Pioneer DEH-1430R, DEH-1400R, DEH-1400RB Handleiding

  • Hallo! Ik ben een AI-chatbot die speciaal is getraind om je te helpen met de Pioneer DEH-1430R Handleiding. Ik heb het document al doorgenomen en kan je duidelijke en eenvoudige antwoorden geven.
Voor u begint
Over dit toestel 2
Over deze handleiding 2
Voorzorgen 2
Bij problemen 2
Wat is wat 3
Beveiligen tegen diefstal van uw toestel 4
Verwijderen van het voorpaneel 4
Bevestigen van het voorpaneel 4
Stroom aan/uit
Aan zetten van het toestel 4
Kiezen van een signaalbron 4
Uit zetten van het toestel 4
Tuner
Luisteren naar de radio 5
Opslaan en oproepen van frequenties van
zenders 6
Afstemmen op sterke signalen 6
Opslaan van de frequenties van de sterkste
zenders 6
RDS
Inleiding RDS bediening 7
Omschakelen van het RDS display 7
Ontvangen van PTY nooduitzendingen 7
Selecteren van alternatieve frequenties 7
Gebruiken van PI zoeken 8
Gebruiken van PI zoeken voor
voorkeuzezenders 8
Beperken tot regionale zenders 8
Ontvangen van verkeersberichten 9
Reageren op het TP alarm 9
PTY lijst 10
Ingebouwde CD-speler
Afspelen van een CD 11
Herhaalde weergave 12
Pauzeren van de CD weergave 12
Audio-instellingen
Inleiding audio-instellingen 12
Gebruiken van de balans instelling 13
Gebruiken van de equalizer 13
Oproepen van equalizercurves 13
Aanpassen van equalizercurves 14
Instellen van de loudness functie 14
Benadrukken van het geluidsbeeld voor
(FIE) 14
Instellen van het niveau van de
signaalbron 15
Begininstellingen
Aanpassen van de begininstellingen 15
Instellen van de FM afstemstap 16
Aan/uit zetten van de automatische
PI zoekfunctie 16
Aanvullende informatie
Tijdelijk uitschakelen weergave voor
mobiele telefoon 16
Zorgen voor uw CD-speler 16
CD-R/CD-RW discs 17
Uitleg ingebouwde CD-speler
foutmeldingen 17
Technische gegevens 18
Hartelijk dank voor het aanschaffen van dit Pioneer product.
Leest u deze aanwijzingen alstublieft zorgvuldig door zodat u weet hoe u uw
model op de juiste manier moet bedienen. Bewaar de handleiding na het lezen op
een veilige plek, zodat u er later nog eens iets in kunt opzoeken.
Inhoud
Du
1
Over dit toestel
De frequenties waarop de tuner van dit toestel
kan afstemmen zijn in gebruik in West Europa,
Azië, het Midden Oosten, Afrika en Oceanië.
Gebruik van het toestel in andere gebieden kan
gepaard gaan met een slechte radio-ontvangst.
De RDS functie werkt alleen in gebieden met
FM zenders die RDS signalen uitzenden.
Over deze handleiding
Dit toestel is uitgerust met een aantal verfijnde
functies die zorg dragen voor een superieure
ontvangst en bediening. Al deze functies zijn
ontworpen voor een zo gemakkelijk mogelijk
gebruik, maar toch zijn vele daarvan niet
onmiddellijk duidelijk. Deze handleiding helpt u
ten volle te profiteren van de potentiele
mogelijkheden van dit product zodat u
maximaal kunt genieten.
Wij raden u aan deze handleiding in zijn geheel
door te nemen zodat u vertrouwd raakt met de
diverse functies en hoe u deze moet bedienen,
voor u dit toestel gaat gebruiken. Het is in het
bijzonder van belang dat u de voorzorgen op
deze bladzijde en in andere hoofdstukken goed
leest en stipt opvolgt.
Voorzorgen
Aan de onderkant van dit toestel bevindt zich
een CLASS 1 LASER PRODUCT label.
De Pioneer CarStereo-Pass is uitsluitend
bedoeld voor gebruik in Duitsland.
Houd deze handleiding bij de hand om
bedieningsprocedures en te nemen
voorzorgsmaatregelen in op te zoeken.
Houd het volume te allen tijde zo laag dat u
geluiden van buiten de auto kunt blijven
horen.
Bescherm dit product tegen vocht.
Als de accu losgekoppeld wordt of leeg raakt,
zal het voorkeuzegeheugen worden gewist en
zult u het toestel opnieuw moeten
programmeren.
Bij problemen
Als dit product niet naar behoren functioneert,
dient u uw dealer of het dichtstbijzijnde erkende
Pioneer service-station te raadplegen.
CLASS 1
LASER PRODUCT
Dit produkt voldoet aan de eisen m.b.t.
elektromagnetisme (89/336/EEC,
92/31/EEC) en CE markering richtlijnen
(93/68/EEC).
Voor u begint
Du
2
English
Español
Deutsch
Français
Italiano
Nederlands
Du
3
Voor u begint
Wat is wat
1 VOLUME
toets
Druk hierop om het volume te verhogen of te
verlagen.
2
CD uitwerptoets
Druk hierop om een CD uit te laten werpen
uit de ingebouwde CD-speler.
3 AUDIO toets
Druk hierop om te kiezen uit de diverse
toonregelingen.
4 TA toets
Druk hierop om de functie voor weergave van
verkeersberichten in of uit te schakelen.
5 EQ toets
Druk hierop om een van de equalizercurves
te kiezen.
6 5//2/3 toetsen
Druk hierop om met de hand op een
radiozender af te stemmen, om snel vooruit
of terug te spoelen en om een bepaald
fragment op te zoeken. Deze toetsen worden
ook gebruikt bij het instellen van diverse
functies.
7 LOUDNESS toets
Druk hierop om de loudness functie aan of
uit te zetten.
8 SOURCE toets
Dit toestel wordt ingeschakeld door een
signaalbron te kiezen. Druk hierop om de
reeks beschikbare signaalbronnen af te
gaan.
9 1–6 (PRESET TUNING) voorkeuzetoetsen
Druk hierop om af te stemmen op een
voorkeuzezender.
0 LOCAL/BSM toets
- BAND toets
Druk hierop om te kiezen uit een van de twee
FM of MW/LW (MG/LG) banden.
= DETACH toets
Druk hierop om het voorpaneel los te maken
van het hoofdtoestel.
1
2
3
4
5
6
7
8
9
0
-
=
Voor u begint Stroom aan/uit
Du
4
English
Español
Deutsch
Français
Italiano
Nederlands
Beveiligen tegen diefstal van uw
toestel
Het voorpaneel kan van het hoofdtoestel worden
verwijderd en worden bewaard in het
meegeleverde beschermende foedraal om
dieven te ontmoedigen.
Belangrijk
Bij het verwijderen en aanbrengen van het
voorpaneel mag u in geen geval kracht zetten
of het display en de toetsen vastgrijpen.
Stel het voorpaneel niet bloot aan te grote
schokken.
Houd het voorpaneel uit de buurt van direct
zonlicht en hoge temperaturen.
Verwijderen van het voorpaneel
1 Druk op DETACH om het voorpaneel los te
maken.
Druk op DETACH om de rechterkant van het
voorpaneel los te laten komen van het hoofd-
toestel.
2 Pak het voorpaneel vast en verwijder het.
Pak de rechterkant van het voorpaneel vast en
trek dit naar u toe. Het voorpaneel zal los komen
van het hoofdtoestel.
3 Doe het voorpaneel in het meegeleverde
beschermende foedraal om het netjes te
bewaren.
Bevestigen van het voorpaneel
1 Houd het voorpaneel plat tegen het
hoofdtoestel.
2 Druk het voorpaneel tegen de voorkant
van het hoofdtoestel tot het stevig vast blijft
zitten.
Aan zetten van het toestel
Druk op SOURCE om het toestel aan te zetten.
Wanneer u een signaalbron kiest, zal het toestel
worden ingeschakeld.
Kiezen van een signaalbron
U kunt zelf de signaalbron waar u naar wilt
luisteren kiezen. Wilt u overschakelen naar de
ingebouwde CD-speler, dan dient u een CD in
het toestel te doen (raadpleeg bladzijde 11).
Druk op SOURCE om een signaalbron te
kiezen.
Druk herhaaldelijk op SOURCE om te schakelen
tussen de volgende signaalbronnen:
Ingebouwde CD-spelerTuner
Opmerkingen
Wanneer er geen disc in dit product zit, kan
de ingebouwde CD-speler niet als signaalbron
worden ingeschakeld.
Wanneer de blauw/witte draad van dit toestel
is aangesloten op de bedieningsaansluiting
voor de gemotoriseerde antenne van uw auto,
zal deze antenne uitschuiven wanneer de
signaalbron van dit toestel wordt
ingeschakeld. Schakel de signaalbron uit om
de antenne in te laten schuiven.
Uit zetten van het toestel
Houd SOURCE tenminste een seconde
ingedrukt om het toestel uit te schakelen.
Du
5
Tuner
Luisteren naar de radio
De AF (zoeken naar alternatieve frequenties)
functie van dit toestel kan aan of uit worden
gezet. De AF functie moet worden
uitgeschakeld als u op de conventionele manier
wilt afstemmen (raadpleeg bladzijde 8).
1 BAND indicator
Deze laat zien binnen welke band de radio
aan het afstemmen is; MW (MG), LW (LG) of
FM.
2 FREQUENTIE indicator
Deze laat de frequentie zien waarop u heeft
afgestemd.
3 STEREO () indicator
Deze laat zien of de uitzending waarop u
heeft afgestemd in stereo is.
4 Voorkeuzenummer indicator
Laat zien welke voorkeuzezender gekozen is.
1 Druk op
SOURCE om de tuner te kiezen.
2 Gebruik VOLUME om de geluidssterkte te
regelen.
Wanneer u op VOLUME (+) drukt, zal het
volume worden verhoogd en wanneer u op
VOLUME (–) drukt, zal het volume worden
verlaagd.
3 Druk op BAND en kies een band.
Druk op BAND tot u de gewenste golfband op
het display ziet verschijnen; F1, F2 voor FM, of
MW/LW (MG/LG).
4 Druk snel achter elkaar op 2 of 3 om met
de hand af te stemmen.
De frequentie zal stap voor stap verhoogd of
verlaagd worden.
5 Om automatisch af te stemmen, dient u 2
of 3 ongeveer een seconde lang ingedrukt te
houden en vervolgens los te laten.
De tuner zal nu zelf de frequenties in de
aangegeven richting afzoeken tot er een
uitzending gevonden wordt die sterk genoeg is
voor een goede ontvangst.
U kunt het automatisch afstemmen
annuleren door kort op 2 of 3 te drukken.
•Als u 2 of 3 ingedrukt houdt, kunt u zenders
overslaan. Het automatisch afstemmen begint
zodra u de toets loslaat.
Opmerking
Wanneer de uitzending waarop u heeft
afgestemd in stereo is, zal de STEREO ()
indicator oplichten.
1
23
4
Tuner
Du
6
English
Español
Deutsch
Français
Italiano
Nederlands
Opslaan en oproepen van
frequenties van zenders
Door op een van de PRESET TUNING
voorkeuzetoetsen te drukken kunt u gemakkelijk
maximaal zes frequenties opslaan om later met
een eenvoudige druk op dezelfde toets weer op
te kunnen roepen.
Wanneer u een zender tegenkomt die u wilt
opslaan in het geheugen, dient u een van de
PRESET TUNING voorkeuzetoetsen ingedrukt
te houden tot het voorkeuzenummer stopt
met knipperen.
Het nummer waarop u heeft gedrukt zal
knipperen bij de indicator voor het
Voorkeuzenummer op het display en vervolgens
continu blijven branden. De frequentie van de
zender waarop u had afgestemd is nu
opgeslagen in het geheugen.
Wanneer u hierna op dezelfde PRESET TUNING
voorkeuzetoets drukt, zal de opgeslagen
frequentie uit het geheugen worden
opgeroepen.
Opmerkingen
Er kunnen maximaal 12 FM zenders, 6 voor elk
van de twee FM banden en 6 MW/LW (MG/LG)
zenders in het geheugen worden opgeslagen.
U kunt ook 5 en gebruiken om onder de
PRESET TUNING voorkeuzetoetsen
opgeslagen frequenties van radiozenders
weer op te roepen.
Afstemmen op sterke signalen
Door de functie voor automatisch afstemmen
op lokale zenders kunt u het toestel alleen laten
afstemmen op zenders met een voldoende sterk
signaal voor een goede ontvangst.
1 Druk op
LOCAL/BSM om de functie voor het
automatisch afstemmen op lokale zenders in
te schakelen.
De gevoeligheid (LOC) voor de signaalsterkte
van de lokale zenders zal op het display
verschijnen.
2 Wanneer u weer op de conventionele
manier wilt afstemmen, dient u op
LOCAL/BSM te drukken om de functie voor het
afstemmen op lokale zenders uit te
schakelen.
Opslaan van de frequenties van
de sterkste zenders
Met de BSM (Best Stations Memory) functie
kunt u automatisch de zes sterkste zenders
laten opslaan onder de PRESET TUNING
voorkeuzetoetsen 1–6, zodat u later met een druk
op de juiste toets kunt afstemmen op een van de
opgeslagen frequenties.
Houd LOCAL/BSM ongeveer twee seconden
ingedrukt om de BSM functie in te schakelen.
BSM zal nu gaan knipperen op het display.
Terwijl BSM aan het knipperen is, zullen de zes
sterkste zenders op volgorde van hun
signaalsterkte worden opgeslagen onder de
PRESET TUNING voorkeuzetoetsen. Wanneer
dit gebeurd is, zal BSM stoppen met knipperen.
Druk op LOCAL/BSM om dit proces te
annuleren.
Opmerking
Het is mogelijk dat de via de BSM functie
opgeslagen zenders eerder door uzelf met
PRESET TUNING voorgeprogrammeerde
zenders vervangen.
Du
7
RDS
Inleiding RDS bediening
RDS (radio data systeem) is een systeem
waarbij samen met FM uitzendingen informatie
wordt uitgezonden. Deze onhoorbare informatie
bestaat uit gegevens zoals de naam van het
programma, het programmatype, standby voor
verkeersberichten en automatisch afstemmen,
allemaal bedoeld om de luisteraar te helpen bij
het vinden van en afstemmen op de gewenste
zender.
1 AF indicator
Geeft aan of de AF (zoeken naar alternatieve
frequenties) functie is ingeschakeld.
2 TA indicator
Geeft aan of de TA (standby voor
verkeersberichten) functie is ingeschakeld.
3 TP indicator
Geeft aan of er is afgestemd op een TP
zender.
4 Programma servicenaam
Geeft het soort programma aan.
Opmerkingen
Het is mogelijk dat niet alle zenders RDS
diensten leveren.
RDS functies zoals AF en TA kunnen alleen
werken wanneer u heeft afgestemd op een
RDS zender.
Omschakelen van het RDS
display
Wanneer u afstemt op een RDS zender, zal de
programma servicenaam daarvan op het
display verschijnen. Als u de frequentie wilt
zien, dient u het volgende te doen.
Houd EQ herhaaldelijk ongeveer twee
seconden ingedrukt om te schakelen tussen
de volgende instellingen:
Programma servicenaam—PTY informatie—
Frequentie
PTY (programmatype ID code) informatie kunt u
vinden op bladzijde 10.
PTY informatie en de frequentie voor de
huidige zender zullen acht seconden lang op
het display getoond worden.
Ontvangen van PTY
nooduitzendingen
Het PTY alarm is een speciale PTY code voor
berichten over bijvoorbeeld natuurrampen.
Wanneer de tuner de radio alarmcode ontvangt
zal ALARM op het display verschijnen en zal het
TA volume worden ingesteld. Wanneer de
zender stopt met uitzenden van het
noodbericht, zal het systeem terugkeren naar de
oorspronkelijke signaalbron.
Een noodbericht kunt u annuleren door op TA
te drukken.
Selecteren van alternatieve
frequenties
Als u naar een uitzending aan het luisteren bent
en de ontvangst zwakker wordt, of er doen zich
andere problemen voor, dan zal het toestel
automatisch op zoek gaan naar een andere
zender in hetzelfde netwerk die een betere
ontvangst oplevert.
De AF functie is standaard ingeschakeld.
123 4
RDS
Du
8
English
Español
Deutsch
Français
Italiano
Nederlands
1 Houd TA ongeveer twee seconden
ingedrukt om de AF functie in te schakelen.
AF zal op het display verschijnen.
2 Houd TA ongeveer twee seconden
ingedrukt om de AF functie uit te schakelen.
Opmerkingen
Bij automatisch afstemmen of gebruik van de
BSM functie zal er alleen worden afgestemd
op RDS zenders wanneer AF is ingeschakeld.
Wanneer u een voorkeuzezender oproept, kan
de tuner de voorgeprogrammeerde frequentie
vervangen door een nieuwe frequentie uit de
AF lijst van de zender. (Dit kan alleen bij
gebruik van voorkeuzezenders uit de F1 band.)
Er zal geen voorkeuzenummer op het display
verschijnen als de voor de zender ontvangen
RDS gegevens verschillen van die van de
oorspronkelijk opgeslagen zender.
Het is mogelijk dat de geluidsweergave
tijdelijk wordt onderbroken door een ander
programma terwijl de AF functie aan het
zoeken is.
Wanneer de tuner is afgestemd op een
non-RDS zender zal de AF indicator knipperen.
De AF functie kan voor elk van de FM banden
individueel worden in- of uitgeschakeld.
Gebruiken van PI zoeken
Als het toestel geen geschikte alternatieve
frequentie kan vinden, of als u luistert naar een
uitzending en de ontvangst wordt ineens
zwakker, dan zal het toestel automatisch op
zoek gaan naar een andere zender met hetzelfde
programma. Tijdens het zoeken zal PI SEEK (PI
zoeken) op het display verschijnen en zal de
geluidsweergave tijdelijk worden uitgeschakeld.
De geluidsweergave wordt weer ingeschakeld
als het PI zoeken klaar is, of er een andere
zender gevonden is of niet.
Gebruiken van PI zoeken voor
voorkeuzezenders
Wanneer een voorkeuzezender niet kan worden
opgeroepen, bijvoorbeeld wanneer u een grote
afstand heeft gereisd, kan het toestel zo worden
ingesteld dat ook bij het oproepen van een
voorkeuzezender de PI zoekfunctie zal worden
uitgevoerd.
De automatische PI zoekfunctie is standaard
uitgeschakeld. Zie Aan/uit zetten van de
automatische PI zoekfunctie op bladzijde 16.
Beperken tot regionale zenders
Wanneer u de AF functie gebruikt om
automatisch alternatieve frequenties te zoeken,
kunt u met de regionale functie het zoeken
beperken tot zenders die regionale
programma’s uitzenden.
Houd BAND ongeveer twee seconden
ingedrukt om de regionale functie aan of uit
te zetten.
Opmerkingen
Regionale programmering en regionale
netwerken zijn per land mogelijk anders
georganiseerd (er kunnen bijv. veranderingen
optreden afhankelijk van de tijd, de staat of
het ontvangstgebied).
Het voorkeuzenummer kan verdwijnen van het
display als de tuner afstemt op een regionale
zender die verschilt van de oorspronkelijk
gekozen zender.
•De REG functie kan voor elk van de FM
banden individueel worden in- of
uitgeschakeld.
Du
9
RDS
Ontvangen van verkeersberichten
De TA (standby voor verkeersberichten) functie
stelt u in staat automatisch verkeersberichten te
ontvangen, ongeacht de signaalbron waar u
naar luistert. De TA functie kan zowel worden
ingeschakeld voor TP zenders (een zender die
verkeersinformatie uitzendt) als voor een
verbeterd ander netwerk TP zender (een zender
die daarnaast ook gegevens over andere TP
zenders uitzendt).
1 Stem af op een TP of verbeterd ander
netwerk TP zender.
Wanneer u heeft afgestemd op een TP of
verbeterd ander netwerk TP zender, zal de TP
indicator oplichten.
2 Druk op TA om de standby voor
verkeersberichten in te schakelen.
Druk op TA en de TA indicator zal op het display
verschijnen. De tuner zal standby gaan en
wachten op verkeersberichten.
• Druk nog eens op TA om de standby voor
verkeersberichten weer uit te schakelen.
3 Regel het TA volume met VOLUME
wanneer er een verkeersbericht begint.
Wanneer u op VOLUME (+) drukt, zal het
volume worden verhoogd en wanneer u op
VOLUME (–) drukt, zal het volume worden
verlaagd.
Het nieuw ingestelde volume zal worden
opgeslagen in het geheugen en opnieuw worden
gebruikt voor de weergave van de volgende
verkeersberichten.
4 Druk op TA terwijl er een verkeersbericht
wordt ontvangen om dat bericht te annuleren.
De tuner zal terugkeren naar de oorspronkelijk
ingestelde signaalbron maar blijft in de
standbyfunctie tot er nog een keer op TA wordt
gedrukt.
Opmerkingen
Het systeem zal terugkeren naar de
oorspronkelijke signaalbron wanneer het
verkeersbericht is afgelopen.
Bij automatisch afstemmen of gebruik van de
BSM functie zal er alleen worden afgestemd
op TP en verbeterd ander netwerk TP zenders
wanneer TA is ingeschakeld.
Reageren op het TP alarm
Wanneer het signaal van een TP of verbeterd
ander netwerk TP zender te zwak wordt, zal de
TP indicator uit gaan en zal er ongeveer vijf
seconden lang een reeks korte piepjes klinken,
om u erop attent te maken dat u een andere TP
of verbeterd ander netwerk TP zender moet
opzoeken.
Wanneer u naar de tuner luistert, dient u af te
stemmen op andere TP of verbeterd ander
netwerk TP zender.
Wanneer u naar een andere signaalbron dan
de tuner luistert zal het toestel automatisch na
ongever 10 of 30 seconden de sterkste TP zender
opzoeken. Er zal ongever 10 seconden worden
gewacht als de TA functie is ingeschakeld en
ongever 30 seconden als de TA en AF functies
zijn ingeschakeld.
RDS
Du
10
English
Español
Deutsch
Français
Italiano
Nederlands
PTY lijst
Specifiek Programmatype
NEWS Nieuws
AFFAIRS Actualiteiten
INFO Algemene informatie en adviezen
SPORT Sport
WEATHER Weerberichten / meteorologische informatie
FINANCE Beursberichten, handel, nijverheid enz.
POP MUS Populaire muziek
ROCK MUS Eigentijdse moderne muziek
EASY MUS Easy-listening muziek
OTH MUS Overige muziek
JAZZ Jazz
COUNTRY Country muziek
NAT MUS Nationale muziek
OLDIES Gouwe Ouwe
FOLK MUS Folk muziek
L. CLASS Lichte klassieke muziek
CLASSIC Klassieke muziek
EDUCATE Educatieve programma’s
DRAMA Hoorspelen en series
CULTURE Nationale of regionale cultuur
SCIENCE Natuur, wetenschap en techniek
VARIED Licht amusement
CHILDREN Kinderprogramma’s
SOCIAL Sociale aangelegenheden
RELIGION Religieuze aangelegenheden of diensten
PHONE IN Inbel-programma’s
TOURING Reisprogramma’s, niet voor berichten omtrent
verkeersproblemen
LEISURE Hobby’s en recreatie
DOCUMENT Documentaires
Du
11
Ingebouwde CD-speler
Afspelen van een CD
1 Fragmentnummer indicator
Deze laat zien welk fragment er op het
moment afgespeeld wordt.
2 Weergavetijd indicator
Laat de verstreken weergavetijd van het
spelende fragment zien.
1 Doe een CD in de CD laadsleuf.
De weergave zal automatisch beginnen.
CD laadsleuf
U kunt de CD laten uitwerpen door op de
CD
uitwerptoets te drukken.
2 Nadat u de CD in het toestel heeft gedaan,
dient u op SOURCE te drukken om de
ingebouwde CD-speler als signaalbron te
kiezen.
3 Gebruik VOLUME om de geluidssterkte te
regelen.
Wanneer u op VOLUME (+) drukt, zal het
volume worden verhoogd en wanneer u op
VOLUME (–) drukt, zal het volume worden
verlaagd.
4 Houd 2 of 3 ingedrukt om snel terug of
vooruit te spoelen.
5 Druk kort op 2 of 3 om vooruit of terug te
springen naar het volgende of vorige
fragment.
Als u op 3 drukt springt de weergave naar het
begin van het volgende fragment. Als u een keer
op 2 drukt springt de weergave naar het begin
van het huidige fragment. Druk nog eens om
naar het vorige fragment te springen.
Opmerkingen
De ingebouwde CD-speler kan een enkele
standaard 12 cm of 8 cm (CD-single) afspelen.
Gebruik geen adapter voor het afspelen van
8 cm CD-singles.
Steek geen andere dingen dan een CD in de
CD laadsleuf.
Als u de disc niet in zijn geheel kunt
inbrengen of als de disc niet begint te spelen
nadat u deze in het toestel gedaan heeft, dient
u te controleren of het label van de disc naar
boven gekeerd is. Druk op de CD uitwerptoets
om de disc uit te laten werpen en controleer
of de disc beschadigd is voor u de disc weer
terug doet in het toestel.
Als de ingebouwde CD-speler niet naar
behoren functioneert, is het mogelijk dat er
een foutmelding, bijvoorbeeld ERROR-14, op
het display verschijnt. Raadpleeg Uitleg
ingebouwde CD-speler foutmeldingen op
bladzijde 17.
12
Ingebouwde CD-speler Audio-instellingen
Du
12
English
Español
Deutsch
Français
Italiano
Nederlands
Herhaalde weergave
Met herhaalde weergave kunt hetzelfde
fragment laten herhalen.
1 Druk op 5 om de herhaalde weergave in te
schakelen.
RPT zal op het display verschijnen. Het
spelende fragment zal volledig worden
weergegeven en dan worden herhaald.
2 Druk op 5 om de herhaalde weergave uit te
schakelen.
Het spelende fragment zal volledig worden
weergegeven, waarna het volgende fragment zal
worden weergegeven.
Opmerking
Als u een fragment op gaat zoeken of snel
vooruit/terug spoelt zal de herhaalde
weergave automatisch worden geannuleerd.
Pauzeren van de CD weergave
Door te pauzeren kunt u de weergave van de CD
tijdelijk onderbreken.
1 Druk op 6 om de weergave te pauzeren.
PAUSE zal op het display verschijnen. De weer-
gave van het spelende fragment zal worden
gepauzeerd.
2 Druk op 6 om de pauze op te heffen.
De weergave zal worden hervat op hetzelfde
punt waar u deze gepauzeerd heeft.
Inleiding audio-instellingen
1 AUDIO display
Laat de status van de audio-instellingen zien.
2 LOUD indicator
Verschijnt op het display wanneer de
loudness functie is ingeschakeld.
Druk op AUDIO om de namen van de
audio-functies op het display te laten
verschijnen.
Druk herhaaldelijk op AUDIO om te schakelen
tussen de volgende audio-functies:
FAD (balans)—EQ-L (equalizer)—LOUD (loud-
ness)—FIE (benadrukken van het geluidsbeeld
voor)—SLA (instelling niveau signaalbron)
Wanneer u de FM tuner als signaalbron
gebruikt, kunt u niet overschakelen naar SLA.
Druk op BAND om terug te keren naar het bij
de signaalbron behorende display.
Opmerking
Als u niet binnen ongeveer 30 seconden een
functie handeling uitvoert, zal er automatisch
worden teruggekeerd naar het bij de
signaalbron behorende display.
12
Gebruiken van de balans
instelling
U kunt de fader/balans instellen voor een
optimale geluidsweergave voor alle plaatsen in
het voertuig.
1 Druk op AUDIO en selecteer FAD.
Druk op AUDIO tot FAD op het display
verschijnt.
Als eerder de instelling voor de links-rechts
balans is ingesteld, zal BAL op het display
verschijnen.
2 Druk op 5 of om de balans tussen de
voor-/achter-luidsprekers in te stellen.
Met elke druk op de 5 of toets zal de balans
tussen de voor- en achter-luidsprekers naar
voren of achteren verplaatst worden.
FAD F15 FAD R15 zal op het display worden
getoond met het verplaatsen van de balans
tussen de voor- en achter-luidsprekers van
voren naar achteren.
FAD 0 is de juiste instelling wanneer u slechts
twee luidsprekers gebruikt.
3 Druk op 2 of 3 om de balans tussen de
linker/rechter luidsprekers in te stellen.
Wanneer u op 2 of 3 drukt, zal BAL 0 op het
display verschijnen. Met elke druk op 2 of 3
zal de balans tussen de linker en rechter
luidsprekers worden verplaats naar links of
rechts.
BAL L 9 BAL R 9 zal op het display worden
getoond met het verplaatsen van de balans
tussen de linker en rechter luidsprekers van
links naar rechts.
Gebruiken van de equalizer
De equalizer stelt u in staat de geluidsweergave
naar wens aan te passen aan de akoestische
karakteristieken van het interieur van uw auto.
Oproepen van equalizercurves
Er zijn zes voorgeprogrammeerde
equalizercurves die u gemakkelijk op ieder
moment kunt oproepen. Hier volgt een lijst van
deze equalizercurves:
Display Equalizercurve
SPR-BASS Superbas
POWERFUL Krachtig
NATURAL Natuurlijk
VOCAL Vocaal
CUSTOM Door gebruiker
aangepast
EQ FLAT Vlak
CUSTOM is een door uzelf aangepaste
equalizercurve.
Wanneer u EQ FLAT heeft gekozen, zal er geen
effect of correctie worden toegepast op de
geluidsweergave. Dit is handig wanneer u het
effect van een van de equalizercurves wilt
beoordelen door heen en weer te schakelen
tussen EQ FLAT en een van de andere
equalizercurves.
Druk op EQ en selecteer de equalizer.
Als de equalizer eerder is ingesteld op een
andere equalizercurve dan POWERFUL, dan zal de
naam van die eerder ingestelde equalizercurve,
dus
SPR-BASS, NATURAL, VOCAL, CUSTOM, of
EQ FLAT, op het display verschijnen.
Audio-instellingen
Du
13
Audio-instellingen
Du
14
English
Español
Deutsch
Français
Italiano
Nederlands
Aanpassen van equalizercurves
U kunt de op dit moment geselecteerde equaliz-
ercurves als gewenst instellen. De ingestelde
equalizercurves worden onder CUSTOM in het
geheugen vastgelegd.
1 Druk op
AUDIO
en selecteer de grafische
equalizer.
Druk op
AUDIO tot EQ-L/EQ-M/EQ-H op het dis-
play verschijnt.
2 Kies de in te stellen band met 2/3.
EQ-L (laag) EQ-M (midden) EQ-H (hoog)
3 Druk op 5 of om de equalizercurve aan
te passen.
Met elke druk 5 of zal de equalizercurve
worden verhoogd, respectievelijk verlaagd.
Een waarde tussen +6 –6 zal op het display
verschijnen terwijl de equalizercurve wordt
verhoogd of verlaagd.
Het daadwerkelijke instelbereik hangt af van
welke equalizercurve u heeft gekozen.
Opmerking
Als u bijstellingen verricht wanneer er een
andere curve dan CUSTOM geselecteerd is, zal
de zojuist bijgestelde curve de vorige
vervangen. Vervolgens zal er een nieuwe curve
met CUSTOM verschijnen op het display terwijl
de equalizercurve geselecteerd wordt.
Instellen van de loudness functie
De loudness functie compenseert
tekortkomingen in de weergave van de hoge en
de lage tonen bij lage volume-instellingen.
1 Druk op
AUDIO en selecteer LOUD.
Druk op
AUDIO tot LOUD op het display
verschijnt.
2 Zet LOUD aan of uit met 5/.
3 Kies het gewenste niveau met 2/3.
LOW (laag) MID (midden) HI (hoog)
Opmerking
U kunt de LOUD functie ook aan of uit zetten
door op LOUDNESS te drukken.
Benadrukken van het
geluidsbeeld voor (FIE)
Met de F.I.E. (Front Image Enhancer) functie
kunt u het accent op de weergave via de
voorluidsprekers leggen door de weergave van
de midden en hoge tonen via de
achterluidsprekers te dempen zodat via de
achterluidsprekers uitsluitend de lage tonen
worden weergegeven. U kunt de
drempelfrequentie kiezen.
Voorzorg
Wanneer u de F.I.E. functie annuleert, worden
niet alleen de lage tonen maar alle frequenties
via de achterluidsprekers weergegeven.
Verlaag daarom het volume voordat u de F.I.E.
functie annuleert zodat een plotselinge sterke
volumeverhoging wordt voorkomen.
1 Druk op AUDIO en selecteer FIE.
Druk op AUDIO totdat FIE op het display
verschijnt.
2 Zet de FIE functie aan of uit met 5/.
3 Kies de gewenste frequentie met 2/3.
100160250 (Hz)
Begininstellingen
Du
15
Opmerkingen
Na het activeren van de F.I.E. functie moet u
de fader/balans-functie van het audiomenu
kiezen en het balans tussen de voor- en
achterluidsprekers instellen.
Schakel de F.I.E. functie uit wanneer u slechts
twee luidsprekers gebruikt.
Instellen van het niveau van de
signaalbron
SLA (Source Level Adjustment) stelt u in
staat het volumeniveau van de diverse
signaalbronnen apart in te stellen om te
voorkomen dat het volume plotseling verandert
wanneer u naar een andere signaalbron
overschakelt.
De instellingen zijn gebaseerd op het
volumeniveau van de FM tuner, welke dus
onveranderd zal blijven.
1 Vergelijk het volumeniveau van de FM
tuner met dat van de signaalbron die u wilt
aanpassen.
2 Druk op
AUDIO en selecteer SLA.
Druk op
AUDIO tot SLA op het display
verschijnt.
3 Druk op 5 of om het volume van de
signaalbron aan te passen.
Met elke druk op 5 of zal het volume van de
signaalbron toe- of afnemen.
SLA +4 SLA –4 zal op het display
verschijnen terwijl het volume van de
signaalbron wordt verhoogd of verlaagd.
Opmerkingen
Aangezien het volume van de FM tuner het
ijkingspunt is, kunt u het volumeniveau van de
FM tuner zelf niet aanpassen.
Het volumeniveau van de MW/LW (MG/LG)
tuner als signaalbron kan echter wel worden
aangepast.
Aanpassen van de
begininstellingen
Via de begininstellingen kunt u diverse
eigenschappen van dit toestel van tevoren
regelen.
1 Houd SOURCE ingedrukt tot het
toestel uit gaat.
2 Houd
AUDIO ingedrukt tot STEP op het
display verschijnt.
Druk herhaaldelijk op
AUDIO om te schakelen
tussen de volgende instellingen:
STEPA-PI
Gebruik de volgende instructies voor het regelen
van de diverse instellingen.
Druk op BAND om de begininstellingen te
annuleren.
U kunt de begininstellingen ook annuleren
door de AUDIO toets ingedrukt te houden tot het
toestel uit gaat.
Audio-instellingen
Begininstellingen Aanvullende informatie
Du
16
English
Español
Deutsch
Français
Italiano
Nederlands
Instellen van de FM afstemstap
Normaal gesproken is de FM afstemstap voor
automatisch afstemmen 50 kHz. Wanneer AF of
TA is ingeschakeld zal de afstemstap
automatisch op 100 kHz worden ingesteld. Het
is misschien in uw situatie beter de afstemstap
op 50 kHz te zetten terwijl de AF functie is
ingeschakeld.
1 Druk op AUDIO en selecteer STEP.
Druk herhaaldelijk op AUDIO tot STEP op het
display verschijnt.
2 Kies de FM afstemstap met 2/3.
Door op 2/3 te drukken kunt u de FM
afstemstap heen en weer schakelen tussen 50
kHz en 100 kHz terwijl AF of TA is ingeschakeld.
De gekozen FM afstemstap zal op het display
verschijnen.
Opmerking
Bij handmatig afstemmen zal de afstemstap
op 50 kHz blijven staan.
Aan/uit zetten van de
automatische PI zoekfunctie
Het toestel kan automatisch zoeken naar een
andere zender met hetzelfde programma, zelfs
wanneer er is afgestemd op een voorkeuzezender.
1 Druk op AUDIO en selecteer A-PI.
Druk herhaaldelijk op AUDIO tot A-PI op het
display verschijnt.
2 Zet
A-PI aan of uit met 5/.
Door op 5/ te drukken schakelt u
A-PI naar
keuze aan of uit, hetgeen op het display zal
worden aangegeven.
Tijdelijk uitschakelen weergave
voor mobiele telefoon
De weergave van dit toestel zal automatisch
worden uitgeschakeld (gedempt) wanneer u
belt of gebeld wordt via een op het toestel
aangesloten mobiele telefoon.
Het geluid wordt uit gezet, MUTE zal op het
display verschijnen en er zullen geen
audio-instellingen, behalve voor het volume,
mogelijk zijn. De bediening keert weer terug
naar normaal wanneer het telefoongesprek is
afgelopen.
Zorgen voor uw CD-speler
Gebruik alleen CD’s met de Compact Disc
Digital Audio logo zoals hieronder
aangegeven.
Gebruik alleen normale, ronde CD’s.
Abnormale, niet ronde CD’s kunnen vast
komen te zitten of niet naar behoren worden
afgespeeld.
Controleer alle CD’s op barsten, krassen of
vervormingen voor u ze afspeelt. CD’s met
barsten, krassen of vervormingen kunnen niet
naar behoren worden afgespeeld. Gebruik
zulke discs niet.
Probeer het opname-oppervlak (waar niets op
gedrukt is) niet aan te raken wanneer u
omgaat met de disc.
Bewaar CD’s in hun eigen doosje wanneer u
ze niet gebruikt.
Houd CD’s uit direct zonlicht en stel ze niet
bloot aan hoge temperaturen.
COMPACT
DIGITAL AUDIO
Du
17
Aanvullende informatie
Plak geen labels op discs, schrijf er niet op en
behandel het oppervlak niet met chemische
middelen.
Om vuil van een CD te verwijderen, dient u
met een zachte doek rechtstreeks van het
midden naar de buitenrand te vegen.
Als u bij koud weer de verwarming gebruikt, is
het mogelijk dat er condens gevormd wordt
op onderdelen in het binnenwerk van de CD-
speler. Condens kan er toe leiden dat de CD-
speler niet naar behoren functioneert. Als u
vermoedt dat condens de oorzaak van een
bepaald probleem vormt, dient u de CD-speler
een uurtje of zo uit te zetten zodat de CD-
speler kan drogen en dient u eventuele
vochtige discs af te nemen met een zachte
doek.
Schokken door het rijden van de auto kunnen
de CD weergave doen overslaan.
CD-R/CD-RW discs
CD-R (CD-Recordable) en CD-RW (CD-
Rewritable) discs die zijn opgenomen op CD-
R/CD-RW apparatuur anders dan een muziek
CD-recorder kunnen mogelijk niet naar
behoren worden weergegeven op deze CD-
speler.
Muziek CD-R/CD-RW discs, zelfs wanneer
deze zijn opgenomen op een muziek CD-
recorder, kunnen mogelijk niet naar behoren
worden weergegeven op deze CD-speler als
gevolg van verschillende disc-
karakteristieken, krassen of vuil op de disc.
Vuil of condens op de lens binnenin dit toestel
kan ook de weergave van deze discs
verhinderen.
Lees de voorzorgen voor CD-R/CD-RW discs
voor u deze gaat gebruiken.
Uitleg ingebouwde CD-speler
foutmeldingen
Wanneer er zich problemen voordoen bij
weergave van een CD, is het mogelijk dat er op
het display een foutmelding verschijnt. In een
dergelijk geval kunt u de onderstaande tabel
raadplegen om te zien wat er aan de hand is en
welke maatregelen worden aanbevolen om het
probleem op te lossen. Als het probleem niet
kan worden opgelost, dient u contact op te
nemen met uw dichtstbijzijnde Pioneer
Service-centrum.
Melding
Oorzaak
Maatregel
ERROR-11, 12,
17, 30
Vuile disc Maak de disc
schoon.
ERROR-11, 12,
17, 30
Bekraste disc Vervang de disc.
ERROR-14 Blanco disc Controleer de
disc.
ERROR-10, 11,
12, 14, 17, 30,
A0
Elektrisch of
mechanisch
probleem
Zet het contact uit
en dan weer aan,
of schakel over
naar een andere
signaalbron en
dan weer terug
naar de CD-speler.
HEAT De CD-speler is
oververhit
Zet de CD-
speler uit tot
deze afgekoeld
is.
Aanvullende informatie
Du
18
English
Español
Deutsch
Français
Italiano
Nederlands
Technische gegevens
Algemeen
Spanningsbron ................... 14,4 V gelijkstroom (10,8 –
15,1 V toelaatbaar)
Aarding ............................... Negatief
Max. stroomverbruik .......... 10,0 A
Afmetingen (B × H × D):
(DIN)
Montage-afmetingen
............................. 178 × 50 × 157 mm
Voorpaneel ........... 188 × 58 × 19 mm
Gewicht ............................... 1,3 kg
Audio
Maximaal uitgangsvermogen
............................................. 45 W × 4
Doorlopend uitgangsvermogen
............................................. 25 W × 4 (DIN 45324,
+B=14,4 V)
Belastingsimpedantie ....... 4 (4 – 8 toelaatbaar)
Preout maximaal uitgangsniveau/uitgangsimpedantie
............................................. 2,2 V/1 k
Equalizer (3-Bands equalizer):
(LAAG) ......................... Niveau: ±12 dB
(MIDDEN) .................... Niveau: ±12 dB
(HOOG) ........................ Niveau: ±12 dB
Loudness contouren:
(LAAG) ......................... +3,5 dB (100 Hz),
+3 dB (10 kHz)
(MIDDEN) .................... +10 dB (100 Hz),
+6,5 dB (10 kHz)
(HOOG) ........................ +11 dB (100 Hz),
+11 dB (10 kHz)
(volume : –30 dB)
CD-speler
Systeem .............................. Compact Disc Audio
Bruikbare CD’s ................... Compact Discs
Signaalformaat:
Bemonsteringsfrequentie
..................................... 44,1 kHz
Aantal quantisatie bits
..................................... 16; lineair
Frequentiekarakteristieken
............................................. 5 – 20.000 Hz (±1 dB)
Signaal-tot-ruis ................... 94 dB (1 kHz) (IEC-A
netwerk)
Dynamisch bereik .............. 92 dB (1 kHz)
Aantal kanalen ................... 2 (stereo)
FM tuner
Frequentiebereik ................ 87,5 – 108,0 MHz
Bruikbare gevoeligheid ...... 9 dBf (0,8 µV/75 , mono,
S/R: 30 dB)
50 dB onderdrukkingsgevoeligheid
............................................. 15 dBf (1,5 µV/75 , mono)
Signaal-tot-ruis ................... 70 dB (IEC-A netwerk)
Vervorming ......................... 0,3 % (bij 65 dBf, 1 kHz,
stereo)
Frequentierespons ............. 30 – 15.000 Hz (±3 dB)
Stereoscheiding ................. 40 dB (bij 65 dBf, 1 kHz)
MG tuner
Frequentiebereik ................ 531 – 1.602 kHz (9 kHz)
Bruikbare gevoeligheid ...... 18 µV (S/R: 20 dB)
Selectiviteit ......................... 50 dB (±9 kHz)
LG tuner
Frequentiebereik ................ 153 – 281 kHz
Bruikbare gevoeligheid ...... 30 µV (S/R: 20 dB)
Selectiviteit ......................... 50 dB (±9 kHz)
Opmerking
Technische gegevens en ontwerp zijn ter
produktverbetering zonder voorafgaande
kennisgeving wijzigbaar.
1/112