15
Instrukties voor de installatie
fig.3
fig.4
A
fig.5
Aansluiting van de gastoevoer
• De aansluiting van het apparaat op de gasleiding of -fles
moet worden uitgevoerd in overeenstemming met
voorschriften van de van toepassing zijnde normen en
uitsluitend na te hebben gecontroleerd of het apparaat is
afgesteld op het soort gas waarmee het zal worden
gevoed.
• Dit apparaat is vooraf ingesteld om te functioneren met het
soort gas dat staat vermeld op het plaatje op de kookplaat.
Indien de beschikbare gassoort niet overeenstemt met de
gassoort waar het apparaat op ingesteld is, moet u de
betreffende inspuiters (die bij de levering inbegrepen zijn)
verwisselen waarbij u de aanwijzingen die in de paragraaf
“Ombouw van het apparaat op een andere gassoort” zijn
opgenomen in acht moet nemen.
• Om zeker te zijn van de goede werking van het apparaat,
om de energie op adequate wijze te kunnen benutten en om
ervoor te zorgen dat het apparaat lang meegaat moet u
zich ervan verzekeren dat de voedingsdruk overeenstemt
met de waarden die in de tabel 1 “Kenmerken van de
branders en inspuiters” staan. Als dit niet het geval is moet
u op de gastoevoerleiding een speciale drukregelaar
monteren in overeenstemming met de geldende normen.
• Er bij de aansluiting op letten dat het apparaat niet aan
spanningen of druk wordt blootgesteld.
De gastoevoer moet op de draaibare koppeling (met
schroefdraad ½"G buitendraad) aan de achterkant van het
apparaat aangesloten worden (fig.3) met een metalen starre
leiding en op koppelingen die aan de geldende normen
voldoen of met een metalen flexibele leiding in
overeenstemming met de geldende normen, die niet langer
mag zijn dan 2000 mm. Als de koppeling gedraaid moet
worden moet u de dichting (die bij de levering van het
apparaat inbegrepen is) zonder meer vervangen. Als de
installatie voltooid is moet u de gasleidingen, de inwendige
aansluitingen en de kranen op dichtheid controleren door
een sopje te gebruiken (gebruik uiteraard nooit een vlam).
Ga verder na dat de aansluitleiding niet in aanraking kan
komen met de beweegbare delen waardoor de leiding
beschadigd of afgekneld kan worden. Verzeker u ervan dat
de aardgasleiding groot genoeg is om het apparaat te voeden
als alle branders in werking zijn.
Belangrijk: Om de aansluiting met vloeibaar gas (flessengas)
tot stand te brengen moet er een drukregelaar tussen
geplaatst worden die aan de geldende normen voldoet.
Ombouw van het apparaat op een andere gassoort
Als de kookplaat op een andere gassoort omgebouwd moet
worden dan de gassoort waarop de kookplaat ingesteld is
(staat op het etiket op de kookplaat aangegeven), moet u de
inspuiters van de branders verwisselen waarbij als volgt te
werk moet gaan:
• haal de roosters en de branders eraf.
• schroef de inspuiters los (fig.4) met een buissleutel van
7 mm en vervang ze met inspuiters die geschikt zijn
voor het nieuwe type gas (zie tabel 1 “Kenmerken van de
branders en inspuiters”).
• tenslotte, vervang het oude
typeplaatje met een ander dat
het nieuwe type gas aangeeft, verkrijgbaar bij onze
Technische Dienst.
• monteer de onderdelen weer.
Het regelen van de minimum stand
• zet het kraantje op minimum;
• neem de knop eraf en draai aan het regelschroefje in het
staafje van het kraantje (fig.5) totdat u een regelmatige
vlam heeft (als u de schroef losser draait neemt het
minimumvermogen toe, als u de schroef strakker draait
neemt het minimumvermogen af);
Opmerking: in geval van vloeibaar gas moet de
stelschroef aangedraaid worden totdat hij niet verder kan.
• Als u het gewenste minimum vermogen bereikt heeft, moet
u de knop-terwijl de brander brandt-een paar keer snel
van de hoogste stand op de laagste stand zetten en nagaan
dat de brander niet dooft;
Het vervangen van de straalpijpjes van de brander met
"onafhankelijke dubbele vlamkronen":
• verwijder de roosters en branders van hun plaats. De
brander bestaat uit twee aparte delen (zie afb. C en
afb.D);
• schroef de straalpijpjes los met een sleutel van 7mm.
De binnenste vlamkroon heeft een straalpijpje, de
buitenste heeft er twee (van dezelfde maat). Vervang
de straalpijpjes met nieuwe die zijn aangepast aan het
nieuwe type gas (zie tabel1).
• zet de onderdelen in omgekeerde volgorde weer op hun
plaats.
Afb. C Afb. D
Regulatie primaire lucht van de branders (voor België)
De branders hebben geen regulatie van de primaire lucht
nodig.
Elektrische aansluiting
HET APPARAAT MOET OP EEN RANDGEAARD
STOPCONTACT WORDEN AANGESLOTEN.
Het apparat is bestemd om te worden gebruikt met
wisselstroom met een spanning en frequentie zoals vermeld
op het plaatje met de technische gegevens (geplaatst aan de
achterzijde van de apparaat of op het eind van de
gebruiksaanwijzing). Controleren of de netspanning ter
plaatse overeenstemt met die vermeld op het plaatje.
Aansluiting van de elektrische voedingskabel op het net
Bij de modellen die niet van een stekker voorzien zijn moet
u een genormaliseerde stekker voor de belasting die op het
typeplaatje staat op het snoer monteren en de stekker in een