Marantec CS 320 de handleiding

Type
de handleiding
NL
CS 320-besturing / Rev.B 1.01 – 1
Bedieningshandleiding
CS 320-besturing
2 – CS 320-besturing / Rev.B 1.01 CS 320-besturing / Rev.B 1.01 – 3
1. Inhoudsopgave
1. Inhoudsopgave. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 2
2. Informatie over het document. . . . . . . . . . . . 3
3. Algemene veiligheidsinstructies . . . . . . . . . . 3
4. Productoverzicht . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 4
4.1 Productbeschrijving...................4
4.2 Varianten ..........................4
4.3 CS320moederbord..................5
5. Montage. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 6
5.1 Veiligheidsinstructiesvoormontage ......6
5.2 Netaansluiting ......................6
5.3 Interne zekering .....................7
5.4 Keuze netspanning ...................8
5.5 Stroomvoorzieningexterneapparatuur
(alleen bij 400 V/3-fasen) ..............8
5.6 Aansluitingelektronischeindpositiesysteem
absolute encoder (AWG)...............9
5.7 Aansluitingmechanischeeindschakelaars
(MEC).............................9
5.8 Aansluiting bedieningsapparaten .......12
5.9 Aansluiting lichtgordijn...............14
5.10 Aansluiting sluitkantbeveiliging 1 .......15
5.11 Aansluiting fotocel 1.................16
5.12 Pinbezetting relaisuitgangen...........17
5.13 Aansluitingprogrammeerbareingangen ..17
5.14 VeiligheidsingangconformEN12453 ....20
5.15 Radio-ontvanger, insteekbaar ..........21
5.16 CS-radio..........................22
5.17 Digitaal 991 .......................22
5.18 Aansluitingexterneradio-ontvanger .....23
5.19 Aansluitingfrequentieomvormer ........23
5.20 AansluitingLCD-monitor..............24
5.21 AansluitingMSBUS-componenten ......24
5.22 Radiotransmissiesysteem..............25
6. Initialisatie . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 25
7. Instellen van de eindposities . . . . . . . . . . . . 26
7.1 Controle van de aandrijfrichting/
bewegingsrichting ..................26
7.2 Mechanische eindschakelaars instellen ...26
7.3 Instellen van het elektronische
eindpositiesysteemviadeinstelknoppenop
de printplaat.......................26
7.4 Hetelektronischeeindpositiesysteeminstellen
viadeLCD-monitor..................27
7.5 De tussenposities van het elektronische
eindpositiesysteeminstellenviadeLCD-
monitor ..........................27
8. Programmeren . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .28
8.1 OverzichtLCD-monitor ...............28
8.2 BedrijfsmodivandeLCD-monitor .......28
8.3 Expertmenu .......................29
8.4 RESET............................29
8.5 RESETvandebesturingseenheidmet
LCD-monitor.......................30
8.6 RESET van de besturingseenheid zonder
LCD-monitor.......................30
9. Navigator (alleen LCD-monitor). . . . . . . . . . .32
10. Functie-overzichten . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .34
10.1 ModusAutomatisch .................34
10.2 Modus invoer ......................35
10.3 Toelichtingbijderelaismodi:...........43
10.4 Toelichtingbijdeingangen: ...........46
10.5 Modus Diagnose/Storingsgeheugen .....50
11. Storingsindicatie en oplossing. . . . . . . . . . . .53
11.1 StoringsmeldingophetLCD-display .....53
11.2 StoringsmeldingviaLED ..............55
12. Technische gegevens . . . . . . . . . . . . . . . . . . .57
12.1 Mechanische en elektrische gegevens ....57
12.2 Categorie en prestatieniveau van de
betrouwbarewerkingconform
EN ISO 13849-1 ....................58
13. Service . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .59
14. Fabrikant verklaring. . . . . . . . . . . . . . . . . . . .60
15. Bijlage . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .61
15.1 Meetpunten veiligheidscircuit ..........61
15.2 Overzicht van de aansluitingen .........62
CS 320-besturing / Rev.B 1.01 – 3
NL
2 – CS 320-besturing / Rev.B 1.01 CS 320-besturing / Rev.B 1.01 – 3
3. Algemene veiligheidsinstructies
WAARSCHUWING!
Levensgevaar door het niet opvolgen van de
documentatie!
Alleveiligheidsinstructiesinditdocumentopvolgen.
Alleveiligheidsinstructiesinditdocumentopvolgen.
Garantie
De garantie op goede werking en veiligheid geldt alleen
wanneer de waarschuwingen en veiligheidsinstructies in deze
bedieningshandleiding worden opgevolgd.
Voorpersoonlijkletselofschadeaaneigendommen
veroorzaaktdoorhetnietinachtnemenvande
waarschuwingen en veiligheidsinstructies is de fabrikant niet
aansprakelijk.
Voor schade veroorzaakt door het gebruik van niet-
goedgekeurde onderdelen en accessoires, is elke
aansprakelijkheid en garantie door de fabrikant uitgesloten.
Bedoeld gebruik
DebesturingseenheidCS320isuitsluitendontworpenvoor
hetaansturenvandeursystemendooraandrvingenmet
mechanischeeindschakelaars(MEC)ofeenelektronisch
eindpositiesysteem(AWG).
Doelgroep
Alleenbevoegdeengediplomeerdeelektromonteursmogen
debesturingaansluiten,programmerenenonderhouden.
Bevoegdeengeschooldeelektromonteursvoldoenaande
volgendeeisen:
kennisvandealgemeneenspeciekeveiligheids-en
ongevallenpreventievoorschriften,
kennisvandevantoepassingzndeelektrische
voorschriften,
opleiding in het gebruik en verzorging van geschikte
veiligheidsuitrusting,
vaardigheden voor herkennen van aan elektriciteit
gerelateerde gevaren.
Originele bedieningshandleiding
Auteursrechtelijkbeschermd.
Reproductie,geheelofgedeeltelijk,alleenmetonze
toestemming.
Wijzigingen, die de technische vooruitgang dienen, zijn
voorbehouden.
Allemaataanduidingeninmillimeters.
Weergaven zijn niet op schaal getekend.
Symboolverklaring
WAARSCHUWING!
Indicatie van een veiligheidsrisico, dat kan leiden tot de
dood of ernstig letsel.
VOORZICHTIG!
Indicatie van een veiligheidsrisico, dat kan leiden tot lichte
ofgemiddeldzwaarletsel.
ATTENTIE!
Indicatie van een veiligheidsrisico, dat kan leiden tot
beschadigingen of storingen aan het product.
CONTROLE
Waarschuwing voor een vereiste controle.
INFORMATIE
Verwijzingnaarapartedocumentenwaaropgeletmoet
worden.
Oproep tot actieOproep tot actie
Lijst,opsomming
Verwijzingnaarandereplaatseninditdocument
2. Informatie over het document
4 – CS 320-besturing / Rev.B 1.01 CS 320-besturing / Rev.B 1.01 – 5
4 – CS 320-besturing / Rev.B 1.01
Instructies b montage en aansluiting
De besturingseenheid is volgens aansluittype X
gecongureerd.
Voorafgaandeaanwerkzaamhedenaandeelektriciteit,
moethetsysteemwordenlosgekoppeldvande
stroomvoorziening.Tdensdewerkzaamhedenmoet
wordengewaarborgddatdestroomvoorziening
onderbrokenblft.
Deplaatselkeveiligheidsvoorschriftenmoetenworden
opgevolgd.
Veranderingenaanenvervangingvandestroomkabel
moetenmetdefabrikantwordenafgestemd.
Voordeverbindingtussendedeuraandrvingende
besturingseenheidmoeteenoriginelekabelsetvanMFZ
GmbH&CoKGwordengebruikt.Wzigingofvervanging
magalleenwordenuitgevoerdnaoverlegengoedkeuring
door de fabrikant.
Instructies voor het gebruik
Onbevoegdepersonen(vooralkinderen)nietmetvast
gemonteerderegel-ofbesturingssystemenlatenspelen.
Afstandsbedieningen buiten het bereik van kinderen
houden.
Degeldigenormenenvoorschriftenmoetenworden
opgevolgd!
4. Productoverzicht
4.1 4.1 ProductbeschrvingProductbeschrving
DeCS320besturingseenheidisontworpenvoorindustriële
toepassingenenkanwordengebruiktopallesoortgelke
deuren.Aandrvingenmetmechanischeeindschakelaars(MEC)
ofeenelektronischeindpositiesysteem(AWG)kunnenworden
aangesloten en bediend.
Allenoodzakelkebedieningsapparatenenveiligheidselementen
kunnen worden aangesloten, ingesteld en geanalyseerd.
DeprogrammeringgebeurtviaeeninsteekbareLcd-monitor.
Alsalternatiefisereenserviceprogrammabeschikbaarals
accessoire.
Ditserviceprogrammabestaatuiteenstickeneenapp.
DevolgendeleveringsvariantenvandeCS320-besturingseenheid
znmogelk:
4.2 4.2 VariantenVarianten
Varianten van de behuizing:
CS320besturingseenheidin„standaard“-behuizing
CS320besturingseenheidin„combi“-behuizingmet
geïntegreerdemontagerailvoorextracomponenten
Varianten van de insteekbare Lcd-monitor:
Lcd-monitoropdeprintplaat
Lcd-monitorindebehuizingskap
LCD-monitorbekabeld,insteekbaar(MSBUS)
ZonderLcd-monitor(monitorisvereistvooralleafstellingen
behalve de eindpositie-afstelling)
Varianten van de bedieningsapparaten:
3-wegknop CS geïntegreerd in de behuizing
Optioneel:
Behuizing zonder 3-wegknop
BehuizingmetsleutelschakelaarAAN/UIT
Behuizingmethoofdschakelaar
BehuizingmetStop
Insteekbarecomponenten(printplaat)
Rembewakingsmodule
Weekschakelklok
Radio-ontvanger
Radiosysteemvooreensluitkantbeveiligingen/ofeen
veiligheidselement.
Algemene veiligheidsinstructies
4 – CS 320-besturing / Rev.B 1.01 CS 320-besturing / Rev.B 1.01 – 5
NL
In de bedieningshandleiding worden de aansluit- en
programmeermogelkhedenenvariantenvandeCS320-be-
sturingseenheidmetaangeslotenLcd-monitorenvanaf
softwareversieV1.01a beschreven.
4.3 4.3 CS320 moederbord CS320 moederbord
Toelichting:
X1: Contactstripnetaansluiting
X2: Contactstripmotor
X3: Contactstripbedieningsapparaten
X4: Contactstripveiligheidselementen
X5: Contactstriprelais
X6: AansluitproelvoorinterneON-OFFschakelaar
X7: Aansluitproelvoorinterne3-wegknopKDT
X8: AansluitproelvoorLCD-monitor
(OnderdeLCD-monitor)
X9: Aansluitproelvoorradio-ontvanger
X10: Aansluitproelvoorweekschakelklok/remmodule
X11: Aansluitproelvoorelektronischeindpositiesysteem
(AWG)
X12: Aansluitproelvoorexterneradio-ontvanger
X13: Aansluitproelvoorinterne3-wegknopCS
X15: Aansluitstrookvoormechanischeeindschakelaars
(MEC)
X16: AansluitproelBUS-systeem(MSBUS)
X17: RJ-connectorvoorBUS-systeem(MSBUS)
X18: Aansluitproelvoorfrequentieomvormer(interface)
X19: Contactstripvoorstroomvoorzieningexterne
apparaten 230V/50Hz
X20: Aansluitstripvoortransmissiesysteem
X21: Keuzenetspanning
H1: Bedrfsklaar(groen)
Isaanbspanningsvoorziening.
H2: Statusindicatie(rood)
Brandtbstoringenofbhetactiverenvan
veiligheidsvoorzieningen
S1: Programmeerknop(+)
(OnderdeLCD-monitor)
S2: Programmeerknop(-)
(OnderdeLCD-monitor)
S3: Programmeerknop(P)
(OnderdeLCD-monitor)
F1: Zekeringexterneapparaten230V/50Hz
(max.1Atraag)
F2.1: ZekeringbesturingseenheidenaandrvingL1
(max.10A)
F2.2: ZekeringbesturingseenheidenaandrvingL2
(max.10A)
F2.3: ZekeringbesturingseenheidenaandrvingL3
(max.10A)
Contactstrip aardkabel (PE)
X10
B2
B1
W
V
U
1
2
3
4
5
6
7
8
X5
1
2
3
4
5
6
7
8
X15
1
2
3
4
5
6
7
8
9
10
X4
X7
X6
X12
N
L3
L2
L1
X1
X21
F2.1
F2.2
F2.3
F1
1
2
3
4
5
6
7
8
9
12
11
10
X9
X8
X20
S1
X13
X19
X3
X16
H1
H2
X11
X18
S2
S3
X2
X17
4.3 / 1
6 – CS 320-besturing / Rev.B 1.01 CS 320-besturing / Rev.B 1.01 – 7
5. Montage
5.1 5.1 Veiligheidsinstructies voor montageVeiligheidsinstructies voor montage
WAARSCHUWING!
Levensgevaar door een elektrische schok!
Voordatuaandebedradingwerkt,moetudeinstallatie
Voordatuaandebedradingwerkt,moetudeinstallatie
loskoppelenvandestroomvoorziening.Zorgervoordat
loskoppelenvandestroomvoorziening.Zorgervoordat
destroomvoorzieningtdensdewerkzaamhedenlosge-
destroomvoorzieningtdensdewerkzaamhedenlosge-
koppeldblft.
koppeldblft.
ATTENTIE!
Materiële schade door ondeskundige montage van
de besturingseenheid!
Omschadeaandebesturingseenheidtevoorkomen,
moetendevolgendepunteninachtwordengenomen:
Alleengekwaliceerdeenopgeleideelektromonteurs
mogenaanelektrischeinstallatieswerken.
Hetsysteemspanningsvrijmaken,controlerenofdathet
geval is en beveiligen tegen herinschakelen.
Net-enstuurkabelsmoetengescheidenwordenaange-
legd.
Dekabeltypenen-doorsnedenmoetenvolgensde
geldende voorschriften worden gekozen.
Delokaleveiligheidsvoorschriftenmoeteninachtworden
genomen.
Demontage-instructiesvandedeurfabrikantmoeten
worden opgevolgd.
Omeenprobleemlozewerkingtegaranderen,moetaande
volgendepuntenvoldaanzn:
Dedeurisgemonteerd,functioneelenbedoeldvoor
aangedreven gebruik.
Dereductiemotorisgemonteerdenbedrfsklaar.
Debesturings-enveiligheidsapparatuurisgemonteerden
bedrfsklaar.
DebesturingsbehuizingmetdebesturingseenheidCS320
isgemonteerd.
Degeldigenormenenvoorschriftenmoetenworden
opgevolgd!
INFORMATIE
Voordemontagevandedeur,dereductiemotorende
bedieningsapparatenenveiligheidsvoorzieningenmoeten
de handleidingen van de respectieve fabrikanten worden
opgevolgd.
5.2 5.2 NetaansluitingNetaansluiting
Voorwaarden
Omdewerkingvandebesturingtegaranderen,moetaande
volgendepuntenvoldaanzn:
Denetspanningmoetovereenkomenmetdeinformatieop
het typeplaatje.
Denetspanningmoetovereenkomenmetdespanningvan
deaandrving.
Bdraaistroommoeteenrechtsdraaienddraaiveld
aanwezigzn.
Beenvasteaansluitingmoeteenalpoligehoofdschakelaar
worden gebruikt.
Voordraaistroomaansluitingmogenalleen3-weg
contactverbrekersvantypeC(max.16A)wordengebruikt.
ATTENTIE!
Functiestoringen door ondeskundige montage van
de besturingseenheid!
Voordat de besturing voor de eerste keer wordt inge-
schakeld,moetnavoltooiingvandebedradingworden
gecontroleerdofallemotoraansluitingenaandekant
vandebesturingenvandemotorvastgedraaidzn.Alle
stuurspanningsingangenzngalvanischgescheidenvande
voeding.
De aansturings- en toevoerkabels van de aangesloten aan-
drvingenmoetenoverhetgeheletrajectdubbelgeïsoleerd
zn.
Gedetailleerd schakelschema netaansluiting en
motoraansluiting
(400 V / 3-fasen)
B2
B1
W
V
U
N
L3
L2
L1
X1
X21
F2.1
F2.2
F2.3
F1
X19
X11
X18
X2
M
3
3
400 V / 50 Hz
/ N / PE
5.2 / 1
6 – CS 320-besturing / Rev.B 1.01 CS 320-besturing / Rev.B 1.01 – 7
NL
Gedetailleerd schakelschema netaansluiting en
motoraansluiting
(230 V / 3-fasen)
B2
B1
W
V
U
N
L3
L2
L1
X1
X21
F2.1
F2.2
F2.3
F1
X19
X11
X18
X2
M
3
3
230 V / 50 Hz
/ PE
5.2 / 2
Gedetailleerd schakelschema netaansluiting en
motoraansluiting
(230 V / 1-fase)
B2
B1
AUF
ZU
N
L
N
X1
X21
F2.1
F2.2
F2.3
F1
X19
X11
X18
X2
M
1
1
230 V / 50 Hz
/ N / PE
5.2 / 3
Toelichting:
M1: Motor
X1: Contactstripnetaansluiting
X2: Contactstripmotor
X11: Aansluitproelvoorelektronischeindpositiesysteem
(AWG)metveiligheidscircuit
X15: Contactstripvoormechanischeeindschakelaars(MEC)
(veiligheidscircuit op X2/B1-B2)
X19: Aansluitingvoorstroomvoorzieningexterne
apparatuur
Aansluiting:
Sluithetelektronischeeindpositiesysteem(AWG)ofSluithetelektronischeeindpositiesysteem(AWG)of
demechanischeeindschakelaars(MEC)aanopdedemechanischeeindschakelaars(MEC)aanopde
besturingseenheid.besturingseenheid.
Besturingseenheidaansluitenopdemotor.Besturingseenheidaansluitenopdemotor.
Besturingseenheidaansluitenopdenetstroom. Besturingseenheidaansluitenopdenetstroom.
KabelgroepenmoetendirectbelkecontactklemmeteenKabelgroepenmoetendirectbelkecontactklemmeteen
kabelbinder worden geborgd.kabelbinder worden geborgd.
Detechnischegegevenscontrolerenenveriëren.Detechnischegegevenscontrolerenenveriëren.
“12.Technischegegevens”
5.3 5.3 Interne zekeringInterne zekering
DeCS320besturingseenheidheefteeninternezekering(F2)
opdenetingang.Dezekeringhoudersznaffabriekvoorzien
van8A/T(5,2x20mm)zwakstroomzekeringen.
N
L3
L2
L1
X1
X21
F2.1
F2.2
F2.3
3
400 V / 50 Hz
/ N / PE
5.3 / 1
ATTENTIE!
Functiestoringen door verkeerde zekering van de
besturingseenheid!
Internezekeringmaximaal10A/T!
De interne zekeringen zijn geen vervanging van de zekering
indeaansluitkabel.Ditmagmaximaal16Azijnenmoet
een 3-weg contactverbreker zijn van het type C.
„5.2Netaansluiting“
8 – CS 320-besturing / Rev.B 1.01 CS 320-besturing / Rev.B 1.01 – 9
5.4 5.4 Keuze netspanningKeuze netspanning
DepositievandeoverbruggingsstekkeropX21moetworden
aangepastaandevoedingsspanningendemotorspanning.
PE
PE
PE
N
L3
L2
L1
X1
X21
3
400 V / 50 Hz
/ N / PE
F2.3
F2.2
F2.1
PE
PE
PE
N
L3
L2
L1
X1
X21
F1
X19
3
230 V / 50 Hz
/ PE
F2.1
F2.2
F2.3
L
N
X1
X21
1
230 V / 50 Hz
/ N / PE
F2.1
F2.2
F2.3
5.4 / 1
PE
PE
PE
N
L3
L2
L1
X1
X21
3
400 V / 50 Hz
/ N / PE
F2.3
F2.2
F2.1
PE
PE
PE
N
L3
L2
L1
X1
X21
F1
X19
3
230 V / 50 Hz
/ PE
F2.1
F2.2
F2.3
L
N
X1
X21
1
230 V / 50 Hz
/ N / PE
F2.1
F2.2
F2.3
5.4 / 2
PE
PE
PE
N
L3
L2
L1
X1
X21
3
400 V / 50 Hz
/ N / PE
F2.3
F2.2
F2.1
PE
PE
PE
N
L3
L2
L1
X1
X21
F1
X19
3
230 V / 50 Hz
/ PE
F2.1
F2.2
F2.3
L
N
X1
X21
1
230 V / 50 Hz
/ N / PE
F2.1
F2.2
F2.3
5.4 / 3
5.5 5.5 Stroomvoorziening externe apparatuur Stroomvoorziening externe apparatuur
(alleen b 400 V/3-fasen)(alleen b 400 V/3-fasen)
DeCS320heeft2apartevoedingenvoorexterne
componentenzoalssignaalgevers,fotocellen,enz.
X19 230V/1~
X4 24V-DC
N
L3
L2
L1
X1
X21
X19
3
400 V / 50 Hz
max. 1A
230V-AC
max. 500mA
24V-DC
/ N / PE
X4
1
2
3
4
5
6
7
8
9
12
11
10
F1
-
+
L
N
5.5 / 1
OPMERKING:
Aansluiting X19 kan alleen worden gebruikt als deze wordt
aangesloten op 400 V/N/3~.
AansluitingX19wordtbeveiligddoorzekeringhouderF1
(max.1A/T).
Montage
8 – CS 320-besturing / Rev.B 1.01 CS 320-besturing / Rev.B 1.01 – 9
NL
5.6 5.6 Aansluiting elektronisch eindpositie-Aansluiting elektronisch eindpositie-
systeem absolute encoder (AWG)systeem absolute encoder (AWG)
5.6 / 1
A
B
A: AWG-stekker
B: AWG-Steekcontact
Aansluitstrip X11 (op aansluiting A)
4 7
grijs geel
5 8
groen roze
6 9
wit bruin
5.6 / 2
Afhankelijk van de aandrijving
vandeAWGwordenkabelsmet
genummerdeofgekleurdeaders
gebruikt:
4(grijs): Veiligheidsketeningang
5(groen): RS485B
6(wit): GND
7(geel): RS485A
8(roze): Veiligheidscircuituitgang
9(bruin): 12VDC
Aansluitstrip B (alleen absolute encoder)
5.6 / 3
C: Thermo-elementindeaandrving
D: Noodhandbediening(noodslingerofnoodketting)
OPMERKING:
OmtevoldoenaandeeisenvanEN12453:2017moethet
elektronischeeindpositiesysteemtenminstevoldoenaanPL
„c“mettenminstecategorie2conformENISO13849-1.
Omaandezeeistevoldoen,magerslechtséénabsolute
encodervanMFZ(art.-nr.97957)wordengebruiktals
elektronischeindpositiesysteem.
5.7 5.7 Aansluiting mechanische eindschakelaars Aansluiting mechanische eindschakelaars
(MEC)(MEC)
Als alternatief voor de absolute encoder als elektronisch
systeemkunnenookmechanischenokkeneindschakelaars
worden aangesloten en afgesteld.
Hetaangesloteneindpositiesysteemwordtbeerste
inbedrfstellingennaeenRESETautomatischherkend.Voor
eenlaterewzigingmoethetbetreffendeeindpositiesysteem
viaeenparameterinstellinginmodusINVOERworden
geselecteerd.
Serie STA, MDF05, MTZ05
5.7 / 1
S1
S2
S3
S4
S5
S6
10 – CS 320-besturing / Rev.B 1.01 CS 320-besturing / Rev.B 1.01 – 11
Serie MDF20+, KD, MTZ20+
S1
S2
S3 S4 S5 S6
5.7 / 2
Mechanische eindschakelaars
1
2
3
4
5
6
7
8
X15
S2
S5
S1
S6
5.7 / 3
Veiligheidscircuit
U
V
W
B1
B2
X2
S3
S4
S7
S8
5.7 / 4
Aansluitvoorbeeld voor 7-draads systeem
1
2
3
4
5
6
7
8
U
V
W
B1
B2
X2
X15
S2
S5
S1
S6
S3
S4
S7
S8
5.7 / 5
Legenda:
S1 ExtraeindschakelaarOPEN
S2 Eindschakelaar OPEN
S3 Veiligheids-eindschakelaar OPEN
S4 Veiligheidseindschakelaar DICHT
S5 Eindschakelaar DICHT
S6 ExtraeindschakelaarDICHT
S7 Noodbediening (NC - contact)
S8 Thermobeveiligingmotor
OPMERKING:
OmtevoldoenaandeeisenvanEN12453:2017moetende
mechanischeeindschakelaarseengoedkeuringhebbenals
„bewezencomponent“conformENISO13849-1.
Aandrvingenmetgeïntegreerdevanginrichtingmogenniet
metmechanischeeindschakelaarswordenuitgerust.
Montage
10 – CS 320-besturing / Rev.B 1.01 CS 320-besturing / Rev.B 1.01 – 11
NL
ATTENTION !
Materiële schade door ondeskundige montage!
Aansluitingals6-draadssysteemisniettoegestaanenkan
de CS 320-printplaat onherstelbaar beschadigen.
Referentiepotentiaal bij X2/B1-B2 = 24 VDC
Referentiepotentiaal bij X15 = 12 VDC
1
2
3
4
5
6
7
8
S3
S4
S7
S8
S2
S5
S1
S6
U
V
W
B1
B2
X2
X15
5.7 / 6
12 – CS 320-besturing / Rev.B 1.01 CS 320-besturing / Rev.B 1.01 – 13
5.8 Aansluiting bedieningsapparaten
VOORZICHTIG!
Gevaar voor letsel door ongecontroleerde
deurbewegingen!
EenDICHT-commandoindodemansbedrijfzonderzichtop
de deur is verboden.
Installeerbedieningsapparatenvoordedodemansfunctie
Installeerbedieningsapparatenvoordedodemansfunctie
binnenhetdirectezichtveldvandedeur,maarbuitende
binnenhetdirectezichtveldvandedeur,maarbuitende
gevarenzone voor de bediener.
gevarenzone voor de bediener.
EenDICHT-commandozonderzichtopdedeurmag
alleen worden gegeven via ingang 1/MOD32 (X4/9-10).
Indienhetbesturingsapparaatgeensleutelschakelaaris:
monteerdezedanopeenhoogtevantenminste1,5m.
monteerdezedanopeenhoogtevantenminste1,5m.
Monteer deze buiten bereik van derden.
Monteer deze buiten bereik van derden.
Bedieningsapparaten (standaard)
X3
A
B
C
D
E
5.8 / 1
Legenda:
A knop/ingang DICHT
B knop/ingangimpuls
C knop/ingang OPEN
(OPENbinnen,metactieveregelingvoor
tegemoetkomendverkeer)
D knop STOP
E Stop bedieningsapparaat
Knop OPEN/STOP/DICHT (6-draads systeem)
X3
A
C
D
5.8 / 2
Knop OPEN/STOP/DICHT (4-draads systeem)
X3
A
C
D
5.8 / 3
Knop impuls
SelectievandefunctieviadeparameterIMPULS
“10.2Modusinvoer”oppagina35
B
X3
5.8 / 4
- Knop OPEN
- Knop STOP
Montage
12 – CS 320-besturing / Rev.B 1.01 CS 320-besturing / Rev.B 1.01 – 13
NL
Klepknoppen KDT
KlepknoppenmetNO-/NC-contacten.
Tot bouwjaar 12/2009.
X7X7
5.8 / 7
J
J Overbruggingsstekker(brug)
Deoverbruggingsstekkermoetabsoluutgestokenznalsde
KDT-toetsennietznaangesloten.
Klepknoppen CS
SiliconenknoppenmetNO-contacten.
Vanaf bouwjaar 01/2010.
X13
5.8 / 8
Externe radio-ontvanger
1
2
3
4
5
6
7
8
9
10
X4
1
2
3
4
5
6
7
8
9
12
11
10
X19
X3
F1
24 V-DC
230 V-AC
*
5.8 / 5
*optioneel,afhankelkvandeaansluitingvanderadio-
ontvanger
Sleutelschakelaar
A
C
X3
5.8 / 6
Legenda:
A knop/ingang DICHT
C knop/ingang OPEN
(OPENbinnen,metactieveregelingvoor
tegemoetkomendverkeer)
14 – CS 320-besturing / Rev.B 1.01 CS 320-besturing / Rev.B 1.01 – 15
Sleutelschakelaar ON/OFF
NC-contact, ter onderbreking van de deurwerking (optioneel).
Deze schakelaar is onderdeel van het veiligheidscircuit.
X6X6
5.8 / 9
J
J Overbruggingsstekker(brug)
Deoverbruggingsstekkermoetabsoluutgestokenznalsde
sleutelschakelaar niet is aangesloten.
5.9 5.9 Aansluiting lichtgordnAansluiting lichtgordn
OpdeCS320kunnenmaximaal2lichtgordnenworden
aangesloten.Lichtgordn1wordtaangeslotenopdeingang
vandesluitkantbeveiliging.Lichtgordn2wordtaangesloten
opdeprogrammeerbareingang2.
Lichtgordn 1
ParameterSKS=MOD4
Verbindingskabel (A) is insteekbaar.
1
2
3
4
5
6
7
8
9
10
A
BK
BU
WH
BN
X4
GN
GY
11
12
5.9 / 1
Lichtgordn 2
ParameterINGANG2=MOD12
Verbindingskabel (A) is insteekbaar.
1
2
3
4
5
6
7
8
9
10
A
BK
BU
WH
BN
X4
GN
GY
11
12
5.9 / 2
Legenda:
BK zwart
GN groen
GY grs
BU blauw
WH wit
BN bruin
R ontvanger
T zender
OPMERKING:
IndezehandleidingwordendeGridScan/Prolichtgordnen
van Cedes getoond als voorbeeld.
DeGridScan/Prolichtgordnenkomenovereenmet
PerformanceLeveld,Categorie2conformENISO13849-1
BeschermklasseEconformEN12453:2017
Schema‘svananderefabrikantenopaanvraag.
INFORMATIE
Deexactebeschrijvingvanfunctieenaansluitingstaat
beschrevenindeapartedocumentatievanhetlichtgordijn.
Montage
14 – CS 320-besturing / Rev.B 1.01 CS 320-besturing / Rev.B 1.01 – 15
NL
5.10 Aansluiting sluitkantbeveiliging 1
Deaangeslotensluitkantbeveiligingwordtbeerste
inbedrfstellingennaeenRESETautomatischherkend
engeprogrammeerd.Alsergeensluitkantsysteemis
aangesloten,wordtdeingangbelkeinschakelingopnieuw
gescand,totdatereensluitkantsysteemwordtgedetecteerd.
Vooreenlaterewzigingmoethetbetreffendesysteem
viaeenparameterinstellinginmodusINVOER worden
geselecteerd.Voorfotocellenmettestfunctiemoetdit
metdehandwordenafgesteld.
“10.2Modusinvoer”
Opto-elektronische sluitkantbeveiliging (OSE)
ParameterSKS=MOD1
+
-
1
2
3
4
5
6
7
8
9
12
11
10
X4
WH
GN
BN
5.10 / 1
Legenda:
WH wit
GN groen
BN bruin
Elektrische sluitkantbeveiliging (8,2 kOhm)
ParameterSKS=MOD2
8k2
1
2
3
4
5
6
7
8
9
12
11
10
X4
5.10 / 2
Pneumatische sluitkantbeveiliging (DW)
ParameterSKS=MOD3/testenautomatischactief
+
-
1
2
3
4
5
6
7
8
9
12
11
10
X4
5.10 / 3
16 – CS 320-besturing / Rev.B 1.01 CS 320-besturing / Rev.B 1.01 – 17
5.11 5.11 Aansluiting fotocel 1Aansluiting fotocel 1
Deaangeslotenfotocelwordtbeersteinbedrfstellingenna
eenResetautomatischherkendengeprogrammeerd.Alser
geenfotocelsyteemisaangesloten,wordtdeingangbelke
inschakelingopnieuwgescand,totdatereenfotocelsyteem
wordtgedetecteerd.Vooreenlaterewzigingmoethet
betreffendesysteemviaeenparameterinstellinginmodus
Invoer worden geselecteerd.
Voorfotocellenmettestfunctiemoetditmetdehandworden
afgesteld.
“10.2Modusinvoer”
Fotocel 4-draads NC
zondertesten ParameterFOTOCELBEW.1=MOD3
mettesten ParameterFOTOCELBEW.1=MOD5
OUT
-
+
-
+
NC
1
2
3
4
5
6
7
8
9
12
11
10
X4
R
T
5.11 / 1
Fotocel MFZ 2-draads
mettesten ParameterFOTOCELBEW.1=MOD1
2
1
2
1
1
2
3
4
5
6
7
8
9
12
11
10
X4
R
T
5.11 / 2
Fotocel 3-draads NPN
zondertesten ParameterFOTOCELBEW.1=MOD2
mettesten ParameterFOTOCELBEW.1=MOD4
OUT
-
+
-
+
NPN
1
2
3
4
5
6
7
8
9
12
11
10
X4
R
T
5.11 / 3
Fotocel 3-draads PNP
zondertesten ParameterFOTOCELBEW.1=MOD3
mettesten ParameterFOTOCELBEW.1=MOD5
OUT
-
+
-
+
PNP
1
2
3
4
5
6
7
8
9
12
11
10
X4
R
T
5.11 / 4
Legenda:
R ontvanger
T zender
OPMERKING:
AllefotocellenznactiefinderichtingOPENofDICHT,
afhankelkvandeinstelling.
“10.2Modusinvoer”(ParameterFCFKT1)
Montage
16 – CS 320-besturing / Rev.B 1.01 CS 320-besturing / Rev.B 1.01 – 17
NL
5.12 Pinbezetting relaisuitgangen
Erznvierpotentiaalvrerelaisuitgangenbeschikbaar,die
metverschillendefunctieskunnenwordengeprogrammeerd.
“10.2Modusinvoer”
1
2
3
4
5
6
7
8
X5
5.12 / 1
- Relais 1
- Relais 2
- Relais 3
- Relais 4
Interne schakel-
contacten van de
relais
Hetgaatomvierpotentiaalvrerelaisuitgangenmeteen
maximalebelastbaarheidvan4Ab230V/1~.
Hetfunctietypeisafhankelkvandeparameterinstellingvoor
debetreffenderelaisuitganginmodusINVOER.
5.13 5.13 Aansluiting programmeerbare ingangenAansluiting programmeerbare ingangen
DebesturingseenheidCS320heeft3programmeerbare
ingangen waarvoor verschillende functies kunnen worden
geselecteerd.
Hettypeaansluitingisafhankelkvande
parameterinstellingenvandeafzonderlkeingangen.
“10.2Modusinvoer”(ParameterINGANG1-3)
ATTENTIE!
Gevaar voor beschadiging van de printplaat als
gevolg van verkeerd aansluiting!
De ingangen 1, 2 en 3 hebben verschillende referentie-
potentialenenmogennietvanuiteengemeenschappelijk
potentiaal worden aangestuurd!
Ingang 1
OptioneleaansluitingmetNO-/NC-contacten.
Referentiepotentiaal 24 V-DC
“10.2Modusinvoer”(ParameterINGANG1)
*
X4
5.13 / 1
* optioneel
18 – CS 320-besturing / Rev.B 1.01 CS 320-besturing / Rev.B 1.01 – 19
Montage
Ingang 2
Optioneleaansluitingmetcomponentenop8,2kOhm-
basis, NO/NC-contacten en optosensoren.
Referentiepotentiaal 12 V-DC
“10.2Modusinvoer”(ParameterINGANG2)
* * *
1
2
3
4
5
6
7
8
9
12
GN
BN
WH
11
10
X4
8K2
5.13 / 2
* optioneel
Legenda:
GN groen
BN bruin
WH wit
OPMERKING:
Deprogrammeerbareingang2kanookgebruiktwordenvoor
deaansluitingvaneenlichtgordn.
„5.11Aansluitinglichtgordn“
Deprogrammeerbareingang2wordtookgebruiktals
veiligheidsingangconformEN12453:2017.
Alstdensdeeersteinbedrfstellingennaeenreseteen
weerstandswaardewordtgedetecteerd,wordtautomatisch
deMOD8(veiligheidsingang)geactiveerd.Eenafzonderlk
aangeslotensluitkantbeveiligingop8,2kOhmmoetdanmet
de hand worden geactiveerd.
„5.14VeiligheidsingangconformEN12453“
Ingang 3
Aansluitproelvoordeoptioneleaansluitingvaneeninsteekbare
weekschakelklok,insteekbarerembewakingsmoduleBWM1ofals
aansluitingvoordebewakingvaneenexternelastschakelaaren
aandrvingsrem.
Referentiepotentiaal 5 V-DC
“10.2Modusinvoer”(ParameterINGANG3)
13:28
26.04.20
M
OK
20
B
X10
A
+ 5V
GND
IN
1
2
4
3
*
5.13 / 3
* optioneel
A Weekschakelklok
Deweekschakelklokheefteenweekprogrammavoorhetopenen
enopenhoudenvanhetdeursysteemmetmax.8schakeltden
perdag.Terwldedeuropengehoudenwordt,geeftde
schakelklok een continu signaal af dat het sluiten van het
deursysteemverhindert.
Naaoopvanhetingesteldetdsintervalwordtditcontinue
signaaluitgeschakeldenkanhetdeursysteemweerworden
gesloten,bv.metdehandviaeenDICHT-commando.
Ditkanookautomatischgebeuren.
HiervoormoetdeparameterTDOPENvanmodusInvoerop1
worden gezet.
B Rembewakingsmodule BWM1
Derembewakingsmoduleisnodigvooraandrvingenmeteen
geschakelderem(relais4/MOD14-16).Demodulebewaakt
deremfunctie.
C Bewaking externe lastschakelaar en
aandrvingsrem (optioneel)
“5.13/5”
18 – CS 320-besturing / Rev.B 1.01 CS 320-besturing / Rev.B 1.01 – 19
NL
INFORMATIE
Deexactebeschrijvingvanfunctieenaansluitingisopgeno-
menindeapartedocumentatievandeweekschakelkloken
rembewakingsmodule.
Aansluiting rembewakingsmodule
A
C
B
D
1
2
4
3
1
2
3
4
5
6
7
8
X5
M
X10
XB1
5.13 / 4
Legenda:
A RembewakingsmoduleBWM1
B Remgelkrichter
C Aandrvingsrem
D Spanningsvoorzieningrem(AC)
OPMERKING:
AlsMOD14-16(remaansturing)oprelais4isingesteld,wordt
demodusvoorderembewakingsmoduleautomatischop
ingang3gezet.Alseenschakelklokwordtgebruikt,moet
dezeinstellingwordenaangepastomdeMODvoorde
schakelklok op ingang 3 te kunnen zetten.
Optioneelkaningang3ookwordengebruiktomeenexterne
lastschakelaarendeaandrvingsremtemonitoren.
DeparametervanINGANG3moetdanopMOD22worden
gezet.
Aansluiting bewaking lastschakelaar en
aandrijvingsrem (optioneel)
Alshetvermogenvandegebruiktedeuraandrijving/
frequentieomvormerdemaximalebelastbaarheidvanhet
internerelaisoverschrijdt,kaneenexternelastschakelaar
worden gebruikt.
Inditgevalkaningang3wordengebruiktomdeexterne
lastschakelaarendeaandrijvingsremtemonitorenenzoeen
veilige werking te waarborgen.
1
L1
3
L2
5
L3
13
NO
A1
2
T1
4
T2
6
T3
14
NO
A2
61
NO
62
NC
53
NO
54
NC
1
L1
3
L2
5
L3
13
NO
A1
2
T1
4
T2
6
T3
14
NO
A2
61
NO
62
NC
53
NO
54
NC
1
L1
3
L2
5
L3
13
NO
A1
2
T1
4
T2
6
T3
14
NO
A2
+ 5V
GND
IN
X10
61
NO
62
NC
53
NO
54
NC
5.13 / 5
B
A
C
Q1Q2
Legenda:
A Remgelijkrichter
B Aandrijvingsrem
C Stroomvoorzieningrem(AC)
Q1 Zekeringautomaat
Q2 Lastschakelaar
De bedrading wordt af fabriek voorbereid geleverd.
20 – CS 320-besturing / Rev.B 1.01 CS 320-besturing / Rev.B 1.01 – 21
5.14 5.14 Veiligheidsingang conform EN 12453Veiligheidsingang conform EN 12453
Sinds2001zndeeisenvoordestoringsvrheidvan
loopdeurschakelaars in de EN 12453 aangescherpt. Met
deEN12453:2017nuookverhoogdeveiligheidseisen
(PLc, Cat.2) van toepassing op slappekabelschakelaars en
schakelaarsvanvalbeveiligingssystemen,incl.detransmissie
en verwerking van het signaal.
DeprogrammeerbareINGANG2opinstellingMOD8maakt
evaluatievandezecomponentenmogelk,dieallemaal
werkenopeeninterneweerstandswaardevan8,2kOhm.B
eenstoringineenvandecomponentenkanhetsysteemniet
meerwordenbediendenverschntdemeldingERRORSTOP
op het display.
1-4componentenop8,2kOhmkunnenvolgens
onderstaandeaansluitschema‘swordengekoppeld.Het
maaktnietuitwelkevanderespectieveschakelaarsde
componenten1-4vertegenwoordigt.
* optioneel
CONTROLE
Detolerantievandeafzonderlijkeweerstandswaardenmag
niet hoger zijn dan 1%.
Aansluiting 4 componenten
1
2
3
4
5
6
7
8
9
12
11
10
X4
8,2 k Ω8,2 k Ω8,2 k Ω
8,2 k Ω
1
2
3
4
5.14 / 1
Aansluiting 3 componenten
1
2
3
4
5
6
7
8
9
12
11
10
X4
8,2 k Ω8,2 k Ω8,2 k Ω
1
2
3
*
8,2 k Ω8,2 k Ω
1
2
8,2 k Ω
3
5.14 / 2
Aansluiting 2 componenten
1
2
3
4
5
6
7
8
9
12
11
10
X4
8,2 k Ω8,2 k Ω
1
2
8,2 k Ω
1
*
8,2 k Ω
2
5.14 / 3
Aansluiting 1 component
1
2
3
4
5
6
7
8
9
12
11
10
X4
8,2 k Ω
1
5.14 / 4
Montage
20 – CS 320-besturing / Rev.B 1.01 CS 320-besturing / Rev.B 1.01 – 21
NL
OPMERKING:
Tdensdeeersteinbedrfstellingennaeenresetwordt
ingang2éénkeeropA(zelerend)gezet.
Als er een weerstandswaarde wordt gedetecteerd, wordt
automatischMOD8(veiligheidsingang)ingesteldenwordtde
meetwaardeopgeslagenenbewaaktalsreferentievoorde
aangeslotenveiligheidsrelevantecomponenten.
Eenafwkingvandegemetenwaardeactiveerteen
foutmelding.
Alservervolgenseenveiligheidselementwordttoegevoegd
ofverwderd,moetdeweerstandsmetingwordenherhaald.
HiervoormoetdeparameterINGANG2metdehandworden
geresetnaarA(zelerend)enmoetdevoedingsspanning
eenmaligwordenuit-enweeringeschakeld.Daarnawordt
eennieuwemetinguitgevoerd.
DegebruiktecomponentenmoetenconformENISO13849-1
znofwelvoldoenaanPLc/Cat.2ofwelgoedgekeurdzn
alsbewezenonderdeelomtevoldoenaandeeisenvan
EN12453:2017.
Als alternatief kan de valbeveiliging ook van een
NC-contact worden voorzien en worden geïntegreerd in het
veiligheidscircuit van de besturingseenheid (X3/1-2).
DezeschakelaarmetNC-contactmoetalsbewezen
componentconformENISO13849-1zngoedgekeurd.
Vanwegekortsluitingsbewakingmoetdeaansluitkabelineen
beschermbuiswordengelegd.
5.15 Radio-ontvanger, insteekbaar
2 verschillende, insteekbare radio-ontvangers kunnen
rechtstreeks op de besturingseenheid worden aangesloten.
CS-radio 1-kanaals, multibit, 15 geheugenplaatsen
868 MHz - art.-nr. 76616
433 MHz - art.-nr. 76614
Compatibelehandzenders:
RT 52, 28, 29, 31
Digital 382, 384, 313, 321, 323, 306, 318
Digitaal 991 1-kanaals, AES 128 bit, 200
geheugenplaatsen
868 MHz - art.-nr. 118726
433 MHz - art.-nr. 118727
Compatibelehandzenders:
Digital 564, 663, 572, 633, 506, 517, 518
X9
5.15 / 1
B
A
C
A Antenne
B Programmeerknop
C LED
INFORMATIE
Deexactebeschrijvingvanfunctieenaansluitingisopgeno-
menindeapartedocumentatievanderadio-ontvanger.
22 – CS 320-besturing / Rev.B 1.01 CS 320-besturing / Rev.B 1.01 – 23
5.16 CS-radio
Aansluiting
Steekderadio-ontvangerophetX9-aansluitproel.Steekderadio-ontvangerophetX9-aansluitproel.
Zendercodes inleren
Houddeprogrammeerknop(B)langerdan1,6secondeHouddeprogrammeerknop(B)langerdan1,6seconde
ingedrukt.Deprogrammeermoduswordtgeactiveerd. ingedrukt.Deprogrammeermoduswordtgeactiveerd.
LED (C) knippert.LED (C) knippert.
Druk op de gewenste kanaalknop van uw zender. Druk op de gewenste kanaalknop van uw zender.
Als de afstandsbediening de zendercode heeft opgeslagen, Als de afstandsbediening de zendercode heeft opgeslagen,
brandt de LED ca. 4 seconden.brandt de LED ca. 4 seconden.
In totaal kunnen 15 zendercodes (handzender) worden
ingeleerd.
Alsallegeheugenplaatsenbezetzn,knippertdeLEDzeer
snel.
Bovendienkunnennogmeerhandzendersworden
geïntegreerd door dupliceren van handzender naar
handzender.
Selectief wissen van een zendercode
Houddeprogrammeerknop(B)langerdan1,6secondeHouddeprogrammeerknop(B)langerdan1,6seconde
ingedrukt.Deprogrammeermoduswordtgeactiveerd. ingedrukt.Deprogrammeermoduswordtgeactiveerd.
LED (C) knippert.LED (C) knippert.
Blfdeprogrammeerknopingedrukthouden.DewismodusBlfdeprogrammeerknopingedrukthouden.Dewismodus
wordt geactiveerd. De LED knippert zeer snel.wordt geactiveerd. De LED knippert zeer snel.
Druk op de gewenste kanaalknop van uw zender. Druk op de gewenste kanaalknop van uw zender.
ZodradeLEDca.4secondenbrandtisdecorresponderendeZodradeLEDca.4secondenbrandtisdecorresponderende
zendercode is gewist.zendercode is gewist.
Doorkortindrukkenvandeprogrammeerknopkande
wisprocedure worden afgebroken.
RESET (geheugen volledig wissen)
Houddeprogrammeerknop(B)langerdan1,6secondeHouddeprogrammeerknop(B)langerdan1,6seconde
ingedrukt.Deprogrammeermoduswordtgeactiveerd. ingedrukt.Deprogrammeermoduswordtgeactiveerd.
LED (C) knippert.LED (C) knippert.
Blfdeprogrammeerknopingedrukthouden. Blfdeprogrammeerknopingedrukthouden.
Dewismoduswordtgeactiveerd.DeLEDknippertzeersnel.Dewismoduswordtgeactiveerd.DeLEDknippertzeersnel.
HouddeprogrammeerknopopnieuwlangerdanHouddeprogrammeerknopopnieuwlangerdan
1,6secondeingedrukt. 1,6secondeingedrukt.
ZodradeLEDca.4secondenbrandt,znalleZodradeLEDca.4secondenbrandt,znalle
geheugenplaatsen gewist.geheugenplaatsen gewist.
Doorkortindrukkenvandeprogrammeerknopkande
wisprocedure worden afgebroken.
5.17 5.17 Digitaal 991Digitaal 991
Aansluiting
Steekderadio-ontvangerophetX9-aansluitproel.Steekderadio-ontvangerophetX9-aansluitproel.
Zendercodes inleren
Houddeprogrammeerknop(B)langerdan1,6secondeHouddeprogrammeerknop(B)langerdan1,6seconde
ingedrukt.Deprogrammeermoduswordtgeactiveerd. ingedrukt.Deprogrammeermoduswordtgeactiveerd.
LED (C) knippert.LED (C) knippert.
Druk op inleerknop en vervolgens op de kanaalknop van uw Druk op inleerknop en vervolgens op de kanaalknop van uw
zender. zender.
Als de afstandsbediening de zendercode heeft opgeslagen, Als de afstandsbediening de zendercode heeft opgeslagen,
brandt de LED ca. 2 seconden.brandt de LED ca. 2 seconden.
Intotaalkunnenmax.200zendercodes(handzender)
wordeningeleerd.Alsallegeheugenplaatsenbezetzn,
knippert de LED zeer snel.
Selectief wissen van een zendercode.
Houddeprogrammeerknop(B)langerdan1,6secondeHouddeprogrammeerknop(B)langerdan1,6seconde
ingedrukt.Deprogrammeermoduswordtgeactiveerd. ingedrukt.Deprogrammeermoduswordtgeactiveerd.
LED (C) knippert.LED (C) knippert.
Blfdeprogrammeerknopingedrukthouden.DewismodusBlfdeprogrammeerknopingedrukthouden.Dewismodus
wordt geactiveerd. De LED knippert zeer snel.wordt geactiveerd. De LED knippert zeer snel.
Druk op de gewenste kanaalknop van uw zender. Druk op de gewenste kanaalknop van uw zender.
ZodradeLEDca.2secondenbrandtisdecorresponderendeZodradeLEDca.2secondenbrandtisdecorresponderende
zendercode is gewist.zendercode is gewist.
Doorkortindrukkenvandeprogrammeerknopkande
wisprocedure worden afgebroken.
RESET (geheugen volledig wissen)
Houddeprogrammeerknop(B)langerdan1,6secondeHouddeprogrammeerknop(B)langerdan1,6seconde
ingedrukt.Deprogrammeermoduswordtgeactiveerd. ingedrukt.Deprogrammeermoduswordtgeactiveerd.
LED (C) knippert.LED (C) knippert.
Blfdeprogrammeerknopingedrukthouden.DewismodusBlfdeprogrammeerknopingedrukthouden.Dewismodus
wordt geactiveerd. De LED knippert zeer snel.wordt geactiveerd. De LED knippert zeer snel.
Houddeprogrammeerknopopnieuwlangerdan1,6Houddeprogrammeerknopopnieuwlangerdan1,6
secondeingedrukt.ZodradeLEDca.2secondenbrandt,znsecondeingedrukt.ZodradeLEDca.2secondenbrandt,zn
alle geheugenplaatsen gewist.alle geheugenplaatsen gewist.
Doorkortindrukkenvandeprogrammeerknopkande
wisprocedure worden afgebroken.
Montage
22 – CS 320-besturing / Rev.B 1.01 CS 320-besturing / Rev.B 1.01 – 23
NL
5.18 5.18 Aansluiting externe radio-ontvangerAansluiting externe radio-ontvanger
Naastdestandaardaansluitingvaneenexterneradio-
ontvange“5.8/5“Radio-ontvangerextern)iserookeen
optionele voorbekabelde, insteekbare versie.
X12
5.18 / 1
INFORMATIE
Deexactebeschrvingvanfunctieenaansluitingisopgeno-
menindeapartedocumentatievandeBUS-module.
5.19 5.19 Aansluiting frequentieomvormerAansluiting frequentieomvormer
EenSiemensfrequentieomvormerkanwordenaangeslotenop
interfaceX18voorsnelheidsonafhankelkaansturenvande
deuraandrving.
X18
5.19 / 1
ATTENTIE!
Materiële schade door ondeskundige montage!
Alsereenfrequentieomvormerwordtgebruikt,moeten
aandrijving,bekabelingenomvormermodulecompatibel
zijn.
NeemcontactopmetdehelpdeskvanTechnik.
NeemcontactopmetdehelpdeskvanTechnik.
INFORMATIE
Deexactebeschrvingvanfunctieenaansluitingisopgeno-
menindeapartedocumentatievandeCS320FU.
24 – CS 320-besturing / Rev.B 1.01 CS 320-besturing / Rev.B 1.01 – 25
5.20 5.20 Aansluiting LCD-monitorAansluiting LCD-monitor
MetdeLCD-monitorkrgtuvolledigetoegangtotallemenu-
instellingenenparametersvandebesturingseenheid.
“8.Programmeren”
Steektting X8
5.20 / 1
ATTENTIE!
Materiële schade door ondeskundige montage!
DeLCD-monitormoetinspanningsvrijetoestandworden
ingestoken.ErmagalleeneenLCD-monitorvandeMFZ
(art.-nr. 91447) worden gebruikt.
ATTENTIE!
Materiële schade door ondeskundige montage!
DeMFZLED-module(art.-nr.103239)isnietcompatibel
metdeCS320.Hetgebruikendeingebruiknamekan
leidentotdevernietigingvandeCS320-plaat.
5.20 / 2
Montage
5.21 5.21 Aansluiting MS BUS-componentenAansluiting MS BUS-componenten
Op de printplaat zitten twee BUS-interfaces voor het
aansluitenvanverschillendecomponenten.
DeMS-BUSLCD-monitor(#121246)wordtgeleverdmeteen
3mlangeaansluitkabel.
DeMS-BusLCD-monitorgeeft(netalsdestandaardLCD-
monitor)volledigetoegangtotalleparameterinstellingen.
MetdeMSBUS-functiemoduleskunnenfunctiesworden
uitgebreidofextrafunctieswordentoegevoegd.
ModuleES: Evaluatievanbewegingsbeveiligingssystemen
Module-I/O: Invoer/uitvoeruitbreiding
ModuleGV: Regelingtegemoetkomendverkeer
Aansluitproel X16/X17
B
A
5.21 / 1
A ES-module AansluitingopX16ofX17
B I/O-module/GV-module AansluitingopX16ofX17
C LCD-monitor AlleenaansluitingopX16
INFORMATIE
Deexactebeschrijvingvanfunctieenaansluitingisopgeno-
menindeapartedocumentatievandeBUS-module.
OPMERKING:
DeaansluitproelenX16enX17kunnenbeideslechtséénkeer
wordentoegewezen.ErkunnenechtermeerdereBUS-modules
wordenaangeslotenmetbehulpvanspecialebrugkabels.
Daarbmoetrekeningwordengehoudenmethetstroomverbruik.
CS 320-besturing / Rev.B 1.01 – 25
NL
24 – CS 320-besturing / Rev.B 1.01 CS 320-besturing / Rev.B 1.01 – 25
5.22 5.22 RadiotransmissiesysteemRadiotransmissiesysteem
Hetradiotransmissiesysteemiseenbidirectioneel
werkendradiosysteem.Hetradiotransmissiesysteem
wordt gebruikt voor draadloze signaaloverdracht van
veiligheidsvoorzieningenopdeursystemen.
De radioverbinding is tussen een interne, insteekbare
componentdieopX20wordtaangesloteneneenexterne
eenheiddieophetdeurpaneelisgemonteerd.
Signalenvanverschillendesluitkantsystemenen/ofeen
veiligheidscircuit kunnen worden doorgegeven.
Deoverdrachtviaeenspiraalkabelvervalthiermee.
X20
A
B
5.22 / 1
A Insteekbarecomponent.WordtinaansluitproelX20
vandeCS320gestoken.
B Externeeenheid.Wordtgemonteerdophet
deurpaneel.Hetveiligheidsproelenhet
veiligheidscircuitznhieropaangesloten.
INFORMATIE
Deexactebeschrvingvanfunctieenaansluitingisopge-
nomenindeapartedocumentatievanhetradiotransmissie-
systeem.
6. Initialisatie
TdensdeeersteinbedrfstellingennaeenRESETworden
devolgendecomponentenautomatischgedetecteerden
ingeleerd:
Eindpositiesysteem
Sluitkantbeveiliging
Fotocelsysteem
Ingang 2 (veiligheidsingang)
Tdensditproces(ca.60seconden)knippertdegroeneLED
enhetdisplaytoont„PLEASEWAIT...„indekopregel.
Hetisnietmogelkomhetsysteemgedurendedezetdte
bedienen.
Heteindpositiesysteemmoetvoordeeersteinbedrfstelling
worden geïnstalleerd.
Componentenkunnenachterafwordengewzigdof
toegevoegd via het LCD-display of een nieuwe initialisatie.
Alseencomponentnognietisaangesloten,wordtditinhet
displayweergegevenmet„A“.
Hetsysteemzoektdezecomponentbelkevolgende
initialisatie. Als deze wordt gedetecteerd, dan wordt de
bbehorendeinstelmodusautomatischingesteld.
Uitzondering:
Ingang2blftinactief(OFF),tenztdensdeinitialisatieeen
weerstandswaarde wordt gedetecteerd.
Alsbdeeersteinbedrfstellingbingang2eenweerstand
wordtgedetecteerd,wordtdezealsveiligheidselementgezien
en als veiligheidsingang geactiveerd
“10.2Modusinvoer”/parameterINGANG2
OPMERKING:
De initialisatie wordt niet alleen gebruikt voor het inleren
vanverschillendesysteemcomponenten,maarbiedtookde
mogelkheidommeteendemenutaaltewzigen.
Devoorafingesteldemenutaal(NEDERLANDS)verschnt
gedurende 60 seconden als een knipperende tekst op het
display.Degewenstetaalkanmetdeknoppen[+]en[-]
wordengeselecteerdenmetknop[P]wordenopgeslagen.
Vervolgens worden alle teksten/berichten in de geselecteerde
taal weergegeven.
26 – CS 320-besturing / Rev.B 1.01 CS 320-besturing / Rev.B 1.01 – 27
7. Instellen van de eindposities
7.1 7.1 Controle van de aandrijfrichting/ Controle van de aandrijfrichting/
bewegingsrichting bewegingsrichting
Wissel naar modus Afstelling
Knop(P)indrukkentotAFSTELLINGverschijnt.Knop(P)indrukkentotAFSTELLINGverschijnt.
Controle van de beweegrichting
Knop(+)indrukken.Dedeurmoetopengaan.Knop(+)indrukken.Dedeurmoetopengaan.
Knop(–)indrukken.Dedeurmoetdichtgaan.Knop(–)indrukken.Dedeurmoetdichtgaan.
Isditcorrect,dangaatudoormethetinstellenvande
eindposities. Anders de beweegrichting wijzigen.
Beweegrichting wijzigen
Knoppen(+)en(–)langerdan5secondentegelijkKnoppen(+)en(–)langerdan5secondentegelijk
indrukken.Ophetdisplayverschijnt„DRAAIVELDLINKS“. indrukken.Ophetdisplayverschijnt„DRAAIVELDLINKS“.
Eventueel opgeslagen eindposities worden gewist.
Doorgaanmethetinstellenvandeeindposities.
7.2 7.2 Mechanische eindschakelaars instellenMechanische eindschakelaars instellen
Wissel naar modus Afstelling
Knop(P)indrukkentotAFSTELLINGverschijnt.Knop(P)indrukkentotAFSTELLINGverschijnt.
Instellen van de eindposities OPEN en DICHT
INFORMATIE
De instelling van de eindposities wordt in de afzonderlijke
documentatievandemechanischeeindschakelaars
beschreven.
Deafstelmodussluitendooropknop(P)tedrukken.Deafstelmodussluitendooropknop(P)tedrukken.
Let op
Deafstelmoduswordtnietautomatischafgesloten.Omin
denormalemodustekomen,moetdeafstelmodusworden
afgesloten door op knop (P) te drukken.
7.3 7.3 Instellen van het elektronische Instellen van het elektronische
eindpositiesysteem via de instelknoppen eindpositiesysteem via de instelknoppen
op de printplaatop de printplaat
Wissel naar modus Afstelling
Druk op de knop (P) gedurende ca. 5 seconden. Druk op de knop (P) gedurende ca. 5 seconden.
RodeLEDknippertlangzaam.RodeLEDknippertlangzaam.
Instellen van eindpositie OPEN
Deurdoorindrukkenvandeknoppen(+/-)naardeDeurdoorindrukkenvandeknoppen(+/-)naarde
gewenste eindpositie OPEN sturen.gewenste eindpositie OPEN sturen.
Eindpositie opslaan door indrukken van knop (P) en daarbij Eindpositie opslaan door indrukken van knop (P) en daarbij
knop(+)indrukken. knop(+)indrukken.
Rode LED knippert snel gedurende 1 seconde.Rode LED knippert snel gedurende 1 seconde.
Instellen van eindpositie DICHT
Deurdoorindrukkenvandeknoppen(+/-)naardeDeurdoorindrukkenvandeknoppen(+/-)naarde
gewenste eindpositie DICHT sturen.gewenste eindpositie DICHT sturen.
Eindpositie opslaan door indrukken van knop (P) en daarbij Eindpositie opslaan door indrukken van knop (P) en daarbij
knop (-) indrukken. knop (-) indrukken.
Rode LED knippert snel gedurende 1 seconde.Rode LED knippert snel gedurende 1 seconde.
Deafstelmoduswordtautomatischafgesloten.
De rode LED gaat uit.
Let op
Deafstelmoduswordtautomatischafgeslotennaca.alser
gedurende7minutengeenknopwordtingedrukt.
Bijdeeerstekeerafstellenmoetenbeide eindpoe eindposities
wordeningeleerd,andersisergeennormaalbedrijf
mogelijk.
Als een eindpositndpositiewordtgecorrigeerd,kandemodus
AFSTELLINGnahetinregelenregelen van de speciale eindpositie
worden afgesloten door op knop (P) te drukken.
Nahetprogrammerenvandeeindschakelaarswordtde
looptijdvanhetsysteemautomatischgeleerd.Defuncties
vandebesturingseenheidzijnzoalsinautomatischbedrijf.
26 – CS 320-besturing / Rev.B 1.01 CS 320-besturing / Rev.B 1.01 – 27
NL
7.4 7.4 Het elektronische eindpositiesysteem Het elektronische eindpositiesysteem
instellen via de LCD-monitorinstellen via de LCD-monitor
ATTENTIE!
Beschadiging, mogelijk onherstelbaar, door
ondeskundige montage!
Demonitormoetinspanningsvrijetoestandwordenin-
gestoken.AlleendestandaardMFZLCD-monitor(#91447)
magwordengebruikt.
Wissel naar modus Afstelling
Knop(P)indrukkentotAFSTELLINGverschijnt.Knop(P)indrukkentotAFSTELLINGverschijnt.
Instellen van eindpositie OPEN
Deurdoorindrukkenvandeknoppen(+/-)naardeDeurdoorindrukkenvandeknoppen(+/-)naarde
gewenste eindpositie OPEN sturen.gewenste eindpositie OPEN sturen.
Eindpositie opslaan door indrukken van knop (P) en daarbij Eindpositie opslaan door indrukken van knop (P) en daarbij
knop(+)indrukken. knop(+)indrukken.
Ophetdisplayverschijnt„OPSLAANBOVEN“. Ophetdisplayverschijnt„OPSLAANBOVEN“.
Instellen van eindpositie DICHT
Deurdoorindrukkenvandeknoppen(+/-)naardeDeurdoorindrukkenvandeknoppen(+/-)naarde
gewenste eindpositie DICHT sturen.gewenste eindpositie DICHT sturen.
Eindpositie opslaan door indrukken van knop (P) en daarbij Eindpositie opslaan door indrukken van knop (P) en daarbij
knop (-) indrukken. knop (-) indrukken.
Ophetdisplayverschijnt„OPSLAANBENEDEN“. Ophetdisplayverschijnt„OPSLAANBENEDEN“.
Deafstelmoduswordtautomatischafgesloten.
Let op
Deafstelmoduswordtautomatischafgeslotennaca.alser
gedurende7minutengeenknopwordtingedrukt.
Bijdeeerstekeerafstellenmoetenbeideeindposities
wordeningeleerd,andersisergeennormaalbedrijf
mogelijk.
Alseeneindpositiewordtgecorrigeerd,kandemodus
AFSTELLINGnahetinlerenvandespecialeeindpositie
worden afgesloten door op knop (P) te drukken.
Nahetprogrammerenvandeeindschakelaarswordt
delooptijdvanhetsysteemautomatischgeleerd.Op
het display verschijnt INLEREN. De functies van de
besturingseenheidzijnzoalsinautomatischbedrijf.
7.5 7.5 De tussenposities van het elektronische De tussenposities van het elektronische
eindpositiesysteem instellen via de LCD-eindpositiesysteem instellen via de LCD-
monitormonitor
In de Automatische modus de deur naar de gewenste
positie sturen
Deurdoorindrukkenvandeknoppen(+/-)naardeDeurdoorindrukkenvandeknoppen(+/-)naarde
gewenste tussenpositie sturen (VOOREIND.OP of gewenste tussenpositie sturen (VOOREIND.OP of
VOOREIND.DI).VOOREIND.DI).
Wissel naar de modus Invoer
Knop (P) indrukken tot INVOER verschijnt.Knop (P) indrukken tot INVOER verschijnt.
Knoppen(+)en(–)langerdan2secondentegelijkKnoppen(+)en(–)langerdan2secondentegelijk
indrukken.Deeersteparameterverschijntindetweede
regel van het display.
Opslaan van de tussenliggende posities OPEN
(C. OPENED) of DICHT (C. CLOSED)
Drukopdeknoppen(+/-)totdeparameterC.OPENEDofC.Drukopdeknoppen(+/-)totdeparameterC.OPENEDofC.
CLOSED verschijnt. CLOSED verschijnt.
De waarde is ingesteld op A.De waarde is ingesteld op A.
Drukopknop(P)omdehuidigedeurpositiealsDrukopknop(P)omdehuidigedeurpositieals
tussenpositie in te stellen.tussenpositie in te stellen.
Opslaan van de tussenpositie door opnieuw indrukken van Opslaan van de tussenpositie door opnieuw indrukken van
knop (P).knop (P).
Modus Invoer verlaten
Knoppen(+)en(–)langerdan1secondetegelijkKnoppen(+)en(–)langerdan1secondetegelijk
indrukken. indrukken.
De invoer wordt verlaten.De invoer wordt verlaten.
Wissel naar de modus Automatisch
Knop (P) indrukken tot AUTOMATISCH verschijnt.Knop (P) indrukken tot AUTOMATISCH verschijnt.
Let op
Alseentussenpositiemoetwordengecorrigeerd,kande
geleerdewaardeinhetINVOER-menuwordengewijzigd
of opnieuw op A worden gezet, zodat inleren opnieuw kan
worden gestart.
28 – CS 320-besturing / Rev.B 1.01 CS 320-besturing / Rev.B 1.01 – 29
8.1 8.1 Overzicht LCD-monitorOverzicht LCD-monitor
ATTENTIE!
Materiële schade door ondeskundige montage!
Hetdisplaymoetinspanningsvrijetoestandwordenin-
gestoken.AlleendestandaardMFZLCD-monitor(#91447)
magwordengebruikt.
AUTOMATISCH O
RUSTSTAND
A
B
C D E
F
G
H
8.1 / 1
Toelichting:
A: Bedrfsmodus/Diagnose-info
B: Parameter/Diagnose-info
C: Knop(+)
D: Knop(–)
E: Knop(P)
F: Waarde/Status
G: Waarde/Status
H: Jumper
WanneerjumperHeruitwordtgetrokken,hebbende
knoppen(+),(–)en(P)geenfunctie.
Dedisplayweergaveblftfunctioneren.
Na het inschakelen van de besturingseenheid bevindt deze
zichindeinitialisatiefase.Ophetdisplaystaat„PLEASE
WAIT...„.Debesturingseenheidisnietbedrfsklaar.De
initialisatiefase duurt ongeveer 60 seconden na de eerste
inschakeling.
8. Programmeren
8.2 8.2 Bedrfsmodi van de LCD-monitorBedrfsmodi van de LCD-monitor
DebesturingseenheidbeschiktmetdeLCD-monitorovervier
bedrfsmodi:
1. AUTOMATISCH
2. AFSTELLING
3. INVOER
4. DIAGNOSE
DebedrfsmodiAFSTELLING,INVOERenDIAGNOSEworden
7minutennahetindrukkenvandelaatsteknopautomatisch
afgesloten.
DebesturingseenheidwisseltnaarmodusAUTOMATISCH.
Modus 1: AUTOMATISCH
IndemodusAUTOMATISCHwordtdedeurinstallatiegebruikt.
Display:
Weergave van de uitgevoerde functie
Weergave van eventuele storingen
Wordtdeparameter„Zelfstop“inhetinvoermenuop
MOD2-7 of MOD9 gezet, dan wisselt de displayweergave van
AUTOMATISCH naar HAND.
Modus 2: AFSTELLING
IndemodusAFSTELLINGwordendeeindpositiesOPENen
DICHT ingesteld.
ATTENTIE!
Materiële schade door ondeskundige bediening van
de besturing!
IndemodusAFSTELLINGvindterbhetelektronische
eindpositiesysteem(AWG)geenuitschakelingplaatsbbe-
reiken van de eindpositie. Door passeren van de eindpositie
kan de deur beschadigd raken.
EennauwkeurigeinstellingkanindemodusINVOERworden
verricht.
Display:
Weergave van de eindpositiewaarde
28 – CS 320-besturing / Rev.B 1.01 CS 320-besturing / Rev.B 1.01 – 29
NL
Modus 3: INVOER
InmodusINVOERkunnendewaardenvanverschillende
parameterswordengewzigd.
Display:
Weergavevandegeselecteerdeparameter
Weergave van de ingestelde waarde/status
Modus 4: DIAGNOSE
IndemodusDIAGNOSEkunnendeurspeciekecontroles
worden uitgelezen.
Display:
Weergave van de controle
Weergave van de controlestatus
8.3 8.3 ExpertmenuExpertmenu
Onderdefabrieksinstelling(standaard)verschnen
slechtsenkeleparametersinmodusINVOERdiedoorde
gebruikerkunnenwordeningesteld.Dezeinstelparameters
weerspiegelendemeestgebruiktefunctiesvaneenindustrieel
deursysteemenznvoldoendevoordeinbedrfstellingonder
standaardcondities.
Hetlaatsteitemindezelstisdeparameter„EXPERTMENU“.
DitstaataltdopOFF.
OFF:Beperktaantalparameterinstellingen:
Menutaal
C. OPENED
TDOPEN
WAARSCHW. V
SNELDICHT
OMKEEROFF
INGANG 1
ZELFSTOP
EXPERTMENU
DoordeparameterEXPERTMENUopONtezetten,wordtde
expertmodusgeactiveerd.Nukunnenalleparametersvanhet
invoermenuwordenopgeroepeneningesteld.
“10.2Modusinvoer”
Let op
Deexpertmoduswordtautomatischafgeslotennaca.
alsergedurende7minutengeenknopwordtingedrukt.
Daarnaisalleennogdebeperkteselectievanparameters
beschikbaartotdatdeparameterEXPERTMENUweerop
ON wordt gezet.
Hetzelfde geldt voor het uitschakelen van de spanning.
HiermeewordtookdeparameterEXPERTMENUweerop
OFFgezet.
8.4 8.4 RESETRESET
ViadeRESET-functiekunnendebesturingsparametersworden
teruggezet naar de voorgeselecteerde fabrieksinstelling.
“10.2Modusinvoer”
Parameter FABRIEKSINSTELLING
SelectievandeparametersetwaarnaarbeenRESETmoet
worden gereset.
Er kunnen verschillende soorten reset worden uitgevoerd,
waarbmeerofminderinstellingenwordengereset.
“10.2Modusinvoer”
Parameter RESET
Gedeeltelke reset 1:
Alleparameterinstellingenwordengereset,behalvede
instellingenvoordefrequentieomvormer(alleenvoor
CS320FU).
Gedeeltelke reset 2:
Alleparameterinstellingenwordengereset,behalvede
instellingen voor de eindposities en het gedetecteerde
eindpositiesysteem.
Volledige reset:
Alles wordt teruggezet naar de fabrieksinstellingen.
“8.5RESETvandebesturingseenheidmetLCD-monitor”
“8.6RESETvandebesturingseenheidzonderLCD-
monitor”
30 – CS 320-besturing / Rev.B 1.01 CS 320-besturing / Rev.B 1.01 – 31
8.5 8.5 RESET van de besturingseenheid met RESET van de besturingseenheid met
LCD-monitorLCD-monitor
Wissel naar de modus INVOER
Knop(P)indrukkentotINVOERverschnt.Knop(P)indrukkentotINVOERverschnt.
Deknoppen(+)en(-)langerdan2secondenindrukkenomDeknoppen(+)en(-)langerdan2secondenindrukkenom
de invoer te activeren.de invoer te activeren.
Reset van de besturingseenheid
Drukopdeknoppen(+/-)totparameterRESETverschnt. Drukopdeknoppen(+/-)totparameterRESETverschnt.
Dewaardeisingesteldop„OFF“.Dewaardeisingesteldop„OFF“.
Drukopdeknop(+)totdatMOD3verschnt.Drukopdeknop(+)totdatMOD3verschnt.
Drukopdeknop(P)omresetteDrukopdeknop(P)omresetteSTARTENSTARTEN. .
De initialisatiefase wordt doorlopen en alle aangesloten
veiligheidsrelevantecomponentenenheteindpositiesysteem
wordenautomatischingeleerd.
Wissel naar modus Afstelling
“7.4Hetelektronischeeindpositiesysteeminstellenviade
LCD-monitor”
Wissel naar de modus Automatisch
Knop(P)indrukkentotAUTOMATISCHverschnt. Knop(P)indrukkentotAUTOMATISCHverschnt.
8.6 8.6 RESET van de besturingseenheid zonder RESET van de besturingseenheid zonder
LCD-monitorLCD-monitor
Schakel de voedingsspanning uit.Schakel de voedingsspanning uit.
Houddeknoppenopdeprintplaat(P)en(-)tegelkertdHouddeknoppenopdeprintplaat(P)en(-)tegelkertd
ingedrukt.ingedrukt.
Schakel de voedingsspanning weer in.Schakel de voedingsspanning weer in.
Houddeknoppenopdeprintplaat(P)en(-)tegelkertdHouddeknoppenopdeprintplaat(P)en(-)tegelkertd
ingedrukt totdat de rode LED (H6) snel knippert.ingedrukt totdat de rode LED (H6) snel knippert.
Laat de knoppen op de printplaat (P) en (-) los. Laat de knoppen op de printplaat (P) en (-) los.
Vervolgens wordt de initialisatiefase doorlopen
(ca.60seconden).
Tdensdeinitialisatieisprogrammeringenbedieningvanhet
systeemnietmogelk.
Na een succesvolle initialisatie worden de eindposities
gewistenwordenalleparametersteruggezetnaarde
fabrieksinstellingen.
Programmeren
30 – CS 320-besturing / Rev.B 1.01 CS 320-besturing / Rev.B 1.01 – 31
NL
32 – CS 320-besturing / Rev.B 1.01
9. Navigator (alleen LCD-monitor)
AUTOMATISCH
RUSTSTAND
P
>1 sec.
AFSTELLING
RUSTSTAND
+
-> positie DEUR OPEN
AFSTELLING
HANDM. OPEN
Deurpositieopslaan:
P
vasthouden en
+
>1 sec.
-
-> positie DEUR DICHT
AFSTELLING
HANDM. DICHT
Deurpositieopslaan:
P
vasthouden en
-
>1 sec.
P
>1 sec.
INVOER
+
en
-
>2 sec.
INVOER
NEDERLANDS
Menuomhoogbladeren:
+
>2 sec.
Menuomlaagbladeren:
-
> 2 sec.
Waardeselecteren:
P
> 1 sec.
Waardeverhogen:
+
Waardeverlagen:
-
Waardeopslaan:
P
TerugnaarmodusINVOER:
+
en
-
> 1 sec.
FIJN-OP. 0
P
>1 sec.
FIJN-DI. 0
C. OPENED A
C. CLOSED A
TIJDOPEN OFF
START WAARS. OFF
WAARSCHW.V OFF
AUTOSLUIT MOD1
SNELDICHT OFF
RELAIS 1 MOD6
RELAIS 2 MOD7
RELAIS 3 MOD1
RELAIS 4 MOD14
LAMP RUST MOD1
SKS A
DW-TEST MOD2
DW-POINT 20
SKSFKT. MOD1
SKS OMKEER MOD1
OMKEEROFF 50
FOTOCELBEW. A
FCFKT.1 MOD1
FCFKT.2 MOD1
FCPUNT A
IMPULS MOD1
INGANG 1 MOD1
INGANG 2 A
INGANG3 OFF
SKS3 MOD1
SKS4 MOD1
DUUR A
OMKEERTIJD 300
EINDPOS A
ZELFSTOP MOD1
KRACHT 10
RESETMSBUS OFF
RESTART OFF
FABRIEKSINST. 99
RESET OFF
PIN NO.2 1111
SERVICE OFF
INVERTER MOD1
EXPERTMENU OFF
NL
CS 320-besturing / Rev.B 1.01 – 33
AUTOMATISCH
RUSTSTAND
P
>1 sec.
AFSTELLING
RUSTSTAND
+
-> positie DEUR OPEN
AFSTELLING
HANDM. OPEN
Deurpositieopslaan:
P
vasthouden en
+
>1 sec.
-
-> positie DEUR DICHT
AFSTELLING
HANDM. DICHT
Deurpositieopslaan:
P
vasthouden en
-
>1 sec.
P
>1 sec.
INVOER
+
en
-
>2 sec.
INVOER
NEDERLANDS
Menuomhoogbladeren:
+
>2 sec.
Menuomlaagbladeren:
-
> 2 sec.
Waardeselecteren:
P
> 1 sec.
Waardeverhogen:
+
Waardeverlagen:
-
Waardeopslaan:
P
TerugnaarmodusINVOER:
+
en
-
> 1 sec.
FIJN-OP. 0
P
>1 sec.
FIJN-DI. 0
C. OPENED A
C. CLOSED A
TIJDOPEN OFF
START WAARS. OFF
WAARSCHW.V OFF
AUTOSLUIT MOD1
SNELDICHT OFF
RELAIS 1 MOD6
RELAIS 2 MOD7
RELAIS 3 MOD1
RELAIS 4 MOD14
LAMP RUST MOD1
SKS A
DW-TEST MOD2
DW-POINT 20
SKSFKT. MOD1
SKS OMKEER MOD1
OMKEEROFF 50
FOTOCELBEW. A
FCFKT.1 MOD1
FCFKT.2 MOD1
FCPUNT A
IMPULS MOD1
INGANG 1 MOD1
INGANG 2 A
INGANG3 OFF
SKS3 MOD1
SKS4 MOD1
DUUR A
OMKEERTIJD 300
EINDPOS A
ZELFSTOP MOD1
KRACHT 10
RESETMSBUS OFF
RESTART OFF
FABRIEKSINST. 99
RESET OFF
PIN NO.2 1111
SERVICE OFF
INVERTER MOD1
EXPERTMENU OFF
DIAGNOSE
Menuomhoogbladeren:
+
>2 sec.
Menuomlaagbladeren:
-
>2 sec.
Terugnaarmodus
AUTOMATISCH:
P
Alleenopvragenmogelijk
ES BOVEN ON
ES BENEDEN ON
OPEN-TOETS OFF
DICHT-TOETS OFF
INGANG1 OFF
INGANG2/SKSOPEN2/STOP2 –/ON/OFF
INGANG3 -/OFF
SKS ON
SKS3/VEILIGH:3 –/ON
SKS4/VEILIGH:4 –/ON
IMPULS OFF
SCHAKELKLOK OFF
FOTOCELBEW. ON
FOTOCELBEW.2 ON
STOPKETTING ON
STOP ON
DRAAIVELD Rechts
CYKLUS 000000
SERVICE OFF
AWG 0000
C.STOP 0000
C.OPENED 0000
C.O.BTN. 0000
Storingsgeheugen Error ...
34 – CS 320-besturing / Rev.B 1.01
Indicatie Beschrijving
AUTOMATISCH
INLEREN
Deduurwordtautomatischingeleerd.
AUTOMATISCH
OPENEN
De deur bevindt zich in de openingsfase.
AUTOMATISCH
SLUITEN
De deur bevindt zich in de sluitfase.
AUTOMATISCH
RUSTSTAND
De deur bevindt zich in de tussenpositie.
AUTOMATISCH O
RUSTSTAND
De deur bevindt zich in eindpositie OPEN.
AUTOMATISCH o
RUSTSTAND
DedeurbevindtzichineindpositieGed.OPEN(parameter„TussenpositieOPEN“).
AUTOMATISCH U
RUSTSTAND
De deur bevindt zich in eindpositie DICHT.
AUTOMATISCH u
RUSTSTAND
DedeurbevindtzichineindpositieGed.DICHT(parameter„TussenpositieDICHT“).
AUTOMATISCH r
RUSTSTAND
Dedeurbevindtzichinpositieomkeerafschakeling.
AUTOMATISCH
STOP
DecommandoknopSTOP(klepknoppenCS)islangerdan5secondeningedrukt.
AUTOMATISCH
CONTINU SIGNAAL
Bijhetinschakelenvandespanningwordteenactiefsignaal(NO)gedetecteerdopdeOPEN-,DICHT-,impuls-
ofprogrammeerbareingang1(bijgebruikvanI/O-BUS-modulesookingangen11-14,of15-18).
Ditishoedanookeenontoelaatbaretoestand.Deoorzaakiswaarschijnlijkeendefectonderdeeldatmoet
worden vervangen.
Uitzondering:Hetsignaalkomtvandeinsteekbareschakelklokofviadegeprogrammeerdeingang1alsdeze
alstimerfunctie(MOD4)wordtgebruikt,ofbrandalarmfunctie(MOD5-9,13)isingesteld.
AUTOMATISCH
BOTSSENSOR
Debotssensorvanhetdeursysteemisgeactiveerd(aansluitingopX4/9-10,programmeerbareingang1,
MOD18). Wellicht is een voertuig (bijv. een vorkheftruck) tegen de gesloten deur gereden.
SERVICE
RUSTSTAND
De vooraf geselecteerde service-interval is bereikt.
Wordtdeparameter„Zelfstop“inhetinvoermenuopMOD2-7ofMOD9gezet,danwisseltdedisplayweergavevanAUTOMATISCH
naar HAND.
Indicatie Beschrijving
HANDBEDRIJF
HANDM. OPEN
De deur bevindt zich in de openingsfase.
HANDBEDRIJF
HANDM. DICHT
De deur bevindt zich in de sluitfase.
HANDBEDRIJF
RUSTSTAND
De deur bevindt zich in de tussenpositie.
10. Functie-overzichten
10.1 Modus Automatisch
NL
CS 320-besturing / Rev.B 1.01 – 35
10.2 10.2 Modus invoerModus invoer
Functie Beschrijving
Instelmogelijk-
heden
Fabrieksinstel-
ling
DEUTSCH Selectievandemenutaal
Alleen met LCD-monitor:
Hetisookmogelijkdemenutaalindeinitialisatiefase(tijdensdeeerste
ingebruiknameofnaeenreset)tekiezen.Deaffabriekingesteldemenutaal
(NEDERLANDS) verschijnt hier gedurende ca. 60 seconden als knipperende tekst op
hetdisplay.Opditpuntkandemenutaalookgedurendedeinitialisatiefaseworden
gewijzigd.
Drukopdeknop[+]of[-]omdoordetaalkeuzestebladeren.Sladegewenstetaal
opmetdeknop[P].
Vervolgens worden alle teksten/berichten in de geselecteerde taal weergegeven.
DEUTSCH
ENGLISH
FRANCAIS
NEDERLANDS
DANSK
ESPANOL
POLSKI
CESKY
ITALIANO
SUOMI
SVENSKA
TURKÇE
NORSK
MAGYARUL
DEUTSCH
FIJN-OP.
FijnafstellingvandeeindpositieOPENtenopzichtevandeopgeslageneindpositieOPEN
(ES OPEN).
Alleenzichtbaarmetelektronischeindpositiesysteem.
-250 – 250 0
FIJN-DI. FijnafstellingvandeeindpositieDICHTtenopzichtevandeopgeslageneindpositie
DICHT (ES DICHT).
Alleenzichtbaarmetelektronischeindpositiesysteem.
-250 – 250 0
C. OPENED Instelling van het schakelpunt tussenpositie OPEN (Ged. OPEN) ten opzichte van de
opgeslagen eindpositie OPEN. Getoond als negatieve waarde.
Alleenzichtbaarmetelektronischeindpositiesysteem.
Automatischinlerenvandepositie:
„7.5Detussenpositiesvanhetelektronischeeindpositiesysteeminstellenviade
LCD-monitor“
A (inleren)
-1 - ES DICHT
A
C. CLOSED Instelling van het schakelpunt tussenpositie DICHT (Ged. DICHT) ten opzichte van de
opgeslagen eindpositie DICHT. Getoond als positieve waarde.
Alleenzichtbaarmetelektronischeindpositiesysteem.
Automatischinlerenvandepositie:
„7.5Detussenpositiesvanhetelektronischeeindpositiesysteeminstellenviade
LCD-monitor“
A (inleren)
1 - ES OPEN
A
TIJDOPEN NahetopenengaatdedeurautomatischDICHTnadatdeingesteldewaardeis
verstreken.
Opmerking:
Door de DICHT-toets in te drukken tijdens tijd open, begint de sluitbeweging
onmiddellijk.
Door de knop OPEN of STOP in te drukken tijdens de open tijd wordt die tijd opnieuw
gestart.
Alsdeautomatischetoegangwordtonderbrokendoordesluitkantbeveiliging,wordt
elkenieuwepogingbijdetijdopenopgeteld.Na3pogingenwordthetautomatisch
sluiten afgebroken.
OFF
1 – 3600 seconden
OFF
START
WAARS.
Voor elke beweging volgt een startwaarschuwing. OFF
1 – 10 seconden
OFF
36 – CS 320-besturing / Rev.B 1.01
Functie Beschrijving
Instelmogelijk-
heden
Fabrieksinstel-
ling
WAAR-
SCHW. V
Voorhetautomatischsluitenofvoorhetsluitendoorimpulsbedieningwordteen
voorwaarschuwingstijd vooraf geactiveerd.
Opmerking: Deze tijd wordt opgeteld bij de startwaarschuwing
OFF
1 – 300 seconden
OFF
AUTOSLUIT Automatischsluitennaaopenvandeopentijd.
MOD1: AUTOSLUITvanuiteindpositieOPEN
MOD2: AUTOSLUITvanuiteindpositieGed.OPEN
MOD3: AUTOSLUITvanuiteindpositieGed.OPEN
MOD4: AUTOSLUITvanafalle deurposities
MOD1 – MOD4 MOD1
SNELDICHT Voortijdig sluiten na passeren van de fotocel.
Voorwaarden:
Aansluiting van een fotocel op rijhoogte en het instellen van een open tijd >0.
Bij tijd open = 0 sluit de deur direct na het passeren van de fotocel.
MOD2: Detijdopenwordtgeannuleerdnadatdefotocelisgepasseerd(dedeur
sluitonmiddellijk).
Als de fotocel tijdens het opengaan wordt gepasseerd, wordt de
geprogrammeerdetijdopengenegeerdensluitdedeurdirect.
MOD3: Detijdopenwordtgeannuleerdnadatdefotocelgedurendeminimaal
2secondenisonderbroken(detectievanpersonen).
Als de fotocel tijdens het opengaan wordt gepasseerd, wordt de
geprogrammeerdetijdopengenegeerdensluitdedeurdirect.
MOD4: HetzelfdealsMOD2,maardefotocelheeftgeenfunctietijdenshet
opengaan.
OFF
MOD2 – MOD4
OFF
RELAIS 1 Aanalle4derelaiskaneenrelaismodusvan1–13,17–19,21–46,49en60–62
worden toegewezen.
Relais4kanookwordengeprogrammeerdmetMOD14-16.
Nadereuitleg:
„10.3Toelichtingbijderelaismodi:“oppagina43
MOD1: (Rodelampbinnen1)Voorwaarschuwing-knipperend,deurbeweegt-
brandt
MOD2: (Rodelampbinnen2)Voorwaarschuwing-knipperend,deurbeweegt-
knipperend
MOD3: (Rodelampbinnen3)Voorwaarschuwing-brandt,deurbeweegt-brandt
MOD4: ImpulssignaalvoorOPEN-commandovanbinnenuit
MOD5: Storingsmelding
MOD6: EindpositieOPEN
MOD7: EindpositieDICHT
MOD8: EindpositieOPENgenegeerd
MOD9: EindpositieDICHTgenegeerd
MOD10: TussenpositieOPEN
MOD11: TussenpositieDICHT
MOD12: TussenpositieDICHTtoteindpositieDICHT
MOD13: Magneetslotfunctie
MOD14: Rem(ruststroomprincipe)
MOD15: Rem(arbeidsstroomprincipe)
MOD16: Rem(ruststroomprincipe)geschakeldnaareindpositieOPEN
MOD17: SKS-geactiveerdoftestfout
MOD18: (Lamprood4)Voorwaarschuwing-knipperend,deurbeweegt-Off
MOD19: TussenpositieOPENtoteindpositieOPEN
MOD21: Testvandeintrekbeveiligingvoorhetopengaan(extramodulevereist)
MOD22: Activeringvanhettransmissiesysteemradio1en3,oftestenlichtgordijn
MOD23:
(Lampgroen)EindpositieOPEN-brandt,voorwaarschuwing-OFF,deur
beweegt-OFF*
MOD24: Condensatorcircuitvoorsectionaaldeuraandrijvingen230V/1~
MOD25: Omgevingslampfunctie,2minutenaannaOPEN-/impuls-commando
MOD26: Activeringvanhettransmissiesysteemradio2
MOD27: ImpulssignaalnahetbereikenvaneindpositieOPEN
MOD1 – MOD13
MOD17 – MOD19
MOD21 – MOD46
MOD49
MOD60 – MOD62
MOD6
RELAIS 2 MOD1 – MOD13
MOD17 – MOD19
MOD21 – MOD46
MOD49
MOD60 – MOD62
MOD7
RELAIS 3 MOD1 – MOD13
MOD17 – MOD19
MOD21 – MOD46
MOD49
MOD60 – MOD62
MOD1
RELAIS 4 MOD1 – MOD19
MOD21 – MOD46
MOD49
MOD60 – MOD62
MOD43
Functie-overzichten
NL
CS 320-besturing / Rev.B 1.01 – 37
Functie Beschrijving
Instelmogelijk-
heden
Fabrieksinstel-
ling
MOD28: RelaisinhetalgemeenOFF
MOD29: Deuropent
MOD30: Deursluit
MOD31: Service,continusignaalnahetbereikenvandeingestelde
onderhoudsinterval
MOD32: Accumodus
MOD33: Geenaccumodus
MOD34: BMA-signaal(brandalarmsysteemactief)
MOD35: Fotocelactief
MOD36: Sluitcilinderloopdeur
MOD37: Testenstopsignaalvanhettransmissiesysteemradio1en3
MOD38: Testenlichtgordijn2(ingang2)
MOD39: ErrorLED
MOD40: ImpulssignaalvoorOPEN-commandovanbuitenaf
MOD41: Testtransmissiesysteemradio4inOPEN-richting
MOD43: Aandrijvinginbeweging
MOD44: (Rodelampbinnen+buiten)
. . . . . . . . . Deurbeweging DICHT vanuit tussenpositie DICHT - knipperend
. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . Deurbeweging OPEN - Off
MOD45: Sluitkantenactief
MOD46: BesturingseenheidinmodusAFSTELLING
MOD49: Testen van aanwezigheids- en bewegingssensoren (NC)
MOD60: (Rodelampbuiten1)Voorwaarschuwing-knipperend,deurbeweegt-
brandt
MOD61: (Rodelampbuiten2)Voorwaarschuwing-knipperend,deurbeweegt-
knipperend
MOD62:
(Groenelampbuiten)EindpositieOPEN-brandt,voorwaarschuwing/deur
beweegt - Off
LAMP RUST Lampenschakelen
MOD1: instand-byoff
MOD2: instand-byon
MOD3: instand-byna5minutenoff
MOD1 – MOD3 MOD1
SKS MOD1: OSE(Optosensor)
MOD2: 8,2kΩ(elektrischecontactstrip)
MOD3: DW(drukcontactstrip)alsNCmettesten
MOD4: LichtgordijnOSEzondertesten
MOD5: LichtgordijnSSRofPNPmettesten
MOD6: LichtgordijnSSRofPNPzondertesten
MOD7: 2-draads OSE (optische sensor 2-draads)
OPMERKING:
MOD4,MOD5enMOD6moetenmetdehandwordeningesteldbijgebruikvaneen
lichtgordijn.
Zonderoptellenvandeopentijd(indiengeprogrammeerd)naonderbrekingvan
hetlichtgordijntijdenshetautomatischsluiten.
Zonderuitschakelingvandefunctie„Automatischsluiten“na3opeenvolgende
onderbrekingen.
A (inleren)
MOD1 – MOD7
A
DW TEST Activering en deactivering van de testfunctie voor de aangesloten DW-strip.
VerschijntalleenalsparameterSKS=MOD3isingesteld.
MOD1: TestOFF
MOD2: TestON
MOD1 – MOD2 MOD2
DW-POINT PuntwaaropdeaangeslotenDW-strip(X4/5+6)wordtgetest.
VerschijntalleenalsparameterSKS=MOD3isingesteld.
Instelling in stappen (alleen AWG), uitgaande van het onderste eindschakelpunt.
BijinstallatiesmetmechanischeeindschakelaarsdientdeextraeindschakelaarDICHT
als DW-POINT.
0 – 1000 20
SKSFKT. MOD1: Stop+omkeren
MOD2 Stop+vrijedoorganggedurende2seconden
MOD1 – MOD2 MOD1
38 – CS 320-besturing / Rev.B 1.01
Functie Beschrijving
Instelmogelijk-
heden
Fabrieksinstel-
ling
SKS
OMKEER
MOD1: Stop+omkeren tussen
eindpositieOPENenomkeerpunt
Stop tussenomkeerpunteneindpositieDICHT
voor verticaal sluitende deuren
MOD2 Stop+omkeren tussen
eindpositieOPENenomkeerpunt
Geenactie tussenomkeerpunteneindpositieDICHT
voorverticaalsluitendedeurenmetvoorijlendefotocel
MOD3: Stop+omkeren tusseneindpositieOPENeneindpositieDICHT
voorhorizontaalsluitendedeurenensystemenmetmechanische
eindschakelaars zonder vooreindschakeling
OPMERKING:
BijinstallatiesmetmechanischeeindschakelaarsdientdeextraeindschakelaarDICHT
alsomkeerpunt.
MOD1 – MOD3 MOD1
OMKEEROFF Omkeerpunt.Puntwaaropdeomkeringvandedeurwordtuitgeschakeld.
Verschijntalleenvoorsystemenmeteenelektronischeindpositiesysteem(AWG).
Instellinginstappenuitgaandevanhetondersteeindschakelpunt.Bijinstallatiesmet
mechanischeeindschakelaarsdientdeextraeindschakelaarDICHTalsomkeerpunt.
A (inleren)
1 – 1000
50
FOTOCELBEW.
1
Fotocel1,metofzondertesten,gemonteerdindedoorgangvandedeur.
AansluitingopX4/1-4.Hetbetreffendeaangeslotensysteemwordtautomatisch
herkend en ingeleerd.
Aansluitschema‘s“5.10Aansluitingsluitkantbeveiliging1“oppagina15
MOD1: 2-draadssysteem(MFZ) mettesten
MOD2: 3-draadssysteemNPN zondertesten
MOD3: 3-draadssysteemPNP zondertesten
4-draadssysteemNC-contact zondertesten
MOD4: 3-draadssysteemNPN mettesten
MOD5: 3-draadssysteemPNP mettesten
4-draadssysteemNC-contact mettesten
OPMERKING:
Alseen3-of4-draadssysteemmettestenmoetwordengebruikt,moetde
betreffendeMOD(4of5)metdehandwordeningesteld.
A (inleren)
MOD1 – MOD5
A
FCFKT.1 Fotocel1actiefindedoorgangvandedeur.
Deurbeweging DICHT Deurbeweging OPEN
MOD1: Stop+Omkeren Geenactie
MOD2: Stop+vrijedoorgang Geenactie
MOD3: STOP geenactie
MOD4: STOP STOP
MOD5: Stop+omkeren meerij-onderdrukking
(DeurbewegingOPENalleenmogelijk
als de fotocel vrij is).
MOD6: Geenactie Stop+omkeren
MOD7: Geenactie Stop+vrijedoorgang
MOD8: Geenactie Stop
MOD9: Meerij-onderdrukking Stop+omkeren
(DeurbewegingDICHTpasmogelijk,
als de fotocel vrij is).
MOD1 – MOD9 MOD1
FCFKT.2 Fotocel2actiefindedoorgangvandedeur.
VerschijntalleenbijinstellenvanparameterINGANG1=MOD15.
AansluitingalleenalsNC-contactviaprogrammeerbareingang1(X4/9+10).
SelectiemodianaloogaandeinstellingenonderFCFKT.1
MOD1 – MOD9 MOD1
Functie-overzichten
NL
CS 320-besturing / Rev.B 1.01 – 39
Functie Beschrijving
Instelmogelijk-
heden
Fabrieksinstel-
ling
FCPUNT TussendeeindpositieDICHTenhetFC-puntwordtfotocel1(X4/1-4)nietuitgelezen.
Instelling in stappen uitgaande van het onderste eindschakelpunt. Verschijnt alleen
voorsystemenmeteenelektronischeindschakelaars.
Opmerking: Tijdens de eerste sluiting tijdens de afstelling wordt dit punt
automatischgedetecteerd,opvoorwaardedatfotocel1opdedeurstijlisgemonteerd
en tijdens de sluiting vanaf dit punt tot eindpositie DICHT onderbroken blijft.
A (inleren)
1 - ES OPEN
A
IMPULS Selectievaneenfunctiedieaandeimpulsknop(X3/7+8)moetwordentoegewezen.
MOD1: OPEN-STOP-DICHT-STOP-OPEN...(sequentiëleaansturing)
MOD2: OPENalsdedeurstilstaat/GeenactietijdensdeOPEN-beweging
Stop en opengaan bij DICHT-beweging
MOD3: OPENwanneerdedeurstilstaat/STOPwanneerdedeurinbewegingis
MOD4: OPENalsdedeurstilstaat/Geenactiebijdeurbeweging
MOD5: OPENwanneerdedeurstilstaat/DICHTvanuiteindpositieOPEN
MOD1 – MOD5 MOD1
INGANG 1 Selectievaneenfunctiediemoetwordentoegewezenaaningang1(X4/9+10).
MOD1: KnopGed.OPEN ......................................NO
MOD2: SchakelaarGed.OPEN ...................................NO
MOD3: SchakelaarAUTOSLUIT ...................................NO
MOD4: ExterneKLOK(continuOPEN) ..............................NO
MOD5: SchakelaarBMA3(gedeeltelijkopen) ........................NO
MOD6: SchakelaarBMA1(noodsluiting) ............................NO
MOD7: SchakelaarBMA1(noodsluiting) ...........................NC
MOD8: SchakelaarBMA2(noodopening) ...........................NO
MOD9: SchakelaarBMA2(noodopening) ...........................NC
MOD10: Knopventilatiefunctie(gedeeltelijkeopen) ....................NO
MOD11: KnopAutomatischsluiten .................................NO
MOD12: Laserscanner(hoogtedetectie) ..............................NO
MOD13: SchakelaarBMA3(gedeeltelijkopen) ........................NC
MOD14: Loopdeurvergrendeling ...................................NO
MOD15: Fotocel2 ......................................NC
MOD16: Schakelaarvoorwaarschuwing ..............................NO
MOD17: Impulsknop ......................................NO
MOD18: Botssensor ......................................NC
MOD19: Bedieningscommando‘sviaLCD-monitorblokkeren .............NC
MOD22: Bewakingexternelastschakelaar ............................NO
MOD30: OPEN-toetsbinnen ......................................NO
MOD31: OPEN-toetsbuiten ......................................NO
MOD32: DICHT-toets ......................................NO
(alleen actief bij actieve sluitkantbeveiliging en actieve fotocel 1. Geen
functieindodemansmodus.)
MOD1 – MOD19
MOD22
MOD30 – MOD32
MOD1
40 – CS 320-besturing / Rev.B 1.01
Functie Beschrijving
Instelmogelijk-
heden
Fabrieksinstel-
ling
INGANG 2 Selectievaneenfunctiediemoetwordentoegewezenaaningang2(X4/11+12).
OFF: NIETactief
MOD2: Loopdeurschakelaar-stopbijafwijking ....................8,2 kΩ
MOD3: Schakelstrip- actiefinOPEN-richting. . . . . . . . . . . . . . . . . .8,2 kΩ
Stopenomkerenbijactiveren
MOD4: Schakelstrip- actiefinOPEN-richting. . . . . . . . . . . . . . . . . .8,2 kΩ
Stop en vrije doorgang bij activeren
MOD5: Accumodus ......................................NO
MOD6: Radarbewegingsmelder(hoogtedetectie) ......................NO
MOD7: Lichtgordijn2(SSR/PNP)mettesten .........................NC
MOD8: Veiligheidscircuitmetweerstandsmeting .................... xx Ω
MOD9: Veiligheidselement-stopbijafwijking ......................OSE
MOD10: Schakelstrip-actiefinOPEN-richting .......................OSE
Stopenomkerenbijactiveren
MOD11: Schakelstrip-actiefinOPEN-richting .......................OSE
Stop en vrije doorgang (2 sec.) bij activeren
MOD12: Lichtgordijn2zondertesten ..............................OSE
Tijdensdeeersteinbedrijfstellingennaeenresetwordtingang2éénkeerop
A-zelerendgezet.Alsereenweerstandswaardewordtgedetecteerd,wordt
automatischMOD8(veiligheidsingang5.14)ingesteldenwordtdemeetwaarde
opgeslagen en bewaakt als referentie voor de aangesloten veiligheidsrelevante
componenten.
Eenenkeleschakelstripvan8,2kOhm(MOD3/4)moetmetdehandworden
geactiveerd.
Alsbijdeeersteinbedrijfstellingofnaeenresetgeenaangeslotencomponentwordt
gedetecteerddanwordtdeingangautomatischuitgeschakeld.OFFverschijntophet
displayendeingangmoetmetdehandwordengeactiveerd.
A (inleren)
OFF
MOD2 – MOD12
A
INGANG 3 Selectievaneenfunctiediemoetwordentoegewezenaaningang3(X10/1-3).
OFF: Nietactief
MOD4: Weekschakelklok
MOD21: Bewakingremaansturing
MOD22: (analoogaaningang1/MOD22)
OPMERKING:
AlsMOD14-16oprelais4isingesteld,wordtMOD21(rembewaking)automatisch
op ingang 3 ingesteld. Deze instelling kan niet worden gewijzigd zolang de
remmodusactiefis.
OFF
MOD4 / MOD21/
MOD22
MOD4
SKS3 Instellingvoorkanaal1vanhetinsteekbaresignaaloverdrachtsysteem(X20).
OFF: Nietactief
MOD2: GeactiveerdalssluitkantbeveiliginginDICHT-richting.
MOD3: GeactiveerdalssluitkantbeveiliginginOPEN-richting.
MOD4: Geactiveerdalsveiligheidsvoorziening(internveiligheidscircuit)
AlshetinsteekbareonderdeelvanhetsignaaloverdrachtsysteemopX20is
aangesloten, herkent de besturing dit (alleen bij de eerste inbedrijfstelling of na een
reset)enwordtdeparameterautomatischopMOD4ingesteld.
A - (inleren)
OFF
MOD2 – MOD4
A
SKS4 Instellingvoorkanaal2vanhetinsteekbaresignaaloverdrachtsysteem(X20).
SelectiemodianaloogaandeinstellingenonderSKS3.
A - (inleren)
OFF
MOD2 – MOD4
A
DUUR BewakingvandemaximaleduurvaneenOPEN-ofDICHT-beweging.
Tijdensdeinleercycluswordtdeduurvandedeurautomatischingeleerd.
Als het verschil 20% is (in beide richtingen), verschijnt er een duur-error.
Nahetautomatischinlerenkandeduurmetdehandwordengewijzigd.
A (inleren)
OFF
1 – 300 seconden
A
Functie-overzichten
NL
CS 320-besturing / Rev.B 1.01 – 41
Functie Beschrijving
Instelmogelijk-
heden
Fabrieksinstel-
ling
OMKEERTIJD Stilstandtijdvandemotorvoorelkedirecterichtingsverandering.
Deomkeertijdwanneerdeschakelstriptijdensdesluitbewegingwordtgeactiveerd,is
een kwart van de ingestelde tijd.
100 –
5000milliseconden
300
EINDPOS. Selectievanhetuittelezeneindpositiesysteem.
MOD1: Absoluteencoder(AWG)
MOD2: Mechanischeeindschakelaars(MEC).
MOD4: alleenvoorFU-bedrijf
MOD5: Absoluteencoder(AWG)+mechanischeeindschakelaarsDICHT(NC)
bij standaarduitvoering
MOD6: Absoluteencoder(AWG)+mechanischeeindschakelaarsDICHT(NC)
bijspecialeuitvoeringmetlinksdraaiveld
MOD 5+6 (optioneel):
Hierwordteenextraexternemechanischeeindschakelaaringesteldomhetonderste
eindpuntuittelezen,tercompensatievantolerantiesdiewordenveroorzaaktdoorde
deurmechanieken/ofbekledingvandedeur.Zodrademechanischeeindschakelaar
wordt geactiveerd, wordt de onderste eindpositie geacht te zijn bereikt, ongeacht de
informatievandeabsoluteencoder.
A (inleren)
MOD1 – MOD2
MOD4 – MOD6
A
ZELFSTOP Keuzetussenimpulsbedieningenhandmodus(dodemansfunctie)metofzonder
analysevansluitkantbeveiliging(SKS)enfotocelsytemen(FC).
MOD1: ImpulsmodusvoorOPEN+DICHTmetSKSenFC
Als de veiligheidsvoorzieningen defect zijn, schakel dan over op hand
modus.
MOD2: HandmodusvoorOPEN+DICHTmetSKSenFC
MOD3: Hand-modusvoorDICHT,impulsbedieningvoorOPEN,metSKSenFC
MOD4: Hand-modusvoorOPEN,impulsbedieningvoorDICHT,metSKSenFC
MOD5: Hand-modusvoorOPEN+DICHTzonderSKSenFC
MOD6: Hand-modusvoorDICHT,impulsbedieningvoorOPEN,zonderSKSenFC
MOD7: HandmodusvoorOPEN+DICHTmetSKSenFC
Stop bij het bereiken van de tussenpositie DICHT.
Doornogmaalsopdeknoptedrukken,gaathetverdernaareindpositie
DICHT.
MOD8: ImpulsmodusvoorOPEN+DICHTmetSKSenFC
Als de veiligheidsvoorzieningen defect zijn, schakel dan over op hand
modusalleenmetdeprintplaatknop
MOD9: HandmodusvoorOPEN+DICHTmetSKSenFC
Ingevalvandefecteveiligheidsvoorzieningen,bedieningalleenmetde
printplaatknop.
MOD1 – MOD9 MOD1
KRACHT Automatische krachtbewaking
(bewaking van het toerental)
Foutmeldingbijzwareloopofblokkeringvandedeur.
Instelling van de gevoeligheid voor richting OPEN.
Een waarde voor de kracht (toerental) wordt tijdens het opengaan weergegeven.
Bijgeactiveerdekrachtbewakingmoetereenkleinerewaardewordeningesteld
dan de kleinste tijdens de deurbeweging weergegeven waarde. Hoe groter het
verschilmetdekleinsteweergegevenwaarde,desteongevoeligerreageertde
krachtbewaking.
De krachtbewaking is alleen geactiveerd als er een getalswaarde is ingesteld.
OFF
1 – 999
10
RESET
MSBUS
Alle toegewezen MSBUS-adressen worden gereset.
Na het herstarten van de besturingseenheid krijgen alle aangesloten MSBUS-
apparaten een nieuw adres.
Voorgedetailleerdeinformatieverwijzenwijunaardehandleidingvanhet
MSBUS-apparaat.
ON
OFF
OFF
RESTART Wanneer deze functie wordt geactiveerd dan wordt de besturingseenheid opnieuw
gestart.
ON
OFF
OFF
42 – CS 320-besturing / Rev.B 1.01
Functie-overzichten
Functie Beschrijving
Instelmogelijk-
heden
Fabrieksinstel-
ling
FABRIEKSINST. SelectievandeparametersetwaarnaarbijeenRESETmoetwordengereset.
MOD5: MFZS Aandrijvingenindodemansmodus
MOD6: MFZFU AandrijfserieMDF-U(geïntegreerdeUPS)
MOD7: MFZS AandrijfserieSTAWmetlangereinschakelduur
MOD8: MFZFU AandrijfserieMTZ05(230V)
MOD9: MFZFU Aandrijfserie STA
MOD14: MFZFU AandrijfserieMTZ05(400V)
MOD28: MFZS MFZNetvoedingmetremaansturing.
MOD31: MFZS Dodemansfunctie,nietteresetten
MOD32: MFZDUO DUO-systeem,2aandrijvingen
MOD98: MFZS Standaardmetrembewaking(relais4/MOD14)
MOD99: MFZS Standaard
MOD10-MOD13/MOD15-MOD97:Klantspeciekeparamatersets
MOD5 – MOD99 MOD99
RESET Resetvanderegelparametersnaardevoorgeselecteerdefabrieksinstelling.
MOD1: GedeeltelijkeReset1(AllesbehalveFU-instellingen)
MOD2: Gedeeltelijkereset2(allesbehalveeindposities/gedetecteerd
eindpositiesysteem)
MOD3: Volledigereset(allesterugnaarfabrieksinstellingen)
OFF
MOD1 – MOD3
OFF
PIN-NO. 2 InvoerenselectievaneenPIN-codeomeenonderhoudsintervalteprogrammeren.
NahetinvoerenvandePIN-codeopenteentweedeprogrammeerfunctie.
DaarnakaneenonderhoudsintervalwordeningevoerdviadeparameterSERVICE.
Invoerfunctie2verdwijntweernadatdestroomisuitgeschakeldofautomatisch
na10minuten.DePIN-codekanalleenindetweedeprogrammeerfunctieworden
gewijzigd.
0 – 9999 1111
SERVICE OFF: Onderhoudsindicatienietactief
Instellingvaneenonderhoudsinterval.Naaoopvaningesteldelastcycliwordteen
onderhoudsmelding(LED/LCD)getoond.Alseenrelaisuitgangisgeprogrammeerd
metMOD31,danschakelthetbetreffenderelais(continusignaal).
Verschijntpasnahetactiverenvaninvoerfunctie2viaparameterPIN-NO.2.
OFF
0 – 99950
OFF
INVERTER. Activeertofdeactiveerteenaangeslotenfrequentieomvormer.Wanneer
eenfrequentieomvormeropdeX18-interfacewordtaangesloten,wordtde
besturingseenheideenCS320FU.
Voorgedetailleerdeinformatieverwijzenwijunaardehandleidingvande
CS320FU.
MOD1: WerkingzonderFU
MOD2: WerkingmetFU
MOD3: WerkingmetFU(effectievehellingtijd)
MOD1 – MOD3 MOD1
EXPERTMENU Activeringendeactiveringvandeexpertinstelling.
InfabrieksinstellingOFFverschijntslechtseenbeperkteselectievanparameters
onderINVOER.AlsdezeparameteropONstaat,kunnenalleparametersvande
invoermenu‘swordengeopendeningesteld.
OFF:Beperktaantalparameterinstellingen:
Menutaal
C. OPENED
TIJDOPEN
WAARSCHW. V
SNELDICHT
OMKEEROFF
INGANG 1
ZELFSTOP
EXPERTMENU
ON:Toegangtotalleparameterszoalsvermeldinhoofdstuk10.2.
ON–OFF OFF
NL
CS 320-besturing / Rev.B 1.01 – 43
10.3 10.3 Toelichting bij de relaismodi:Toelichting bij de relaismodi:
A. Lampfuncties
MOD Aanduiding Eindpositie DICHT Eindpositie OPEN
Voorwaarschuw-
ing
Deurbeweging
MOD1 Rodelampbinnen1 ON/OFF
1
OFF
2
Knipperend Brandt
MOD2 Rodelampbinnen2 ON/OFF
1
OFF
2
Knipperend Knipperend
MOD3 Rodelampbinnen3 ON/OFF
1
OFF
2
Brandt Brandt
MOD18 Rodelampbinnen4 OFF OFF Knipperend OFF
MOD23 Groenlampbinnen OFF Brandt
2
OFF OFF
MOD44 Rodelamp
binnen+buiten
OFF OFF OFF Knipperend
3
MOD60 Rodelampbuiten1 ON/OFF
1
OFF
2
Knipperend Brandt
MOD61 Rodelampbuiten2 ON/OFF
1
OFF
2
Knipperend Knipperend
MOD62 Groenelamp
4
OFF Brandt
2
OFF OFF
1
afhankelijkvanparameterLAMPRUST
2
Metactievetegemoetkomendverkeersregeling:AfhankelijkvanhetOPEN-commandobinnenofbuiten
3
vandetussenpositieDICHTtoteindpositieDICHT,ooknaeenstopcommando. Alleen in de richting SLUITEN.
B. Positiemeldingen
MOD Aanduiding Opmerkingen
MOD6 Eindpositie OPEN Het relais sluit het contact als de deur op eindpositie OPEN staat.
MOD7 Eindpositie DICHT Het relais sluit het contact als de deur op eindpositie DICHT staat.
MOD8 Niet eindpositie OPEN Het relais sluit het contact als de deur niet op eindpositie OPEN staat.
MOD9 Niet eindpositie DICHT Het relais sluit het contact als de deur niet op eindpositie DICHT staat.
MOD10 Tussenpositie OPEN (Ged. OPEN) Het relais sluit het contact als de deur op tussenpositie OPEN (Ged. OPEN) staat.
MOD11 Tussenpositie DICHT (Ged. DICHT) Het relais sluit het contact als de deur op tussenpositie DICHT (Ged. DICHT) staat.
MOD12 Van de tussenpositie DICHT tot
eindpositie DICHT
Het relais sluit het contact als de deur tussen eindpositie DICHT en tussenpositie DICHT (Ged. DICHT)
staat.
MOD19 Tussenpositie OPEN tot eindpositie
OPEN
Het relais sluit het contact als de deur tussen eindpositie OPEN en tussenpositie OPEN (Ged. OPEN) staat.
44 – CS 320-besturing / Rev.B 1.01
C. Impulssignalen
MOD Aanduiding Opmerkingen
MOD4 ImpulsvoorOPEN-commandovan
binnenuit
Hetrelaissluithetcontactgedurende1secondealsdedeureenOPEN-commandovan
binnenuitkrijgt.Dezeimpulskanbijvoorbeeldwordengebruiktomdeverlichtingteregelen.
MOD27 Impulsnahetbereikenvaneindpositie
OPEN
Het relais sluit het contact gedurende 2 seconde als de deur de eindpositie OPEN bereikt. Deze
impulskanbijvoorbeeldwordengebruiktomeenvolgendeslagboomteopenen.
MOD 40 ImpulsvoorOPEN-commandovan
buitenaf
Hetrelaissluithetcontactgedurende1secondealsdedeureenOPEN-commandovanbuitenaf
krijgt.Dezeimpulskanbijvoorbeeldwordengebruiktomdeverlichtingteregelen.
D. Remfuncties (alleen instelbaar bij relais 4)
MOD Aanduiding Opmerkingen
MOD14 Rem(ruststroomprincipe) Hetschakelcontactvanderemgelijkrichterwordtviahetrelaisaangestuurdvooreensnellere
remwerking.Zodradedeurbeweegt,wordthetcontactgeslotenenderemgelost(ruststroomprincipe).
MOD15 Rem(arbeidsstroomprincipe) Hetschakelcontactvanderemgelijkrichterwordtviahetrelaisaangestuurdvooreen
snellereremwerking.Zodradedeurbeweegt,wordthetcontactgeopendenderemgelost
(arbeidsstroomprincipe).
MOD16 Rem(ruststroomprincipe)op
eindpositie OPEN geschakeld
Hetschakelcontactvanderemgelijkrichterwordtviahetrelaisaangestuurdvooreensnellere
remwerking.Zodradedeurbeweegt,wordthetcontactgeslotenenderemgelost(ruststroomprincipe).
Omeensoepelerstopgedragvandedeuropdebovensteeindpositietebereiken,wordthet
schakelcontact niet op EINDPOSITIE OPEN geschakeld.
E. Storingsmeldingen
MOD Aanduiding Opmerkingen
MOD5 Storingsmelding HetrelaisopenthetcontactbijeenSTOP-commandoofeenstoring.
Alle fouten in hoofdstuk 10 zorgen ervoor dat het relais activeert.
MOD17 Sluitkantbeveiliging SKS 1-4
geactiveerd
BewakingvanSKS1(X4/5-8),SKS2(X4/11-12)enSKS3/SKS4(transmissiesysteem).
Het relais opent het contact wanneer een van de sluitkantbeveiligingen SKS 1-4 wordt geactiveerd.
EenstoringineenvandesluitkantbeveiligingenofeenmisluktetestwordtviaMOD5aangegeven.
MOD35 Fotocel Schakelthetaanliggendesignaaldooralseenmelding,analoogaanfotocelingangX4(3/4).
RelaisON: SignaalvandefotocelisOK
RelaisOFF: Lichtstraalonderbrokenoffotoceldefect
MOD39 Error LED Het relais sluit altijd het contact als de interne storings-LED 2 (rood) brandt.
MOD45 Sluitkantbeveiligingen SKS 1-4
in orde
BewakingvanSKS1(X4/5-8),SKS2(X4/11-12)enSKS3/SKS4(transmissiesysteem)
RelaisON: Allesluitkantbeveiligingenzijninorde
RelaisOFF: Tenminsteéénsluitkantbeveiligingisgeactiveerdofdefect
Functie-overzichten
NL
CS 320-besturing / Rev.B 1.01 – 45
F. Bewegingssignaal
MOD Aanduiding Opmerkingen
MOD29 Deur opent. Actief bij beweging in OPEN-richting.
MOD30 Deur sluit. Actief bij beweging in DICHT-richting.
MOD43 Deur opent of sluit. Actief bij elke beweging.
DerembewakingsmoduleBWM1isbijdezeinstellingnietactief!
G. Functies voor externe accessoires
MOD Aanduiding Opmerkingen
MOD13 Magneetslotfunctie Het relais sluit voor elke deurbeweging. In de ruststand is het relais open.
Voor elke deurbeweging wordt een vertragingstijd van 0,5 seconden ingesteld.
MOD21 Test van de intrekbeveiliging Het relais genereert een testsignaal wanneer de eindpositie DICHT is bereikt en verwacht als reactie het
activeren van het stopcircuit.
MOD22 Activering van het
transmissiesysteemradio1en
radio 4,
testen van lichtgordijn 1
Het relais genereert een testsignaal wanneer de eindpositie OPEN is bereikt en verwacht als reactie het
activeren van de schakelstripingang.
MOD24 Condensatorschakeling Bijelkbewegingscommandowordthetrelaisgedurendeca.1secondegesloten.Ditrelaiswordtgebruikt
omeenextrastartcondensatortoetevoegendienodigisbijAC-toepassingenomeenstabielestartvan
demotortewaarborgen.
VooraandrijfserieSTAWmetlangereinschakelduur.
MOD25 Omgevingslichtfunctie BijelkOPEN-commandowordthetrelaisgedurende2minutengeslotenenkandusgebruiktwordenom
eenverlichtingssysteemaantesturen.
MOD26 Activering van het
transmissiesysteemradio2en
radio 4
Hetradiotransmissiesysteemwordtvóórelkafstandsbedieningscommandodooreenimpulsgeactiveerd.
Deduurvandeactiveringmoetophettransmissiesysteemwordeningesteld.
Deze activering resulteert in een ca. 0,5 seconde vertraagde sluiting.
MOD28 Relais UIT Het relais is doorgaans uitgeschakeld, het contact is altijd open.
MOD36 Pneumatischecilindervoorhet
vergrendelen van de loopdeur
(drempelloosdeursysteem)
BijelkOPEN-commandowordthetrelaisgeactiveerdenstuurteenpneumatischecilinderaandie
deloopdeurindedeurmechanischvergrendelt.Devergrendelpositievandecilinderwordtviaeen
eindschakelaar uitgelezen. De deur begint pas te bewegen als deze eindschakelaar is vrijgegeven. Het
relais blijft actief tot het onderste eindpunt weer wordt bereikt.
MOD37 Testen van het stopsignaal via
transmissiesysteemradio1enradio3
Het relais genereert een testsignaal wanneer de eindpositie OPEN is bereikt en verwacht als reactie het
onderbreken van het stopcircuit.
MOD38 Testenvanlichtgordijn2(8,2kΩ)
Aansluitingviaingang2(X4/11+12)
Het relais genereert een testsignaal wanneer de eindpositie OPEN is bereikt en verwacht als reactie het
onderbreken van ingang 2.
MOD41 Activeringtransmissiesysteem
radio 4 in OPEN-richting
Het relais genereert een testsignaal wanneer de eindpositie DICHT is bereikt en verwacht als reactie het
onderbreken van ingang 2.
MOD49 Testen van aanwezigheids- en
bewegingssensoren (NC)
Het relais genereert een testsignaal voor elke sluitbeweging en verwacht als reactie op het testsignaal
een onderbreking van de sluitkantingang.
46 – CS 320-besturing / Rev.B 1.01
H. Ingangsafhankelijke meldingen
MOD Aanduiding Opmerkingen
MOD32 Accumodus Actiefinaccumodus.Ingang2isoverbrugd(instellingMOD5).
MOD33 geenaccumodus Actiefinnetmodus.Ingang2isopen(instellingMOD5).
BijprogrammeringmetMOD32/33werkenderelaisalsvertraagdewisselcontactenenvolgenhetsignaal
op ingang 2 als MOD5 is ingesteld.
Inditgevalwordtingang2gevoedmeteenstuursignaaluithetUPS-systeem,datvoorzietinhet
schakelen tussen netvoeding en UPS-voeding.
MOD34 BMA-signaal Schakeltbijactiefbrandalarmsysteem.
Volgt het signaal op ingang 1 wanneer MOD5-9 / 13 is ingesteld.
Inditgevalwordtingang1gevoedmeteenbesturingssignaalvanhetbrandalarmsysteemenopentof
sluit de deur, afhankelijk van de instelling, naar een eind- of tussenpositie.
I. Systeemmeldingen
MOD Aanduiding Opmerkingen
MOD31 Service Hetrelaisisactiefnahetbereikenvandegeprogrammeerdeservice-interval.Pasnadatdeservice-interval
is gereset of opnieuw ingesteld, sluit het relais weer.
„10.2Modusinvoer“oppagina35
MOD46 AFSTELLING-modus HetrelaisisactiefwanneerderegelaarinmodusAFSTELLINGstaat.
10.4 10.4 Toelichting bij de ingangen:Toelichting bij de ingangen:
A. Functies Ingang 1
MOD Aanduiding Opmerkingen
MOD1 Knop Ged. OPEN Door het indrukken van de knop (ingang 1) opent de deur naar tussenpositie OPEN (GED. OPEN).
MOD2 Schakelaar GED. OPEN Gesloten: AlleOPEN-commando‘ssturennaardetussenpositieOPEN(GED.OPEN).
Open: AlleOPEN-commando‘sleidennaardeeindpositieOPEN.
MOD3 Schakelaar AUTOSLUIT Gesloten: Geenautomatischsluiten
(De open tijd blijft bij open tijd >0).
Open: Automatischsluitenisactief(bijtijdopen>0).
MOD4 ExterneKLOK(continuOPEN) DedeuropentzodrahetcontactsluitenblijftindepositieOPEN(rekeninghoudenmettijdopen),tothet
contactopent.Daarnavolgthetautomatischsluiten(alleenbijtijdopen>0).Dezefunctiekandoorhet
drukken op de DICHT-toets worden afgebroken. De deur gaat DICHT.
Functie-overzichten
NL
CS 320-besturing / Rev.B 1.01 – 47
MOD Aanduiding Opmerkingen
MOD5 Schakelaar BMA 3 (gedeeltelijk
open) NO
Aansturingbijactiefbrandalarmsysteem.
Open: Normalewerking.
Gesloten: Gedeeltelijkeopeningvandedeur.DetussenpositieOPEN(Ged.OPEN)wordtvanuit
beide richtingen aangestuurd, onafhankelijk van de actuele deurpositie.
KNOPPEN: Geenfunctie.
FC/SKS: Deurstoptenschakeltvrij(alleeninDICHT-richting),na5seconden
opnieuw sluiten.
STOP: Onderbrekingvandenoodsluitingvoordeduurvanhetindrukken.
MOD6 Schakelaar BMA 1 (noodsluiting) NO Aansturingbijactiefbrandalarmsysteem.
Open: Normalewerking.
Gesloten: Noodsluitingvandedeur.
KNOPPEN: Geenfunctie.
FC/SKS: Deurstoptenschakeltvrij,na5secondenopnieuwsluiten.
STOP: Onderbrekingvandenoodsluitingvoordeduurvanhetindrukken.
MOD7 Schakelaar BMA 1 (noodsluiting) NC Aansturingbijactiefbrandalarmsysteem.
Gesloten: Normalewerking.
Open: Noodsluitingvandedeur.
KNOPPEN: Geenfunctie.
FC/SKS: Deurstoptenschakeltvrij,na5secondenopnieuwsluiten.
STOP: Onderbrekingvandenoodsluitingvoordeduurvanhetindrukken.
MOD8 Schakelaar BMA 2 (noodopening)
NO
Aansturingbijactiefbrandalarmsysteem.
Open: Normalewerking.
Gesloten: Noodopeningvandedeur.
KNOPPEN: Geenfunctie.
FC/SKS: Geenfunctie.
STOP: Onderbrekingvandenoodopeningvoordeduurvanhetindrukken.
GeenautomatischsluitennadeactiveringvanhetBMA-signaal.
MOD9 Schakelaar BMA 2 (noodopening)
NC
Aansturingbijactiefbrandalarmsysteem.
Gesloten: Normalewerking.
Open: Noodopeningvandedeur.
KNOPPEN: Geenfunctie.
FC/SKS: Geenfunctie.
STOP: Onderbrekingvandenoodopeningvoordeduurvanhetindrukken.
GeenautomatischsluitennadeactiveringvanhetBMA-signaal.
MOD10 Knop ventilatiefunctie NO Gedeeltelijkeopeningvandedeur.Doorindrukkenvaneenextraknopopingang1wordtde
tussenpositie DICHT (Ged. DICHT) vanuit beide richtingen aangestuurd, onafhankelijk van de actuele
deurpositie.
MOD11 Knop„Automatischsluiten“ 1.Bediening: Geenautomatischsluiten,detijdopenwordtstopgezet.
2.Bediening: Hetautomatischsluitenisweeractiefbijtijdopen>0.
3.Bediening: Geenautomatischsluiten,detijdopenwordtstopgezet.
MOD12 Laserscanner (hoogtedetectie) Alleenincombinatiemetingang2(MOD6).
Zietoelichtingenbijingang2.
48 – CS 320-besturing / Rev.B 1.01
MOD Aanduiding Opmerkingen
MOD13 Schakelaar BMA 3 (gedeeltelijk
open) NC
Aansturingbijactiefbrandalarmsysteem.
Gesloten: Normalewerking.
Open: Gedeeltelijkeopeningvandedeur.DetussenpositieOPEN(GED.OPEN)wordtvanuit
beide richtingen aangestuurd, onafhankelijk van de actuele deurpositie.
KNOPPEN: geenfunctie.
FC/SKS: Deurstoptenschakeltvrij(alleeninDICHT-richting),na5seconden
opnieuw sluiten.
STOP: Onderbrekingvandenoodsluitingvoordeduurvanhetindrukken.
MOD14 Loopdeurvergrendeling Bewakingseindschakelaarvoorpneumatischevergrendelingvanloopdeuren.Deeindschakelaarmoet
binnen10secondennaeenOPEN-commandodejuistevergrendelinghebbenbevestigd,anderswordter
eenfoutmeldinggegenereerdenstoptdedeur.
Dezefunctiewerktviarelaismodus36.
MOD15 Fotocel2NC Alsereentweedefotocelindedoorgangvandedeurisaangesloten,kanditsysteemworden
geprogrammeerdviaparameterFCFKT2inINVOER.
AlleenaansluitingvanfotocellenmetpotentiaalvrijNC-contact.
MOD16 Schakelaar voorwaarschuwing Gesloten: Destartwaarschuwingendevoorwaarschuwingzijninactief(zelfsbijbeidetijden>0).
Open: Destartwaarschuwingendevoorwaarschuwingzijnactief(alleenbijbeidetijden>0).
„10.2Modusinvoer“
MOD17 Impulsknopbuiten De deur wordt aangestuurd of gestopt door op de knop te drukken.
DefunctieenbewegingsrichtingzijnafhankelijkvandeinstellingvandeparameterIMPULSinhet
invoermenu.
„10.2Modusinvoer“/ParameterIMPULS
Bijactieveregelingvantegemoetkomendverkeer,wordtditimpulscommandobehandeldalssignaal
van buiten.
MOD18 Botssensor NC UitlezenvaneenbotssensoralsNC-contact.Alsdebotssensoreenmaalisgeactiveerd,iseennieuwe
deurbewegingalleennogmaarmogelijk
door de STOP-toets langer dan 5 seconden in te drukken of
door het uit- en weer inschakelen van de voedingsspanning.
MOD19 Blokkering schakelaar
bedieningscommando‘sNC
Gesloten: geenbeperkingen.
Open: De(+)en(-)knoppenopdeLCD-monitorenhetmoederbordkunnennietworden
gebruiktominAUTOMATISCHEmodusbedieningscommando‘stegeven.
MOD22 Bewakingexternelastschakelaar Bijeenbesturingsvariantmetexternelastschakelaar(motorvermogen>2,2kW/8A)wordenhierde
hulpcontacten van de lastschakelaar (NO) aangesloten en bewaakt.
MOD30 OPEN-toets binnen Door indrukken van de knop opent de deur naar eindpositie OPEN.
Delampbinnenschakeltnaargroen.
MOD31 OPEN-toets buiten Door indrukken van de knop opent de deur naar eindpositie OPEN.
Delampbuitenschakeltnaargroen.
MOD32 DICHT-toets Door indrukken van de knop sluit de deur naar eindpositie DICHT.
Alleenactiefbijactievesluitkantbeveiligingenactievefotocel1.Geenfunctieindodemansmodus.
Functie-overzichten
NL
CS 320-besturing / Rev.B 1.01 – 49
B. Functies Ingang 2
MOD Aanduiding Opmerkingen
OFF Niet actief.
MOD2 Loopdeurschakelaar(8,2kΩ) Stopt de installatie bij indrukken.
MOD3 SchakelstripOPEN(8,2kΩ) Schakelstrip actief in OPEN-richting.
StopenomkerennaareindpositieDICHTwanneerdeschakelstripactiveert.
MOD4 SchakelstripOPEN(8,2kΩ) Schakelstrip actief in OPEN-richting.
Stop en sluiten gedurende 2 seconden (vrije doorgang) wanneer de schakelstrip activeert.
MOD5 Accumodus(MDFU-speciaal)NO Actief bij accuvoeding.
RelaisomschakelingMOD32/MOD33.
MOD6 Radarbewegingssensor
(Hoogtedetectie) NO
De functie is gekoppeld aan ingang 1 (MOD12 - laserscanner).
De voorgeschakelde laserscanner detecteert de voertuighoogte.
DeaangeslotenradarbewegingssensorgenereertbijactiveringeenOPEN-commando.
Een hoog voertuig (vrachtwagen) wordt gedetecteerd door de laserscanner.
De laserscanner schakelt ingang 1 (MOD12) in op ON.
De radarbewegingssensor detecteert het voertuig en activeert de deurbeweging.
De deur wordt naar eindpositie OPEN gestuurd.
Een laag voertuig (personenauto) wordt gedetecteerd door de laserscanner.
Delaserscannerschakeltingang1(MOD12)inopOFF.
De radarbewegingssensor detecteert het voertuig en activeert de deurbeweging.
De deur wordt naar tussenpositie OPEN (Ged. OPEN) gestuurd.
AlleandereOPEN-commando‘s(viaX3,X7,X9,X13)sturendedeuraltijdnaareindpositieOPEN.
De functie van ingang 1 (MOD12) is dan buiten werking.
MOD7 Lichtgordijn 2 (SSR/PNP)
mettesten
Gedrag als lichtgordijn 1 (SKS MOD 4 - 6).
Lichtgordijn actief in DICHT-richting.
Stopenomkerenbijactiverenvanhetlichtgordijn.
Hettypeomkering(omkeren/vrijedoorgang)wordtovergenomen.
MOD8 Veiligheidscircuit
metweerstandsmeting
Tijdensdeeersteinbedrijfstellingennaeenresetwordtingang2éénkeeropA(zelerend)gezet.
Alsereenweerstandswaardewordtgedetecteerd,wordtautomatischMOD8ingesteldenwordt
demeetwaardeopgeslagenenbewaaktalsreferentievoordeaangeslotenveiligheidsrelevante
componenten.
„5.14VeiligheidsingangconformEN12453“oppagina20
Eenafwijkingvandegemetenwaardeactiveerteenfoutmelding.
Alservervolgenseenveiligheidselementwordttoegevoegdofverwijderd,moetdeweerstandsmeting
wordenherhaald.HiervoormoetdeparameterINGANG2metdehandwordengeresetnaarA
(zelerend)enmoetdevoedingsspanningeenmaligwordenuit-enweeringeschakeld.Daarnawordt
eennieuwemetinguitgevoerd.
Alsbijdeeersteinbedrijfstellingofnaeenresetgeenaangeslotencomponentwordtgedetecteerddan
wordtdeingangautomatischuitgeschakeld.OFFverschijntophetdisplayendeingangmoetmetde
hand worden geactiveerd.
MOD9 Veiligheidselementen(OSE) Stopt de installatie bij indrukken.
MOD10 Schakelstrip OPEN (OSE) Schakelstrip actief in OPEN-richting.
StopenomkerennaareindpositieDICHTwanneerdeschakelstripactiveert.
MOD11 Schakelstrip OPEN (OSE) Schakelstrip actief in OPEN-richting.
Stop en sluiten gedurende 2 seconden (vrije doorgang) wanneer de schakelstrip activeert.
50 – CS 320-besturing / Rev.B 1.01
MOD Aanduiding Opmerkingen
MOD12 Lichtgordijn 2 (OSE)
zonder testen
Gedrag als lichtgordijn 1 (SKS MOD 4 - 6).
Lichtgordijn actief in DICHT-richting.
Stopenomkerenbijactiverenvanhetlichtgordijn.
Hettypeomkering(omkeren/vrijedoorgang)wordtovergenomen.
10.5 Modus Diagnose/Storingsgeheugen
Indicatie Betekenis Toestand
ES BOVEN Eindpositie OPEN OFF: Eindpositieisbereikt.
ON: Eindpositieisnietbereikt
ES BENEDEN Eindpositie DICHT OFF: Eindpositieisbereikt.
ON: Eindpositieisnietbereikt
OPEN-TOETS Commandoknop/ingangOPEN ON: Knopisingedrukt/ingangisactief.
OFF: Knopnietingedrukt/ingangnietactief.
DICHT-TOETS Commandoknop/ingangDICHT ON: Knopisingedrukt/ingangisactief.
OFF: Knopnietingedrukt/ingangnietactief.
INGANG 1 ProgrammeerbareINGANG1
(X4/9+10)
ON: Ingang1isactief.
OFF: Ingang1isnietactief.
INGANG 2/
SKS OPEN 2/
VEILIGH. 2
(optioneel)
ProgrammeerbareINGANG2
(X4/11+12)
De weergave is afhankelijk van de MOD
dieopdeprogrammeerbareingangis
geselecteerd.
INGANG 2 bij MOD 5-7
SKS OPEN 2 bij MOD 3-4
VEILIGH. 2 bij MOD 2 en MOD 8
ON: Ingang2isactief.
OFF: Ingang2isnietactief.
—: Nietgeactiveerd.
INGANG 3 ProgrammeerbareINGANG3
(X10 / 1 – 3)
ON: Ingang3isactief.
OFF: Ingang3isnietactief.
—: Nietgeactiveerd.
SKS Sluitkantbeveiliging 1
(DW,8,2kΩofoptosensor)
of lichtgordijn 1
(PNP of optosensor)
(X4 / 5-8) DICHT-richting
ON: Systeemisgesloten.
OFF: Systeemisonderbroken(storing).
SKS 3/
VEILIGH. 3
(optioneel)
Sluitkantbeveiliging 3
(8,2kΩofoptosensor)
Radiozendsysteemkanaal1
OPEN- of DICHT-richting
De weergave is afhankelijk van de MOD
dieinparameterSKS3isgeselecteerd.
SKS 3 bij MOD 2-3
VEILIGH. 3 bij MOD 4
ON: Systeemisgesloten.
OFF: Systeemisonderbroken(storing).
—: Nietgeactiveerd.
Functie-overzichten
NL
CS 320-besturing / Rev.B 1.01 – 51
Indicatie Betekenis Toestand
SKS 4/
VEILIGH. 4
(optioneel)
Sluitkantbeveiliging 4
(8,2kΩofoptosensor)
Radiozendsysteemkanaal2
OPEN- of DICHT-richting
De weergave is afhankelijk van de MOD
dieinparameterSKS4isgeselecteerd.
SKS 4 bij MOD 2-3
VEILIGH. 4 bij MOD 4
ON: Systeemisgesloten.
OFF: Systeemisonderbroken(storing).
—: Nietgeactiveerd.
IMPULS Commandoknop/ingangIMPULS
(X3/7+8)
ON: Knopisingedrukt/ingangisactief.
OFF: Knopisnietingedrukt/ingangisnietactief.
SCHAKELKLOK Weekschakelklok (insteekbaar) ON: Schakelklokisactief.
OFF: Schakelklokisnietactief.
FOTOCELBEW. Doorgangsfotocel 1
(X4 / 1-4)
ON: SignaalvandefotocelisOK.
OFF: Lichtstraalonderbrokenoffotoceldefect.
FOTOCELBEW.2 Doorgangsfotocel 2
Aansluiting als ingang 1
(X4/9+10)
ON: SignaalvandefotocelisOK.
OFF: Lichtstraalonderbrokenoffotoceldefect.
STOPKETEN Veiligheidscircuit 1
Noodstopsystemenvanhetdeursysteem
ON: Veiligheidscircuitisgesloten.
OFF: Veiligheidscircuitisonderbroken.
STOP CommandoknopSTOP(kleptoetsen) ON: Knopisnietingedrukt.
OFF: Knopisingedrukt.
DRAAIVELD Toontdeopdatmomentingestelde
rolrichting van de aandrijving
RECHTS: Instellingvooreenrechtsdraaiendveld.
LINKS: Instellingvooreenlinksdraaiendveld.
CYKLUS Deurcyclusteller Toontdevoltooidedeurcycli:
1xOPEN+1xDICHT=1cyclus
Alleen de geactiveerde eindschakelpunten worden geteld.
SERVICE Servicealarmfunctie
InstellingviaparameterSERVICEen
PIN-NO. 2
OFF: Onderhoudsindicatienietactief.
0–99999:Onderhoudsindicatieisactief.
Toontderesterendedeurcyclitotaandeonderhoudsmelding.
AWG Positiespecicatievandeabsolute
encoder
Toont de actueel verzonden waarde.
C.STOP TellerPAUZE/STOP Toont hoe vaak de deur is gestopt. Ofwel door het activeren van een
veiligheidsvoorziening,ingevalvandirecteomkeringvanderichtingdooreen
startcommandoofdooreendirectSTOP/PAUZE-commando.
C.OPENED Teller bovenste eindpositie Toont hoe vaak de bovenste eindpositie werd aangestuurd.
C.O.BTN. TellerOPEN-commando‘s AantalvanalleinkomendeOPEN-commando‘sviabedieningsapparaten,sensorenen
Veiligheidsinrichtingen (bijv. fotocel).
52 – CS 320-besturing / Rev.B 1.01
Functie-overzichten
Indicatie Betekenis Toestand
ERROR ...
AANTAL
CYKLUS
Storingsgeheugen van de
besturingseenheid.
Defoutmeldingenvande
besturingseenheid kunnen hier
wordenuitgelezenmetinformatieover
frequentie en cyclus.
Gebruikdetoetsen[+]en[-]opde
LCD-monitoromdoordelijstmet
deverschillendefoutmeldingente
bladeren.
„11.1StoringsmeldingophetLCD-
display“
Wissenvanhetstoringsgeheugen:
Knoppen(+)en(–)indrukken
gedurende ca. 2 seconden.
Elkestoringsmeldingmoetafzonderlijk
worden gewist.
Het display wisselt elke 2-seconden tussen
- de foutbeschrijving,
-defrequentievanvoorkomenen
-specicatiebijwelkecyclusdestoringvoorhetlaatstisopgetreden.
Alleenstoringendiealeenkeerzijnopgetreden,komenindelijstvoor.
Devolgendemeldingenkunnenvanhetstoringsgeheugenwordenuitgelezen,maarwordennietweergegevenindeAUTOMATISCHE
besturingsmodus:
Indicatie Betekenis Toestand
POWER ON Teller voor het uit- en weer inschakelen
van de voedingsspanning.
Doortellingvangeactiveerdeuit-eninschakelingenvandestroomvoorzieningof
stroomuitval.
ERRORNETFLUCT. Teller van het aantal afwijkingen in de
voedingsspanning.
Over- en onderspanningen worden gedetecteerd en geteld.
RESTART Restart teller Weergave van de herstartcycli. Veroorzaakt door detectie van onderspanning,
veranderingvanheteindpositiesysteemofnaeenRESETvandebesturingseenheid.
NL
CS 320-besturing / Rev.B 1.01 – 53
11. Storingsindicatie en oplossing
11.1 11.1 Storingsmelding op het LCD-displayStoringsmelding op het LCD-display
Storing / Melding Oorzaak Oplossing
Installatie reageert niet. Geen spanning aanwezig. Voedingsspanning van aandrijving en besturing
controleren.
Deur gaat bij bediening van de
knop OPEN naar de eindpositie
DICHT
Deur gaat bij bediening van de
DICHT-toets naar de eindpositie
OPEN
Draaiveld is verkeerd. Draaiveld controleren en indien nodig rechts draaiveld
instellen.
FAULT–X interne software- of hardwarestoring. RESETviaprintplaatknop:
„8.6RESETvandebesturingseenheidzonderLCD-
monitor“
STOPKETEN Het veiligheidscircuit is onderbroken.
X3/1+2 Veiligheidscircuit
besturingseenheid
STOPKETEN,
slappekabelschakelaar
X6/1+2 ON/OFFintern
X11/4+8 Veiligheidscircuitaandrijving
AWG
X2/B1+B2 VeiligheidscircuitaandrijvingMEC
X3/3+4 ExterneStopknop
X7/1+2 InterneStopknop
Veiligheidscircuit controleren, onderbreking lokaliseren en
probleemverhelpen.
ERROR VEILIGHEID Er is een storing opgetreden bij
veiligheidsingang (X4/11-12 - MOD8).
Controleerallecomponentenopdieveiligheidsingangen
zo nodig vervangen.
ERRORLOOPTIJD Degeprogrammeerdeduurisoverschreden. Controleer de loopbeweging van de deur en de duur.
Deduurzonodigopnieuwprogrammeren.
ERROR AWG De signaaloverdracht tussen de absolute
encoder en de besturingseenheid is onderbroken
of verstoord.
Kabels en stekkers controleren.
ERROR EINDPOS. Dedeurstaatbuitendegeprogrammeerde
eindpositie.
Deeindpositieszijnnognietgeprogrammeerd.
Reset de deur via de noodbediening naar het
geprogrammeerdebereik.
Eindpositiesalseersteprogrammeren.
ERROR KRACHT De krachtbewaking is geactiveerd. Controleerdedeuropmechanischeproblemen.
ERROR DR.-VELD Het actieve draaiveld is niet geen rechts
draaiveld.
Draaiveld controleren en zo nodig wijzigen.
„7.1Controlevandeaandrijfrichting/bewegingsrichting“
ERROR SKS DIC. Sluitkantbeveiliging 1 defect in
DICHT-richting -> (X4 / 5-8).
Sluitkantbeveiliging en spiraalkabel controleren.
ERROR SKS OPEN 2 Sluitkantbeveiliging 2 defect in
OPEN-richting->(X4/11+12)ingang2.
Sluitkantbeveiliging en spiraalkabel controleren.
ERROR STOP 2 Veiligheidscircuit 2 is onderbroken.
Loopdeurschakelaar8,2kΩ
->(X4/11+12)ingang2.
Loopdeurschakelaar controleren.
54 – CS 320-besturing / Rev.B 1.01
Storing / Melding Oorzaak Oplossing
ERROR SKS DIC. 3 Sluitkantbeveiliging 3 defect in
DICHT-richting -> (X20) insteekbaar
transmissiesysteemRADIOkanaal1.
Sluitkantbeveiliging controleren.
TransmissiesysteemRADIOcontroleren.
ControleerdeafstellingvanparameterSKS3.
ERROR SKS OPEN 3 Sluitkantbeveiliging 3 defect in
OPEN-richting -> (X20) insteekbaar
transmissiesysteemRADIOkanaal1.
Sluitkantbeveiliging controleren.
TransmissiesysteemRADIOcontroleren.
ControleerdeafstellingvanparameterSKS3.
ERROR STOP 3 Veiligheidscircuit 3 is onderbroken.
->(X20)insteekbaartransmissiesysteemRADIO
kanaal 1.
Controleer het veiligheidscircuit.
TransmissiesysteemRADIOcontroleren.
ERROR SKS DIC. 4 Sluitkantbeveiliging 4 defect in
DICHT-richting -> (X20) insteekbaar
transmissiesysteemRADIOkanaal2.
Sluitkantbeveiliging controleren.
TransmissiesysteemRADIOcontroleren.
ControleerdeafstellingvanparameterSKS4.
ERROR SKS OPEN 4 Sluitkantbeveiliging 4 defect in
OPEN-richting -> (X20) insteekbaar
transmissiesysteemRADIOkanaal2.
Sluitkantbeveiliging controleren.
TransmissiesysteemRADIOcontroleren.
ControleerdeafstellingvanparameterSKS4.
ERROR STOP 4 Veiligheidscircuit 4 is onderbroken.
->(X20)insteekbaartransmissiesysteemRADIO
kanaal 2.
Controleer het veiligheidscircuit.
TransmissiesysteemRADIOcontroleren.
ERROR SKS-TEST Het testen van de aangesloten drukcontactstrip
ismislukt.
Controleer de DW-schakelaar, de spiraalkabel en het
rubberproel.
Controleer de DW PUNT-instelling.
HettestenvantransmissiesystemenRADIO 1 - 4
ismislukt.
TransmissiesysteemRADIO controleren.
ControleerhetMOD-relaisvoorhettransmissiesysteem.
„G. Functiesvoorexterneaccessoires“oppagina45
ERRORFOTOCEL Deaangeslotenfotocelheefteenpermanente
storing.
-> (X4 / 1-4).
Controleer de fotocel (werking en uitlijning).
Bekabeling controleren
ERRORFOTOCEL2 Deaangeslotenfotocelheefteenpermanente
storing.
->(X4/9+10)ingang1
Controleer de fotocel (werking en uitlijning).
Bekabeling controleren
ERRORFC-TEST Hettestenvande2-draadsfotocelismislukt. Controleer de fotocel (werking en uitlijning).
Bekabeling controleren
ERROR STOP-TEST Hettestenvandeloopdeurschakelaar(8,2kΩ)
ismislukt.
-> Ingang 2
Loopdeurschakelaar controleren.
ERROR INTREK Detestvandeintrekbeveiliging(extramodule)
ismislukt.
–> Relais MOD21
Controleer de fotocel (werking en uitlijning).
Bekabeling controleren
ERROR CYLINDER De bewakingseindschakelaar van het
vergrendelsysteemvoordrempelvrijeloopdeuren
heeft niet binnen 10 seconden na het invoeren
vaneenOPEN-commandogereageerd.
Controleer de eindschakelaar van de cilinder.
ERROR MSBUS Decommunicatietussendebesturingseenheid
endeaangeslotenMS-BUS-moduleis
onderbroken.
Kabels en stekkers controleren en zo nodig vervangen.
Storingsindicatie en oplossing
NL
CS 320-besturing / Rev.B 1.01 – 55
Storing / Melding Oorzaak Oplossing
ERROR 24 V De 24 VDC (X4/1-2) spanningsvoorziening werd
uitgeschakeld vanwege overbelasting door
externeverbruikers.
Verminderhetaantalaangeslotenverbruikers.
Stroomverbruikopmax.500mAdoorandere
componententeselecteren.
ERROR RELAIS De lastschakelaar of een van de relais is defect. Deprintplaatmoetwordenvervangen.
ERROR REM BewakingsmoduleBWM1heefteendefectaan
relais 4 gedetecteerd.
Deprintplaatmoetwordenvervangen.
Nadat de oorzaak van de storing is verholpen, moet de besturingseenheid van de netstroom worden losgekoppeld
of opnieuw worden opgestart als de volgende storingen optreden ( > Menu INVOER > Parameter RESTART > ON):
ERROR DR.-VELD
ERROR KRACHT
ERRORLOOPTIJD
ERROR EINDPOS.
11.2 11.2 Storingsmelding via LEDStoringsmelding via LED
LED H1 (groen, moederbord)
Storing / Melding LED-indicatie Opmerkingen
Voedingsspanning ontbreekt. Off Geen voedingsspanning aanwezig.
LED H2 (rood, moederbord)
Storing / Melding LED-indicatie Opmerkingen
STOPKETEN 1xknipperen Veiligheidscircuit is onderbroken.
Veiligheidscircuit controleren, onderbreking lokaliseren en
probleemverhelpen.
ERROR AWG 2xknipperen De signaaloverdracht tussen de absolute encoder en de
besturingseenheid is onderbroken of verstoord.
Kabels en stekkers controleren.
ERROR EINDPOS. 3xknipperen Hetsysteemstaatbuitendegeprogrammeerdeeindpositieof
deeindpositieszijnnognietgeprogrammeerd.
Eindpositiesalseersteprogrammeren.
Reset de deur via de noodbediening naar het
geprogrammeerdebereik.
ERROR DR.-VELD 4xknipperen Het actieve draaiveld is niet geen rechts draaiveld.
Draaiveld controleren en zo nodig wijzigen.
„7.1Controlevandeaandrijfrichting/bewegingsrichting“
ERROR KRACHT 5xknipperen De krachtbewaking is geactiveerd.
Controleerdedeuropmechanischeproblemen.
56 – CS 320-besturing / Rev.B 1.01 CS 320-besturing / Rev.B 1.01 – 57
56 – CS 320-besturing / Rev.B 1.01
Storing / Melding LED-indicatie Opmerkingen
ERRORLOOPTIJD 6xknipperen Degeprogrammeerdeduurisoverschreden.
Controleer de loopbeweging van de deur en de duur.
Deduurzonodigopnieuwprogrammeren.
ERROR MSBUS 9xknipperen Communicatiefouttussenbesturingseenheidenaangesloten
MS-BUS-toegangsapparaat.
Kabels en stekkers controleren.
SERVICE 10xknipperen Degeprogrammeerdeservice-intervalisbereikt.
De service-interval resetten of nieuwe afstelling.
„10.2Modusinvoer“/parameterSERVICE
ERROR RELAIS 11xknipperen De lastschakelaar of een van de relais is defect.
Deprintplaatmoetwordenvervangen.
ERROR VEILIGHEID Continu licht,
bewegingisnietmeermogelijk.
Er is een storing opgetreden bij veiligheidsingang
(X4/11-12 - MOD8).
Controleerallecomponentenopdieveiligheidsingangen
zo nodig vervangen.
ERROR SKS Continu licht,
bewegingalleenindodemansfunctie.
Sluitkantbeveiliging defect in de richting OPEN of DICHT.
Sluitkantbeveiliging en spiraalkabel controleren.
evt.TransmissiesysteemRADIOcontroleren.
ERRORFOTOCEL Continu licht,
Beweging in DICHT-richting alleen in
dodemansfunctie.
Deaangeslotenfotocelheefteenpermanentestoring.
Controleer de fotocel (werking en uitlijning).
Bekabeling controleren
Storingsindicatie en oplossing
56 – CS 320-besturing / Rev.B 1.01 CS 320-besturing / Rev.B 1.01 – 57
NL
12. Technische gegevens
12.1 12.1 Mechanische en elektrische gegevensMechanische en elektrische gegevens
Afmetingen
behuizing:
215x275x190mm
Montage: Verticaal aan de wand;
Minimalehoogtevan1.100mm
Voeding via
L1,L2,L3,N,PE: 400 V/3~, 50/60 Hz
230 V/3~, 50/60 Hz
L1,N,PE: 230 V/1~, 50/60 Hz
Opgenomenvermogenmax.2200W
bijstroomvoorziening400V/3~
Zekering: 10 A K-karakteristiek
Eigen verbruik van de
besturing:
max.750mA
Stuurspanning: 24 V
DC,max.500mA;gezekerddoor
zelfherstellendezekeringvoorexternesensoren
Aansturingsingangen: 24 V DCAlleingangenmoetenpotentiaalvrij
worden aangesloten.
Minimalesignaalduurvooreen
ingangsstuurcommando>100ms.
Besturingsuitgangen: 24 V DC,max.500mA.
Veiligheidscircuit /
Noodstop:
Alle ingangen absoluut potentiaalvrij
aansluiten; als de veiligheidsketen wordt
onderbroken, is er geen elektrische beweging
vandeaandrijvingmeermogelijk,zelfsnietin
dodemansmodus.
Ingang
veiligheidsproel
(beschermklasseC):
PerformanceLevelC,
voorelektrischeveiligheidsproelenmet
8,2kΩafsluitweerstandenvoordynamische
optischesystemen.
Fotocel
(BeschermklasseD):
Als de fotocel wordt gebruikt als een
beveiligingssysteemconformniveauD,
moetdewerkingervanregelmatigworden
gecontroleerd,tenminstebinnen6maanden.
Alsheteenzelftestsysteemis,isdezeeisniet
van toepassing.
Veiligheidsingang
metweerstands-
meting
PerformanceLevelC,cat.2
voorveiligheidsgerelateerdecomponentenmet
8,2kΩafsluitweerstand
Display(LCD): AlleeneenorigineleLCD-monitorvanMFZmag
worden gebruikt.
#91447 Standaard
#121246 MSBUS
Relaisuitgangen: Worden er inductieve lasten geschakeld ( bijv.
andererelaisofremmen),danmoetendeze
metdejuistemaatregelentegenstroom(
bijv. vrijloopdiode, varistors, RC-schakelingen)
worden uitgerust. Arbeidscontact potentiaalvrij;
min.10mA;max.230V
AC /4A.
Als contacten eenmaal voor
vermogensschakeling zijn gebruikt, kunnen
deze geen kleine stromen meer schakelen.
Temperatuurbereik: Inbedrijf: -10°C...+45°C
Opslag: -25°C...+70°C
Luchtvochtigheid: tot 80% niet condenserend
Trillingen: Trillingsarmemontage,bijv.opeenstenenmuur.
Beschermklasse IP 65
Gewicht ca.1,8kg
58 – CS 320-besturing / Rev.B 1.01 CS 320-besturing / Rev.B 1.01 – 59
58 – CS 320-besturing / Rev.B 1.01
12.2 12.2 Categorie en prestatieniveau van de betrouwbare werking conform EN ISO 13849-1Categorie en prestatieniveau van de betrouwbare werking conform EN ISO 13849-1
Functie Realisering
MTTF
D
Elektronica
MTTF
D
Inclu-
sief uitgangs-
relais
DC
avg
Categorie
Performance
Level
Noodstop IngangklemX3,X6,X7,X11
Onderbreekt spanningsvoorziening
naar het uitgangsrelais en de
hoofdbeveiliging, onafhankelijk van
de CPU.
FeedbacknaarCPUbeschikbaar.
1175 jaar 191 jaar 84.7% 3 d
Stop circuit IngangklemX3,X7
Onderbreekt de voorziening naar de
hoofdbeveiliging.
Bericht naar CPU.
1175 jaar 191 jaar - B b
Eindpositieher-
kenning door
absolute encoder
IngangklemX11
Voor positiebepaling en
eindpositieherkenning. Testen door
plausibiliteitscontrole van verwachte
positiewaarden tot ontvangen
positiewaarden.
1062 jaar 188 jaar 83.7% 2 c
Eindpositieher-
kenning door
eindpositiescha-
kelaar
IngangklemX15
Zekeringdoorlooptijdbegrenzing.
Ingangen worden door de CPU
bepaald.
1248 jaar 193 jaar 63.1% 2 c
Fotocel-evaluatie IngangklemX4
Impulsevaluatiedoor
CPU.Foutenwordendoor
plausibiliteitsbeschouwing in de CPU
herkend.Defrequentiemoettussen
130 Hz tot 190 Hz liggen. De functie
wordt door het schakelen van de
voedingsspanning (T117, IC111) van
de fotocel voor elke beweging en
elketweeminuteninrustbewaakt.
Bij de activering in de richting DICHT
vindtereenstopofhetomkerenvan
de deur plaats.
1000 jaar 186 jaar 81.9% 2 c
Evalueren van
eenpneumatisch
schakelproel
IngangklemX4
Evaluatie door CPU. Testen door
plausibiliteitsbeschouwing.
Schakelsignaalmoetkortvoor
het bereiken van de onderste
eindpositieskomen.
1123 jaar 190 jaar 85.6% 2 c
Evaluatie van een
of twee 8k2 / een
OSE SKS
IngangklemX4
Evaluatie door CPU.
De functie wordt door het schakelen
van de voedingsspanning (IC110,
T138) voor elke beweging bewaakt.
1123 jaar 190 jaar 85.6% 2 c
DC
AVG
gemiddeldediagnostischedekking
MTTF
D
gemiddeldetijdtotgevaarlijkfalen
Technische gegevens
58 – CS 320-besturing / Rev.B 1.01 CS 320-besturing / Rev.B 1.01 – 59
NL
13. Service
WAARSCHUWING!
Levensgevaar door een elektrische schok!
Vóóraanonderhoudswerkzaamhedenaande
Vóóraanonderhoudswerkzaamhedenaande
besturing of de deurinstallatie, de besturingseenheid
besturing of de deurinstallatie, de besturingseenheid
altijdloskoppelenvandestroomvoorziening.Zorg
altijdloskoppelenvandestroomvoorziening.Zorg
datdestroomvoorzieningtijdensdewerkzaamheden
datdestroomvoorzieningtijdensdewerkzaamheden
onderbroken blijft.
onderbroken blijft.
DeCS320besturingseenheidisonderhoudsvrij.
DeCS320besturingseenheidmoettenminsteeenmaalper
jaar worden gecontroleerd.
ATTENTIE!
Materiële schade door ondeskundige controle van
de besturingseenheid!
Ombeschadigingenaandebesturingseenheid,aandrijving
endedeurtevoorkomen,moetendevolgendepuntenin
achtwordengenomen:
Decontrolemagalleenwordenuitgevoerddoor
gekwaliceerde,hiervooropgeleideendaartoebevoegde
personen.
Versletenofbeschadigdeonderdelenmoetenworden
vervangen en volgens de voorschriften worden
afgevoerd.
Ermogenuitsluitendgoedgekeurdeorigineleonderdelen
wordengemonteerd.
Deinspectieresultatenmoetenwordengedocumenteerd
inhetlogboekvanhetdeursysteem.
Stel vast dat alle elektrische kabels en de behuizing Stel vast dat alle elektrische kabels en de behuizing
onbeschadigdzijn.Eendefectekabelmoetonmiddellijkonbeschadigdzijn.Eendefectekabelmoetonmiddellijk
worden vervangen.worden vervangen.
60 – CS 320-besturing / Rev.B 1.01 CS 320-besturing / Rev.B 1.01 – 61
14. Fabrikant verklaring
MFZAntriebeGmbH&Co.KG
Neue Mühle 4
D - 48739 Legden
Inbouwverklaring
In de zin van de Machinerichtlijn 2006/42/EG voor de inbouw
vaneenonvolledigemachinevolgensbijlageII,deel1B.
Conformiteitsverklaring
inhetkadervanderichtlijnen:
Elektromagnetischecompatibiliteit2014/30/EU
RoHs2011/65/EU+2015/863/EU+2017/2102/EU
Hiermeeverklarenwijdathethiernagenoemdeproduct
Productomschrijving: Deursturing
Typeaanduiding: CS320
alsonvolledigemachineuitsluitendisbestemdvoorde
inbouwineendeursysteemenisontwikkeld,gebouwden
gefabriceerdinovereenstemmingmetdevolgenderichtlijnen:
Machinerichtlijn 2006/42/EG
Richtlijnelektromagnetischecompatibiliteit2014/30/EU
RichtlijnRoHs2011/65/EU+2015/863/EU+
2017/2102/EU
Bovendien is voldaan aan de eisen van de Laagspannings-
richtlijn2014/35/EU,conformbijlageI,deel1.5.1vande
Machinerichtlijn 2006/42/EG.
Toegepasteengeraadpleegdenormen:
EN12453:2017 Industriële,bedrijfs-engaragedeurenen
hekken:Eisenentestprocedure
EN 12978 Deuren en poorten - Veiligheidsvoorzienin-
genvoorautomatischwerkendedeurenen
hekken:Eisenentestprocedure
ENISO13849-1 Veiligheidvanmachines-Veiligheidsgere-
lateerde onderdelen van besturingssyste-
men-
Deel1:Algemeneontwerpprincipes
EN 60335-1 Veiligheid van huishoudelijke en soortge-
lijke elektrische apparaten -
Deel1:Algemenevereisten
EN 60335-2-103 Veiligheid van huishoudelijke en soortge-
lijke elektrische apparaten -
Deel2-103:Bijzondereeisenvoorpoorten,
deurenenramen
EN61000-6-2 Elektromagnetischecompatibiliteit(EMC)
—Deel6-2:Algemenenormen-Immuniteit
voorindustriëleomgevingen
EN61000-6-3 Elektromagnetischecompatibiliteit(EMC)—
Deel6-3:Generiekenormen-Stoorstraling
inwoonruimten,zakelijkeen
commerciëleruimtenenkleinebedrijven
Derelevantetechnischedocumentatieisconformbijlage
VII Deel B van de Machinerichtlijn (2006/42/EG) opgesteld.
Wijzettenonsinomdezenaredelijkverzoekbinneneen
adequatetermijninelektronischevormbeschikbaartestellen
aandeautoriteitenvoormarkttoezicht.
Gevolmachtigdevoordesamenstellingvandetechnische
documentatie:
MFZAntriebeGmbH&Co.KG-NeueMühle4-
48739Legden-Germany
OnvolledigemachinesinovereenstemmingmetEG-richtlijn
2006/42/EGzijnalleenbedoeldominanderemachinesof
inandereonvolledigemachinesofinstallatiesteworden
ingebouwdofdaarintewordengeïntegreerdtoteenmachine
inovereenstemmingmetbovengenoemderichtlijn.Daarom
magditproductpasingebruikwordengenomennadatis
vastgestelddatdegehelemachine/installatiewaarinhetis
geïnstalleerd, voldoet aan de bepalingen van de bovengeno-
emdeEG-richtlijn.
Bijeennietmetonsafgestemdewijzigingvanhetproduct
verliest deze verklaring haar geldigheid.
Legden, 01-01-2021
Dirk Wesseling, bedrijfsleiding
NL
CS 320-besturing / Rev.B 1.01 – 61
60 – CS 320-besturing / Rev.B 1.01 CS 320-besturing / Rev.B 1.01 – 61
15.1 15.1 Meetpunten veiligheidscircuitMeetpunten veiligheidscircuit
X10
B2
B1
W
V
U
1
2
3
4
5
6
7
8
X5
1
2
3
4
5
6
7
8
X15
1
2
3
4
5
6
7
8
9
10
X4
X7
X6
X12
PE
PE
PE
N
L3
L2
L1
X1
X21
F2.1
F2.2
F2.3
F1
1
2
3
4
5
6
7
8
9
12
11
10
X9
X8
X20
S1
X13
X19
X3
X16
H1
H2
X11
X18
S2
S3
X2
X17
A
B
15.1 / 1
OPMERKING:
Hetmeetbereikmoetwordeningesteldop24V-DC.
A Noodstop
B Stop
Allemeetpuntendoormeteninhetschemaomdeonderbrekingtelokaliseren.Allemeetpuntendoormeteninhetschemaomdeonderbrekingtelokaliseren.
15. Bijlage
62 – CS 320-besturing / Rev.B 1.01
1
2
3
4
5
6
7
8
1
2
3
4
5
6
7
8
B2
B1
W
V
U
N
L3
L2
L1
400V/50Hz/3/N/PE
X15
X10
X5
X11
X18
X2
X1
X12
X6
X13
X7
X3
X4
X16/X17
X9
X20
1
2
3
4
5
6
7
8
9
10
11
12
1
2
3
4
5
6
7
8
9
10
11
12
X10
B2
B1
W
V
U
1
2
3
4
5
6
7
8
X5
1
2
3
4
5
6
7
8
X15
1
2
3
4
5
6
7
8
9
10
X4
X7
X6
X12
PE
PE
PE
N
L3
L2
L1
X1
X21
F2.1
F2.2
F2.3
F1
1
2
3
4
5
6
7
8
9
12
11
10
X9
X8
X20
S1
X19
X3
X16
H1
H2
X11
X18
S2
S3
X2
X17
13:28
26.04.20
M
OK
20
1
2
4
3
X13
OUT
-
+
-
+
1
2
3
4
5
6
7
8
9
12
11
10
R
T
1
2
3
4
5
6
7
8
9
12
GN
BN
WH
11
10
8K2
8K2
2
1
2
1
R
T
X8
WH
GN
BN
15.2 15.2 Overzicht van de aansluitingenOverzicht van de aansluitingen
Potentiaalvrije schakelcontacten
- Relais 1
- Relais 2
- Relais 3
- Relais 4
Mechanische eindschakelaars
- Eindschakelaar OPEN
- Eindschakelaar DICHT
- Vooreindschakelaar
OPEN
- Vooreindschakelaar
DICHT
MSBUS
Bijlage
Schakelklok Remmodule
Frequentieomvormer
Radio-
transmissiemodule
LCD-monitor
Radio-ontvanger
NL
CS 320-besturing / Rev.B 1.01 – 63
1
2
3
4
5
6
7
8
1
2
3
4
5
6
7
8
B2
B1
W
V
U
N
L3
L2
L1
400V/50Hz/3/N/PE
X15
X10
X5
X11
X18
X2
X1
X12
X6
X13
X7
X3
X4
X16/X17
X9
X20
1
2
3
4
5
6
7
8
9
10
11
12
1
2
3
4
5
6
7
8
9
10
11
12
X10
B2
B1
W
V
U
1
2
3
4
5
6
7
8
X5
1
2
3
4
5
6
7
8
X15
1
2
3
4
5
6
7
8
9
10
X4
X7
X6
X12
PE
PE
PE
N
L3
L2
L1
X1
X21
F2.1
F2.2
F2.3
F1
1
2
3
4
5
6
7
8
9
12
11
10
X9
X8
X20
S1
X19
X3
X16
H1
H2
X11
X18
S2
S3
X2
X17
13:28
26.04.20
M
OK
20
1
2
4
3
X13
OUT
-
+
-
+
1
2
3
4
5
6
7
8
9
12
11
10
R
T
1
2
3
4
5
6
7
8
9
12
GN
BN
WH
11
10
8K2
8K2
2
1
2
1
R
T
X8
WH
GN
BN
Bedieningsapparaten
- DICHT-toets
- Knop IMPULS
- Knop OPEN
- Knop STOP
- Noodstop
Sluitkantbeveiliging OSE
WH: wit
GN: groen
BN: bruin
Knop OPEN/STOP/DICHT
(6-draadssysteem)
- DICHT-toets
- Knop OPEN
- Knop STOP
Knop OPEN/STOP/DICHT
(4-draadssysteem)
- DICHT-toets
- Knop OPEN
- Knop STOP
Knop IMPULS
- Knop IMPULS
Sleutelschakelaar
- DICHT
- OPEN
Klepknoppen CS
- DICHT-toets
- Knop OPEN
- Knop STOP
Klepknoppen KDT
- DICHT-toets
- Knop OPEN
- Knop STOP
Externe radio-ontvanger
- IMPULS
- OPEN
- GND
- 24 V DC
Ingang 1 (9 + 10)
Sluitkantbeveiliging 8,2 kΩ / DW (5+6)
Ingang 2 (11 + 12)
Doorgangsfotocel (2 + 4)
Doorgangsfotocel
NC, NPN, PNP
Sleutelschakelaar ON/OFF
- Sleutelschakelaar
#183225
  • Page 1 1
  • Page 2 2
  • Page 3 3
  • Page 4 4
  • Page 5 5
  • Page 6 6
  • Page 7 7
  • Page 8 8
  • Page 9 9
  • Page 10 10
  • Page 11 11
  • Page 12 12
  • Page 13 13
  • Page 14 14
  • Page 15 15
  • Page 16 16
  • Page 17 17
  • Page 18 18
  • Page 19 19
  • Page 20 20
  • Page 21 21
  • Page 22 22
  • Page 23 23
  • Page 24 24
  • Page 25 25
  • Page 26 26
  • Page 27 27
  • Page 28 28
  • Page 29 29
  • Page 30 30
  • Page 31 31
  • Page 32 32
  • Page 33 33
  • Page 34 34
  • Page 35 35
  • Page 36 36
  • Page 37 37
  • Page 38 38
  • Page 39 39
  • Page 40 40
  • Page 41 41
  • Page 42 42
  • Page 43 43
  • Page 44 44
  • Page 45 45
  • Page 46 46
  • Page 47 47
  • Page 48 48
  • Page 49 49
  • Page 50 50
  • Page 51 51
  • Page 52 52
  • Page 53 53
  • Page 54 54
  • Page 55 55
  • Page 56 56
  • Page 57 57
  • Page 58 58
  • Page 59 59
  • Page 60 60
  • Page 61 61
  • Page 62 62
  • Page 63 63
  • Page 64 64

Marantec CS 320 de handleiding

Type
de handleiding