MANUAL - ULTRA-STATION
16
- Druk op de STOP-knop om de STOP-modus op te roepen
- Druk op de PROG-knop om de programmeermodus op te roepen
- Gebruik de SKIP-knoppen om het nummer te kiezen dat u wilt beluisteren en druk dan op de PROG-knop
om uw keuze in te voeren.
- Gebruik de SKIP-knoppen een of meerdere keren om het (de) nummer(s) te kiezen dat (die) u wilt beluis-
teren en druk dan op de PROG-knop om uw keuze in te voeren.
- Herhaal deze stappen om alle nummers die u wilt beluisteren te selecteren
- Druk op de SPEEL/PAUZE-knop om het afspelen te starten
16. RELOOP toets: Deze knop wordt gebruikt om de laatst opgeslagen lus te starten. Druk nogmaals op deze
knop om de lus te beëindigen.
17. ZOEK toetsen : Loopt vooruit of achteruit door de track.
18. LOOP IN toets: Met deze knop stelt u het begin van de lus in.
19. LOOP OUT toets: Als u op deze knop drukt stelt u het eindpunt van de oneindige lus in en start u de lus.
Druk nogmaals op deze knop om de lus te beëindigen.
20. DSP/REVERSE: Druk op de knop ‘reverse’ om het nummer omgekeerd af te spelen. Druk nogmaals op de
knop ‘reverse’ om deze optie te annuleren.
21. DSP/BRAKE: In speelmodus drukt u eerst op de BRAKE-knop en vervolgens op de SPEEL/PAUZE-knop. Het
afspelen wordt vertraagd en uiteindelijk gepauzeerd. Druk nogmaals op de SPEEL/PAUZE-knop om deze
optie te annuleren.
22. HOTCUE 1-3 toetsen: D.m.v. deze 3 toetsen kunt u Cue punten zetten.
23. DELETE toets: Hou de DELETE toets ingedrukt end druk op CUE 1 – 3 die de cue punt bevat dat u wilt
wissen.
24. CUE toets: Als u tijdens het afspelen op de CUE-knop drukt begint het afspelen opnieuw bij de startpositie.
25. PLAY/PAUSE toets: Elke keer als u op de SPEEL/PAUZE-knop drukt, verandert de functie van spelen naar
pauze of van pauze naar spelen.
26. USB PORT: Hiermee kunt u een USB-geheugenstick aansluiten.
27. TRACK knop: Ga van een map naar de volgende om door de mappen te browsen.
FRONT AANZICHT
1. SCHIJFLADE
2. BT SYNC: Druk op deze knop om naar koppelbare apparaten te zoeken. De LED knippert tijdens het zoeken.
Selecteer ULTRA-STATION in uw Bluetooth-lijst. De LED blijft branden als het koppelen gelukt is.
3. CUE LEVEL controle: Instelling van het cue volume
4. HEADPHONE ingang: Wordt gebruikt om de audio met een hoofdtelefoon te beluisteren.
MENGPANEEL
1. INPUT schakelaar: Selecteer een ingangsbron zoals CD/USB, LINE/PHONO of Bluetooth voor de kanalen.
2. MASTER VOL: Stelt het niveau van het hoofduitgangssignaal in.
3. CH1 & CH2 GAIN CONTROL: Stelt het niveau van CH1 & CH2 in
4. HIGH FADER 1-2: Stelt de hoge frequenties van kanaal 1 & 2 in
5. MID FADER 1-2: Stelt de midden frequenties van kanaal 1 & 2 in
6. LOW FADER 1-2: Stelt de lage frequenties van kanaal 1 & 2 in
7. BALANCE VOLUME: Stelt het niveau van de gebalanceerde XLR uitgang in
8. BOOTH VOLUME: Stelt het Booth uitgangsniveau in
9. MIC LEVEL: Stelt het volume van de microfoon in
10. CUE/MIX/PGM CONTROLE: Draai tegen de klok om het toegewezen Cue-signaal
te controleren. Draai naar de middenpositie om de CUE MIX te controleren. Draai
met de klok mee om de PGM-uitvoer te controleren.
11. CUE VOOR CH1-2: Selecteert welke bron zal gebruikt worden op het kanaal voor
CH1 en CH2.
12. KANAALFADER: Stelt het audioniveau op het kanaal in.
13. LED METER: Toont het hoofduitgangsvolume
14. VERVANGBARE CROSSFADER: Zorgt voor een zuivere overgang tussen de twee
ULTRA-STATION