HASE AKABA de handleiding

Categorie
Fornuizen
Type
de handleiding
89
Geachte heer,
Geachte mevrouw,
Met de aankoop van uw Hase kachel heeft u voor een
kwaliteitsproduct gekozen. In ons productie atelier in Trier
leggen wij bij de ontwikkeling en productie van onze kachels
de grootst mogelijke zorg aan de dag en werken wij enkel
met materiaal van topkwaliteit. Een doordacht design, de
meest geavanceerde productieprocédés en een effi ciënte en
milieuvriendelijke verbrandingstechniek garanderen u dat u
aan uw Hase kachel jarenlang plezier zult beleven.
Veel plezier met uw Hase kachel!
Met vriendelijke groeten
Hase Kaminofenbau GmbH
Inhoudstafel Pagina
1. Plaatsingsomstandigheden en
bouwkundige voorschriften 91
2. Veiligheid en veiligheidsafstanden 91
3. De opstelling 92
3.1 Akaba Standaard 92
3.2 Akaba gesloten systeem 92
4. De schoorsteen 92
4.1 Akaba Standaard 92
4.2 Akaba gesloten systeem 92
5. De aansluiting van de rookbuis 93
5.1 Akaba Standaard 93
5.2 Akaba gesloten systeem 93
6. De aansluiting van de verbrandingslucht
( Akaba gesloten systeem ) 93
7. De rookgasklep ( Akaba Standard ) 93
8. Brandstofhoeveelheden en
verwarmingsvermogen 94
9. De regeling van de verbrandingslucht 94
8.1 De primaire lucht 94
8.2 De secundaire lucht 94
10. Eerste ingebruikneming 95
11. Aanwakkeren 95
12. Hout bijvoegen 96
13. Stoken met weinig vermogen 96
14. De aslade leegmaken 97
15. Het verbrandingsproces 97
15.1 Drogingsfase 97
15.2 Ontgassingsfase 97
15.3 Uitbrandingsfase 97
15.4 Uitzettingsgeluiden 98
16. De juiste brandstof 98
17. Hout vanuit chemisch oogpunt 98
18. Bijdrage tot een schoner milieu 98
19. Beoordeling van de verbranding 99
20. Houtvochtigheid en vermogen 99
21. Hout opslaan en drogen 99
22. Reiniging en onderhoud
22.1 De stalen mantel 100
22.2 De rookgaswegen 100
22.3 De glaskeramieken vensters 100
22.4 De bekleding van de
verbrandingsruimte 100
22.5 De afdichtbanden 101
Leidraad 102
Technische Gegevens 103
Aansluitmogelijkheden (Akaba gesloten systeem) 106
90
Figuur. 1 bedieningselementen
Akaba Standaard
vergrendelbaar aslade
Akaba gesloten systeem
aslade
primaire ventilatieklep (I) en
secundaire ventilatieklep (II)
primaire ventilatieklep (I) en
secundaire ventilatieklep (II)
rookgasklep (optioneel)
zelfvergrendelende
afsluiting van de
verbrandingsruimte
handvat
91
S
t
r
a
l
i
n
g
s
b
e
r
e
i
k
min. 20 cm
c
a
.
9
0
°
min. 20 cm
80 cm
S
t
r
a
l
i
n
g
s
b
e
r
e
i
k
c
a
.
9
0
°
80 cm
1. Plaatsingsomstandigheden en bouwkundige voorschriften
De haardkachel moet worden geïnstalleerd volgens de instructies in de handleiding en
rekening houdend met de nationale en Europese normen en tevens met de geldende
plaatselijke voorschriften.
In Duitsland moet de kachel voor ingebruikneming worden geregistreerd bij de plaatselijke
schoorsteenvegerdienst.
2. Veiligheid en veiligheidsafstanden
Voor en naast de kachel mogen zich in het stralingsgebied van het venster van de verbran-
dingsruimte binnen 80 cm geen brandbare of warmtegevoelige materialen bevinden (zoals
bijvoorbeeld meubelen, houten of kunststoffen bekledingen, gordijnen, enz.). Buiten het
stralingsgebied aan de zijkanten en achter de kachel moet voor brandbare materialen een
veiligheidsafstand van 20 cm gerespecteerd worden (zie fi guur 3).
Zonder toezicht mogen zich geen kinderen in de omgeving van een brandende
kachel bevinden.
Wanneer de vloerbekleding uit brandbare materialen bestaat (zoals hout, laminaat of ta-
pijt), verplicht de brandreglementering u om een onbrandbare vloerplaat te leggen (uit
tegels, veiligheidsglas, leisteen of staal).
Gebruik voor het aansteken nooit alcohol, benzine of andere brandbare vloei-
stoffen. Het buitenste van de haardkachel wordt zeer heet wanneer hij brandt.
Men kan zich dan ook overal aan de kachel verbranden. Om niet dat risico te
lopen, legt u best een handschoen bij de kachel.
Bij een schoorsteenbrand moet u:
- via het noodnummer de brandweer alarmeren;
- uw schoorsteenveger op de hoogte brengen;
- in geen geval blussen met water;
- brandbare voorwerpen van de schoorsteen nemen;
- wachten op de brandweer en op de schoorsteenveger.
Aan de haardkachel mogen geen veranderingen worden aangebracht. Er mogen
enkel originele onderdelen van Hase Kaminofenbau GmbH worden gemonteerd.
Bij het gebruik van een vloerplaat moeten de vermelde veiligheidsafstanden
gerespecteerd worden.
Figuur. 2
Afstanden met warmtegevoelige en brandbare materialen
Figuur. 3
Lay-out voor de Plaats van de Muur Lay-out voor de Plaats van de Hoek
min. 30 cm
22 cm
min. 30 cm
min. 50 cm
vloerplaat
92
3. De opstelling
3.1 Akaba Standaard
Controleer of het vlak waarop de kachel staat opgesteld, het toestel ook kan dragen. Even-
tueel kan de draagkracht worden verhoogd door gebruik te maken van een bodemplaat
om het gewicht te verdelen.
Controleer of de ruimte waarin u de Akaba Standaard wilt opstellen, voldoende verse lucht
krijgt. Wanneer ramen en deuren goed dicht zijn, bestaat het gevaar dat de toevoer met
voldoende verse lucht niet gewaarborgd is. De trek van de kachel en van de schoorsteen
kan daardoor verminderen. Indien er bijkomende inlaatopeningen voor de verbran-
dingslucht nodig zijn, mogen die niet worden afgesloten.
Wanneer de haardkachel en een afzuigkap gelijktijdig werken, kan er een onderdruk ont-
staan in de kamer waar de kachel staat opgesteld. Dat kan problemen tot gevolg hebben,
b.v. ontsnappen van rookgassen uit de haardkachel.
Om ervoor te zorgen dat er geen lucht wordt onttrokken aan de plaats waar de kachel staat
opgesteld, geven wij de raad om afzuigkappen die de lucht naar buiten leiden, te vergren-
delen met een venstercontactschakelaar.
3.2 Akaba gesloten systeem
De deur van de Akaba gesloten systeem is zelfvergrendelend. Om deze zelfvergrendeling
correct te garanderen, moet de Akaba gesloten systeem met een waterpas perfect hori-
zontaal uitgelijnd worden. Correcties kunnen aangebracht worden met de vier afstelpoten
(zie de montage en onderhoudsrichtlijnen).
In de ruimte waar de Akaba gesloten systeem opgesteld is, moet gezorgd worden voor
een voldoende
luchtverversing.
Wij bevelen aan om in ruimtes met een inhoud van meer dan 50 m³ de luchthoeveelheid
elk uur anderhalve keer te vernieuwen. Voor kleinere kamers moet deze
snelheid verhoogd worden. De onderdruk in de kamer mag niet groter worden
dan 8 pascal (de verluchting wordt aangegeven in de eenheid pascal). Wij
bevelen aan om de verluchtingsapparatuur in te stellen op een maximale
onderdruk van 4 pascal.
Om geen lucht weg te zuigen uit de kamer waar de kachel opgesteld staat, bevelen
wij u aan om eventuele dampkappen te laten werken met circulerende lucht of om
dampkappen die de lucht naar buiten afvoeren, te vergrendelen met een
atmosferische beveiliging.
4. De schoorsteen
4.1 Akaba Standaard
De Akaba Standaard moet worden aangesloten op een daarvoor geschikte schoorsteen
met een effectieve schoorsteenhoogte van ten minste 4,50 m. Hij kan ook werken met een
schoorsteen waarop nog andere kachels zijn aangesloten. De diameter van de schoorsteen
moet overeenstemmen met de diameter van de rookbuis. Indien de effectieve schoor-
steenhoogte niet volstaat en/of de diameter van de schoorsteen te groot of te klein is, kan
het zijn dat er te weinig trek is.
De trek (schoorsteentrek) die de Akaba Standaard nodig heeft, bedraagt 12 Pa. Bij meer trek
stijgen de emissies van de stookruimte, die wordt sterk belast en kan beschadigd raken. De
maximaal toegestane trek voor de Akaba Standaard bedraagt 35 Pa.
Om de trek te beperken, kan men gebruik maken van een smoorklep of een trekbegrenzer.
4.2 Akaba gesloten systeem
De Akaba gesloten systeem heeft zijn eigen geschikte schoorsteen nodig.
De trek van de schoorsteen kan bemoeilijkt worden door een te grote of te kleine doorsnede
van de schoorsteen of door een te kleine „werkzame hoogte“ (minder dan 4,5 meter). De
werkzame hoogte is de afstand tussen de plaats waar de verbrandingsgassen in de
schoorsteen geleid worden en de bovenkant van de schoorsteenkop. Na een roetbrand in
de schoorsteen moet gecontroleerd worden of het rookgaskanaal nog luchtdicht is.
Wij bevelen de aansluiting aan op een meerwandige schoorsteen met een
93
doorsnede van maximaal 160 mm en een werkzame hoogte van minstens 4,5
meter.
Wanneer u deze parameters niet kunt naleven, bevelen wij aan dat u de
geschiktheid van uw schoorsteen laat controleren en berekenen.
5. De aansluiting van de rookbuis ( Akaba Standard )
5.1 Akaba Standaard
De Akaba Standaard moet aan de schoorsteen aangesloten worden met een rookbuis
waarvan de binnendiameter 120 mm - 150 mm bedraagt. Alle stukken buis moeten aan de
diverse verbindingen precies op elkaar passen.
De buis moet aan de ingang van de schoorsteen goed afgedicht worden en mag, om
de afzuiging van de rook niet te hinderen, niet binnendringen in het binnenste van de
schoorsteen.
5.2 Akaba gesloten systeem
De Akaba gesloten systeem moet aan de schoorsteen aangesloten worden met een rook-
buis waarvan de binnendiameter 120 mm - 150 mm bedraagt. Aan het verbindingsstuk van
de rookbuis moet deze afgedicht worden met Hase-dichtingspasta.
De aansluiting van de rookbuis aan de schoorsteen moet gasdicht geschieden, en moet
afgedicht worden met een geschikte afdichtband en hittebestendige silicone (zie fi guur 7).
Om de afzuiging van de rook niet te hinderen, mag de rookbuis niet binnendringen in het
binnenste van de schoorsteen.
Wij bevelen aan om een rookbuis uit een enkel stuk te gebruiken. De totale lengte
van de verbindingsbuis tussen kachel en schoorsteen mag niet groter zijn dan 1,5
meter.
6. De aansluiting van de verbrandingslucht ( Akaba gesloten systeem )
De toevoer van de verbrandingslucht in de verbrandingsruimte geschiedt uitsluitend via
een aanwezige luchtaanvoerbuis en de buisverbindingen van het Hase-luchtsysteem. Het
verbindingspijpstuk voor het Hase-verluchtingssysteem bevindt zich aan de achterzijde van
de kachel. De dichte buisverbindingen worden rechtstreeks naar buiten geleid of worden
aangesloten aan een geschikt luchtafvoersysteem. Een andere mogelijkheid is om de
luchttoevoer te voorzien vanuit een onafhankelijk met buitenlucht verzorgde kamer
(bijvoorbeeld een kelder). Zie fi guren 7 tot 9.
De luchttoevoer ter plaatse moet uitgevoerd worden met gladde buizen (stalen buizen in
overeenstemming met DIN 24145), afvoerleidingen in overeenstemming met DIN 19534
en EN 1451B) met een diameter van minstens 100 mm, maximaal twee bochten en een
totale lengte van niet meer dan 5 meter. Wanneer de lengte meer bedraagt dan 5 meter of
wanneer er meer dan twee bochten zijn, moet een berekening voorgelegd kunnen worden.
Voor de controle en de reiniging van de luchttoevoerleiding moet deze voorzien worden
met geschikte inspectieopeningen. De hele luchttoevoerleiding moet luchtdicht uitgevoerd
worden.
Wij bevelen u aan om hierover te spreken met uw schoorsteenveger.
Bij de toevoeropening bevelen wij u aan om een beschermingsrooster tegen
kleine dieren aan te brengen met een maaswijdte van 10 mm.
7. De rookgasklep ( Akaba Standaard )
De rookgasklep is een uitstekend regelinstrument. Zij bevindt zich in de rookbuis en dient
voor de regeling van de rookgasstroom.
Zo kan zij de afbrandingssnelheid verminderen. Wanneer de greep van de rookgasklep
zich in loodrechte positie ten opzichte van de rookgasbuis bevindt, wordt de stroom van
de luchtafvoer maximaal afgeremd. Wij geven algemeen de raad om een smoorklep te
installeren om de trek te beperken.
Let alstublieft op de landenspecifi eke wettelijke bepalingen.
94
8. Brandstofhoeveelheden en verwarmingsvermogen
De hoeveelheid brandstof die u in de kachel legt, is bepalend voor het verwarmingsver-
mogen. Wanneer u aanvult, bedraagt de maximale hoeveelheid brandstof 1 kg. Wanneer
u deze hoeveelheid overschrijdt, bestaat gevaar voor oververhitting. De kachel kan dan
beschadigd raken en er kan een schoorsteenbrand ontstaan.
Met ongeveer 0,8 kg brandhout met een lengte van ongeveer 20 cm en een
verbrandingstijd van ongeveer 40 minuten verkrijgt u een vermogen van on-
geveer 4 kW.
Met ongeveer 0,3 kg brandhout met een lengte van ongeveer 20 cm en een
verbrandingstijd van ongeveer 25 minuten verkrijgt u een vermogen van onge-
veer 2,5 kW.
De Akaba is een kachel voor niet-continu gebruik. Vul daarom telkens maar één laag brand-
stof bij.
9. De regeling van de verbrandingslucht
Bij het aanwakkeren en aanvullen wordt de verbrandingslucht geregeld met de primaire en
secundaire luchtafsluiters.
9.1 De primaire lucht
De primaire lucht wordt langs onderen door het rooster in de verbrandingsruimte gevoerd.
Tijdens het aanwakkeren wordt daardoor sneller de vereiste temperatuur in de verbran-
dingsruimte bekomen.
9.2 De secundaire lucht
De secundaire lucht wordt via luchtkanalen in de kachel van boven uit in de stookruimte
gebracht. Zij leidt de voorverwarmde zuurstof, die nodig is om de houtgassen volledig te
verbranden, in de stookruimte binnen en vermindert de roetvorming op het glas.
Voor het regelen van de secundaire lucht kan de volgende vuistregel gelden:
een klein vuur heeft weinig secundaire lucht nodig, een groot vuur heeft veel
secundaire lucht nodig.
Wanneer het ventiel voor de secundaire lucht te ver gesloten is, bestaat het gevaar dat de
verbrandingsgassen onvolledig verbranden (smeulend vuur) en/of dat roet afgezet wordt
op de vensters, of nog, dat de opgestapelde houtgassen explosief verbranden (met een
zachte knal ontploffen).
Let u alstublieft hierop: bij een houtvuur met te ver geopende primaire luchtafsluiter bestaat
het risico dat de kachel oververhit wordt (smidsvuur). De secundaire luchtafsluiter mag
tijdens de werking nooit volledig gesloten worden. De deur van de verbrandingsruimte en
het asvak moeten steeds goed afgesloten blijven.
Figuur. 4
De bedieningselementen bevinden zich onderaan rechts.
afsluiter primaire lucht (I)
afsluiter secundaire lucht (II)
95
10. Eerste ingebruikneming
De eerste ingebruikname van elke kachel gaat altijd gepaard met rook- en geurontwikkeling.
Dit is te wijten aan de verbranding van organische bestanddelen die in de deklagen van
de kachel, in de afsluitbanden en in voor de productie gebruikte smeermiddelen zitten.
Dit gebeurt wanneer de temperatuur voor het eerst wordt opgedreven en houdt zo’n 4 – 5
uur aan. Voeg om deze temperatuur te kunnen halen 25% brandstof toe bovenop de in
hoofdstuk 12 Hout bijvoegen aanbevolen hoeveelheid.
Om gezondheidsredenen mag tijdens de eerste ingebruikname niemand onnodig in de
ruimtes in kwestie aanwezig zijn. Zorg voor een goede ventilatie en open vensters en bui-
tendeuren. Gebruik indien nodig een ventilator om de lucht sneller te verversen.
Wanneer de maximale temperatuur bij het eerste gebruik nog niet bereikt werd, is het
mogelijk dat er zich later nog een zekere geurontwikkeling voordoet.
Tijdens het transport tot bij u thuis kan zich condensaatvocht binnenin de kachel verza-
melen. In bepaalde omstandigheden kan dit leiden tot het lekken van water uit de kachel
of de rookbuizen.
Droog in dat geval de vochtige plekken onmiddellijk af.
Het oppervlak van uw kachel wordt vóór het aanbrengen van de lak gezandstraald. On-
danks een zorgvuldige controle kan het niet uitgesloten worden dat wat van de stalen
kogeltjes die daarvoor gebruikt worden in de kachel achterblijven. Bij de plaatsing van uw
kachel kunnen deze loskomen en uit de kachel vallen.
Om een mogelijke beschadiging te voorkomen, verzoeken wij u deze stalen ko-
geltjes onmiddellijk met een stofzuiger te verwijderen.
De Akaba mag enkel worden gebruikt met een gesloten deur; de deur van de stookruimte
mag enkel worden geopend om hout bij te vullen.
11. Aanwakkeren
Tijdens het aanwakkeren kunnen
hogere emissiewaarden voorko-
men.
Deze fase moet dan ook zo kort
mogelijk gehouden worden. De
in tabel 1 beschreven instellingen
van de afsluiters zijn aanbeve-
lingen. Zij werden tijdens tests in
overeenstemming met de norm
uitgewerkt.
U dient op grond van de weer-
somstandigheden en de door uw
schoorsteen gecreëerde onder-
druk de afsluiters van uw Akaba
aan de plaatselijke omstandighe-
den aan te passen.
Aanwakkeren
Procedure Stand van de
bedieningselementen
Open de primaire
lucht en de secundaire
lucht volledig.
Trek de primaire en de
secundaire luchtafsluiters
volledig uit.
Concentreer de achter-
gebleven assen en de
eventueel onverbrande
houtskool in het midden
van de verbrandingsruimte
Leg aanmaakmateriaal
in het midden van de
verbrandingsruimte en
leg daarop ongeveer een
halve kilo houtspaanders.
Steek het
aanmaakmateriaal op
verschillende plaatsen aan.
Open de deur van de
verbrandingsruimte.
Sluit de deur van de
verbrandingsruimte.
Van zodra de
houtspaanders behoorlijk
branden, twee stukken
gekloofd brandhout
(samen ongeveer 0,5
kg) bijleggen, met
de kop naar voor.
Tab. 1
II
I
96
12. Hout bijvoegen
Het bijvoegen van hout moet
gebeuren in de fase van de
wegbranding, waarin de vlammen
van de vorige verbranding pas
gedoofd zijn.
Wanneer u voor het bijvoegen
van het hout de deur van de
verbrandingsruimte zeer langzaam
opent, vermijdt u dat rookgassen
naar buiten treden en dat de assen
in het rond gaan vliegen.
13. Stoken met weinig
vermogen
U beïnvloedt het vermogen van
uw Akaba in de eerste plaats door
de hoeveelheid brandstof.
Reduceer de verbranding niet door
een te lage luchttoevoer. Hierdoor
is het mogelijk dat het hout
onvolledig verbrandt en dat de
opgestapelde houtgassen op een
explosieve wijze verbranden (met
een zachte knal ontploffen).
Hout bijvoegen
Procedure Stand van de
bedieningselementen
Open de primaire
lucht en de secundaire
lucht volledig.
Trek de primaire en de
secundaire luchtafsluiters
volledig uit.
Breng een stuk hout
van ongeveer 0,8 kg in,
met de kop naar voor.
Het hout moet steeds
met de schors naar
boven of naar onder
gekeerd gelegd worden.
Slechts een enkele laag.
Open de deur van de
verbrandingsruimte.
Wanneer het hout
ontvlamt: sluit de
primaire lucht en open de
secundaire lucht volledig.
Schuif de primaire
luchtafsluiter tot bij
de aanslag in.
Trek de secundaire
luchtafsluiter tot bij
de aanslag uit.
Sluit de deur van de
verbrandingsruimte.
Tab. 2
Stoken met weinig vermogen
Procedure Stand van de
bedieningselementen
Sluit de primaire lucht. Druk de primaire
luchtafsluiter (I) in tot
bij de aanslag aan de
secundaire luchtafsluiter.
Open de secundaire
lucht volledig.
Trek de secundaire
luchtafsluiter tot bij
de aanslag uit.
Vul na met een stuk hout
van ongeveer 0,3 kg. Leg
het met de kop naar voor.
Tab. 3
II
I
II
I
II
I
97
14. De aslade leegmaken
Maak de aslade alleen maar leeg wanneer de assen afgekoeld zijn. Tijdens het opnemen
van de assen bevindt het deksel zich onder de aslade.
Ontgrendel de aslade. Neem de aslade uit, samen met het deksel dat zich eronder bevindt.
Schuif het deksel op de aslade zodat deze afgesloten is. De lichte as kan nu niet opvliegen
en uw woning blijft schoon. Het weer inbrengen van de aslade geschiedt in omgekeerde
volgorde.
Te veel as kan de toevoer van primaire lucht hinderen of zelfs beletten. Let u
erop, dat de luchtweg voor de primaire lucht tussen de aslade en de bodem van
het asvak vrij blijft.
15. Het verbrandingsproces
Een stuk hout verbrandt in drie fasen. Deze processen worden in een houtvuur echter niet
achtereenvolgens doorlopen. Zij geschieden voor een deel gelijktijdig.
15.1 Drogingsfase
Het in het luchtdroge hout nog aanwezige water (ongeveer 15 tot 20%) verdampt. De tem-
peratuur is zowat 100°C. Daarom moet bij het aansteken warmte aan het hout toegevoegd
worden. Dat kunt u doen door kleine stukken hout te gebruiken.
15.2 Ontgassingsfase
Bij temperaturen tussen 100°C en 150°C begint, eerst langzaam, het opensplijten en de
vergassing van de in het hout aanwezige stoffen en de thermische ontbinding van het
hout. Boven 150°C neemt de gasontwikkeling sterk toe. Het aandeel vluchtige bestand-
delen bedraagt zowat 80% van de houtsubstantie. De eigenlijke verbranding begint bij het
ontvlammen van de ontstane gassen op ongeveer 225°C (ontbrandingstemperatuur) en
het vrijmaken van warmte. Daarvoor is voldoende zuurstof noodzakelijk. Bij om en nabij
de 300°C wordt het hoogtepunt van de verbranding bereikt. De reactie geschiedt nu zo
stormachtig, dat hier de meeste warmte vrijgegeven wordt. Vlamtemperaturen van 1100°C
zijn mogelijk.
15.3 Uitbrandingsfase
Na de verbranding van de vluchtige bestanddelen neemt de gloed van het houtskool af.
Houtskool verbrandt langzaam, haast zonder vlam, bij een temperatuur van ongeveer
800° C. Beslissend voor een schone verbranding is een zo volledig mogelijk chemische
reactie van de houtgassen met het zuurstof uit de verbrandingslucht. Bij uw kachel van
Hase wordt de verbrandingslucht voorverwarmd en langs brede inlaatopeningen in de
verbrandingsruimte gevoerd. De gassen worden dan ook op hoge temperatuur goed ver-
mengd met de lucht. Een belangrijke parameter in elke verbrandingsfase is de hoeveelheid
verbrandingslucht. Te weinig lucht leidt tot zuurstofgebrek en een onvolledige verbranding.
Te veel lucht doet de temperatuur in de verbrandingsruimte dalen en werkt negatief uit op
de doelmatigheid. Bij een onvolledige verbranding ontstaan schadelijke stoffen zoals stof,
koolmonoxide en koolwaterstoffen.
Ontgassing
Droging
Uitbranding
Figuur. 5 Het verbrandingsproces
98
15.4 Uitzettingsgeluiden
Staal zet uit door de warmte en krimpt wanneer het kouder wordt. Door deze bewegingen
kunnen bij uw kachel hoorbare uitzettingsgeluiden optreden. Bij het ontwerp van uw ka-
chel hebben wij met deze fysische eigenschappen rekening gehouden. Uw kachel lijdt er
dan ook geen schade onder.
16. De juiste brandstof
In haardkachels mag men enkel rookarme brandstoffen verbranden. Voor het type Akaba is
dat uitsluitend natuurlijk hout in grotere stukken met de bijbehorende bast, in de vorm van
blokken beukenhout. Harsrijk naaldhout (bijv. spar, pijn, den) geeft vonken af. Er ontstaat
een vliegas dat bij het openen van de deur van de verbrandingsruimte kan opwaaien.
Beukenblokken zorgen in een kachel voor het mooiste vuur. Wanneer u eik, spar,
berk of lork gebruikt, verdient het aanbeveling om beukenhout bij te voegen. Het
vlambeeld wordt er mooier door. Sprokkelhout en kleine houtblokjes zijn een
goede aanmaakhulp.
Niet toegelaten is bijvoorbeeld de verbranding van:
- vochtig hout (restvocht meer dan 20%)
- gelakt of met kunststof bekleed hout
- met houtbeschermingsmiddelen behandeld hout
- houtafval
- papierbriketten (schadelijke stoffen: cadmium, lood, zink).
- alle brandbare vloeistoffen (ook methanol, ethanol) en alle brandpasta’s en gels
Bij de verbranding van deze stoffen ontstaat een onaangename geur en treden gezond-
heids en milieubelastende emissies uit.
17. Hout vanuit chemisch oogpunt
Hout bestaat voor het grootste deel uit de chemische elementen koolstof, waterstof en
zuurstof. Milieukritische stoffen zoals zwavel, chloor en zware metalen zijn praktisch niet
aanwezig. Bij de volledige verbranding van hout ontstaan daarom hoofdzakelijk koolstof-
dioxide en waterdamp als gasvormige stoffen, en in beperkte mate ook houtas als vaste
verbrandingsrest. Bij de onvolledige verbranding daarentegen kunnen een hele reeks mili-
eubelastende stoffen ontstaan, zoals koolstofmonoxide (giftig), azijnzuren, fenolen, metha-
nol (giftig), formaldehyde, roet en teer.
18. Bijdrage tot een schoner milieu
Of uw Akaba milieubelastend brandt of het milieu integendeel ontziet, hangt in sterke
mate af van de wijze waarop u hem bedient en van de brandstof die u gebruikt (zie De
juiste brandstof).
Gebruik uitsluitend droog hout. Het best geschikt is loofhout zoals beuk en
berk.
Gebruik voor het aansteken alleen maar kleinere stukken hout. Deze ontbranden
sneller dan grotere stukken, zodat de temperatuur die noodzakelijk is voor een
volledige verbranding sneller bereikt wordt.
Bij langer stoken levert het vaker bijvoegen van kleinere houthoeveelheden zowel
energetische als ecologische voordelen op.
99
19. Beoordeling van de verbranding
Hoe goed het verbrandingsproces verloopt, kunt u gemakkelijk beoordelen aan de hand
van de volgende kenmerken.
- De kleur en de gesteldheid van de assen
Bij een zuivere verbranding ontstaat fi jn wit as. Een donkere kleur wijst op houtskoolres-
ten. De uitbrandfase is in dit geval slechts gedeeltelijk doorlopen.
- De kleur van het rookgas bij het verlaten van de schoorsteen
Hier geldt: hoe minder de rook bij het verlaten van de schoorsteen zichtbaar is, hoe beter
de verbranding verloopt.
In de overgangstijd (lente en herfst) kunnen bij buitentemperaturen van meer
dan 16°C storingen in de schoorsteen optreden. Wanneer bij een dergelijke tem-
peratuur ook na de snelle verbranding van papier of kleine houtblokken (lokvuur)
geen trek ontstaat, moet u de kachel best niet aansteken.
20. Houtvochtigheid en vermogen
Vuistregel: hoe vochtiger het hout, hoe lager het vermogen.
Het vermogen van de kachel hangt zeer sterk samen met de vochtigheid van het hout. Hoe
meer water het hout bevat, hoe meer energie bij de verbranding besteed moet worden aan
de verdamping van dat water. Deze energie is verloren. Hoe vochtiger het hout dus, hoe
lager het vermogen.
Een voorbeeld: pas gehakt hout vertoont een vochtigheidsgraad van om en nabij de 50%
en beschikt over een vermogen van ongeveer 2,3 kWh/kg.
Behoorlijk luchtgedroogd hout daarentegen met een vochtigheidsgraad van ca. 15% heeft
een vermogen van ongeveer 4,3 kWh/kg. Wanneer u dus zeer vochtig hout verbrandt,
maakt u met dezelfde houthoeveelheid slechts de helft van het vermogen vrij. De verbran-
ding van vochtig hout leidt tevens tot meer roetaanslag op het venster van de verbrandings-
ruimte. Daar komt nog bij, dat wanneer u vochtig hout verbrandt, de daardoor ontstane
waterdamp kan condenseren in de rookbuis of in de schoorsteen. In de schoorsteen kan
een teerachtige substantie afgezet worden of de schoorsteen kan vol raken met roet en
teer. Omwille van de hoge vochtigheidsgraad daalt ook de verbrandingstemperatuur. Dit
belet de volledige verbranding van alle houtbestanddelen en leidt tot een aanmerkelijke
belasting voor het milieu.
De restvochtigheid van uw brandhout kunt u meten met behulp van een houtvoch-
tigheidsmeter.
21. Hout opslaan en drogen
Om hout te drogen, is tijd nodig. Wanneer het op correcte wijze bewaard wordt, is hout in
twee tot drie jaar luchtdroog.
Zaag en kloof het hout gebruiksklaar wanneer u het gaat bewaren. Dit voert tot
een snellere droging. Kleinere stukken drogen beter dan grote.
Bewaar het hout in een goed verluchte, zo zonnig mogelijke plaats (liefst op het
zuiden gericht) en beschut tegen de regen.
Laat tussen de houtrijen een afstand van een handbreedte, zodat de doorstro-
mende lucht het verdampende vocht goed kan opnemen.
Dek uw houtvoorraad nooit af met plastic folie of tentzeil. Dat zou beletten dat
het vocht ontsnapt.
Stapel vers hout ook nooit weg in een kelder. Door de gebrekkige luchtverversing
zal het daar eerder rotten dan drogen.
Enkel hout dat al droog is, mag in een droge en goed verluchte kelder bewaard
worden.
100
22. Reiniging en onderhoud
22.1 De stalen mantel
Kachels van Hase beschikken over een sterk hittebestendige lak met open poriën die een
beperkte corrosiebescherming biedt. In bepaalde omstandigheden kan daarom een roest-
laagje optreden.
De stalen componenten mogen niet gereinigd worden met een zuurhoudend
kuismiddel (bijv. citrus of azijnreiniger). Met een licht bevochtigd doek kan het
staal voldoende afgeveegd worden.
Vermijd een te vochtige reiniging in de omgeving van de vloer of van de
bodemplaat.
Gemorst water uit waterketels of schalen moet onmiddellijk verwijderd worden.
Plaats uw Akaba niet in een vochtige omgeving zoals bijv. een veranda.
Vermijd een tijdelijke stockage in een onverwarmde ruwbouw of een garage.
Roestige plekken kunnen behandeld worden met de originele Hase kachellak.
Volg daarbij de richtlijnen op de bus. Uw Hase-handelaar heeft de spray op voor-
raad en geeft u graag tips voor de behandeling.
22.2 De rookgaswegen
De kachel en de rookbuizen worden elk jaar na de verwarmingstijd (eventueel ook fre-
quenter, bijv. na de reiniging van de schoorsteen) gecontroleerd op afzettingen en zonodig
gereinigd. Om de rookgaskanalen te reinigen, heft u de bovenste thermo steen uit de
stookruimte. Eventuele roet en stofafzettingen kunt u wegborstelen en afzuigen. Daarna de
thermo steen opnieuw monteren.
Het reinigen van de rookbuis gebeurt met een fl exibele buisborstel via de reinigingsope-
ning die zich bevindt aan de rookbuis.
22.3 De glaskeramieken vensters
Wanneer er op een adequate manier wordt gestookt, vormt de secundaire lucht tegelijkertijd
een heet luchtgordijn voor het glas, wat de roetaanslag op het keramisch glas vermindert.
Mochten er zich asdeeltjes afzetten op het keramisch glas, dan geven wij u de
raad om naast een gewoon in de handel verkrijgbaar middel om het glas te
reinigen ook gebruik te maken van een ander reinigingsprocédé, dat al lang
wordt toegepast en dat bovendien milieuvriendelijk is.
Neem een prop keukenrol of krantenpapier, bevochtig ze, dompel ze onder in
de koude houtas, wrijf daarmee het venster in en veeg schoon met een droge
prop.
22.4 De bekleding van de verbrandingsruimte
De thermo stenen in de verbrandingsruimte van uw Akaba bestaan uit vermiculiet. Dat
is een vuurvast mineralogisch granulaat met uitstekende isolerende eigenschappen. De
dichtheid van de platen werd bepaald op grond van de optimale verhouding tussen mecha-
nische hardheid en isolatievermogen. Het relatief zachte oppervlak is niet slijtvast.
De thermo stenen moeten vernieuwd worden wanneer stukken afbreken en zo de achter-
kant van de verbrandingsruimte zichtbaar wordt. Barsten en scheuren in de thermo stenen
verminderen de mogelijkheden van uw kachel niet.
U kunt beschadigingen van de thermo stenen beperken door de houtblokken
voorzichtig in de verbrandingsruimte te leggen. Laat ze niet vallen tegen de wan-
den van de verbrandingsruimte.
101
22.5 De afdichtbanden
De afdichtbanden voor de deur van de verbrandingsruimte en de aslade bestaan uit sterk
hittebestendige en asbestvrije glasvezel. Door veelvuldig gebruik kunnen de dichtingen
verslijten en moeten ze vernieuwd worden.
Laat uw haardkachel geregeld nakijken door een vakman.
Meer richtlijnen vindt u in de montage en onderhoudsaanwijzingen
102
mogelijk probleem mogelijke oorzaken
Het hout ontbrandt niet of slechts aarzelend - het hout is te dik / het hout is te nat
- er wordt te weinig lucht toegevoerd
Het hout brandt zonder heldere gele vlam, smeult wat of gaat zelfs uit - het hout is te nat
- er wordt te weinig lucht toegevoerd
- de buitentemperatuur ligt te hoog
Er wordt te veel roet gevormd, de thermo stenen
blijven tijdens het branden niet roetvrij
- het hout is te nat
- er wordt te weinig lucht toegevoerd
- de houthoeveelheid is te klein en daardoor blijft de verbrandingsruimte te koud
Er zet zich roet af op het venster van de verbrandingsruimte - het hout is te nat
- er wordt te weinig secundaire lucht toegevoerd
- de deur van de verbrandingsruimte is ondicht
- de schoorsteen trekt te weinig
Het hout verbrandt te snel - de schoorsteen trekt te hevig
- de houtblokken zijn te klein
- de bedieningselementen zijn slecht ingesteld
Tijdens de werking komt rook in de kamer - er wordt te weinig lucht toegevoerd
- de schoorsteen is niet breed genoeg
- er is te veel roetafzetting in de rookgangswegen in de kachelbuizen of de schoorsteen
- de wind drukt op de schoorsteen
- ventilatoren (uit de badkamer of de keuken) veroorzaken een
onderdruk in de woonruimte en zuigen rook uit de kachel
De schoorsteen worden nat en komt vol teer en roet, uit de kachelbuis lekt water - het hout is te nat
- de rookgassen zijn te koud / de schoorsteen is te koud
- de schoorsteen is te breed
Het vuur brandt fel, maar toch wordt de kachel onvoldoende warm - de schoorsteen trekt te hevig
- de luchtafsluiters zijn slecht ingesteld
Bij het openen van de deur van de verbrandingsruimte ontsnapt rook in de kamer - de schoorsteen trekt niet genoeg / de schoorsteen is te breed of niet breed genoeg
- het vuur brandt nog te hevig
- de deur van de verbrandingsruimte werd te snel geopend
- ventilatoren (uit de badkamer of de keuken) veroorzaken een
onderdruk in de woonruimte en zuigen rook uit de kachel
103
Akaba Standard
Kachel Akaba, gecontroleerd volgens DIN-EN 13240 : 2001 + A2 2004 en Art. 15 a
B-VG (Oostenrijk) mag enkel worden gebruikt wanneer de stookkamer dicht is en mag
slechts als enig toestel voor één schoorsteen worden gebruikt.
VKF-Nr.: 15107; Controleverslag nummer (A): FSPS-Wa-1366-A
Akaba gesloten systeem
Kachel Akaba gesloten systeem, gecontroleerd volgens, DIN EN 13240, DIN 18897-1
en Art. 15 a B-VG (Oostenrijk) mag enkel worden gebruikt wanneer de stookkamer
dicht is. De Akaba gesloten systeem heeft zijn eigen geschikte schoorsteen nodig.
VKF-Nr.: 15107; Controleverslag nummer (A): FSPS-Wa-1366-A
Voldoet aan de toelatingscriteria voor kamer onafhankelijke verwarmingstoe-
stellen op vaste brandstoffen van het Duits Instituut voor
Bouwtechniek (DIBT).
DIBT toelatings-Nr.: Z-43.12-186 / Typ FC41x und FC51x
Voor de afmetingen van de schoorsteen volgens EN 13384 1 / 2 gelden de volgende gegevens:
Brandwaarden Hout
Nominale warmtecapaciteit 4 kW
Uitlaatgas-massastroom 4 g/s
Nisbustemperauur 350 ˚C
Minimum persdruk bij nominale verwarmingscapaciteit 10 Pa
CO- gehalte bij 13% O2 1221 mg/m³
Rendement 82 %
Fijnstoff 34 mg/m³
Verbrandingsluchttoevoer bij max. trek 4Pa
11
m³/h
De op het typeplaatje aangegeven nominale verwarmingscapaciteit van 4 KW is naar-
gelang van de isolatie van het gebouw voldoende voor 10 - 50 m² (onder voorbehoud)
Afmetingen:
hoogte breedte diepte
kachel 111,5 cm 41 cm 41 cm
stookkamer 43 cm 20 cm 26 cm
gewicht 118 kg
Anschlussmaße:
Aansluithoogte bovenaansluiting 108 cm
Aansluithoogte Hase-ventilatiesysteem* 37,5 cm
Opening van de stookkamer 775 cm²
Diameter van het rookkanaal 15 cm
Buisdiameter van het Hase-ventilatiesysteem* 10 cm
*Voor een afzonderlijke luchttoevoer in passiefhuizen en bij onvoldoende luchttoevoer in
de kamer waar de kachel staat (Akaba gesloten systeem)
104
20,5
41
Aansluithoogte verse luchttoevoer: 37,5
Aansluithoogte bovenaansluiting: 108
hoogte: 111,5
vooraanzicht zijaanzicht
bovenaanzicht
Abb. 6 Afmetingen in cm
35,5 35
105
EG-conformiteitsverklaring
De fabrikant: Hase Kaminofenbau GmbH
Niederkircherstr. 14
D-54294 Trier
verklaart hiermee, dat de ruimteverwarmingsapparatuur
voor vaste brandstoffen met de handelsnaam :
Akaba
conform is met de bepalingen van de:
EG-richtlijn voor bouwproducten 89/106/EWG en het mandaat M129
en overeenkomt met de volgende geharmoniseerde norm:
EN 13240:2001+EN 13240:2001/ A2: 2004
De ruimteverwarmingsapparatuur voor vaste brandstoffen werd voor wat betreft de
in de norm gestelde eisen getest door het volgende genotifi ceerde keuringsbureau:
RWE Power AG
Feuerstättenprüfstelle
D-50226 Frechen
Kennziffer: NRW 16
Trier, 17. 01. 2011
Fernando Najera , bedrijfsleider
De veiligheidsinstructies voor de bij het product behorende montage
en bedieningsinstructie dienen in acht genomen te worden.
106
luchtafvoersysteem: schoorsteen voor de
verbrandingsgassen
toevoer van lucht voor het luchtafvoersysteem
manchet
aan de steun van de rookbuis afdichten
met Hase-dichtingspasta
aansluiting aan de schoorsteen afdichten
met afdichtband of hittebestendige silicone
edelstaalbuis
verbindingsstuk binnenin
Figuur 7 Aansluiting op een luchtafvoersysteem
verbindingsstuk binnenin
rozet
Aansluitmogelijkheden Akaba gesloten systeem
107
verbindingsstuk buitenkant
elleboog 90°, Ø 100 mm
edelstaalbuis, Ø 100 mm
rozet
verbindingsstuk binnenin
bijv. afvoerbuis (pvc-buis) Ø 100
aansluiting verbrandingslucht ter plaatse:
- min. Ø 100 mm
- maximale lengte 5 m, met max. 2 bochten
Figuur 8 Aansluiting op een toevoerluchtleiding
108
Isolatie van de edelstalen buis

Documenttranscriptie

Geachte heer, Geachte mevrouw, Met de aankoop van uw Hase kachel heeft u voor een kwaliteitsproduct gekozen. In ons productie atelier in Trier leggen wij bij de ontwikkeling en productie van onze kachels de grootst mogelijke zorg aan de dag en werken wij enkel met materiaal van topkwaliteit. Een doordacht design, de meest geavanceerde productieprocédés en een efficiënte en milieuvriendelijke verbrandingstechniek garanderen u dat u aan uw Hase kachel jarenlang plezier zult beleven. Veel plezier met uw Hase kachel! Met vriendelijke groeten Hase Kaminofenbau GmbH Inhoudstafel Pagina 22. 1. 2. 3. 4. 5. 6. 7. 8. 9. 10. 11. 12. 13. 14. 15. 16. 17. 18. 19. 20. 21. Plaatsingsomstandigheden en bouwkundige voorschriften Veiligheid en veiligheidsafstanden De opstelling 3.1 Akaba Standaard 3.2 Akaba gesloten systeem De schoorsteen 4.1 Akaba Standaard 4.2 Akaba gesloten systeem De aansluiting van de rookbuis 5.1 Akaba Standaard 5.2 Akaba gesloten systeem De aansluiting van de verbrandingslucht ( Akaba gesloten systeem ) De rookgasklep ( Akaba Standard ) Brandstofhoeveelheden en verwarmingsvermogen De regeling van de verbrandingslucht 8.1 De primaire lucht 8.2 De secundaire lucht Eerste ingebruikneming Aanwakkeren Hout bijvoegen Stoken met weinig vermogen De aslade leegmaken Het verbrandingsproces 15.1 Drogingsfase 15.2 Ontgassingsfase 15.3 Uitbrandingsfase 15.4 Uitzettingsgeluiden De juiste brandstof Hout vanuit chemisch oogpunt Bijdrage tot een schoner milieu Beoordeling van de verbranding Houtvochtigheid en vermogen Hout opslaan en drogen 91 91 92 92 92 92 92 92 93 93 93 Reiniging en onderhoud 22.1 De stalen mantel 100 22.2 De rookgaswegen 100 22.3 De glaskeramieken vensters 100 22.4 De bekleding van de verbrandingsruimte 100 22.5 De afdichtbanden 101 Leidraad 102 Technische Gegevens 103 Aansluitmogelijkheden (Akaba gesloten systeem) 106 93 93 94 94 94 94 95 95 96 96 97 97 97 97 97 98 98 98 98 99 99 99 89 Akaba Standaard Akaba gesloten systeem rookgasklep (optioneel) handvat primaire ventilatieklep (I) en secundaire ventilatieklep (II) aslade 90 Figuur. 1 bedieningselementen zelfvergrendelende afsluiting van de verbrandingsruimte primaire ventilatieklep (I) en secundaire ventilatieklep (II) vergrendelbaar aslade Plaatsingsomstandigheden en bouwkundige voorschriften De haardkachel moet worden geïnstalleerd volgens de instructies in de handleiding en rekening houdend met de nationale en Europese normen en tevens met de geldende plaatselijke voorschriften. In Duitsland moet de kachel voor ingebruikneming worden geregistreerd bij de plaatselijke schoorsteenvegerdienst. Bij het gebruik van een vloerplaat moeten de vermelde veiligheidsafstanden gerespecteerd worden. Veiligheid en veiligheidsafstanden 22 cm Figuur. 2 min. 30 cm 20 cm Afstanden met warmtegevoelige en brandbare materialen m in. Wanneer de vloerbekleding uit brandbare materialen bestaat (zoals hout, laminaat of tapijt), verplicht de brandreglementering u om een onbrandbare vloerplaat te leggen (uit tegels, veiligheidsglas, leisteen of staal). min. 30 cm cm Zonder toezicht mogen zich geen kinderen in de omgeving van een brandende kachel bevinden. vloerplaat 50 Voor en naast de kachel mogen zich in het stralingsgebied van het venster van de verbrandingsruimte binnen 80 cm geen brandbare of warmtegevoelige materialen bevinden (zoals bijvoorbeeld meubelen, houten of kunststoffen bekledingen, gordijnen, enz.). Buiten het stralingsgebied aan de zijkanten en achter de kachel moet voor brandbare materialen een veiligheidsafstand van 20 cm gerespecteerd worden (zie figuur 3). in. 2. Aan de haardkachel mogen geen veranderingen worden aangebracht. Er mogen enkel originele onderdelen van Hase Kaminofenbau GmbH worden gemonteerd. m 1. cm cm 80 80 Bij een schoorsteenbrand moet u: - via het noodnummer de brandweer alarmeren; - uw schoorsteenveger op de hoogte brengen; - in geen geval blussen met water; - brandbare voorwerpen van de schoorsteen nemen; - wachten op de brandweer en op de schoorsteenveger. min. 20 cm Gebruik voor het aansteken nooit alcohol, benzine of andere brandbare vloeistoffen. Het buitenste van de haardkachel wordt zeer heet wanneer hij brandt. Men kan zich dan ook overal aan de kachel verbranden. Om niet dat risico te lopen, legt u best een handschoen bij de kachel. ca. 90° S tr alin g s b e r e ik Figuur. 3 Lay-out voor de Plaats van de Muur ca. 90° S tr alin g s b e r e ik Lay-out voor de Plaats van de Hoek 91 3. De opstelling 3.1 Akaba Standaard Controleer of het vlak waarop de kachel staat opgesteld, het toestel ook kan dragen. Eventueel kan de draagkracht worden verhoogd door gebruik te maken van een bodemplaat om het gewicht te verdelen. Controleer of de ruimte waarin u de Akaba Standaard wilt opstellen, voldoende verse lucht krijgt. Wanneer ramen en deuren goed dicht zijn, bestaat het gevaar dat de toevoer met voldoende verse lucht niet gewaarborgd is. De trek van de kachel en van de schoorsteen kan daardoor verminderen. Indien er bijkomende inlaatopeningen voor de verbrandingslucht nodig zijn, mogen die niet worden afgesloten. Wanneer de haardkachel en een afzuigkap gelijktijdig werken, kan er een onderdruk ontstaan in de kamer waar de kachel staat opgesteld. Dat kan problemen tot gevolg hebben, b.v. ontsnappen van rookgassen uit de haardkachel. Om ervoor te zorgen dat er geen lucht wordt onttrokken aan de plaats waar de kachel staat opgesteld, geven wij de raad om afzuigkappen die de lucht naar buiten leiden, te vergrendelen met een venstercontactschakelaar. 3.2 Akaba gesloten systeem De deur van de Akaba gesloten systeem is zelfvergrendelend. Om deze zelfvergrendeling correct te garanderen, moet de Akaba gesloten systeem met een waterpas perfect horizontaal uitgelijnd worden. Correcties kunnen aangebracht worden met de vier afstelpoten (zie de montage en onderhoudsrichtlijnen). In de ruimte waar de Akaba gesloten systeem opgesteld is, moet gezorgd worden voor een voldoende luchtverversing. Wij bevelen aan om in ruimtes met een inhoud van meer dan 50 m³ de luchthoeveelheid elk uur anderhalve keer te vernieuwen. Voor kleinere kamers moet deze snelheid verhoogd worden. De onderdruk in de kamer mag niet groter worden 92 dan 8 pascal (de verluchting wordt aangegeven in de eenheid pascal). Wij bevelen aan om de verluchtingsapparatuur in te stellen op een maximale onderdruk van 4 pascal. Om geen lucht weg te zuigen uit de kamer waar de kachel opgesteld staat, bevelen wij u aan om eventuele dampkappen te laten werken met circulerende lucht of om dampkappen die de lucht naar buiten afvoeren, te vergrendelen met een atmosferische beveiliging. 4. De schoorsteen 4.1 Akaba Standaard De Akaba Standaard moet worden aangesloten op een daarvoor geschikte schoorsteen met een effectieve schoorsteenhoogte van ten minste 4,50 m. Hij kan ook werken met een schoorsteen waarop nog andere kachels zijn aangesloten. De diameter van de schoorsteen moet overeenstemmen met de diameter van de rookbuis. Indien de effectieve schoorsteenhoogte niet volstaat en/of de diameter van de schoorsteen te groot of te klein is, kan het zijn dat er te weinig trek is. De trek (schoorsteentrek) die de Akaba Standaard nodig heeft, bedraagt 12 Pa. Bij meer trek stijgen de emissies van de stookruimte, die wordt sterk belast en kan beschadigd raken. De maximaal toegestane trek voor de Akaba Standaard bedraagt 35 Pa. Om de trek te beperken, kan men gebruik maken van een smoorklep of een trekbegrenzer. 4.2 Akaba gesloten systeem De Akaba gesloten systeem heeft zijn eigen geschikte schoorsteen nodig. De trek van de schoorsteen kan bemoeilijkt worden door een te grote of te kleine doorsnede van de schoorsteen of door een te kleine „werkzame hoogte“ (minder dan 4,5 meter). De werkzame hoogte is de afstand tussen de plaats waar de verbrandingsgassen in de schoorsteen geleid worden en de bovenkant van de schoorsteenkop. Na een roetbrand in de schoorsteen moet gecontroleerd worden of het rookgaskanaal nog luchtdicht is. Wij bevelen de aansluiting aan op een meerwandige schoorsteen met een doorsnede van maximaal 160 mm en een werkzame hoogte van minstens 4,5 meter. Wanneer u deze parameters niet kunt naleven, bevelen wij aan dat u de geschiktheid van uw schoorsteen laat controleren en berekenen. 5. De aansluiting van de rookbuis ( Akaba Standard ) 5.1 Akaba Standaard De Akaba Standaard moet aan de schoorsteen aangesloten worden met een rookbuis waarvan de binnendiameter 120 mm - 150 mm bedraagt. Alle stukken buis moeten aan de diverse verbindingen precies op elkaar passen. De buis moet aan de ingang van de schoorsteen goed afgedicht worden en mag, om de afzuiging van de rook niet te hinderen, niet binnendringen in het binnenste van de schoorsteen. 5.2 Akaba gesloten systeem De Akaba gesloten systeem moet aan de schoorsteen aangesloten worden met een rookbuis waarvan de binnendiameter 120 mm - 150 mm bedraagt. Aan het verbindingsstuk van de rookbuis moet deze afgedicht worden met Hase-dichtingspasta. De aansluiting van de rookbuis aan de schoorsteen moet gasdicht geschieden, en moet afgedicht worden met een geschikte afdichtband en hittebestendige silicone (zie figuur 7). Om de afzuiging van de rook niet te hinderen, mag de rookbuis niet binnendringen in het binnenste van de schoorsteen. Wij bevelen aan om een rookbuis uit een enkel stuk te gebruiken. De totale lengte van de verbindingsbuis tussen kachel en schoorsteen mag niet groter zijn dan 1,5 meter. 6. De aansluiting van de verbrandingslucht ( Akaba gesloten systeem ) De toevoer van de verbrandingslucht in de verbrandingsruimte geschiedt uitsluitend via een aanwezige luchtaanvoerbuis en de buisverbindingen van het Hase-luchtsysteem. Het verbindingspijpstuk voor het Hase-verluchtingssysteem bevindt zich aan de achterzijde van de kachel. De dichte buisverbindingen worden rechtstreeks naar buiten geleid of worden aangesloten aan een geschikt luchtafvoersysteem. Een andere mogelijkheid is om de luchttoevoer te voorzien vanuit een onafhankelijk met buitenlucht verzorgde kamer (bijvoorbeeld een kelder). Zie figuren 7 tot 9. De luchttoevoer ter plaatse moet uitgevoerd worden met gladde buizen (stalen buizen in overeenstemming met DIN 24145), afvoerleidingen in overeenstemming met DIN 19534 en EN 1451B) met een diameter van minstens 100 mm, maximaal twee bochten en een totale lengte van niet meer dan 5 meter. Wanneer de lengte meer bedraagt dan 5 meter of wanneer er meer dan twee bochten zijn, moet een berekening voorgelegd kunnen worden. Voor de controle en de reiniging van de luchttoevoerleiding moet deze voorzien worden met geschikte inspectieopeningen. De hele luchttoevoerleiding moet luchtdicht uitgevoerd worden. Wij bevelen u aan om hierover te spreken met uw schoorsteenveger. Bij de toevoeropening bevelen wij u aan om een beschermingsrooster tegen kleine dieren aan te brengen met een maaswijdte van 10 mm. 7. De rookgasklep ( Akaba Standaard ) De rookgasklep is een uitstekend regelinstrument. Zij bevindt zich in de rookbuis en dient voor de regeling van de rookgasstroom. Zo kan zij de afbrandingssnelheid verminderen. Wanneer de greep van de rookgasklep zich in loodrechte positie ten opzichte van de rookgasbuis bevindt, wordt de stroom van de luchtafvoer maximaal afgeremd. Wij geven algemeen de raad om een smoorklep te installeren om de trek te beperken. Let alstublieft op de landenspecifieke wettelijke bepalingen. 93 8. Brandstofhoeveelheden en verwarmingsvermogen De hoeveelheid brandstof die u in de kachel legt, is bepalend voor het verwarmingsvermogen. Wanneer u aanvult, bedraagt de maximale hoeveelheid brandstof 1 kg. Wanneer u deze hoeveelheid overschrijdt, bestaat gevaar voor oververhitting. De kachel kan dan beschadigd raken en er kan een schoorsteenbrand ontstaan. Met ongeveer 0,8 kg brandhout met een lengte van ongeveer 20 cm en een verbrandingstijd van ongeveer 40 minuten verkrijgt u een vermogen van ongeveer 4 kW. Met ongeveer 0,3 kg brandhout met een lengte van ongeveer 20 cm en een verbrandingstijd van ongeveer 25 minuten verkrijgt u een vermogen van ongeveer 2,5 kW. De Akaba is een kachel voor niet-continu gebruik. Vul daarom telkens maar één laag brandstof bij. 9. De regeling van de verbrandingslucht Bij het aanwakkeren en aanvullen wordt de verbrandingslucht geregeld met de primaire en secundaire luchtafsluiters. 9.1 De primaire lucht 9.2 De secundaire lucht De secundaire lucht wordt via luchtkanalen in de kachel van boven uit in de stookruimte gebracht. Zij leidt de voorverwarmde zuurstof, die nodig is om de houtgassen volledig te verbranden, in de stookruimte binnen en vermindert de roetvorming op het glas. Voor het regelen van de secundaire lucht kan de volgende vuistregel gelden: een klein vuur heeft weinig secundaire lucht nodig, een groot vuur heeft veel secundaire lucht nodig. Wanneer het ventiel voor de secundaire lucht te ver gesloten is, bestaat het gevaar dat de verbrandingsgassen onvolledig verbranden (smeulend vuur) en/of dat roet afgezet wordt op de vensters, of nog, dat de opgestapelde houtgassen explosief verbranden (met een zachte knal ontploffen). Let u alstublieft hierop: bij een houtvuur met te ver geopende primaire luchtafsluiter bestaat het risico dat de kachel oververhit wordt (smidsvuur). De secundaire luchtafsluiter mag tijdens de werking nooit volledig gesloten worden. De deur van de verbrandingsruimte en het asvak moeten steeds goed afgesloten blijven. afsluiter secundaire lucht (II) afsluiter primaire lucht (I) De primaire lucht wordt langs onderen door het rooster in de verbrandingsruimte gevoerd. Tijdens het aanwakkeren wordt daardoor sneller de vereiste temperatuur in de verbrandingsruimte bekomen. Figuur. 4 De bedieningselementen bevinden zich onderaan rechts. 94 10. Eerste ingebruikneming 11. Aanwakkeren De eerste ingebruikname van elke kachel gaat altijd gepaard met rook- en geurontwikkeling. Dit is te wijten aan de verbranding van organische bestanddelen die in de deklagen van de kachel, in de afsluitbanden en in voor de productie gebruikte smeermiddelen zitten. Tijdens het aanwakkeren kunnen hogere emissiewaarden voorkomen. Dit gebeurt wanneer de temperatuur voor het eerst wordt opgedreven en houdt zo’n 4 – 5 uur aan. Voeg om deze temperatuur te kunnen halen 25% brandstof toe bovenop de in hoofdstuk 12 Hout bijvoegen aanbevolen hoeveelheid. Deze fase moet dan ook zo kort mogelijk gehouden worden. De in tabel 1 beschreven instellingen van de afsluiters zijn aanbevelingen. Zij werden tijdens tests in overeenstemming met de norm uitgewerkt. Om gezondheidsredenen mag tijdens de eerste ingebruikname niemand onnodig in de ruimtes in kwestie aanwezig zijn. Zorg voor een goede ventilatie en open vensters en buitendeuren. Gebruik indien nodig een ventilator om de lucht sneller te verversen. Wanneer de maximale temperatuur bij het eerste gebruik nog niet bereikt werd, is het mogelijk dat er zich later nog een zekere geurontwikkeling voordoet. Tijdens het transport tot bij u thuis kan zich condensaatvocht binnenin de kachel verzamelen. In bepaalde omstandigheden kan dit leiden tot het lekken van water uit de kachel of de rookbuizen. Droog in dat geval de vochtige plekken onmiddellijk af. Het oppervlak van uw kachel wordt vóór het aanbrengen van de lak gezandstraald. Ondanks een zorgvuldige controle kan het niet uitgesloten worden dat wat van de stalen kogeltjes die daarvoor gebruikt worden in de kachel achterblijven. Bij de plaatsing van uw kachel kunnen deze loskomen en uit de kachel vallen. Om een mogelijke beschadiging te voorkomen, verzoeken wij u deze stalen kogeltjes onmiddellijk met een stofzuiger te verwijderen. De Akaba mag enkel worden gebruikt met een gesloten deur; de deur van de stookruimte mag enkel worden geopend om hout bij te vullen. U dient op grond van de weersomstandigheden en de door uw schoorsteen gecreëerde onderdruk de afsluiters van uw Akaba aan de plaatselijke omstandigheden aan te passen. Aanwakkeren Procedure Open de primaire lucht en de secundaire lucht volledig. Stand van de bedieningselementen Trek de primaire en de secundaire luchtafsluiters volledig uit. II Concentreer de achtergebleven assen en de eventueel onverbrande houtskool in het midden van de verbrandingsruimte Leg aanmaakmateriaal in het midden van de verbrandingsruimte en leg daarop ongeveer een halve kilo houtspaanders. Steek het aanmaakmateriaal op verschillende plaatsen aan. I Open de deur van de verbrandingsruimte. Sluit de deur van de verbrandingsruimte. Van zodra de houtspaanders behoorlijk branden, twee stukken gekloofd brandhout (samen ongeveer 0,5 kg) bijleggen, met de kop naar voor. Tab. 1 95 12. Hout bijvoegen Het bijvoegen van hout moet gebeuren in de fase van de wegbranding, waarin de vlammen van de vorige verbranding pas gedoofd zijn. Wanneer u voor het bijvoegen van het hout de deur van de verbrandingsruimte zeer langzaam opent, vermijdt u dat rookgassen naar buiten treden en dat de assen in het rond gaan vliegen. Hout bijvoegen Procedure Open de primaire lucht en de secundaire lucht volledig. Stand van de bedieningselementen Trek de primaire en de secundaire luchtafsluiters volledig uit. II I Breng een stuk hout van ongeveer 0,8 kg in, met de kop naar voor. Het hout moet steeds met de schors naar boven of naar onder gekeerd gelegd worden. Slechts een enkele laag. Open de deur van de verbrandingsruimte. Wanneer het hout ontvlamt: sluit de primaire lucht en open de secundaire lucht volledig. Schuif de primaire luchtafsluiter tot bij de aanslag in. Trek de secundaire luchtafsluiter tot bij de aanslag uit. II I Sluit de deur van de verbrandingsruimte. Tab. 2 96 13. Stoken met weinig vermogen U beïnvloedt het vermogen van uw Akaba in de eerste plaats door de hoeveelheid brandstof. Reduceer de verbranding niet door een te lage luchttoevoer. Hierdoor is het mogelijk dat het hout onvolledig verbrandt en dat de opgestapelde houtgassen op een explosieve wijze verbranden (met een zachte knal ontploffen). Stoken met weinig vermogen Procedure Stand van de bedieningselementen Sluit de primaire lucht. Druk de primaire luchtafsluiter (I) in tot bij de aanslag aan de secundaire luchtafsluiter. Open de secundaire lucht volledig. Trek de secundaire luchtafsluiter tot bij de aanslag uit. II Vul na met een stuk hout van ongeveer 0,3 kg. Leg het met de kop naar voor. Tab. 3 I 14. De aslade leegmaken 15.3 Uitbrandingsfase Maak de aslade alleen maar leeg wanneer de assen afgekoeld zijn. Tijdens het opnemen van de assen bevindt het deksel zich onder de aslade. Na de verbranding van de vluchtige bestanddelen neemt de gloed van het houtskool af. Houtskool verbrandt langzaam, haast zonder vlam, bij een temperatuur van ongeveer 800° C. Beslissend voor een schone verbranding is een zo volledig mogelijk chemische reactie van de houtgassen met het zuurstof uit de verbrandingslucht. Bij uw kachel van Hase wordt de verbrandingslucht voorverwarmd en langs brede inlaatopeningen in de verbrandingsruimte gevoerd. De gassen worden dan ook op hoge temperatuur goed vermengd met de lucht. Een belangrijke parameter in elke verbrandingsfase is de hoeveelheid verbrandingslucht. Te weinig lucht leidt tot zuurstofgebrek en een onvolledige verbranding. Te veel lucht doet de temperatuur in de verbrandingsruimte dalen en werkt negatief uit op de doelmatigheid. Bij een onvolledige verbranding ontstaan schadelijke stoffen zoals stof, koolmonoxide en koolwaterstoffen. Ontgrendel de aslade. Neem de aslade uit, samen met het deksel dat zich eronder bevindt. Schuif het deksel op de aslade zodat deze afgesloten is. De lichte as kan nu niet opvliegen en uw woning blijft schoon. Het weer inbrengen van de aslade geschiedt in omgekeerde volgorde. Te veel as kan de toevoer van primaire lucht hinderen of zelfs beletten. Let u erop, dat de luchtweg voor de primaire lucht tussen de aslade en de bodem van het asvak vrij blijft. 15. Het verbrandingsproces Een stuk hout verbrandt in drie fasen. Deze processen worden in een houtvuur echter niet achtereenvolgens doorlopen. Zij geschieden voor een deel gelijktijdig. 15.1 Drogingsfase Ontgassing Het in het luchtdroge hout nog aanwezige water (ongeveer 15 tot 20%) verdampt. De temperatuur is zowat 100°C. Daarom moet bij het aansteken warmte aan het hout toegevoegd worden. Dat kunt u doen door kleine stukken hout te gebruiken. 15.2 Ontgassingsfase Bij temperaturen tussen 100°C en 150°C begint, eerst langzaam, het opensplijten en de vergassing van de in het hout aanwezige stoffen en de thermische ontbinding van het hout. Boven 150°C neemt de gasontwikkeling sterk toe. Het aandeel vluchtige bestanddelen bedraagt zowat 80% van de houtsubstantie. De eigenlijke verbranding begint bij het ontvlammen van de ontstane gassen op ongeveer 225°C (ontbrandingstemperatuur) en het vrijmaken van warmte. Daarvoor is voldoende zuurstof noodzakelijk. Bij om en nabij de 300°C wordt het hoogtepunt van de verbranding bereikt. De reactie geschiedt nu zo stormachtig, dat hier de meeste warmte vrijgegeven wordt. Vlamtemperaturen van 1100°C zijn mogelijk. Droging Uitbranding Figuur. 5 Het verbrandingsproces 97 15.4 Uitzettingsgeluiden Staal zet uit door de warmte en krimpt wanneer het kouder wordt. Door deze bewegingen kunnen bij uw kachel hoorbare uitzettingsgeluiden optreden. Bij het ontwerp van uw kachel hebben wij met deze fysische eigenschappen rekening gehouden. Uw kachel lijdt er dan ook geen schade onder. 16. De juiste brandstof In haardkachels mag men enkel rookarme brandstoffen verbranden. Voor het type Akaba is dat uitsluitend natuurlijk hout in grotere stukken met de bijbehorende bast, in de vorm van blokken beukenhout. Harsrijk naaldhout (bijv. spar, pijn, den) geeft vonken af. Er ontstaat een vliegas dat bij het openen van de deur van de verbrandingsruimte kan opwaaien. Beukenblokken zorgen in een kachel voor het mooiste vuur. Wanneer u eik, spar, berk of lork gebruikt, verdient het aanbeveling om beukenhout bij te voegen. Het vlambeeld wordt er mooier door. Sprokkelhout en kleine houtblokjes zijn een goede aanmaakhulp. Niet toegelaten is bijvoorbeeld de verbranding van: - vochtig hout (restvocht meer dan 20%) - gelakt of met kunststof bekleed hout - met houtbeschermingsmiddelen behandeld hout - houtafval - papierbriketten (schadelijke stoffen: cadmium, lood, zink). - alle brandbare vloeistoffen (ook methanol, ethanol) en alle brandpasta’s en gels Bij de verbranding van deze stoffen ontstaat een onaangename geur en treden gezondheids en milieubelastende emissies uit. 17. Hout vanuit chemisch oogpunt Hout bestaat voor het grootste deel uit de chemische elementen koolstof, waterstof en zuurstof. Milieukritische stoffen zoals zwavel, chloor en zware metalen zijn praktisch niet aanwezig. Bij de volledige verbranding van hout ontstaan daarom hoofdzakelijk koolstof98 dioxide en waterdamp als gasvormige stoffen, en in beperkte mate ook houtas als vaste verbrandingsrest. Bij de onvolledige verbranding daarentegen kunnen een hele reeks milieubelastende stoffen ontstaan, zoals koolstofmonoxide (giftig), azijnzuren, fenolen, methanol (giftig), formaldehyde, roet en teer. 18. Bijdrage tot een schoner milieu Of uw Akaba milieubelastend brandt of het milieu integendeel ontziet, hangt in sterke mate af van de wijze waarop u hem bedient en van de brandstof die u gebruikt (zie De juiste brandstof). Gebruik uitsluitend droog hout. Het best geschikt is loofhout zoals beuk en berk. Gebruik voor het aansteken alleen maar kleinere stukken hout. Deze ontbranden sneller dan grotere stukken, zodat de temperatuur die noodzakelijk is voor een volledige verbranding sneller bereikt wordt. Bij langer stoken levert het vaker bijvoegen van kleinere houthoeveelheden zowel energetische als ecologische voordelen op. 19. Beoordeling van de verbranding Hoe goed het verbrandingsproces verloopt, kunt u gemakkelijk beoordelen aan de hand van de volgende kenmerken. - De kleur en de gesteldheid van de assen Bij een zuivere verbranding ontstaat fijn wit as. Een donkere kleur wijst op houtskoolresten. De uitbrandfase is in dit geval slechts gedeeltelijk doorlopen. - De kleur van het rookgas bij het verlaten van de schoorsteen Hier geldt: hoe minder de rook bij het verlaten van de schoorsteen zichtbaar is, hoe beter de verbranding verloopt. In de overgangstijd (lente en herfst) kunnen bij buitentemperaturen van meer dan 16°C storingen in de schoorsteen optreden. Wanneer bij een dergelijke temperatuur ook na de snelle verbranding van papier of kleine houtblokken (lokvuur) geen trek ontstaat, moet u de kachel best niet aansteken. 20. Houtvochtigheid en vermogen Vuistregel: hoe vochtiger het hout, hoe lager het vermogen. Het vermogen van de kachel hangt zeer sterk samen met de vochtigheid van het hout. Hoe meer water het hout bevat, hoe meer energie bij de verbranding besteed moet worden aan de verdamping van dat water. Deze energie is verloren. Hoe vochtiger het hout dus, hoe lager het vermogen. Een voorbeeld: pas gehakt hout vertoont een vochtigheidsgraad van om en nabij de 50% en beschikt over een vermogen van ongeveer 2,3 kWh/kg. een teerachtige substantie afgezet worden of de schoorsteen kan vol raken met roet en teer. Omwille van de hoge vochtigheidsgraad daalt ook de verbrandingstemperatuur. Dit belet de volledige verbranding van alle houtbestanddelen en leidt tot een aanmerkelijke belasting voor het milieu. De restvochtigheid van uw brandhout kunt u meten met behulp van een houtvochtigheidsmeter. 21. Hout opslaan en drogen Om hout te drogen, is tijd nodig. Wanneer het op correcte wijze bewaard wordt, is hout in twee tot drie jaar luchtdroog. Zaag en kloof het hout gebruiksklaar wanneer u het gaat bewaren. Dit voert tot een snellere droging. Kleinere stukken drogen beter dan grote. Bewaar het hout in een goed verluchte, zo zonnig mogelijke plaats (liefst op het zuiden gericht) en beschut tegen de regen. Laat tussen de houtrijen een afstand van een handbreedte, zodat de doorstromende lucht het verdampende vocht goed kan opnemen. Dek uw houtvoorraad nooit af met plastic folie of tentzeil. Dat zou beletten dat het vocht ontsnapt. Stapel vers hout ook nooit weg in een kelder. Door de gebrekkige luchtverversing zal het daar eerder rotten dan drogen. Enkel hout dat al droog is, mag in een droge en goed verluchte kelder bewaard worden. Behoorlijk luchtgedroogd hout daarentegen met een vochtigheidsgraad van ca. 15% heeft een vermogen van ongeveer 4,3 kWh/kg. Wanneer u dus zeer vochtig hout verbrandt, maakt u met dezelfde houthoeveelheid slechts de helft van het vermogen vrij. De verbranding van vochtig hout leidt tevens tot meer roetaanslag op het venster van de verbrandingsruimte. Daar komt nog bij, dat wanneer u vochtig hout verbrandt, de daardoor ontstane waterdamp kan condenseren in de rookbuis of in de schoorsteen. In de schoorsteen kan 99 22. Reiniging en onderhoud 22.3 De glaskeramieken vensters 22.1 De stalen mantel Wanneer er op een adequate manier wordt gestookt, vormt de secundaire lucht tegelijkertijd een heet luchtgordijn voor het glas, wat de roetaanslag op het keramisch glas vermindert. Kachels van Hase beschikken over een sterk hittebestendige lak met open poriën die een beperkte corrosiebescherming biedt. In bepaalde omstandigheden kan daarom een roestlaagje optreden. De stalen componenten mogen niet gereinigd worden met een zuurhoudend kuismiddel (bijv. citrus of azijnreiniger). Met een licht bevochtigd doek kan het staal voldoende afgeveegd worden. Vermijd een te vochtige reiniging in de omgeving van de vloer of van de bodemplaat. Neem een prop keukenrol of krantenpapier, bevochtig ze, dompel ze onder in de koude houtas, wrijf daarmee het venster in en veeg schoon met een droge prop. Gemorst water uit waterketels of schalen moet onmiddellijk verwijderd worden. 22.4 De bekleding van de verbrandingsruimte Plaats uw Akaba niet in een vochtige omgeving zoals bijv. een veranda. De thermo stenen in de verbrandingsruimte van uw Akaba bestaan uit vermiculiet. Dat is een vuurvast mineralogisch granulaat met uitstekende isolerende eigenschappen. De dichtheid van de platen werd bepaald op grond van de optimale verhouding tussen mechanische hardheid en isolatievermogen. Het relatief zachte oppervlak is niet slijtvast. Vermijd een tijdelijke stockage in een onverwarmde ruwbouw of een garage. Roestige plekken kunnen behandeld worden met de originele Hase kachellak. Volg daarbij de richtlijnen op de bus. Uw Hase-handelaar heeft de spray op voorraad en geeft u graag tips voor de behandeling. 22.2 De rookgaswegen De kachel en de rookbuizen worden elk jaar na de verwarmingstijd (eventueel ook frequenter, bijv. na de reiniging van de schoorsteen) gecontroleerd op afzettingen en zonodig gereinigd. Om de rookgaskanalen te reinigen, heft u de bovenste thermo steen uit de stookruimte. Eventuele roet en stofafzettingen kunt u wegborstelen en afzuigen. Daarna de thermo steen opnieuw monteren. Het reinigen van de rookbuis gebeurt met een flexibele buisborstel via de reinigingsopening die zich bevindt aan de rookbuis. 100 Mochten er zich asdeeltjes afzetten op het keramisch glas, dan geven wij u de raad om naast een gewoon in de handel verkrijgbaar middel om het glas te reinigen ook gebruik te maken van een ander reinigingsprocédé, dat al lang wordt toegepast en dat bovendien milieuvriendelijk is. De thermo stenen moeten vernieuwd worden wanneer stukken afbreken en zo de achterkant van de verbrandingsruimte zichtbaar wordt. Barsten en scheuren in de thermo stenen verminderen de mogelijkheden van uw kachel niet. U kunt beschadigingen van de thermo stenen beperken door de houtblokken voorzichtig in de verbrandingsruimte te leggen. Laat ze niet vallen tegen de wanden van de verbrandingsruimte. 22.5 De afdichtbanden De afdichtbanden voor de deur van de verbrandingsruimte en de aslade bestaan uit sterk hittebestendige en asbestvrije glasvezel. Door veelvuldig gebruik kunnen de dichtingen verslijten en moeten ze vernieuwd worden. Laat uw haardkachel geregeld nakijken door een vakman. Meer richtlijnen vindt u in de montage en onderhoudsaanwijzingen 101 mogelijk probleem 102 mogelijke oorzaken Het hout ontbrandt niet of slechts aarzelend - het hout is te dik / het hout is te nat - er wordt te weinig lucht toegevoerd Het hout brandt zonder heldere gele vlam, smeult wat of gaat zelfs uit - het hout is te nat - er wordt te weinig lucht toegevoerd - de buitentemperatuur ligt te hoog Er wordt te veel roet gevormd, de thermo stenen blijven tijdens het branden niet roetvrij - het hout is te nat - er wordt te weinig lucht toegevoerd - de houthoeveelheid is te klein en daardoor blijft de verbrandingsruimte te koud Er zet zich roet af op het venster van de verbrandingsruimte - Het hout verbrandt te snel - de schoorsteen trekt te hevig - de houtblokken zijn te klein - de bedieningselementen zijn slecht ingesteld Tijdens de werking komt rook in de kamer - De schoorsteen worden nat en komt vol teer en roet, uit de kachelbuis lekt water - het hout is te nat - de rookgassen zijn te koud / de schoorsteen is te koud - de schoorsteen is te breed Het vuur brandt fel, maar toch wordt de kachel onvoldoende warm - de schoorsteen trekt te hevig - de luchtafsluiters zijn slecht ingesteld Bij het openen van de deur van de verbrandingsruimte ontsnapt rook in de kamer - het hout is te nat er wordt te weinig secundaire lucht toegevoerd de deur van de verbrandingsruimte is ondicht de schoorsteen trekt te weinig er wordt te weinig lucht toegevoerd de schoorsteen is niet breed genoeg er is te veel roetafzetting in de rookgangswegen in de kachelbuizen of de schoorsteen de wind drukt op de schoorsteen ventilatoren (uit de badkamer of de keuken) veroorzaken een onderdruk in de woonruimte en zuigen rook uit de kachel de schoorsteen trekt niet genoeg / de schoorsteen is te breed of niet breed genoeg het vuur brandt nog te hevig de deur van de verbrandingsruimte werd te snel geopend ventilatoren (uit de badkamer of de keuken) veroorzaken een onderdruk in de woonruimte en zuigen rook uit de kachel Akaba Standard Kachel Akaba, gecontroleerd volgens DIN-EN 13240 : 2001 + A2 2004 en Art. 15 a B-VG (Oostenrijk) mag enkel worden gebruikt wanneer de stookkamer dicht is en mag slechts als enig toestel voor één schoorsteen worden gebruikt. VKF-Nr.: 15107; Controleverslag nummer (A): FSPS-Wa-1366-A Akaba gesloten systeem Kachel Akaba gesloten systeem, gecontroleerd volgens, DIN EN 13240, DIN 18897-1 en Art. 15 a B-VG (Oostenrijk) mag enkel worden gebruikt wanneer de stookkamer dicht is. De Akaba gesloten systeem heeft zijn eigen geschikte schoorsteen nodig. VKF-Nr.: 15107; Controleverslag nummer (A): FSPS-Wa-1366-A Voldoet aan de toelatingscriteria voor kamer onafhankelijke verwarmingstoestellen op vaste brandstoffen van het Duits Instituut voor Bouwtechniek (DIBT). DIBT toelatings-Nr.: Z-43.12-186 / Typ FC41x und FC51x Voor de afmetingen van de schoorsteen volgens EN 13384 1 / 2 gelden de volgende gegevens: Brandwaarden Afmetingen: kachel stookkamer gewicht hoogte 111,5 cm 43 cm 118 kg Anschlussmaße: Aansluithoogte bovenaansluiting Aansluithoogte Hase-ventilatiesysteem* breedte 41 cm 20 cm diepte 41 cm 26 cm 108 cm 37,5 cm Opening van de stookkamer 775 cm² Diameter van het rookkanaal 15 cm Buisdiameter van het Hase-ventilatiesysteem* 10 cm *Voor een afzonderlijke luchttoevoer in passiefhuizen en bij onvoldoende luchttoevoer in de kamer waar de kachel staat (Akaba gesloten systeem) Hout Nominale warmtecapaciteit 4 kW Uitlaatgas-massastroom 4 g/s Nisbustemperauur 350 ˚C Minimum persdruk bij nominale verwarmingscapaciteit 10 Pa CO- gehalte bij 13% O2 De op het typeplaatje aangegeven nominale verwarmingscapaciteit van 4 KW is naargelang van de isolatie van het gebouw voldoende voor 10 - 50 m² (onder voorbehoud) 1221 mg/m³ Rendement 82 % Fijnstoff 34 mg/m³ Verbrandingsluchttoevoer bij max. trek 4Pa 11 m³/h 103 41 104 hoogte: 111,5 Aansluithoogte verse luchttoevoer: 37,5 Aansluithoogte bovenaansluiting: 108 20,5 vooraanzicht zijaanzicht 35,5 bovenaanzicht 35 Abb. 6 Afmetingen in cm EG-conformiteitsverklaring De fabrikant: Hase Kaminofenbau GmbH Niederkircherstr. 14 D-54294 Trier verklaart hiermee, dat de ruimteverwarmingsapparatuur voor vaste brandstoffen met de handelsnaam : Akaba conform is met de bepalingen van de: EG-richtlijn voor bouwproducten 89/106/EWG en het mandaat M129 en overeenkomt met de volgende geharmoniseerde norm: EN 13240:2001+EN 13240:2001/ A2: 2004 De ruimteverwarmingsapparatuur voor vaste brandstoffen werd voor wat betreft de in de norm gestelde eisen getest door het volgende genotificeerde keuringsbureau: RWE Power AG Feuerstättenprüfstelle D-50226 Frechen Kennziffer: NRW 16 Trier, 17. 01. 2011 Fernando Najera , bedrijfsleider De veiligheidsinstructies voor de bij het product behorende montage en bedieningsinstructie dienen in acht genomen te worden. 105 Aansluitmogelijkheden Akaba gesloten systeem manchet aansluiting aan de schoorsteen afdichten met afdichtband of hittebestendige silicone aan de steun van de rookbuis afdichten met Hase-dichtingspasta luchtafvoersysteem: schoorsteen voor de verbrandingsgassen toevoer van lucht voor het luchtafvoersysteem edelstaalbuis verbindingsstuk binnenin verbindingsstuk binnenin rozet 106 Figuur 7 Aansluiting op een luchtafvoersysteem verbindingsstuk buitenkant elleboog 90°, Ø 100 mm edelstaalbuis, Ø 100 mm verbindingsstuk binnenin rozet aansluiting verbrandingslucht ter plaatse: - min. Ø 100 mm - maximale lengte 5 m, met max. 2 bochten Figuur 8 Aansluiting op een toevoerluchtleiding bijv. afvoerbuis (pvc-buis) Ø 100 107 Isolatie van de edelstalen buis 108
  • Page 1 1
  • Page 2 2
  • Page 3 3
  • Page 4 4
  • Page 5 5
  • Page 6 6
  • Page 7 7
  • Page 8 8
  • Page 9 9
  • Page 10 10
  • Page 11 11
  • Page 12 12
  • Page 13 13
  • Page 14 14
  • Page 15 15
  • Page 16 16
  • Page 17 17
  • Page 18 18
  • Page 19 19
  • Page 20 20
  • Page 21 21
  • Page 22 22
  • Page 23 23
  • Page 24 24
  • Page 25 25
  • Page 26 26
  • Page 27 27
  • Page 28 28
  • Page 29 29
  • Page 30 30
  • Page 31 31
  • Page 32 32
  • Page 33 33
  • Page 34 34
  • Page 35 35
  • Page 36 36
  • Page 37 37
  • Page 38 38
  • Page 39 39
  • Page 40 40
  • Page 41 41
  • Page 42 42
  • Page 43 43
  • Page 44 44
  • Page 45 45
  • Page 46 46
  • Page 47 47
  • Page 48 48
  • Page 49 49
  • Page 50 50
  • Page 51 51
  • Page 52 52
  • Page 53 53
  • Page 54 54
  • Page 55 55
  • Page 56 56
  • Page 57 57
  • Page 58 58
  • Page 59 59
  • Page 60 60
  • Page 61 61
  • Page 62 62
  • Page 63 63
  • Page 64 64
  • Page 65 65
  • Page 66 66
  • Page 67 67
  • Page 68 68
  • Page 69 69
  • Page 70 70
  • Page 71 71
  • Page 72 72
  • Page 73 73
  • Page 74 74
  • Page 75 75
  • Page 76 76
  • Page 77 77
  • Page 78 78
  • Page 79 79
  • Page 80 80
  • Page 81 81
  • Page 82 82
  • Page 83 83
  • Page 84 84
  • Page 85 85
  • Page 86 86
  • Page 87 87
  • Page 88 88
  • Page 89 89
  • Page 90 90
  • Page 91 91
  • Page 92 92
  • Page 93 93
  • Page 94 94
  • Page 95 95
  • Page 96 96
  • Page 97 97
  • Page 98 98
  • Page 99 99
  • Page 100 100
  • Page 101 101
  • Page 102 102
  • Page 103 103
  • Page 104 104
  • Page 105 105
  • Page 106 106
  • Page 107 107
  • Page 108 108
  • Page 109 109

HASE AKABA de handleiding

Categorie
Fornuizen
Type
de handleiding