92
3. De opstelling
3.1 Akaba Standaard
Controleer of het vlak waarop de kachel staat opgesteld, het toestel ook kan dragen. Even-
tueel kan de draagkracht worden verhoogd door gebruik te maken van een bodemplaat
om het gewicht te verdelen.
Controleer of de ruimte waarin u de Akaba Standaard wilt opstellen, voldoende verse lucht
krijgt. Wanneer ramen en deuren goed dicht zijn, bestaat het gevaar dat de toevoer met
voldoende verse lucht niet gewaarborgd is. De trek van de kachel en van de schoorsteen
kan daardoor verminderen. Indien er bijkomende inlaatopeningen voor de verbran-
dingslucht nodig zijn, mogen die niet worden afgesloten.
Wanneer de haardkachel en een afzuigkap gelijktijdig werken, kan er een onderdruk ont-
staan in de kamer waar de kachel staat opgesteld. Dat kan problemen tot gevolg hebben,
b.v. ontsnappen van rookgassen uit de haardkachel.
Om ervoor te zorgen dat er geen lucht wordt onttrokken aan de plaats waar de kachel staat
opgesteld, geven wij de raad om afzuigkappen die de lucht naar buiten leiden, te vergren-
delen met een venstercontactschakelaar.
3.2 Akaba gesloten systeem
De deur van de Akaba gesloten systeem is zelfvergrendelend. Om deze zelfvergrendeling
correct te garanderen, moet de Akaba gesloten systeem met een waterpas perfect hori-
zontaal uitgelijnd worden. Correcties kunnen aangebracht worden met de vier afstelpoten
(zie de montage en onderhoudsrichtlijnen).
In de ruimte waar de Akaba gesloten systeem opgesteld is, moet gezorgd worden voor
een voldoende
luchtverversing.
Wij bevelen aan om in ruimtes met een inhoud van meer dan 50 m³ de luchthoeveelheid
elk uur anderhalve keer te vernieuwen. Voor kleinere kamers moet deze
snelheid verhoogd worden. De onderdruk in de kamer mag niet groter worden
dan 8 pascal (de verluchting wordt aangegeven in de eenheid pascal). Wij
bevelen aan om de verluchtingsapparatuur in te stellen op een maximale
onderdruk van 4 pascal.
Om geen lucht weg te zuigen uit de kamer waar de kachel opgesteld staat, bevelen
wij u aan om eventuele dampkappen te laten werken met circulerende lucht of om
dampkappen die de lucht naar buiten afvoeren, te vergrendelen met een
atmosferische beveiliging.
4. De schoorsteen
4.1 Akaba Standaard
De Akaba Standaard moet worden aangesloten op een daarvoor geschikte schoorsteen
met een effectieve schoorsteenhoogte van ten minste 4,50 m. Hij kan ook werken met een
schoorsteen waarop nog andere kachels zijn aangesloten. De diameter van de schoorsteen
moet overeenstemmen met de diameter van de rookbuis. Indien de effectieve schoor-
steenhoogte niet volstaat en/of de diameter van de schoorsteen te groot of te klein is, kan
het zijn dat er te weinig trek is.
De trek (schoorsteentrek) die de Akaba Standaard nodig heeft, bedraagt 12 Pa. Bij meer trek
stijgen de emissies van de stookruimte, die wordt sterk belast en kan beschadigd raken. De
maximaal toegestane trek voor de Akaba Standaard bedraagt 35 Pa.
Om de trek te beperken, kan men gebruik maken van een smoorklep of een trekbegrenzer.
4.2 Akaba gesloten systeem
De Akaba gesloten systeem heeft zijn eigen geschikte schoorsteen nodig.
De trek van de schoorsteen kan bemoeilijkt worden door een te grote of te kleine doorsnede
van de schoorsteen of door een te kleine „werkzame hoogte“ (minder dan 4,5 meter). De
werkzame hoogte is de afstand tussen de plaats waar de verbrandingsgassen in de
schoorsteen geleid worden en de bovenkant van de schoorsteenkop. Na een roetbrand in
de schoorsteen moet gecontroleerd worden of het rookgaskanaal nog luchtdicht is.
Wij bevelen de aansluiting aan op een meerwandige schoorsteen met een