Pioneer DEH-1000E Handleiding

Categorie
Auto media-ontvangers
Type
Handleiding

Deze handleiding is ook geschikt voor

Operation Manual
Mode demploi
CD RDS RECEIVER
AUTORADIO CD RDS
CD RDS ПРИЕМНИК
DEH-1020E
DEH-1000E
English NederlandsItalianoFrançaisDeutschEspañol Русский
Hartelijk dank voor het aanschaffen van dit Pioneer-
product.
Lees de instructies in deze handleiding goed door zodat u het toestel op de juiste
manier leert te bedienen. Als u de instructies heeft gelezen, bewaar deze handleiding
dan op een veilige plaats zodat u hem altijd bij de hand heeft voor later.
Vóór u begint
Informatie over dit toestel 77
Bezoek onze website 77
Het toestel tegen diefstal beveiligen 77
Het voorpaneel verwijderen 78
Het voorpaneel bevestigen 78
Bediening van het toestel
Wat is wat 79
Hoofdtoestel 79
LCD-display 79
Basishandelingen 80
Het toestel aanzetten en een
signaalbron selecteren 80
Het volume afstellen 80
Het toestel uitschakelen 80
Tuner 81
Naar de radio luisteren 81
Zenderfrequenties opslaan en
oproepen 81
Op sterke signalen afstemmen 81
Frequenties van de sterkste zenders
opslaan 81
Weergave van het RDS-display
wijzigen 82
PTY-nooduitzendingen ontvangen 82
Alternatieve frequenties kiezen 82
Verkeersberichten ontvangen 83
Ingebouwde speler 84
Een disc afspelen 84
Herhaalde weergave 84
Fragmenten in willekeurige volgorde
afspelen 84
Fragmenten op een CD scannen 84
Het afspelen van een disc
onderbreken 84
Audio-instellingen 85
De balans instellen 85
De equalizer 85
De equalizercurven aanpassen 85
De loudness aanpassen 85
Het bronniveau aanpassen 85
Overige functies 86
De begininstellingen aanpassen 86
De FM-afstemstap instellen 86
De automatische PI-zoekfunctie in- of
uitschakelen 86
De externe ingang in- of
uitschakelen 86
Het energieverbruik van de accu
verminderen 87
Het geluid tijdelijk uitschakelen 87
Aanvullende informatie
Foutmeldingen 88
Richtlijnen voor het gebruik van discs en de
speler 88
Dual Discs 88
Technische gegevens 90
Inhoud
Nl
76
Deponeer dit product niet bij het gewone huis-
houdelijk afval wanneer u het wilt verwijderen.
Er bestaat een speciaal wettelijk voorgeschre-
ven verzamelsysteem voor de juiste behande-
ling, het opnieuw bruikbaar maken en de
recycling van gebruikte elektronische produc-
ten.
In de lidstaten van de EU en in Zwitserland en
Noorwegen kunnen particulieren afgedankte
elektronische producten gratis bij de daarvoor be-
stemde verzamelplaatsen inleveren. Als u een
soortgelijk nieuw product koopt, kunt u het afge-
dankte product ook bij uw verkooppunt inleveren.
Als u in een ander land woont, neem dan contact
op met de plaatselijke overheid voor informatie
over het weggooien van afgedankte producten.
Op die manier zorgt u ervoor dat uw afgedankte
product op de juiste wijze wordt verwerkt, herge-
bruikt en gerecycled, zonder schadelijke gevolgen
voor het milieu en de volksgezondheid.
Informatie over dit toestel
De frequenties waarop de tuner van dit toestel
kan worden afgestemd, zijn in gebruik in
West-Europa, Azië, het Midden-Oosten, Afrika
en Oceanië. Gebruik van het toestel in andere
gebieden kan een slechte ontvangst tot gevolg
hebben. De RDS-functie (radiodatasysteem)
werkt alleen in gebieden waar de FM-zenders
RDS-signalen uitzenden.
LET OP
! Zorg dat dit toestel niet met vloeistoffen in
aanraking komt. Een elektrische schok kan
daarvan het gevolg zijn. Ook kan dit beschadi-
ging van dit toestel, rook en oververhitting ver-
oorzaken.
! KLASSE 1 LASERPRODUCT
Dit product bevat een laserdiode van een ho-
gere klasse dan 1. Uit veiligheidsoverwegin-
gen mag u de behuizing niet verwijderen en
niet proberen toegang te krijgen tot de binnen-
zijde van het toestel. Laat al het onderhoud
uitvoeren door een erkende reparateur.
! De Pioneer CarStereo-Pass wordt alleen in
Duitsland gebruikt.
! Houd deze handleiding bij de hand zodat u de
bedieningsprocedures en de te nemen voor-
zorgsmaatregelen kunt opzoeken.
! Stel het volume nooit zo hoog in dat u geen
geluiden meer hoort van buiten het voertuig.
! Bescherm dit toestel tegen vocht.
! Als de accu losgekoppeld wordt of leeg raakt,
wordt het voorkeuzegeheugen gewist en zult u
het toestel opnieuw moeten programmeren.
! Als dit product niet naar behoren functioneert,
kunt u uw leverancier of het dichtstbijzijnde
erkende servicestation van Pioneer raad-
plegen.
Bezoek onze website
Hier vindt u onze site:
http://www.pioneer.nl
! Registreer uw product. Wij bewaren de ge-
gevens van het product dat u heeft aange-
schaft zodat u deze eenvoudig kunt
opvragen als u die nodig mocht hebben
voor de verzekering, bijvoorbeeld na verlies
of diefstal.
! Op onze website vindt u de laatste informa-
tie over Pioneer Corporation.
Het toestel tegen diefstal
beveiligen
Het voorpaneel kan worden verwijderd om
diefstal te ontmoedigen.
Vóór u be gint
Nl
77
Hoofdstuk
Nederlands
01
Belangrijk
! Wees voorzichtig bij het verwijderen en terug-
plaatsen van het voorpaneel.
! Stel het voorpaneel niet aan grote schokken
bloot.
! Stel het voorpaneel niet bloot aan direct zon-
licht en hoge temperaturen.
Het voorpaneel verwijderen
1 Druk op DETACH om het voorpaneel los
te maken.
2 Pak het voorpane el vast en verwijder
het.
3 Berg het voorpaneel in het meegele-
verde beschermende foedraal op om het
veilig te bewaren.
Het voorpaneel bevestigen
1 Schuif het voorpaneel naar links tot het
vastklikt.
Het voorpaneel is aan de linkerkant met het
hoofdtoestel verbonden. Controleer of het
voorpaneel goed met het hoofdtoestel verbon-
den is.
2 Druk vervolgens de rechterzijde vast
tot het voorpaneel goed geplaatst is.
# Probeer het opnieuw als het voorpaneel niet
goed is bevestigd. Let op: het voorpaneel kan be-
schadigd raken als u te veel kracht gebruikt.
Vóór u be gint
Nl
78
Hoofdstuk
01
Wat is wat
Hoofdtoestel
12 5 6
d c a
4
9
8 7
3
b
1 TA-toets
Druk op deze toets om de TA-functie in of uit
te schakelen. Houd deze toets ingedrukt om
de AF-functie in of uit te schakelen.
2 FUNCTION-toets
Druk op deze toets om het functiemenu te
openen terwijl u een signaalbron bedient.
3 a/b/c/d-toetsen
Druk op deze toetsen om handmatig af te
stemmen, vooruit en achteruit te spoelen,
en om naar fragmenten te zoeken. U kunt
deze toetsen ook gebruiken om functies te
bedienen.
4 AUDIO-toets
Druk op deze toets om te kiezen uit de di-
verse toonregelingsfuncties.
5 CD-laadsleuf
Plaats een disc in de speler.
6 EJECT-toets
Druk op deze toets om de CD te laten uit-
werpen uit de ingebouwde CD-speler.
7 AUX-ingang (3,5 mm-stereoplug)
Gebruik deze ingang om externe apparatuur
aan te sluiten.
8 DETACH-toets
Druk op deze toets om het voorpaneel van
het hoofdtoestel te verwijderen.
9 Toetsen 1 t/m 6
Druk op deze toetsen om voorkeuzezenders
in te stellen.
a EQ-toets
Druk op deze toets om de verschillende
equalizercurven te selecteren.
Druk op deze toets en houd deze ingedrukt
om de loudness-functie in of uit te schake-
len.
b SOURCE-toets, VOLUME
Het toestel wordt ingeschakeld zodra u een
signaalbron selecteert. Druk op deze toets
om alle signaalbronnen af te gaan.
Als alle signaalbronnen zijn uitgeschakeld,
houdt u deze toets ingedrukt om het menu
met de begininstellingen te openen.
Draai aan deze knop om het volume te ver-
hogen of te verlagen.
c BAND-toets
Druk op deze toets om te kiezen uit de MW/
LW-frequentieband en de twee FM-frequen-
tiebanden, en om de instelling van een func-
tie te annuleren.
d DISPLAY-toets
Druk op deze toets om een ander display te
selecteren.
LCD-display
3
2
1
5
4
6 7 8 9
1 Hoofdgedeelte van het display
Hier ziet u informatie zoals de gekozen fre-
quentieband, de weergavetijd, en andere in-
stellingen.
! Tuner
De frequentieband en de frequentie wor-
den weergegeven.
Bediening van het toestel
Nl
79
Hoofdstuk
Nederlands
02
! RDS
De programmaservicenaam, PTY-infor-
matie of de frequentie wordt weergege-
ven.
! Ingebouwde CD-speler
De verstreken weergavetijd wordt ge-
toond.
! Audio en basisinstellingen
De functienamen en de gekozen instel-
lingen worden weergegeven.
2 Voorkeuzenummer-/fragmentnummer-
indicator
Toont het fragmentnummer of het nummer
van de voorkeuzezender.
3 AF-indicator
Geeft aan of de functie AF (zoeken naar al-
ternatieve frequenties) is ingeschakeld.
4 TP-indicator
Geeft aan of er is afgestemd op een TP-zen-
der.
5 TA-indicator
Geeft aan of de functie TA (stand-by voor
verkeersberichten) is ingeschakeld.
6 RPT-indicator
Geeft aan of herhaalde weergave is inge-
schakeld.
7 LOUD-indicator
Verschijnt in het display wanneer loudness
is ingeschakeld.
8 Stereo-indicator (5)
Geeft aan of op de geselecteerde frequentie
in stereo wordt uitgezonden.
9 LOC-indicator
Geeft aan of automatisch afstemmen op lo-
kale zenders is ingeschakeld.
Basishandelingen
Het toestel aanzetten en een
signaalbron selecteren
U kunt de signaalbron selecteren waarnaar u
wilt luisteren. Om naar de ingebouwde CD-
speler over te schakelen, hoeft u alleen een
disc in het toestel te plaatsen (raadpleeg blad-
zijde 84).
% Druk op SOURCE om een signaalbron te
kiezen.
Druk meerdere keren op SOURCE om te scha-
kelen tussen de volgende signaalbronnen:
TunerIngebouwde CD-spelerAUX
Opmerkingen
! In de volgende gevallen wordt er niet naar een
andere geluidsbron overgeschakeld:
Als er geen disc in het toestel is geplaatst.
Als AUX (externe ingang) is uitgeschakeld
(zie bladzijde 86).
! AUX is standaard ingeschakeld. Schakel AUX
uit als deze niet wordt gebruikt (raadpleeg De
externe ingang in- of uitschakelen op bladzijde
86).
! Als de blauw-witte draad van dit toestel is aan-
gesloten op de bedieningsaansluiting van de
automatische antenne van het voertuig,
schuift de antenne uit wanneer er een signaal-
bron van dit toestel wordt ingeschakeld. Als
de signaalbron wordt uitgeschakeld, wordt de
antenne weer ingeschoven.
Het volume afstellen
% Gebruik VOLUME om de geluidssterkte
te regelen.
Het toestel uitschakelen
% Houd SOURCE ingedrukt tot het toestel
uit gaat.
Bediening van het toestel
Nl
80
Hoofdstuk
02
Tuner
Naar de radio luisteren
1 Druk op SOURCE om de tuner te selec-
teren.
2 Druk op BAND en kies een frequentie-
band.
Druk op BAND totdat de gewenste frequentie-
band (F1, F2 voor FM of MW/LW) op het dis-
play verschijnt.
3 Druk kort op c of d om handmatig af
te stemmen.
4 Om automatisch af te stemmen, houdt
u c of d ongeveer een seconde ingedrukt
en vervolgens laat u los.
De tuner zoekt de frequenties in de aangege-
ven richting af tot er een signaal gevonden
wordt dat sterk genoeg is voor een goede ont-
vangst.
# U kunt het automatisch afstemmen annuleren
door kort op c of d te drukken.
# Als u c of d ingedrukt houdt, kunt u zenders
overslaan. Het automatisch afstemmen wordt
hervat als u de toets weer loslaat.
Zenderfrequenties opslaan en
oproepen
% Wanneer u heeft afgestemd op een fre-
quentie die u in het geheugen wilt op-
slaan, houdt u een van de
voorkeuzetoetsen 1 t/m 6 ingedrukt tot
het voorkeuzenummer stopt met knippe-
ren.
U kunt een opgeslagen zenderfrequentie op-
roepen door op de voorkeuzetoets te drukken.
# Er kunnen maximaal 12 FM-zenders (6 voor
elk van de twee FM-frequentiebanden) en 6 MW/
LW (MG/LG)-zenders in het geheugen worden op-
geslagen.
# Druk op a of b om de opgeslagen zenderfre-
quenties op te roepen.
Op sterke signalen afstemmen
Met de functie automatisch afstemmen op lo-
kale zenders kunt u het toestel laten afstem-
men op zenders waarvan het signaal sterk
genoeg is voor een goede ontvangst.
1 Druk op FUNCTION en selecteer LOCAL.
2 Druk op a of b om de functie automa-
tisch afstemmen op lokale zenders in of uit
te schakelen.
3 Druk op c of d om de gevoeligheid in
te stellen.
FM: LOCAL 1 LOCAL 2LOCAL 3
LOCAL 4
MW/LW: LOCAL 1LOCAL 2
Als u het niveau LOCAL 4 selecteert, wordt al-
leen afgestemd op de sterkste zenders. Bij la-
gere instellingen wordt ook afgestemd op
zwakkere zenders.
Frequenties van de sterkste
zenders opslaan
Met de functie BSM (Best Stations Memory,
geheugen voor de beste zenders) kunt u auto-
matisch de zes sterkste zenders opslaan onder
de voorkeuzetoetsen 1 t/m 6. Daarna kunt u
met één druk op de toets afstemmen op de op-
geslagen frequenties.
! Merk op dat de zenders die via de functie
BSM worden opgeslagen, mogelijk eerder
door uzelf onder de toetsen 1 t/m 6 opge-
slagen zenders vervangen.
1 Druk op FUNCTION en selecteer BSM.
2 Druk op a om de functie BSM in te
schakelen.
De zes sterkste zenders worden in volgorde
van de signaalsterkte opgeslagen.
# Druk op b om het opslaan te annuleren.
Bediening van het toestel
Nl
81
Hoofdstuk
Nederlands
02
Weergave van het RDS-display
wijzigen
RDS (radiodatasysteem) bevat niet-hoorbare
informatie die het zoeken naar radiozenders
vergemakkelijkt.
! Niet alle zenders leveren RDS-diensten.
! RDS-functies zoals AF en TA zijn alleen in-
geschakeld wanneer u heeft afgestemd op
een RDS-zender.
% Druk op DISPLAY.
Druk meerdere keren op DISPLAY om één van
de volgende instellingen te selecteren:
ProgrammaservicenaamPTY-informatie
Frequentie
# De PTY-informatie en de frequentie van de hui-
dige zender worden acht seconden op het display
getoond.
PTY-lijst
Specifiek Programmatype
NEWS Nieuws
AFFAIRS Actualiteiten
INFO Algemene informatie en adviezen
SPORT Sport
WEATHER Weerberichten/meteorologische infor-
matie
FINANCE Beursberichten, handel, zakelijk
nieuws enz.
POP MUS Populaire muziek
ROCK MUS Eigentijdse moderne muziek
EASY MUS Easy listening-muziek
OTH MUS Overige muziek
JAZZ Jazz
COUNTRY Countrymuziek
NAT MUS Nationale muziek
OLDIES Gouwe Ouwe
FOLK MUS Folkmuziek
L.CLASS Lichte klassieke muziek
CLASSIC Klassieke muziek
EDUCATE Educatieve programmas
DRAMA Hoorspelen en series
CULTURE Nationale of regionale cultuur
SCIENCE Natuur, wetenschap en techniek
VARIED Licht amusement
CHILDREN Kinderprogrammas
SOCIAL Sociale aangelegenheden
RELIGION Religieuze aangelegenheden of dien-
sten
PHONE IN Inbelprogrammas
TOURING Reisprogrammas (niet voor verkeers-
berichten)
LEISURE Hobbys en recreatie
DOCUMENT Docu mentaires
PTY-nooduitzendingen ontvangen
Als de PTY-code voor noodgevallen wordt uit-
gezonden, wordt deze automatisch door dit
toestel ontvangen (ALARM verschijnt). Als de
uitzending is beëindigd, schakelt het toestel
terug naar de oorspronkelijke signaalbron.
! U kunt een noodbericht annuleren door op
TA te drukken.
Alternatieve frequenties kiezen
Als de tuner geen goede ontvangst kan verkrij-
gen, gaat het toestel automatisch op zoek
naar een andere zender in hetzelfde netwerk.
% Houd TA ingedrukt om AF (zoeken naar
alternatieve frequenties) in of uit te scha-
kelen.
Opmerkingen
! U kunt de functie AF ook aan- en uitzetten via
het menu dat verschijnt wanneer u op
FUNCTION drukt.
! Als de functie AF is ingeschakeld, wordt bij
automatisch afstemmen en gebruik van de
BSM-functie alleen afgestemd op RDS-zen-
ders.
! Als u een voorkeuzezender oproept, kan de
tuner een nieuwe frequentie uit de AF-lijst van
de zender aan deze voorkeuzezender toewij-
zen. (Dit is alleen mogelijk als u voorkeuzezen-
ders op de banden F1 of F2 gebruikt.) Er
verschijnt geen voorkeuzenummer op het dis-
play als de RDS-gegevens van de ontvangen
zender afwijken van de gegevens van de oor-
spronkelijk opgeslagen zender.
! Het is mogelijk dat de geluidsweergave tijde-
lijk wordt onderbroken door een ander pro-
gramma terwijl de AF-zoekfunctie actief is.
! De AF-functie kan voor elke FM-frequentie-
band afzonderlijk worden in- of uitgeschakeld.
Bediening van het toestel
Nl
82
Hoofdstuk
02
PI-zoeken
Als de tuner geen geschikte zender kan vinden
of de ontvangst verslechtert, gaat het toestel
automatisch op zoek naar een andere zender
met vergelijkbare programma-inhoud. Tijdens
het zoeken wordt PI SEEK weergegeven en
wordt het volume gedempt.
Automatisch PI-zoeken voor
voorkeuzezenders
Het toestel kan zo worden ingesteld dat bij het
oproepen van een voorkeuzezender de PI-zoek-
functie automatisch wordt uitgevoerd als deze
niet kan worden ontvangen (bijvoorbeeld wan-
neer u een grote afstand heeft afgelegd).
! De automatische PI-zoekfunctie is stan-
daard uitgeschakeld. Zie De automatische
PI-zoekfunctie in- of uitschakelen op blad-
zijde 86.
Alleen zenders met regionale
programmering zoeken
Wanneer de functie AF wordt gebruikt, beperkt
de regionale functie het zoeken tot regionale
programmas.
1 Druk op FUNCTION en selecteer REG.
2 Druk op a of b om de regionale functie
in of uit te schakelen.
Opmerkingen
! Regionale programmering en regionale net-
werken kunnen per land verschillend georga-
niseerd zijn. (Ze kunnen bijvoorbeeld
verschillen afhankelijk van de tijd, het land of
het ontvangstgebied).
! Het voorkeuzenummer kan van het display
verdwijnen als de tuner op een regionale zen-
der afstemt die niet gelijk is aan de zender die
oorspronkelijk was gekozen.
! De regionale functie kan voor elke FM-fre-
quentieband afzonderlijk worden in- of uitge-
schakeld.
Verkeersberichten ontvangen
Met de functie TA (stand-by voor verkeersbe-
richten) kunt u automatisch verkeersberichten
ontvangen, ongeacht de signaalbron waarnaar
u aan het luisteren bent. De functie TA kan
voor zowel een TP-zender (een zender die ver-
keersberichten uitzendt) als een uitgebreide
TP-zender van een ander netwerk (een zender
met informatie die verwijst naar andere TP-
zenders) worden geactiveerd.
1 Stem af op een TP-zender of een uitge-
breide TP-zender van een ander netwerk.
De TP-indicator gaat branden.
2 Druk op TA om de functie stand-by
voor verkeersberichten in te schakelen.
# Druk nogmaals op TA om de functie stand-by
voor verkeersberichten weer uit te schakelen.
3 U kunt het volume van de verkeersbe-
richten regelen met VOLUME wanneer er
een verkeersbericht wordt uitgezonden.
Het ingestelde volume wordt in het geheugen
opgeslagen en opnieuw gebruikt bij volgende
verkeersberichten.
4 Als u een verkeersbericht wilt annule-
ren drukt u op TA terwijl het wordt ontva n-
gen.
De tuner keert terug naar de oorspronkelijk in-
gestelde signaalbron maar blijft stand-by voor
verkeersberichten totdat u nogmaals op TA
drukt.
Opmerkingen
! U kunt de functie TA ook in- of uitschakelen
via het menu dat verschijnt wanneer u op
FUNCTION drukt.
! Na afloop van het verkeersbericht schakelt het
toestel terug naar de oorspronkelijk ingestelde
signaalbron.
! Als de functie TA is ingeschakeld, wordt er bij
automatisch afstemmen of gebruik van de
BSM-functie alleen afgestemd op TP-zenders
en uitgebreide TP-zenders van een ander net-
werk.
Bediening van het toestel
Nl
83
Hoofdstuk
Nederlands
02
Ingebouwde speler
Een disc afspelen
1 Plaats een CD in de CD-laadsleuf.
Het afspelen begint automatisch.
# Plaats de CD met de bedrukte kant naar
boven.
# Nadat u de CD in het toestel heeft geplaatst,
drukt u op SOURCE om de ingebouwde CD-speler
als signaalbron te kiezen.
# U kunt de CD uitwerpen door op EJECT te
drukken.
2 Houd c of d ingedrukt om vooruit of
achteruit te spoelen.
3 Druk op c of d om naar het vorige of
volgende fragment te gaan.
Opmerkingen
! Lees de voorzorgsmaatregelen voor discs en
de speler op bladzijde 88.
! Als er een foutmelding zoals ERROR-11 wordt
weergegeven, raadpleeg dan Foutmeldingen
op bladzijde 88.
Herhaalde weergave
Met herhaalde weergave kunt u hetzelfde frag-
ment laten herhalen.
1 Druk op FUNCTION en selecteer RPT.
2 Druk op c of d en selecteer het ge-
wenste herhaalbereik.
DSC Alle fragmenten herhalen
TRK Alleen het huidige fragment herhalen
# Als u een fragment zoekt of vooruit- of achter-
uitspoelt, wordt herhaalde weergave automatisch
geannuleerd.
# Druk op BAND om terug te keren naar het
normale display.
Fragmenten in willekeurige
volgorde afspelen
Met de functie willekeurige weergave kunt u
de fragmenten op de CD in willekeurige volg-
orde laten afspelen.
1 Druk op FUNCTION en selecteer RDM.
2 Druk op a of b om de functie willekeu-
rige weergave in of uit te schakelen.
Als willekeurige weergave is ingeschakeld, ver-
schijnt RDM in het display.
# Druk op BAND om terug te keren naar het
normale display.
Fragmenten op een CD scannen
Met de functie scanweergave hoort u de eerste
10 seconden van elk fragment op de CD.
1 Druk op FUNCTION en selecteer SCAN.
2 Druk op a om de scanweergave in te
schakelen.
SCAN verschijnt op het display. De eerste 10
seconden van elk fragment worden afge-
speeld.
3 Als u het gewenste fragment heeft ge-
vonden, drukt u op b om de scanweergave
uit te schakelen.
# Als het display automatisch naar het weerga-
vedisplay is teruggekeerd, kunt u SCAN opnieuw
selecteren door op FUNCTION te drukken.
# Wanneer het scannen van de CD is voltooid,
begint de normale weergave van de fragmenten
opnieuw.
Het afspelen van een disc
onderbreken
Met de pauzetoets kunt u de weergave van de
disc tijdelijk onderbreken.
1 Druk op FUNCTION en selecteer PAUSE.
Bediening van het toestel
Nl
84
Hoofdstuk
02
2 Druk op a of b om de pauzefu nctie in
of uit te schakelen.
# Druk op BAND om terug te keren naar het
normale display.
Audio-instellingen
De balans instellen
U kunt de fader/balansinstelling aanpassen
voor een optimale geluidsweergave voor alle
inzittenden.
1 Druk op AUDIO en selecteer FAD.
2 Druk op a of b om de balans tussen de
luidsprekers voorin en achterin in te stel-
len.
Tijdens het instellen wordt een waarde tussen
FAD F15 en FAD R15 weergegeven.
# FAD 0 is de aanbevolen instelling wanneer u
slechts twee luidsprekers gebruikt.
3 Druk op c of d om de balans tussen de
luidsprekers links en rechts in te stellen.
Tijdens het instellen wordt een waarde tussen
BAL L15 en BAL R15 weergegeven.
# Druk op BAND om terug te keren naar het
normale display.
De equalizer
Er zijn zes voorgeprogrammeerde equalizerin-
stellingen, die u op ieder moment eenvoudig
kunt oproepen: DYNAMIC, VOCAL,
NATURAL, CUSTOM, FLAT en POWERFUL.
! CUSTOM is een aangepaste equalizercurve
die u zelf maakt.
! Als FLAT is geselecteerd, wordt het geluid
niet aangevuld of gecorrigeerd.
% Druk op EQ om een equalizer te selec-
teren.
Druk herhaaldelijk op EQ om tussen de vol-
gende equalizerinstellingen te schakelen:
DYNAMICVOCALNATURALCUSTOM
FLATPOWERFUL
De equalizercurven aanpassen
U kunt de geselecteerde equalizercurve aan-
passen. Aangepaste equalizerinstellingen wor-
den opgeslagen in CUSTOM.
Lage, hoge en middentonen aanpassen
U kunt het niveau van de lage, hoge en mid-
dentonen aanpassen.
1 Druk op AUDIO en selecteer BASS/MID/
TREBLE.
2 Druk op a of b om het niveau aan te
passen.
U kunt het niveau verhogen of verlagen tussen
de waarden +6 en 6. De waarde wordt op het
display getoond.
# Druk op BAND om terug te keren naar het
normale display.
De loudness aanpassen
De loudness-functie compenseert een tekort
aan hoge en lage tonen bij lage volumes.
1 Druk op AUDIO en selecteer LOUD.
2 Druk op a of b om de loudness-functie
in of uit te schakelen.
# U kunt de loudness-functie ook aan of uit zet-
ten door op EQ te drukken en deze toets inge-
drukt te houden.
3 Druk op c of d en selecteer het ge-
wenste niveau.
LOW (laag)HI (hoog)
# Druk op BAND om terug te keren naar het
normale display.
Het bronniveau aanpassen
Met de functie SLA (Source Level Adjustment,
bronniveauregeling) kunt u het volumeniveau
van alle signaalbronnen afzonderlijk instellen.
Hierdoor kunt u plotselinge volumewisselin-
gen voorkomen wanneer naar een andere sig-
naalbron wordt overgeschakeld.
Bediening van het toestel
Nl
85
Hoofdstuk
Nederlands
02
! De instellingen zijn gebaseerd op het FM-
volumeniveau, dat u niet kunt wijzigen.
! Het MW/LW-volumeniveau kan ook met de
functie SLA worden aangepast.
1 Vergelijk het volumeniveau van de sig-
naalbron die u wilt aanpassen met het FM-
volumeniveau.
2 Druk op AUDIO en selecteer SLA.
3 Druk op a of b om het volume van de
signaalbron aan te passen.
U kunt het volume van de signaalbron verho-
gen of verlagen tussen de waarden SLA +4 en
SLA 4. De waarde wordt op het display ge-
toond.
# Druk op BAND om terug te keren naar het
normale display.
Overige functies
De begininstellingen aanpassen
Uitgaande van de begininstellingen van het
systeem kunt u verschillende instellingen aan
uw wensen aanpassen.
1 Houd SOURCE ingedrukt tot het toestel
uit gaat.
2 Houd SOURCE ingedrukt tot de functie-
naam op het display verschijnt.
3 Druk op FUNCTION en selecteer een
van de begininstellingen.
Druk meerdere keren op FUNCTION om één
van de volgende instellingen te selecteren:
FM (FM-afstemstap)A-PI (automatische PI-
zoekfunctie)AUX (externe ingang)SAVE
(energiezuinige modus)
Volg onderstaande instructies om deze instel-
lingen aan te passen.
# Druk op BAND om het aanpassen van begin-
instellingen te annuleren.
# U kunt de begininstellingen ook annuleren
door SOURCE ingedrukt te houden tot het appa-
raat uit gaat.
De FM-afstemstap instellen
Standaard wordt er bij automatisch afstem-
men een FM-afstemstap van 50 kHz gebruikt.
Als de functie AF of TA is ingeschakeld, wordt
automatisch een afstemstap van 100 kHz ge-
bruikt. Maar soms verdient het aanbeveling
om de afstemstap op 50 kHz in te stellen als
AF is ingeschakeld.
! Bij handmatig afstemmen blijft de afstem-
stap 50 kHz.
1 Druk op FUNCTION en selecteer FM.
2 Druk op c of d en selecteer de FM-af-
stemstap.
Druk op c om 50 (50 kHz) te selecteren. Druk
op d om 100 (100 kHz) te selecteren.
De automatische PI-zoekfunctie
in- of uitschakelen
Het toestel kan automatisch zoeken naar een
andere zender met gelijkaardige program-
mas, ook bij het oproepen van voorkeuzezen-
ders.
1 Druk op FUNCTION en selecteer A-PI.
2 Druk op a of b om de automatische PI-
zoekfunctie aan of uit te zetten.
De externe ingang in- of
uitschakelen
Dit toestel kan gebruikt worden met externe
apparaten. Als er externe apparaten op dit toe-
stel zijn aangesloten, moet u de externe aan-
sluiting inschakelen.
1 Druk op FUNCTION en selecteer AUX.
2 Druk op a of b om de exte rne aanslui-
ting in of uit te schakelen.
Bediening van het toestel
Nl
86
Hoofdstuk
02
Het energieverbruik van de
accu verminderen
Als deze functie is ingeschakeld, kunt u het
energieverbruik van de accu verminderen.
! Als deze functie is ingeschakeld, kan alleen
het bronsignaal worden ingeschakeld.
Belangrijk
Als de accu van het voertuig wordt losgekoppeld,
wordt de energiezuinige modus geannuleerd. U
moet de energiezuinige modus opnieuw aanzet-
ten nadat de accu weer is aangesloten. Als de
contactschakelaar van het voertuig niet is voor-
zien van een ACC-stand (accessoirestand), kan
het, afhankelijk van de aansluiting, voorkomen
dat het toestel de accu belast wanneer de ener-
giezuinige modus is uitgeschakeld.
1 Druk op FUNCTION en selecteer SAVE.
2 Druk op a of b om de energ iezuinige
modus in of uit te schakelen.
Het geluid tijdelijk
uitschakelen
Het geluid van dit toestel wordt in de volgende
gevallen automatisch uitgeschakeld:
! Er wordt gebeld met een mobiele telefoon
die op dit toestel is aangesloten.
! Er is een navigatiesysteem met spraakbe-
geleiding van Pioneer op dit toestel aange-
sloten.
Het geluid wordt uitgeschakeld en MUTE ver-
schijnt op het display. Met uitzondering van
het volume kunnen er geen audio-instellingen
worden aangepast. De bediening keert weer
terug naar de normale stand als het telefoon-
gesprek of de spraakbegeleiding wordt beëin-
digd.
Bediening van het toestel
Nl
87
Hoofdstuk
Nederlands
02
Foutmeldingen
Schrijf een foutmelding altijd nauwkeurig op
en houd deze bij de hand als u contact op-
neemt met uw leverancier of het dichtstbij-
zijnde Pioneer servicecentrum.
Melding Oorzaak Maatregel
ERROR-11, 12,
17, 30
Vuile disc Maak de disc
schoon.
ERROR-11, 12,
17, 30
Bekraste disc Vervang de disc.
ERROR-10, 11,
12, 15, 17, 30,
A0
Elektrisch of me-
chanisch pro-
bleem
Zet het contact uit
en weer aan, of
schakel over naar
een andere sig-
naalbron en dan
terug naar de CD-
speler.
ERROR-15 De geplaatste
disc bevat geen
gegevens
Vervang de disc.
ERROR-22, 23 Het CD-formaat
kan niet worden
afgespeeld
Vervang de disc.
CD-ROM CD-ROM is ge-
plaatst
Vervang de disc.
Richtlijnen voor het gebruik
van discs en de speler
! Gebruik uitsluitend discs met onderstaand
logo.
! Gebruik uitsluitend normale, ronde discs.
Gebruik geen discs met een andere vorm.
! Gebruik CDs van 12 of 8 cm. Gebruik geen
adapter als u CDs van 8 cm afspeelt.
! Plaats geen ander object dan een CD in de
CD-laadsleuf.
! Gebruik geen gebarste, gebroken, kromme
of op andere wijze beschadigde discs,
omdat zulke discs de speler kunnen be-
schadigen.
! Niet-gefinaliseerde CD-R/CD-RW-discs kun-
nen niet worden afgespeeld.
! Raak de gegevenszijde van de disc niet
aan.
! Bewaar discs in het bijbehorende doosje
wanneer u ze niet gebruikt.
! Bewaar discs niet in een hete ruimte of in
direct zonlicht.
! Plak geen labels op discs, schrijf er niet op
en breng het oppervlak niet in aanraking
met chemische middelen.
! Reinig CDs met een zachte doek en veeg
van het midden naar de buitenkant.
! Condens en vochtvorming kunnen de werk-
ing van de speler tijdelijk negatief beïnvloe-
den. Laat de speler in een warmere
omgeving ongeveer een uur op tempera-
tuur komen. Veeg vochtige schijven met
een zachte doek schoon.
! Sommige discs kunnen niet worden afge-
speeld afhankelijk van het type disc, de in-
deling ervan, de toepassing waarmee deze
is opgenomen, de omgeving waarin deze
wordt afgespeeld, de manier waarop deze
wordt bewaard, enzovoort.
! Tekstinformatie wordt soms niet correct
weergegeven. Dat is afhankelijk van de ma-
nier waarop de disc is opgenomen.
! Schokken tijdens het rijden van het voer-
tuig kunnen de disc laten overslaan.
! Lees de voor discs geldende voorzorgs-
maatregelen voordat u ze gebruikt.
Dual Discs
! Dual Discs zijn dubbelzijdige discs met aan
de ene kant een beschrijfbaar CD-opper-
vlak voor audio-opnamen en aan de andere
kant een beschrijfbaar DVD-oppervlak voor
video-opnamen.
Aanvullende informatie
Nl
88
Aanhangsel
! Aangezien de CD-zijde van Dual Discs niet
compatibel is met de algemene CD-stan-
daard, is het wellicht niet mogelijk de CD-
zijde op dit toestel af te spelen.
! Het regelmatig plaatsen en uitwerpen van
een Dual Disc kan krassen veroorzaken op
de disc en tot afspeelproblemen leiden.
Ook kan een Dual Disc vast komen te zitten
in de CD-laadsleuf waardoor deze niet
meer kan worden uitgeworpen. Om proble-
men te voorkomen wordt u aangeraden om
geen Dual Discs te gebruiken met dit toe-
stel.
! Raadpleeg de informatie van de fabrikant
van de disc voor meer informatie over Dual
Discs.
Aanvullende informatie
Nl
89
Aanhangsel
Nederlands
Technische gegevens
Algemeen
Spanningsbron ......................... 14,4 V gelijkstroom (10,8 tot
15,1 V toelaatbaar)
Aarding ......................................... Negatief
Max. stroomverbruik .............. 10,0 A
Afmetingen (B × H × D):
DIN
Chassis ..................... 178 × 50 × 162 mm
Voorkant ................... 188 × 58 × 15 mm
D
Chassis ..................... 178 × 50 × 162 mm
Voorkant ................... 170 × 48 × 15 mm
Gewicht ........................................ 1,3 kg
Audio
Maximaal uitgangsvermogen
..................................................... 50 W × 4
Doorlopend uitgangsvermogen
..................................................... 22 W × 4 (50 Hz tot 15 000
Hz, 5% THD, 4 W belasting,
beide kanalen)
Belastingsimpedantie ........... 4 W (4 W tot 8 W toegestaan)
Toonregeling:
Lage tonen
Frequentie ............... 100 Hz
Gain ............................ ±13 dB
Midden
Frequentie ............... 1 kHz
Gain ............................ ±12 dB
Hoge tonen
Frequentie ............... 10 kHz
Gain ............................ ±12 dB
CD-speler
Systeem ....................................... Compact Disc Audio
Bruikbare discs ........................ Compact Disc
Signaal-tot-ruisverhouding
..................................................... 94 dB (1 kHz) (IEC-A net-
werk)
Aantal kanalen .......................... 2 (stereo)
FM-tuner
Frequentiebereik ...................... 87,5 MHz tot 108,0 MHz
Bruikbare gevoeligheid ......... 8 dBf (0,7 µV/75 W, mono,
S/N: 30 dB)
Signaal-tot-ruisverhouding
..................................................... 75 dB (IEC-A netwerk)
MW-tuner
Frequentiebereik ...................... 531 kHz tot 1 602 kHz (9
kHz)
Bruikbare gevoeligheid ......... 18 µV (S/N: 20 dB)
Signaal-tot-ruisverhouding
..................................................... 65 dB (IEC-A netwerk)
LW-tuner
Frequentiebereik ...................... 153 kHz tot 281 kHz
Bruikbare gevoeligheid ......... 30 µV (S/N: 20 dB)
Signaal-tot-ruisverhouding
..................................................... 65 dB (IEC-A netwerk)
Opmerking
Technische gegevens en ontwerp kunnen ter pro-
ductverbetering zonder voorafgaande kennisge-
ving worden gewijzigd.
Aanvullende informatie
Nl
90
Aanhangsel

Documenttranscriptie

AUTORADIO CD RDS CD RDS ПРИЕМНИК Deutsch DEH-1020E DEH-1000E Español CD RDS RECEIVER English Operation Manual Mode d’emploi Français Italiano Nederlands Русский Inhoud Hartelijk dank voor het aanschaffen van dit Pioneerproduct. Lees de instructies in deze handleiding goed door zodat u het toestel op de juiste manier leert te bedienen. Als u de instructies heeft gelezen, bewaar deze handleiding dan op een veilige plaats zodat u hem altijd bij de hand heeft voor later. Vóór u begint Informatie over dit toestel 77 Bezoek onze website 77 Het toestel tegen diefstal beveiligen 77 – Het voorpaneel verwijderen 78 – Het voorpaneel bevestigen 78 Bediening van het toestel Wat is wat 79 – Hoofdtoestel 79 – LCD-display 79 Basishandelingen 80 – Het toestel aanzetten en een signaalbron selecteren 80 – Het volume afstellen 80 – Het toestel uitschakelen 80 Tuner 81 – Naar de radio luisteren 81 – Zenderfrequenties opslaan en oproepen 81 – Op sterke signalen afstemmen 81 – Frequenties van de sterkste zenders opslaan 81 – Weergave van het RDS-display wijzigen 82 – PTY-nooduitzendingen ontvangen 82 – Alternatieve frequenties kiezen 82 – Verkeersberichten ontvangen 83 Ingebouwde speler 84 – Een disc afspelen 84 – Herhaalde weergave 84 – Fragmenten in willekeurige volgorde afspelen 84 – Fragmenten op een CD scannen 84 – Het afspelen van een disc onderbreken 84 Audio-instellingen 85 – De balans instellen 85 – De equalizer 85 – De equalizercurven aanpassen 85 – De loudness aanpassen 85 76 Nl – Het bronniveau aanpassen 85 Overige functies 86 – De begininstellingen aanpassen 86 – De FM-afstemstap instellen 86 – De automatische PI-zoekfunctie in- of uitschakelen 86 – De externe ingang in- of uitschakelen 86 – Het energieverbruik van de accu verminderen 87 – Het geluid tijdelijk uitschakelen 87 Aanvullende informatie Foutmeldingen 88 Richtlijnen voor het gebruik van discs en de speler 88 Dual Discs 88 Technische gegevens 90 Hoofdstuk Vóór u begint Deponeer dit product niet bij het gewone huishoudelijk afval wanneer u het wilt verwijderen. Er bestaat een speciaal wettelijk voorgeschreven verzamelsysteem voor de juiste behandeling, het opnieuw bruikbaar maken en de recycling van gebruikte elektronische producten. In de lidstaten van de EU en in Zwitserland en Noorwegen kunnen particulieren afgedankte elektronische producten gratis bij de daarvoor bestemde verzamelplaatsen inleveren. Als u een soortgelijk nieuw product koopt, kunt u het afgedankte product ook bij uw verkooppunt inleveren. Als u in een ander land woont, neem dan contact op met de plaatselijke overheid voor informatie over het weggooien van afgedankte producten. Op die manier zorgt u ervoor dat uw afgedankte product op de juiste wijze wordt verwerkt, hergebruikt en gerecycled, zonder schadelijke gevolgen voor het milieu en de volksgezondheid. Informatie over dit toestel LET OP ! Zorg dat dit toestel niet met vloeistoffen in aanraking komt. Een elektrische schok kan daarvan het gevolg zijn. Ook kan dit beschadiging van dit toestel, rook en oververhitting veroorzaken. ! “KLASSE 1 LASERPRODUCT” Dit product bevat een laserdiode van een hogere klasse dan 1. Uit veiligheidsoverwegingen mag u de behuizing niet verwijderen en niet proberen toegang te krijgen tot de binnenzijde van het toestel. Laat al het onderhoud uitvoeren door een erkende reparateur. ! De Pioneer CarStereo-Pass wordt alleen in Duitsland gebruikt. ! Houd deze handleiding bij de hand zodat u de bedieningsprocedures en de te nemen voorzorgsmaatregelen kunt opzoeken. ! Stel het volume nooit zo hoog in dat u geen geluiden meer hoort van buiten het voertuig. ! Bescherm dit toestel tegen vocht. ! Als de accu losgekoppeld wordt of leeg raakt, wordt het voorkeuzegeheugen gewist en zult u het toestel opnieuw moeten programmeren. ! Als dit product niet naar behoren functioneert, kunt u uw leverancier of het dichtstbijzijnde erkende servicestation van Pioneer raadplegen. Bezoek onze website Hier vindt u onze site: http://www.pioneer.nl ! Registreer uw product. Wij bewaren de gegevens van het product dat u heeft aangeschaft zodat u deze eenvoudig kunt opvragen als u die nodig mocht hebben voor de verzekering, bijvoorbeeld na verlies of diefstal. ! Op onze website vindt u de laatste informatie over Pioneer Corporation. Het toestel tegen diefstal beveiligen Nederlands De frequenties waarop de tuner van dit toestel kan worden afgestemd, zijn in gebruik in West-Europa, Azië, het Midden-Oosten, Afrika en Oceanië. Gebruik van het toestel in andere gebieden kan een slechte ontvangst tot gevolg hebben. De RDS-functie (radiodatasysteem) werkt alleen in gebieden waar de FM-zenders RDS-signalen uitzenden. 01 Het voorpaneel kan worden verwijderd om diefstal te ontmoedigen. Nl 77 Hoofdstuk 01 Vóór u begint Belangrijk ! Wees voorzichtig bij het verwijderen en terugplaatsen van het voorpaneel. ! Stel het voorpaneel niet aan grote schokken bloot. ! Stel het voorpaneel niet bloot aan direct zonlicht en hoge temperaturen. Het voorpaneel verwijderen 1 Druk op DETACH om het voorpaneel los te maken. 2 Pak het voorpaneel vast en verwijder het. 3 Berg het voorpaneel in het meegeleverde beschermende foedraal op om het veilig te bewaren. Het voorpaneel bevestigen 1 Schuif het voorpaneel naar links tot het vastklikt. Het voorpaneel is aan de linkerkant met het hoofdtoestel verbonden. Controleer of het voorpaneel goed met het hoofdtoestel verbonden is. 2 Druk vervolgens de rechterzijde vast tot het voorpaneel goed geplaatst is. # Probeer het opnieuw als het voorpaneel niet goed is bevestigd. Let op: het voorpaneel kan beschadigd raken als u te veel kracht gebruikt. 78 Nl Hoofdstuk Bediening van het toestel 9 Toetsen 1 t/m 6 Druk op deze toetsen om voorkeuzezenders in te stellen. Wat is wat Hoofdtoestel 12 3 4 5 d cb a 02 6 9 a EQ-toets Druk op deze toets om de verschillende equalizercurven te selecteren. Druk op deze toets en houd deze ingedrukt om de loudness-functie in of uit te schakelen. 87 1 TA-toets Druk op deze toets om de TA-functie in of uit te schakelen. Houd deze toets ingedrukt om de AF-functie in of uit te schakelen. 2 FUNCTION-toets Druk op deze toets om het functiemenu te openen terwijl u een signaalbron bedient. 3 a/b/c/d-toetsen Druk op deze toetsen om handmatig af te stemmen, vooruit en achteruit te spoelen, en om naar fragmenten te zoeken. U kunt deze toetsen ook gebruiken om functies te bedienen. 4 AUDIO-toets Druk op deze toets om te kiezen uit de diverse toonregelingsfuncties. 5 CD-laadsleuf Plaats een disc in de speler. b SOURCE-toets, VOLUME Het toestel wordt ingeschakeld zodra u een signaalbron selecteert. Druk op deze toets om alle signaalbronnen af te gaan. Als alle signaalbronnen zijn uitgeschakeld, houdt u deze toets ingedrukt om het menu met de begininstellingen te openen. Draai aan deze knop om het volume te verhogen of te verlagen. c BAND-toets Druk op deze toets om te kiezen uit de MW/ LW-frequentieband en de twee FM-frequentiebanden, en om de instelling van een functie te annuleren. d DISPLAY-toets Druk op deze toets om een ander display te selecteren. LCD-display 1 2 7 AUX-ingang (3,5 mm-stereoplug) Gebruik deze ingang om externe apparatuur aan te sluiten. 8 DETACH-toets Druk op deze toets om het voorpaneel van het hoofdtoestel te verwijderen. 3 5 4 6 7 8 9 Nederlands 6 EJECT-toets Druk op deze toets om de CD te laten uitwerpen uit de ingebouwde CD-speler. 1 Hoofdgedeelte van het display Hier ziet u informatie zoals de gekozen frequentieband, de weergavetijd, en andere instellingen. ! Tuner De frequentieband en de frequentie worden weergegeven. Nl 79 Hoofdstuk 02 Bediening van het toestel ! RDS De programmaservicenaam, PTY-informatie of de frequentie wordt weergegeven. ! Ingebouwde CD-speler De verstreken weergavetijd wordt getoond. ! Audio en basisinstellingen De functienamen en de gekozen instellingen worden weergegeven. 2 Voorkeuzenummer-/fragmentnummerindicator Toont het fragmentnummer of het nummer van de voorkeuzezender. 3 AF-indicator Geeft aan of de functie AF (zoeken naar alternatieve frequenties) is ingeschakeld. 4 TP-indicator Geeft aan of er is afgestemd op een TP-zender. 5 TA-indicator Geeft aan of de functie TA (stand-by voor verkeersberichten) is ingeschakeld. 6 RPT-indicator Geeft aan of herhaalde weergave is ingeschakeld. 7 LOUD-indicator Verschijnt in het display wanneer loudness is ingeschakeld. 8 Stereo-indicator (5) Geeft aan of op de geselecteerde frequentie in stereo wordt uitgezonden. 9 LOC-indicator Geeft aan of automatisch afstemmen op lokale zenders is ingeschakeld. Basishandelingen Het toestel aanzetten en een signaalbron selecteren U kunt de signaalbron selecteren waarnaar u wilt luisteren. Om naar de ingebouwde CDspeler over te schakelen, hoeft u alleen een disc in het toestel te plaatsen (raadpleeg bladzijde 84). % Druk op SOURCE om een signaalbron te kiezen. Druk meerdere keren op SOURCE om te schakelen tussen de volgende signaalbronnen: Tuner—Ingebouwde CD-speler—AUX Opmerkingen ! In de volgende gevallen wordt er niet naar een andere geluidsbron overgeschakeld: — Als er geen disc in het toestel is geplaatst. — Als AUX (externe ingang) is uitgeschakeld (zie bladzijde 86). ! AUX is standaard ingeschakeld. Schakel AUX uit als deze niet wordt gebruikt (raadpleeg De externe ingang in- of uitschakelen op bladzijde 86). ! Als de blauw-witte draad van dit toestel is aangesloten op de bedieningsaansluiting van de automatische antenne van het voertuig, schuift de antenne uit wanneer er een signaalbron van dit toestel wordt ingeschakeld. Als de signaalbron wordt uitgeschakeld, wordt de antenne weer ingeschoven. Het volume afstellen % Gebruik VOLUME om de geluidssterkte te regelen. Het toestel uitschakelen % Houd SOURCE ingedrukt tot het toestel uit gaat. 80 Nl Hoofdstuk Bediening van het toestel 02 Tuner Op sterke signalen afstemmen Naar de radio luisteren Met de functie automatisch afstemmen op lokale zenders kunt u het toestel laten afstemmen op zenders waarvan het signaal sterk genoeg is voor een goede ontvangst. 1 Druk op SOURCE om de tuner te selecteren. 2 Druk op BAND en kies een frequentieband. Druk op BAND totdat de gewenste frequentieband (F1, F2 voor FM of MW/LW) op het display verschijnt. 1 3 Druk kort op c of d om handmatig af te stemmen. 3 Druk op c of d om de gevoeligheid in te stellen. FM: LOCAL 1—LOCAL 2—LOCAL 3— LOCAL 4 MW/LW: LOCAL 1—LOCAL 2 Als u het niveau LOCAL 4 selecteert, wordt alleen afgestemd op de sterkste zenders. Bij lagere instellingen wordt ook afgestemd op zwakkere zenders. 4 Om automatisch af te stemmen, houdt u c of d ongeveer een seconde ingedrukt en vervolgens laat u los. De tuner zoekt de frequenties in de aangegeven richting af tot er een signaal gevonden wordt dat sterk genoeg is voor een goede ontvangst. # U kunt het automatisch afstemmen annuleren door kort op c of d te drukken. # Als u c of d ingedrukt houdt, kunt u zenders overslaan. Het automatisch afstemmen wordt hervat als u de toets weer loslaat. Zenderfrequenties opslaan en oproepen # Er kunnen maximaal 12 FM-zenders (6 voor elk van de twee FM-frequentiebanden) en 6 MW/ LW (MG/LG)-zenders in het geheugen worden opgeslagen. # Druk op a of b om de opgeslagen zenderfrequenties op te roepen. 2 Druk op a of b om de functie automatisch afstemmen op lokale zenders in of uit te schakelen. Frequenties van de sterkste zenders opslaan Met de functie BSM (Best Stations Memory, geheugen voor de beste zenders) kunt u automatisch de zes sterkste zenders opslaan onder de voorkeuzetoetsen 1 t/m 6. Daarna kunt u met één druk op de toets afstemmen op de opgeslagen frequenties. ! Merk op dat de zenders die via de functie BSM worden opgeslagen, mogelijk eerder door uzelf onder de toetsen 1 t/m 6 opgeslagen zenders vervangen. 1 Druk op FUNCTION en selecteer BSM. 2 Druk op a om de functie BSM in te schakelen. De zes sterkste zenders worden in volgorde van de signaalsterkte opgeslagen. Nederlands % Wanneer u heeft afgestemd op een frequentie die u in het geheugen wilt opslaan, houdt u een van de voorkeuzetoetsen 1 t/m 6 ingedrukt tot het voorkeuzenummer stopt met knipperen. U kunt een opgeslagen zenderfrequentie oproepen door op de voorkeuzetoets te drukken. Druk op FUNCTION en selecteer LOCAL. # Druk op b om het opslaan te annuleren. Nl 81 Hoofdstuk 02 Bediening van het toestel Weergave van het RDS-display wijzigen RDS (radiodatasysteem) bevat niet-hoorbare informatie die het zoeken naar radiozenders vergemakkelijkt. ! Niet alle zenders leveren RDS-diensten. ! RDS-functies zoals AF en TA zijn alleen ingeschakeld wanneer u heeft afgestemd op een RDS-zender. % Druk op DISPLAY. Druk meerdere keren op DISPLAY om één van de volgende instellingen te selecteren: Programmaservicenaam—PTY-informatie— Frequentie # De PTY-informatie en de frequentie van de huidige zender worden acht seconden op het display getoond. PTY-lijst Specifiek NEWS AFFAIRS INFO SPORT WEATHER FINANCE POP MUS ROCK MUS EASY MUS OTH MUS JAZZ COUNTRY NAT MUS OLDIES FOLK MUS L.CLASS CLASSIC EDUCATE DRAMA CULTURE SCIENCE VARIED CHILDREN SOCIAL RELIGION PHONE IN 82 Nl Programmatype Nieuws Actualiteiten Algemene informatie en adviezen Sport Weerberichten/meteorologische informatie Beursberichten, handel, zakelijk nieuws enz. Populaire muziek Eigentijdse moderne muziek Easy listening-muziek Overige muziek Jazz Countrymuziek Nationale muziek Gouwe Ouwe Folkmuziek Lichte klassieke muziek Klassieke muziek Educatieve programma’s Hoorspelen en series Nationale of regionale cultuur Natuur, wetenschap en techniek Licht amusement Kinderprogramma’s Sociale aangelegenheden Religieuze aangelegenheden of diensten Inbelprogramma’s TOURING LEISURE DOCUMENT Reisprogramma’s (niet voor verkeersberichten) Hobby’s en recreatie Documentaires PTY-nooduitzendingen ontvangen Als de PTY-code voor noodgevallen wordt uitgezonden, wordt deze automatisch door dit toestel ontvangen (ALARM verschijnt). Als de uitzending is beëindigd, schakelt het toestel terug naar de oorspronkelijke signaalbron. ! U kunt een noodbericht annuleren door op TA te drukken. Alternatieve frequenties kiezen Als de tuner geen goede ontvangst kan verkrijgen, gaat het toestel automatisch op zoek naar een andere zender in hetzelfde netwerk. % Houd TA ingedrukt om AF (zoeken naar alternatieve frequenties) in of uit te schakelen. Opmerkingen ! U kunt de functie AF ook aan- en uitzetten via het menu dat verschijnt wanneer u op FUNCTION drukt. ! Als de functie AF is ingeschakeld, wordt bij automatisch afstemmen en gebruik van de BSM-functie alleen afgestemd op RDS-zenders. ! Als u een voorkeuzezender oproept, kan de tuner een nieuwe frequentie uit de AF-lijst van de zender aan deze voorkeuzezender toewijzen. (Dit is alleen mogelijk als u voorkeuzezenders op de banden F1 of F2 gebruikt.) Er verschijnt geen voorkeuzenummer op het display als de RDS-gegevens van de ontvangen zender afwijken van de gegevens van de oorspronkelijk opgeslagen zender. ! Het is mogelijk dat de geluidsweergave tijdelijk wordt onderbroken door een ander programma terwijl de AF-zoekfunctie actief is. ! De AF-functie kan voor elke FM-frequentieband afzonderlijk worden in- of uitgeschakeld. Hoofdstuk Bediening van het toestel 02 PI-zoeken Verkeersberichten ontvangen Als de tuner geen geschikte zender kan vinden of de ontvangst verslechtert, gaat het toestel automatisch op zoek naar een andere zender met vergelijkbare programma-inhoud. Tijdens het zoeken wordt PI SEEK weergegeven en wordt het volume gedempt. Met de functie TA (stand-by voor verkeersberichten) kunt u automatisch verkeersberichten ontvangen, ongeacht de signaalbron waarnaar u aan het luisteren bent. De functie TA kan voor zowel een TP-zender (een zender die verkeersberichten uitzendt) als een uitgebreide TP-zender van een ander netwerk (een zender met informatie die verwijst naar andere TPzenders) worden geactiveerd. Automatisch PI-zoeken voor voorkeuzezenders Het toestel kan zo worden ingesteld dat bij het oproepen van een voorkeuzezender de PI-zoekfunctie automatisch wordt uitgevoerd als deze niet kan worden ontvangen (bijvoorbeeld wanneer u een grote afstand heeft afgelegd). ! De automatische PI-zoekfunctie is standaard uitgeschakeld. Zie De automatische PI-zoekfunctie in- of uitschakelen op bladzijde 86. Alleen zenders met regionale programmering zoeken Wanneer de functie AF wordt gebruikt, beperkt de regionale functie het zoeken tot regionale programma’s. 1 Druk op FUNCTION en selecteer REG. 2 Druk op a of b om de regionale functie in of uit te schakelen. Opmerkingen 2 Druk op TA om de functie stand-by voor verkeersberichten in te schakelen. # Druk nogmaals op TA om de functie stand-by voor verkeersberichten weer uit te schakelen. 3 U kunt het volume van de verkeersberichten regelen met VOLUME wanneer er een verkeersbericht wordt uitgezonden. Het ingestelde volume wordt in het geheugen opgeslagen en opnieuw gebruikt bij volgende verkeersberichten. 4 Als u een verkeersbericht wilt annuleren drukt u op TA terwijl het wordt ontvangen. De tuner keert terug naar de oorspronkelijk ingestelde signaalbron maar blijft stand-by voor verkeersberichten totdat u nogmaals op TA drukt. Opmerkingen ! U kunt de functie TA ook in- of uitschakelen via het menu dat verschijnt wanneer u op FUNCTION drukt. ! Na afloop van het verkeersbericht schakelt het toestel terug naar de oorspronkelijk ingestelde signaalbron. ! Als de functie TA is ingeschakeld, wordt er bij automatisch afstemmen of gebruik van de BSM-functie alleen afgestemd op TP-zenders en uitgebreide TP-zenders van een ander netwerk. Nl Nederlands ! Regionale programmering en regionale netwerken kunnen per land verschillend georganiseerd zijn. (Ze kunnen bijvoorbeeld verschillen afhankelijk van de tijd, het land of het ontvangstgebied). ! Het voorkeuzenummer kan van het display verdwijnen als de tuner op een regionale zender afstemt die niet gelijk is aan de zender die oorspronkelijk was gekozen. ! De regionale functie kan voor elke FM-frequentieband afzonderlijk worden in- of uitgeschakeld. 1 Stem af op een TP-zender of een uitgebreide TP-zender van een ander netwerk. De TP-indicator gaat branden. 83 Hoofdstuk Bediening van het toestel 02 Ingebouwde speler Een disc afspelen 1 Plaats een CD in de CD-laadsleuf. Het afspelen begint automatisch. # Plaats de CD met de bedrukte kant naar boven. # Nadat u de CD in het toestel heeft geplaatst, drukt u op SOURCE om de ingebouwde CD-speler als signaalbron te kiezen. # U kunt de CD uitwerpen door op EJECT te drukken. 2 Houd c of d ingedrukt om vooruit of achteruit te spoelen. 3 Druk op c of d om naar het vorige of volgende fragment te gaan. Fragmenten in willekeurige volgorde afspelen Met de functie willekeurige weergave kunt u de fragmenten op de CD in willekeurige volgorde laten afspelen. 1 Druk op FUNCTION en selecteer RDM. 2 Druk op a of b om de functie willekeurige weergave in of uit te schakelen. Als willekeurige weergave is ingeschakeld, verschijnt RDM in het display. # Druk op BAND om terug te keren naar het normale display. Fragmenten op een CD scannen Met de functie scanweergave hoort u de eerste 10 seconden van elk fragment op de CD. Opmerkingen ! Lees de voorzorgsmaatregelen voor discs en de speler op bladzijde 88. ! Als er een foutmelding zoals ERROR-11 wordt weergegeven, raadpleeg dan Foutmeldingen op bladzijde 88. Herhaalde weergave Met herhaalde weergave kunt u hetzelfde fragment laten herhalen. 1 Druk op FUNCTION en selecteer RPT. 2 Druk op c of d en selecteer het gewenste herhaalbereik. DSC – Alle fragmenten herhalen TRK – Alleen het huidige fragment herhalen # Als u een fragment zoekt of vooruit- of achteruitspoelt, wordt herhaalde weergave automatisch geannuleerd. # Druk op BAND om terug te keren naar het normale display. 1 2 Druk op a om de scanweergave in te schakelen. SCAN verschijnt op het display. De eerste 10 seconden van elk fragment worden afgespeeld. 3 Als u het gewenste fragment heeft gevonden, drukt u op b om de scanweergave uit te schakelen. # Als het display automatisch naar het weergavedisplay is teruggekeerd, kunt u SCAN opnieuw selecteren door op FUNCTION te drukken. # Wanneer het scannen van de CD is voltooid, begint de normale weergave van de fragmenten opnieuw. Het afspelen van een disc onderbreken Met de pauzetoets kunt u de weergave van de disc tijdelijk onderbreken. 1 84 Nl Druk op FUNCTION en selecteer SCAN. Druk op FUNCTION en selecteer PAUSE. Hoofdstuk Bediening van het toestel 2 Druk op a of b om de pauzefunctie in of uit te schakelen. # Druk op BAND om terug te keren naar het normale display. Audio-instellingen De balans instellen U kunt de fader/balansinstelling aanpassen voor een optimale geluidsweergave voor alle inzittenden. 1 Druk op AUDIO en selecteer FAD. 2 Druk op a of b om de balans tussen de luidsprekers voorin en achterin in te stellen. Tijdens het instellen wordt een waarde tussen FAD F15 en FAD R15 weergegeven. # FAD 0 is de aanbevolen instelling wanneer u slechts twee luidsprekers gebruikt. 3 Druk op c of d om de balans tussen de luidsprekers links en rechts in te stellen. Tijdens het instellen wordt een waarde tussen BAL L15 en BAL R15 weergegeven. # Druk op BAND om terug te keren naar het normale display. De equalizer % Druk op EQ om een equalizer te selecteren. Druk herhaaldelijk op EQ om tussen de volgende equalizerinstellingen te schakelen: DYNAMIC—VOCAL—NATURAL—CUSTOM —FLAT—POWERFUL De equalizercurven aanpassen U kunt de geselecteerde equalizercurve aanpassen. Aangepaste equalizerinstellingen worden opgeslagen in CUSTOM. Lage, hoge en middentonen aanpassen U kunt het niveau van de lage, hoge en middentonen aanpassen. 1 Druk op AUDIO en selecteer BASS/MID/ TREBLE. 2 Druk op a of b om het niveau aan te passen. U kunt het niveau verhogen of verlagen tussen de waarden +6 en –6. De waarde wordt op het display getoond. # Druk op BAND om terug te keren naar het normale display. De loudness aanpassen De loudness-functie compenseert een tekort aan hoge en lage tonen bij lage volumes. 1 Druk op AUDIO en selecteer LOUD. 2 Druk op a of b om de loudness-functie in of uit te schakelen. # U kunt de loudness-functie ook aan of uit zetten door op EQ te drukken en deze toets ingedrukt te houden. 3 Druk op c of d en selecteer het gewenste niveau. LOW (laag)—HI (hoog) # Druk op BAND om terug te keren naar het normale display. Het bronniveau aanpassen Nederlands Er zijn zes voorgeprogrammeerde equalizerinstellingen, die u op ieder moment eenvoudig kunt oproepen: DYNAMIC, VOCAL, NATURAL, CUSTOM, FLAT en POWERFUL. ! CUSTOM is een aangepaste equalizercurve die u zelf maakt. ! Als FLAT is geselecteerd, wordt het geluid niet aangevuld of gecorrigeerd. 02 Met de functie SLA (Source Level Adjustment, bronniveauregeling) kunt u het volumeniveau van alle signaalbronnen afzonderlijk instellen. Hierdoor kunt u plotselinge volumewisselingen voorkomen wanneer naar een andere signaalbron wordt overgeschakeld. Nl 85 Hoofdstuk Bediening van het toestel 02 ! De instellingen zijn gebaseerd op het FMvolumeniveau, dat u niet kunt wijzigen. ! Het MW/LW-volumeniveau kan ook met de functie SLA worden aangepast. 1 Vergelijk het volumeniveau van de signaalbron die u wilt aanpassen met het FMvolumeniveau. 2 Druk op AUDIO en selecteer SLA. 3 Druk op a of b om het volume van de signaalbron aan te passen. U kunt het volume van de signaalbron verhogen of verlagen tussen de waarden SLA +4 en SLA –4. De waarde wordt op het display getoond. # Druk op BAND om terug te keren naar het normale display. Overige functies De begininstellingen aanpassen Uitgaande van de begininstellingen van het systeem kunt u verschillende instellingen aan uw wensen aanpassen. 1 Houd SOURCE ingedrukt tot het toestel uit gaat. 2 Houd SOURCE ingedrukt tot de functienaam op het display verschijnt. 3 Druk op FUNCTION en selecteer een van de begininstellingen. Druk meerdere keren op FUNCTION om één van de volgende instellingen te selecteren: FM (FM-afstemstap)—A-PI (automatische PIzoekfunctie)—AUX (externe ingang)—SAVE (energiezuinige modus) Volg onderstaande instructies om deze instellingen aan te passen. # Druk op BAND om het aanpassen van begininstellingen te annuleren. # U kunt de begininstellingen ook annuleren door SOURCE ingedrukt te houden tot het apparaat uit gaat. 86 Nl De FM-afstemstap instellen Standaard wordt er bij automatisch afstemmen een FM-afstemstap van 50 kHz gebruikt. Als de functie AF of TA is ingeschakeld, wordt automatisch een afstemstap van 100 kHz gebruikt. Maar soms verdient het aanbeveling om de afstemstap op 50 kHz in te stellen als AF is ingeschakeld. ! Bij handmatig afstemmen blijft de afstemstap 50 kHz. 1 Druk op FUNCTION en selecteer FM. 2 Druk op c of d en selecteer de FM-afstemstap. Druk op c om 50 (50 kHz) te selecteren. Druk op d om 100 (100 kHz) te selecteren. De automatische PI-zoekfunctie in- of uitschakelen Het toestel kan automatisch zoeken naar een andere zender met gelijkaardige programma’s, ook bij het oproepen van voorkeuzezenders. 1 Druk op FUNCTION en selecteer A-PI. 2 Druk op a of b om de automatische PIzoekfunctie aan of uit te zetten. De externe ingang in- of uitschakelen Dit toestel kan gebruikt worden met externe apparaten. Als er externe apparaten op dit toestel zijn aangesloten, moet u de externe aansluiting inschakelen. 1 Druk op FUNCTION en selecteer AUX. 2 Druk op a of b om de externe aansluiting in of uit te schakelen. Hoofdstuk Bediening van het toestel 02 Het energieverbruik van de accu verminderen Als deze functie is ingeschakeld, kunt u het energieverbruik van de accu verminderen. ! Als deze functie is ingeschakeld, kan alleen het bronsignaal worden ingeschakeld. Belangrijk Als de accu van het voertuig wordt losgekoppeld, wordt de energiezuinige modus geannuleerd. U moet de energiezuinige modus opnieuw aanzetten nadat de accu weer is aangesloten. Als de contactschakelaar van het voertuig niet is voorzien van een ACC-stand (accessoirestand), kan het, afhankelijk van de aansluiting, voorkomen dat het toestel de accu belast wanneer de energiezuinige modus is uitgeschakeld. 1 Druk op FUNCTION en selecteer SAVE. 2 Druk op a of b om de energiezuinige modus in of uit te schakelen. Het geluid tijdelijk uitschakelen Nederlands Het geluid van dit toestel wordt in de volgende gevallen automatisch uitgeschakeld: ! Er wordt gebeld met een mobiele telefoon die op dit toestel is aangesloten. ! Er is een navigatiesysteem met spraakbegeleiding van Pioneer op dit toestel aangesloten. Het geluid wordt uitgeschakeld en MUTE verschijnt op het display. Met uitzondering van het volume kunnen er geen audio-instellingen worden aangepast. De bediening keert weer terug naar de normale stand als het telefoongesprek of de spraakbegeleiding wordt beëindigd. Nl 87 Aanhangsel Aanvullende informatie Foutmeldingen Schrijf een foutmelding altijd nauwkeurig op en houd deze bij de hand als u contact opneemt met uw leverancier of het dichtstbijzijnde Pioneer servicecentrum. Melding Oorzaak Maatregel ERROR-11, 12, Vuile disc 17, 30 Maak de disc schoon. ERROR-11, 12, Bekraste disc 17, 30 Vervang de disc. ERROR-10, 11, Elektrisch of me- Zet het contact uit 12, 15, 17, 30, chanisch proen weer aan, of A0 bleem schakel over naar een andere signaalbron en dan terug naar de CDspeler. ERROR-15 De geplaatste disc bevat geen gegevens Vervang de disc. ERROR-22, 23 Het CD-formaat kan niet worden afgespeeld Vervang de disc. CD-ROM CD-ROM is geplaatst Vervang de disc. Richtlijnen voor het gebruik van discs en de speler ! Gebruik uitsluitend discs met onderstaand logo. ! Gebruik uitsluitend normale, ronde discs. Gebruik geen discs met een andere vorm. ! Gebruik CD’s van 12 of 8 cm. Gebruik geen adapter als u CD’s van 8 cm afspeelt. 88 Nl ! Plaats geen ander object dan een CD in de CD-laadsleuf. ! Gebruik geen gebarste, gebroken, kromme of op andere wijze beschadigde discs, omdat zulke discs de speler kunnen beschadigen. ! Niet-gefinaliseerde CD-R/CD-RW-discs kunnen niet worden afgespeeld. ! Raak de gegevenszijde van de disc niet aan. ! Bewaar discs in het bijbehorende doosje wanneer u ze niet gebruikt. ! Bewaar discs niet in een hete ruimte of in direct zonlicht. ! Plak geen labels op discs, schrijf er niet op en breng het oppervlak niet in aanraking met chemische middelen. ! Reinig CD’s met een zachte doek en veeg van het midden naar de buitenkant. ! Condens en vochtvorming kunnen de werking van de speler tijdelijk negatief beïnvloeden. Laat de speler in een warmere omgeving ongeveer een uur op temperatuur komen. Veeg vochtige schijven met een zachte doek schoon. ! Sommige discs kunnen niet worden afgespeeld afhankelijk van het type disc, de indeling ervan, de toepassing waarmee deze is opgenomen, de omgeving waarin deze wordt afgespeeld, de manier waarop deze wordt bewaard, enzovoort. ! Tekstinformatie wordt soms niet correct weergegeven. Dat is afhankelijk van de manier waarop de disc is opgenomen. ! Schokken tijdens het rijden van het voertuig kunnen de disc laten overslaan. ! Lees de voor discs geldende voorzorgsmaatregelen voordat u ze gebruikt. Dual Discs ! Dual Discs zijn dubbelzijdige discs met aan de ene kant een beschrijfbaar CD-oppervlak voor audio-opnamen en aan de andere kant een beschrijfbaar DVD-oppervlak voor video-opnamen. Aanhangsel Aanvullende informatie ! Aangezien de CD-zijde van Dual Discs niet compatibel is met de algemene CD-standaard, is het wellicht niet mogelijk de CDzijde op dit toestel af te spelen. ! Het regelmatig plaatsen en uitwerpen van een Dual Disc kan krassen veroorzaken op de disc en tot afspeelproblemen leiden. Ook kan een Dual Disc vast komen te zitten in de CD-laadsleuf waardoor deze niet meer kan worden uitgeworpen. Om problemen te voorkomen wordt u aangeraden om geen Dual Discs te gebruiken met dit toestel. ! Raadpleeg de informatie van de fabrikant van de disc voor meer informatie over Dual Discs. Nederlands Nl 89 Aanhangsel Aanvullende informatie Technische gegevens Algemeen Spanningsbron ......................... 14,4 V gelijkstroom (10,8 tot 15,1 V toelaatbaar) Aarding ......................................... Negatief Max. stroomverbruik .............. 10,0 A Afmetingen (B × H × D): DIN Chassis ..................... 178 × 50 × 162 mm Voorkant ................... 188 × 58 × 15 mm D Chassis ..................... 178 × 50 × 162 mm Voorkant ................... 170 × 48 × 15 mm Gewicht ........................................ 1,3 kg Audio Maximaal uitgangsvermogen ..................................................... 50 W × 4 Doorlopend uitgangsvermogen ..................................................... 22 W × 4 (50 Hz tot 15 000 Hz, 5% THD, 4 W belasting, beide kanalen) Belastingsimpedantie ........... 4 W (4 W tot 8 W toegestaan) Toonregeling: Lage tonen Frequentie ............... 100 Hz Gain ............................ ±13 dB Midden Frequentie ............... 1 kHz Gain ............................ ±12 dB Hoge tonen Frequentie ............... 10 kHz Gain ............................ ±12 dB CD-speler Systeem ....................................... Compact Disc Audio Bruikbare discs ........................ Compact Disc Signaal-tot-ruisverhouding ..................................................... 94 dB (1 kHz) (IEC-A netwerk) Aantal kanalen .......................... 2 (stereo) FM-tuner Frequentiebereik ...................... 87,5 MHz tot 108,0 MHz Bruikbare gevoeligheid ......... 8 dBf (0,7 µV/75 W, mono, S/N: 30 dB) Signaal-tot-ruisverhouding ..................................................... 75 dB (IEC-A netwerk) MW-tuner Frequentiebereik ...................... 531 kHz tot 1 602 kHz (9 kHz) Bruikbare gevoeligheid ......... 18 µV (S/N: 20 dB) 90 Nl Signaal-tot-ruisverhouding ..................................................... 65 dB (IEC-A netwerk) LW-tuner Frequentiebereik ...................... 153 kHz tot 281 kHz Bruikbare gevoeligheid ......... 30 µV (S/N: 20 dB) Signaal-tot-ruisverhouding ..................................................... 65 dB (IEC-A netwerk) Opmerking Technische gegevens en ontwerp kunnen ter productverbetering zonder voorafgaande kennisgeving worden gewijzigd.
  • Page 1 1
  • Page 2 2
  • Page 3 3
  • Page 4 4
  • Page 5 5
  • Page 6 6
  • Page 7 7
  • Page 8 8
  • Page 9 9
  • Page 10 10
  • Page 11 11
  • Page 12 12
  • Page 13 13
  • Page 14 14
  • Page 15 15
  • Page 16 16
  • Page 17 17
  • Page 18 18
  • Page 19 19
  • Page 20 20
  • Page 21 21
  • Page 22 22
  • Page 23 23
  • Page 24 24
  • Page 25 25
  • Page 26 26
  • Page 27 27
  • Page 28 28
  • Page 29 29
  • Page 30 30
  • Page 31 31
  • Page 32 32
  • Page 33 33
  • Page 34 34
  • Page 35 35
  • Page 36 36
  • Page 37 37
  • Page 38 38
  • Page 39 39
  • Page 40 40
  • Page 41 41
  • Page 42 42
  • Page 43 43
  • Page 44 44
  • Page 45 45
  • Page 46 46
  • Page 47 47
  • Page 48 48
  • Page 49 49
  • Page 50 50
  • Page 51 51
  • Page 52 52
  • Page 53 53
  • Page 54 54
  • Page 55 55
  • Page 56 56
  • Page 57 57
  • Page 58 58
  • Page 59 59
  • Page 60 60
  • Page 61 61
  • Page 62 62
  • Page 63 63
  • Page 64 64
  • Page 65 65
  • Page 66 66
  • Page 67 67
  • Page 68 68
  • Page 69 69
  • Page 70 70
  • Page 71 71
  • Page 72 72
  • Page 73 73
  • Page 74 74
  • Page 75 75
  • Page 76 76
  • Page 77 77
  • Page 78 78
  • Page 79 79
  • Page 80 80
  • Page 81 81
  • Page 82 82
  • Page 83 83
  • Page 84 84
  • Page 85 85
  • Page 86 86
  • Page 87 87
  • Page 88 88
  • Page 89 89
  • Page 90 90
  • Page 91 91
  • Page 92 92
  • Page 93 93
  • Page 94 94
  • Page 95 95
  • Page 96 96
  • Page 97 97
  • Page 98 98
  • Page 99 99
  • Page 100 100
  • Page 101 101
  • Page 102 102
  • Page 103 103
  • Page 104 104
  • Page 105 105
  • Page 106 106
  • Page 107 107

Pioneer DEH-1000E Handleiding

Categorie
Auto media-ontvangers
Type
Handleiding
Deze handleiding is ook geschikt voor