Pioneer DEH-1630R Handleiding

  • Hallo! Ik ben een AI-chatbot die speciaal is getraind om je te helpen met de Pioneer DEH-1630R Handleiding. Ik heb het document al doorgenomen en kan je duidelijke en eenvoudige antwoorden geven.
Hartelijk dank voor het aanschaffen van dit Pioneer-
product.
Lees deze gebruiksinstructies goed door zodat u uw model op de juiste manier ge-
bruikt. Als u de instructies heeft gelezen, moet u ze op een veilige plaats opbergen
zodat u ze later nog eens kunt gebruiken.
Voor u begint
Over dit toestel 105
Over deze handleiding 105
Voorzorgen 105
Bij problemen 105
Uw toestel tegen diefstal beveiligen 105
Voorpaneel verwijderen 106
Voorpaneel bevestigen 106
Wat is wat
Hoofdtoestel 107
Stroom aan/uit
Toestel inschakelen 108
Signaalbron selecteren 108
Toestel uitschakelen 108
Tuner
Naar de radio luisteren 109
Frequenties van zenders opslaan en
oproepen 109
Op sterke signalen afstemmen 110
Frequenties van de sterkste zenders
opslaan 110
RDS
Inleiding RDS-bediening 111
RDS-display wisselen 111
PTY-nooduitzendingen ontvangen 111
Alternatieve frequenties selecteren 112
PI-zoeken gebruiken 112
PI-zoeken voor voorkeuzezenders
gebruiken 112
Alleen zenders met regionale
programmering zoeken 112
Verkeersberichten ontvangen 113
PTY-lijst 114
Ingebouwde CD-speler
Afspelen van een CD 115
Herhaalde weergave 115
Het afspelen van een CD onderbreken 116
Audio-instellingen
Inleiding audio-instellingen 117
Balansinstelling gebruiken 117
Equalizer gebruiken 117
Equalizercurven oproepen 117
Equalizercurven aanpassen 118
Fijne afstelling van de
equalizercurve 118
Loudness-functie aanpassen 119
Front image enhancer (F.I.E.) 119
Niveau van de signaalbron aanpassen 120
Begininstellingen
Begininstellingen aanpassen 121
FM-afstemstap instellen 121
Aan/uit zetten van de automatische PI-
zoekfunctie 121
Aanvullende informatie
Uitleg van foutmeldingen voor ingebouwde
CD-speler 122
Tijdelijk uitschakelen van weergave voor
mobiele telefoon 122
Zorgen voor uw CD-speler 122
CD-R/CD-RW-discs 123
Technische gegevens 124
Inhoud
Nl
104
Over dit toestel
De tunerfrequenties op dit toestel zijn voor ge-
bruik in West-Europa, Azië, het Midden-Oos-
ten, Afrika en Oceanië. Bij gebruik in andere
gebieden kan de ontvangst storen. De RDS-
functie werkt alleen in gebieden waar FM-zen-
ders RDS-signalen uitzenden.
Over deze handleiding
Dit toestel heeft een aantal geavanceerde
functies waardoor de ontvangst en de bedie-
ning optimaal zijn. Deze functies zijn zodanig
ontworpen dat ze gemakkelijk in gebruik zijn,
maar ze spreken niet altijd voor zich. Deze be-
dieningshandleiding helpt u de mogelijkheden
van dit toestel volledig te benutten en uw luis-
terplezier te vergroten.
We raden u aan deze functies en het gebruik
ervan te leren kennen door middel van de
handleiding voordat u het toestel gebruikt. Het
is met name belangrijk dat u de voorzorgs-
maatregelen op deze bladzijde en in andere
delen leest en aanhoudt.
Voorzorgen
! Aan de onderkant van dit toestel bevindt
zich een CLASS 1 LASER PRODUCT-label.
CLASS 1
LASER PRODUCT
! De Pioneer CarStereo-Pass wordt alleen in
Duitsland gebruikt.
! Houd deze handleiding bij de hand om be-
dieningsprocedures en te nemen voor-
zorgsmaatregelen in op te zoeken.
! Houd het volume te allen tijde zo laag dat u
geluiden van buiten de auto kunt blijven
horen.
! Bescherm dit toestel tegen vocht.
! Als de accu losgekoppeld wordt of leeg
raakt, zal het voorkeuzegeheugen worden
gewist en zult u het toestel opnieuw moe-
ten programmeren.
Bij problemen
Als dit product niet naar behoren functioneert,
kunt u uw dealer of het dichtstbijzijnde er-
kende Pioneer Service-station raadplegen.
Uw toestel tegen diefstal
beveiligen
Het voorpaneel kan van het hoofdtoestel wor-
den verwijderd en worden bewaard in het mee-
geleverde beschermende foedraal om dieven
te ontmoedigen.
! Houd het voorpaneel gesloten tijdens het
rijden.
Belangrijk
! Bij het verwijderen en aanbrengen van het
voorpaneel mag u in geen geval kracht zetten
of het display en de toetsen vastgrijpen.
! Stel het voorpaneel niet bloot aan te grote
schokken.
! Houd het voorpaneel uit de buurt van direct
zonlicht en hoge temperaturen.
Voor u begint
Nl
105
Hoofdstuk
Nederlands
01
Voorpaneel verwijderen
1 Druk op DETACH om het voorpaneel los
te maken.
Druk op DETACH om de rechterkant van het
voorpaneel los te laten komen van het hoofd-
toestel.
2 Pak het voorpaneel vast en verwijder
het.
Pak de rechterkant van het voorpaneel en trek
dit naar links. Het voorpaneel zal loskomen
van het hoofdtoestel.
3 Doe het voorpaneel in het meegele-
verde beschermende foedraal om het net-
jes te bewaren.
Voorpaneel bevestigen
1 Houd het voorpaneel plat tegen het
hoofdtoestel.
2 Druk het voorpaneel tegen de voorkant
van het hoofdtoestel tot het stevig vast
blijft zitten.
Voor u begint
Nl
106
Hoofdstuk
01
Hoofdtoestel
1 TA-toets
Druk hierop om de functie voor de weergave
van verkeersberichten in of uit te schakelen.
2 EJECT-toets
Druk hierop om de CD te laten uitwerpen uit
de ingebouwde CD-speler.
3 AUDIO toets
Druk hierop om te kiezen uit de diverse
toonregelingen.
4 a/b/c/d toetsen
Druk op deze toets voor handmatig instel-
len, snel vooruit, achteruit en het zoeken
van een fragment. Wordt ook gebruikt om
functies te gebruiken.
5 BAND-toets
Druk hierop om te kiezen uit een van de
twee FM of MW/LW (MG/LG) banden en om
de instelling van een bepaalde functie te an-
nuleren.
6 DETACH-toets
Druk deze toets in om het voorpaneel van
het hoofdtoestel te verwijderen.
7 LOUDNESS toets
Druk op deze toets om de loudness functie
in of uit te schakelen.
8 LOCAL/BSM toets
Druk deze toets in om de lokale functie aan
of uit te zetten.
Houd de toets ingedrukt om de BSM-functie
aan of uit te zetten.
9 16-toetsen
Druk op deze toets om voorkeuzezenders in
te stellen.
a SOURCE-toets
Dit toestel wordt aangezet door een signaal-
bron te selecteren. Druk op deze toets om
alle beschikbare signaalbronnen langs te
gaan.
b VOLUME-toets
Druk op deze toets om het volume te verho-
gen of te verlagen.
c EQ-toets
Druk op deze toets om de verschillende
equalizercurven te selecteren.
1
1
1
2
5
5
5
6
6
6
7
7
7
8
8
8
9
9
9
a
a
a
3
4
b
b
c
c
c
Wat is wat
Nl
107
Hoofdstuk
Nederlands
02
Toestel inschakelen
% Druk op SOURCE om het toestel aan te
zetten.
Wanneer u een signaalbron kiest, zal het toe-
stel worden ingeschakeld.
Signaalbron selecteren
U kunt de signaalbron kiezen waarnaar u wilt
luisteren. Om de ingebouwde CD-speler te ge-
bruiken hoeft u alleen een CD in het toestel te
schuiven (raadpleeg bladzijde 115).
% Druk op SOURCE om een signaalbron te
kiezen.
Druk herhaaldelijk op SOURCE om te schake-
len tussen de volgende signaalbronnen:
Ingebouwde CD-spelerTuner
Opmerkingen
! Als er geen CD in het apparaat is gedaan, zal
de bron van de ingebouwde CD-speler niet
veranderen.
! Wanneer de blauw/witte draad van dit toestel
is aangesloten op de bedieningsaansluiting
van de automatische antenne van uw auto, zal
deze antenne uitschuiven wanneer de signaal-
bron van dit toestel wordt ingeschakeld. Als u
de bron uitschakelt, wordt de antenne weer in-
geschoven.
Toestel uitschakelen
% Houd SOURCE ingedrukt tot het toestel
uit gaat.
Stroom aan/uit
Nl
108
Hoofdstuk
03
Naar de radio luisteren
1 2 3 4
De AF-functie (zoeken naar alternatieve fre-
quenties) kan worden in- en uitgeschakeld. Bij
normale bediening van de tuner moet de AF
uit staan (raadpleeg bladzijde 112).
1 Frequentiebandindicator
Deze toont op welke frequentieband de
radio aan het afstemmen is; MW, LW of FM.
2 Frequentie-indicator
Deze toont de frequentie waarop u heeft af-
gestemd.
3 Stereo (5) indicator
Deze toont of de frequentie waarop u heeft
afgestemd in stereo is.
4 Voorkeuzenummerindicator
Deze geeft aan welke voorkeuzezender is ge-
selecteerd.
1 Druk op SOURCE om de tuner te kie-
zen.
2 Gebruik VOLUME om de geluidssterkte
te regelen.
3 Druk op BAND en kies een frequentie-
band.
Druk op BAND totdat u de gewenste frequen-
tieband op het display ziet verschijnen, F1, F2
voor FM of MW/LW (MG/LG).
4 Druk snel achter elkaar op c of d om
met de hand af te stemmen.
De frequenties worden stap voor stap ver-
hoogd of verlaagd.
5 Om automatisch af te stemmen dient u
c of d ongeveer een seconde lang inge-
drukt te houden en vervolgens los te laten.
De tuner zal nu zelf de frequenties in de aan-
gegeven richting afzoeken tot er een uitzen-
ding gevonden wordt die sterk genoeg is voor
een goede ontvangst.
# U kunt het automatisch afstemmen annuleren
door kort op c of d te drukken.
# Als u c of d ingedrukt houdt, kunt u zender
overslaan. Als u de knoppen loslaat, gaat het toe-
stel automatisch afstemmen.
Opmerking
Wanneer de uitzending waarop u heeft afge-
stemd in stereo is, zal de stereo-indicator (5) op-
lichten.
Frequenties van zenders
opslaan en oproepen
Als u op een van de voorkeuzetoetsen 16
drukt, kunt u heel eenvoudig maximaal zes
zenderfrequenties opslaan zodat u deze later
met een druk op de toets weer kunt oproepen.
% Wanneer u heeft afgestemd op een fre-
quentie die u in het geheugen wilt op-
slaan, houdt u een van de
voorkeuzetoetsen 16 ingedrukt tot het
voorkeuzenummer stopt met knipperen.
Het nummer dat u heeft ingedrukt, gaat knip-
peren in de voorkeuzenummerindicator en
blijft daarna branden. De geselecteerde radio-
zenderfrequentie is opgeslagen in het geheu-
gen.
Tuner
Nl
109
Hoofdstuk
Nederlands
04
Wanneer u hierna op dezelfde voorkeuzetoets
16 drukt, zal de opgeslagen frequentie uit het
geheugen worden opgeroepen.
Opmerkingen
! Er kunnen maximaal 12 FM-zenders, 6 voor elk
van de twee FM-frequentiebanden en 6 MW/
LW (MG/LG)-zenders, in het geheugen worden
opgeslagen.
! U kunt ook a en b gebruiken om onder de
voorkeuzetoetsen 16 opgeslagen frequenties
van radiozenders weer op te roepen.
Op sterke signalen afstemmen
Met de functie voor automatisch afstemmen
op lokale zenders kunt u het toestel alleen
laten afstemmen op zenders met een vol-
doende sterk signaal voor een goede ont-
vangst.
1 Druk op LOCAL/BSM om het automa-
tisch afstemmen op lokale zenders in te
schakelen.
LOC verschijnt op het display.
2 Wanneer u weer op de normale manier
wilt afstemmen, moet u op LOCAL/BSM
drukken om de functie voor het automa-
tisch afstemmen op lokale zenders uit te
schakelen.
Frequenties van de sterkste
zenders opslaan
Met de functie BSM (Best Stations Memory)
kunt u automatisch de zes sterkste zenders
laten opslaan onder de voorkeuzetoetsen 16,
zodat u later met een druk op de juiste toets
kunt afstemmen op een van de opgeslagen
frequenties.
% Houd LOCAL/BSM ingedrukt tot de
BSM aan gaat.
BSM begint te knipperen. Als BSM knippert,
worden de zes sterkste zenderfrequenties op-
geslagen onder voorkeuzetoetsen 16 in de
volgorde van de sterkte van het signaal. Als dit
is gebeurd, stopt BSM met knipperen.
# Druk op LOCAL/BSM om het opslaan te annu-
leren.
Opmerking
Het is mogelijk dat de via de BSM-functie opge-
slagen zenders eerder door uzelf onder de toetsen
16 opgeslagen zenders vervangen.
Tuner
Nl
110
Hoofdstuk
04
Inleiding RDS-bediening
1 2 3 4
RDS (radio data system) is een systeem voor
informatie die bij FM-uitzendingen worden ver-
stuurd. Deze onhoorbare informatie maakt bij-
voorbeeld functies als
programmaservicenaam, programmatype, ver-
keersberichten standby en automatisch af-
stemmen mogelijk. Zo wordt het
radioluisteraars gemakkelijker gemaakt de ge-
wenste zender te vinden.
1 Programmaservicenaam
Deze toont de naam van het programma.
2 AF indicator
Geeft aan of de AF (zoeken naar alternatieve
frequenties) functie is ingeschakeld.
3 TA indicator
Geeft aan of de TA (standby voor verkeersbe-
richten) functie is ingeschakeld.
4 TP-indicator
Deze toont of er is afgestemd op een TP-zen-
der.
Opmerkingen
! Het is mogelijk dat niet alle zenders RDS-dien-
sten leveren.
! RDS-functies zoals AF en TA werken alleen
wanneer u heeft afgestemd op een RDS-
zender.
RDS-display wisselen
Als u naar een RDS-zender overschakelt,
wordt de programmaservicenaam weergege-
ven. U kunt ook de frequentie weergeven.
% Houd EQ/DISP ingedrukt tot het display
wordt ingeschakeld.
Druk herhaaldelijk op EQ/DISP en houd de
toets ingedrukt om te schakelen tussen de vol-
gende instellingen:
ProgrammaservicenaamPTY-informatie
Frequentie
Meer over PTY-informatie (ID-code program-
matype) kunt u vinden op bladzijde 114.
# PTY-informatie en de frequentie van de huidi-
ge zender zullen acht seconden lang op het dis-
play getoond worden.
PTY-nooduitzendingen
ontvangen
PTY-alarm is een speciale PTY-code voor be-
richten over noodgevallen, bijvoorbeeld bij na-
tuurrampen. Als de tuner de radioalarmcode
ontvangt, verschijnt ALARM op het display en
gaat het volume naar het TA-volume. Als de
uitzending van het noodbericht is afgelopen,
gaat het systeem terug naar de vorige signaal-
bron.
! Een noodbericht kunt u annuleren door op
TA te drukken.
! U kunt een noodbericht ook annuleren
door op SOURCE, BAND, a, b, c of d te
drukken.
RDS
Nl
111
Hoofdstuk
Nederlands
05
Alternatieve frequenties
selecteren
Als u naar een uitzending aan het luisteren
bent en de ontvangst zwakker wordt of er doen
zich andere problemen voor, dan zal het toe-
stel automatisch op zoek gaan naar een an-
dere zender in hetzelfde netwerk die een
betere ontvangst oplevert.
! De AF-functie is standaard ingeschakeld.
1 Houd TA ingedrukt tot de AF aan gaat.
AF indicator wordt weergegeven.
2 Houd TA ingedrukt tot de AF uit gaat.
Opmerkingen
! Bij automatisch afstemmen of gebruik van de
BSM-functie wordt er alleen afgestemd op
RDS-zenders wanneer AF is ingeschakeld.
! Als u naar een vooraf ingestelde zender gaat,
kan de tuner de zender bijwerken met een
nieuwe frequentie van de AF-lijst van de zen-
der. (Dit is alleen mogelijk bij voorkeurzenders
op de F1-frequentieband.) Als de RDS-gege-
vens voor de zender afwijken van de origineel
opgeslagen zender, verschijnt er geen num-
mer voor de voorkeurzender op het display.
! Het is mogelijk dat de geluidsweergave tijde-
lijk wordt onderbroken door een ander pro-
gramma terwijl de AF-functie aan het zoeken
is.
! Wanneer de tuner is afgestemd op een non-
RDS zender zal de AF indicator knipperen.
! De AF-functie kan voor elke FM-frequentie-
band afzonderlijk worden in- of uitgeschakeld.
PI-zoeken gebruiken
Als het toestel geen geschikte alternatieve fre-
quentie kan vinden of als de ontvangst van
een zender waar u naar luistert zwak wordt,
zoekt het toestel automatisch een andere zen-
der met dezelfde programmering. Tijdens het
zoeken wordt PI SEEK weergegeven en is de
uitgang gedempt. Het volume wordt weer nor-
maal als PI zoeken voltooid is, het maakt daar-
bij niet uit of er een andere zender is
gevonden.
PI-zoeken voor
voorkeuzezenders gebruiken
Wanneer een voorkeuzezender niet kan wor-
den opgeroepen, bijvoorbeeld wanneer u een
grote afstand heeft gereisd, kan het toestel zo
worden ingesteld dat ook bij het oproepen van
een voorkeuzezender de PI-zoekfunctie zal
worden uitgevoerd.
! De automatische PI-zoekfunctie is stan-
daard uitgeschakeld. Zie Aan/uit zetten van
de automatische PI-zoekfunctie op bladzijde
121.
Alleen zenders met regionale
programmering zoeken
Wanneer u de AF-functie gebruikt om automa-
tisch alternatieve frequenties te zoeken, kunt u
met de regionale functie het zoeken beperken
tot zenders die regionale programmas uitzen-
den.
% Houd BAND ingedrukt totdat de regio-
nale functie aan of uit gaat.
Opmerkingen
! Regionale programmering en regionale net-
werken kunnen per land anders georgani-
seerd zijn (er kunnen bijv. veranderingen
optreden afhankelijk van de tijd, de staat of
het ontvangstgebied).
! Het voorkeuzenummer kan verdwijnen van het
display als de tuner afstemt op een regionale
zender die verschilt van de oorspronkelijk ge-
kozen zender.
RDS
Nl
112
Hoofdstuk
05
! De regionale functie kan voor elk van de FM-
frequentiebanden afzonderlijk worden in- of
uitgeschakeld.
Verkeersberichten ontvangen
Met TA (verkeersberichten standby) kunt u au-
tomatisch verkeersberichten ontvangen, het
maakt daarbij niet uit naar welke signaalbron
u luistert. TA kan voor zowel een TP-zender
(een zender die verkeersberichten uitzendt) als
de verbeterde TP-zender van een ander net-
werk (een zender met informatie die verwijst
naar andere TP-zenders) worden geactiveerd.
1 Stem af op een TP of de TP-zender van
een ander, verbeterd netwerk.
Wanneer u heeft afgestemd op een TP of de
TP-zender van een ander, verbeterd netwerk,
zal de TP-indicator gaan branden.
2 Druk op TA om de standby voor ver-
keersberichten in te schakelen.
Druk op TA en de TA indicator zal op het dis-
play verschijnen. De tuner zal standby gaan en
wachten op verkeersberichten.
# Druk nog eens op TA om de standby voor ver-
keersberichten weer uit te schakelen.
3 Regel het TA-volume met VOLUME
wanneer er een verkeersbericht begint.
Het nieuw ingestelde volume zal worden opge-
slagen in het geheugen en opnieuw worden
gebruikt bij de weergave van de volgende ver-
keersberichten.
4 Druk op TA terwijl er een verkeersbe-
richt wordt ontvangen om dat bericht te
annuleren.
De tuner zal terugkeren naar de oorspronkelijk
ingestelde signaalbron maar blijft in de stand-
by-functie tot er nog een keer op TA wordt ge-
drukt.
# U kunt het bericht ook annuleren door op
SOURCE, BAND, a, b, c of d te drukken terwijl
een verkeersbericht wordt ontvangen.
RDS
Nl
113
Hoofdstuk
Nederlands
05
Opmerkingen
! Het systeem zal terugkeren naar de oorspron-
kelijke signaalbron wanneer het verkeersbe-
richt is afgelopen.
! Bij automatisch afstemmen of gebruik van de
BSM-functie zal er alleen worden afgestemd
op TP en de TP-zenders van een ander, verbe-
terd netwerk wanneer TA is ingeschakeld.
PTY-lijst
Specifiek Programmatype
NEWS Nieuws
AFFAIRS Actualiteiten
INFO Algemene informatie en adviezen
SPORT Sport
WEATHER Weerberichten/meteorologische infor-
matie
FINANCE Beursberichten, handel, nijverheid
enz.
POP MUS Populaire muziek
ROCK MUS Eigentijdse moderne muziek
EASY MUS Easy-listeningmuziek
OTH MUS Overige muziek
JAZZ Jazz
COUNTRY Countrymuziek
NAT MUS Nationale muziek
OLDIES Gouwe Ouwe
FOLK MUS Folkmuziek
L.CLASS Lichte klassieke muziek
CLASSIC Klassieke muziek
EDUCATE Educatieve programmas
DRAMA Hoorspelen en series
CULTURE Nationale of regionale cultuur
SCIENCE Natuur, wetenschap en techniek
Specifiek Programmatype
VARIED Licht amusement
CHILDREN Kinderprogrammas
SOCIAL Sociale aangelegenheden
RELIGION Religieuze aangelegenheden of dien-
sten
PHONE IN Inbelprogrammas
TOURING Reisprogrammas, niet voor berichten
omtrent verkeersproblemen
LEISURE Hobbys en recreatie
DOCUMENT Documentaires
RDS
Nl
114
Hoofdstuk
05
Afspelen van een CD
1 2
1 Fragmentnummerindicator
Deze geeft aan welk fragment er op het mo-
ment afgespeeld wordt.
2 Weergavetijdindicator
Deze geeft verstreken speeltijd van het spe-
lende fragment aan.
1 Doe een CD in de CD-laadsleuf.
Het afspelen zal automatisch beginnen.
CD-laadsleuf
# U kunt de CD laten uitwerpen door op de
EJECT-toets te drukken.
2 Nadat u de CD in het toestel heeft ge-
daan, dient u op SOURCE te drukken om de
ingebouwde CD-speler als signaalbron te
kiezen.
3 Gebruik VOLUME om de geluidssterkte
te regelen.
4 Houd c of d ingedrukt om snel terug
of vooruit te spoelen.
5 Druk kort op c of d om vooruit of
terug te springen naar het volgende of vo-
rige fragment.
Druk op d om naar het begin van het vol-
gende fragment te gaan. Druk een keer op c
om naar het begin van het huidige fragment te
gaan. Als u nog een keer drukt, gaat u naar
het vorige fragment.
Opmerkingen
! De ingebouwde CD-speler kan een standaard-
CD van 12 of 8 cm af spelen. Gebruik geen
adapter als u CDs van 8 cm afspeelt.
! Plaats geen andere dingen dan een CD in de
CD-laadsleuf.
! Als een CD er niet helemaal in gaat of niet be-
gint te spelen als de CD in de speler zit, con-
troleer dan of het label van de CD omhoog zit.
Druk EJECT om de CD uit te werpen en contro-
leer de CD op beschadigingen voordat u de
CD er opnieuw inplaatst.
! Als de ingebouwde CD-speler niet naar beho-
ren functioneert, is het mogelijk dat er een
foutmelding, bijvoorbeeld ERROR-11, op het
display verschijnt. Raadpleeg Uitleg van fout-
meldingen voor ingebouwde CD-speler op blad-
zijde 122.
Herhaalde weergave
Met herhaalde weergave kunt hetzelfde frag-
ment laten herhalen.
1 Druk op 5 om herhaalde weergave in te
schakelen.
RPT zal op het display verschijnen. Het huidige
fragment wordt afgespeeld en daarna her-
haald.
2 Druk op 5 om herhaalde weergave uit
te schakelen.
Het fragment dat u nu hoort, wordt afge-
speeld, waarna het volgende fragment wordt
afgespeeld.
Ingebouwde CD-speler
Nl
115
Hoofdstuk
Nederlands
06
Opmerking
Als u een fragment op gaat zoeken of snel voor-
uit/terug spoelt, zal de herhaalde weergave auto-
matisch worden geannuleerd.
Het afspelen van een CD
onderbreken
Door te pauzeren kunt u de weergave van de
CD tijdelijk onderbreken.
1 Druk op 6 om pauze aan te zetten.
PAUSE zal op het display verschijnen. Het af-
spelen van het huidige fragment wordt onder-
broken.
2 Druk op 6 om pauze uit te zetten.
De CD gaat verder op hetzelfde punt waarop u
pauze had aangezet.
Ingebouwde CD-speler
Nl
116
Hoofdstuk
06
Inleiding audio-instellingen
12
1 Audiodisplay
Laat de status van de audio-instellingen
zien.
2 LOUD indicator
Deze verschijnt in het display als de loud-
ness is ingeschakeld.
% Druk op AUDIO om de namen van de
audio-functies op het display te laten ver-
schijnen.
Druk herhaaldelijk op AUDIO om te schakelen
tussen de volgende audio-functies:
FAD (balansinstelling)EQ (equalizer)
LOUD (loudness)FIE (front image enhan-
cer)SLA (afstelling bronniveau)
# Wanneer u de FM-tuner als signaalbron ge-
bruikt, kunt u niet overschakelen naar SLA.
# Druk op BAND om terug te keren naar het bij
de signaalbron behorende display.
Opmerking
Als u niet binnen ongeveer 30 seconden een
functiehandeling uitvoert, zal er automatisch wor-
den teruggekeerd naar het bij de signaalbron be-
horende display.
Balansinstelling gebruiken
U kunt de fader/balans instellen voor een opti-
male geluidsweergave voor alle plaatsen in het
voertuig.
1 Druk op AUDIO en selecteer FAD.
Druk op AUDIO tot FAD op het display ver-
schijnt.
# Als de balansinstelling eerder is ingesteld, ver-
schijnt BAL op het display.
2 Druk op a of b om de balans tussen de
voor-/achter-luidsprekers in te stellen.
Met elke druk op de a of b toets zal de balans
tussen de voor- en achter-luidsprekers naar
voren of achteren verplaatst worden.
FAD F15 FAD R15 wordt weergegeven als de
balans van de voor- en achterluidsprekers van
voren naar achteren wordt verplaatst.
# FAD 0 is de juiste instelling wanneer u slechts
twee luidsprekers gebruikt.
3 Druk op c of d om de balans tussen de
linker/rechter luidsprekers in te stellen.
Als u op c of d drukt, wordt BAL 0 weergege-
ven. Met elke druk op c of d zal de balans tus-
sen de luidsprekers links en rechts naar links
of rechts verplaatst worden.
BAL L 9 BAL R 9 wordt weergegeven als de
balans tussen de linker- en rechterluidspre-
kers van links naar rechts schuift.
Equalizer gebruiken
Met de equalizer kunt u de geluidsweergave
naar wens aanpassen aan de akoestische ei-
genschappen van het interieur van uw auto.
Equalizercurven oproepen
Er zijn zes opgeslagen equalizercurven die op
elk moment kunt opvragen. Hier volgen de
equalizercurven:
Display Equalizercurve
SPR-BASS Superbass
POWERFUL Krachtig
Audio-instellingen
Nl
117
Hoofdstuk
Nederlands
07
Display Equalizercurve
NATURAL Natuurlijk
VOCAL Vocaal
CUSTOM Aangepast
EQ FLAT Vlak
! CUSTOM is een aangepaste equalizercurve
die u zelf maakt.
! Als EQ FLAT is geselecteerd, wordt er niets
aan het geluid veranderd. Dit is handig om
het effect van de equalizercurven te contro-
leren door tussen de EQ FLAT en een inge-
stelde equalizercurve te wisselen.
% Druk op EQ om de equalizer te kiezen.
Druk herhaaldelijk op EQ om tussen de vol-
gende equalizers om te schakelen:
SPR-BASSPOWERFULNATURAL
VOCALCUSTOMEQ FLAT
Equalizercurven aanpassen
U kunt de geselecteerde instelling voor de
equalizercurve naar wens aanpassen. De aan-
gepaste instellingen voor de equalizercurve
worden opgeslagen in CUSTOM.
1 Druk op AUDIO en selecteer EQ.
Druk op AUDIO tot EQ op het display ver-
schijnt.
2 Druk op c of d en selecteer de fre-
quentieband die u wilt aanpassen.
Met elke druk op c of d wordt de volgende in
de reeks beschikbare frequentiebanden gese-
lecteerd:
EQ-L (laag)EQ-M (midden)EQ-H (hoog)
3 Druk op a of b om het niveau van de
gekozen frequentieband aan te passen.
Met elke druk op a of b zal het niveau van de
gekozen frequentieband worden verhoogd res-
pectievelijk verlaagd.
Waarden van +6 tot 6 worden weergegeven
terwijl het niveau hoger of lager wordt.
# U kunt vervolgens een andere frequentieband
kiezen om het niveau daarvan aan te passen.
Opmerking
Als u aanpassingen aanbrengt wanneer een an-
dere curve dan CUSTOM is geselecteerd, wordt
de vorige curve door de nieuwe curve vervangen.
Dan verschijnt er een nieuwe curve met
CUSTOM op het display terwijl u de equalizer-
curve selecteert.
Fijne afstelling van de
equalizercurve
U kunt de middenfrequentie en de Q-factor
(curvenkenmerken) van elke geselecteerde
curveband aanpassen (EQ-L/EQ-M/EQ-H).
Niveau (dB)
Middenfrequentie
Q=2N
Q=2W
Frequentie (Hz)
1 Houd AUDIO ingedrukt tot de frequen-
tie en de Q-factor (bijv. F- 80 Q 1W) op het
display verschijnen.
2 Druk op AUDIO om de band te selecte-
ren die u wilt instellen.
LaagMiddenHoog
3 Druk op c of d om de gewenste fre-
quentie te selecteren.
Druk op c of d tot de gewenste frequentie op
het display verschijnt.
Laag: 4080100160 (Hz)
Midden: 2005001k2k (Hz)
Hoog: 3k8k10k12k (Hz)
Audio-instellingen
Nl
118
Hoofdstuk
07
4 Druk op a of b om de gewenste Q-fac-
tor te selecteren.
Druk op a of b tot de gewenste Q-factor op
het display verschijnt.
2N1N1W2W
Opmerking
Als u aanpassingen aanbrengt wanneer een an-
dere curve dan CUSTOM is geselecteerd, wordt
de vorige curve door de nieuwe curve vervangen.
Dan verschijnt er een nieuwe curve met
CUSTOM op het display terwijl u de equalizer-
curve selecteert.
Loudness-functie aanpassen
De loudness-functie compenseert tekortko-
mingen in de weergave van de hoge en de
lage tonen bij lage volume-instellingen.
1 Druk op AUDIO en selecteer LOUD.
Druk op AUDIO tot LOUD op het display ver-
schijnt.
2 Druk op a om de loudness-functie in te
schakelen.
LOUD indicator wordt weergegeven.
# Als u de loudness functie uit wilt zetten, drukt
uopb.
3 Druk op c of d om het gewenste ni-
veau te selecteren.
Met elke druk op c of d wordt het volgende ni-
veau als volgt geselecteerd:
LOW (laag)MID (midden)HI (hoog)
Opmerking
U kunt de loudness-functie ook aan of uit zetten
door op LOUDNESS te drukken.
Front image enhancer (F.I.E.)
De functie F.I.E. (Front Image Enhancer) is een
eenvoudige methode waarmee front imaging
kan worden verbeterd door de midden- en
hoge bereiken van de frequentie-output uit de
achterste luidsprekers uit te schakelen, waar-
door de output alleen bij lage frequentie hoor-
baar is. U kunt de frequentie selecteren die u
wilt uitschakelen.
Voorzorgsmaatregelen
Als de F.I.E.-functie is uitgeschakeld, geven de
achterste luidsprekers het geluid van alle fre-
quenties, niet alleen de bassniveaus. Zet het ge-
luid lager voordat u F.I.E. inschakelt om te
voorkomen dat het geluid ineens te hard staat.
1 Druk op AUDIO en selecteer FIE.
Druk op AUDIO tot FIE op het display ver-
schijnt.
2 Druk op a om F.I.E. aan te zetten.
# Om de F.I.E. uit te zetten drukt u op b.
3 Druk op c of d om de gewenste fre-
quentie te selecteren.
Met elke druk op c of d wordt de frequentie
als volgt geselecteerd:
100160250 (Hz)
Opmerkingen
! Als u de F.I.E.-functie aan heeft gezet, kunt u
de balansinstelling (raadpleeg bladzijde 117)
gebruiken om het geluidsniveau van de voor-
ste en achterste luidsprekers af te stellen tot-
dat het geluid goed verdeeld is.
! Zet de F.I.E.-functie uit als u een systeem met
twee luidsprekers gebruikt.
Audio-instellingen
Nl
119
Hoofdstuk
Nederlands
07
Niveau van de signaalbron
aanpassen
Met SLA (Source Level Adjustment) kunt u het
volumeniveau van de diverse signaalbronnen
apart instellen om te voorkomen dat het vol-
ume plotseling verandert wanneer u naar een
andere signaalbron overschakelt.
! De instellingen zijn gebaseerd op het vol-
umeniveau van de FM-tuner, dat dus onver-
anderd zal blijven.
1 Vergelijk het volumeniveau van de FM-
tuner met dat van de signaalbron die u
wilt aanpassen.
2 Druk op AUDIO en selecteer SLA.
Druk op AUDIO tot SLA op het display ver-
schijnt.
3 Druk op a of b om het volume van de
signaalbron aan te passen.
Met elke druk op a of b zal het volume van de
signaalbron toe- of afnemen.
SLA +4 SLA 4 verschijnt op het display ter-
wijl het volume van de signaalbron wordt ver-
hoogd of verlaagd.
Opmerking
Het volumeniveau van de MW/LW-tuner als sig-
naalbron kan echter wel worden aangepast.
Audio-instellingen
Nl
120
Hoofdstuk
07
Begininstellingen aanpassen
Via de begininstellingen kunt u diverse eigen-
schappen van dit toestel van tevoren aanpas-
sen.
1 Houd SOURCE ingedrukt tot het toestel
uit gaat.
2 Houd AUDIO ingedrukt totdat FM op
het display verschijnt.
Druk herhaaldelijk op AUDIO om tussen de
volgende te schakelen:
FM (FM afstemstap)A-PI (Automatische PI
zoekfunctie)
Gebruik de volgende instructies voor het rege-
len van de diverse instellingen.
# Druk op BAND om de begininstellingen te an-
nuleren.
# U kunt de begininstellingen ook annuleren
door de AUDIO toets ingedrukt te houden tot het
apparaat uit gaat.
FM-afstemstap instellen
Normaal gesproken wordt bij het automatisch
afstemmen bij de FM-afstemstap 50 kHz ge-
bruikt. Als AF of TA aan staat, verandert de af-
stemstap automatisch naar 100 kHz. Als AF
uit staat, kunt u de afstemstap het beste op 50
kHz zetten.
1 Druk op AUDIO om FM te selecteren.
Druk herhaaldelijk op AUDIO totdat FM in het
display verschijnt.
2 Druk op c of d om de FM-afstemstap
in te stellen.
Als u op c of d drukt, kunt u de FM-afstem-
stap wisselen tussen 50 kHz en 100 kHz terwijl
AF of TA aan staat. De geselecteerde FM-af-
stemstap verschijnt in het display.
Opmerking
Bij handmatig afstemmen zal de afstemstap op
50 kHz blijven staan.
Aan/uit zetten van de
automatische PI-
zoekfunctie
Het toestel kan automatisch zoeken naar een
andere zender met hetzelfde programma, zelfs
wanneer er is afgestemd op een voorkeuzezen-
der.
1 Druk op AUDIO om A-PI te selecteren.
Druk herhaaldelijk op AUDIO totdat A-PI in
het display verschijnt.
2 Druk op a of b om de automatische PI-
zoekfunctie in of uit te schakelen.
Door op a of b te drukken, schakelt u A-PI in
of uit, wat vervolgens op het display wordt aan-
gegeven (bijv. A-PI :ON).
Begininstellingen
Nl
121
Hoofdstuk
Nederlands
08
Uitleg van foutmeldingen
voor ingebouwde CD-
speler
Als er zich problemen voordoen tijdens het af-
spelen van een CD, verschijnt er een foutmel-
ding op het display. Als er een foutmelding op
het display verschijnt, neem dan de onder-
staande tabel door om na te kijken wat het
probleem is en wat u er eventueel aan kunt
doen. Als u de fout niet zelf kunt verhelpen,
moet u contact opnemen met uw leverancier
of het dichtstbijzijnde Pioneer Service-cen-
trum.
Melding Oorzaak Maatregel
ERROR-11, 12,
17, 30
Vuile disc Maak de disc
schoon.
ERROR-11, 12,
17, 30
Bekraste disc Vervang de disc.
ERROR-10, 11,
12, 17, 30, A0
Elektrisch of me-
chanisch pro-
bleem
Zet het contact uit
en dan weer aan of
schakel over naar
een andere sig-
naalbron en dan
weer terug naar de
CD-speler.
ERROR-44 Alle fragmenten
moeten worden
overgeslagen
Vervang de disc.
Tijdelijk uitschakelen van
weergave voor mobiele
telefoon
De weergave van dit toestel zal automatisch
worden uitgeschakeld (gedempt) wanneer u
belt of gebeld wordt via een op het toestel aan-
gesloten mobiele telefoon.
! Het geluid wordt uitgeschakeld, MUTE ver-
schijnt op het display en het geluid kan al-
leen harder of zachter worden gezet. De
bediening keert weer terug naar normaal
wanneer het telefoongesprek is afge-
lopen.
Zorgen voor uw CD-speler
! Gebruik alleen CDs met het onderstaande
Compact Disc Digital Audio-logo.
! Gebruik alleen normale, ronde CDs. Abnor-
male, niet-ronde CDs kunnen vast komen
te zitten of niet naar behoren worden afge-
speeld.
! Controleer alle CDs op barsten, krassen of
vervormingen voordat u de CD afspeelt.
CDs met barsten, krassen of vervormingen
kunnen problemen opleveren bij het afspe-
len. Gebruik deze CDs dus niet.
! Probeer het opname-oppervlak (waar niets
op gedrukt is) niet aan te raken wanneer u
de disc vasthoudt.
! Bewaar discs in hun eigen doosje wanneer
u ze niet gebruikt.
! Houd discs uit direct zonlicht en stel ze
niet bloot aan hoge temperaturen.
! Plak geen labels op discs, schrijf er niet op
en behandel het oppervlak niet met chemi-
sche middelen.
Aanvullende informatie
Nl
122
Aanhangsel
! Om vuil van een CD te verwijderen moet u
met een zachte doek rechtstreeks van het
midden naar de buitenrand vegen.
! Als de verwarming bij lage temperaturen
wordt gebruikt, kan er vocht ontstaan op de
onderdelen in de CD-speler. Bij condensa-
tie kan de CD-speler niet juist werken. Als u
denkt dat condensatie problemen veroor-
zaakt, zet de CD-speler dan ongeveer een
uur uit, zodat de CD-speler kan drogen.
Veeg eventueel natte CDs droog met een
zachte doek.
! Schokken tijdens het rijden van de auto
kunnen de CD laten overslaan.
CD-R/CD-RW-discs
! CD-R/CD-RW-discs kunnen alleen worden
afgespeeld als ze voltooid zijn.
! Mogelijk kunt u geen CD-R/CD-RW-discs
afspelen die zijn opgenomen op een CD-re-
corder voor muziek of een pc vanwege CD-
karakteristieken, krassen of vuil op de disc
of vuil, condens enzovoort op de lens van
het toestel.
! Het afspelen van discs die op een compu-
ter zijn opgenomen, is eventueel niet moge-
lijk. Dit is afhankelijk van de instellingen
van de toepassing en omgeving. Gebruik
bij het opnemen het juiste formaat. (Raad-
pleeg voor meer informatie de fabrikant van
de toepassing.)
! Mogelijk kunt u geen CD-R/CD-RW-discs
afspelen, omdat deze zijn blootgesteld aan
direct zonlicht of hoge temperaturen, of
vanwege de omstandigheden waaronder
de discs in de auto zijn bewaard.
! Dit toestel is geschikt voor de functie voor
het overslaan van fragmenten op CD-R/CD-
RW discs. De fragmenten waarop deze
functie betrekking heeft zullen automatisch
worden overgeslagen.
! Als u een CD-RW-disc in dit toestel doet,
zal het langer duren voor de weergave be-
gint dan bij een conventionele CD of CD-R.
! Lees de voor de gebruikte CD-R/CD-RW-
discs geldende voorzorgen voor u ze gaat
gebruiken.
Aanvullende informatie
Nl
123
Aanhangsel
Nederlands
Technische gegevens
Algemeen
Spanningsbron ......................... 14,4 V gelijkstroom (10,8
15,1 V toelaatbaar)
Aarding ......................................... Negatief
Max. stroomverbruik .............. 10,0 A
Afmetingen (B × H × D):
Chassis ............................... 178 × 50 × 157 mm
Voorpaneel ........................ 188 × 58 × 19 mm
Gewicht ........................................ 1,3 kg
Audio
Maximaal uitgangsvermogen
..................................................... 45 W × 4
Doorlopend uitgangsvermogen
..................................................... 25 W × 4 (DIN 45324, +B =
14,4 V)
Belastingsimpedantie ........... 4 W (4 8 W toegestaan)
Preout maximaal uitgangsniveau/uitgangsimpedantie
..................................................... 2,2 V/1 kW
Equalizer (3-bands parametrische equalizer):
Laag
Frequentie ............... 40/80/100/160 Hz
Q-factor .................... 0,35/0,59/0,95/1,15 (+6 dB
wanneer versterkt)
Gain ............................ ±12 dB
Midden
Frequentie ............... 200/500/1k/2k Hz
Q-factor .................... 0,35/0,59/0,95/1,15 (+6 dB
wanneer versterkt)
Gain ............................ ±12 dB
Hoog
Frequentie ............... 3,15k/8k/10k/12,5k Hz
Q-factor .................... 0,35/0,59/0,95/1,15 (+6 dB
wanneer versterkt)
Gain ............................ ±12 dB
Loudness contouren
Laag ..................................... +3,5 dB (100 Hz), +3 dB (10
kHz)
Midden ............................... +10 dB (100 Hz), +6,5 dB
(10 kHz)
Hoog .................................... +11 dB (100 Hz), +11 dB
(10 kHz)
(volume: 30 dB)
CD-speler
Systeem ....................................... Compact Disc Audio
Bruikbare CDs ......................... Compact Discs
Signaalformaat:
Bemonsteringsfrequentie
........................................... 44,1 kHz
Aantal quantisatie bits
........................................... 16; lineair
Frequentiekarakteristieken
..................................................... 5 20.000 Hz (±1 dB)
Signaal-tot-ruis verhouding
..................................................... 94 dB (1 kHz) (IEC-A net-
werk)
Dynamisch bereik ................... 92 dB (1 kHz)
Aantal kanalen .......................... 2 (stereo)
FM-tuner
Frequentiebereik ...................... 87,5 108,0 MHz
Bruikbare gevoeligheid ......... 8 dBf (0,7 µV/75 W, mono,
S/R: 30 dB)
Gevoeligheid bij 50 dB demping
..................................................... 10 dBf (0,9 µV/75 W, mono)
Verhouding signaal-tot-ruis
..................................................... 75 dB (IEC-A netwerk)
Vervorming ................................. 0,3 % (bij 65 dBf, 1 kHz, ste-
reo)
0,1 % (bij 65 dBf, 1 kHz,
mono)
Frequentierespons .................. 30 15.000 Hz (±3 dB)
Stereoscheiding ....................... 45 dB (bij 65 dBf, 1 kHz)
Selectiviteit ................................. 80 dB (±200 kHz)
MW-tuner
Frequentiebereik ...................... 531 1.602 kHz (9 kHz)
Bruikbare gevoeligheid ......... 18 µV (S/N: 20 dB)
Verhouding signaal-tot-ruis
..................................................... 65 dB (IEC-A netwerk)
LW-tuner
Frequentiebereik ...................... 153 281 kHz
Bruikbare gevoeligheid ......... 30 µV (S/N: 20 dB)
Verhouding signaal-tot-ruis
..................................................... 65 dB (IEC-A netwerk)
Opmerking
Technische gegevens en ontwerp zijn ter product-
verbetering zonder voorafgaande kennisgeving
wijzigbaar.
Aanvullende informatie
Nl
124
Aanhangsel
/