apparaat is uitsluitend bestemd om
mee te koken. Het mag niet worden
gebruikt voor andere doeleinden, zoals
het verwarmen van een kamer.
2.5 Onderhoud en reiniging
WAARSCHUWING!
Gevaar voor letsel, brand en
schade aan het apparaat.
Schakel het apparaat voor onderhoud
uit.
Trek de stekker uit het stopcontact.
Zorg ervoor dat het apparaat is
afgekoeld. Er bestaat een risico dat de
glasplaten kunnen breken.
Vervang direct de glazen deurpanelen
als deze beschadigd zijn. Neem
contact op met de erkende
servicedienst.
Wees voorzichtig als u de deur van het
apparaat verwijdert. De deur is zwaar!
Reinig het apparaat regelmatig om te
voorkomen dat het materiaal van het
oppervlak achteruitgaat.
Resterend vet of voedsel in het
apparaat kan brand veroorzaken.
Maak het apparaat schoon met een
vochtige, zachte doek. Gebruik alleen
neutrale schoonmaakmiddelen.
Gebruik geen schuurmiddelen,
schuursponsjes, oplosmiddelen of
metalen voorwerpen.
Raadpleeg als u een ovenspray
gebruikt eerst de aanwijzingen op de
verpakking.
Reinig niet het katalytisch email (indien
van toepassing) met een
schoonmaakmiddel.
De branders niet in de afwasautomaat
reinigen.
2.6 Deksel
De specificatie van de deksel mag niet
worden veranderd.
Maak de deksel regelmatig schoon.
Open de deksel niet als er is geknoeid
op het oppervlak.
Schakel alle branders uit voordat u de
deksel sluit.
Sluit het deksel niet tot de kookplaat en
de oven volledig zijn afgekoeld.
Glazen deksels kunnen breken als ze
warm worden (indien van toepassing).
2.7 Binnenverlichting
De gloeilampen of halogeenlampen in
dit apparaat zijn uitsluitend bedoeld
voor gebruik in huishoudelijke
apparaten. Gebruik deze niet voor
andere doeleinden.
WAARSCHUWING!
Gevaar voor elektrische
schokken!
Voordat u het lampje vervangt, dient u
de stekker van het apparaat uit het
stopcontact te halen.
Gebruik alleen lampjes met dezelfde
specificaties.
2.8 Verwijdering
WAARSCHUWING!
Gevaar voor letsel of
verstikking.
Neem contact met uw plaatselijke
overheid voor informatie m.b.t. correcte
afvalverwerking van het apparaat.
Haal de stekker uit het stopcontact.
Snij het netsnoer van het apparaat af
en gooi dit weg.
Verwijder de deurgreep om te
voorkomen dat kinderen en huisdieren
opgesloten raken in het apparaat.
Maak de externe gasleidingen plat.
2.9 Servicedienst
Neem contact op met een erkende
servicedienst voor reparatie van het
apparaat.
Gebruik uitsluitend originele
reserveonderdelen.
NEDERLANDS
7
3. BESCHRIJVING VAN HET PRODUCT
3.1 Algemeen overzicht
8
5
4
3
2
1
6
5
7
10
1 432
9
1
Toetsen voor de kookplaat
2
Elektronische tijdschakelklok
3
Knop voor de ovenfuncties
4
Knop voor de temperatuur
5
Temperatuurlampje/symbool/
indicatielampje
6
Verwarmingselement
7
Lampje
8
Verwijderbare inschuifrail
9
Ventilator
10
Roosterhoogtes
3.2 Indeling kookplaat
2
5
4 3
1
1
Stoomuitlaat - aantal en positie
afhankelijk van het model
2
Normale brander
3
Sudderbrander
4
Snelle brander
5
Normale brander
3.3 Accessoires
Bakrooster
Voor kookgerei, bak- en braadvormen.
Bakplaat
Voor gebak en koekjes.
Grill-/braadpan
Voor braden en roosteren of als schaal
om vet op te vangen.
Bewaarlade
Onder de ovenruimte bevindt zich een
bewaarlade.
4. VOORDAT U HET APPARAAT VOOR DE EERSTE KEER
GEBRUIKT
WAARSCHUWING!
Raadpleeg de hoofdstukken
Veiligheid.
4.1 Eerste reiniging
Verwijder alle accessoires en
verwijderbare inschuifrails uit het apparaat.
www.electrolux.com8
Zie het hoofdstuk
'Onderhoud en reiniging'.
Reinig het apparaat voor het eerste
gebruik.
Zet de accessoires en verwijderbare
inschuifrails terug in de beginstand.
4.2 Tijd instellen
U moet de tijd instellen voordat u de oven
bedient.
De aanduiding Dagtijd knippert als u het
apparaat aansluit op het stopcontact, als
er een stroomstoring is geweest of als de
timer niet is ingesteld.
Druk op de
of om de correcte tijd in
te stellen.
Na ongeveer 5 seconden stopt het
knipperen en geeft de klok de ingestelde
tijd van de dag weer.
4.3 Tijd veranderen
U kunt de tijd van de dag niet
wijzigen als de functie
Bereidingsduur of Einde
werken.
Blijf op drukken tot het symbool voor
de functie knippert.
Zie "De duur instellen" om een nieuwe tijd
in te stellen.
4.4 Voorverwarmen
Verwarm het apparaat voor om het
resterende vet weg te branden.
1. Stel de functie
en de
maximumtemperatuur in.
2. Laat het apparaat een uur werken.
3. Stel de functie
en de
maximumtemperatuur in.
4. Laat het apparaat 15 minuten werken.
5. Stel de functie en de
maximumtemperatuur in.
6. Laat het apparaat 15 minuten werken.
Accessoires kunnen heter worden dan
normaal. Het apparaat kan een vreemde
geur en rook afgeven. Dit is normaal. Zorg
dat er voldoende luchtcirculatie in de
ruimte is.
5. KOOKPLAAT - DAGELIJKS GEBRUIK
WAARSCHUWING!
Raadpleeg de hoofdstukken
Veiligheid.
5.1 Ontsteking van de
fornuisbranders
Ontvlam de brander altijd
vóór u het kookgerei erop
plaatst.
WAARSCHUWING!
Ga voorzichtig te werk bij het
gebruik van branders (open
vuur) in de keuken. De
fabrikant kan niet
aansprakelijk gesteld worden
in geval van onjuist gebruik
van de vlam.
1. Druk de knop voor de kookplaat in en
draai de knop naar de stand .
2. Houd de knop voor de kookplaat
ingedrukt gedurende 10 seconden of
minder om het thermokoppel voor te
verwarmen. Als u dat niet doet, wordt
de gastoevoer onderbroken.
3. Stel de vlam af zodra deze regelmatig
brandt.
WAARSCHUWING!
Houd de knop niet langer dan
15 seconden ingedrukt. Als
de brander na 15 seconden
nog niet brandt, de knop
loslaten en minstens 1 minuut
wachten voordat u opnieuw
probeert de vlam te
ontsteken.
NEDERLANDS
9
Als de brander na enkele
pogingen niet aan gaat,
controleer dan of de kroon en
het branderdeksel goed op
hun plaats zitten.
Als er geen elektriciteit is kunt
u de brander zonder de
elektrische voorziening
aansteken. Breng een vlam
dichtbij de brander, druk de
bijbehorende knop in en draai
de knop naar de maximale
stand. Houd de controleknop
ingedrukt gedurende 10
seconden of minder om het
thermokoppel voor te
verwarmen.
Draai als de brander per
ongeluk uit gaat de knop naar
de uit stand en probeer na
minimaal 1 minuut de brander
weer aan te steken.
De vonkontsteking kan
automatisch starten wanneer
u de stekker in het
stopcontact steekt, na de
installatie of na een
stroomonderbreking. Dat is
normaal.
5.2 Branderoverzicht
A
B
D
C
A) Branderdeksel
B) Branderkroon
C) Ontstekingsbougie
D) Thermokoppeling
5.3 De brander uitschakelen
Om de vlam te doven, de knop naar de
off-positie draaien .
WAARSCHUWING!
Draai de vlam altijd lager of
schakel hem uit voordat u de
pan van de brander haalt
6. KOOKPLAAT - AANWIJZINGEN EN TIPS
WAARSCHUWING!
Raadpleeg de hoofdstukken
Veiligheid.
6.1 Kookgerei
WAARSCHUWING!
Zet één pan niet op twee
branders.
WAARSCHUWING!
Zet geen instabiele of
beschadigde pannen op de
brander om morsen en letsel
te voorkomen.
LET OP!
Zorg dat de handvaten van
de pot niet boven de voorste
rand van het werkblad
komen.
LET OP!
Zorg dat de potten zich in het
midden van de brander
bevinden, voor een maximum
aan stabiliteit en lager
gasverbruik.
www.electrolux.com10
6.2 Diameter van de pannen
WAARSCHUWING!
Gebruiken alleen kookgerei
met een bodemdiameter die
geschikt is voor de afmeting
van de plaat.
Brander Diameter van de
pannen (mm)
Snelle brander 160 - 240
Brander Diameter van de
pannen (mm)
Normale brander 120 - 220
Sudderbrander 80 - 160
7. KOOKPLAAT - ONDERHOUD EN REINIGING
WAARSCHUWING!
Raadpleeg de hoofdstukken
Veiligheid.
7.1 Algemene informatie
Reinig de kookplaat na elk gebruik.
Gebruik altijd pannen met een schone
bodem.
Krassen of donkere vlekken op de
oppervlakte hebben geen invloed op
de werking van de kookplaat.
Gebruik een specifiek
schoonmaakmiddel voor het oppervlak
van de kookplaat.
Was de onderdelen van roestvrij staal
af met water en droog ze vervolgens
met een zachte doek.
7.2 Pannendragers
De pansteunen zijn niet
bestand tegen afwassen in
een afwasautomaat. Ze
moeten met de hand worden
afgewassen.
1. U kunt de pansteunen verwijderen
voor een gemakkelijke reiniging van
het kookplaat.
Ga zeer voorzichtig te
werk bij het vervangen
van de pannendrager, dit
om schade aan het
oppervlak van de
kookplaat te vermijden.
2. De emaillelaag kan scherpe randen
hebben, dus wees voorzichtig tijdens
het met de hand afwassen en
afdrogen. Verwijder hardnekkige
vlekken zo nodig met een
pastareiniger.
3. Zorg er na het reinigen van de
pansteunen voor dat u ze in de juiste
stand terugplaatst.
4. Om ervoor te zorgen dat de brander
goed werkt, moeten de armen van de
pannendrager in het midden van de
brander worden geplaatst.
7.3 De kookplaat schoonmaken
Verwijder direct: gesmolten plastic,
gesmolten folie en suikerhoudende
gerechten. Anders kan het vuil de
kookplaat beschadigen.
Verwijder nadat de kookplaat
voldoende is afgekoeld: kalk- en
waterkringen, vetspatten en
metaalachtig glanzende verkleuringen.
Reinig de kookplaat met een vochtige
doek en een beetje afwasmiddel.
Droog de kookplaat na reiniging af met
een zachte doek.
Was de geëmailleerde delen, het
deksel en de kroon met een warm
sopje en laat ze goed drogen alvorens
ze terug te plaatsen.
7.4 Reinigen van de
ontstekingsknop
Dit onderdeel is uitgerust met een
keramische ontstekingsbougie met een
metalen elektrode. Reinig deze onderdelen
altijd grondig, om moeilijkheden bij het
aansteken te voorkomen, en controleer of
NEDERLANDS
11
de branderkroonopeningen niet verstopt
zijn.
8. OVEN - DAGELIJKS GEBRUIK
WAARSCHUWING!
Raadpleeg de hoofdstukken
Veiligheid.
8.1 De oven in- en uitschakelen
Het hangt van het model
of uw apparaat
knopsymbolen,
indicatielampjes of
lampjes heeft:
Het indicatielampje gaat
aan wanneer de oven
opwarmt.
Het lampje gaat aan als
het apparaat in werking is.
Het symbool geeft aan of
de knop de kookzones,
de ovenfuncties of de
temperatuur bedient.
1. Draai aan de knop voor de
ovenfuncties om een ovenfunctie te
selecteren.
2. Draai de knop voor de temperatuur
naar een temperatuur.
3. Draai om de oven uit te schakelen, de
knop voor de ovenfuncties en de knop
voor de temperatuur naar de uit-
stand.
8.2 Ovenfuncties
Symbool Ovenfunctie Applicatie
Uit-stand Het apparaat staat uit.
Multi hetelucht Om op 2 rekstanden te bakken en tegelijk voedsel
te drogen.Stel de temperatuur 20 - 40 °C lager in
dan bij Boven- en onderwarmte.
Conventionele functie
(Boven + Onder-
warmte)
Voor het bakken en braden op 1 ovenniveau.
Pizza hetelucht Om gerechten op één niveau te bakken met inten-
sief bruinen en een krokantere korst. Stel de tem-
peratuur 20 - 40 °C lager in dan voor Boven + on-
derwarmte.
Circulatiegrill Voor het braden van grotere stukken vlees of ge-
vogelte met botten op 1 niveau. Ook om te grati-
neren en te bruinen.
Tweekrings grill Voor het roosteren van plat voedsel in grote hoe-
veelheden en voor het maken van toast.
www.electrolux.com12
Symbool Ovenfunctie Applicatie
Licht koken Om te bakken in bakblikken en te drogen op één
niveau bij lage temperatuur.
Ontdooien Voor het ontdooien van diepvriesvoedsel.
Ovenlampje Het lampje activeren zonder een bereidingsfunc-
tie.
8.3 Koelventilator
Als het apparaat in werking is, wordt de
koelventilator automatisch ingeschakeld
om de oppervlakken van het apparaat
koel te houden. Na het uitschakelen van
het apparaat kan de ventilatie doorgaan
totdat het apparaat is afgekoeld.
8.4 Ovenaccessoires plaatsen
Braadpan:
Plaats de braadpan tussen de
geleidestangen van de inschuifrail.
Bakrooster en braadpan samen:
Schuif de braadpan tussen de
geleidestangen van de roostersteun en het
rooster op de roostersteun er boven.
Alle accessoires hebben
links en rechts bovenaan
kleine inkepingen om de
veiligheid te verhogen.
Deze inkepingen zorgen er
ook voor dat ze niet
omkantelen.
Door de verhoogde lijst
die om het rooster loopt,
is kookgerei beveiligd
tegen wegglijden.
NEDERLANDS
13
9. OVEN - KLOKFUNCTIES
9.1 Display
A B C
A) Functie-indicatielampjes
B) Tijdindicatie
C) Functie-indicatie
9.2 Toetsen
Knop Functie Omschrijving
MIN De tijd instellen.
KLOK De klokfunctie instellen.
PLUS De tijd instellen.
9.3 Tabel klokfuncties
Klokfunctie Applicatie
Instellen dagtijd Met deze functie kunt u de tijd regelen.
Kookwekker Voor het instellen van een afteltijd. Deze functie heeft geen
invloed op de werking van het apparaat.
Programma-
duur
De bereidingstijd van de oven instellen.
Eindtijd Om de tijd van de dag in te stellen wanneer de oven moet
uitschakelen.
U kunt de functies
Bereidingsduur en Einde
gelijktijdig instellen om de
tijd in te stellen waarop het
apparaat moet worden in- en
uitgeschakeld. Zo kunt u het
apparaat inschakelen met
een uitgestelde tijd. Stel eerst
de bereidingsduur en
daarna het eind in.
9.4 De klokfuncties instellen
Stel voor Bereidingsduur en Einde
een ovenfunctie en temperatuur in. Dit is
niet nodig voor de kookwekker .
1. Blijf op drukken tot het symbool
voor de benodigde klokfunctie gaat
knipperen.
2. Druk op of om de tijd van de
benodigde klokfunctie in te stellen.
De klokfunctie werkt. Het display toont de
weergave voor de klokfunctie die u instelt.
www.electrolux.com14
Het display toont de
resterende tijd voor de functie
Kookwekker.
3. Wanneer de tijd is verstreken, knippert
de klokfunctie en klinkt er een
geluidsignaal. Druk op een toets om
het signaal uit te zetten.
4. Draai de knop voor de ovenfuncties en
de temperatuurknop naar de uit-
stand.
Bij de functies Duur en
Eindtijd schakelt het
apparaat automatisch uit.
9.5 De klokfuncties annuleren
1. Blijf op drukken tot het symbool
voor de benodigde ovenfunctie
knippert.
2. Houd ingedrukt.
De klokfunctie gaat na een paar seconden
uit.
10. OVEN - AANWIJZINGEN EN TIPS
WAARSCHUWING!
Raadpleeg de hoofdstukken
Veiligheid.
De temperaturen en baktijden
in de tabellen zijn slechts als
richtlijn bedoeld. Deze zijn
afhankelijk van de recepten
en de kwaliteit en de
hoeveelheid van de gebruikte
ingrediënten.
10.1 Bakken
Uw oven kan een andere bak-/
braadverhouding hebben dan het
apparaat dat u tot nu toe gebruikt
heeft. Pas uw normale instellingen
(temperatuur, gaartijden) en de
ovenniveaus aan de tabelwaarden aan.
De fabrikant raadt u aan de eerste keer
een lagere temperatuur in te stellen.
Als u geen concrete aanwijzingen kunt
vinden voor een speciaal recept, kijkt u
bij een soortgelijk product.
Bij het bereiden van cake op meerdere
niveaus kan de baktijd ca. 10 - 15
minuten langer zijn.
Als de cake niet overal even hoog is,
wordt de cake in het begin van het
bakproces niet overal even bruin.
Verander in dit geval de
temperatuurinstelling niet. De
verschillen verminderen tijdens het
bakproces.
Bij langere baktijden kunt u de oven ca.
10 minuten voor het einde van de
baktijd uitschakelen en profiteren van
de restwarmte.
Wanneer u bevroren gerechten gebruikt,
kunnen de bakplaten in de oven tijdens
het bakken vervormen. Wanneer de
bakplaten afkoelen, verdwijnt de
vervorming.
10.2 Baktips
Bakresultaat Mogelijke oorzaak Oplossing
De onderkant van de cake
is niet voldoende gebruind.
De rekstand is incorrect. Plaats de cake op een la-
gere rekstand.
De cake zakt in en wordt
klef, klonterig, streperig.
De oventemperatuur is te
hoog.
De volgende keer dat u een
cake bakt, stelt u de bak-
temperatuur lager in.
NEDERLANDS
15
Bakresultaat Mogelijke oorzaak Oplossing
De cake zakt in en wordt
klef, klonterig, streperig.
Te korte baktijd. Baktijd verlengen. U kunt
de baktijd niet verlagen
door een hogere temper-
atuur in te stellen.
De cake zakt in en wordt
klef, klonterig, streperig.
Er zit te veel vloeistof in het
mengsel.
Minder vocht gebruiken. Let
op de kneedtijden, vooral bij
het gebruik van keukenma-
chines.
De cake is te droog. De oventemperatuur is te
laag.
De volgende keer dat u een
cake bakt, stelt u de bak-
temperatuur hoger in.
De cake is te droog. Te lange baktijd. De volgende keer dat u een
cake bakt, gebruikt u een
kortere baktijd.
De cake wordt ongelijkma-
tig bruin.
De oventemperatuur is te
hoog en de baktijd te kort.
De baktemperatuur lager in-
stellen en de baktijd verlen-
gen.
De cake wordt ongelijkma-
tig bruin.
Het deeg is niet gelijkmatig
verdeeld.
Verdeel het deeg gelijkmatig
over de bakplaat.
De cake wordt niet gaar
binnen de aangegeven bak-
tijd.
De oventemperatuur is te
laag.
De volgende keer dat u een
cake bakt, stelt u de bak-
temperatuur een beetje ho-
ger in.
10.3 Licht koken
Gebruik de functie om te bakken in
bakblikken en te drogen op één niveau
bij lage temperatuur.
Bak maar één bakblik of bakplaat
tegelijkertijd.
Gerecht Temperatuur (°C) Tijd (min)
Koekjes 180 - 190
10 - 20
1)
Vruchtentaartje: Soesjes 180 - 190
30 - 40
1)
Vruchtentaartje: Zandtaart-
deeg
180 - 190
25 - 35
1)
Schuimgebakjes 80 - 100 120 - 150
1)
Oven voorverwarmen.
www.electrolux.com16
10.4 Bereiding met hete lucht
Bakken op 1 ovenniveau
Bakken in een bakblik
Gerecht Temperatuur
(°C)
Tijd (min) Rooster-
hoogte
Tulband of brioche 150 - 160 50 - 70 2
Zandgebak/vruchtencake 140 - 160 50 - 90 1 - 2
Biscuittaart zonder vet
150 - 160
1)
25 - 40 3
Taartbodem van zandtaartdeeg
170 - 180
1)
10 - 25 2
Taartbodem - zacht cakedeeg 150 - 170 20 - 25 2
Appeltaart (2 vormen Ø 20 cm, dia-
gonaal geplaatst)
160 60 - 90 2 - 3
1)
Oven voorverwarmen.
Gebak op bakplaat
Gerecht Temperatuur
(°C)
Tijd (min) Rooster-
hoogte
Kruimeltaart (droog) 150 - 160 20 - 40 3
Vruchtentaart (bereid met gistdeeg/
sponsdeeg)
1)
150 35 - 55 3
Vruchtentaart met kruimeldeeg 160 - 170 40 - 80 3
1)
Gebruik braadpan.
Koekjes
Gerecht Temperatuur
(°C)
Tijd (min) Rooster-
hoogte
Zandkoekjes 150 - 160 10 - 20 3
Zandtaartdeeg/ Deegreepjes 140 20 - 35 3
Koekjes gemaakt van roerdeeg 150 - 160 15 - 20 3
Eiwitgebak, schuimgebak 80 - 100 120 - 150 3
Bitterkoekjes 100 - 120 30 - 50 3
Koekjes gemaakt van gistdeeg 150 - 160 20 - 40 3
Klein bladerdeeggebak
170 - 180
1)
20 - 30 3
Broodjes
160
1)
10 - 35 3
NEDERLANDS
17
Gerecht Temperatuur
(°C)
Tijd (min) Rooster-
hoogte
Kleine cakejes (20 per blad)
150
1)
20 - 35 3
1)
Oven voorverwarmen.
Tabel voor ovenschotels en gegratineerde gerechten
Gerecht Temperatuur
(°C)
Tijd (min) Rooster-
hoogte
Stokbroden bedekt met gesmolten
kaas
160 - 170
1)
15 - 30 1
Gevulde groente 160 - 170 30- 60 1
1)
Oven voorverwarmen.
Bakken op meerdere niveaus
Gebak op bakplaat
Gerecht Temperatuur
(°C)
Tijd (min) Rooster-
hoogte
2 standen
Roomsoezen/tompoezen
160 - 180
1)
25 - 45 2 / 4
Kruimeltaart 150 - 160 30 - 45 2 / 4
1)
Oven voorverwarmen.
Koekjes/small cakes/gebak/broodjes
Gerecht Temperatuur
(°C)
Tijd (min) Rooster-
hoogte
2 standen
Zandkoekjes 150 - 160 20 - 40 2 / 4
Zandtaartdeeg/ Deegreepjes 140 25 - 45 2 / 4
Koekjes gemaakt van roerdeeg 160 - 170 25 - 40 2 / 4
Eiwitgebak, schuimgebak 80 - 100 130 - 170 2 / 4
Bitterkoekjes 100 - 120 40 - 80 2 / 4
Koekjes gemaakt van gistdeeg 160 - 170 30 - 60 2 / 4
Klein bladerdeeggebak
170 - 180
1)
30 - 50 2 / 4
Broodjes
180
1)
25- 40 2 / 4
Kleine cakejes (20 per blad)
150
1)
20 - 40 2 / 4
1)
Oven voorverwarmen.
www.electrolux.com18
10.5 Boven- en onderwarmte op één niveau
Bakken in een bakblik
Gerecht Temperatuur
(°C)
Tijd (min) Rooster-
hoogte
Tulband of brioche 160 - 180 50 - 70 2
Moskovisch gebak/vruchtencake 150 - 170 50 - 90 1 - 2
Biscuittaart zonder vet
170
1)
25 - 40 3
Taartbodem van zandtaartdeeg
190 - 210
1)
10 - 25 2
Taartbodem - zacht cakedeeg 170 - 190 20 - 25 2
Appeltaart (2 vormen Ø 20 cm, dia-
gonaal geplaatst)
180 60 - 90 1 - 2
Hartige taart (bijv. quiche lorraine) 180 - 220 35 - 60 1
Kwarktaart 160 - 180 60 - 90 1 - 2
1)
Oven voorverwarmen.
Gebak op bakplaat
Gerecht Temperatuur
(°C)
Tijd (min) Rooster-
hoogte
Vlechtbrood/broodkrans 170 - 190 40 - 50 2
Kerststol
160 - 180
1)
50 - 70 2
Brood (roggebrood):
1. Eerste deel van het bakproces.
2. Tweede deel van het bakpro-
ces.
1. 230
1)
2. 160 - 180
1)
1. 20
2. 30 - 60
1 - 2
Roomsoezen/tompoezen
190 - 210
1)
20 - 35 3
Koninginnenbrood (opgerolde cake
met jam)
180 - 200
1)
10 - 20 3
Kruimeltaart (droog) 160 - 180 20 - 40 3
Amandelcake/suikertaart
190 - 210
1)
20 - 30 3
Vruchtentaart (bereid met gistdeeg/
sponsdeeg)
2)
170 35 - 55 3
Vruchtentaart met kruimeldeeg 170 - 190 40 - 60 3
Plaatkoek met kwetsbare garnering
(bijv. kwark, room, puddingvulling)
160 - 180
1)
40 - 80 3
Pizza (met veel garnering)
190 - 210
1)
30 - 50 1 - 2
NEDERLANDS
19
Gerecht Temperatuur
(°C)
Tijd (min) Rooster-
hoogte
Pizza (dunne korst)
220 - 250
1)
15 - 25 1 - 2
Ongedesemd brood 230 - 250 10 - 15 1
Vlaaien (CH) 210 - 230 35 - 50 1
1)
Oven voorverwarmen.
2)
Gebruik braadpan.
Koekjes
Gerecht Temperatuur
(°C)
Tijd (min) Rooster-
hoogte
Zandkoekjes 170 - 190 10 - 20 3
Zandtaartdeeg/ Deegreepjes
160
1)
20 - 35 3
Roerdeegkoekjes 170 - 190 20 - 30 3
Eiwitgebak, schuimgebak 80 - 100 120 - 150 3
Bitterkoekjes 120 - 130 30 - 60 3
Koekjes gemaakt van gistdeeg 170 - 190 20 - 40 3
Klein bladerdeeggebak
190 - 210
1)
20 - 30 3
Broodjes
190 - 210
1)
10 - 55 3
Kleine cakejes (20 per blad)
170
1)
20 - 30 3 - 4
1)
Oven voorverwarmen.
Tabel voor ovenschotels en gegratineerde gerechten
Gerecht Temperatuur
(°C)
Tijd (min) Rooster-
hoogte
Pastaschotel 180 - 200 45 - 60 1
Lasagne 180 - 200 35 - 50 1
Groentegratin
180 - 200
1)
15 - 30 1
Stokbroden bedekt met gesmolten
kaas
200 - 220
1)
15 - 30 1
Zoete ovenschotels 180 - 200 40 - 60 1
Visschotels 180 - 200 40 - 60 1
Gevulde groente 180 - 200 40 - 60 1
1)
Oven voorverwarmen.
www.electrolux.com20
10.6 Pizzastand
Gerecht Temperatuur
(°C)
Tijd (min) Rooster-
hoogte
Pizza (dun)
1)
200 - 230
2)
10 - 20 1 - 2
Pizza (met veel garnering)
1)
180 - 200 20 - 35 1 - 2
Taarten 170 - 200 35 - 55 1 - 2
Spinazietaart 160 - 180 45 - 60 1 - 2
Quiche Lorraine (hartige taart) 170 - 190 45 - 55 1 - 2
Zwitserse flan 170 - 200 35 - 55 1 - 2
Kwarktaart 140 - 160 60 - 90 1 - 2
Appeltaart, bedekt 150 - 170 50 - 60 1 - 2
Groentetaart 160 - 180 50 - 60 1 - 2
Ongedesemd brood
230 - 250
2)
10 - 20 2 - 3
Bladerdeegtaart
160 - 180
2)
45 - 55 2 - 3
Flammekuchen
230 - 250
2)
12 - 20 2 - 3
Piroggen (Russische variant op cal-
zone)
180 - 200
2)
15 - 25 2 - 3
1)
Gebruik braadpan.
2)
Oven voorverwarmen.
10.7 Braden
Gebruik hittebestendig servies om te
braden (lees de instructies van de
fabrikant).
Grote braadstukken kunt u direct in de
diepe braadpan braden (indien
aanwezig) of op een rooster boven de
braadpan.
Braad mager vlees in een braadpan
met deksel. Op die manier blijft het
vlees sappiger.
Alle soorten vlees die een korst moeten
krijgen, kunt u in de braadschaal
zonder deksel braden.
Wij raden u aan vlees en vis vanaf 1 kg
in het apparaat te bereiden.
Giet een beetje vloeistof in de
braadpan om het aanbranden van
vleessap of vet te voorkomen.
Indien nodig het braadstuk (na 1/2 -
2/3 van de gaartijd) keren.
Besprenkel grote braadstukken en
gevogelte diverse keren tijdens het
braden met het eigen vleessap.
Hiermee bereikt u een beter
braadresultaat.
U kunt het apparaat ongeveer 10
minuten voor het einde van de
bereidingstijd uitschakelen om de
restwarmte te gebruiken.
NEDERLANDS
21
10.8 Braden met boven- en onderwarmte
Rundvlees
Gerecht Aantal Temperatuur
(°C)
Tijd (min) Rooster-
hoogte
Stoofvlees 1 – 1,5 kg 200 - 230 105 - 150 1
Rosbief of ossehaas:
rood
per cm dikte
230 - 250
1)
6 - 8 1
Rosbief of ossehaas:
medium
per cm dikte 220 - 230 8 - 10 1
Rosbief of ossehaas:
gaar
per cm dikte 200 - 220 10 - 12 1
1)
Oven voorverwarmen.
Varkensvlees
Gerecht Aantal Temperatuur
(°C)
Tijd (min) Rooster-
hoogte
Schouderstuk, nekstuk,
hamlap
1 – 1,5 kg 210 - 220 90 - 120 1
Kotelet, ribbetje 1 – 1,5 kg 180 - 190 60 - 90 1
Gehaktbrood 750 g - 1 kg 170 - 190 50 - 60 1
Varkensschenkel(voor-
gekookt)
750 g - 1 kg 200 - 220 90 - 120 1
Kalfsvlees
Gerecht Aantal Temperatuur
(°C)
Tijd (min) Rooster-
hoogte
Geroosterd kalfsvlees
1)
1 kg 210 - 220 90 - 120 1
Kalfsschenkel 1,5 – 2 kg 200 - 220 150 - 180 1
1)
Gebruik een afgesloten braadpan.
Lamsvlees
Gerecht Aantal Tempera-
tuur (°C)
Tijd (min) Rooster-
hoogte
Lamsbout, geroosterd
lamsvlees
1 – 1,5 kg 210 - 220 90 - 120 1
Lamsrug 1 – 1,5 kg 210 - 220 40 - 60 1
www.electrolux.com22
Game
Gerecht Aantal Tempera-
tuur (°C)
Tijd (min) Rooster-
hoogte
Hazenrug, hazenbout tot 1 kg
220 - 240
1)
30 - 40 1
Reerug, hertenrug 1,5 – 2 kg 210 - 220 35 - 40 1
Reebout, hertenbout 1,5 – 2 kg 200 - 210 90 - 120 1
1)
Oven voorverwarmen.
Gevogelte
Gerecht Aantal Tempera-
tuur (°C)
Tijd (min) Rooster-
hoogte
Stukken gevogelte 200 – 250 g
p.p.
220 - 250 20 - 40 1
Halve kip 400 – 500 g
p.p.
220 - 250 35 - 50 1
Kip, haantje 1 – 1,5 kg 220 - 250 50 - 70 1
Eend 1,5 – 2 kg 210 - 220 80 - 100 1
Gans 3,5 – 5 kg 200 - 210 150 - 180 1
Kalkoen 2,5 – 3,5 kg 200 - 210 120 - 180 1
Kalkoen 4 – 6 kg 180 - 200 180 - 240 1
Vis
Gerecht Aantal Tempera-
tuur (°C)
Tijd (min) Rooster-
hoogte
Hele vis 1 – 1,5 kg 210 - 220 40 - 70 1
10.9 Braden met circulatiegrill
Rundvlees
Gerecht Aantal Temperatuur
(°C)
Tijd (min) Rooster-
hoogte
Rosbief of ossehaas: rood per cm dikte
190 - 200
1)
5 - 6 1
Rosbief of ossehaas: medi-
um
per cm dikte 180 - 190 6 - 8 1
Rosbief of ossehaas: gaar per cm dikte 170 - 180 8 - 10 1
1)
Oven voorverwarmen.
NEDERLANDS
23
Varkensvlees
Gerecht Aantal Temperatuur
(°C)
Tijd (min) Rooster-
hoogte
Schouderstuk, nekstuk,
hamlap
1 – 1,5 kg 160 - 180 90 - 120 1
Kotelet, ribbetje 1 – 1,5 kg 170 - 180 60 - 90 1
Gehaktbrood 750 g - 1 kg 160 - 170 50 - 60 1
Varkensschenkel(voorge-
kookt)
750 g - 1 kg 150 - 170 90 - 120 1
Kalfsvlees
Gerecht Aantal Tempera-
tuur (°C)
Tijd (min) Rooster-
hoogte
Geroosterd kalfsvlees 1 kg 160 - 180 90 - 120 1
Kalfsschenkel 1,5 – 2 kg 160 - 180 120 - 150 1
Lamsvlees
Gerecht Aantal Tempera-
tuur (°C)
Tijd (min) Rooster-
hoogte
Lamsbout, geroosterd
lamsvlees
1 – 1,5 kg 150 - 170 100 - 120 1
Lamsrug 1 – 1,5 kg 160 - 180 40 - 60 1
Gevogelte
Gerecht Aantal Tempera-
tuur (°C)
Tijd (min) Rooster-
hoogte
Stukken gevogelte 200 – 250 g p.p. 200 - 220 30 - 50 1
Halve kip 400 – 500 g p.p. 190 - 210 35 - 50 1
Kip, haantje 1 – 1,5 kg 190 - 210 50 - 70 1
Eend 1,5 – 2 kg 180 - 200 80 - 100 1
Gans 3,5 – 5 kg 160 - 180 120 - 180 1
Kalkoen 2,5 – 3,5 kg 160 - 180 120 - 150 1
Kalkoen 4 – 6 kg 140 - 160 150 - 240 1
10.10 Grillen in het algemeen
WAARSCHUWING!
Tijdens het grillen moet de
ovendeur altijd gesloten zijn.
Grill alltijd met de maximale
temperatuurinstelling.
Rooster in de rekstand plaatsen, zoals
aangeraden in grilleertabel.
Altijd de pan plaatsen om vet op te
vangen op de eerste rekstand.
Alleen platte stukken vlees of vis grillen.
Lege oven met grillfuncties altijd 5
minuten voorverwarmen.
www.electrolux.com24
Het grilgedeelte is ingesteld in het midden
van het rooster.
10.11 Grill intens
Gerecht Temperatuur (°C) Tijd (min) Rooster-
hoogte
1e kant
2e kant
2e kant
Burgers
max
1)
9 - 15 8 - 13 4
Varkenshaas Maximaal 10 - 12 6 - 10 4
Worstjes Maximaal 10 - 12 6 - 8 4
Runderfilet, kalfsbiefstukken Maximaal 7 - 10 6 - 8 4
Geroosterd brood
max
1)
1 - 4 1 - 4 4 - 5
Brood met iets erop Maximaal 6 - 8 - 4
1)
De oven voorverwarmen
10.12 ontdrooien
Haal het voedsel uit de verpakking.
Doe het voedsel op een bord.
Gebruik voor het afdekken geen
borden of schotels. Hierdoor kan de
ontdooitijd worden verlengd.
Gebruik de eerste rekstand van de
oven. Het inzetniveau onderaan.
Gerecht Aantal Ontdooitijd
(min.)
Nadooitijd
(min)
Opmerkingen
Kip 1 kg 100 - 140 20 - 30 Kip op een omgedraaid scho-
teltje in een groot bord leg-
gen. Halverwege de berei-
dingstijd omdraaien.
Vlees 1 kg 100 - 140 20 - 30 Halverwege de bereidingstijd
omdraaien.
Vlees 500 g 90 - 120 20 - 30 Halverwege de bereidingstijd
omdraaien.
Forel 150 g 25 - 35 10 - 15 -
Aardbeien 300 g 30 - 40 10 - 20 -
Boter 250 g 30 - 40 10 - 15 -
NEDERLANDS
25
Gerecht Aantal Ontdooitijd
(min.)
Nadooitijd
(min)
Opmerkingen
Room 2 x 200 g 80 - 100 10 - 15 Klop de nog licht bevroren
slagroom.
Cake 1,4 kg 60 60 -
11. OVEN - ONDERHOUD EN REINIGING
WAARSCHUWING!
Raadpleeg de hoofdstukken
Veiligheid.
11.1 Opmerkingen over
schoonmaken
Maak de voorkant van het apparaat
schoon met een zachte doek en een
warm sopje.
Gebruik voor metalen oppervlakken
een universeel reinigingsmiddel.
Reinig de binnenkant van het apparaat
na elk gebruik. Opeenhopingen van
vetten of andere voedselresten kunnen
brand veroorzaken. Het risico is hoger
voor de grillpan.
Verwijder hardnekkig vuil met een
speciale ovenreiniger.
Reinig alle accessoires na elk gebruik
en laat ze drogen. Gebruik een zachte
doek en een warm sopje en een
reinigingsmiddel.
Toebehoren met antiaanbaklaag
mogen niet worden schoongemaakt
met een agressief reinigingsmiddel,
voorwerpen met scherpe randen of
een afwasautomaat. Dit kan de
antiaanbaklaag beschadigen.
11.2 Apparaten van roestvrij
staal of aluminium:
Maak de ovendeur alleen
schoon met een natte spons.
Droog maken met een zachte
doek.
Vermijd het gebruik van
staalwol, zure of schurende
producten, deze kunnen de
oppervlakken van de oven
beschadigen. Maak het
bedieningspaneel van de
oven net zo voorzichtig
schoon
11.3 Verwijderen van de
inschuifrails
Om de oven te reinigen, verwijdert u de
inschuifrails.
1. Trek de inschuifrail bij de voorkant uit
de zijwand.
2. Trek de geleider bij de achterkant uit
de zijwand en verwijder deze.
www.electrolux.com26
2
1
Installeer de inschuifrails in omgekeerde
volgorde.
LET OP!
Zorg ervoor dat de langste
bevestigingsdraad voorin
wordt aangebracht. De
uiteinden van de twee draden
moeten naar achteren wijzen.
Incorrecte installatie kan
schade aan het email
toebrengen.
11.4 Uitnemen van de ovendeur
Om het reinigen te vergemakkelijken,
verwijdert u best de ovendeur.
1
2
1. Open de deur helemaal.
2. Verplaats de schuif totdat u een klik
hoort.
3. Sluit de deur tot de schuif vergrendelt.
4. Verwijder de deur.
Om de deur te verwijderen, trek de
deur eerst aan de ene zijde naar
buiten en daarna aan de andere zijde.
Wanneer u klaar bent met reinigen, plaatst
u de ovendeur terug in omgekeerde
volgorde. Zorg ervoor dat u een klik hoort
wanneer u de deur terugplaatst. Gebruik
indien nodig enige kracht.
11.5 Verwijderen en reinigen van
de deurglazen
De glasplaten van de
ovendeur op uw product
kunnen in type en vorm
verschillen van de
voorbeelden die u hier ziet.
Het aantal glasplaten kan ook
verschillen.
1. Deurafdekking B aan de bovenkant
van de deur aan beide kanten
vastpakken en naar binnen drukken
om de klemsluiting te ontgrendelen.
1
2
B
2. Trek de deur naar voren om hem te
verwijderen.
3. Houd de glasplaten aan de bovenkant
vast en trek deze een voor een
omhoog uit de geleiding.
4. Reinig de glasplaten.
Om de panelen te plaatsen, moet u de
stappen in omgekeerde volgorde
uitvoeren.
11.6 Het lampje vervangen
Leg een doek op de bodem van de
binnenkant van het apparaat. Dit
voorkomt schade aan het afdekglas en de
ovenruimte.
NEDERLANDS
27
WAARSCHUWING!
Gevaar voor elektrocutie!
Maak de zekering los voordat
u de lamp vervangt.
De lamp en het afdekglas
kunnen heet zijn.
1. Schakel het apparaat uit.
2. Verwijder de zekeringen in de
zekeringenkast, of schakel de
stroomonderbreker uit.
De lamp aan de achterkant.
Het afdekglas van het lampje
bevindt zich in de achterkant
van de ovenruimte.
1. Draai het afdekglas van de lamp naar
rechts en verwijder het.
2. Reinig het afdekglas.
3. Vervang het ovenlampje met de
relevante tegen 300 °C hittebestendig
ovenlampje.
Gebruik hetzelfde ovenlamptype.
4. Plaats het afdekglas terug.
11.7 De lade verwijderen
WAARSCHUWING!
Wanneer de oven in gebruik
is, kan de lade heet worden.
Bewaar geen ontvlambare
dingen in de oven (bijv.
schoonmaakmiddelen, plastic
zakken, ovenhandschoenen,
papier, reinigingssprays, enz).
De lade onder de oven kan worden
verwijderd om gemakkelijker te worden
schoongemaakt.
1. Trek de lade volledig naar buiten, tot
deze niet verder kan.
1
2
2. Til de lade iets schuin omhoog en
verwijder de lade uit de steunrails.
De lade plaatsen:
1. Plaats de lade op de steunrails van de
lade. Zorg ervoor dat de uitsparingen
goed in de rails vallen.
2. Laat de lade tot horizontale stand
zakken en duw de lade naar binnen.
12. PROBLEEMOPLOSSING
WAARSCHUWING!
Raadpleeg de hoofdstukken
Veiligheid.
12.1 Wat moet u doen als…
Probleem Mogelijke oorzaak Oplossing
U kunt het apparaat niet ac-
tiveren.
Het apparaat is niet aan-
gesloten op een stopcon-
tact of is niet goed geïnstal-
leerd.
Controleer of het apparaat
goed is aangesloten op het
lichtnet.
www.electrolux.com28
Probleem Mogelijke oorzaak Oplossing
U kunt het apparaat niet ac-
tiveren.
De zekering is doorge-
brand.
Controleer of de zekering
de oorzaak van de storing
is. Als de zekeringen keer
op keer doorslaan, neemt u
contact op met een er-
kende elektricien.
De branders werken niet. Er is geen gastoevoer. Controleer de gasaansluit-
ing.
Er is geen vonk als u de
vonkgenerator tracht te ac-
tiveren.
De branderdeksel en kroon
zitten niet goed op hun
plaats.
Plaats de branderdeksel en
kroon op de juiste plaats.
De vlam gaat uit onmiddel-
lijk na de ontsteking.
Het thermokoppel is niet
voldoende opgewarmd.
Na het ontsteken van de
vlam, de knop circa 10 sec.
ingedrukt houden.
De vlammenring is niet gel-
ijkmatig.
De branderkroon is verstopt
met etensresten.
Controleer of de inspuiter
niet verstopt is en of de
branderkroon schoon is.
De oven wordt niet warm. De oven is uitgeschakeld. Schakel de oven in.
De oven wordt niet warm. De klok is niet ingesteld. Stel de klok in.
De oven wordt niet warm. De benodigde kookstanden
zijn niet ingesteld.
Zorg ervoor dat de instellin-
gen correct zijn.
Het lampje brandt niet. Het lampje is stuk. Vervang het lampje.
Op het display wordt
"12.00" weergegeven.
Er is een stroomstoring ge-
weest.
Stel de klok opnieuw in.
Stoom en condens slaan
neer op de gerechten en in
de ovenruimte.
Het gerecht heeft te lang in
de oven gestaan.
Laat gerechten na het be-
reiden niet langer dan 15 -
20 minuten in de oven
staan.
12.2 Onderhoudgegevens
Als u niet zelf het probleem kunt
verhelpen, neem dan contact op met uw
verkoper of de serviceafdeling.
De contactgegevens van het
servicecentrum staan op het typeplaatje.
Het typeplaatje bevindt zich voor aan de
binnenkant van het apparaat. Verwijder
het typeplaatje niet uit de ovenruimte.
Wij adviseren u om de gegevens hier te noteren:
Model (MOD.) .........................................
Productnummer (PNC) .........................................
Serienummer (S.N.) .........................................
NEDERLANDS
29
13. MONTAGE
WAARSCHUWING!
Raadpleeg de hoofdstukken
Veiligheid.
13.1 Technische gegevens
Afmetingen
In hoogte 847 - 867 mm
Breedte 596 mm
Diepte 600 mm
13.2 Bypassdiameters
BRANDER Ø BYPASS 1/100 mm
Sudderbrand-
er
28
Normale
brander
32
Rapid (Snel) 42
13.3 Overige technische gegevens
Gas origineel:
G20 (2E) 20 mbar
G20(2H) 20 mbar
Gasvervanging:
G30/G31 (3+) 28 - 30/37 mbar
Elektrische voeding:
230 V ~ 50 Hz
Categorie apparaat:
II2E+3+
Apparaatklasse:
1
13.4 Gasbranders voor AARDGAS G20 20 mbar
BRANDER NORMAAL VERM-
OGEN kW
MINIMUM VERM-
OGEN kW
INSPUITERMARKER-
ING 1/100 mm
Rapid (Snel) 3.2 0.75 121
Normale brand-
er
2.0 0.45 96
Sudderbrander 1.0 0.35 70
13.5 Gasbranders voor lpg (butaan / propaan) G30 28-30 mbar
BRANDER NORMAAL
VERMOGEN
kW
MINIMUM
VERMOGEN
kW
INSPUITER-
MARKERING
1/100 mm
NOMINALE
GASSTROOM
g/h
Rapid (Snel) 3.2 0.75 88 233
Normale brand-
er
2.0 0.45 71 145
Sudderbrander 1.0 0.35 50 73
www.electrolux.com30
13.6 Gasbranders voor lpg (butaan / propaan) G31 37 mbar
BRANDER NORMAAL
VERMOGEN
kW
MINIMUM
VERMOGEN
kW
INSPUITER-
MARKERING
1/100 mm
NOMINALE
GASSTROOM
g/h
Rapid (Snel) 2.8 0.75 77 204
Normale
brander
2.0 0.45 66 145
Sudderbrand-
er
1.0 0.35 46 73
13.7 Locatie van het apparaat
U kunt uw vrijstaand apparaat met kasten
aan een of twee zijden en in de hoek
plaatsen.
A
A
B
Minimum afstanden
Afmetingen mm
A 2
B 685
13.8 Gasaansluiting
Kies vaste aansluitingen of gebruik een
flexibele leiding van roestvrij staal, in
overeenstemming met de voorschriften die
van kracht zijn. Als u flexibele metalen
leidingen gebruikt, moet u opletten dat
deze niet in aanraking komen met
bewegende onderdelen, of dat ze niet
vastgeklemd worden.
13.9 Aansluiting van flexibele
niet-metalen leidingen
Als u eenvoudig toegang heeft tot de
aansluiting, dan kunt u een flexibele leiding
gebruiken. De flexibele leiding moet goed
worden aangespannen door klemmen.
Gebruik bij montage altijd de leidinghouder
en de pakking. De flexibele pijp is correct
als:
ze niet meer kan worden opgewarmd
dan kamertemperatuur, hoger dan 30
°C;
niet langer is dan 1.500 mm;
nergens nauw is;
niet gedraaid is;
niet in aanraking komt met scherpe
randen of hoeken;
de staat eenvoudig kan worden
gecontroleerd.
Zorg er bij het controleren van de flexibele
pijp voor dat:
de leiding geen barsten, sneden,
vlekken of brandsporen vertoont op de
twee uiteinden en over de volledige
lengte;
het materiaal niet gehard is, maar de
juiste elasticiteit vertoont;
de bevestigingsklemmen niet verroest
zijn;
de vervaldatum niet is verstreken.
Als er één of meerdere defecten
waarneembaar zijn, mag de leiding niet
worden gerepareerd, maar moet deze
worden vervangen.
WAARSCHUWING!
Controleer waneer de
installatie is voltooid of elke
leidingfitting goed is
afgedicht. Gebruik een
zeepoplossing, geen vlam.
De gastoevoer bevindt zich aan de
achterkant van het bedieningspaneel.
NEDERLANDS
31
WAARSCHUWING!
Trek voordat u het gas
aansluit eerst de stekker uit
het stopcontact of schakel de
zekering uit.Sluit de primaire
klep van de gastoevoer.
13.10 Aanpassing aan
verschillende types gas
Alleen bevoegde personen
mogen de afstelling aan
verschillende types gas
uitvoeren.
Als het apparaat is ingesteld
voor aardgas, dan kunt u dit
met de geschikte injectors
wijzigen naar vloeibaar gas.
De hoeveelheid gas wordt
aangepast.
WAARSCHUWING!
Voordat u de injectors
vervangt, moet u ervoor
zorgen dat de gasknoppen
zich in de UIT-stand
bevinden. Trek de stekker uit
het stopcontact. Laat het
apparaat afkoelen. U kunt
letsel oplopen.
Het apparaat is ingesteld op
standaardgas. Om de
instelling te wijzigen moet u
altijd de afdichtpakking
gebruiken.
A B C
DE
A) Gasaansluitingspunt (er is slechts één
punt geschikt voor het apparaat)
B)
Pakking
C)
Instelbare aansluiting
D) Aardgas pijphouder
E) LPG leidinghouder
13.11 Vervangen van
kookplaatinjectors
Vervang de injectors wanneer u het
gastype wijzigt.
1. Verwijder de pannendrager.
2. Verwijder de branderkappen en -
kronen.
3. Maak de injectors los met een sleutel
van 7 mm en verwijder deze.
4. Vervang ze door de injectors die nodig
zijn voor het type gas dat u gebruikt.
5. Om naar gas te veranderen G110,
G120 of G2.350), bevestigt u de
luchtregelaar op de hoofdinjectors.
Draai deze zo goed mogelijk vast.
6. Vervang het typeplaatje (naast de
gastoevoerleiding) door het plaatje
voor het nieuwe type gastoevoer.
U kunt het plaatje vinden
in de zak die bij het
apparaat geleverd is.
www.electrolux.com32
Als de druk van de gastoevoer niet
constant is of verschilt van de vereiste
druk, moet u een geschikte drukregelaar
op de gastoevoerleiding monteren.
13.12 Aanpassing van het
minimale niveau voor de
kookplaatbrander
Het minimumniveau van de branders
afstellen:
1. Steek de brander aan.
2. Draai de knop naar de minimumstand.
3. Verwijder de knop.
4. Stel de branderschroefstand (A) af met
een dunne schroevendraaier. De
stand van de schroef (A) is afhankelijk
van het model.
A
Draai de instelschroef helemaal
vast als u overstapt van aardgas
op vloeibaar gas.
Als u overstapt van vloeibaar gas
op aardgas, draai de by-pass-
schroef dan ongeveer een
kwartslag los .
WAARSCHUWING!
Zorg dat de vlam niet uit gaat
als u de knop snel van de
maximale stand naar de
minimale stand draait.
13.13 Het apparaat waterpas
zetten
Gebruik kleine pootjes aan de onderkant
van het apparaat om het kookoppervlak
aan de bovenkant waterpas met andere
oppervlakken te brengen.
13.14 Anti-kantelbescherming
LET OP!
Monteer de anti-
kantelbescherming zodat het
apparaat niet valt als het
incorrect wordt geladen. De
antikantelbescherming werkt
alleen als het apparaat in een
correcte ruimte is geplaatst.
Uw apparaat is voorzien van
het symbool weergegeven in
de afbeelding (indien van
toepassing) om u te
herinneren aan de montage
van de anti-
kantelbescherming.
LET OP!
Zorg dat u de anti-
kantelbescherming op de
correcte hoogte installeert.
NEDERLANDS
33
Zorg ervoor dat het oppervlak achter het
apparaat glad is.
1. Stel de correcte hoogte in en bepaal
waar op het apparaat u de anti-
kantelbescherming gaat plaatsen.
2. Installeer de anti-kantelbescherming
77 mm onder het bovenvlak van het
apparaat en 49 mm van de linkerkant
van het apparaat in de ronde opening
op een steun. Zie afbeelding. Schroef
de beveiliging stevig in solide materiaal
of gebruik geschikte versteviging
(muur).
3. U vindt het gat aan de linkerachterkant
van het apparaat. Zie afbeelding. Til
de voorkant van het apparaat op (1)
en plaats dit in het midden van de
ruimte tussen de kastjes (2). Als de
afstand tussen de aanrechtkastjes
groter is dan de breedte van het
apparaat, moet u de zijmaten
aanpassen als u het apparaat wilt
centreren.
1
2
49 mm
77 mm
13.15 Elektrische installatie
WAARSCHUWING!
De fabrikant is niet
verantwoordelijk indien u
deze veiligheidsmaatregelen
uit hoofdstuk
'Veiligheidsinformatie' niet
opvolgt.
Dit apparaat wordt geleverd met stekker
en netsnoer.
14. ENERGIEZUINIGHEID
14.1 Productinformatie voor kookplaat volgens EU-richtlijn 66/2014
Modelidentificatie EKK6450AOX
Type kooktoestel Kookplaat in vrijstaand fornuis
Aantal gasbranders 4
Energiezuinigheid per gasbrander
(EE gas burner)
Linksvoor - Snelle brander 52.9 %
Linksachter - Normale brander 54.6 %
Rechtsvoor - sudderbrander niet van toe-
passing
Rechtsachter - Normale brander 54.6 %
Energiezuinigheid voor de gaskook-
plaat (EE gas hob)
54.0 %
EN 30-2-1: Huishoudelijke kooktoestellen
op gas - Deel 2-1 : Energieverbruik -
Algemeen
14.2 Kookplaat -
Energiebesparing
U kunt elke dag energie besparen tijdens
het koken door de onderstaande tips te
volgen.
www.electrolux.com34
Warm alleen de hoeveelheid water op
die u nodig heeft.
Doe indien mogelijk altijd een deksel op
het kookgerei.
Zorg er voor gebruik voor dat de
branders en pannendragers goed
worden geplaatst.
De bodem van het kookgerei moet de
juiste diameter hebben voor de
brandermaat.
Zet het kookgerei meteen op de
brander en in het midden.
Wanneer de vloeistof begint te koken,
draait u de vlam omlaag, totdat de
vloeistof zachtjes pruttelt.
Gebruik indien mogelijk een
hogedrukpan. Zie de
gebruikshandleiding van de
hogedrukpan.
14.3 Productfiche en informatie voor ovens volgens EU 65-66/2014
Naam leverancier Electrolux
Modelidentificatie EKK6450AOX
Energie-efficiëntie Index 100.0
Energie-efficiëntieklasse A
Energieverbruik bij een standaardbelasting, stand
boven + onderwarmte
0.95 kWh/cyclus
Energieverbruik bij een standaardbelasting, stand
hetelucht
0.85 kWh/cyclus
Aantal ruimten 1
Warmtebron Electriciteit
Volume 72 l
Soort oven Oven in vrijstaand fornuis
Massa 50.0 kg
EN 60350-1 - Elektrische huishoudelijke
kookapparaten - Deel 1: Reeksen, ovens,
stoomovens en grills - Methoden voor
prestatiemeting.
14.4 Oven - Energiebesparing
Dit apparaat bevat functies die u helpen
energie te besparen tijdens het dagelijks
koken.
Algemene tips
Zorg ervoor dat de ovendeur goed
is gesloten als het apparaat werkt
en houd de deur tijdens de
bereiding zo veel mogelijk
gesloten.
Gebruik metalen schalen om meer
energie te besparen.
Zet indien mogelijk het eten in de
oven zonder voor te verwarmen.
Verlaag bij een bereidingsduur
langer dan 30 minuten de
oventemperatuur met minimaal 3 -
10 minuten, afhankelijk van de
bereidingsduur voordat de kooktijd
verstrijkt. De restwarmte in de oven
zorgt ervoor dat het gerecht wordt
voltooid.
U kunt de restwarmte gebruiken
om ander eten op te warmen.
Bereiding met hete lucht - gebruik
indien mogelijk de bereidingsfuncties
met hete lucht om energie te besparen.
Eeten warm houden - kies de laagste
temperatuur als u de restwarmte wilt
gebruiken om eten warm te houden.
NEDERLANDS
35
15. MILIEUBESCHERMING
Recycle de materialen met het symbool
. Gooi de verpakking in een geschikte
verzamelcontainer om het te recyclen.
Help om het milieu en de volksgezondheid
te beschermen en recycle het afval van
elektrische en elektronische apparaten.
Gooi apparaten gemarkeerd met het
symbool niet weg met het huishoudelijk
afval. Breng het product naar het
milieustation bij u in de buurt of neem
contact op met de gemeente.
*
www.electrolux.com36
NEDERLANDS
37
www.electrolux.com38
NEDERLANDS
39
www.electrolux.com/shop
867319053-A-452014
  • Page 1 1
  • Page 2 2
  • Page 3 3
  • Page 4 4
  • Page 5 5
  • Page 6 6
  • Page 7 7
  • Page 8 8
  • Page 9 9
  • Page 10 10
  • Page 11 11
  • Page 12 12
  • Page 13 13
  • Page 14 14
  • Page 15 15
  • Page 16 16
  • Page 17 17
  • Page 18 18
  • Page 19 19
  • Page 20 20
  • Page 21 21
  • Page 22 22
  • Page 23 23
  • Page 24 24
  • Page 25 25
  • Page 26 26
  • Page 27 27
  • Page 28 28
  • Page 29 29
  • Page 30 30
  • Page 31 31
  • Page 32 32
  • Page 33 33
  • Page 34 34
  • Page 35 35
  • Page 36 36
  • Page 37 37
  • Page 38 38
  • Page 39 39
  • Page 40 40

Electrolux EKK6450AOX Handleiding

Type
Handleiding