Sony TA-AV581 de handleiding

Type
de handleiding
2
NL
WAARSCHUWING
Stel het apparaat niet
bloot aan regen of vocht,
om gevaar voor brand of
een elektrische schok te
voorkomen.
BELANGRIJK: Verbind nooit twee
netsnoeren met een enkele stekker.
Open nooit de behuizing, om gevaar
voor elektrische schokken te vermijden.
Laat reparaties aan de erkende
vakhandel over.
Installeer het apparaat niet in een
krappe, omsloten ruimte zoals een
boekenkast of een inbouwkast.
U kunt de apparatuur gewoonlijk in de
paraatstand laten staan, met de aan/uit-
schakelaar ingedrukt, om dan de
apparatuur vlot en eenvoudig in en uit
te schakelen met de SYSTEM
CONTROL/FUNCTION keuzetoetsen
van de afstandsbediening.
Voor de CDP-C661/CDP-CX571/
ST-JX661/TC-WR681
De netsnoerstekker van de CDP-C661/
CDP-CX571/ST-JX661/TC-WR681 is
van een tweepolig type dat slechts
bestemd is voor aansluiting op de
netstroomuitgangen van de TA-AV581.
Steek deze stekker niet in enig ander
stopcontact of netuitgang.
Voorzorgsmaatregelen
Veiligheid
Mocht er vloeistof of een voorwerp in
het apparaat terechtkomen, trek dan
de stekker uit het stopcontact en laat
het apparaat eerst nakijken door een
deskundige, alvorens het weer in
gebruik te nemen.
De versterker zal tijdens de werking
nogal wat warmte afgeven, dus zet er
geen andere apparatuur bovenop.
Stroomvoorziening
Controleer voor het aansluiten van
het apparaat eerst of de
bedrijfspanning ervan wel
overeenkomt met de plaatselijke
netspanning. De bedrijfsspanning
staat aangegeven op het naamplaatje
aan de onderzijde van het apparaat.
Zolang het netsnoer op het
stopcontact is aangesloten, blijft er
spanning op het apparaat staan, zelfs
nadat het apparaat is uitgeschakeld.
Trek de stekker van het netsnoer uit
het stopcontact wanneer u denkt het
apparaat geruime tijd niet te zullen
gebruiken. Om de aansluiting op het
stopcontact te verbreken, mag u
uitsluitend aan de stekker trekken;
trek nooit aan het snoer.
Indien het netsnoer vervangen moet
worden, mag dit alleen uitgevoerd
worden door een erkend
onderhoudscentrum.
De aan/uit-schakelaar bevindt zich
aan de voorkant van het apparaat.
Opstelling
Zet het apparaat op een goed
geventileerde plaats, met rondom
vrije luchtdoorstroming, om
oververhitting van de inwendige
onderdelen te voorkomen, in het
belang van een langdurige
betrouwbare werking.
Plaats het apparaat niet in de buurt
van een warmtebron of in direct
zonlicht. Vermijd tevens plaatsen met
veel stof, vocht en mechanische
trillingen of schokken.
Zet niets bovenop het apparaat. De
ventilatie-openingen aan de
bovenzijde mogen niet geblokkeerd
worden, in het belang van een juist
functioneren van het apparaat en een
langere levensduur van de
componenten.
Aansluiten
Schakel de versterker uit en trek de
stekker uit het stopcontact, alvorens u
de andere apparatuur gaat aansluiten.
Reinigen
Gebruik voor het reinigen van de
ombouw, het voorpaneel en de
bedieningsorganen een zachte doek,
licht bevochtigd met wat milde
vloeibare zeep. Gebruik geen
schuurspons, schuurmiddelen of
vluchtige stoffen zoals spiritus of
benzine.
Mocht u na het doorlezen van de
gebruiksaanwijzing nog vragen over
of problemen met het apparaat
hebben, aarzel dan niet contact op te
nemen met de dichtstbijzijnde Sony
handelaar.
Bij dit product zijn batterijen
geleverd. Wanneer deze leeg
zijn, moet u ze niet weggooien
maar inleveren als KCA.
3
NL
INHOUDSOPGAVE
Voorbereidingen
Uitpakken 4
Aansluit-overzicht 4
Aansluiten van audio/video-apparatuur 5
Aansluiten van luidsprekers 6
Aansluiten van de stroomvoorziening 7
Bediening van de versterker
Kiezen van audio/video-apparatuur 8
Opnemen 10
Gebruik van de akoestiekfunkties
Kiezen van een akoestiek-instelling 11
Optimaal benutten van Dolby Pro Logic Surround geluid 12
Weergave met vast ingestelde klankbeelden 14
Extra bassen met een ultralaag-luidspreker 14
Aanvullende informatie
Verhelpen van storingen 15
Technische gegevens 16
Verklarende woordenlijst 17
Index 18
Beschrijving van het achterpaneel 19
Beschrijving van de afstandsbediening 20
Beknopt bedieningsoverzicht 21
Omtrent deze
handleiding
Ter verduidelijking
Alle aanwijzingen in de tekst
beschrijven de bediening met de
toetsen op de versterker zelf. U kunt
voor de bediening echter ook de
toetsen van de afstandsbediening
gebruiken die dezelfde of soortgelijke
namen dragen als de
bedieningsorganen op het apparaat.
Een “Beknopt bedieningsoverzicht”
treft u aan op bladzijde 21.
De “Beschrijving van de
afstandsbediening” op bladzijde 20
geeft een overzicht van de toetsen op
de afstandsbediening.
Op een aantal plaatsen in deze
gebruiksaanwijzing zult u de
onderstaande symbolen aantreffen:
Dit symbool verschijnt bij
functies die tevens via de
afstandsbediening beschikbaar
zijn.
Dit symbool vestigt uw aandacht
op handige tips, die de bediening
vergemakkelijken.
Deze versterker is uitgerust met Dolby
Pro Logic Surround akoestiek.
Geproduceerd onder licentle van: Dolby
Laboratories Licensing Corporation.
DOLBY, het dubbel D symbool a en
PRO LOGIC zijn handelsmerken van:
Dolby Laboratories Licensing
Corporation.
NL
4
NL
Uitpakken
Controleer of het onderstaande bijgeleverd toebehoren
inderdaad in de verpakking van de versterker
aanwezig is:
Afstandsbediening (1)
Sony (R6) AA-formaat batterijen (2)
Aanbrengen van batterijen in de
afstandsbediening
Plaats de twee AA-formaat (R6) batterijen in de
afstandsbediening, met de juiste polariteit van
(+) en (–) zoals aangegeven in het batterijvak.
Voor gebruik van de afstandsbediening richt u deze op
de g afstandsbedieningssensor voorop de versterker.
Wanneer de batterijen te vervangen
Bij normaal gebruik zal een stel batterijen ongeveer een
half jaar meegaan. Als de versterker niet meer naar
behoren op de afstandsbediening reageert, is het tijd
beide batterijen door nieuwe te vervangen.
Opmerkingen
Leg de afstandsbediening niet op een al te warme of
vochtige plaats.
Gebruik geen oude en nieuwe batterij naast elkaar.
Let op dat de afstandsbedieningssensor van de versterker
niet wordt blootgesteld aan rechtstreekse zonnestraling of
fel lamplicht, anders zal de afstandsbediening niet naar
behoren functioneren.
Wanneer u denkt de afstandsbediening geruime tijd niet
te gebruiken, is het beter de batterijen eruit te verwijderen,
om eventuele beschadiging door batterijlekkage en
corrosie te voorkomen.
Aansluit-overzicht
Deze versterker is geschikt voor aansluiting en
bediening van de volgende audio/video-apparatuur.
Volg voor het aansluiten de aanwijzingen op de tussen
haakjes aangegeven bladzijden. Zie voor de plaats en
de benaming van de aansluitingen de “Beschrijving
van het achterpaneel” op bladzijde 19.
Voorbereidingen
Vóór het aansluiten
Schakel eerst alle betrokken apparatuur uit, alvorens
u begint met het aansluiten ervan.
Sluit de netsnoeren van de apparatuur pas op het
stopcontact aan nadat alle andere aansluitingen in
orde zijn.
Steek alle stekkers stevig over de volle lengte in de
aansluitbussen, om brom en andere bijgeluiden te
voorkomen.
Zorg bij het aansluiten van de audio/videosnoeren
dat u links en rechts niet verwisselt: sluit de witte
stekkers aan op de witte stekkerbussen (voor het
linker kanaal) en de rode stekkers op de rode
stekkerbussen (voor het rechter kanaal).
Aansluiten van audio/
video-apparatuur (5)
Videorecorder
Laserdisc-speler
TV-videospel
Cassettedeck
Tuner
Platenspeler
CD-speler
Midden-
luidspreker
Ultralaag-
luidspreker
Aansluiten van audio/
video-apparatuur (5)
Achter-
luidspreker
(R)
Achter-
luidspreker
(L)
Voor-
luidspreker
(R)
Voor-
luidspreker
(L)
Aansluiten van
luidsprekers (6)
]
]
}
}
5
NL
Tuner
Cassettedeck
Platenspeler
Als uw platenspeler over een aardleiding beschikt
Sluit, om brom te voorkomen, de aardleiding aan op de y
SIGNAL GND signaal-aardaansluiting van de versterker.
(wordt vervolgd)
Voorbereidingen
Aansluiten van audio/video-
apparatuur
Overzicht
Hieronder wordt beschreven hoe u geluidsapparatuur
en video-apparatuur (alleen voor geluidssignalen) kunt
aansluiten op de versterker, om allerlei stereo
geluidsbronnen met rondom-akoestiek te beluisteren.
Plaats de versterker bovenop uw andere apparatuur,
niet er onder.
Zie voor de plaats van de stekkerbussen de
onderstaande afbeelding.
Welke aansluitsnoeren zijn er nodig?
Audiosnoeren (niet bijgeleverd) (1 per CD-speler, tuner,
platenspeler, laserdisc-videoplatenspeler en TV-videospel; 2
per cassettedeck of videorecorder)
Aansluiting
De pijl ç geeft de richting van de signaalstroom aan.
CD-speler
Rood (R)
Wit (L)
Wit (L)
Rood (R)
PHONO
CD
TUNER TAPE
VIDEO 2
VIDEO 1
Versterker
Versterker
Tuner (ST-JX661)
Cassettedeck (TC-WR681)
Platenspeler
Versterker
Versterker
CD-speler
(CDP-C661/CX571)
PHONO
IN
OUTPUT
LINE
L
R
6
NL
Aansluiten van luidsprekers
Overzicht
Hieronder wordt beschreven hoe u uw luidsprekers
op de versterker kunt aansluiten. Hoewel
voorluidsprekers (linker en rechter) vereist zijn, is
gebruik van midden- en achterluidsprekers niet strikt
noodzakelijk. Door toevoeging van midden- en
achterluidsprekers aan uw installatie echter, zult u van
geluid met akoestiek-effecten kunnen genieten.
Aansluiting van een actieve woofer of ultralagetonen-
luidspreker zal het lagetonen-bereik verruimen.
Zie voor de exacte plaats van de aansluitingen de
onderstaande afbeelding.
Voor een zo treffend mogelijk akoestisch effect, stelt u
de luidsprekers op zoals in onderstaande afbeelding is
aangegeven.
Benodigdheden
Luidsprekersnoeren (1 per luidspreker)
Strip ongeveer 15 mm van de isolatie van beide uiteinden
van het snoer. Let goed op dat het luidsprekersnoer met de
juiste polariteit (+ en –) wordt aangesloten. Als u bij één van
de luidsprekers de + en – polen verwisselt, zal het geluid
vervormd klinken en de lage tonen zullen niet goed
doorkomen.
Videorecorder
Laserdisc-videoplatenspeler/TV-videospel
Wat is de volgende stap?
Lees de volgende paragraaf voor het aansluiten van de
luidsprekers.
Voorbereidingen
Versterker
Videorecorder
Versterker
Laserdisc-speler
(+)
(+)
(–)
(–)
45°
60 - 90 cm
Voorluidspreker
Achter-
luidspreker
FRONT SPEAKERS CENTER SPEAKER
REAR SPEAKERS
WOOFER SPEAKER
VIDEO 1
AUDIO OUT AUDIO IN
OUTPUT
AUDIO AUDIO
INPUT
LL
RR
VIDEO 2
AUDIO IN
OUTPUT
AUDIO
L
R
7
NL
Voorbereidingen
Aansluitingen
Voorluidsprekers
Achter- en middenluidsprekers
Ultralagetonen-luidspreker
Wat is de volgende stap?
Lees verder in de volgende paragraaf voor het aansluiten van
het netsnoer, om uw thuisbioscoop te completeren.
} ]} ]
} ]
} ]} ]
} ]
Achter-
luidspreker
(R)
Achter-
luidspreker
(L)
Midden-
luidspreker
Versterker
Versterker
Ultralaag-
luidspreker
Aansluiten van de
stroomvoorziening
Instellen van de spanningskiezer (alleen
voor de modellen voorzien van een
spanningskiezer)
Controleer of de spanningskiezer (VOLTAGE
SELECTOR) op het achterpaneel van het apparaat juist
staat ingesteld op het voltage van het plaatselijk
lichtnet.
Zo niet, zet de spanningskiezer dan met een
schroevendraaier in de juiste stand, vóór u de stekker
in het stopcontact steekt.
Aansluiten van het netsnoer
U kunt de netsnoeren van de modellen CDP-C661/
CDP-CX571/ST-JX661/TC-WR681 aansluiten op de
schakelbare netuitgangen (SWITCHED AC OUTLET)
van deze versterker. Vervolgens sluit u het netsnoer
van de versterker aan op een gewoon
wandstopcontact.
Wanneer u aldus geluidscomponenten aansluit op de
geschakelde netspanningsuitgang (SWITCHED AC
OUTLET) van de versterker, loopt de
stroomvoorziening van de aangesloten apparatuur via
de versterker, hetgeen u in staat stelt de hele installatie
in en uit te schakelen wanneer u de versterker in- en
uitschakelt.
Voorzichtig
Let op dat het totale stroomverbruik van de apparatuur
aangesloten op de netuitgang van de versterker niet de 100
watt overschrijdt. Sluit op deze netuitgang geen elektrische
huishoudelijke apparaten aan met een hoog stroomverbruik,
zoals een TV-toestel, een strijkijzer of een ventilator e.d.
Voorluidspreker
(R)
Voorluidspreker
(L)
Versterker
SWITCHED AC OUTLETs
naar een stopcontact
REAR
SPEAKERS
RL
FRONT
SPEAKERS
RL
CENTER
SPEAKER
WOOFER
SPEAKER
FRONT
SPEAKERS
RL
CENTER
SPEAKER
WOOFER
SPEAKER
110-120 V 220-240 V
WOOFER
SPEAKER
/
8
NL
Kiezen van audio/video-
apparatuur
Voor het luisteren of kijken naar de weergave van
aangesloten apparatuur, dient u eerst met de
afstandsbediening op het gewenste apparaat in te
stellen.
Voordat u begint dient u te zorgen dat de apparatuur
zorgvuldig op de juiste wijze is aangesloten, zoals
beschreven op bladzijden 5 t/m 7.
Zorg vóór het in- en uitschakelen van de versterker
dat de MASTER VOLUME regelaar helemaal naar
links is gedraaid (stand 0), om te voorkomen dat de
luidsprekers beschadigd raken.
1 Druk op de schakelaar om de versterker in
te schakelen.
Indrukken van de SYSTEM STANDBY toets op de
afstandsbediening schakelt de versterker in de
“STANDBY” uit-stand (waarbij het STANDBY
lampje oplicht). Om dan op het voorpaneel vanuit
deze “STANDBY” uit-stand weer in te schakelen,
drukt u de
aan/uit-schakelaar tweemaal in.
Eenmaal om het apparaat uit te schakelen (zodat
het STANDBY spanningslampje dooft) en
nogmaals om de versterker weer in te schakelen.
2 Kies het gewenste apparaat door indrukken van
een van de functiekeuzetoetsen:
3 Schakel het gekozen apparaat, bijvoorbeeld de
CD-speler, in en start het afspelen.
4 Stel de geluidssterkte naar wens in met de
MASTER VOLUME regelaar.
Voor luisteren via de hoofdtelefoon
Sluit een hoofdtelefoon aan op de PHONES aansluiting.
De luidsprekers geven dan geen geluid meer.
Gebruik van de afstandsbediening
Met de afstandsbediening kunt u de versterker en de
hierop aangesloten Sony apparatuur op afstand
bedienen.
1 Druk op een van de SYSTEM/CONTROL/
FUNCTION toetsen om de audio- of
videocomponent te kiezen die u wilt gebruiken.
De SYSTEM CONTROL/FUNCTION toetsen van
de afstandsbediening zijn in de fabriek als volgt
ingesteld:
Als u de fabrieksinstelling van een keuzetoets wilt
wijzigen, volgt u de aanwijzingen op blz. 9.
De versterker en de gekozen geluidsbron worden
tegelijk ingeschakeld.
Als de gekozen audio - of videocomponent niet
wordt ingeschakld
Druk op de aan/uit-schakelaar van het betreffende
apparaat.
2 Start de weergave.
Voor nadere bijzonderheden wordt verwezen
naar “Beschrijving van de afstandsbediening” op
bladzijde 20.
Uitschakelen van de audio/video-apparatuur
Druk op de SYSTEM STANDBY toets. Hiermee schakelt u
alle op de geschakelde netspanningsuitgang (SWITCHED
AC OUTLET) aangesloten audio/video-apparatuur in één
keer uit.
MASTER VOLUME
POWER
PHONES
Voor luisteren naar
Grammofoonplaten
Radio-uitzendingen
Compact discs (CD)
Audiocassettes
Videocassettes
Laserdiscs (of TV-videospelletjes)
Voor luisteren naar
Grammofoonplaten
Radioprogramma's
Compact discs (CD)
Audiocassettes
Videocassettes
Laserdiscs
(of TV-videospelletjes)
Drukt u op
PHONO
TUNER
CD
TAPE
VIDEO 1
VIDEO 2
Bediening van de versterker
Funktiekeuzetoetsen
Drukt u op
PHONO
TUNER
CD
TAPE
VIDEO 1
VIDEO 2
Voor het
Bijregelen van de
klankkleur
Benadrukken van de
bassen
Doet u het volgende
Drukt u op de TONE toets en
vervolgens op + of –. (Telkens
wanneer u op de TONE toets drukt,
verspringt de toonregeling tussen
hoge en lage tonen.)
Drukt u op de WOOFER ON/OFF
toets (zie blz. 14).
SYSTEM CONTROL /
FUNCTION
(VIDEO 1, VIDEO 2,
TAPE, CD, TUNER,
PHONO)
TV
CONTROL
9
NL
De toewijzing van apparatuur aan de cijfertoetsen is als
volgt:
* Sony videorecorders worden bediend in een VTR 1, 2
of 3 stand. Deze bedieningsstanden komen overeen
met resp. Beta, 8-mm en VHS.
Nu kunt u de TAPE toets gebruiken voor de
bediening van een tweede CD-speler.
Terugstellen op de fabrieksinstelling
Volg opnieuw de bovenstaande aanwijzingen.
Bediening van de versterker
Als u een Sony TV-toestel gebruikt
Wanneer u op de TV CONTROL toets drukt om TV te
kijken, wordt het TV-toestel automatisch ingeschakeld
en ingesteld op TV-ontvangst. Ook zal het TV-toestel
automatisch worden ingeschakeld wanneer u op de
VIDEO toets drukt en het ingangssignaal van de
betreffende video-apparatuur kiest.
Als de TV echter niet automatisch op de juiste
videobron wordt ingesteld, drukt u dan op de TV/
VIDEO toets.
TV kijken zonder deze versterker in te schakelen
(alleen met een Sony TV-toestel)
Druk op de TV CONTROL toets om met de
afstandsbediening alleen de functies van de TV te
bedienen. Wanneer u deze toets indrukt, wordt de TV
ingeschakeld en het TV-ingangssignaal gekozen. Als de
TV niet automatisch op TV-ontvangst overschakelt,
drukt u op de TV/VIDEO toets.
Opmerking
Niet alle Sony TV-toestellen zijn te bedienen met deze
afstandsbediening.
Veranderen van de fabrieksinstelling
van een functiekeuzetoets
Als de fabrieksinstellingen van de SYSTEM
CONTROL/FUNCTION toetsen (blz. 8) niet goed
overeenstemmen met de componenten van uw stereo-
installatie, kunt u deze instellingen zelf aanpassen. Als
u bijvoorbeeld beschikt over twee compact disc spelers,
maar geen cassettedeck of minidisc-recorder, dan kunt
u de TAPE toets na omschakelen gebruiken voor uw
tweede compact disc speler.
Het is echter niet mogelijk om de fabrieksinstelling van
de TUNER en PHONO toetsen te veranderen.
1 Houd de SYSTEM CONTROL/FUNCTION toets
waarvan u de toewijzing wilt veranderen,
ingedrukt (bijvoorbeeld TAPE).
2 Druk op de cijfertoets die overeenkomt met de
audio- of videocomponent waarvan u de
bediening wilt toewijzen aan de gekozen SYSTEM
CONTROL/FUNCTION toets (bijvoorbeeld 1
voor de CD-speler).
SYSTEM
CONTROL/
FUNCTION
Cijfertoetsen
Cijfertoets
1
2
3
4
5
6
7
8
9
10
>10
Voor de bediening van
CD-speler
DAT deck
Minidisc-recorder
Cassettedeck A
Cassettedeck B
Laserdisc-speler
Videorecorder (bedieningsstand VTR 1*)
Videorecorder (bedieningsstand VTR 2*)
Videorecorder (bedieningsstand VTR 3*)
TV-toestel
Digitale satelliet-ontvanger
10
NL
Opnemen
Deze versterker maakt opnemen naar en van
apparatuur die hierop is aangesloten bijzonder
eenvoudig. U hoeft de audio/video-apparatuur voor
weergave en opname niet direct op elkaar aan te
sluiten: als eenmaal een weergavebron op de versterker
is gekozen, is maken en monteren van opnamen
mogelijk op dezelfde wijze als u zou doen met gebruik
van de bedieningsorganen op elk afzonderlijk
apparaat.
Controleer, alvorens u begint, of alle apparatuur naar
behoren is aangesloten.
ç: Audio-signaalstroom
Opnemen op een audiocassette of
videocassette
Via deze versterker kunt u muziek op een
geluidscassette of minidisc opnemen. Raadpleeg de
gebruiksaanwijzing van uw cassettedeck of
videorecorder voor nadere bijzonderheden.
1 Druk op een van de functiekeuzetoetsen om de
gewenste weergavebron te kiezen.
2 Maak het gekozen apparaat gereed voor
weergave.
Voor de CD-speler bijvoorbeeld, plaatst u een
compact disc.
3 Steek een onbespeelde cassette in het cassettedeck
of de videorecorder voor opname en stel zonodig
het opnameniveau in.
4 Start het opnemen op het opnamedeck of de
videorecorder en start het afspelen van de
CD-speler.
ç
ç
Apparaat voor weergave
(weergavebron)
Opname-apparaat
(cassettedeck,
videorecorder)
Functiekeuzetoetsen
Bediening van de versterker
11
NL
Uitschakelen van de akoestiekfunctie
Druk nogmaals op de SURROUND MODE toets (DOLBY,
HALL of SIMULATED) die u in stap 1 hebt ingedrukt.
Gebruik van de afstandsbediening
U kunt ook met de afstandsbediening een gewenste
akoestiekfunctie inschakelen.
1 Druk net zovaak op de SURROUND MODE toets tot
het indicatorlampje voor de gewenste
akoestiekfunctie gaat branden.
Telkens wanneer u op de SURROUND MODE toets
drukt, verspringt de aanduiding van de
indicatorlampjes als volgt:
Op de verpakking kunt u zien of het geluid is
opgenomen met Dolby Surround codering
Sommige videocassettes of laserdiscs kunnen echter wel
zijn opgenomen met Dolby Surround geluid, ook al
staat dit niet op de verpakking aangegeven.
Kiezen van een akoestiek-
instelling
U kunt genieten van fraaie ruimtelijke
geluidsweergave met rondom-akoestiek, door
eenvoudigweg een van de drie voorgeprogrammeerde
akoestiek-instellingen te kiezen aan de hand van het
soort muziek waarnaar u gaat luisteren.
1 Druk op een van de SURROUND MODE
akoestiek-keuzetoetsen (DOLBY, HALL of
SIMULATED) om de gewenste akoestiekfunctie
in te schakelen.
Het indicatorlampje van de gekozen
akoestiekfunctie licht op.
Als u de DOLBY akoestiek kiest, gaat ook het
DOLBY PRO LOGIC indicatorlampje branden.
Kies de meest geschikte akoestiekfunctie aan de
hand van het onderstaande schema:
Gebruik van de akoestiekfuncties
SURROUND indicatorlampjes
(DOLBY/HALL/SIMULATED)
SURROUND MODE
akoestiek-keuzetoetsen
(DOLBY/HALL/SIMULATED)
DOLBY PRO
LOGIC
indicatorlampje
kiest u
DOLBY
akoestiek
HALL
akoestiek
SIMULATED
akoestiek
Voor weergave van
cassettes/discs met
het Dolby Pro Logic
Surround merk
Orkestwerken,
kamermuziek,
instrumentale of
vocale muziek waar
de akoestiek de
muzikale nuances
sterk beïnvloedt.
Oude
geluidsopnamen en
beeldmateriaal met
mono geluid, zoals
oudere speelfilms of
TV-uitzendingen.
met als doel
Decoderen van
videobronnen die
met Dolby
Surround
akoestiekeffecten
zijn opgenomen,
voor het verkrijgen
van een sfeer
vergelijkbaar aan
die in een bioscoop.
Reproduceren van
de uitgebalanceerde
akoestiek van een
rechthoekige
concertzaal. Ideaal
voor zachter,
akoestisch geluid.
Aan mono-
geluidsbronnen een
stereo-effect
meegeven.
SURROUND
MODE
DOLBY
HALL
SIMULATED
(gesimuleerd stereo)
OFF
(uitgeschakeld)
12
NL
Gebruik van de akoestiekfuncties
Optimaal benutten van Dolby
Pro Logic Surround geluid
Om het Dolby Pro Logic Surround geluid zo goed
mogelijk tot zijn recht te laten komen, dient u eerst de
CENTER MODE middenkanaal-aanpassing te kiezen
die het beste past bij uw luidspreker-opstelling.
Vervolgens stelt u de geluidssterkte en de
vertragingstijd van elke luidspreker af.
Voor het maken van de onderstaande instellingen zult
u een stel achterluidsprekers en/of een
middenluidspreker moeten aansluiten.
+/–
CENTER
MODE DOLBY CENTER REAR
Kiezen van de CENTER MODE
middenkanaal-aanpassing
Deze versterker biedt u de keuze uit vier verschillende
CENTER MODE instellingen: “NORMAL”, “WIDE”,
“3 CH” en “PHANTOM”. Elke instelling is voor een
bepaalde luidspreker-opstelling ontworpen. Kies de
CENTER MODE instelling die het best past bij uw
luidspreker-opstelling:
1 Druk op de DOLBY toets om in te stellen op
DOLBY PRO LOGIC akoestiek.
2 Druk herhaaldelijk op de CENTER MODE toets
tot de aanduiding voor de gewenste instelling in
het uitleesvenster verschijnt. Kies de CENTER
MODE instelling als volgt:
Zodat
Het basgeluid van het
middenkanaal via de
voorluidsprekers wordt
weergegeven (omdat een
kleine middenluidspreker
onvoldoende basgeluid
kan produceren).
Een “compleet” Dolby Pro
Logic Surround geluid
klinkt.
Het geluid van het
achterkanaal via de
voorluidsprekers wordt
weergegeven.
Het geluid van het
middenkanaal via de
voorluidsprekers wordt
weergegeven.
Kiest u
NORMAL
WIDE
3 CH (3
Channel
Logic)
PHANTOM
Gebruik van de afstandsbediening
Druk net zovaak op de SURROUND MODE toets tot het
indicatorlampje voor de DOLBY akoestiek gaat
branden.
U kunt de geluidssterkte of de vertragingstijd van de
luidsprekers eenvoudig bijregelen met de toetsen van
de afstandsbediening.
Als u beschikt
over
Voor- en
achterluidspreker,
en een kleine
middenluidspreker
Voor- en
achterluidsprekers,
en een grote
middenluidspreker
Voor- en
middenluidsprekers,
maar geen
achterluidspreker
Voor- en
achterluidsprekers,
maar geen
middenluidspreker
SURROUND
MODE
SURROUND
DELAY
SURROUND
T.TONE
LEVEL CENTER
+/–
LEVEL REAR
+/–
13
NL
Afstellen van de geluidssterkte van de
luidsprekers
Met behulp van de testtoon-functie kunt u de
geluidssterkte van uw luidsprekers op hetzelfde
niveau afstellen. (Als al uw luidsprekers reeds
hetzelfde geluidsvolume te horen geven, is afstellen
niet noodzakelijk.)
Door de toetsen op de afstandsbediening te gebruiken,
kunt u de afstelling verrichten vanaf uw luisterpositie.
1 Druk op de SURROUND T.TONE toets van de
afstandsbediening.
De testtoon is achtereenvolgens via elk van de
luidsprekers hoorbaar.
2 Zorg dat het geluid van de testtoon via alle
luidsprekers op uw luisterpositie even luid
doorkomt.
Om het geluidsniveau van de
middenluidspreker af te stellen, drukt u op de
LEVEL CENTER + of – toets van de
afstandsbediening.
Om het geluidsniveau van de
achterluidsprekers af te stellen, drukt u op de
LEVEL REAR + of – toets van de
afstandsbediening.
3 Druk op de SURROUND T.TONE toets van de
afstandsbediening om de testtoon uit te
schakelen.
U kunt de weergave via de middenluidspreker en/of
de achterluidsprekers ook instellen op de versterker
zelf
1 Druk op de DOLBY toets om in te stellen op DOLBY
PRO LOGIC akoestiek.
2 Druk op de CENTER of REAR toets. De CENTER of
REAR indicator licht op.
3 Druk op de + of – toets om de geluidssterkte bij te
regelen.
Opmerkingen
Tijdens het bijregelen wordt het niveau van de
middenluidspreker of de balans van de achterluidsprekers
in het uitleesvenster aangegeven.
De geluidssterkte van de middenluidspreker en/of de
achterluidsprekers is instelbaar in de volgende situaties.
Middenluidspreker:wanneer de Dolby Pro Logic
akoestiek is ingeschakeld (dus
wanneer het DOLBY PRO LOGIC
indicatorlampje brandt).
Achterluidsprekers: wanneer een van de SURROUND
MODE akoestiekfuncties (DOLBY,
HALL of SIMULATED) is
ingeschakeld.
Alle luidsprekers kunnen tegelijkertijd afgesteld
worden
Hiervoor gebruikt u de MASTER VOLUME regelaar op
de versterker.
Instellen van de vertragingstijd van de
achterluidsprekers
Het akoestiek-geluid kan effectiever gemaakt worden
door het geluid dat via de achterluidsprekers klinkt te
vertragen (vertragingstijd). U heeft de keuze uit drie
verschillende vertragingstijden, als volgt:
Bijvoorbeeld voor een ruime kamer of wanneer de
achterluidsprekers ver van de luisterpositie vandaan
staan opgesteld, maakt u de vertragingstijd korter.
1 Start de weergave van een videobron die met
Dolby Surround akoestiek is opgenomen.
2 Druk herhaaldelijk op de SURROUND DELAY
toets van de afstandsbediening om de
vertragingstijd in te stellen.
20 msec
15 msec 30 msec
Gebruik van de akoestiekfuncties
14
NL
Extra bassen met een
ultralaag-luidspreker
Voor het verrijken van de basweergave en de algemene
geluidsindruk kunt u een ultralagetonen-luidspreker
(SUPERWOOFER) aan uw stereo-installatie toevoegen.
Gebruik de afstandsbediening voor het optimaal
afregelen van de ultralaag-luidspreker vanaf uw
luisterplaats.
1 Druk op de S.WOOFER ON/OFF toets om de
ultralaag-weergave in te schakelen.
Het SUPERWOOFER indicatorlampje van de
versterker gaat branden.
2 Druk op de fase-omkeerschakelaar (S.WOOFER
PHASE) om de stand te kiezen die op het gehoor
de beste basweergave oplevert.
3 Druk op de +/– ultralaag-niveauregeltoetsen
(LEVEL S.WOOFER) om de geluidssterkte van de
ultralage tonen naar wens in te stellen.
Het uitgangsniveau van de ultralage tonen wordt
in het uitleesvenster aangegeven.
U kunt de weergave van de ultralage tonen ook
instellen op de versterker zelf
1 Druk op de WOOFER ON/OFF toets om de
ultralaag-weergave in te schakelen.
Het SUPERWOOFER indicatorlampje gaat branden.
2 Druk op de WOOFER ultralagetonen-insteltoets om
de bijregelstand voor de ultralage tonen in te
schakelen. Het uitgangsniveau van de ultralage tonen
wordt in het uitleesvenster aangegeven.
3 Druk op de + of – bijregeltoets om geluidssterkte van
de ultralage tonen naar wens in te stellen.
Opmerkingen
Instellen van de ultralage tonen is alleen mogelijk zolang
de ultralaag-luidspreker is ingeschakeld (dus wanneer het
SUPERWOOFER indicatorlampje brandt).
Gebruik van de ultralaag-luidspreker is niet mogelijk
wanneer u instelt op “PHONO” voor het afspelen van
grammofoonplaten.
Weergave met vast ingestelde
klankbeelden
Deze versterker beschikt over vijf
voorgeprogrammeerde klankbeelden, waaruit u
eenvoudig de meest geschikte akoestiekinstelling kunt
kiezen voor de muziek of het geluid waarnaar u gaat
luisteren.
1 Druk op een van de SOUND FIELD klankbeeld-
toetsen, zodat het gewenste klankbeeld in het
uitleesvenster wordt aangegeven. De vaste
klankbeeld-instellingen kiest u als volgt:
Uitschakelen van de klankbeeld-weergave
Druk nogmaals op de SOUND FIELD klankbeeld-toets die u
in stap 1 hebt ingedrukt. De aanduiding “OFF” verschijnt in
het uitleesvenster en het klankbeeld wordt uitgeschakeld.
Gebruik van de afstandsbediening
Druk net zovaak op de SOUND FIELD toets tot het
gewenste klankbeeld in het uitleesvenster wordt
aangegeven.
Telkens wanneer u op de SOUND FIELD toets drukt,
verspringt de aanduiding in het uitleesvenster als volgt:
Voor het luisteren naar een CLASSIC, MOVIE of
GAME klankbeeld zonder akoestiekeffect
Druk op een van de SURROUND MODE akoestiek-
keuzetoetsen, zodat het bijbehorende indicatorlampje
dooft.
Gebruik van de akoestiekfuncties
SOUND FIELD
Druk op
1 ROCK
2 POPS
3 CLASSIC
4 MOVIE
5 GAME
Voor weergave van
Stevig, duidelijk geluid, waarbij de lage en
hoge tonen worden benadrukt.
Luchtig, helder geluid, waarbij de hoge en
middentonen worden benadrukt.
Breed, open en dynamisch geluid met volop
nagalm voor een ruimtelijk
akoestiekeffect.
Geluid als in een grote bioscoopzaal, met de
akoestiekeffecten van een speelfilm.
De meest treffende geluids- en
akoestiekeffecten van videospelletjes.
CLASSIC
POPS
MOVIE
GAME
OFF
ROCK
+/–
SUPERWOOFER
indicatorlampjeWOOFER
WOOFER ON/OFF
S.WOOFER
PHASE
LEVEL S.WOOFER
S.WOOFER ON/OFF
15
NL
Aanvullende informatie
Verhelpen van storingen
Als u een van de volgende problemen ondervindt bij
de bediening van de versterker, kunt u deze lijst van
controlepunten doorlopen om aan de hand hiervan het
probleem te verhelpen. Mocht het probleem
onopgelost blijven, neemt u dan a.u.b. contact op met
uw dichtstbijzijnde Sony handelaar.
Er klinkt geen geluid of de geluidssterkte blijft te gering.
/ Controleer of de luidsprekers en audio/
videocomponenten goed zijn aangesloten.
/ Controleer of de versterker wel staat
ingesteld op de juiste geluidsbron voor
weergave.
/ Het beveiligingscircuit van de versterker is
ingeschakeld vanwege kortsluiting. (De
aanduiding “PROTECT” knippert). Schakel
de versterker uit, los het probleem dat de
kortsluiting veroorzaakt op en schakel het
apparaat dan weer in.
Geluid van links en rechts is verwisseld.
/ Controleer of de luidsprekers en audio/
video-componenten goed zijn aangesloten.
Er klinkt een hinderlijke bromtoon of andere storende
achtergrondgeluiden.
/ Controleer of de luidsprekers en audio/
video-componenten goed zijn aangesloten.
/ Houd de aansluitsnoeren uit de buurt van een
transformator of motor en tenminste 3 meter
van een TV-toestel of TL-verlichting.
/ Plaats de geluidsinstallatie niet te dicht in de
buurt van een ingeschakelde TV.
/ Zorg dat er een aardleiding is aangesloten op
de y SIGNAL GND signaal-aardaansluiting
van de versterker.
/ De stekkers en aansluitbussen zijn vuil.
Reinig de stekkers en aansluitbussen met een
doekje, licht bevochtigd met wat alcohol.
Er komt geen geluid uit de middenluidspreker.
/ Kies de CENTER MODE instelling die past bij
uw luidspreker-opstelling (zie blz. 12).
/ Stel de geluidssterkte van de luidsprekers op
het juiste niveau af (blz. 13).
Uit de achterluidsprekers klinkt geen geluid of de
geluidssterkte blijft te gering.
/ Let op dat de akoestiekfunctie is ingeschakeld
en een instelling is gekozen.
/ Kies de CENTER MODE instelling die past bij
uw luidspreker-opstelling (zie blz. 12).
/ Stel de geluidssterkte van de luidsprekers op
het juiste niveau af (blz. 13).
Het geluid wordt niet met akoestiek-effekt
weergegeven.
/ Controleer of de akoestiekfunctie wel is
ingeschakeld.
Bij instellen van de testtoon klinkt er niet of nauwelijks
geluid.
/ Draai de MASTER VOLUME knop naar
rechts toe verder open.
Opnemen is niet mogelijk.
/ Controleer of de apparatuur op de juiste wijze
is aangesloten.
/ Stel met de functiekeuzetoetsen in op de
geluidsbron voor opname.
De afstandsbediening werkt niet.
/ Richt de afstandsbediening recht op de
afstandsbedieningssensor g van de
versterker.
/ Er bevindt zich een obstakel tussen het
apparaat en de kop van de afstandsbediening.
/ Vervang beide batterijen in de
afstandsbediening door nieuwe.
/ Controleer of u de juiste functie voor
bediening van het gewenste apparaat op de
afstandsbediening heeft gekozen.
/ Wellicht is de TV CONTROL toets ingedrukt,
zodat de afstandsbediening alleen nog werkt
voor het TV-toestel. Voor afstandsbediening
van de versterker en andere apparatuur zult
u eerst op een van de SYSTEM CONTROL/
FUNCTION toetsen moeten drukken.
Bij indrukken van een van de SYSTEM CONTROL/
FUNCTION keuzetoetsen van de afstandsbediening wordt
de versterker niet ingeschakeld.
/ Druk eerst op de
toets op het
voorpaneel van de versterker, als het
STANDBY spanningslampje nog niet brandt
(zie blz. 8).
16
NL
Technische
gegevens
Versterker-gedeelte
Modellen voor Europa,:
(voorluidsprekers)
DIN uitgangsvermogen
100 + 100 watt (met
achter/midden/
ultralaag uitgeschakeld,
aan 8 ohm, bij 1 kHz)
Continu RMS uitgangsvermogen
120 + 120 watt (met
achter/midden/
ultralaag uitgeschakeld,
aan 8 ohm, bij 1 kHz,
10% THV)
80 watt/kanaal (met
SURROUND akoestiek
ingeschakeld, aan
8 ohm, bij 1 kHz, 10%
THV)
(achterluidsprekers)
50 watt (met voor/
midden/ultralaag
uitgeschakeld, aan
8 ohm, bij 1 kHz)
(middenluidspreker)
50 watt (met voor/achter/
ultralaag uitgeschakeld,
aan 8 ohm, bij 1 kHz)
(ultralaag-luidspreker)
80 watt (met voor/achter/
middenluidspreker
uitgeschakeld, aan
4 ohm, bij 35 Hz)
Overige modellen:
Piek-muziekvermogen
1900 watt (totaal)
(voorluidsprekers)
Continu RMS uitgangsvermogen
100 + 100 watt (met
achter/midden/
ultralaag uitgeschakeld,
aan 8 ohm, bij 1 kHz,
10% THV)
(achterluidsprekers)
50 watt (met voor/
midden/ultralaag
uitgeschakeld, aan
8 ohm, bij 1 kHz)
(middenluidspreker)
50 watt (met voor/achter/
ultralaag uitgeschakeld,
aan 8 ohm, bij 1 kHz)
Aanvullende informatie
Wijzigingen zonder kennisgeving in
ontwerp en technische gegevens
voorbehouden.
(ultralaag-luidspreker)
80 watt (met voor/achter/
middenluidspreker
uitgeschakeld, aan
4 ohm, bij 40 Hz)
Ingangen
PHONO (tulpstekkerbussen):
gevoeligheid 2,5 mV,
impedantie 50 kOhm
CD (tulpstekkerbussen):
gevoeligheid 400 mV,
impedantie 50 kOhm
TUNER, TAPE, VIDEO 1,2
(tulpstekkerbussen):
gevoeligheid 250 mV,
impedantie 50 kOhm
Uitgangen
TAPE REC OUT, VIDEO 1
(tulpstekkerbussen):
uitgangsspanning
250 mV, impedantie
1 kOhm
PHONES (stereo klinkstekkerbus):
geschikt voor
hoofdtelefoons met
hoge of lage impedantie
Toonregeling ± 10 dB bij 100 Hz en
10 kHz
Algemeen
Stroomvereiste
Modellen voor Europa, Australië en
Singapore: 230 V wisselstroom,
50/60 Hz
Overige modellen:
110 - 120 of 220 - 240 V
wisselstroom, 50/60 Hz
(instelbaar met
spanningskiezer)
Stroomverbruik
180 watt
Netstroomuitgangen
3 schakelbaar, totaal
maximaal 100 watt
Afmetingen (b/h/d)
ca. 430 x 160 x 355 mm
Gewicht (ca.) ca. 8,5 kg
Bijgeleverd toebehoren
Afstandsbediening
RM-U581 (1)
Sony SUM-3 (NS)
batterijen (2)
17
NL
Vertragingstijd
De vertragingstijd is het tijdsverschil tussen de
akoestiek-weergave van de voorluidsprekers en
die van de achterluidsprekers. Door de
vertragingstijd van de achterluidsprekers in te
stellen, kunt u de sfeer van verschillende
luisterruimtes nabootsen. Als u uw
achterluidsprekers in een kleine kamer of dicht
in de buurt van uw luisterpositie heeft
opgesteld, maakt u de vertragingstijd langer.
Voor een ruime kamer of wanneer de
achterluidsprekers ver van de luisterpositie
vandaan staan opgesteld, maakt u de
vertragingstijd korter.
Dolby Pro Logic Surround
Decodeersysteem van Dolby Surround geluid
waarmee TV-programma's en videocassettes
zijn opgenomen.
Vergeleken met het vorige Dolby Surround
systeem, zorgt de Dolby Pro Logic Surround
voor verbetering van het geluidsbeeld door
gebruik van vier afzonderlijke kanalen: voor
het doorsturen van de geluidseffecten buiten
beeld, het dialoog in beeld, de beweging van
het filmgeluid en de muziek. Dit stelt u in
staat een sfeer te verkrijgen vergelijkbaar aan
die in een bioscoop. Om van de Dolby Pro
Logic te kunnen benutten, heeft u een paar
achterluidsprekers en/of een
middenluidspreker nodig. Om de akoestiek
zo goed mogelijk tot zijn recht te laten
komen, dient u eerst de CENTER MODE
instelling te kiezen die het beste past bij uw
luidspreker-opstelling.
Dolby Surround
Codeer- en decodeersysteem van Dolby
Surround geluid voor thuisgebruik. De Dolby
Surround decodeert de extra kanalen op de
geluidssporen van met Dolby Surround
geluid opgenomen videofilms en TV-
programma's, en produceert geluidseffecten
en echo's waardoor u zich middenin de actie
waant.
Dolby Surround is in deze versterker als een
akoestiek-instelling voorgeprogrammeerd.
Als u over achterluidsprekers of een
middenluidspreker(s) beschikt, wordt
aanbevolen het Dolby Surround geluidsbeeld
bij te regelen door kiezen van de CENTER
MODE instelling die bij uw luidspreker-
opstelling past. Dit stelt u in staat de Dolby
Pro Logic Surround ten volle te benutten.
Parameter
Een variabele die de klank van het
weergegeven geluid bepaalt, zoals de
tooninstelling of de vertragingstijd. De
voorgeprogrammeerde klankbeelden van
deze versterker zijn bij te regelen door de
parameters zo te kiezen dat uw muziek het
best klinkt in uw luisterkamer.
Klankbeeld
Een akoestiekpatroon dat het totaal vormt
van de rechtstreekse geluidsweergave en het
weerkaatst geluid in een bepaalde
luisteromgeving. Deze versterker beschikt
over vijf voorgeprogrammeerde
klankbeelden (ROCK, POPS, CLASSIC,
MOVIE en GAME), waaruit u eenvoudig de
meest geschikte akoestiekinstelling kunt
kiezen voor de muziek of het geluid
waarnaar u gaat luisteren.
Zaal-geluidscomponenten
Verloop van het geluid van de
achterluidsprekers
Testtoon
Het geluidssignaal dat de versterker te horen
geeft aan de hand waarvan u de
geluidssterkte van de luidsprekers kunt
afstellen. De testtoon is als volgt via elk van
de luidsprekers te horen:
Bij een geluidsinstallatie met een
middenluidspreker (NORMAL/WIDE/3 CH
instellingen)
De testtoon wordt achtereenvolgens
weergegeven via de linker
voorluidspreker, de middenluidspreker,
de rechter voorluidspreker en de
achterluidsprekers.
Bij een geluidsinstallatie zonder
middenluidspreker (PHANTOM
instelling)
De testtoon wordt afwisselend via de voor-
en achterluidsprekers weergegeven.
Verklarende
woordenlijst
CENTER MODE
Instelling voor luidspreker-opstelling om het
Dolby Pro Logic Surround geluid optimaal tot
zijn recht te laten komen. Voor een zo fraai
mogelijke akoestiek kiest u één van de
volgende vier CENTER MODE instellingen,
afhankelijk van de opstelling van uw
luidsprekers.
NORMAL instelling
Kies de NORMAL instelling als u beschikt
over voor- en achterluidsprekers en een
kleine middenluidspreker. Aangezien een
kleine middenluidspreker onvoldoende
basgeluid kan produceren, wordt het
basgeluid van het middenkanaal via de
voorluidsprekers weergegeven.
WIDE instelling
Kies de WIDE instelling als u beschikt over
voor- en achterluidsprekers en een grote
middenluidspreker. Met de WIDE
instelling kunt u het Dolby Surround
geluid optimaal benutten.
3 CH instelling
Kies de 3 CH instelling als u beschikt over
voor- en middenluidsprekers, maar niet
over achterluidsprekers. Het geluid van
het achterkanaal wordt via de
voorluidsprekers weergegeven, zodat u
enige mate van akoestiek kunt verkrijgen
zonder achterluidsprekers te gebruiken.
PHANTOM instelling
Kies de PHANTOM instelling als u
beschikt over voor- en achterluidsprekers,
maar niet over een middenluidspreker.
Het geluid van het middenkanaal wordt
via de voorluidsprekers weergegeven.
Nagalm
Vroege weerkaatsingen
Rechtstreeks
geluid
Aanvullende informatie
Achter (L, R)
PHANTOM
Voor (L, R)
3 CH
Midden
Voor (L)
NORMAL/WIDE
Voor (R)
Achter (L, R)
Tijd
Vroege weerkaatsingstijd
Niveau
Middenluidspreker
Achterluidspreker (R)
Voorluidspreker
(R)
Voorluidspreker
(L)
Achterluidspreker (L)
Middenluidspreker
Voorluidspreker
(R)
Achterluidspreker (R)
Voorluidspreker
(L)
Achterluidspreker (L)
Voorluidspreker
(R)
Achterluidspreker (R)
Voorluidspreker
(L)
Achterluidspreker (L)
Middenluidspreker
Voorluidspreker
(L)
Voorluidspreker
(R)
Nagalm
Vroege
weerkaatsingen
Rechtstreeks geluid
Akoestisch rondom-geluid
Dit geluid bestaat uit drie
geluidscomponenten: rechtstreeks geluid,
vroeg weerkaatst geluid en een nagalm.
De akoestiek van de ruimte waarin u zich
bevindt beïnvloeden de wijze waarop deze
drie geluidscomponenten te horen zijn.
De versterker combineert deze
geluidscomponenten op een dusdanige
manier dat diverse luisteromgevingen, zoals
bijvoorbeeld een concertzaal, kunnen worden
nagebootst.
18
NL
Index
V
Verhelpen van storingen 15
Vertragingstijd 13, 17
W, X, Y, Z
Weergavebron
kiezen 8
WIDE instelling 12, 17
Namen van de
bedieningsorganen
Toetsen
ANT TV/VTR 20
BAND 20
CD 8
CENTER 13
CENTER MODE 12
CH/PRESET +/– 20
D.SKIP 20
DOLBY 11, 12
HALL 11
LEVEL CENTER 13
LEVEL REAR 13
LEVEL S.WOOFER 14
PHONO 8
REAR 13
SIMULATED 11
SOUND FIELD 14
SURROUND MODE 11
SURROUND DELAY 13
SURROUND T.TONE 13
S.WOOFER ON/OFF 14
S.WOOFER PHASE 14
SYSTEM STANDBY 8
TAPE 8
TONE 8
TUNER 8
TV CONTROL 9, 20
TV/VIDEO 9, 20
VIDEO 1 8
VIDEO 2 8
WOOFER 14
WOOFER ON/OFF 14
0/) 20
=/+ 20
P 20
9 20
( 20
r 20
p 20
+/– 12, 14
Cijfertoetsen (0-9) 20
Schakelaars
aan/uit-schakelaar 8
Regelaar
MASTER VOLUME
totaalvolumeregelaar 8
Aansluitbus
PHONES hoofdtelefoon-
aansluiting 8
A
Aansluiten van audio/video-
apparatuur 5, 6
Aansluitingen
audio/video-apparatuur 5, 6
luidsprekers 6
netsnoer 7
overzicht 4
TV/videorecorder 6
Achterpaneel 5, 6, 7, 19
Afstandsbediening van Sony
apparatuur 8
Afstandsbedieningstoetsen 8, 9,
11, 12, 13, 14, 20
Fabrieksinstelling van
functietoetsen wijzigen 9
Akoestiek 11, 17
B
Beknopt bedieningsoverzicht 21
C
CENTER MODE instelling 12, 17
3 CH 12,17
NORMAL instelling 12, 17
PHANTOM 12, 17
WIDE 12, 17
D, E, F, G, H
Dolby Pro Logic
optimaal benutten 12
Surround 17
Dolby Surround geluid 11, 17
3 CH instelling 12, 17
I, J
Instellen
geluidssterkte 8
luidspreker-geluidsterkte 13
vertragingstijd 13, 17
K
Kiezen van een akoestiekinste
lling 11
Kiezen van een weergavebron 8
met de afstandsbediening 8
Klankbeeld kiezen 14
L
Luidsprekers
aansluiting 7
opstelling 6
M
Monteren van opnamen: Zie
Opnemen
N
NORMAL instelling 12, 17
O
Opnemen
op audiocassette 10
op videocassette 10
P, Q, R, S
PHANTOM instelling 12, 17
SOUND FIELD klankbeelden 14
T
Testtoon 13, 17
TV/videorecorder aansluitingen 6
U
Uitpakken 4
Ultralagetonen-luidspreker 14
Indicatorlampjes
DOLBY PRO LOGIC akoestiek-
indicator 11
SUPERWOOFER ultralagetonen-
indicator 14
Overige
g afstandsbedieningssensor 4
19
NL
Beschrijving van het achterpaneel
4
6
7
8
90!™ 5
231
1y Signaal-aardaansluiting
(SIGNAL GND).
2 Aansluiting voor akoestiek-
achterluidsprekers (REAR
SPEAKERS)
3 Geschakelde
netspanningsuitgang
(SWITCHED AC OUTLET)
4 Netsnoer
5 Spanningskiezer (VOLTAGE
SELECTOR) (alleen voor de
modellen voorzien van een
spanningskiezer)
0 Aansluitblok 2 voor video-
apparatuur (VIDEO 2)
Cassetterecorder-aansluitingen
(TAPE)
!™ Compact disc speler
aansluitingen (CD)
Tuner-aansluitingen (TUNER)
Platenspeler-aansluitingen
(PHONO)
6 Aansluiting voor ultralagetonen-
luidspreker (WOOFER
SPEAKER)
7 Aansluiting voor akoestiek-
middenluidspreker
(CENTER SPEAKERS)
8 Voorluidspreker-aansluitingen
(FRONT SPEAKERS)
9 Aansluitblok 1 voor video-
apparatuur (VIDEO 1)
20
NL
Functie
Kiezen van
voorkeurzendernummers.
Kiezen van
muziekstuknummers.
Kiezen van zendernummers.
Kiezen van muziekstuk/
zender-nummers boven de
10.
Doornemen en kiezen van
voorkeurzenders.
Kiezen van vooringestelde
zenders.
Overslaan van compact discs
(alleen voor een CD-speler
met een multi-disc
wisselaar).
Kiezen van CD’s (alleen voor
“jukebox”-type CD-
wisselaars).
Doorzoeken van
muziekstukken
(terugwaarts/voorwaarts).
Vooruitspoelen of
terugspoelen.
Overslaan van
muziekstukken.
Tijdelijk onderbreken van de
weergave of opname. (Teven
voor het starten van de
opname van apparatuur die
in de opname-pauzestand
staat.)
Starten van de weergave.
Stoppen van de weergave.
Toets
0-9
>10
CH/
PRESET
+/–
D.SKIP
DISC
0/)
=/+
P
(
p
Beschrijving van de afstandsbediening
Hieronder volgt een overzicht van de toetsen op de afstandsbediening die niet zijn genoemd op de voorgaande
bladzijden en de toetsen die verschillen van die op de versterker zelf.
Voor
bediening van
Cassettedeck
TV/
videorecorder/
satelliet-
ontvanger
Tuner
TV/
videorecorder
TV/
videorecorder/
laserdisc-
speler/
satelliet-
ontvanger
TV
TV
TV
TV
TV
Videorecorder
Functie
Starten van de weergave van
de achterkant van de
cassette.
Instellen op een zender
gekozen met de 0 - 9
cijfertoetsen.
Kiezen van de FM of AM
afstemband.
Kiezen van het
ingangssignaal: TV-signaal
of videoprogramma.
In- en uitschakelen.
Inschakelen van de TV,
instellen op TV-ontvangst en
instellen van de
afstandsbediening op TV-
bediening.
Instellen op kanaalkeuze van
een of twee cijfers (alleen
voor Europa).
Veranderen van de plaats
van het inzetbeeld.*
Verwisselen van het
inzetbeeld en het
schermvullend beeld.*
Inschakelen van de
inzetbeeld-functie.*
Kiezen van het
uitgangssignaal van de
antenne-aansluiting: TV-
signaal of videoprogramma.
Toets
9
ENTER
BAND
TV/VIDEO
VISUAL I
TV
CONTROL
-/- -
POSITION
SWAP
P IN P
ANT TV/
VTR
Beschrijving van de afstandsbediening
Voor
bediening van
Tuner
CD-speler/
minidisc-recorder
TV/
videorecorder/
satelliet-ontvanger
CD-speler/
minidisc-
recorder/TV
Tuner
TV/
videorecorder/
satelliet-ontvanger
CD-speler
CD-speler
CD-speler
Cassettedeck/
minidisc-recorder
videorecorder
CD-speler/
minidisc-recorder
CD-speler/
cassettedeck/
minidisc-
recorder/
videorecorder
CD-speler/
cassettedeck/
minidisc-
recorder/
videorecorder
CD-speler/
cassettedeck/
minidisc-
recorder/
videorecorder
* Alleen voor Sony TV-toestellen met inzetbeeld-functie.
21
NL
v
v
v
3 CLASSIC
CD
CD
v
Gebruik van een
voorgeprogrammeerd
klankbeeld
Voorbeeld: Luisteren naar
klassieke muziek op een CD
Schakel de compact disc speler in.
Start de weergave.
Schakel de compact disc speler in.
Start de weergave.
Beknopt bedieningsoverzicht
Kiezen van audio/
video-apparatuur
Voorbeeld: Afspelen van
een compact disc
Kiezen van een
akoestiekeffect
Voorbeeld: Luisteren naar
klassieke muziek op een CD
HALL
v
Schakel de compact disc speler in.
Start de weergave.
v
v

Documenttranscriptie

Opstelling WAARSCHUWING Stel het apparaat niet bloot aan regen of vocht, om gevaar voor brand of een elektrische schok te voorkomen. BELANGRIJK: Verbind nooit twee netsnoeren met een enkele stekker. Open nooit de behuizing, om gevaar voor elektrische schokken te vermijden. Laat reparaties aan de erkende vakhandel over. Installeer het apparaat niet in een krappe, omsloten ruimte zoals een boekenkast of een inbouwkast. U kunt de apparatuur gewoonlijk in de paraatstand laten staan, met de aan/uitschakelaar ingedrukt, om dan de apparatuur vlot en eenvoudig in en uit te schakelen met de SYSTEM CONTROL/FUNCTION keuzetoetsen van de afstandsbediening. Voor de CDP-C661/CDP-CX571/ ST-JX661/TC-WR681 De netsnoerstekker van de CDP-C661/ CDP-CX571/ST-JX661/TC-WR681 is van een tweepolig type dat slechts bestemd is voor aansluiting op de netstroomuitgangen van de TA-AV581. Steek deze stekker niet in enig ander stopcontact of netuitgang. Bij dit product zijn batterijen geleverd. Wanneer deze leeg zijn, moet u ze niet weggooien maar inleveren als KCA. 2NL Voorzorgsmaatregelen Veiligheid • Mocht er vloeistof of een voorwerp in het apparaat terechtkomen, trek dan de stekker uit het stopcontact en laat het apparaat eerst nakijken door een deskundige, alvorens het weer in gebruik te nemen. • De versterker zal tijdens de werking nogal wat warmte afgeven, dus zet er geen andere apparatuur bovenop. Stroomvoorziening • Controleer voor het aansluiten van het apparaat eerst of de bedrijfspanning ervan wel overeenkomt met de plaatselijke netspanning. De bedrijfsspanning staat aangegeven op het naamplaatje aan de onderzijde van het apparaat. • Zolang het netsnoer op het stopcontact is aangesloten, blijft er spanning op het apparaat staan, zelfs nadat het apparaat is uitgeschakeld. • Trek de stekker van het netsnoer uit het stopcontact wanneer u denkt het apparaat geruime tijd niet te zullen gebruiken. Om de aansluiting op het stopcontact te verbreken, mag u uitsluitend aan de stekker trekken; trek nooit aan het snoer. • Indien het netsnoer vervangen moet worden, mag dit alleen uitgevoerd worden door een erkend onderhoudscentrum. • De aan/uit-schakelaar bevindt zich aan de voorkant van het apparaat. • Zet het apparaat op een goed geventileerde plaats, met rondom vrije luchtdoorstroming, om oververhitting van de inwendige onderdelen te voorkomen, in het belang van een langdurige betrouwbare werking. • Plaats het apparaat niet in de buurt van een warmtebron of in direct zonlicht. Vermijd tevens plaatsen met veel stof, vocht en mechanische trillingen of schokken. • Zet niets bovenop het apparaat. De ventilatie-openingen aan de bovenzijde mogen niet geblokkeerd worden, in het belang van een juist functioneren van het apparaat en een langere levensduur van de componenten. Aansluiten • Schakel de versterker uit en trek de stekker uit het stopcontact, alvorens u de andere apparatuur gaat aansluiten. Reinigen • Gebruik voor het reinigen van de ombouw, het voorpaneel en de bedieningsorganen een zachte doek, licht bevochtigd met wat milde vloeibare zeep. Gebruik geen schuurspons, schuurmiddelen of vluchtige stoffen zoals spiritus of benzine. Mocht u na het doorlezen van de gebruiksaanwijzing nog vragen over of problemen met het apparaat hebben, aarzel dan niet contact op te nemen met de dichtstbijzijnde Sony handelaar. Omtrent deze handleiding INHOUDSOPGAVE Voorbereidingen Ter verduidelijking • Alle aanwijzingen in de tekst beschrijven de bediening met de toetsen op de versterker zelf. U kunt voor de bediening echter ook de toetsen van de afstandsbediening gebruiken die dezelfde of soortgelijke namen dragen als de bedieningsorganen op het apparaat. • Een “Beknopt bedieningsoverzicht” treft u aan op bladzijde 21. • De “Beschrijving van de afstandsbediening” op bladzijde 20 geeft een overzicht van de toetsen op de afstandsbediening. • Op een aantal plaatsen in deze gebruiksaanwijzing zult u de onderstaande symbolen aantreffen: Dit symbool verschijnt bij functies die tevens via de afstandsbediening beschikbaar zijn. Dit symbool vestigt uw aandacht op handige tips, die de bediening vergemakkelijken. Uitpakken 4 Aansluit-overzicht 4 Aansluiten van audio/video-apparatuur 5 Aansluiten van luidsprekers 6 Aansluiten van de stroomvoorziening 7 Bediening van de versterker Kiezen van audio/video-apparatuur 8 Opnemen 10 Gebruik van de akoestiekfunkties Kiezen van een akoestiek-instelling 11 Optimaal benutten van Dolby Pro Logic Surround geluid 12 Weergave met vast ingestelde klankbeelden 14 Extra bassen met een ultralaag-luidspreker 14 NL Aanvullende informatie Verhelpen van storingen 15 Technische gegevens 16 Verklarende woordenlijst 17 Index 18 Deze versterker is uitgerust met Dolby Pro Logic Surround akoestiek. Geproduceerd onder licentle van: Dolby Laboratories Licensing Corporation. DOLBY, het dubbel D symbool a en PRO LOGIC zijn handelsmerken van: Dolby Laboratories Licensing Corporation. Beschrijving van het achterpaneel 19 Beschrijving van de afstandsbediening 20 Beknopt bedieningsoverzicht 21 3NL Voorbereidingen Uitpakken Aansluit-overzicht Controleer of het onderstaande bijgeleverd toebehoren inderdaad in de verpakking van de versterker aanwezig is: • Afstandsbediening (1) • Sony (R6) AA-formaat batterijen (2) Deze versterker is geschikt voor aansluiting en bediening van de volgende audio/video-apparatuur. Volg voor het aansluiten de aanwijzingen op de tussen haakjes aangegeven bladzijden. Zie voor de plaats en de benaming van de aansluitingen de “Beschrijving van het achterpaneel” op bladzijde 19. Aansluiten van audio/ video-apparatuur (5) Aanbrengen van batterijen in de afstandsbediening Plaats de twee AA-formaat (R6) batterijen in de afstandsbediening, met de juiste polariteit van (+) en (–) zoals aangegeven in het batterijvak. Voor gebruik van de afstandsbediening richt u deze op de g afstandsbedieningssensor voorop de versterker. Aansluiten van luidsprekers (6) Voorluidspreker (L) Videorecorder Laserdisc-speler TV-videospel VoorUltralaag- luidspreker luidspreker (R) ] } } ] CD-speler Achterluidspreker (L) Wanneer de batterijen te vervangen Bij normaal gebruik zal een stel batterijen ongeveer een half jaar meegaan. Als de versterker niet meer naar behoren op de afstandsbediening reageert, is het tijd beide batterijen door nieuwe te vervangen. Opmerkingen • Leg de afstandsbediening niet op een al te warme of vochtige plaats. • Gebruik geen oude en nieuwe batterij naast elkaar. • Let op dat de afstandsbedieningssensor van de versterker niet wordt blootgesteld aan rechtstreekse zonnestraling of fel lamplicht, anders zal de afstandsbediening niet naar behoren functioneren. • Wanneer u denkt de afstandsbediening geruime tijd niet te gebruiken, is het beter de batterijen eruit te verwijderen, om eventuele beschadiging door batterijlekkage en corrosie te voorkomen. 4NL Middenluidspreker Cassettedeck Tuner Achterluidspreker (R) Platenspeler Aansluiten van audio/ video-apparatuur (5) Vóór het aansluiten • Schakel eerst alle betrokken apparatuur uit, alvorens u begint met het aansluiten ervan. • Sluit de netsnoeren van de apparatuur pas op het stopcontact aan nadat alle andere aansluitingen in orde zijn. • Steek alle stekkers stevig over de volle lengte in de aansluitbussen, om brom en andere bijgeluiden te voorkomen. • Zorg bij het aansluiten van de audio/videosnoeren dat u links en rechts niet verwisselt: sluit de witte stekkers aan op de witte stekkerbussen (voor het linker kanaal) en de rode stekkers op de rode stekkerbussen (voor het rechter kanaal). Voorbereidingen Aansluiten van audio/videoapparatuur Tuner Versterker Overzicht Hieronder wordt beschreven hoe u geluidsapparatuur en video-apparatuur (alleen voor geluidssignalen) kunt aansluiten op de versterker, om allerlei stereo geluidsbronnen met rondom-akoestiek te beluisteren. Plaats de versterker bovenop uw andere apparatuur, niet er onder. Zie voor de plaats van de stekkerbussen de onderstaande afbeelding. PHONO CD Tuner (ST-JX661) VIDEO 2 Versterker Cassettedeck TUNER TAPE VIDEO 1 Welke aansluitsnoeren zijn er nodig? Audiosnoeren (niet bijgeleverd) (1 per CD-speler, tuner, platenspeler, laserdisc-videoplatenspeler en TV-videospel; 2 per cassettedeck of videorecorder) Wit (L) Rood (R) Cassettedeck (TC-WR681) Wit (L) Rood (R) Aansluiting De pijl ç geeft de richting van de signaalstroom aan. CD-speler Versterker Platenspeler Versterker Platenspeler PHONO OUTPUT IN LINE L R CD-speler (CDP-C661/CX571) • Als uw platenspeler over een aardleiding beschikt Sluit, om brom te voorkomen, de aardleiding aan op de y SIGNAL GND signaal-aardaansluiting van de versterker. (wordt vervolgd) 5NL Voorbereidingen Videorecorder Versterker VIDEO 1 Videorecorder OUTPUT INPUT AUDIO OUT AUDIO IN AUDIO L AUDIO L R R Laserdisc-videoplatenspeler/TV-videospel Versterker Aansluiten van luidsprekers Laserdisc-speler VIDEO 2 OUTPUT AUDIO IN AUDIO L R Overzicht Hieronder wordt beschreven hoe u uw luidsprekers op de versterker kunt aansluiten. Hoewel voorluidsprekers (linker en rechter) vereist zijn, is gebruik van midden- en achterluidsprekers niet strikt noodzakelijk. Door toevoeging van midden- en achterluidsprekers aan uw installatie echter, zult u van geluid met akoestiek-effecten kunnen genieten. Aansluiting van een actieve woofer of ultralagetonenluidspreker zal het lagetonen-bereik verruimen. Zie voor de exacte plaats van de aansluitingen de onderstaande afbeelding. REAR SPEAKERS WOOFER SPEAKER Wat is de volgende stap? Lees de volgende paragraaf voor het aansluiten van de luidsprekers. FRONT SPEAKERS CENTER SPEAKER Voor een zo treffend mogelijk akoestisch effect, stelt u de luidsprekers op zoals in onderstaande afbeelding is aangegeven. Achterluidspreker 60 - 90 cm 45° Voorluidspreker Benodigdheden Luidsprekersnoeren (1 per luidspreker) (+) (+) (–) (–) Strip ongeveer 15 mm van de isolatie van beide uiteinden van het snoer. Let goed op dat het luidsprekersnoer met de juiste polariteit (+ en –) wordt aangesloten. Als u bij één van de luidsprekers de + en – polen verwisselt, zal het geluid vervormd klinken en de lage tonen zullen niet goed doorkomen. 6NL Voorbereidingen Aansluitingen Aansluiten van de stroomvoorziening Voorluidsprekers Versterker Voorluidspreker (R) Voorluidspreker (L) CENTER SPEAKER FRONT SPEAKERS }] R WOOFER SPEAKER }] L Instellen van de spanningskiezer (alleen voor de modellen voorzien van een spanningskiezer) Controleer of de spanningskiezer (VOLTAGE SELECTOR) op het achterpaneel van het apparaat juist staat ingesteld op het voltage van het plaatselijk lichtnet. Zo niet, zet de spanningskiezer dan met een schroevendraaier in de juiste stand, vóór u de stekker in het stopcontact steekt. Achter- en middenluidsprekers Versterker Achterluidspreker (R) AchterMidden- luidspreker luidspreker (L) REAR SPEAKERS R L 110-120 V 220-240 V CENTER SPEAKER }] }] FRONT SPEAKERS R }] WOOFER SPEAKER Aansluiten van het netsnoer L Ultralagetonen-luidspreker Versterker Ultralaagluidspreker WOOFER SPEAKER }] U kunt de netsnoeren van de modellen CDP-C661/ CDP-CX571/ST-JX661/TC-WR681 aansluiten op de schakelbare netuitgangen (SWITCHED AC OUTLET) van deze versterker. Vervolgens sluit u het netsnoer van de versterker aan op een gewoon wandstopcontact. Wanneer u aldus geluidscomponenten aansluit op de geschakelde netspanningsuitgang (SWITCHED AC OUTLET) van de versterker, loopt de stroomvoorziening van de aangesloten apparatuur via de versterker, hetgeen u in staat stelt de hele installatie in en uit te schakelen wanneer u de versterker in- en uitschakelt. SWITCHED AC OUTLETs Wat is de volgende stap? Lees verder in de volgende paragraaf voor het aansluiten van het netsnoer, om uw thuisbioscoop te completeren. / naar een stopcontact Voorzichtig Let op dat het totale stroomverbruik van de apparatuur aangesloten op de netuitgang van de versterker niet de 100 watt overschrijdt. Sluit op deze netuitgang geen elektrische huishoudelijke apparaten aan met een hoog stroomverbruik, zoals een TV-toestel, een strijkijzer of een ventilator e.d. 7NL Bediening van de versterker Kiezen van audio/videoapparatuur Voor het luisteren of kijken naar de weergave van aangesloten apparatuur, dient u eerst met de afstandsbediening op het gewenste apparaat in te stellen. • Voordat u begint dient u te zorgen dat de apparatuur zorgvuldig op de juiste wijze is aangesloten, zoals beschreven op bladzijden 5 t/m 7. • Zorg vóór het in- en uitschakelen van de versterker dat de MASTER VOLUME regelaar helemaal naar links is gedraaid (stand 0), om te voorkomen dat de luidsprekers beschadigd raken. POWER MASTER VOLUME Voor het Doet u het volgende Bijregelen van de klankkleur Drukt u op de TONE toets en vervolgens op + of –. (Telkens wanneer u op de TONE toets drukt, verspringt de toonregeling tussen hoge en lage tonen.) Benadrukken van de bassen Drukt u op de WOOFER ON/OFF toets (zie blz. 14). Voor luisteren via de hoofdtelefoon Sluit een hoofdtelefoon aan op de PHONES aansluiting. De luidsprekers geven dan geen geluid meer. Gebruik van de afstandsbediening Met de afstandsbediening kunt u de versterker en de hierop aangesloten Sony apparatuur op afstand bedienen. TV CONTROL 1 PHONES 1 2 8NL Funktiekeuzetoetsen Druk op de schakelaar om de versterker in te schakelen. Indrukken van de SYSTEM STANDBY toets op de afstandsbediening schakelt de versterker in de “STANDBY” uit-stand (waarbij het STANDBY lampje oplicht). Om dan op het voorpaneel vanuit deze “STANDBY” uit-stand weer in te schakelen, drukt u de aan/uit-schakelaar tweemaal in. Eenmaal om het apparaat uit te schakelen (zodat het STANDBY spanningslampje dooft) en nogmaals om de versterker weer in te schakelen. Kies het gewenste apparaat door indrukken van een van de functiekeuzetoetsen: SYSTEM CONTROL / FUNCTION (VIDEO 1, VIDEO 2, TAPE, CD, TUNER, PHONO) Druk op een van de SYSTEM/CONTROL/ FUNCTION toetsen om de audio- of videocomponent te kiezen die u wilt gebruiken. De SYSTEM CONTROL/FUNCTION toetsen van de afstandsbediening zijn in de fabriek als volgt ingesteld: Voor luisteren naar Drukt u op Grammofoonplaten PHONO Radioprogramma's TUNER Compact discs (CD) CD Audiocassettes TAPE Videocassettes VIDEO 1 Laserdiscs (of TV-videospelletjes) VIDEO 2 Als u de fabrieksinstelling van een keuzetoets wilt wijzigen, volgt u de aanwijzingen op blz. 9. De versterker en de gekozen geluidsbron worden tegelijk ingeschakeld. Voor luisteren naar Drukt u op Grammofoonplaten PHONO Radio-uitzendingen TUNER Compact discs (CD) CD Audiocassettes TAPE Als de gekozen audio - of videocomponent niet wordt ingeschakld Videocassettes VIDEO 1 Druk op de aan/uit-schakelaar van het betreffende apparaat. Laserdiscs (of TV-videospelletjes) VIDEO 2 3 Schakel het gekozen apparaat, bijvoorbeeld de CD-speler, in en start het afspelen. 4 Stel de geluidssterkte naar wens in met de MASTER VOLUME regelaar. 2 Start de weergave. Voor nadere bijzonderheden wordt verwezen naar “Beschrijving van de afstandsbediening” op bladzijde 20. Uitschakelen van de audio/video-apparatuur Druk op de SYSTEM STANDBY toets. Hiermee schakelt u alle op de geschakelde netspanningsuitgang (SWITCHED AC OUTLET) aangesloten audio/video-apparatuur in één keer uit. Bediening van de versterker Als u een Sony TV-toestel gebruikt Wanneer u op de TV CONTROL toets drukt om TV te kijken, wordt het TV-toestel automatisch ingeschakeld en ingesteld op TV-ontvangst. Ook zal het TV-toestel automatisch worden ingeschakeld wanneer u op de VIDEO toets drukt en het ingangssignaal van de betreffende video-apparatuur kiest. Als de TV echter niet automatisch op de juiste videobron wordt ingesteld, drukt u dan op de TV/ VIDEO toets. TV kijken zonder deze versterker in te schakelen (alleen met een Sony TV-toestel) Druk op de TV CONTROL toets om met de afstandsbediening alleen de functies van de TV te bedienen. Wanneer u deze toets indrukt, wordt de TV ingeschakeld en het TV-ingangssignaal gekozen. Als de TV niet automatisch op TV-ontvangst overschakelt, drukt u op de TV/VIDEO toets. Opmerking Niet alle Sony TV-toestellen zijn te bedienen met deze afstandsbediening. De toewijzing van apparatuur aan de cijfertoetsen is als volgt: Cijfertoets Voor de bediening van 1 CD-speler 2 DAT deck 3 Minidisc-recorder 4 Cassettedeck A 5 Cassettedeck B 6 Laserdisc-speler 7 Videorecorder (bedieningsstand VTR 1*) 8 Videorecorder (bedieningsstand VTR 2*) 9 Videorecorder (bedieningsstand VTR 3*) 10 TV-toestel >10 Digitale satelliet-ontvanger Veranderen van de fabrieksinstelling van een functiekeuzetoets * Sony videorecorders worden bediend in een VTR 1, 2 of 3 stand. Deze bedieningsstanden komen overeen met resp. Beta, 8-mm en VHS. Als de fabrieksinstellingen van de SYSTEM CONTROL/FUNCTION toetsen (blz. 8) niet goed overeenstemmen met de componenten van uw stereoinstallatie, kunt u deze instellingen zelf aanpassen. Als u bijvoorbeeld beschikt over twee compact disc spelers, maar geen cassettedeck of minidisc-recorder, dan kunt u de TAPE toets na omschakelen gebruiken voor uw tweede compact disc speler. Nu kunt u de TAPE toets gebruiken voor de bediening van een tweede CD-speler. Terugstellen op de fabrieksinstelling Volg opnieuw de bovenstaande aanwijzingen. Het is echter niet mogelijk om de fabrieksinstelling van de TUNER en PHONO toetsen te veranderen. SYSTEM CONTROL/ FUNCTION Cijfertoetsen 1 Houd de SYSTEM CONTROL/FUNCTION toets waarvan u de toewijzing wilt veranderen, ingedrukt (bijvoorbeeld TAPE). 2 Druk op de cijfertoets die overeenkomt met de audio- of videocomponent waarvan u de bediening wilt toewijzen aan de gekozen SYSTEM CONTROL/FUNCTION toets (bijvoorbeeld 1 voor de CD-speler). 9NL Bediening van de versterker Opnemen Deze versterker maakt opnemen naar en van apparatuur die hierop is aangesloten bijzonder eenvoudig. U hoeft de audio/video-apparatuur voor weergave en opname niet direct op elkaar aan te sluiten: als eenmaal een weergavebron op de versterker is gekozen, is maken en monteren van opnamen mogelijk op dezelfde wijze als u zou doen met gebruik van de bedieningsorganen op elk afzonderlijk apparaat. Controleer, alvorens u begint, of alle apparatuur naar behoren is aangesloten. Apparaat voor weergave (weergavebron) ç ç Functiekeuzetoetsen Opname-apparaat (cassettedeck, videorecorder) ç: Audio-signaalstroom Opnemen op een audiocassette of videocassette Via deze versterker kunt u muziek op een geluidscassette of minidisc opnemen. Raadpleeg de gebruiksaanwijzing van uw cassettedeck of videorecorder voor nadere bijzonderheden. 10NL 1 Druk op een van de functiekeuzetoetsen om de gewenste weergavebron te kiezen. 2 Maak het gekozen apparaat gereed voor weergave. Voor de CD-speler bijvoorbeeld, plaatst u een compact disc. 3 Steek een onbespeelde cassette in het cassettedeck of de videorecorder voor opname en stel zonodig het opnameniveau in. 4 Start het opnemen op het opnamedeck of de videorecorder en start het afspelen van de CD-speler. Gebruik van de akoestiekfuncties Kiezen van een akoestiekinstelling U kunt genieten van fraaie ruimtelijke geluidsweergave met rondom-akoestiek, door eenvoudigweg een van de drie voorgeprogrammeerde akoestiek-instellingen te kiezen aan de hand van het soort muziek waarnaar u gaat luisteren. DOLBY PRO LOGIC indicatorlampje Druk nogmaals op de SURROUND MODE toets (DOLBY, HALL of SIMULATED) die u in stap 1 hebt ingedrukt. Gebruik van de afstandsbediening U kunt ook met de afstandsbediening een gewenste akoestiekfunctie inschakelen. SURROUND MODE SURROUND indicatorlampjes (DOLBY/HALL/SIMULATED) SURROUND MODE akoestiek-keuzetoetsen (DOLBY/HALL/SIMULATED) 1 Uitschakelen van de akoestiekfunctie Druk op een van de SURROUND MODE akoestiek-keuzetoetsen (DOLBY, HALL of SIMULATED) om de gewenste akoestiekfunctie in te schakelen. Het indicatorlampje van de gekozen akoestiekfunctie licht op. Als u de DOLBY akoestiek kiest, gaat ook het DOLBY PRO LOGIC indicatorlampje branden. Kies de meest geschikte akoestiekfunctie aan de hand van het onderstaande schema: Voor weergave van cassettes/discs met kiest u met als doel het Dolby Pro Logic Surround merk DOLBY akoestiek Decoderen van videobronnen die met Dolby Surround akoestiekeffecten zijn opgenomen, voor het verkrijgen van een sfeer vergelijkbaar aan die in een bioscoop. Orkestwerken, kamermuziek, instrumentale of vocale muziek waar de akoestiek de muzikale nuances sterk beïnvloedt. HALL akoestiek Reproduceren van de uitgebalanceerde akoestiek van een rechthoekige concertzaal. Ideaal voor zachter, akoestisch geluid. Oude geluidsopnamen en beeldmateriaal met mono geluid, zoals oudere speelfilms of TV-uitzendingen. SIMULATED akoestiek Aan monogeluidsbronnen een stereo-effect meegeven. 1 Druk net zovaak op de SURROUND MODE toets tot het indicatorlampje voor de gewenste akoestiekfunctie gaat branden. Telkens wanneer u op de SURROUND MODE toets drukt, verspringt de aanduiding van de indicatorlampjes als volgt: ” DOLBY “ OFF (uitgeschakeld) ” HALL SIMULATED “ (gesimuleerd stereo) Op de verpakking kunt u zien of het geluid is opgenomen met Dolby Surround codering Sommige videocassettes of laserdiscs kunnen echter wel zijn opgenomen met Dolby Surround geluid, ook al staat dit niet op de verpakking aangegeven. 11NL Gebruik van de akoestiekfuncties Optimaal benutten van Dolby Pro Logic Surround geluid Om het Dolby Pro Logic Surround geluid zo goed mogelijk tot zijn recht te laten komen, dient u eerst de CENTER MODE middenkanaal-aanpassing te kiezen die het beste past bij uw luidspreker-opstelling. Vervolgens stelt u de geluidssterkte en de vertragingstijd van elke luidspreker af. Voor het maken van de onderstaande instellingen zult u een stel achterluidsprekers en/of een middenluidspreker moeten aansluiten. CENTER MODE DOLBY CENTER Kiezen van de CENTER MODE middenkanaal-aanpassing Deze versterker biedt u de keuze uit vier verschillende CENTER MODE instellingen: “NORMAL”, “WIDE”, “3 CH” en “PHANTOM”. Elke instelling is voor een bepaalde luidspreker-opstelling ontworpen. Kies de CENTER MODE instelling die het best past bij uw luidspreker-opstelling: 1 Druk op de DOLBY toets om in te stellen op DOLBY PRO LOGIC akoestiek. 2 Druk herhaaldelijk op de CENTER MODE toets tot de aanduiding voor de gewenste instelling in het uitleesvenster verschijnt. Kies de CENTER MODE instelling als volgt: REAR Als u beschikt over Kiest u NORMAL Voor- en achterluidspreker, en een kleine middenluidspreker Het basgeluid van het middenkanaal via de voorluidsprekers wordt weergegeven (omdat een kleine middenluidspreker onvoldoende basgeluid kan produceren). WIDE Voor- en achterluidsprekers, en een grote middenluidspreker Een “compleet” Dolby Pro Logic Surround geluid klinkt. 3 CH (3 Voor- en middenluidsprekers, Channel Logic) maar geen achterluidspreker Het geluid van het achterkanaal via de voorluidsprekers wordt weergegeven. +/– SURROUND DELAY SURROUND T.TONE SURROUND MODE LEVEL CENTER +/– LEVEL REAR +/– Zodat PHANTOM Het geluid van het Voor- en middenkanaal via de achterluidsprekers, voorluidsprekers wordt maar geen weergegeven. middenluidspreker Gebruik van de afstandsbediening Druk net zovaak op de SURROUND MODE toets tot het indicatorlampje voor de DOLBY akoestiek gaat branden. U kunt de geluidssterkte of de vertragingstijd van de luidsprekers eenvoudig bijregelen met de toetsen van de afstandsbediening. 12NL Gebruik van de akoestiekfuncties Afstellen van de geluidssterkte van de luidsprekers Met behulp van de testtoon-functie kunt u de geluidssterkte van uw luidsprekers op hetzelfde niveau afstellen. (Als al uw luidsprekers reeds hetzelfde geluidsvolume te horen geven, is afstellen niet noodzakelijk.) Door de toetsen op de afstandsbediening te gebruiken, kunt u de afstelling verrichten vanaf uw luisterpositie. 1 2 3 Druk op de SURROUND T.TONE toets van de afstandsbediening. De testtoon is achtereenvolgens via elk van de luidsprekers hoorbaar. Zorg dat het geluid van de testtoon via alle luidsprekers op uw luisterpositie even luid doorkomt. • Om het geluidsniveau van de middenluidspreker af te stellen, drukt u op de LEVEL CENTER + of – toets van de afstandsbediening. • Om het geluidsniveau van de achterluidsprekers af te stellen, drukt u op de LEVEL REAR + of – toets van de afstandsbediening. Alle luidsprekers kunnen tegelijkertijd afgesteld worden Hiervoor gebruikt u de MASTER VOLUME regelaar op de versterker. Instellen van de vertragingstijd van de achterluidsprekers Het akoestiek-geluid kan effectiever gemaakt worden door het geluid dat via de achterluidsprekers klinkt te vertragen (vertragingstijd). U heeft de keuze uit drie verschillende vertragingstijden, als volgt: ” 20 msec ” 30 msec ” 15 msec Bijvoorbeeld voor een ruime kamer of wanneer de achterluidsprekers ver van de luisterpositie vandaan staan opgesteld, maakt u de vertragingstijd korter. 1 Start de weergave van een videobron die met Dolby Surround akoestiek is opgenomen. 2 Druk herhaaldelijk op de SURROUND DELAY toets van de afstandsbediening om de vertragingstijd in te stellen. Druk op de SURROUND T.TONE toets van de afstandsbediening om de testtoon uit te schakelen. U kunt de weergave via de middenluidspreker en/of de achterluidsprekers ook instellen op de versterker zelf 1 Druk op de DOLBY toets om in te stellen op DOLBY PRO LOGIC akoestiek. 2 Druk op de CENTER of REAR toets. De CENTER of REAR indicator licht op. 3 Druk op de + of – toets om de geluidssterkte bij te regelen. Opmerkingen • Tijdens het bijregelen wordt het niveau van de middenluidspreker of de balans van de achterluidsprekers in het uitleesvenster aangegeven. • De geluidssterkte van de middenluidspreker en/of de achterluidsprekers is instelbaar in de volgende situaties. Middenluidspreker: wanneer de Dolby Pro Logic akoestiek is ingeschakeld (dus wanneer het DOLBY PRO LOGIC indicatorlampje brandt). Achterluidsprekers: wanneer een van de SURROUND MODE akoestiekfuncties (DOLBY, HALL of SIMULATED) is ingeschakeld. 13NL Gebruik van de akoestiekfuncties Weergave met vast ingestelde klankbeelden Extra bassen met een ultralaag-luidspreker Deze versterker beschikt over vijf voorgeprogrammeerde klankbeelden, waaruit u eenvoudig de meest geschikte akoestiekinstelling kunt kiezen voor de muziek of het geluid waarnaar u gaat luisteren. Voor het verrijken van de basweergave en de algemene geluidsindruk kunt u een ultralagetonen-luidspreker (SUPERWOOFER) aan uw stereo-installatie toevoegen. Gebruik de afstandsbediening voor het optimaal afregelen van de ultralaag-luidspreker vanaf uw luisterplaats. SOUND FIELD S.WOOFER ON/OFF S.WOOFER PHASE LEVEL S.WOOFER 1 Druk op een van de SOUND FIELD klankbeeldtoetsen, zodat het gewenste klankbeeld in het uitleesvenster wordt aangegeven. De vaste klankbeeld-instellingen kiest u als volgt: Druk op Voor weergave van 1 ROCK Stevig, duidelijk geluid, waarbij de lage en hoge tonen worden benadrukt. 2 POPS Luchtig, helder geluid, waarbij de hoge en middentonen worden benadrukt. 3 CLASSIC Breed, open en dynamisch geluid met volop nagalm voor een ruimtelijk akoestiekeffect. 4 MOVIE Geluid als in een grote bioscoopzaal, met de akoestiekeffecten van een speelfilm. 5 GAME De meest treffende geluids- en akoestiekeffecten van videospelletjes. WOOFER +/– 1 2 3 Uitschakelen van de klankbeeld-weergave Druk nogmaals op de SOUND FIELD klankbeeld-toets die u in stap 1 hebt ingedrukt. De aanduiding “OFF” verschijnt in het uitleesvenster en het klankbeeld wordt uitgeschakeld. Druk net zovaak op de SOUND FIELD toets tot het gewenste klankbeeld in het uitleesvenster wordt aangegeven. Telkens wanneer u op de SOUND FIELD toets drukt, verspringt de aanduiding in het uitleesvenster als volgt: OFF ” POPS “ GAME “ ” CLASSIC MOVIE “ Voor het luisteren naar een CLASSIC, MOVIE of GAME klankbeeld zonder akoestiekeffect Druk op een van de SURROUND MODE akoestiekkeuzetoetsen, zodat het bijbehorende indicatorlampje dooft. 14NL WOOFER ON/OFF Druk op de S.WOOFER ON/OFF toets om de ultralaag-weergave in te schakelen. Het SUPERWOOFER indicatorlampje van de versterker gaat branden. Druk op de fase-omkeerschakelaar (S.WOOFER PHASE) om de stand te kiezen die op het gehoor de beste basweergave oplevert. Druk op de +/– ultralaag-niveauregeltoetsen (LEVEL S.WOOFER) om de geluidssterkte van de ultralage tonen naar wens in te stellen. Het uitgangsniveau van de ultralage tonen wordt in het uitleesvenster aangegeven. U kunt de weergave van de ultralage tonen ook instellen op de versterker zelf Gebruik van de afstandsbediening ” ROCK SUPERWOOFER indicatorlampje 1 Druk op de WOOFER ON/OFF toets om de ultralaag-weergave in te schakelen. Het SUPERWOOFER indicatorlampje gaat branden. 2 Druk op de WOOFER ultralagetonen-insteltoets om de bijregelstand voor de ultralage tonen in te schakelen. Het uitgangsniveau van de ultralage tonen wordt in het uitleesvenster aangegeven. 3 Druk op de + of – bijregeltoets om geluidssterkte van de ultralage tonen naar wens in te stellen. Opmerkingen • Instellen van de ultralage tonen is alleen mogelijk zolang de ultralaag-luidspreker is ingeschakeld (dus wanneer het SUPERWOOFER indicatorlampje brandt). • Gebruik van de ultralaag-luidspreker is niet mogelijk wanneer u instelt op “PHONO” voor het afspelen van grammofoonplaten. Aanvullende informatie Verhelpen van storingen Als u een van de volgende problemen ondervindt bij de bediening van de versterker, kunt u deze lijst van controlepunten doorlopen om aan de hand hiervan het probleem te verhelpen. Mocht het probleem onopgelost blijven, neemt u dan a.u.b. contact op met uw dichtstbijzijnde Sony handelaar. Er klinkt geen geluid of de geluidssterkte blijft te gering. / Controleer of de luidsprekers en audio/ videocomponenten goed zijn aangesloten. / Controleer of de versterker wel staat ingesteld op de juiste geluidsbron voor weergave. / Het beveiligingscircuit van de versterker is ingeschakeld vanwege kortsluiting. (De aanduiding “PROTECT” knippert). Schakel de versterker uit, los het probleem dat de kortsluiting veroorzaakt op en schakel het apparaat dan weer in. Geluid van links en rechts is verwisseld. / Controleer of de luidsprekers en audio/ video-componenten goed zijn aangesloten. Er klinkt een hinderlijke bromtoon of andere storende achtergrondgeluiden. / Controleer of de luidsprekers en audio/ video-componenten goed zijn aangesloten. / Houd de aansluitsnoeren uit de buurt van een transformator of motor en tenminste 3 meter van een TV-toestel of TL-verlichting. / Plaats de geluidsinstallatie niet te dicht in de buurt van een ingeschakelde TV. / Zorg dat er een aardleiding is aangesloten op de y SIGNAL GND signaal-aardaansluiting van de versterker. / De stekkers en aansluitbussen zijn vuil. Reinig de stekkers en aansluitbussen met een doekje, licht bevochtigd met wat alcohol. Er komt geen geluid uit de middenluidspreker. / Kies de CENTER MODE instelling die past bij uw luidspreker-opstelling (zie blz. 12). / Stel de geluidssterkte van de luidsprekers op het juiste niveau af (blz. 13). Uit de achterluidsprekers klinkt geen geluid of de geluidssterkte blijft te gering. / Let op dat de akoestiekfunctie is ingeschakeld en een instelling is gekozen. / Kies de CENTER MODE instelling die past bij uw luidspreker-opstelling (zie blz. 12). / Stel de geluidssterkte van de luidsprekers op het juiste niveau af (blz. 13). Het geluid wordt niet met akoestiek-effekt weergegeven. / Controleer of de akoestiekfunctie wel is ingeschakeld. Bij instellen van de testtoon klinkt er niet of nauwelijks geluid. / Draai de MASTER VOLUME knop naar rechts toe verder open. Opnemen is niet mogelijk. / Controleer of de apparatuur op de juiste wijze is aangesloten. / Stel met de functiekeuzetoetsen in op de geluidsbron voor opname. De afstandsbediening werkt niet. / Richt de afstandsbediening recht op de afstandsbedieningssensor g van de versterker. / Er bevindt zich een obstakel tussen het apparaat en de kop van de afstandsbediening. / Vervang beide batterijen in de afstandsbediening door nieuwe. / Controleer of u de juiste functie voor bediening van het gewenste apparaat op de afstandsbediening heeft gekozen. / Wellicht is de TV CONTROL toets ingedrukt, zodat de afstandsbediening alleen nog werkt voor het TV-toestel. Voor afstandsbediening van de versterker en andere apparatuur zult u eerst op een van de SYSTEM CONTROL/ FUNCTION toetsen moeten drukken. Bij indrukken van een van de SYSTEM CONTROL/ FUNCTION keuzetoetsen van de afstandsbediening wordt de versterker niet ingeschakeld. / Druk eerst op de toets op het voorpaneel van de versterker, als het STANDBY spanningslampje nog niet brandt (zie blz. 8). 15NL Aanvullende informatie Technische gegevens Versterker-gedeelte Modellen voor Europa,: (voorluidsprekers) DIN uitgangsvermogen 100 + 100 watt (met achter/midden/ ultralaag uitgeschakeld, aan 8 ohm, bij 1 kHz) Continu RMS uitgangsvermogen 120 + 120 watt (met achter/midden/ ultralaag uitgeschakeld, aan 8 ohm, bij 1 kHz, 10% THV) 80 watt/kanaal (met SURROUND akoestiek ingeschakeld, aan 8 ohm, bij 1 kHz, 10% THV) (achterluidsprekers) 50 watt (met voor/ midden/ultralaag uitgeschakeld, aan 8 ohm, bij 1 kHz) (middenluidspreker) 50 watt (met voor/achter/ ultralaag uitgeschakeld, aan 8 ohm, bij 1 kHz) (ultralaag-luidspreker) 80 watt (met voor/achter/ middenluidspreker uitgeschakeld, aan 4 ohm, bij 35 Hz) Overige modellen: Piek-muziekvermogen 1900 watt (totaal) (voorluidsprekers) Continu RMS uitgangsvermogen 100 + 100 watt (met achter/midden/ ultralaag uitgeschakeld, aan 8 ohm, bij 1 kHz, 10% THV) (achterluidsprekers) 50 watt (met voor/ midden/ultralaag uitgeschakeld, aan 8 ohm, bij 1 kHz) (middenluidspreker) 50 watt (met voor/achter/ ultralaag uitgeschakeld, aan 8 ohm, bij 1 kHz) 16NL (ultralaag-luidspreker) 80 watt (met voor/achter/ middenluidspreker uitgeschakeld, aan 4 ohm, bij 40 Hz) Ingangen PHONO (tulpstekkerbussen): gevoeligheid 2,5 mV, impedantie 50 kOhm CD (tulpstekkerbussen): gevoeligheid 400 mV, impedantie 50 kOhm TUNER, TAPE, VIDEO 1,2 (tulpstekkerbussen): gevoeligheid 250 mV, impedantie 50 kOhm Uitgangen TAPE REC OUT, VIDEO 1 (tulpstekkerbussen): uitgangsspanning 250 mV, impedantie 1 kOhm PHONES (stereo klinkstekkerbus): geschikt voor hoofdtelefoons met hoge of lage impedantie Toonregeling ± 10 dB bij 100 Hz en 10 kHz Algemeen Stroomvereiste Modellen voor Europa, Australië en Singapore: 230 V wisselstroom, 50/60 Hz Overige modellen: 110 - 120 of 220 - 240 V wisselstroom, 50/60 Hz (instelbaar met spanningskiezer) Stroomverbruik 180 watt Netstroomuitgangen 3 schakelbaar, totaal maximaal 100 watt Afmetingen (b/h/d) ca. 430 x 160 x 355 mm Gewicht (ca.) ca. 8,5 kg Bijgeleverd toebehoren Afstandsbediening RM-U581 (1) Sony SUM-3 (NS) batterijen (2) Wijzigingen zonder kennisgeving in ontwerp en technische gegevens voorbehouden. Aanvullende informatie Verklarende woordenlijst CENTER MODE Instelling voor luidspreker-opstelling om het Dolby Pro Logic Surround geluid optimaal tot zijn recht te laten komen. Voor een zo fraai mogelijke akoestiek kiest u één van de volgende vier CENTER MODE instellingen, afhankelijk van de opstelling van uw luidsprekers. Vertragingstijd Akoestisch rondom-geluid De vertragingstijd is het tijdsverschil tussen de akoestiek-weergave van de voorluidsprekers en die van de achterluidsprekers. Door de vertragingstijd van de achterluidsprekers in te stellen, kunt u de sfeer van verschillende luisterruimtes nabootsen. Als u uw achterluidsprekers in een kleine kamer of dicht in de buurt van uw luisterpositie heeft opgesteld, maakt u de vertragingstijd langer. Voor een ruime kamer of wanneer de achterluidsprekers ver van de luisterpositie vandaan staan opgesteld, maakt u de vertragingstijd korter. Dit geluid bestaat uit drie geluidscomponenten: rechtstreeks geluid, vroeg weerkaatst geluid en een nagalm. De akoestiek van de ruimte waarin u zich bevindt beïnvloeden de wijze waarop deze drie geluidscomponenten te horen zijn. De versterker combineert deze geluidscomponenten op een dusdanige manier dat diverse luisteromgevingen, zoals bijvoorbeeld een concertzaal, kunnen worden nagebootst. Dolby Pro Logic Surround • NORMAL instelling Kies de NORMAL instelling als u beschikt over voor- en achterluidsprekers en een kleine middenluidspreker. Aangezien een kleine middenluidspreker onvoldoende basgeluid kan produceren, wordt het basgeluid van het middenkanaal via de voorluidsprekers weergegeven. Middenluidspreker Voorluidspreker Voorluidspreker (L) (R) Achterluidspreker (L) Achterluidspreker (R) • WIDE instelling Kies de WIDE instelling als u beschikt over voor- en achterluidsprekers en een grote middenluidspreker. Met de WIDE instelling kunt u het Dolby Surround geluid optimaal benutten. Middenluidspreker Voorluidspreker Voorluidspreker (L) (R) Achterluidspreker (L) Achterluidspreker (R) • 3 CH instelling Kies de 3 CH instelling als u beschikt over voor- en middenluidsprekers, maar niet over achterluidsprekers. Het geluid van het achterkanaal wordt via de voorluidsprekers weergegeven, zodat u enige mate van akoestiek kunt verkrijgen zonder achterluidsprekers te gebruiken. Middenluidspreker Voorluidspreker Voorluidspreker (L) (R) Decodeersysteem van Dolby Surround geluid waarmee TV-programma's en videocassettes zijn opgenomen. Vergeleken met het vorige Dolby Surround systeem, zorgt de Dolby Pro Logic Surround voor verbetering van het geluidsbeeld door gebruik van vier afzonderlijke kanalen: voor het doorsturen van de geluidseffecten buiten beeld, het dialoog in beeld, de beweging van het filmgeluid en de muziek. Dit stelt u in staat een sfeer te verkrijgen vergelijkbaar aan die in een bioscoop. Om van de Dolby Pro Logic te kunnen benutten, heeft u een paar achterluidsprekers en/of een middenluidspreker nodig. Om de akoestiek zo goed mogelijk tot zijn recht te laten komen, dient u eerst de CENTER MODE instelling te kiezen die het beste past bij uw luidspreker-opstelling. Dolby Surround Codeer- en decodeersysteem van Dolby Surround geluid voor thuisgebruik. De Dolby Surround decodeert de extra kanalen op de geluidssporen van met Dolby Surround geluid opgenomen videofilms en TVprogramma's, en produceert geluidseffecten en echo's waardoor u zich middenin de actie waant. Dolby Surround is in deze versterker als een akoestiek-instelling voorgeprogrammeerd. Als u over achterluidsprekers of een middenluidspreker(s) beschikt, wordt aanbevolen het Dolby Surround geluidsbeeld bij te regelen door kiezen van de CENTER MODE instelling die bij uw luidsprekeropstelling past. Dit stelt u in staat de Dolby Pro Logic Surround ten volle te benutten. Kies de PHANTOM instelling als u beschikt over voor- en achterluidsprekers, maar niet over een middenluidspreker. Het geluid van het middenkanaal wordt via de voorluidsprekers weergegeven. Voorluidspreker (L) Voorluidspreker (R) Vroege weerkaatsingen Nagalm Rechtstreeks geluid • Verloop van het geluid van de achterluidsprekers Rechtstreeks geluid Vroege Niveau weerkaatsingen Nagalm Vroege weerkaatsingstijd Tijd Testtoon Het geluidssignaal dat de versterker te horen geeft aan de hand waarvan u de geluidssterkte van de luidsprekers kunt afstellen. De testtoon is als volgt via elk van de luidsprekers te horen: • Bij een geluidsinstallatie met een middenluidspreker (NORMAL/WIDE/3 CH instellingen) De testtoon wordt achtereenvolgens weergegeven via de linker voorluidspreker, de middenluidspreker, de rechter voorluidspreker en de achterluidsprekers. Voor (L) Voor (R) Midden Parameter Een variabele die de klank van het weergegeven geluid bepaalt, zoals de tooninstelling of de vertragingstijd. De voorgeprogrammeerde klankbeelden van deze versterker zijn bij te regelen door de parameters zo te kiezen dat uw muziek het best klinkt in uw luisterkamer. Klankbeeld • PHANTOM instelling • Zaal-geluidscomponenten Een akoestiekpatroon dat het totaal vormt van de rechtstreekse geluidsweergave en het weerkaatst geluid in een bepaalde luisteromgeving. Deze versterker beschikt over vijf voorgeprogrammeerde klankbeelden (ROCK, POPS, CLASSIC, MOVIE en GAME), waaruit u eenvoudig de meest geschikte akoestiekinstelling kunt kiezen voor de muziek of het geluid waarnaar u gaat luisteren. 3 CH Achter (L, R) NORMAL/WIDE • Bij een geluidsinstallatie zonder middenluidspreker (PHANTOM instelling) De testtoon wordt afwisselend via de vooren achterluidsprekers weergegeven. Voor (L, R) PHANTOM Achter (L, R) Achterluidspreker (L) Achterluidspreker (R) 17NL Index A V Aansluiten van audio/videoapparatuur 5, 6 Aansluitingen audio/video-apparatuur 5, 6 luidsprekers 6 netsnoer 7 overzicht 4 TV/videorecorder 6 Achterpaneel 5, 6, 7, 19 Afstandsbediening van Sony apparatuur 8 Afstandsbedieningstoetsen 8, 9, 11, 12, 13, 14, 20 Fabrieksinstelling van functietoetsen wijzigen 9 Akoestiek 11, 17 B Beknopt bedieningsoverzicht 21 C CENTER MODE instelling 12, 17 3 CH 12,17 NORMAL instelling 12, 17 PHANTOM 12, 17 WIDE 12, 17 D, E, F, G, H Dolby Pro Logic optimaal benutten 12 Surround 17 Dolby Surround geluid 11, 17 3 CH instelling 12, 17 I, J Instellen geluidssterkte 8 luidspreker-geluidsterkte 13 vertragingstijd 13, 17 K Kiezen van een akoestiekinste lling 11 Kiezen van een weergavebron 8 met de afstandsbediening 8 Klankbeeld kiezen 14 L Luidsprekers aansluiting 7 opstelling 6 M Monteren van opnamen: Zie Opnemen N NORMAL instelling 12, 17 O Opnemen op audiocassette 10 op videocassette 10 P, Q, R, S W, X, Y, Z Weergavebron kiezen 8 WIDE instelling 12, 17 Namen van de bedieningsorganen Toetsen ANT TV/VTR 20 BAND 20 CD 8 CENTER 13 CENTER MODE 12 CH/PRESET +/– 20 D.SKIP 20 DOLBY 11, 12 HALL 11 LEVEL CENTER 13 LEVEL REAR 13 LEVEL S.WOOFER 14 PHONO 8 REAR 13 SIMULATED 11 SOUND FIELD 14 SURROUND MODE 11 SURROUND DELAY 13 SURROUND T.TONE 13 S.WOOFER ON/OFF 14 S.WOOFER PHASE 14 SYSTEM STANDBY 8 TAPE 8 TONE 8 TUNER 8 TV CONTROL 9, 20 TV/VIDEO 9, 20 VIDEO 1 8 VIDEO 2 8 WOOFER 14 WOOFER ON/OFF 14 0/) 20 =/+ 20 P 20 9 20 ( 20 r 20 p 20 +/– 12, 14 Cijfertoetsen (0-9) 20 Schakelaars aan/uit-schakelaar 8 PHANTOM instelling 12, 17 SOUND FIELD klankbeelden 14 Regelaar Testtoon 13, 17 TV/videorecorder aansluitingen 6 Aansluitbus T U Uitpakken 4 Ultralagetonen-luidspreker 14 18NL Indicatorlampjes Verhelpen van storingen 15 Vertragingstijd 13, 17 MASTER VOLUME totaalvolumeregelaar 8 PHONES hoofdtelefoonaansluiting 8 DOLBY PRO LOGIC akoestiekindicator 11 SUPERWOOFER ultralagetonenindicator 14 Overige g afstandsbedieningssensor 4 Beschrijving van het achterpaneel 1 2 3 4 !¢ !£!™ !¡ 0 9 1 y Signaal-aardaansluiting (SIGNAL GND). 2 Aansluiting voor akoestiekachterluidsprekers (REAR SPEAKERS) 3 Geschakelde netspanningsuitgang (SWITCHED AC OUTLET) 4 Netsnoer 5 Spanningskiezer (VOLTAGE SELECTOR) (alleen voor de modellen voorzien van een spanningskiezer) 8 76 6 Aansluiting voor ultralagetonenluidspreker (WOOFER SPEAKER) 7 Aansluiting voor akoestiekmiddenluidspreker (CENTER SPEAKERS) 8 Voorluidspreker-aansluitingen (FRONT SPEAKERS) 9 Aansluitblok 1 voor videoapparatuur (VIDEO 1) 5 0 Aansluitblok 2 voor videoapparatuur (VIDEO 2) !¡ Cassetterecorder-aansluitingen (TAPE) !™ Compact disc speler aansluitingen (CD) !£ Tuner-aansluitingen (TUNER) !¢ Platenspeler-aansluitingen (PHONO) 19NL Beschrijving van de afstandsbediening Beschrijving van de afstandsbediening Hieronder volgt een overzicht van de toetsen op de afstandsbediening die niet zijn genoemd op de voorgaande bladzijden en de toetsen die verschillen van die op de versterker zelf. Toets Voor bediening van Functie Toets Voor Functie bediening van 0-9 Tuner Kiezen van voorkeurzendernummers. 9 Cassettedeck CD-speler/ minidisc-recorder Kiezen van muziekstuknummers. ENTER TV/ Instellen op een zender videorecorder/ gekozen met de 0 - 9 satellietcijfertoetsen. ontvanger BAND Tuner Kiezen van de FM of AM afstemband. TV/VIDEO TV/ videorecorder Kiezen van het ingangssignaal: TV-signaal of videoprogramma. VISUAL I TV/ In- en uitschakelen. videorecorder/ laserdiscspeler/ satellietontvanger TV CONTROL TV Inschakelen van de TV, instellen op TV-ontvangst en instellen van de afstandsbediening op TVbediening. -/- - TV Instellen op kanaalkeuze van een of twee cijfers (alleen voor Europa). POSITION TV Veranderen van de plaats van het inzetbeeld.* SWAP TV Verwisselen van het inzetbeeld en het schermvullend beeld.* P IN P TV Inschakelen van de inzetbeeld-functie.* ANT TV/ VTR Videorecorder Kiezen van het uitgangssignaal van de antenne-aansluiting: TVsignaal of videoprogramma. TV/ Kiezen van zendernummers. videorecorder/ satelliet-ontvanger >10 CH/ PRESET +/– CD-speler/ minidiscrecorder/TV Kiezen van muziekstuk/ zender-nummers boven de 10. Tuner Doornemen en kiezen van voorkeurzenders. TV/ Kiezen van vooringestelde videorecorder/ zenders. satelliet-ontvanger D.SKIP Overslaan van compact discs (alleen voor een CD-speler met een multi-disc wisselaar). DISC CD-speler Kiezen van CD’s (alleen voor “jukebox”-type CDwisselaars). 0/) CD-speler Doorzoeken van muziekstukken (terugwaarts/voorwaarts). Cassettedeck/ minidisc-recorder videorecorder Vooruitspoelen of terugspoelen. =/+ CD-speler/ minidisc-recorder Overslaan van muziekstukken. P CD-speler/ cassettedeck/ minidiscrecorder/ videorecorder Tijdelijk onderbreken van de weergave of opname. (Teven voor het starten van de opname van apparatuur die in de opname-pauzestand staat.) CD-speler/ cassettedeck/ minidiscrecorder/ videorecorder Starten van de weergave. CD-speler/ cassettedeck/ minidiscrecorder/ videorecorder Stoppen van de weergave. ( p 20NL CD-speler Starten van de weergave van de achterkant van de cassette. * Alleen voor Sony TV-toestellen met inzetbeeld-functie. Beknopt bedieningsoverzicht Kiezen van audio/ video-apparatuur Kiezen van een akoestiekeffect Voorbeeld: Afspelen van een compact disc Voorbeeld: Luisteren naar klassieke muziek op een CD Gebruik van een voorgeprogrammeerd klankbeeld Voorbeeld: Luisteren naar klassieke muziek op een CD HALL CD CD v Schakel de compact disc speler in. v Start de weergave. v Schakel de compact disc speler in. v Start de weergave. v 3 CLASSIC v Schakel de compact disc speler in. v Start de weergave. 21NL
  • Page 1 1
  • Page 2 2
  • Page 3 3
  • Page 4 4
  • Page 5 5
  • Page 6 6
  • Page 7 7
  • Page 8 8
  • Page 9 9
  • Page 10 10
  • Page 11 11
  • Page 12 12
  • Page 13 13
  • Page 14 14
  • Page 15 15
  • Page 16 16
  • Page 17 17
  • Page 18 18
  • Page 19 19
  • Page 20 20
  • Page 21 21
  • Page 22 22
  • Page 23 23
  • Page 24 24
  • Page 25 25
  • Page 26 26
  • Page 27 27
  • Page 28 28
  • Page 29 29
  • Page 30 30
  • Page 31 31
  • Page 32 32
  • Page 33 33
  • Page 34 34
  • Page 35 35
  • Page 36 36
  • Page 37 37
  • Page 38 38
  • Page 39 39
  • Page 40 40
  • Page 41 41
  • Page 42 42
  • Page 43 43
  • Page 44 44
  • Page 45 45
  • Page 46 46
  • Page 47 47
  • Page 48 48
  • Page 49 49
  • Page 50 50
  • Page 51 51
  • Page 52 52
  • Page 53 53
  • Page 54 54
  • Page 55 55
  • Page 56 56
  • Page 57 57
  • Page 58 58
  • Page 59 59
  • Page 60 60
  • Page 61 61
  • Page 62 62
  • Page 63 63
  • Page 64 64
  • Page 65 65
  • Page 66 66
  • Page 67 67
  • Page 68 68
  • Page 69 69
  • Page 70 70
  • Page 71 71
  • Page 72 72
  • Page 73 73
  • Page 74 74
  • Page 75 75
  • Page 76 76
  • Page 77 77
  • Page 78 78
  • Page 79 79
  • Page 80 80
  • Page 81 81
  • Page 82 82
  • Page 83 83
  • Page 84 84
  • Page 85 85
  • Page 86 86
  • Page 87 87
  • Page 88 88
  • Page 89 89
  • Page 90 90
  • Page 91 91
  • Page 92 92
  • Page 93 93
  • Page 94 94
  • Page 95 95
  • Page 96 96
  • Page 97 97
  • Page 98 98
  • Page 99 99
  • Page 100 100
  • Page 101 101
  • Page 102 102
  • Page 103 103
  • Page 104 104

Sony TA-AV581 de handleiding

Type
de handleiding