5 6
Stroomvoorziening
Gebruik op netstroom
Voordatudestroomadaptermethetstopcontactverbindt,dientutecontrolerenof
de netspanning correct is.
Opmerking: Om het toestel compleet van de netstroom af te koppelen moet de stekker volledig uit het stopcontact worden
getrokken. In geval van storing ten gevolge van electro-statische ontlading, verwijder de stroombron en sluit deze daarna
weer aan.
Opmerking: Gebruik de stroomadapter nooit in regenachtige of vochtige omstandigheden om kortsluiting en
vochtophoping in de radio te voorkomen. In die omstandigheden dus alleen batterijenvoeding gebruiken en de rubber
afsluitingen goed gesloten houden.
Gebruik met batterijen
1. Omhetbatterijencompartimentteopenendraaieerstderubberenvoetlos(losdraaien;“tegenderichtingvanklokin”).
2. Draaihetschroefjevanhetbatterijencompartimentlosmeteenschroevendraaierofeenmunt.
3. Plaats6stuks(maatAM3/AA/LR6)NiMHofAlkalinebatterijeninhetbatterijen-compartimentmetinachtnemingvandejuiste
polariteit(+en-).Plaatsdebatterijen-compartimentafsluitingterugendraaihetschroefjeterugaan.
Hiernaderubberenvoetgoedterugplaatsen(vastdraaien;“metdewijzersvandeklokmee”)omtevoorkomendatvochten
stofinderadiokunnenindringen.
4. AlsuNiMHoplaadbarebatterijengebruikt,zetdandebatterijen-typeschakelaaropNiHM/On.Deradiozaldandebatterijen
ladenwanneerdezeisaangeslotenopnetstroom.Alsdebatterijengeladenwordenzalditzichtbaarzijnaanhet“bewegen”van
het batterijen-icoontje.
5. AlsuAlkalinebatterijengebruikt,zetdandebatterijentypeschakelaaropAlkaline/Off.
6. Wanneer het toestel langere tijd niet wordt gebruikt, is het aangeraden om de batterijen uit de radio te verwijderen.
Decapaciteits-statusvandebatterijen(bijbenadering)wordtopdeLCD-displayvanderadioaangegevenmiddelshetbatterij-
icoontje(4niveaus).Wanneerdecapaciteitlaagis,verschijntdemededeling“Batterylow!”(“Batterijzwak”)enhetbatterijsymbool
laateenlegebatterijzien.Danmoetendebatterijenopkortetermijnwordenvervangenofwordenherladenomeennormaalgebruik
van de radio te kunnen garanderen.
Waarschuwing:
Erbestaatgevaarvoorexplosie,wanneerdebatterijenfoutiefwordenvervangen.Vervanguitsluitenddoorhetzelfdeofeen
equivalenttype.Steldebatterijennietblootaaneenbuitensporiggrotehittezoalsbijv.felzonlicht,vuurofietsdergelijks.Batterijen
mogennietdoorverbrandingofviahetnormalehuisvuilwordenverwijderd.Wegwerpbatterijendienenindienmogelijkbijeen
recyclage-centrumtewordenafgegeven.
BELANGRIJKE INFORMATIE VOOR HET GEBRUIK VAN DE OPLAADBARE BATTERIJEN
1. Zetdelaadschakelaarinhetbatterijencompartimentindelaadstand(NiMh/On).
2. Plaatsdebatterijeninhetbatterijencompartimentmetinachtnemingvandejuistepolariteit(+en-)vandebatterijen.
3. Eerstegebruik:Laadtdenieuwebatterijeninéén,nietonderbroken,laadbeurttotzevolzijn.
Dezeeerstelaadbeurtzallangerdurendaneennormalelaadbeurt.
Voor een langere levensduur van de batterijen is het daarna het beste om de batterijen altijd in één, niet onderbroken laadbeurt
teladentotzevolledigvolzijn.
4. Denieuwebatterijenzullenhunvollecapaciteitpasbereikennaeenaantalgebruikscycli(ontladen-laden).
5. Laatdehelegroepbatterijen,bijregelmatiggebruik,inderadiozittenengebruikdezenietvooranderedoeleinden.Ooknooit
eenpaarbatterijeneruithalenenvoorietsandersgebruiken.Zoontstaateenmixvan(volledig)geladenen(gedeeltelijk)
ontladen batterijen.
6. Laadt batterijen bij een omgevingstemperatuur tussen de 5 graden C en 35 graden C.
Bijeenhogereoflageretemperatuurkunnendebatterijennietvollediggeladenworden.
7. Geziendehogecapaciteitvandezebatterijenkanhetladenvan“leeg”tot“vol”meerdereurenduren.
8. Laadtgeenbatterijenopalsderadiowarmisofisblootgesteldaanhitteofwarmtebronnen.
9. Geadviseerd wordt de metalen contactpunten van de batterijen en van de lader in de radio van tijd tot tijd te reinigen met een
contactspray speciaal voor electronica.
10. Nooit oude en nieuwe oplaadbare batterijen door elkaar gebruiken.
11. Nooit oplaadbare en niet-oplaadbare batterijen door elkaar gebruiken.
12. Nooit lege en volgeladen oplaadbare batterijen door elkaar gebruiken.
13. Nooitbatterijendoorelkaargebruikenmeteenverschillendecapaciteit(mAh).
14. Nooitbeschadigde,misvormdeoflekkendebatterijengebruiken.
15. Debatterijcapaciteits-statusindicatieiseenindicatiebijbenaderingenkanverschillenafhankelijkvanhetgebruiktetype
batterijen.
16. Inkoudeomstandighedenzaldecapaciteitvanbatterijenlagerzijndanbijnormalekamertemperatuur.
17. Batterijenvallen,alszijndeverbruiksgoederen,nietonderdegarantiebepalingenzoalsdezegeldenvoorderadio.
NL
NL