Motorola XT460 Handleiding

Categorie
Tweeweg radio's
Type
Handleiding
Nederlands
1
INHOUD
INHOUD
Inhoud . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 1
Veiligheid . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 2
Veiligheidsinformatie met betrekking tot
batterijen en opladers. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 3
Richtlijnen voor een veilige bediening. . . . . . . . . . . . . . . .3
Overzicht van de portofoon . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 4
Onderdelen van de portofoon . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .4
Knop voor aan/uit/volume . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .5
Microfoon . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .5
Antenne. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .5
Accessoireconnector. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .5
Modellabel. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .5
Led-indicator . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .5
Knoppen aan de voorkant. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .5
Knoppen aan de zijkant . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .6
Batterijen en opladers. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 7
De lithium-ionbatterij installeren . . . . . . . . . . . . . . . . .7
De lithium-ionbatterij verwijderen . . . . . . . . . . . . . . . .7
Houder . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .7
Voedingsbron, adapters en oplaadstation . . . . . . . . .8
Opladen met het oplaadstation voor één apparaat. . .9
Een standaardbatterij opladen . . . . . . . . . . . . . . . . . .9
Led-indicatoren van het oplaadstation voor één
apparaat . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .10
Aan de slag . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 11
De portofoon in- en uitschakelen. . . . . . . . . . . . . . . . . . .11
Het volume aanpassen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .11
De display aflezen. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .11
Een kanaal selecteren. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .11
Een oproep ontvangen. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 12
Zendbereik . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 12
Led-indicatoren van de portofoon . . . . . . . . . . . . . . . . . 13
Terugzetten op fabrieksinstellingen . . . . . . . . . . . . . 14
Functies programmeren . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 15
De programmeermodus openen . . . . . . . . . . . . . . . 15
CPS (computerprogrammeersoftware) . . . . . . . . . . . . . 16
Gebruik en onderhoud. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 17
Nederlands
2
VEILIGHEID
VEILIGHEID
PRODUCTVEILIGHEID EN CONFORMITEIT
VAN BLOOTSTELLING AAN
RADIOGOLVEN
LET OP!
Vanwege de ICNIRP/FCC-vereisten ten aanzien van
blootstelling aan radiogolven, mag deze portofoon alleen
beroepsmatig worden gebruikt.
Raadpleeg de volgende website voor een lijst met door
Motorola goedgekeurde antennes, batterijen en andere
accessoires: http://www.motorolasolutions.com
Voordat u dit product gaat gebruiken,
dient u de bedieningsinstructies en de
waarschuwingsinformatie over
radiofrequente energie te lezen die u
kunt vinden in het boekje Productveiligheid
en blootstelling aan radiogolven dat bij
de portofoon wordt geleverd.
Let op
Nederlands
3
VEILIGHEIDSINFORMATIE MET
BETREKKING TOT BATTERIJEN EN
OPLADERS
VEILIGHEIDSINFORMATIE
MET BETREKKING TOT
BATTERIJEN EN
OPLADERS
Dit document bevat belangrijke veiligheids- en
gebruiksinstructies. Lees deze instructies goed door en
bewaar deze voor later gebruik.
Voordat u de batterijoplader gaat gebruiken, dient u alle
instructies en waarschuwingsmarkeringen te lezen met
betrekking tot:
De oplader
De batterij
De portofoon waarvoor de batterij wordt gebruikt
1. Verminder de kans op letsel door alleen gebruik te maken
van de oplaadbare, door Motorola goedgekeurde batterijen.
Andere batterijen kunnen exploderen, waardoor persoonlijk
letsel of schade kan ontstaan.
2. Het gebruik van accessoires die niet worden aanbevolen door
Motorola, kan leiden tot brand, een elektrische schok of letsel.
3. Verminder de kans op schade aan de stekker en de
stroomkabel door de lader aan de stekker en niet aan de
kabel uit het stopcontact te trekken.
4. Gebruik alleen een verlengkabel als dit absoluut nodig is. Het
gebruik van een verkeerd verlengsnoer kan leiden tot brand
of een elektrische schok. Als het noodzakelijk is een
verlengsnoer te gebruiken, dient u een 18AWG-snoer te
gebruiken voor een snoerlengte tot 2,0 m en een 16AWG-
snoer voor een snoerlengte tot 3,0 m.
5. Verminder de kans op brand, een elektrische schok of letsel
door de lader niet te gebruiken als deze op enigerlei wijze
defect of beschadigd is. Breng in dat geval de lader naar een
gekwalificeerde Motorola-servicemonteur.
6. Haal de lader niet uit elkaar; deze kan niet worden gerepareerd
en er zijn geen vervangende onderdelen verkrijgbaar. Als u
de oplader uit elkaar haalt, kan er een elektrische schok of
brand ontstaan.
7. Verminder de kans op een elektrische schok door de oplader
uit het stopcontact te trekken voordat u deze onderhoudt of
reinigt.
RICHTLIJNEN VOOR EEN VEILIGE
BEDIENING
Schakel de portofoon uit alvorens de batterij op te laden.
De oplader is niet geschikt voor gebruik buitenshuis.
Gebruik deze alleen op droge locaties/in droge
omstandigheden.
De oplader mag alleen worden aangesloten op een
correct bekabelde voedingsbron met zekeringen en het
juiste voltage (zoals vermeld op het product).
Koppel de oplader los van de netspanning door de stekker
uit het stopcontact te trekken.
Het stopcontact waarop deze apparatuur wordt
aangesloten, moet zich in de buurt bevinden en goed
bereikbaar zijn.
De maximale omgevingstemperatuur van de
spanningsbronapparatuur mag niet hoger zijn dan 40°C.
Zorg ervoor dat het snoer zodanig ligt dat niemand hierop
kan stappen of erover kan struikelen, en dat het niet
vochtig kan worden, kan worden beschadigen of strak kan
komen te staan.
Nederlands
4
OVERZICHT VAN DE
PORTOFOON
OVERZICHT VAN DE PORTOFOON
ONDERDELEN VAN DE PORTOFOON
Antenne
2-pins connector voor
audioaccessoire
Batterij
PTT (Push-To-Talk)
SB1 - Monitoren
SB2 - Scannen/
hinderlijk kanaal
verwijderen
Display
Linkernavigatiepijl/
programmeerbare knop A
Menu
Rechternavigatiepijl/
programmeerbare knop B
Microfoon
Kanaalselectieknop
Knop voor
aan/uit/volume
Led-indicator
064TX
le
b
a
l
ledoM
Nederlands
5
OVERZICHT VAN DE
PORTOFOON
Knop voor aan/uit/volume
Wordt gebruikt om de portofoon in en uit te schakelen en
het volume van de portofoon aan te passen.
Microfoon
Spreek duidelijk in de microfoon als u een bericht wilt
versturen.
Antenne
De antenne van de portofoon kan niet worden verwijderd.
Accessoireconnector
Wordt gebruikt om compatibele audioaccessoires aan te
sluiten.
Modellabel
Geeft het model van de portofoon aan.
Led-indicator
Wordt gebruikt om de batterijstatus, de opstartstatus,
informatie over de portofoonoproep en de scanstatus aan
te geven.
Knoppen aan de voorkant
Knop
Hiermee kunt u functies instellen, zoals het VOX/iVOX-niveau.
In de programmeermodus kunt u hiermee ook door alle
functies bladeren.
Standaard ingesteld op het vooraf ingestelde Kanaal 1.
Programmeerbare knop
Hiermee kunt u niveau- of schakelopties kiezen voor
functies die in het menu zijn geselecteerd.
De standaardinstelling is 'huidige geprogrammeerde
oproeptoon genereren'.
Nederlands
6
OVERZICHT VAN DE
PORTOFOON
Programmeerbare knop
Hiermee kunt u niveau- of schakelopties kiezen voor
functies die in het menu zijn geselecteerd.
De standaardinstelling is de modus voor
'achtergrondverlichting'.
Opmerking: Als u kort op een van de programmeerbare knoppen
(A of B) drukt, gaat de portofoon naar het vooraf
ingestelde kanaal en klinkt er een duidelijk
geluidssignaal. Via de CPS kunt u verschillende
functies aan deze knoppen toewijzen, bijvoorbeeld
Backlight Time Out, Reverse Burst, Scan/Nuisance
Channel Delete, Monitor en Call Tones. Raadpleeg
“De programmeermodus openen” op pagina 15 en
“CPS (computerprogrammeersoftware)” op
pagina 16 voor meer informatie over het
programmeren van deze knoppen.
Knoppen aan de zijkant
Knop Push-to-Talk (PTT)
Houd deze knop ingedrukt als u praat en laat de knop los
om te luisteren.
Zijknop 1 (SB1)
Zijknop 1 is een algemene knop die kan worden
geconfigureerd met behulp van de CPS. De
standaardinstelling is de 'monitormodus'.
Zijknop 2 (SB2)
Zijknop 2 is een algemene knop die kan worden
geconfigureerd met behulp van de CPS. De
standaardinstelling is de modus voor 'scannen/hinderlijk
kanaal verwijderen'.
Nederlands
7
BATTERIJEN EN OPLADERS
BATTERIJEN EN
OPLADERS
De lithium-ionbatterij installeren
1. Schakel de portofoon uit.
2. Houd het Motorola-logo op de batterij naar buiten gericht en
plaats de lipjes aan de onderkant van de batterij in de
uitsparingen onder aan de portofoon.
3. Druk de batterij op de portofoon (bovenkant eerst) totdat u
een klik hoort.
De lithium-ionbatterij verwijderen
1. Schakel de portofoon uit.
2. Druk de batterijvergrendeling naar beneden en houd de
vergrendeling ingedrukt terwijl u de batterij verwijdert.
3. Trek de batterij weg van de portofoon.
Houder
De XT420 en de XT460 worden geleverd met een houder
in plaats van een riemclip, voor een betere draagbaarheid.
Loskoppelen
Vergrendeling
indrukken
Sleuven
Lipjes
Aanbrengen
Aandrukken
tot de klik
Nederlands
8
BATTERIJEN EN OPLADERS
Voedingsbron, adapters en oplaadstation
De portofoon wordt geleverd met een oplaadstation, een
voedingsbron (ook bekend als transformator) en een set
adapters.
Alle adapters die bij de portofoon worden geleverd,
kunnen worden gebruikt met de voedingsbron.
Welke adapter u moet installeren, is afhankelijk van de
regio waar u zich bevindt.
Bepaal welke adapter geschikt is voor uw stopcontact en
ga als volgt te werk om deze te installeren:
Schuif de adapter met de gleuven omlaag op de
voedingsbron tot deze op zijn plaats klikt.
Schuif de adapter omhoog om deze te verwijderen.
Opmerking: De adapter in de afbeeldingen dient slechts ter
illustratie. Het is mogelijk dat de adapter die u
installeert er anders uitziet.
Wanneer u een extra oplader of voedingsbron aanschaft,
moet u erop letten dat deze overeenkomt met het
oplaadstation en de voedingsbronset die u al heeft.
Voedingsbron
Oplaadstation
PUSH
PUSH
PUSH
PUSH
Adapter
Adapter
Voedingsbron Voedingsbron
Nederlands
9
BATTERIJEN EN OPLADERS
Opladen met het oplaadstation voor één
apparaat
1. Plaats het oplaadstation voor één apparaat op een plat
oppervlak.
2. Steek de stekker van de voedingsbron in de poort aan de
zijkant van het oplaadstation voor één apparaat.
3. Steek de wisselstroomadapter in het stopcontact.
4. Plaats de portofoon op het oplaadstation voor één apparaat
met de portofoon naar voren gericht, zoals weergegeven in
de afbeelding.
Opmerking: Wanneer u een batterij wilt opladen die zich in een
portofoon bevindt, dient u de portofoon uit te schakelen
om ervoor te zorgen dat de batterij volledig
opgeladen kan worden. Zie “Richtlijnen voor een
veilige bediening” op pagina 3 voor meer informatie.
Een standaardbatterij opladen
Het oplaadstation voor één apparaat is ontworpen om de
batterij met portofoon of met portofoon en houder eraan op
te laden, of een afzonderlijke batterij op te laden.
Voedingsbron
(transfor-
mator)
Oplaadstation
Oplaadstati-
onpoort
TabeL 1: Door Motorola goedgekeurde accu's
Onderdeelnummer Beschrijving
PMNN4434_R Standaard lithium-ionaccu
PMNN4453_R
Lithium-ionaccu met hoge
capaciteit
Nederlands
10
BATTERIJEN EN OPLADERS
Led-indicatoren van het oplaadstation voor één apparaat
(*) Dit probleem kan meestal worden opgelost door de accu opnieuw te plaatsen.
(**) Accutemperatuur is te hoog of te laag of het verkeerde voltage wordt gebruikt.
Als er geen LED-indicatie is:
1. Controleer of de radio met accu of de accu alleen goed is geplaatst.
2. Controleer of de stroomkabel goed is aangesloten op het stopcontact.
3. Controleer of de accu van de radio wordt vermeld in Tabel 1.
TabeL 2: LED-indicator oplader
Status LED-status Opmerkingen
Ingeschakeld Groen gedurende 1 sec
Bezig met laden Brandt onafgebroken rood
Opladen voltooid Brandt onafgebroken groen
Accufout (*)
Rood licht knippert snel
De accu is in afwachting van
opladen (**)
Oranje licht knippert langzaam
Status accuniveau
Rood licht knippert 1 keer
Accu bijna leeg
Oranje licht knippert 2 keer
Accu halfvol
Groen licht knippert 3 keer
Accu vol
Nederlands
11
AAN DE SLAG
AAN DE SLAG
Raadpleeg “Onderdelen van de portofoon” op pagina 4
van de gebruikershandleiding voor de volgende toelichtingen.
DE PORTOFOON IN- EN UITSCHAKELEN
Draai de knop voor aan/uit/volume naar rechts om de
portofoon in te schakelen. De radio speelt het volgende af:
Aankondiging voor opstarttoon en kanaalnummer, of
Aankondigingen voor accuniveau en kanaalnummer, of
Stil (hoorbare tonen uitgeschakeld)
De LED knippert kort rood.
Als u de portofoon wilt uitschakelen, draait u de knop voor
aan/uit/volume naar links tot u een klik hoort en de led-
indicator van de portofoon uitgaat.
HET VOLUME AANPASSEN
Draai de knop voor aan/uit/volume naar rechts om het
volume te verhogen en naar links om het volume te verlagen.
Opmerking: Houd de portofoon niet te dicht bij uw oor wanneer
deze is ingesteld op een hoog volume of wanneer u
het volume aanpast.
DE DISPLAY AFLEZEN
Opmerking: De portofoondisplay die hier wordt weergegeven is
alleen bedoeld om de locatie van de pictogrammen
aan te geven. Elke portofoondisplay kan er anders
uitzien (kanaal en code), afhankelijk van de vooraf
geprogrammeerde portofoonwaarden en de functies
die beschikbaar zijn voor het model en de regio. Als
u op een willekeurige knop drukt (met uitzondering
van de PTT-knop), gaat de achtergrondverlichting aan.
EEN KANAAL SELECTEREN
Gebruik de kanaalselectieknop om naar een specifiek
kanaal te gaan.
Tijdens het inschakelen van de portofoon en bij het
overschakelen naar een ander kanaal wordt het
kanaalnummer bevestigd door middel van een gesproken
aankondiging.
Elk kanaal afzonderlijk programmeren. Elk kanaal heeft
een eigen frequentie, een eigen interferentie-eliminatiecode
en eigen scaninstellingen.
Hoog vermogen
Batterij-
niveau
Kanaalindicator
Frequentie-
indicator
Indicator interferentie-
eliminatiecode
Toetsenbord-
vergrendeling
Signaalsterkte
Scramble
Vox/iVox
Repeater/talkaround
Kanaalnummer
Indicator
programmeer-
modus
Scannen
Nederlands
12
AAN DE SLAG
PRATEN EN MONITOREN
Het is belangrijk het radioverkeer te controleren voordat u
berichten verstuurt, om te voorkomen dat u 'over iemand
heen praat' die al bezig is met verzenden.
Houd knop SB1 (*) ingedrukt om toegang te krijgen tot het
radioverkeer op het kanaal. Als er geen activiteit is, hoort u
'statische' ruis. Druk nogmaals op knop SB1 om het
monitoren te stoppen. Zodra er geen radioverkeer meer is
op het kanaal, kunt u verdergaan met uw oproep door de
PTT-knop in te drukken. Tijdens het verzenden is de
portofoon-led rood.
Opmerking: Als u naar alle activiteit op het huidige kanaal wilt
luisteren, drukt u kort op knop SB1 om de CTCSS/
DPL-code in te stellen op 0. Deze functie heet
'CTCSS/DPL-onderdrukking' (ruisonderdrukking
ingesteld op STIL).
(*) Hierbij wordt aangenomen dat knop SB1 niet voor een andere
functie is geprogrammeerd.
EEN OPROEP ONTVANGEN
1. Selecteer een kanaal door aan de kanaalselectieknop te
draaien tot u het gewenste kanaal heeft gevonden.
2. Let erop dat u de PTT-knop niet indrukt en luister of er
stemactiviteit op het kanaal is.
3. De led-indicator knippert rood als de portofoon een oproep
ontvangt.
4. Als u wilt antwoorden, houdt u de portofoon verticaal op
2,5 tot 5 cm afstand van uw mond. Druk de PTT-knop in om
te praten; laat de knop los om te luisteren.
Opmerking: Denk eraan dat de led altijd ROOD knippert tijdens
het verzenden en ontvangen van een oproep.
ZENDBEREIK
Portofoons van de XT-serie zijn ontworpen voor een
maximale prestatie en een verbeterd transmissiebereik in
het veld. Aanbevolen wordt om minimaal 1,5 m afstand
tussen de portofoons te houden om te voorkomen dat er
interferentie optreedt. Het bereik van de XT460 is 16,250
m², 13 verdiepingen en 9 km in een gebied zonder
obstakels.
Het zendbereik hangt af van het terrein. Het bereik kan
worden beïnvloed door betonnen constructies of dicht
gebladerte en door de portofoons binnenshuis of in een
voertuig te gebruiken. Het optimale bereik wordt verkregen
in een vlak, open gebied en kan dan 9 km bedragen. Als er
gebouwen en bomen in de weg staan, wordt er een
gemiddeld bereik verkregen. Als het communicatiepad
wordt geblokkeerd door dicht gebladerte en bergen, is het
bereik minimaal. Voor een goede tweewegcommunicatie
moeten op beide portofoons hetzelfde kanaal, dezelfde
frequentie en dezelfde interferentie-eliminatiecode zijn
ingesteld. Deze instellingen zijn afhankelijk van het
opgeslagen profiel dat vooraf op de portofoon is
geprogrammeerd:
1. Kanaal: het huidige kanaal dat op de portofoon wordt
gebruikt, afhankelijk van het portofoonmodel.
2. Frequentie: de frequentie die door de portofoon wordt
gebruikt voor het verzenden/ontvangen.
3. Interferentie-eliminatiecode: deze code helpt de
interferentie te minimaliseren doordat er een reeks
codecombinaties beschikbaar wordt gesteld.
4. Scramblercode: code die ervoor zorgt dat de transmissie
verdraaid klinkt voor iedereen die de portofoon niet heeft
ingesteld op die specifieke code.
Nederlands
13
AAN DE SLAG
5. Bandbreedte: voor sommige frequenties kan een kanaalafstand worden geselecteerd, die moet overeenkomen met andere
portofoons om een optimale geluidskwaliteit te bereiken.
Zie “De programmeermodus openen” op pagina 15 voor informatie over het instellen van frequenties en CTCSS/DPL-
codes voor de kanalen.
Opmerking: Interferentie-eliminatiecodes worden ook wel CTCSS/DPL-codes of PL/DPL-codes genoemd.
LED-INDICATOREN VAN DE PORTOFOON
PORTOFOONSTATUS LED-INDICATIE
Bewerken kanaalalias Rode hartslag
Kanaal bezet Brandt oranje
Kloonmodus Twee oranje hartslagen
Bezig met klonen Brandt oranje
Kritieke fout bij opstarten
Knippert één keer groen, één keer oranje, één keer groen en vervolgens wordt dit
4 seconden lang herhaald
Batterij bijna leeg Oranje hartslag
Uitschakeling wegens lege batterij Snelle oranje hartslag
Monitoren Led is uit
Opstarten Brandt 2 seconden lang rood
'Inactieve' programmeermodus/
kanaalmodus
Groene hartslag
Scanmodus Snelle rode hartslag
Verzenden (Tx)/ontvangen (RX) Rode hartslag
Verzenden met laag vermogen
geselecteerd
Brandt oranje
VOX/iVOX-modus Dubbele rode hartslag
Opmerking: Bewerken kanaalalias is alleen van toepassing op modellen met display.
Nederlands
14
AAN DE SLAG
Terugzetten op fabrieksinstellingen
Terugzetten op fabrieksinstellingen betekent dat alle
portofoonfuncties worden teruggezet op de oorspronkelijke
fabrieksinstellingen. Hiertoe drukt u de PTT-, SB1- en
SB2-knop tegelijkertijd in terwijl u de portofoon inschakelt,
totdat u een hoge pieptoon hoort.
Nederlands
15
FUNCTIES PROGRAMMEREN
FUNCTIES
PROGRAMMEREN
De programmeermodus openen
De programmeermodus is een speciale portofoonmodus
waarmee u de basisfuncties van de portofoon kunt
programmeren via het paneel van de portofoon.
Om de programmeermodus te openen, houdt u de PTT-
knop en de SB1-knop tegelijkertijd 3 seconden ingedrukt
terwijl u de portofoon inschakelt. Er klinkt een uniek
geluidssignaal waarmee wordt aangegeven dat de
portofoon in de programmeermodus is gezet. De
portofoon-led knippert met een groene hartslag.
Opmerking: De standaardprogrammeermodus is 'inactief'.
Als de portofoon in de programmeermodus wordt gezet,
wordt het pictogram weergegeven en knippert de
huidige kanaalalias om aan te geven dat u aan de
kanaalselectieknop kunt draaien om het kanaal te
selecteren waarvoor u instellingen wilt programmeren.
In de programmeermodus van de portofoon kunt u
waarden instellen voor elk kanaal door tussen de
verschillende beschikbare programmeermodi te
schakelen:
Frequenties
CTCSS/DPL-codes (interferentie-eliminatiecode)
Scramblercodes
Bandbreedte
Maximum aantal kanalen
Oproeptoon
Microfoonversterking
Scannen.
Druk kort op de PTT-knop of de knop om door de
verschillende programmeerselectiemodi te bladeren
zonder wijzigingen op te slaan.
Druk lang op de PTT-knop om de wijzigingen op te slaan.
De portofoon gaat terug naar de programmeermodus
'inactief'.
Vanuit de inactieve programmeermodus kunt u de
programmeermodus verlaten door lang op de PTT-knop te
drukken.
Als u naar het begin van de programmeermodusopties
gaat, slaat de portofoon automatisch alle aangebrachte
wijzigingen op, zelfs als u de portofoon uitschakelt.
Zolang u niet naar het begin van de
programmeermodusopties bent gegaan, kunt u de
programmeermodus verlaten zonder de wijzigingen op
te slaan door de portofoon uit te schakelen.
Nederlands
16
FUNCTIES PROGRAMMEREN
CPS (COMPUTERPROGRAMMEERSOFT-
WARE)
Portofoons van de XT-serie kunnen worden
geprogrammeerd met behulp van de CPS. De CPS kan
gratis worden gedownload van
www.motorolasolutions.com.
Met de CPS kan de gebruiker frequenties en PL/DPL-
codes programmeren, evenals een aantal andere functies
zoals Direct Frequency Input, Repeater/Talk Around,
Select, Time-Out Timer, Power Select, Battery Type
Select, Scan List, Call Tones, Scramble, Reverse Burst
enzovoort.
CPS is een zeer handig hulpmiddel, omdat hiermee
programmering via het voorpaneel van de portofoon kan
worden geblokkeerd of het wijzigen van specifieke
portofoonfuncties kan worden beperkt (om te voorkomen
dat vooraf ingestelde portofoonwaarden per ongeluk
worden gewist).
Daarnaast is het mogelijk het beheer van het profiel van de
portofoon te beveiligen met een wachtwoord. Zie het
schema met het functieoverzicht achter in de
gebruikershandleiding voor meer informatie.
Opmerking: (*) De CPS-programmeerkabel is een afzonderlijk
verkrijgbaar accessoire. Zie het gedeelte over
accessoires voor informatie over het
onderdeelnummer.
Zie de CPS-cd voor gedetailleerde informatie over
CPS.
Te programmeren
portofoon
USB-poorten
CPS-programmeerkabel
Oplaadstation
Nederlands
17
GEBRUIK EN ONDERHOUD
GEBRUIK EN ONDERHOUD
Als de portofoon wordt ondergedompeld in water...
Schakel de portofoon uit en
verwijder de batterij
Droog de portofoon met
een zachte doek
Gebruik de portofoon pas als deze
volledig droog is
Gebruik een zachte, vochtige doek
om de buitenkant te reinigen
Dompel de portofoon niet
onder in water
Gebruik geen alcohol of
schoonmaakmiddelen
Nederlands
18
GEBRUIK EN ONDERHOUD
Opmerking
MOTOROLA, MOTO, MOTOROLA SOLUTIONS en het gestileerde M-logo zijn handelsmerken of gedeponeerde handelsmerken van
Motorola Trademark Holdings, LLC en worden op grond van licenties gebruikt. Alle andere handelsmerken zijn het eigendom van hun
respectieve eigenaren.
© 2013 Motorola Solutions, Inc. Alle rechten voorbehouden.

Documenttranscriptie

INHOUD 1 12 12 13 14 15 15 16 17 INHOUD Inhoud . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 1 Veiligheid . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 2 Veiligheidsinformatie met betrekking tot batterijen en opladers . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 3 Richtlijnen voor een veilige bediening . . . . . . . . . . . . . . . .3 Overzicht van de portofoon . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 4 Onderdelen van de portofoon . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .4 Knop voor aan/uit/volume . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .5 Microfoon . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .5 Antenne. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .5 Accessoireconnector. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .5 Modellabel. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .5 Led-indicator . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .5 Knoppen aan de voorkant. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .5 Knoppen aan de zijkant . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .6 Batterijen en opladers. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 7 De lithium-ionbatterij installeren . . . . . . . . . . . . . . . . .7 De lithium-ionbatterij verwijderen . . . . . . . . . . . . . . . .7 Houder . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .7 Voedingsbron, adapters en oplaadstation . . . . . . . . .8 Opladen met het oplaadstation voor één apparaat. . .9 Een standaardbatterij opladen . . . . . . . . . . . . . . . . . .9 Led-indicatoren van het oplaadstation voor één apparaat . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .10 Aan de slag . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 11 De portofoon in- en uitschakelen. . . . . . . . . . . . . . . . . . .11 Het volume aanpassen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .11 De display aflezen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .11 Een kanaal selecteren. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .11 Een oproep ontvangen. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . Zendbereik . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . Led-indicatoren van de portofoon . . . . . . . . . . . . . . . . . Terugzetten op fabrieksinstellingen . . . . . . . . . . . . . Functies programmeren . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . De programmeermodus openen . . . . . . . . . . . . . . . CPS (computerprogrammeersoftware) . . . . . . . . . . . . . Gebruik en onderhoud. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . VEILIGHEID VEILIGHEID PRODUCTVEILIGHEID EN CONFORMITEIT VAN BLOOTSTELLING AAN RADIOGOLVEN Let op Voordat u dit product gaat gebruiken, dient u de bedieningsinstructies en de waarschuwingsinformatie over radiofrequente energie te lezen die u kunt vinden in het boekje Productveiligheid en blootstelling aan radiogolven dat bij de portofoon wordt geleverd. LET OP! Vanwege de ICNIRP/FCC-vereisten ten aanzien van blootstelling aan radiogolven, mag deze portofoon alleen beroepsmatig worden gebruikt. Raadpleeg de volgende website voor een lijst met door Motorola goedgekeurde antennes, batterijen en andere accessoires: http://www.motorolasolutions.com 2 Dit document bevat belangrijke veiligheids- en gebruiksinstructies. Lees deze instructies goed door en bewaar deze voor later gebruik. Voordat u de batterijoplader gaat gebruiken, dient u alle instructies en waarschuwingsmarkeringen te lezen met betrekking tot: • Verminder de kans op brand, een elektrische schok of letsel door de lader niet te gebruiken als deze op enigerlei wijze defect of beschadigd is. Breng in dat geval de lader naar een gekwalificeerde Motorola-servicemonteur. 6. Haal de lader niet uit elkaar; deze kan niet worden gerepareerd en er zijn geen vervangende onderdelen verkrijgbaar. Als u de oplader uit elkaar haalt, kan er een elektrische schok of brand ontstaan. 7. Verminder de kans op een elektrische schok door de oplader uit het stopcontact te trekken voordat u deze onderhoudt of reinigt. RICHTLIJNEN VOOR EEN VEILIGE BEDIENING De oplader • De batterij • De portofoon waarvoor de batterij wordt gebruikt 1. 5. • Schakel de portofoon uit alvorens de batterij op te laden. • De oplader is niet geschikt voor gebruik buitenshuis. Gebruik deze alleen op droge locaties/in droge omstandigheden. • De oplader mag alleen worden aangesloten op een correct bekabelde voedingsbron met zekeringen en het juiste voltage (zoals vermeld op het product). • Koppel de oplader los van de netspanning door de stekker uit het stopcontact te trekken. • Het stopcontact waarop deze apparatuur wordt aangesloten, moet zich in de buurt bevinden en goed bereikbaar zijn. • De maximale omgevingstemperatuur van de spanningsbronapparatuur mag niet hoger zijn dan 40°C. • Zorg ervoor dat het snoer zodanig ligt dat niemand hierop kan stappen of erover kan struikelen, en dat het niet vochtig kan worden, kan worden beschadigen of strak kan komen te staan. Verminder de kans op letsel door alleen gebruik te maken van de oplaadbare, door Motorola goedgekeurde batterijen. Andere batterijen kunnen exploderen, waardoor persoonlijk letsel of schade kan ontstaan. 2. Het gebruik van accessoires die niet worden aanbevolen door Motorola, kan leiden tot brand, een elektrische schok of letsel. 3. Verminder de kans op schade aan de stekker en de stroomkabel door de lader aan de stekker en niet aan de kabel uit het stopcontact te trekken. 4. Gebruik alleen een verlengkabel als dit absoluut nodig is. Het gebruik van een verkeerd verlengsnoer kan leiden tot brand of een elektrische schok. Als het noodzakelijk is een verlengsnoer te gebruiken, dient u een 18AWG-snoer te gebruiken voor een snoerlengte tot 2,0 m en een 16AWGsnoer voor een snoerlengte tot 3,0 m. 3 VEILIGHEIDSINFORMATIE MET BETREKKING TOT BATTERIJEN EN OPLADERS VEILIGHEIDSINFORMATIE MET BETREKKING TOT BATTERIJEN EN OPLADERS OVERZICHT VAN DE PORTOFOON OVERZICHT VAN DE PORTOFOON ONDERDELEN VAN DE PORTOFOON Kanaalselectieknop Antenne Led-indicator Knop voor aan/uit/volume Microfoon 2-pins connector voor audioaccessoire PTT (Push-To-Talk) Modellabel SB1 - Monitoren Display XT460 SB2 - Scannen/ hinderlijk kanaal verwijderen Linkernavigatiepijl/ programmeerbare knop A Menu Batterij 4 Rechternavigatiepijl/ programmeerbare knop B Knop voor aan/uit/volume Knoppen aan de voorkant Wordt gebruikt om de portofoon in en uit te schakelen en het volume van de portofoon aan te passen. OVERZICHT VAN DE PORTOFOON Microfoon Spreek duidelijk in de microfoon als u een bericht wilt versturen. Antenne De antenne van de portofoon kan niet worden verwijderd. Accessoireconnector Wordt gebruikt om compatibele audioaccessoires aan te sluiten. Modellabel Geeft het model van de portofoon aan. Led-indicator Wordt gebruikt om de batterijstatus, de opstartstatus, informatie over de portofoonoproep en de scanstatus aan te geven. • Knop Hiermee kunt u functies instellen, zoals het VOX/iVOX-niveau. In de programmeermodus kunt u hiermee ook door alle functies bladeren. Standaard ingesteld op het vooraf ingestelde Kanaal 1. • Programmeerbare knop Hiermee kunt u niveau- of schakelopties kiezen voor functies die in het menu zijn geselecteerd. De standaardinstelling is 'huidige geprogrammeerde oproeptoon genereren'. 5 OVERZICHT VAN DE PORTOFOON • Programmeerbare knop Hiermee kunt u niveau- of schakelopties kiezen voor functies die in het menu zijn geselecteerd. De standaardinstelling is de modus voor 'achtergrondverlichting'. Opmerking: Als u kort op een van de programmeerbare knoppen (A of B) drukt, gaat de portofoon naar het vooraf ingestelde kanaal en klinkt er een duidelijk geluidssignaal. Via de CPS kunt u verschillende functies aan deze knoppen toewijzen, bijvoorbeeld Backlight Time Out, Reverse Burst, Scan/Nuisance Channel Delete, Monitor en Call Tones. Raadpleeg “De programmeermodus openen” op pagina 15 en “CPS (computerprogrammeersoftware)” op pagina 16 voor meer informatie over het programmeren van deze knoppen. Knoppen aan de zijkant • Knop Push-to-Talk (PTT) Houd deze knop ingedrukt als u praat en laat de knop los om te luisteren. • Zijknop 1 (SB1) Zijknop 1 is een algemene knop die kan worden geconfigureerd met behulp van de CPS. De standaardinstelling is de 'monitormodus'. • Zijknop 2 (SB2) Zijknop 2 is een algemene knop die kan worden geconfigureerd met behulp van de CPS. De standaardinstelling is de modus voor 'scannen/hinderlijk kanaal verwijderen'. 6 De lithium-ionbatterij verwijderen Schakel de portofoon uit. 2. Druk de batterijvergrendeling naar beneden en houd de 3. Trek de batterij weg van de portofoon. vergrendeling ingedrukt terwijl u de batterij verwijdert. De lithium-ionbatterij installeren Loskoppelen Vergrendeling indrukken Aanbrengen Aandrukken tot de klik 1. Houder De XT420 en de XT460 worden geleverd met een houder in plaats van een riemclip, voor een betere draagbaarheid. Lipjes Sleuven 1. Schakel de portofoon uit. 2. Houd het Motorola-logo op de batterij naar buiten gericht en plaats de lipjes aan de onderkant van de batterij in de uitsparingen onder aan de portofoon. 3. Druk de batterij op de portofoon (bovenkant eerst) totdat u een klik hoort. 7 BATTERIJEN EN OPLADERS BATTERIJEN EN OPLADERS BATTERIJEN EN OPLADERS Voedingsbron, adapters en oplaadstation Adapter Adapter Oplaadstation Voedingsbron De portofoon wordt geleverd met een oplaadstation, een voedingsbron (ook bekend als transformator) en een set adapters. Alle adapters die bij de portofoon worden geleverd, kunnen worden gebruikt met de voedingsbron. Welke adapter u moet installeren, is afhankelijk van de regio waar u zich bevindt. Bepaal welke adapter geschikt is voor uw stopcontact en ga als volgt te werk om deze te installeren: PUSH PUSH Voedingsbron Voedingsbron • Schuif de adapter met de gleuven omlaag op de voedingsbron tot deze op zijn plaats klikt. • Schuif de adapter omhoog om deze te verwijderen. Opmerking: De adapter in de afbeeldingen dient slechts ter illustratie. Het is mogelijk dat de adapter die u installeert er anders uitziet. Wanneer u een extra oplader of voedingsbron aanschaft, moet u erop letten dat deze overeenkomt met het oplaadstation en de voedingsbronset die u al heeft. 8 Een standaardbatterij opladen Het oplaadstation voor één apparaat is ontworpen om de batterij met portofoon of met portofoon en houder eraan op te laden, of een afzonderlijke batterij op te laden. TabeL 1: Door Motorola goedgekeurde accu's Onderdeelnummer Beschrijving Oplaadstation Oplaadstationpoort PMNN4434_R Standaard lithium-ionaccu PMNN4453_R Lithium-ionaccu met hoge capaciteit Voedingsbron (transformator) 1. Plaats het oplaadstation voor één apparaat op een plat 2. Steek de stekker van de voedingsbron in de poort aan de 3. Steek de wisselstroomadapter in het stopcontact. 4. Plaats de portofoon op het oplaadstation voor één apparaat oppervlak. zijkant van het oplaadstation voor één apparaat. met de portofoon naar voren gericht, zoals weergegeven in de afbeelding. Opmerking: Wanneer u een batterij wilt opladen die zich in een portofoon bevindt, dient u de portofoon uit te schakelen om ervoor te zorgen dat de batterij volledig opgeladen kan worden. Zie “Richtlijnen voor een veilige bediening” op pagina 3 voor meer informatie. 9 BATTERIJEN EN OPLADERS Opladen met het oplaadstation voor één apparaat BATTERIJEN EN OPLADERS Led-indicatoren van het oplaadstation voor één apparaat TabeL 2: LED-indicator oplader Status LED-status Ingeschakeld Groen gedurende 1 sec Bezig met laden Brandt onafgebroken rood Opladen voltooid Brandt onafgebroken groen Accufout (*) Rood licht knippert snel De accu is in afwachting van opladen (**) Oranje licht knippert langzaam Status accuniveau Rood licht knippert 1 keer Accu bijna leeg Oranje licht knippert 2 keer Accu halfvol Groen licht knippert 3 keer Accu vol (*) Dit probleem kan meestal worden opgelost door de accu opnieuw te plaatsen. (**) Accutemperatuur is te hoog of te laag of het verkeerde voltage wordt gebruikt. Als er geen LED-indicatie is: 1. Controleer of de radio met accu of de accu alleen goed is geplaatst. 2. Controleer of de stroomkabel goed is aangesloten op het stopcontact. 3. Controleer of de accu van de radio wordt vermeld in Tabel 1. 10 Opmerkingen AAN DE SLAG DE DISPLAY AFLEZEN Toetsenbordvergrendeling Raadpleeg “Onderdelen van de portofoon” op pagina 4 van de gebruikershandleiding voor de volgende toelichtingen. Draai de knop voor aan/uit/volume naar rechts om de portofoon in te schakelen. De radio speelt het volgende af: • Aankondiging voor opstarttoon en kanaalnummer, of • Aankondigingen voor accuniveau en kanaalnummer, of • Stil (hoorbare tonen uitgeschakeld) De LED knippert kort rood. Als u de portofoon wilt uitschakelen, draait u de knop voor aan/uit/volume naar links tot u een klik hoort en de ledindicator van de portofoon uitgaat. HET VOLUME AANPASSEN Draai de knop voor aan/uit/volume naar rechts om het volume te verhogen en naar links om het volume te verlagen. Opmerking: Houd de portofoon niet te dicht bij uw oor wanneer deze is ingesteld op een hoog volume of wanneer u het volume aanpast. Hoog vermogen Repeater/talkaround Scramble Scannen Signaalsterkte Batterijniveau Indicator Kanaalindicator programmeer- Frequentieindicator modus Kanaalnummer Indicator interferentieeliminatiecode Opmerking: De portofoondisplay die hier wordt weergegeven is alleen bedoeld om de locatie van de pictogrammen aan te geven. Elke portofoondisplay kan er anders uitzien (kanaal en code), afhankelijk van de vooraf geprogrammeerde portofoonwaarden en de functies die beschikbaar zijn voor het model en de regio. Als u op een willekeurige knop drukt (met uitzondering van de PTT-knop), gaat de achtergrondverlichting aan. EEN KANAAL SELECTEREN Gebruik de kanaalselectieknop om naar een specifiek kanaal te gaan. Tijdens het inschakelen van de portofoon en bij het overschakelen naar een ander kanaal wordt het kanaalnummer bevestigd door middel van een gesproken aankondiging. Elk kanaal afzonderlijk programmeren. Elk kanaal heeft een eigen frequentie, een eigen interferentie-eliminatiecode en eigen scaninstellingen. 11 AAN DE SLAG DE PORTOFOON IN- EN UITSCHAKELEN Vox/iVox AAN DE SLAG PRATEN EN MONITOREN ZENDBEREIK Het is belangrijk het radioverkeer te controleren voordat u berichten verstuurt, om te voorkomen dat u 'over iemand heen praat' die al bezig is met verzenden. Houd knop SB1 (*) ingedrukt om toegang te krijgen tot het radioverkeer op het kanaal. Als er geen activiteit is, hoort u 'statische' ruis. Druk nogmaals op knop SB1 om het monitoren te stoppen. Zodra er geen radioverkeer meer is op het kanaal, kunt u verdergaan met uw oproep door de PTT-knop in te drukken. Tijdens het verzenden is de portofoon-led rood. Portofoons van de XT-serie zijn ontworpen voor een maximale prestatie en een verbeterd transmissiebereik in het veld. Aanbevolen wordt om minimaal 1,5 m afstand tussen de portofoons te houden om te voorkomen dat er interferentie optreedt. Het bereik van de XT460 is 16,250 m², 13 verdiepingen en 9 km in een gebied zonder obstakels. Het zendbereik hangt af van het terrein. Het bereik kan worden beïnvloed door betonnen constructies of dicht gebladerte en door de portofoons binnenshuis of in een voertuig te gebruiken. Het optimale bereik wordt verkregen in een vlak, open gebied en kan dan 9 km bedragen. Als er gebouwen en bomen in de weg staan, wordt er een gemiddeld bereik verkregen. Als het communicatiepad wordt geblokkeerd door dicht gebladerte en bergen, is het bereik minimaal. Voor een goede tweewegcommunicatie moeten op beide portofoons hetzelfde kanaal, dezelfde frequentie en dezelfde interferentie-eliminatiecode zijn ingesteld. Deze instellingen zijn afhankelijk van het opgeslagen profiel dat vooraf op de portofoon is geprogrammeerd: Opmerking: Als u naar alle activiteit op het huidige kanaal wilt luisteren, drukt u kort op knop SB1 om de CTCSS/ DPL-code in te stellen op 0. Deze functie heet 'CTCSS/DPL-onderdrukking' (ruisonderdrukking ingesteld op STIL). (*) Hierbij wordt aangenomen dat knop SB1 niet voor een andere functie is geprogrammeerd. EEN OPROEP ONTVANGEN 1. Selecteer een kanaal door aan de kanaalselectieknop te 2. Let erop dat u de PTT-knop niet indrukt en luister of er 3. De led-indicator knippert rood als de portofoon een oproep draaien tot u het gewenste kanaal heeft gevonden. 1. Kanaal: het huidige kanaal dat op de portofoon wordt 2. Frequentie: de frequentie die door de portofoon wordt 3. Interferentie-eliminatiecode: deze code helpt de gebruikt, afhankelijk van het portofoonmodel. stemactiviteit op het kanaal is. ontvangt. 4. gebruikt voor het verzenden/ontvangen. Als u wilt antwoorden, houdt u de portofoon verticaal op interferentie te minimaliseren doordat er een reeks 2,5 tot 5 cm afstand van uw mond. Druk de PTT-knop in om te praten; laat de knop los om te luisteren. Opmerking: Denk eraan dat de led altijd ROOD knippert tijdens het verzenden en ontvangen van een oproep. 12 codecombinaties beschikbaar wordt gesteld. 4. Scramblercode: code die ervoor zorgt dat de transmissie verdraaid klinkt voor iedereen die de portofoon niet heeft ingesteld op die specifieke code. 5. Bandbreedte: voor sommige frequenties kan een kanaalafstand worden geselecteerd, die moet overeenkomen met andere portofoons om een optimale geluidskwaliteit te bereiken. Zie “De programmeermodus openen” op pagina 15 voor informatie over het instellen van frequenties en CTCSS/DPLcodes voor de kanalen. AAN DE SLAG Opmerking: Interferentie-eliminatiecodes worden ook wel CTCSS/DPL-codes of PL/DPL-codes genoemd. LED-INDICATOREN VAN DE PORTOFOON PORTOFOONSTATUS LED-INDICATIE Bewerken kanaalalias Rode hartslag Kanaal bezet Brandt oranje Kloonmodus Twee oranje hartslagen Bezig met klonen Brandt oranje Kritieke fout bij opstarten Knippert één keer groen, één keer oranje, één keer groen en vervolgens wordt dit 4 seconden lang herhaald Batterij bijna leeg Oranje hartslag Uitschakeling wegens lege batterij Snelle oranje hartslag Monitoren Led is uit Opstarten Brandt 2 seconden lang rood 'Inactieve' programmeermodus/ kanaalmodus Groene hartslag Scanmodus Snelle rode hartslag Verzenden (Tx)/ontvangen (RX) Rode hartslag Verzenden met laag vermogen geselecteerd Brandt oranje VOX/iVOX-modus Dubbele rode hartslag Opmerking: Bewerken kanaalalias is alleen van toepassing op modellen met display. 13 AAN DE SLAG Terugzetten op fabrieksinstellingen Terugzetten op fabrieksinstellingen betekent dat alle portofoonfuncties worden teruggezet op de oorspronkelijke fabrieksinstellingen. Hiertoe drukt u de PTT-, SB1- en SB2-knop tegelijkertijd in terwijl u de portofoon inschakelt, totdat u een hoge pieptoon hoort. 14 • Microfoonversterking • Scannen. • Druk kort op de PTT-knop of de knop om door de verschillende programmeerselectiemodi te bladeren zonder wijzigingen op te slaan. • Druk lang op de PTT-knop om de wijzigingen op te slaan. De portofoon gaat terug naar de programmeermodus 'inactief'. • Vanuit de inactieve programmeermodus kunt u de programmeermodus verlaten door lang op de PTT-knop te drukken. • Als u naar het begin van de programmeermodusopties gaat, slaat de portofoon automatisch alle aangebrachte wijzigingen op, zelfs als u de portofoon uitschakelt. • Zolang u niet naar het begin van de programmeermodusopties bent gegaan, kunt u de programmeermodus verlaten zonder de wijzigingen op te slaan door de portofoon uit te schakelen. De programmeermodus openen De programmeermodus is een speciale portofoonmodus waarmee u de basisfuncties van de portofoon kunt programmeren via het paneel van de portofoon. Om de programmeermodus te openen, houdt u de PTTknop en de SB1-knop tegelijkertijd 3 seconden ingedrukt terwijl u de portofoon inschakelt. Er klinkt een uniek geluidssignaal waarmee wordt aangegeven dat de portofoon in de programmeermodus is gezet. De portofoon-led knippert met een groene hartslag. Opmerking: De standaardprogrammeermodus is 'inactief'. Als de portofoon in de programmeermodus wordt gezet, wordt het pictogram weergegeven en knippert de huidige kanaalalias om aan te geven dat u aan de kanaalselectieknop kunt draaien om het kanaal te selecteren waarvoor u instellingen wilt programmeren. In de programmeermodus van de portofoon kunt u waarden instellen voor elk kanaal door tussen de verschillende beschikbare programmeermodi te schakelen: • Frequenties • CTCSS/DPL-codes (interferentie-eliminatiecode) • Scramblercodes • Bandbreedte • Maximum aantal kanalen • Oproeptoon 15 FUNCTIES PROGRAMMEREN FUNCTIES PROGRAMMEREN FUNCTIES PROGRAMMEREN CPS (COMPUTERPROGRAMMEERSOFTWARE) Te programmeren portofoon Opmerking: (*) De CPS-programmeerkabel is een afzonderlijk verkrijgbaar accessoire. Zie het gedeelte over accessoires voor informatie over het onderdeelnummer. USB-poorten CPS-programmeerkabel Oplaadstation Portofoons van de XT-serie kunnen worden geprogrammeerd met behulp van de CPS. De CPS kan gratis worden gedownload van www.motorolasolutions.com. Met de CPS kan de gebruiker frequenties en PL/DPLcodes programmeren, evenals een aantal andere functies zoals Direct Frequency Input, Repeater/Talk Around, Select, Time-Out Timer, Power Select, Battery Type Select, Scan List, Call Tones, Scramble, Reverse Burst enzovoort. CPS is een zeer handig hulpmiddel, omdat hiermee programmering via het voorpaneel van de portofoon kan worden geblokkeerd of het wijzigen van specifieke portofoonfuncties kan worden beperkt (om te voorkomen dat vooraf ingestelde portofoonwaarden per ongeluk worden gewist). 16 Daarnaast is het mogelijk het beheer van het profiel van de portofoon te beveiligen met een wachtwoord. Zie het schema met het functieoverzicht achter in de gebruikershandleiding voor meer informatie. Zie de CPS-cd voor gedetailleerde informatie over CPS. Gebruik een zachte, vochtige doek om de buitenkant te reinigen Dompel de portofoon niet onder in water GEBRUIK EN ONDERHOUD GEBRUIK EN ONDERHOUD Gebruik geen alcohol of schoonmaakmiddelen Als de portofoon wordt ondergedompeld in water... Schakel de portofoon uit en verwijder de batterij Droog de portofoon met een zachte doek Gebruik de portofoon pas als deze volledig droog is 17 GEBRUIK EN ONDERHOUD Opmerking MOTOROLA, MOTO, MOTOROLA SOLUTIONS en het gestileerde M-logo zijn handelsmerken of gedeponeerde handelsmerken van Motorola Trademark Holdings, LLC en worden op grond van licenties gebruikt. Alle andere handelsmerken zijn het eigendom van hun respectieve eigenaren. © 2013 Motorola Solutions, Inc. Alle rechten voorbehouden. 18
  • Page 1 1
  • Page 2 2
  • Page 3 3
  • Page 4 4
  • Page 5 5
  • Page 6 6
  • Page 7 7
  • Page 8 8
  • Page 9 9
  • Page 10 10
  • Page 11 11
  • Page 12 12
  • Page 13 13
  • Page 14 14
  • Page 15 15
  • Page 16 16
  • Page 17 17
  • Page 18 18
  • Page 19 19
  • Page 20 20
  • Page 21 21
  • Page 22 22
  • Page 23 23
  • Page 24 24
  • Page 25 25
  • Page 26 26
  • Page 27 27
  • Page 28 28
  • Page 29 29
  • Page 30 30
  • Page 31 31
  • Page 32 32
  • Page 33 33
  • Page 34 34
  • Page 35 35
  • Page 36 36
  • Page 37 37
  • Page 38 38
  • Page 39 39
  • Page 40 40
  • Page 41 41
  • Page 42 42
  • Page 43 43
  • Page 44 44
  • Page 45 45
  • Page 46 46
  • Page 47 47
  • Page 48 48
  • Page 49 49
  • Page 50 50
  • Page 51 51
  • Page 52 52
  • Page 53 53
  • Page 54 54
  • Page 55 55
  • Page 56 56
  • Page 57 57
  • Page 58 58
  • Page 59 59
  • Page 60 60
  • Page 61 61
  • Page 62 62
  • Page 63 63
  • Page 64 64
  • Page 65 65
  • Page 66 66
  • Page 67 67
  • Page 68 68
  • Page 69 69
  • Page 70 70
  • Page 71 71
  • Page 72 72
  • Page 73 73
  • Page 74 74
  • Page 75 75
  • Page 76 76
  • Page 77 77
  • Page 78 78
  • Page 79 79
  • Page 80 80
  • Page 81 81
  • Page 82 82
  • Page 83 83
  • Page 84 84
  • Page 85 85
  • Page 86 86
  • Page 87 87
  • Page 88 88
  • Page 89 89
  • Page 90 90
  • Page 91 91
  • Page 92 92
  • Page 93 93
  • Page 94 94
  • Page 95 95
  • Page 96 96
  • Page 97 97
  • Page 98 98
  • Page 99 99
  • Page 100 100
  • Page 101 101
  • Page 102 102
  • Page 103 103
  • Page 104 104
  • Page 105 105
  • Page 106 106
  • Page 107 107
  • Page 108 108
  • Page 109 109
  • Page 110 110
  • Page 111 111
  • Page 112 112
  • Page 113 113
  • Page 114 114
  • Page 115 115
  • Page 116 116
  • Page 117 117
  • Page 118 118
  • Page 119 119
  • Page 120 120
  • Page 121 121
  • Page 122 122
  • Page 123 123
  • Page 124 124
  • Page 125 125
  • Page 126 126
  • Page 127 127
  • Page 128 128
  • Page 129 129
  • Page 130 130
  • Page 131 131
  • Page 132 132
  • Page 133 133
  • Page 134 134
  • Page 135 135
  • Page 136 136
  • Page 137 137
  • Page 138 138
  • Page 139 139
  • Page 140 140
  • Page 141 141
  • Page 142 142
  • Page 143 143
  • Page 144 144
  • Page 145 145
  • Page 146 146
  • Page 147 147
  • Page 148 148
  • Page 149 149
  • Page 150 150
  • Page 151 151
  • Page 152 152
  • Page 153 153
  • Page 154 154
  • Page 155 155
  • Page 156 156
  • Page 157 157
  • Page 158 158
  • Page 159 159
  • Page 160 160
  • Page 161 161
  • Page 162 162
  • Page 163 163
  • Page 164 164
  • Page 165 165
  • Page 166 166
  • Page 167 167
  • Page 168 168
  • Page 169 169
  • Page 170 170
  • Page 171 171
  • Page 172 172
  • Page 173 173
  • Page 174 174
  • Page 175 175
  • Page 176 176
  • Page 177 177
  • Page 178 178
  • Page 179 179
  • Page 180 180
  • Page 181 181
  • Page 182 182
  • Page 183 183
  • Page 184 184
  • Page 185 185
  • Page 186 186
  • Page 187 187
  • Page 188 188
  • Page 189 189
  • Page 190 190
  • Page 191 191
  • Page 192 192
  • Page 193 193
  • Page 194 194
  • Page 195 195
  • Page 196 196
  • Page 197 197
  • Page 198 198
  • Page 199 199
  • Page 200 200
  • Page 201 201
  • Page 202 202
  • Page 203 203
  • Page 204 204
  • Page 205 205
  • Page 206 206
  • Page 207 207
  • Page 208 208
  • Page 209 209
  • Page 210 210
  • Page 211 211
  • Page 212 212
  • Page 213 213
  • Page 214 214
  • Page 215 215
  • Page 216 216
  • Page 217 217
  • Page 218 218
  • Page 219 219
  • Page 220 220
  • Page 221 221
  • Page 222 222
  • Page 223 223
  • Page 224 224
  • Page 225 225
  • Page 226 226
  • Page 227 227
  • Page 228 228
  • Page 229 229
  • Page 230 230
  • Page 231 231
  • Page 232 232
  • Page 233 233
  • Page 234 234
  • Page 235 235
  • Page 236 236
  • Page 237 237
  • Page 238 238
  • Page 239 239
  • Page 240 240
  • Page 241 241
  • Page 242 242
  • Page 243 243
  • Page 244 244
  • Page 245 245
  • Page 246 246
  • Page 247 247
  • Page 248 248
  • Page 249 249
  • Page 250 250
  • Page 251 251
  • Page 252 252
  • Page 253 253
  • Page 254 254
  • Page 255 255
  • Page 256 256
  • Page 257 257
  • Page 258 258
  • Page 259 259
  • Page 260 260
  • Page 261 261
  • Page 262 262
  • Page 263 263
  • Page 264 264
  • Page 265 265
  • Page 266 266
  • Page 267 267
  • Page 268 268
  • Page 269 269
  • Page 270 270
  • Page 271 271
  • Page 272 272
  • Page 273 273
  • Page 274 274
  • Page 275 275
  • Page 276 276

Motorola XT460 Handleiding

Categorie
Tweeweg radio's
Type
Handleiding