Scholtes PP 93 G AT de handleiding

Type
de handleiding
29
1. Dit apparaat is ontworpen om door particulieren
gebruikt te worden, d.w.z. niet voor het gebruik in
bedrijfskeukens maar is daarentegen bestemd voor
huishoudelijk gebruik in normale woningen.
2. De aanwijzingen in deze gebruiksaanwijzing
aandachtig doorlezen daar zij belangrijke informatie
bevatten met betrekking tot de veiligheid tijdens
de installatie, het gebruik en het onderhoud. Deze
gebruiksaanwijzing zorgvuldig opbergen om later
te kunnen raadplegen.
3. Na de verpakking te hebben verwijderd controleren of
het apparaat onbeschadigd is. In geval van twijfel het
apparaat niet in gebruik nemen maar contact opnemen
met de leverancier.
4. Alle handelingen met betrekking tot de installatie dienen
in overeenstemming met de geldende normen door een
erkend installateur te worden uitgevoerd. De hierop
betrekking hebbende instructies staan beschreven in
de aanwijzingen voor de installateur.
5. Controleer van tijd tot tijd of de gastoevoerleiding in
goede staat verkeert en laat de leiding door deskundige
vakmensen vervangen zodra de leiding afwijkingen
vertoont.
6. De aansluitkabel en de toevoerleiding van het gas van
dit apparaat mogen niet door de gebruiker zelf worden
vervangen. In geval van beschadiging mag de eventuele
vervanging ervan uitsluitend door een erkend
installateur of de Servicedienst worden uitgevoerd.
Algemene aanwijzingen
Onze complimenten!
U heeft een huishoudelijk apparaat gekocht waarbij voor het vervaardigen ervan geavanceerde technologiëen gehanteerd
zijn en dat gemaakt is van kwaliteitsmateriaal.
Tijdens het gebruik van dit apparaat zult u merken dat u er steeds meer plezier van zult hebben.
Inhoudsopgave
DEZE GEBRUIKSAANWIJZING GELDT UITSLUITEND VOOR DIE LANDEN WAARVAN HET SYMBOOL IN HET BOEKJE
EN OP HET TYPEPLAATJE VAN HET APPARAAT STAAT.
7. Voordat u het apparaat aansluit moet u controleren of
de gegevens die op het typeplaatje staan (dat aan de
onderkant van het apparaat aangebracht is en dat
afgebeeld is op de laatste pagina van deze
gebruiksaanwijzing) overeenstemmen met de gegevens
van het elektriciteits- en het gasnet.
8. Controleren of de capaciteit van de elektrische installatie
en de stopcontacten overeenstemmen met het maximum
vermogen van het apparaat zoals vermeld op het
plaatje. In geval van twijfel dient een erkend installateur
te worden geraadpleegd.
9. Als u het apparaat niet gebruik moet u altijd niet alleen
de bedieningsknoppen van de diverse branders uit
draaien maar moet u ook de hoofdkraan van de
gastoevoerleiding dichtdraaien.
10. De branders blijven na gebruik nog lang warm. Raak ze
niet aan.
11. Plaats geen wankele of vervomde pannen op de
branders om omvallen te vermijden. Zorg dat de
handvaten naar het midden vat het kookplaat gereicht
zijn zodat men er niet tegen kan stolen.
12. Gebruik geen ontvlambare vloeistoffen (alcohol,
benzine, enz.) in de buurt van het kookplaat als dit in
gebruik is.
13.Um optimale Leistungen Ihres zu gewährleisten, sind
beim Kochen einige grundsätzlichen Maßnahmen zu
beachten: Verwenden Sie Kochgeschirr, die glatt auf der
Kochzone aufliegen.
30
Omschrijving van de kookplaat
A Hulp gasbrander
B Halfsnelle gasbrander
C Snelle gasbrander
D Drioevoudige Ring gasbrander
G Roosters voor de pannen
M Bedieningsknoppen van de gasbranders
E Bougies van de automatische ontsteking
F Veiligheidsmechanisme Dit treedt in werking als de
vlam per ongeluk is uitgegaan (overkoken, tocht enz.)
door de gastoevoer van de brander te blokkeren.
A
BB
C
D
M
E
F
A
B
C
D
31
Gasbranders
Deze verschillen in afmeting en sterkte. Kies de brander
die het beste past bij de doorsnede van de pan die u gaat
gebruiken. De bedieningsknop "M" werkt als volgt:
Regelkraan dicht
Regelkraan maximaal geopend
Regelkraan minimaal geopend
De symbolen bij de knoppen verwijzen naar de positie
van de betreffende brander op de kookplaat.
Om één van de branders aan te steken:
de betreffende knop indrukken, linksom draaien en het
streepje met het symbool van de grote vlam overeen laten
stemmen (maximum vermogen);
de knop volledig indrukken en de automatische ontsteking
van het gas inschakelen door op de drukknop;
als de vlam brandt de knop gedurende 10 seconden
ingedrukt houden tot het element van de thermo-
elektrische-beveiliging warm is geworden;
de knop loslaten en controleren of de vlam regelmatig
brandt. Als dit niet het geval mocht zijn de bovenstaande
handelingen herhalen.
Voor de laagste stand (minimum vermogen) de knop verder
draaien tot aan het symbool van de kleine vlam.
Tussenliggende standen zijn mogelijk, hiertoe de knop
tussen het symbool van de grote vlam en dat van de kleine
vlam instellen.
Om de brander te doven de knop rechtsom draaien tot stand
" ". In deze stand wordt de knop geblokkeerd. Om haar
opnieuw te draaien zal ze eerst moeten worden ingedrukt.
Belangrijk:
• De automatische vonkontsteking niet langer dan 15
seconden achter elkaar gebruiken. Bij problemen met de
ontsteking, de knop loslaten en de eventueel in de
gasleiding aanwezige lucht eruit laten stromen. Vervolgens
opnieuw op het knopje drukken.
Bij het ongewenste uitgaan van de vlam van de branders
zal het gas nog even door blijven stromen vóórdat het
beveiligingsmechanisme in werking treedt. De
bedieningsknop sluiten en tenminste 1 minuut wachten
alvorens te proberen de vlam opnieuw te ontsteken om
het ontsnapte gas de tijd te geven om in de lucht op te
lossen.
Als het apparaat niet wordt gebruikt, controleren of de
knoppen in de dicht-stand staan “ “. Verder wordt het
aanbevolen om de gaskraan in de toevoerleiding te
sluiten.
Het gebruik van de branders
De branders zullen het beste resultaat leveren als uitsluitend
pannen met een voor de gebruikte brander geschikte
diameter worden gebruikt, waarbij moet worden voorkomen
dat de vlam tot voorbij de bodem van de pan komt (zie
onderstaande tabel). Voorts wordt aangeraden om, als een
vloeistof aan de kook raakt, de vlam te verlagen tot een
hoogte die volstaat om haar aan de kook te houden.
Instructies voor het gebruik
Schoonmaken en onderhoud
Om ervoor te zorgen dat het apparaat lang mee gaat moet
het apparaat regelmatig grondig schoongemaakt worden,
waarbij u rekening moet houden met het volgende:
Voordat u het apparaat schoon gaat maken moet u eerst
de stroomtoevoer naar het apparaat uitschakelen.
Laat de delen van het apparaat die nog heet zijn eerst
afkoelen voordat u deze schoon gaat maken.
de geëmailleerde of verchroomde en de glazen delen
worden gewassen met lauw water; gebruik geen
schuurmiddelen of bijtende middelen die het kunnen
beschadige.
De stalen delen en vooral die met de opgedrukte
symbolen niet met oplosmiddelen of schuurmiddelen
mogen worden gereinigd (ga met het doekje over het
oppervlak heen en beweeg daarbij in dezelfde richting
als de satijnglansafwerking van het staal).
Roesrvrije staal, als het lang in contact is met
kalkhoudend water of sterke wasmiddelen
(fosforhoudend), kan vlekken vertonen. Na ze te hebben
gewassen moeten ze zorgvuldig met een zachte doek
worden afgedroogd.
Bij hardnekkig vuil is het gebruik van brandspiritus
toegestaan.
Na het schoonmaken kunt u eventueel de stalen gedeelten
oppoetsen en eventueel geelachtig worden vermijden;
hiervoor kunt u de bijgeleverde speciale crème voor het
onderhoud van staal gebruiken, na te bestellen bij ons
Service Centrum.
Laat op de geëmailleerde of gelakte delen geen zure
vloeistoffen achter (azijn, citroenzuur, agressieve
schoonmaakproducten enz.).
de losse delen van de gasbranders moeten vaak in een
lauw sop worden gewassen; verwijder eventueel
aangekoekte reste. Ga na dat de gasuitstroomopeningen
niet verstopt zijn. Droog de branders goed af voordat u
ze weer gaat gebruiken.
Maak het uiteinde van de bougies van de automatische
ontsteking van de kookplaat vaak schoon.
De regelkranen en de thermostaat van de gasoven met
vet smeren
Met verloop van tijd kan het zijn dat een kraantje
geblokkeerd raakt of moeilijk draait; het is dan noodzakelijk
het van binnen schoon te maken en het opnieuw te smeren.
Dit moet worden uitgevoerd door een door de fabrikant
erkende installateur.
Brander ø Diameter van de pan (cm)
A.
Hulpbrander
6 14
B.
Halfsnel (anteriore)
16 18
B.
Halfsnel (posteriore)
16 20
C.
Snel
22 24
D.
Drievoudige ring
24 - 26
32
op het plaatje met de technische gegevens aan de
onderkant van het apparaat;
de mondingen aan zowel de binnen- als de buitenzijde
van de wand mogen niet verstopt kunnen raken;
met bijvoorbeeld een rooster, metalen gazen, enz. zijn
beschermd opdat de bovengenoemde nuttige sectie niet
wordt verminderd;
op een hoogte vlak boven de vloer zijn geplaatst.
Aansluitende Ventilatie
Bijzonderheid A kamer kamer
A
Voorbeeld van een ventilatieopening Vergroting van de gleuf tussen
voor verbrandingslucht de deur en de vloer
Afb. 2A Afb. 2B
De lucht mag eveneens vanuit een nevenliggende ruimte
worden toegevoerd, op voorwaarde dat het hier geen
slaapkamer of een ruimte waar brandgevaar bestaat betreft,
zoals bijv. opslagplaatsen, garages, magazijnen met
brandbaar materiaal enz., en ze in overeenstemming met
de geldende normen is geventileerd. De toevoer van de
lucht vanuit een nevenliggende ruimte naar de te ventileren
ruimte dient vrijelijk door permanente openingen te worden
gegarandeerd, met een sectie die niet kleiner mag zijn dan
die hierboven vermeld. Deze openingen kunnen ook worden
verkregen door de vrije ruimte tussen de deur en de vloer
te vergroten (Afb.2B). Als voor de afvoer van de
verbrandingsproducten een elektroventilator wordt gebruikt,
zal de ventilatieopening moeten worden aangepast aan de
maximale capaciteit van de luchtverplaatsing ervan. De
capaciteit van de elektroventilator dient voldoende te zijn
om per uur een luchtverversing van 3÷5 maal het volume
van de ruimte te garanderen. Bij een intensief en langdurig
gebruik van het apparaat kan een extra ventilatie
noodzakelijk blijken die kan worden verkregen door
bijvoorbeeld het openen van een raam of een verbetering
van de afzuigcapaciteit van de elektroventilator, indien
aanwezig. De gassen van een vloeibaar gemaakt
gasmengsel (LPG) zijn zwaarder dan lucht en blijven laag
hangen. De ruimtes waarin gasflessen met LPG staan
moeten dan ook openingen naar buiten hebben ter hoogte
van de vloer, zodat eventueel gelekte gassen van onderen
afgevoerd kunnen worden.
Zet geen LPG gasflessen (ook als deze leeg zijn) in
ondergrondse ruimtes; in de ruimte is het verstandig alleen
de gasfles te laten staan die op dat moment in gebruik is,
waar u de gasfles uit de buurt van warmtebronnen moet
neerzetten waardoor de temperatuur van de gasfles
eventueel op kan lopen tot meer dan 50°C.
Installatie van de kookplaten
In dit geval is het noodzakelijk om de nodige
voorzorgsmaatregelen te treffen om er zeker van te zijn
dat de installatie aan de geldende normen ten aanzien van
de preventie van ongevallen met betrekking tot elektrische
De onderstaande instructies zijn bestemd voor de erkende
installateur om hem in staat te stellen de handelingen met
betrekking tot de installatie op de meest correcte wijze en in
overeenstemming met de van toepassing zijnde normen uit
te voeren.
Belangrijk: alle regel-, onderhoudshandelingen enz.
moeten op een van het elektriciteitsnet afgesloten
apparaat worden uitgevoerd. Indien het noodzakelijk mocht
blijken de elektrische voeding te handhaven, zal de grootst
mogelijke voorzorg moeten worden genomen.
De kookplaten hebben de volgende technische kenmerken:
- Klasse3
-Categorie II 2L3B/P (voor NEDERLAND)
-Categorie II 2E+3+ (voor BELGIË).
Plaatsing
Dit apparaat mag uitsluitend geïnstalleerd worden en
functioneren in ruimtes die permanent geventileerd zijn in
overeenstemming met de voorschriften van de geldende
normen. De volgende eisen moeten in acht genomen
worden:
Het apparaat moet de verbrandingsproducten afvoeren
naar een speciaal hiervoor bestemde kap die op een
schoorsteen, een afvoerkanaal of rechtstreeks naar
buiten moet zijn aangesloten (Afb.1).
Als het gebruik van een kap niet mogelijk is, kan een in
het raam of in de buitenmuur geplaatste ventilator worden
gebruikt die tegelijkertijd met het apparaat in werking
gesteld moet worden.
In open haard of vertakte rookpijp Meteen naar buiten
(aanwezig bij de kookapparaten)
Ventilatie van de keukenruimte
In de ruimte waar het apparaat wordt geïnstalleerd moet
een hoeveelheid lucht worden toegevoerd die voldoerde is
voor de verbranding van het gas en de ventilatie van de
ruimte. De natuurlijke toevoer van de lucht dient te worden
gewaarborgd door middel van permanente openingen in de
buitenmuren van de ruimte, of door enkele of collectief
vertakte ventilatiekanalen, in overeenstemming met de
geldende normen. De lucht dient rechtstreeks van buitenaf
en uit de buurt van bronnen van verontreiniging te worden
toegevoerd. De ventilatieopening moet over de volgende
eigenschappen beschikken (Afb.2A):
een totale volledig onbelemmerde doorgangssectie van
tenminste 6 cm² voor iedere kW nominale
warmtecapaciteit van het apparaat, met een minimum
van 100 cm² (de warmtecapaciteit kan worden afgelezen
Instructies voor de installateur
Afb.1
33
en gasaansluitingen voldoet. Voor een goede werking van
het toestel dat in meubels wordt geïnstalleerd, moeten de
minimum afstanden in achting worden genomen die op
Afb.3 worden aangeduid. Bovendien moeten de
aangrenzende oppervlakten en de achterste wand bestand
zijn tegen een hoge temperatuur van 65°C.
Inbouw kookplaten PP63/93 G in combinatie met oven
van 60/90cm.
De kookplaat op een onderbouw met oven plaatsen
Indien de kookplaat boven een inbouwoven geïnstalleerd
wordt moeten er de nodige luchtopeningen aangebracht
worden zoals afgebeeld op Afb.4 (een luchtinlaatopening
aan de onderkant van minimaal 200 cm2 en een
luchtuitlaatopening aan de bovenkant van minimaal 60 cm2
voor ovens van 60 cm, minstans 90 cm² voor ovens van
90 cm) om een goede luchtcirculatie in het meubel mogelijk
te maken. Zowel de elektrische voedingskabel als de
gastoevoerleiding moet zodanig geplaatst worden dat zij
niet in aanraking komen met de hete delen van de
ommanteling van de oven om oververhitting te voorkomen.
In geval van installatie op een inbouwoven zonder
geforceerde afkoelingsventilatie, moet onder het vlak een
houten paneel A (Afb.4) geïnstalleerd worden voor de
isolatie, op een afstand van minimum 15 mm van het
omhulsel van het vlak zelf. Het paneel moet verwijderbaar
zijn zodat eventuele handelingen van onderhoud onder de
kookplaat mogelijk zijn. Indien er zich onder de kookplaat
een onderbouw bevindt met deurtjes, wordt de werking van
de kookplaat niet beïnvloed door het openen en het sluiten
van de deurtjes.
Bevestiging aan de onderkast
Het garnituur G” dat in dotatie wordt gegeven vasthechten
van de kookplaat;
Voor het bevestigen van de kookplaten van de serie PP
63/93 aan het meubel is er voorzien van montage plaatjes
zoals aangegeven in de afbeeldingen 5;
490
mm
Paneel
uitneembaar
voor
onderhoud
Zijkanten voetstuk voor oven 60 en 90 cm
*
Een aanrecht minder dan
40 mm dik moet van een
uitsparing worden voorzien
bovenaan de zijkant "B".
Bedieningspaneel
Kookafdeling
B
MIN. 40 mm. *
Afmetingen uitsparing voor inbouw
Afb.4
Afb.3
Afb.5
Model
Afmetingen
inbown
"Y"
Minimum Afmetingen
"X"
Minimum Afmetingen
PP 63 G 695x490 695 155
PP 93 G 948x490 948 155
34
Aansluiting van de gastoevoer
De aansluiting van het apparaat op de gasleiding of -fles
moet worden uitgevoerd in overeenstemming met
voorschriften van de van toepassing zijnde normen en
uitsluitend na te hebben gecontroleerd of het apparaat is
afgesteld op het soort gas waarmee het zal worden gevoed.
Dit apparaat is vooraf ingesteld om te functioneren met het
soort gas dat staat vermeld op het plaatje op de kookplaat.
Indien de beschikbare gassoort niet overeenstemt met de
gassoort waar het apparaat op ingesteld is, moet u de
betreffende inspuiters (die bij de levering inbegrepen zijn)
verwisselen waarbij u de aanwijzingen die in de paragraaf
Ombouw van het apparaat op een andere gassoort zijn
opgenomen in acht moet nemen.
Om zeker te zijn van de goede werking van het apparaat,
om de energie op adequate wijze te kunnen benutten en om
ervoor te zorgen dat het apparaat lang meegaat moet u
zich ervan verzekeren dat de voedingsdruk overeenstemt
met de waarden die in de tabel 1 Kenmerken van de branders
en inspuiters staan. Als dit niet het geval is moet u op de
gastoevoerleiding een speciale drukregelaar monteren in
overeenstemming met de geldende normen.
Er bij de aansluiting op letten dat het apparaat niet aan
spanningen of druk wordt blootgesteld.
De gastoevoer moet op de draaibare koppeling (met
schroefdraad ½"G buitendraad) aan de achterkant van het
apparaat aangesloten worden (Afb.6) met een metalen starre
leiding en op koppelingen die aan de geldende normen voldoen
of met een metalen flexibele leiding in overeenstemming met
de geldende normen, die niet langer mag zijn dan 2000 mm.
Als de koppeling gedraaid moet worden moet u de dichting
(die bij de levering van het apparaat inbegrepen is) zonder
meer vervangen. Als de installatie voltooid is moet u de
gasleidingen, de inwendige aansluitingen en de kranen op
dichtheid controleren door een sopje te gebruiken (gebruik
uiteraard nooit een vlam). Ga verder na dat de aansluitleiding
niet in aanraking kan komen met de beweegbare delen
waardoor de leiding beschadigd of afgekneld kan worden.
Verzeker u ervan dat de aardgasleiding groot genoeg is om
het apparaat te voeden als alle branders in werking zijn.
Belangrijk: Om de aansluiting met vloeibaar gas (flessengas)
tot stand te brengen moet er een drukregelaar tussen geplaatst
worden die aan de geldende normen voldoet.
Ombouw van het apparaat op een andere gassoort
Als de kookplaat op een andere gassoort omgebouwd moet
worden dan de gassoort waarop de kookplaat ingesteld is
(staat op het etiket op de kookplaat aangegeven), moet u de
inspuiters van de branders verwisselen waarbij als volgt te
werk moet gaan:
haal de roosters en de branders eraf.
schroef de inspuiters los (Afb.7) met een buissleutel van 7
mm en vervang ze met inspuiters die geschikt zijn voor het
nieuwe type gas (zie tabel 1 Kenmerken van de branders
en inspuiters).
tenslotte, vervang het oude typeplaatje met een ander
dat het nieuwe type gas aangeeft, verkrijgbaar bij onze
Technische Dienst.
Het regelen van de minimum stand
zet het kraantje op minimum;
neem de knop eraf en draai aan het regelschroefje in of
naast het staafje van het kraantje (Afb.8) totdat u een
regelmatige vlam heeft (als u de schroef losser draait neemt
het minimumvermogen toe, als u de schroef strakker draait
neemt het minimumvermogen af);
Opmerking: in geval van vloeibaar gas moet de stelschroef
aangedraaid worden totdat hij niet verder kan.
Als u het gewenste minimum vermogen bereikt heeft, moet
u de knop-terwijl de brander brandt-een paar keer snel van
de hoogste stand op de laagste stand zetten en nagaan
dat de brander niet dooft.
Elektrische aansluiting
HET APPARAAT MOET OP EEN RANDGEAARD
STOPCONTACT WORDEN AANGESLOTEN.
De units zijn bestemd om te worden gebruikt met
wisselstroom met een spanning en frequentie zoals vermeld
op het plaatje met de technische gegevens (geplaatst aan de
onderzijde van de kookplaat of op het eind van de
gebruiksaanwijzing). Controleren of de netspanning ter plaatse
overeenstemt met die vermeld op het plaatje.
Aansluiting van de elektrische voedingskabel op het
net
Bij de modellen die niet van een stekker voorzien zijn
moet u een genormaliseerde stekker voor de belasting
die op het typeplaatje staat op het snoer monteren en de
stekker in een deugdelijk stopcontact steken.
Als het apparaat rechtstreeks op het elektriciteitsnet
aangesloten moet worden dan moet er tussen het apparaat
en het elektriciteitsnet een veiligheidsschakelaar
gemonteerd worden met een opening tussen de contacten
van minimaal 3 mm, die berekend moet zijn op de belasting
van het apparaat en die aan de geldende normen moet
voldoen. De geel/groene aardedraad mag niet onderbroken
worden door de schakelaar. In ieder geval moet de
voedingskabel zodanig aangelegd worden dat de kabel op
geen enkel punt warmer kan worden dan 50 °C boven de
omgevingstemperatuur. In het geval van installeren boven
een ingebouwde oven, moet de elektrische aansluiting van
het kookplaat en van de oven apart worden uitgevoerd,
zowel voor veiligheidsredenen als om het eventueel
uittrekkenvan de oven mogelijk te maken. Gebruik geen
Afb.6
Afb. 8
A
Afb. 7
35
adaptors, dubbelstekkersof dergelijke, aangezien deze
oververhitting en branden kunnen veroorzaken. Alvorens
de aansluiting tot stand te brengen moet u zich van het
volgende verzekeren:
de spanningsbegrenzer en de elektrische installatie thuis
geschikt zijn voor de belasting van de apparatuur (zie
plaatje met technische gegevens);
de elektrische voeding over een deugdelijke
aardaansluiting beschikt in overeenstemming met de
geldende normen en voorschriften;
Kenmerken van de branders en inspuiters
Deze apparatuur voldoet aan de volgende Europese
richtlijnen:
- EEG/73/23 van 19/02/73 (Laagspanning) en
successievelijke modificaties;
- EEG/89/336 van 03/05/89 (Electromagnetische
compatibiliteit) en successievelijke modificaties;
- EEG/90/396 van 29/06/90 (Gas) en successievelijke
modificaties;
- EEG/93/68 van 22/07/93 en successievelijke
modificaties.
*A 15°C en 1013 mbar-droog gas
H.s. Propaangas G31 = 50,37 MJ/kg
H.s. Butangas G30 = 49,47 MJ/kg
H.s. Aardgas G20 = 37,78 MJ/m
3
H.s. Aardgas G25 = 32,49 MJ/m
3
het stopcontact of de meerpolige schakelaars makkelijk
zijn te bereiken als de kookplaat is geïnstalleerd.
WIJ AANVAARDEN GEEN ENKELE VERANT-
WOORDELIJKHEID ALS DE ONGEVALLEN-
PREVENTIENORMEN NIET WORDEN NAGELEEFD.
De kabel vervangen
Gebruik een rubber kabel van het type H05RR-F met een
doorsnede 3 x 0.75 mm².
De geel/groene aardleiding moet 2-3 cm langer zijn ten
opzichte van de andere leidingen.
Tabel 1 (voor NEDERLAND) Vloeibaar gas Aardgas
Brander Brander
doorsnee
Warmtecapaciteit
kW (H.s.*)
By-pass
1/100
(mm)
Inspuiter
1/100
(mm)
Debiet *
g/h
Inspuiter
1/100
(mm)
Debiet *
l/h
(mm)
Nom. Ger.
G30/G31 G25
C.Snel
100 3.00 0.7 40 86 218 122 332
B.Halfsnel
75 1.65 0.4 30 64 120 94 183
A.
Hulp 55 1.00 0.4 30 50 73 72 100
D.Drioevoudige ring
130 3.25 1.3 57 91 236 134 360
Voedingsdruk 30 25
Tabelle 1 (BELGIE) Flüssiggas Erdgas
Brenner ø
Brenner
(mm)
Leistung
kW (H.s.*)
By-pass
1/100
sen
1/100
Durchfluß*
g/h
sen
1/100
Durchfluß*
l/h
Nom. Min. (mm) (mm)
G30 G31
(mm)
G20 G25(2)
Blitz C 100 3.00 0.7 40 86 218 214 116 286 332
Schnell B 75 1.65 0.4 30 64 120 118 96 157 183
Hilfs A 55 1.00 0.4 30 50 73 71 71 95 100
mit Dreifachkrone D 130 3.25 1.3 57 91 236 232 124 309 360
Zufuhrdruck (mbar) 30 37 20 25
Conformément à nos conditions générales de vente, nous nous réservons la faculté de modifier nos
modèles sans préavis: et cette brochure ne peut être considérée comme un document contractuel.
Conformemente alle nostre condizioni generali di vendita, ci riserviamo la facoltà di modificare i nostri
modelli senza preavviso. Questo opuscolo non può essere considerato come un documento contrattuale.
In conformity with our general conditions of sale, we reserve the right to modify our models without
notice and this booklet can in no way be considered as a binding document.
Overenkomstig onze verkoopvoorwaarden behouden wij ons het recht voor onze modellen zonder voorafgaande
kennisgeving te vjzigen: dit boekje kan niet als cen contractueel dokument worden beschouwd.
This document is printed by
Xerox Business Service - Docutech - 01/2005
Document number:
195034742.04
Viale Aristide Merloni, 47
60044 Fabriano (AN) Italy
Tel. +39 0732 6611
www.scholtes.com

Documenttranscriptie

Onze complimenten! U heeft een huishoudelijk apparaat gekocht waarbij voor het vervaardigen ervan geavanceerde technologiëen gehanteerd zijn en dat gemaakt is van kwaliteitsmateriaal. Tijdens het gebruik van dit apparaat zult u merken dat u er steeds meer plezier van zult hebben. Inhoudsopgave DEZE GEBRUIKSAANWIJZING GELDT UITSLUITEND VOOR DIE LANDEN WAARVAN HET SYMBOOL IN HET BOEKJE EN OP HET TYPEPLAATJE VAN HET APPARAAT STAAT. Algemene aanwijzingen 1. Dit apparaat is ontworpen om door particulieren gebruikt te worden, d.w.z. niet voor het gebruik in bedrijfskeukens maar is daarentegen bestemd voor huishoudelijk gebruik in normale woningen. 7. Voordat u het apparaat aansluit moet u controleren of de gegevens die op het typeplaatje staan (dat aan de onderkant van het apparaat aangebracht is en dat afgebeeld is op de laatste pagina van deze gebruiksaanwijzing) overeenstemmen met de gegevens van het elektriciteits- en het gasnet. 2. De aanwijzingen in deze gebruiksaanwijzing aandachtig doorlezen daar zij belangrijke informatie bevatten met betrekking tot de veiligheid tijdens de installatie, het gebruik en het onderhoud. Deze gebruiksaanwijzing zorgvuldig opbergen om later te kunnen raadplegen. 8. Controleren of de capaciteit van de elektrische installatie en de stopcontacten overeenstemmen met het maximum vermogen van het apparaat zoals vermeld op het plaatje. In geval van twijfel dient een erkend installateur te worden geraadpleegd. 3. Na de verpakking te hebben verwijderd controleren of het apparaat onbeschadigd is. In geval van twijfel het apparaat niet in gebruik nemen maar contact opnemen met de leverancier. 9. Als u het apparaat niet gebruik moet u altijd niet alleen de bedieningsknoppen van de diverse branders uit draaien maar moet u ook de hoofdkraan van de gastoevoerleiding dichtdraaien. 4. Alle handelingen met betrekking tot de installatie dienen in overeenstemming met de geldende normen door een erkend installateur te worden uitgevoerd. De hierop betrekking hebbende instructies staan beschreven in de aanwijzingen voor de installateur. 10. De branders blijven na gebruik nog lang warm. Raak ze niet aan. 11. Plaats geen wankele of vervomde pannen op de branders om omvallen te vermijden. Zorg dat de handvaten naar het midden vat het kookplaat gereicht zijn zodat men er niet tegen kan stolen. 5. Controleer van tijd tot tijd of de gastoevoerleiding in goede staat verkeert en laat de leiding door deskundige vakmensen vervangen zodra de leiding afwijkingen vertoont. 12. Gebruik geen ontvlambare vloeistoffen (alcohol, benzine, enz.) in de buurt van het kookplaat als dit in gebruik is. 13.Um optimale Leistungen Ihres zu gewährleisten, sind beim Kochen einige grundsätzlichen Maßnahmen zu beachten: Verwenden Sie Kochgeschirr, die glatt auf der Kochzone aufliegen. 6. De aansluitkabel en de toevoerleiding van het gas van dit apparaat mogen niet door de gebruiker zelf worden vervangen. In geval van beschadiging mag de eventuele ver vanging er van uitsluitend door een erkend installateur of de Servicedienst worden uitgevoerd. 29 Omschrijving van de kookplaat B B D A C B C D A M F E A B C D G M E F 30 Hulp gasbrander Halfsnelle gasbrander Snelle gasbrander Drioevoudige Ring gasbrander Roosters voor de pannen Bedieningsknoppen van de gasbranders Bougies van de automatische ontsteking Veiligheidsmechanisme Dit treedt in werking als de vlam per ongeluk is uitgegaan (overkoken, tocht enz.) door de gastoevoer van de brander te blokkeren. Instructies voor het gebruik ontsteking, de knop loslaten en de eventueel in de gasleiding aanwezige lucht eruit laten stromen. Vervolgens opnieuw op het knopje drukken. • Bij het ongewenste uitgaan van de vlam van de branders zal het gas nog even door blijven stromen vóórdat het beveiligingsmechanisme in werking treedt. De bedieningsknop sluiten en tenminste 1 minuut wachten alvorens te proberen de vlam opnieuw te ontsteken om het ontsnapte gas de tijd te geven om in de lucht op te lossen. • Als het apparaat niet wordt gebruikt, controleren of de knoppen in de dicht-stand staan “ “. Verder wordt het aanbevolen om de gaskraan in de toevoerleiding te sluiten. Gasbranders Deze verschillen in afmeting en sterkte. Kies de brander die het beste past bij de doorsnede van de pan die u gaat gebruiken. De bedieningsknop "M" werkt als volgt: Regelkraan dicht Regelkraan maximaal geopend Regelkraan minimaal geopend De symbolen bij de knoppen verwijzen naar de positie van de betreffende brander op de kookplaat. Om één van de branders aan te steken: • de betreffende knop indrukken, linksom draaien en het streepje met het symbool van de grote vlam overeen laten stemmen (maximum vermogen); • de knop volledig indrukken en de automatische ontsteking van het gas inschakelen door op de drukknop; • als de vlam brandt de knop gedurende 10 seconden ingedrukt houden tot het element van de thermoelektrische-beveiliging warm is geworden; • de knop loslaten en controleren of de vlam regelmatig brandt. Als dit niet het geval mocht zijn de bovenstaande handelingen herhalen. Voor de laagste stand (minimum vermogen) de knop verder draaien tot aan het symbool van de kleine vlam. Tussenliggende standen zijn mogelijk, hiertoe de knop tussen het symbool van de grote vlam en dat van de kleine vlam instellen. Om de brander te doven de knop rechtsom draaien tot stand " ". In deze stand wordt de knop geblokkeerd. Om haar opnieuw te draaien zal ze eerst moeten worden ingedrukt. Belangrijk: • De automatische vonkontsteking niet langer dan 15 seconden achter elkaar gebruiken. Bij problemen met de Het gebruik van de branders De branders zullen het beste resultaat leveren als uitsluitend pannen met een voor de gebruikte brander geschikte diameter worden gebruikt, waarbij moet worden voorkomen dat de vlam tot voorbij de bodem van de pan komt (zie onderstaande tabel). Voorts wordt aangeraden om, als een vloeistof aan de kook raakt, de vlam te verlagen tot een hoogte die volstaat om haar aan de kook te houden. Brander ø Diameter van de pan (cm) A.Hulpbrander 6 – 14 B.Halfsnel (anteriore) 16 – 18 B.Halfsnel (posteriore) 16 – 20 C.Snel 22 – 24 D.Drievoudige ring 24 - 26 Schoonmaken en onderhoud Om ervoor te zorgen dat het apparaat lang mee gaat moet het apparaat regelmatig grondig schoongemaakt worden, waarbij u rekening moet houden met het volgende: • Voordat u het apparaat schoon gaat maken moet u eerst de stroomtoevoer naar het apparaat uitschakelen. • Laat de delen van het apparaat die nog heet zijn eerst afkoelen voordat u deze schoon gaat maken. • de geëmailleerde of verchroomde en de glazen delen worden gewassen met lauw water; gebruik geen schuurmiddelen of bijtende middelen die het kunnen beschadige. • De stalen delen en vooral die met de opgedrukte symbolen niet met oplosmiddelen of schuurmiddelen mogen worden gereinigd (ga met het doekje over het oppervlak heen en beweeg daarbij in dezelfde richting als de satijnglansafwerking van het staal). Roesr vrije staal, als het lang in contact is met kalkhoudend water of sterke wasmiddelen (fosforhoudend), kan vlekken vertonen. Na ze te hebben gewassen moeten ze zorgvuldig met een zachte doek worden afgedroogd. Bij hardnekkig vuil is het gebruik van brandspiritus toegestaan. • Na het schoonmaken kunt u eventueel de stalen gedeelten oppoetsen en eventueel geelachtig worden vermijden; hiervoor kunt u de bijgeleverde speciale crème voor het onderhoud van staal gebruiken, na te bestellen bij ons Service Centrum. • Laat op de geëmailleerde of gelakte delen geen zure vloeistoffen achter (azijn, citroenzuur, agressieve schoonmaakproducten enz.). • de losse delen van de gasbranders moeten vaak in een lauw sop worden gewassen; verwijder eventueel aangekoekte reste. Ga na dat de gasuitstroomopeningen niet verstopt zijn. Droog de branders goed af voordat u ze weer gaat gebruiken. • Maak het uiteinde van de bougies van de automatische ontsteking van de kookplaat vaak schoon. De regelkranen en de thermostaat van de gasoven met vet smeren Met verloop van tijd kan het zijn dat een kraantje geblokkeerd raakt of moeilijk draait; het is dan noodzakelijk het van binnen schoon te maken en het opnieuw te smeren. Dit moet worden uitgevoerd door een door de fabrikant erkende installateur. 31 Instructies voor de installateur De onderstaande instructies zijn bestemd voor de erkende installateur om hem in staat te stellen de handelingen met betrekking tot de installatie op de meest correcte wijze en in overeenstemming met de van toepassing zijnde normen uit te voeren. Belangrijk: alle regel-, onderhoudshandelingen enz. moeten op een van het elektriciteitsnet afgesloten apparaat worden uitgevoerd. Indien het noodzakelijk mocht blijken de elektrische voeding te handhaven, zal de grootst mogelijke voorzorg moeten worden genomen. De kookplaten hebben de volgende technische kenmerken: - Klasse3 -Categorie II 2L3B/P (voor NEDERLAND) -Categorie II 2E+3+ (voor BELGIË). op het plaatje met de technische gegevens aan de onderkant van het apparaat; • de mondingen aan zowel de binnen- als de buitenzijde van de wand mogen niet verstopt kunnen raken; • met bijvoorbeeld een rooster, metalen gazen, enz. zijn beschermd opdat de bovengenoemde nuttige sectie niet wordt verminderd; • op een hoogte vlak boven de vloer zijn geplaatst. Bijzonderheid A Plaatsing Dit apparaat mag uitsluitend geïnstalleerd worden en functioneren in ruimtes die permanent geventileerd zijn in overeenstemming met de voorschriften van de geldende normen. De volgende eisen moeten in acht genomen worden: • Het apparaat moet de verbrandingsproducten afvoeren naar een speciaal hiervoor bestemde kap die op een schoorsteen, een afvoerkanaal of rechtstreeks naar buiten moet zijn aangesloten (Afb.1). • Als het gebruik van een kap niet mogelijk is, kan een in het raam of in de buitenmuur geplaatste ventilator worden gebruikt die tegelijkertijd met het apparaat in werking gesteld moet worden. Ventilatie kamer A Voorbeeld van een ventilatieopening voor verbrandingslucht Vergroting van de gleuf tussen de deur en de vloer Afb. 2A Afb. 2B De lucht mag eveneens vanuit een nevenliggende ruimte worden toegevoerd, op voorwaarde dat het hier geen slaapkamer of een ruimte waar brandgevaar bestaat betreft, zoals bijv. opslagplaatsen, garages, magazijnen met brandbaar materiaal enz., en ze in overeenstemming met de geldende normen is geventileerd. De toevoer van de lucht vanuit een nevenliggende ruimte naar de te ventileren ruimte dient vrijelijk door permanente openingen te worden gegarandeerd, met een sectie die niet kleiner mag zijn dan die hierboven vermeld. Deze openingen kunnen ook worden verkregen door de vrije ruimte tussen de deur en de vloer te vergroten (Afb.2B). Als voor de afvoer van de verbrandingsproducten een elektroventilator wordt gebruikt, zal de ventilatieopening moeten worden aangepast aan de maximale capaciteit van de luchtverplaatsing ervan. De capaciteit van de elektroventilator dient voldoende te zijn om per uur een luchtverversing van 3÷5 maal het volume van de ruimte te garanderen. Bij een intensief en langdurig gebruik van het apparaat kan een extra ventilatie noodzakelijk blijken die kan worden verkregen door bijvoorbeeld het openen van een raam of een verbetering van de afzuigcapaciteit van de elektroventilator, indien aanwezig. De gassen van een vloeibaar gemaakt gasmengsel (LPG) zijn zwaarder dan lucht en blijven laag hangen. De ruimtes waarin gasflessen met LPG staan moeten dan ook openingen naar buiten hebben ter hoogte van de vloer, zodat eventueel gelekte gassen van onderen afgevoerd kunnen worden. Zet geen LPG gasflessen (ook als deze leeg zijn) in ondergrondse ruimtes; in de ruimte is het verstandig alleen de gasfles te laten staan die op dat moment in gebruik is, waar u de gasfles uit de buurt van warmtebronnen moet neerzetten waardoor de temperatuur van de gasfles eventueel op kan lopen tot meer dan 50°C. Afb.1 In open haard of vertakte rookpijp Aansluitende kamer Meteen naar buiten (aanwezig bij de kookapparaten) Ventilatie van de keukenruimte In de ruimte waar het apparaat wordt geïnstalleerd moet een hoeveelheid lucht worden toegevoerd die voldoerde is voor de verbranding van het gas en de ventilatie van de ruimte. De natuurlijke toevoer van de lucht dient te worden gewaarborgd door middel van permanente openingen in de buitenmuren van de ruimte, of door enkele of collectief vertakte ventilatiekanalen, in overeenstemming met de geldende normen. De lucht dient rechtstreeks van buitenaf en uit de buurt van bronnen van verontreiniging te worden toegevoerd. De ventilatieopening moet over de volgende eigenschappen beschikken (Afb.2A): • een totale volledig onbelemmerde doorgangssectie van tenminste 6 cm² voor iedere kW nominale warmtecapaciteit van het apparaat, met een minimum van 100 cm² (de warmtecapaciteit kan worden afgelezen Installatie van de kookplaten In dit geval is het noodzakelijk om de nodige voorzorgsmaatregelen te treffen om er zeker van te zijn dat de installatie aan de geldende normen ten aanzien van de preventie van ongevallen met betrekking tot elektrische 32 en gasaansluitingen voldoet. Voor een goede werking van het toestel dat in meubels wordt geïnstalleerd, moeten de minimum afstanden in achting worden genomen die op Afb.3 worden aangeduid. Bovendien moeten de aangrenzende oppervlakten en de achterste wand bestand zijn tegen een hoge temperatuur van 65°C. Inbouw kookplaten PP63/93 G in combinatie met oven van 60/90cm. De kookplaat op een onderbouw met oven plaatsen Indien de kookplaat boven een inbouwoven geïnstalleerd wordt moeten er de nodige luchtopeningen aangebracht worden zoals afgebeeld op Afb.4 (een luchtinlaatopening aan de onderkant van minimaal 200 cm2 en een luchtuitlaatopening aan de bovenkant van minimaal 60 cm2 voor ovens van 60 cm, minstans 90 cm² voor ovens van 90 cm) om een goede luchtcirculatie in het meubel mogelijk te maken. Zowel de elektrische voedingskabel als de gastoevoerleiding moet zodanig geplaatst worden dat zij niet in aanraking komen met de hete delen van de ommanteling van de oven om oververhitting te voorkomen. In geval van installatie op een inbouwoven zonder geforceerde afkoelingsventilatie, moet onder het vlak een houten paneel “A” (Afb.4) geïnstalleerd worden voor de isolatie, op een afstand van minimum 15 mm van het omhulsel van het vlak zelf. Het paneel moet verwijderbaar zijn zodat eventuele handelingen van onderhoud onder de kookplaat mogelijk zijn. Indien er zich onder de kookplaat een onderbouw bevindt met deurtjes, wordt de werking van de kookplaat niet beïnvloed door het openen en het sluiten van de deurtjes. Kookafdeling Bedieningspaneel 0 49 Afb.3 Paneel uitneembaar voor onderhoud Afmetingen uitsparing voor inbouw Model Afmetingen inbown "Y" "X" Minimum Afmetingen Minimum Afmetingen PP 63 G 695x490 695 155 PP 93 G 948x490 948 155 B m m MIN. 40 mm. * * Een aanrecht minder dan 40 mm dik moet van een uitsparing worden voorzien bovenaan de zijkant "B". Zijkanten voetstuk voor oven 60 en 90 cm Bevestiging aan de onderkast Het garnituur “G” dat in dotatie wordt gegeven vasthechten van de kookplaat; Voor het bevestigen van de kookplaten van de serie PP 63/93 aan het meubel is er voorzien van montage plaatjes zoals aangegeven in de afbeeldingen 5; Afb.5 Afb.4 33 • tenslotte, vervang het oude typeplaatje met een ander dat het nieuwe type gas aangeeft, verkrijgbaar bij onze Technische Dienst. Aansluiting van de gastoevoer • De aansluiting van het apparaat op de gasleiding of -fles moet worden uitgevoerd in overeenstemming met voorschriften van de van toepassing zijnde normen en uitsluitend na te hebben gecontroleerd of het apparaat is afgesteld op het soort gas waarmee het zal worden gevoed. • Dit apparaat is vooraf ingesteld om te functioneren met het soort gas dat staat vermeld op het plaatje op de kookplaat. Indien de beschikbare gassoort niet overeenstemt met de gassoort waar het apparaat op ingesteld is, moet u de betreffende inspuiters (die bij de levering inbegrepen zijn) verwisselen waarbij u de aanwijzingen die in de paragraaf “Ombouw van het apparaat op een andere gassoort” zijn opgenomen in acht moet nemen. • Om zeker te zijn van de goede werking van het apparaat, om de energie op adequate wijze te kunnen benutten en om ervoor te zorgen dat het apparaat lang meegaat moet u zich ervan verzekeren dat de voedingsdruk overeenstemt met de waarden die in de tabel 1 “Kenmerken van de branders en inspuiters” staan. Als dit niet het geval is moet u op de gastoevoerleiding een speciale drukregelaar monteren in overeenstemming met de geldende normen. • Er bij de aansluiting op letten dat het apparaat niet aan spanningen of druk wordt blootgesteld. De gastoevoer moet op de draaibare koppeling (met schroefdraad ½"G buitendraad) aan de achterkant van het apparaat aangesloten worden (Afb.6) met een metalen starre leiding en op koppelingen die aan de geldende normen voldoen of met een metalen flexibele leiding in overeenstemming met de geldende normen, die niet langer mag zijn dan 2000 mm. Als de koppeling gedraaid moet worden moet u de dichting (die bij de levering van het apparaat inbegrepen is) zonder meer vervangen. Als de installatie voltooid is moet u de gasleidingen, de inwendige aansluitingen en de kranen op dichtheid controleren door een sopje te gebruiken (gebruik uiteraard nooit een vlam). Ga verder na dat de aansluitleiding niet in aanraking kan komen met de beweegbare delen waardoor de leiding beschadigd of afgekneld kan worden. Verzeker u ervan dat de aardgasleiding groot genoeg is om het apparaat te voeden als alle branders in werking zijn. Belangrijk: Om de aansluiting met vloeibaar gas (flessengas) tot stand te brengen moet er een drukregelaar tussen geplaatst worden die aan de geldende normen voldoet. A Afb. 7 Afb. 8 Het regelen van de minimum stand • zet het kraantje op minimum; • neem de knop eraf en draai aan het regelschroefje in of naast het staafje van het kraantje (Afb.8) totdat u een regelmatige vlam heeft (als u de schroef losser draait neemt het minimumvermogen toe, als u de schroef strakker draait neemt het minimumvermogen af); Opmerking: in geval van vloeibaar gas moet de stelschroef aangedraaid worden totdat hij niet verder kan. • Als u het gewenste minimum vermogen bereikt heeft, moet u de knop-terwijl de brander brandt-een paar keer snel van de hoogste stand op de laagste stand zetten en nagaan dat de brander niet dooft. Elektrische aansluiting HET APPARAAT MOET OP EEN RANDGEAARD STOPCONTACT WORDEN AANGESLOTEN. De units zijn bestemd om te worden gebruikt met wisselstroom met een spanning en frequentie zoals vermeld op het plaatje met de technische gegevens (geplaatst aan de onderzijde van de kookplaat of op het eind van de gebruiksaanwijzing). Controleren of de netspanning ter plaatse overeenstemt met die vermeld op het plaatje. Aansluiting van de elektrische voedingskabel op het net Bij de modellen die niet van een stekker voorzien zijn moet u een genormaliseerde stekker voor de belasting die op het typeplaatje staat op het snoer monteren en de stekker in een deugdelijk stopcontact steken. Als het apparaat rechtstreeks op het elektriciteitsnet aangesloten moet worden dan moet er tussen het apparaat en het elektriciteitsnet een veiligheidsschakelaar gemonteerd worden met een opening tussen de contacten van minimaal 3 mm, die berekend moet zijn op de belasting van het apparaat en die aan de geldende normen moet voldoen. De geel/groene aardedraad mag niet onderbroken worden door de schakelaar. In ieder geval moet de voedingskabel zodanig aangelegd worden dat de kabel op geen enkel punt warmer kan worden dan 50 °C boven de omgevingstemperatuur. In het geval van installeren boven een ingebouwde oven, moet de elektrische aansluiting van het kookplaat en van de oven apart worden uitgevoerd, zowel voor veiligheidsredenen als om het eventueel uittrekkenvan de oven mogelijk te maken. Gebruik geen Ombouw van het apparaat op een andere gassoort Als de kookplaat op een andere gassoort omgebouwd moet worden dan de gassoort waarop de kookplaat ingesteld is (staat op het etiket op de kookplaat aangegeven), moet u de inspuiters van de branders verwisselen waarbij als volgt te werk moet gaan: • haal de roosters en de branders eraf. • schroef de inspuiters los (Afb.7) met een buissleutel van 7 mm en vervang ze met inspuiters die geschikt zijn voor het nieuwe type gas (zie tabel 1 “Kenmerken van de branders en inspuiters”). Afb.6 34 adaptors, dubbelstekkersof dergelijke, aangezien deze oververhitting en branden kunnen veroorzaken. Alvorens de aansluiting tot stand te brengen moet u zich van het volgende verzekeren: • de spanningsbegrenzer en de elektrische installatie thuis geschikt zijn voor de belasting van de apparatuur (zie plaatje met technische gegevens); • de elektrische voeding over een deugdelijke aardaansluiting beschikt in overeenstemming met de geldende normen en voorschriften; • het stopcontact of de meerpolige schakelaars makkelijk zijn te bereiken als de kookplaat is geïnstalleerd. WIJ AANVAARDEN GEEN ENKELE VERANTWOORDELIJKHEID ALS DE ONGEVALLENPREVENTIENORMEN NIET WORDEN NAGELEEFD. De kabel vervangen Gebruik een rubber kabel van het type H05RR-F met een doorsnede 3 x 0.75 mm². De geel/groene aardleiding moet 2-3 cm langer zijn ten opzichte van de andere leidingen. Kenmerken van de branders en inspuiters Tabel 1 (voor NEDERLAND) Vloeibaar gas Brander Warmtecapaciteit By-pass Inspuiter 1/100 doorsnee kW (H.s.*) 1/100 (mm) (mm) Brander Aardgas Debiet * Inspuiter Debiet * l/h g/h 1/100 (mm) (mm) Nom. Ger. C.Snel 100 3.00 0.7 40 86 218 122 332 B.Halfsnel 75 1.65 0.4 30 64 120 94 183 A.Hulp 55 1.00 0.4 30 50 73 72 100 D.Drioevoudige ring 130 3.25 1.3 57 91 236 134 360 G30/G31 Voedingsdruk 30 Tabelle 1 (BELGIE) Brenner G25 Flüssiggas ø Brenner (mm) Leistung kW (H.s.*) By-pass 1/100 Düsen 1/100 25 Erdgas Durchfluß* g/h Düsen 1/100 Durchfluß* l/h Nom. Min. (mm) (mm) G30 G31 (mm) G20 G25(2) Blitz C 100 3.00 0.7 40 86 218 214 116 286 332 Schnell B 75 1.65 0.4 30 64 120 118 96 157 183 Hilfs A 55 1.00 0.4 30 50 73 71 71 95 100 mit Dreifachkrone D 130 3.25 1.3 57 91 236 232 124 309 360 30 37 20 25 Zufuhrdruck (mbar) * A 15°C en 1013 mbar-droog gas H.s. Propaangas G31 = 50,37 MJ/kg H.s. Butangas G30 = 49,47 MJ/kg H.s. Aardgas G20 = 37,78 MJ/m3 H.s. Aardgas G25 = 32,49 MJ/m3 Deze apparatuur voldoet aan de volgende Europese richtlijnen: - EEG/73/23 van 19/02/73 (Laagspanning) en successievelijke modificaties; - EEG/89/336 van 03/05/89 (Electromagnetische compatibiliteit) en successievelijke modificaties; - EEG/90/396 van 29/06/90 (Gas) en successievelijke modificaties; - EEG/93/68 van 22/07/93 en successievelijke modificaties. 35 Viale Aristide Merloni, 47 60044 Fabriano (AN) Italy Tel. +39 0732 6611 www.scholtes.com This document is printed by Xerox Business Service - Docutech - 01/2005 Document number: 195034742.04 Conformément à nos conditions générales de vente, nous nous réservons la faculté de modifier nos modèles sans préavis: et cette brochure ne peut être considérée comme un document contractuel. In conformity with our general conditions of sale, we reserve the right to modify our models without notice and this booklet can in no way be considered as a binding document. Overenkomstig onze verkoopvoorwaarden behouden wij ons het recht voor onze modellen zonder voorafgaande kennisgeving te vjzigen: dit boekje kan niet als cen contractueel dokument worden beschouwd. Conformemente alle nostre condizioni generali di vendita, ci riserviamo la facoltà di modificare i nostri modelli senza preavviso. Questo opuscolo non può essere considerato come un documento contrattuale.
  • Page 1 1
  • Page 2 2
  • Page 3 3
  • Page 4 4
  • Page 5 5
  • Page 6 6
  • Page 7 7
  • Page 8 8
  • Page 9 9
  • Page 10 10
  • Page 11 11
  • Page 12 12
  • Page 13 13
  • Page 14 14
  • Page 15 15
  • Page 16 16
  • Page 17 17
  • Page 18 18
  • Page 19 19
  • Page 20 20
  • Page 21 21
  • Page 22 22
  • Page 23 23
  • Page 24 24
  • Page 25 25
  • Page 26 26
  • Page 27 27
  • Page 28 28
  • Page 29 29
  • Page 30 30
  • Page 31 31
  • Page 32 32
  • Page 33 33
  • Page 34 34
  • Page 35 35
  • Page 36 36
  • Page 37 37
  • Page 38 38
  • Page 39 39
  • Page 40 40
  • Page 41 41
  • Page 42 42
  • Page 43 43
  • Page 44 44

Scholtes PP 93 G AT de handleiding

Type
de handleiding