›
Het vulpistool uit de brandstofvulopening nemen en weer op de pomp aanbren-
gen.
›
De tankdop rechtsom vastdraaien, totdat deze hoorbaar vergrendelt.
›
De tankdop met een hand vasthouden, vergrendelen door de sleutel rechtsom
te draaien en de sleutel weer verwijderen.
›
De tankklep sluiten tot deze vergrendelt.
›
Controleren of de tankklep goed gesloten is.
Beveiliging tegen tanken van verkeerde brandstof bij wagens met dieselmotor
De brandstofvulopening bij wagens met dieselmotor kan worden uitgerust met
een beveiliging tegen tanken van verkeerde brandstof » Afbeelding 172. Door de-
ze beveiliging kan bij het tanken alleen een vulpistool voor diesel worden ge-
bruikt.
Indien het dieselvulpistool niet correct in de vulopening zit, moet deze met lichte
druk heen en weer worden bewogen tot het vulpistool naar binnen schuift.
VOORZICHTIG
■
Zodra het correct bediende automatische vulpistool de eerste keer afslaat, is de
brandstoftank vol. Niet meer bijvullen, omdat anders het benodigde volume voor
het uitzetten van de brandstof wordt gevuld.
■
Indien diesel uit de jerrycan wordt bijgevuld, langzaam en voorzichtig te werk
gaan - gevaar voor vlekken op de carrosserie.
Let op
De tankinhoud bedraagt circa 50 liter, waarvan 7 liter reserve.
Loodvrije benzine
Lees eerst de informatie in de inleiding en de veiligheidsaanwijzingen
op pagina 198 en volg deze op.
Uw wagen is alleen geschikt voor het rijden op loodvrije benzine die aan de norm
EN 228 voldoet (in Duitsland ook DIN 51626 - -1 resp. E10 voor loodvrije benzine
met octaangetal RON 95 en RON 91 of DIN 51626 - -2 resp. E5 voor loodvrije ben-
zine met octaangetal RON 95 en RON 98).
Voorgeschreven brandstof - loodvrije benzine RON 95/91
Loodvrije benzine RON 95 gebruiken. Er kan eveneens loodvrije benzine RON 91
worden gebruikt, maar dit leidt tot een licht vermogensverlies.
Voorgeschreven brandstof - loodvrije benzine min. RON 95
Loodvrije benzine RON 95 gebruiken.
Als loodvrije benzine RON 95 niet beschikbaar is, kan in geval van nood benzine
RON 91 worden getankt.
Benzine met een lager octaangetal dan RON 91 mag zelfs in noodsituaties niet
worden getankt, omdat er anders ernstige schade aan de motor kan optreden!
Loodvrije benzine met een hoger octaangetal
Loodvrije benzine met een hoger octaangetal dan voorgeschreven kan zonder be-
perkingen worden gebruikt.
Bij wagens waarvoor loodvrije benzine RON 95/91 wordt voorgeschreven, zorgt
het gebruik van benzine met een hoger octaangetal dan RON 95 niet voor een
merkbare vermogenstoename of een lager brandstofverbruik.
Bij wagens waarvoor loodvrije benzine RON min. 95 wordt voorgeschreven, kan
het gebruik van benzine met een hoger octaangetal dan RON 95 voor een vermo-
genstoename en een lager brandstofverbruik zorgen.
Voorgeschreven brandstof - loodvrije benzine RON 98/(95)
Loodvrije benzine RON 98 gebruiken. Er kan eveneens loodvrije benzine RON 95
worden gebruikt, maar dit leidt tot een licht vermogensverlies.
Als loodvrije benzine RON 98 of RON 95 niet beschikbaar is, kan in geval van nood
benzine RON 91 worden getankt.
Benzine met een lager octaangetal dan RON 91 mag zelfs in noodsituaties niet
worden getankt, omdat er anders ernstige schade aan de motor kan optreden!
Brandstoftoevoegingen (additieven)
Alleen loodvrije benzine gebruiken die aan de norm EN 228 voldoet (in Duitsland
ook DIN 51626-1 resp. E10 voor loodvrije benzine met octaangetal RON 95 en RON
91 of DIN 51626-2 resp. E5 voor loodvrije benzine met octaangetal RON 95 en RON
98). Deze brandstoffen voldoen aan alle voorwaarden voor een probleemloos
draaien van de motor. Daarom adviseren wij u geen brandstoftoevoegingen aan
de brandstof toe te voegen.
199
Controleren en bijvullen