HP LASERJET 3030 ALL-IN-ONE PRINTER Gebruikershandleiding

Categorie
Afdrukken
Type
Gebruikershandleiding

Deze handleiding is ook geschikt voor

hp LaserJet 3020 all-in-one en
hp LaserJet 3030 all-in-one
Gebruikershandleiding
Copyrightinformatie
© 2003 Copyright Hewlett-Packard
Development Company, L.P.
Verveelvoudiging, bewerking of vertaling
zonder voorafgaande schriftelijke
toestemming is verboden, behalve voor
zover toegestaan volgens het auteursrecht.
De informatie in dit document kan zonder
kennisgeving worden gewijzigd.
De enige garantie voor pr oducten en
services van HP wordt uiteengezet in de
garantieverklaring die bij dergelijke
producten en services wordt gel everd.
Niets in deze verklaring mag worden
opgevat als een aanvullende garantie. HP
is niet aansprakelijk voor technische of
redactionele fouten of weglatingen in deze
verklaring.
Gebruikers van het Hewlett-Packard
product dat in deze gebruikershandleiding
wordt beschreven krijgen een licentie voor:
a) het afdrukken van deze
gebruikershandleiding voor
PERSOONLIJK, INTERN of
BEDRIJFSMATIG gebruik onder de
voorwaarde dat de afgedrukte exemplaren
niet worden verkocht, doorverkocht of
anderszins worden verspreid; en b) het
opslaan van de elektronische versie van
deze gebruikershandleiding op een
netwerkserver, mits de toegang tot dit
elektronische bestand wordt beperkt tot
personen die het Hewlett-Packard product
dat in deze gebruikershandleiding wordt
beschreven aanwenden voor
PERSOONLIJK of INTERN gebruik.
Onderdeelnummer: Q2665-90908
Edition 1, 10/2003
Handelsmerken
Adobe® en PostScript® zijn
handelsmerken van Adobe Systems
Incorporated.
Microsoft®, Windows® en Windows NT®
zijn gedeponeerde handelsmerken van
Microsoft Corporation in de Verenigde
Staten.
UNIX® is een gedeponeerd handelsmerk
van The Open Group.
Alle overige producten die in dit document
worden genoemd , kunnen han delsmerken
zijn van hun respectievelijke bedrijven.
Hewlett-Packard Development Company, L.P.
20555 S.H. 249
Houston, TX 77070
Inhoudsopgave
1 Kennismaking met het apparaat
Onderdelen van de hp LaserJet 3020 all-in-one en hp LaserJet 3030 all-in-one ...................2
Inhoud van de verpakking van de hp LaserJet 3020 all-in-one ........................................2
Inhoud van de verpakking van de hp LaserJet 3030 all-in-one ........................................3
Apparaatkenmerken van de hp LaserJet 3020 all-in-one en de hp LaserJet 3030 all-
in-one ........................................................................................................................................4
De hardwareonderdelen ...........................................................................................................5
hp LaserJet 3020 all-in-one hardwareonderdelen .............................................................5
HP LaserJet 3020 all-in-one hardwareonderdelen ............................................................5
De onderdelen van het bedieningspaneel van de hp LaserJet 3020 all-in-one ......................6
De onderdelen van het bedieningspaneel van de hp LaserJet 3030 all-in-one ......................7
Overzicht van de softwareonderdelen van het apparaat .........................................................8
Ondersteunde besturingssystemen ...................................................................................8
Specificaties afdrukmateriaal ....................................................................................................9
Ondersteunde papierformaten en gewichten ....................................................................9
2 De instellingen wijzigen via de hp werkset of via het bedieningspaneel
De hp werkset (Windows) gebruiken .....................................................................................13
Ondersteunde besturingssystemen .................................................................................13
Ondersteunde browsers ...................................................................................................13
De hp werkset openen .....................................................................................................13
De tabbladen van de hp werkset .....................................................................................14
Het bedieningspaneel gebruiken ............................................................................................16
Een configuratiepagina afdrukken ...................................................................................16
De menustructuur van het bedieningspaneel afdrukken .................................................16
De fabrieksinstellingen herstellen ....................................................................................17
De taal van het bedieningspaneel wijzigen .....................................................................17
Het standaardpapierformaat wijzigen ..............................................................................17
Het volume van het apparaat regelen .............................................................................18
3 Afdrukken
Afdrukken met handmatige invoer .........................................................................................22
Afdrukken met handmatige invoer ...................................................................................22
Afdruktaken onderbreken of annuleren ..................................................................................23
Printerdrivers ...........................................................................................................................24
De afdrukinstellingen wijzigen ..........................................................................................24
Afdrukkwaliteitsinstellingen begrijpen .....................................................................................26
Afdrukkwaliteitsinstellingen tijdelijk wijzigen ....................................................................26
Instellingen voor de afdrukkwaliteit wijzigen voor alle toekomstige taken ......................26
EconoMode gebruiken (om toner te besparen) ...............................................................27
De afdrukkwaliteit optimaliseren voor afdrukmateriaal ..........................................................28
De functie voor optimaliseren gebruiken .........................................................................28
Specificaties voor afdrukmateriaal .........................................................................................29
Richtlijnen voor het gebruik van afdrukmateriaal ...................................................................30
NLWW
iii
Papier ...............................................................................................................................30
Veelvoorkomende problemen met afdrukmateriaal ........................................................30
Etiketten ............................................................................................................................31
Transparanten ..................................................................................................................31
Enveloppen .......................................................................................................................31
Kaarten en zwaar afdrukmateriaal ...................................................................................32
Afdrukmateriaal selecteren voor de automatische documentinvoer (ADI) ............................34
Specificaties van de automatische documentinvoer .......................................................34
Afdrukken op enveloppen .......................................................................................................35
Op één envelop afdrukken ...............................................................................................35
Op meerdere enveloppen afdrukken ...............................................................................36
Afdrukken op transparanten en etiketten ...............................................................................38
Afdrukken op transparanten en etiketten .........................................................................38
Afdrukken op briefhoofdpapier of voorbedrukte formulieren .................................................40
Afdrukken op briefhoofdpapier en voorbedrukte formulieren ..........................................40
Afdrukken op speciaal papierformaat of op kaarten ..............................................................41
Op speciaal papierformaat of kaarten afdrukken ............................................................41
Handmatig dubbelzijdig afdrukken .........................................................................................42
Handmatig dubbelzijdig afdrukken ...................................................................................42
Meerdere pagina's op één vel afdrukken ...............................................................................44
Meerdere pagina's op één vel afdrukken (Windows) ......................................................44
Meerdere pagina's op één vel afdrukken (Macintosh) ....................................................44
Folders afdrukken ...................................................................................................................45
Folders afdrukken .............................................................................................................45
Watermerken afdrukken .........................................................................................................47
De functie voor watermerken gebruiken ..........................................................................47
4 Kopiëren
Originelen plaatsen om te kopiëren ........................................................................................50
Originelen op de flatbedscanner plaatsen .......................................................................50
Originelen in de automatische documentinvoer plaatsen ...............................................50
Kopieertaken starten ...............................................................................................................52
Kopieertaken annuleren ..........................................................................................................52
De kopieerkwaliteit aanpassen ...............................................................................................53
Kopieerkwaliteit voor de huidige taak aanpassen ...........................................................53
De standaardkopieerkwaliteit aanpassen ........................................................................53
De instelling voor lichter/donkerder (contrast) aanpassen .....................................................54
Instellingen voor lichter/donkerder (contrast) voor de huidige taak aanpassen
...........................................................................................................................................54
De standaardinstelling voor lichter/donkerder aanpassen ..............................................54
Kopieën verkleinen of vergroten .............................................................................................55
Kopie voor de huidige taak verkleinen of vergroten ........................................................56
Het standaardkopieerformaat wijzigen ............................................................................56
De sorteerinstelling wijzigen ...................................................................................................58
De sorteerinstelling voor de huidige taak wijzigen ...........................................................58
De standaardinstelling voor sorteren wijzigen .................................................................58
Het aantal exemplaren wijzigen ..............................................................................................59
Aantal kopieën voor de huidige taak wijzigen .................................................................59
De standaardinstelling voor het aantal kopieën wijzigen ................................................59
Foto's, dubbelzijdige originelen of boeken kopiëren ..............................................................60
Een foto kopiëren .............................................................................................................60
Meerdere dubbelzijdige originelen kopiëren ....................................................................60
Boeken kopiëren ..............................................................................................................61
iv
NLWW
5 Scannen
Originelen op de scan plaatsen ..............................................................................................64
Originelen op de flatbedscanner plaatsen .......................................................................64
Originelen in de automatische documentinvoer plaatsen ...............................................65
Scanmethoden ........................................................................................................................66
Scannen vanaf het bedieningspaneel van het apparaat (Windows) .....................................67
De knop Scannen naar van het apparaat programmeren ...............................................67
Scannen naar e-mail ........................................................................................................67
Scannen naar een map ....................................................................................................67
Scantaken annuleren ..............................................................................................................69
Scannen vanuit de hp LaserJet scansoftware (Windows) .....................................................70
Scannen naar e-mail ........................................................................................................70
Scannen naar een bestand ..............................................................................................71
Naar een ander softwareprogramma scannen ................................................................71
Scannen naar de software Readiris OCR ........................................................................72
Vanaf het apparaat en hp Director (Macintosh) scannen ......................................................73
Scannen naar e-mail ........................................................................................................73
Scannen naar een bestand ..............................................................................................73
Naar een softwareprogramma scannen ..........................................................................74
Eén pagina tegelijk scannen ............................................................................................74
Scannen vanuit software die compatibel is met TWAIN en WIA ..........................................75
Software gebruiken die compatibel is met TWAIN en WIA ............................................75
Een foto of boek scannen .......................................................................................................76
Een foto scannen .............................................................................................................76
Scannen naar een boek ...................................................................................................76
Scannen met OCR ..................................................................................................................78
Readiris .............................................................................................................................78
Resolutie en kleur van de scanner .........................................................................................79
Richtlijnen voor de resolutie en de kleuren ......................................................................79
Kleur .................................................................................................................................80
6 Faxen
.................................................................................................................................................. 81
7 Reiniging en onderhoud
De buitenkant van het apparaat reinigen ...............................................................................84
De behuizing reinigen .......................................................................................................84
De glasplaat reinigen ........................................................................................................84
De binnenkant van de klep reinigen ................................................................................85
De papierbaan reinigen ..........................................................................................................86
De papierbaan reinigen ....................................................................................................86
De transportroleenheid van de automatische documentinvoer vervangen ...........................87
8 Problemen oplossen
Het apparaat kan niet worden aangezet ................................................................................92
Staat het apparaat onder stroom? ...................................................................................92
Het display op het bedieningspaneel geeft zwarte regels of punten weer of is leeg.
.................................................................................................................................................. 93
Is het apparaat blootgesteld aan een elektrisch of magnetisch veld? ............................93
Er worden blanco pagina's afgedrukt .....................................................................................94
Bevindt de beschermingstape zich nog op de printcartridge? ........................................94
Bevat het document lege pagina's? .................................................................................94
Kan de configuratiepagina worden afgedrukt? ................................................................94
NLWW
v
Is het origineel op de juiste wijze geplaatst? ...................................................................94
Pagina's zijn niet afgedrukt .....................................................................................................95
Wordt er een bericht weergegeven op het beeldscherm? ..............................................95
Wordt het afdrukmateriaal op de juiste manier in de printer getrokken? ........................95
Zijn er papierstoringen? ...................................................................................................95
Werkt de parallelle kabel of USB-kabel (A/B) van het apparaat en is deze goed
aangesloten? ....................................................................................................................95
Zijn er andere apparaten aangesloten op de computer? ................................................95
Pagina's zijn afgedrukt, maar er is een probleem ..................................................................96
Is de afdrukkwaliteit slecht? .............................................................................................96
Verschilt de afgedrukte pagina van de pagina op het scherm? ......................................96
Zijn de instellingen van het apparaat geschikt voor het afdrukmateriaal? ......................96
Foutberichten worden weergegeven op het scherm ..............................................................97
Printer reageert niet/fout bij schrijven naar LPT1 ............................................................97
Kan poort niet openen (in gebruik door andere toepassing) ...........................................97
Problemen met papierverwerking ...........................................................................................98
Afdruk is scheef ................................................................................................................98
Er wordt meer dan één vel tegelijk ingevoerd .................................................................98
Het apparaat trekt het materiaal niet uit de invoerlade ...................................................98
Materiaal krult tijdens doorvoer door apparaat ................................................................98
De afgedrukte pagina wijkt af van de schermweergave ........................................................99
Is de tekst onleesbaar, onjuist of onvolledig? ..................................................................99
Ontbreken er illustraties of tekst? Worden er blanco pagina's afgedrukt? .....................99
Wijkt de paginaopmaak af van de paginaopmaak op een andere printer? ..................100
Is de kwaliteit van de afbeeldingen slecht? ...................................................................100
Het papier loopt vast in de printer ........................................................................................101
Een papierstoring verhelpen ..........................................................................................101
Andere papierstoringen verhelpen .................................................................................103
Tips om papierstoringen te vermijden ...........................................................................103
De afdrukkwaliteit is onaanvaardbaar ..................................................................................104
Lichte of vage afdrukken ................................................................................................104
Tonerspatten ..................................................................................................................104
Weggevallen informatie .................................................................................................105
Verticale lijnen ................................................................................................................105
Grijze achtergrond ..........................................................................................................106
Tonervegen ....................................................................................................................106
Losse toner .....................................................................................................................107
Verticaal herhalende defecten .......................................................................................108
Vervormde tekens ..........................................................................................................108
Scheve pagina's .............................................................................................................109
Krullend of golvend ........................................................................................................109
Kreukels of vouwen ........................................................................................................110
Omtrek van tonerresten .................................................................................................110
Foutberichten op het bedieningspaneel ...............................................................................111
Omgaan met veelvoorkomende foutberichten ..............................................................111
Kritieke foutberichten .....................................................................................................111
Waarschuwingsberichten ...............................................................................................112
Waarschuwingsbericht en ..............................................................................................112
Er is geen kopie gemaakt .....................................................................................................114
Is er afdrukmateriaal in de invoerlade geplaatst? ..........................................................114
Is het origineel op de juiste wijze geplaatst? .................................................................114
Kopieën zijn leeg, er ontbreken afbeeldingen of de kopieën zijn vaag ...............................115
Is de afsluitingsstrook verwijderd van de printcartridge in het apparaat? .....................115
Is de printcartridge bijna leeg? .......................................................................................115
Is het origineel van lage kwaliteit? .................................................................................115
Heeft het origineel een gekleurde achtergrond? ...........................................................115
vi
NLWW
Kopieerkwaliteit is onaanvaardbaar .....................................................................................116
Problemen voorkomen ...................................................................................................116
Papierstoringen in de automatische documentinvoer ..........................................................117
Plaatsen waar papier vaak vastloopt in de automatische documentinvoer ..................117
Een papierstoring in de automatische documentinvoer oplossen ................................117
Waarneembare kopieerfouten ..............................................................................................120
Verticale witte of vage strepen .......................................................................................120
Lege pagina's .................................................................................................................120
Het verkeerde origineel is gekopieerd ...........................................................................120
Te licht of te donker ........................................................................................................120
Ongewenste lijnen ..........................................................................................................121
Zwarte vlekken of strepen ..............................................................................................121
Onduidelijke tekst ...........................................................................................................121
Verkleind formaat ...........................................................................................................121
Gescande afbeelding is van slechte kwaliteit ......................................................................122
Is het origineel een foto of afbeelding van een afdruk? ................................................122
Is de afbeeldingskwaliteit beter wanneer het document wordt afgedrukt? ...................122
Is de afbeelding scheef? ................................................................................................122
Bevat de gescande afbeelding vlekken, lijnen, verticale witte strepen of andere
fouten? ............................................................................................................................122
Komen de afbeeldingen niet overeen met het origineel? ..............................................123
Een gedeelte van de afbeelding is niet gescand .................................................................124
Is het origineel op de juiste wijze geplaatst? .................................................................124
Heeft het origineel een gekleurde achtergrond? ...........................................................124
Is het origineel langer dan 381 mm? .............................................................................124
Is het origineel te klein? .................................................................................................124
Gebruikt u hp Director? (Alleen voor Macintosh) ...........................................................124
Is het papierformaat correct? .........................................................................................124
Het scannen duurt te lang ....................................................................................................125
Is de resolutie of het kleurniveau te hoog ingesteld? ....................................................125
Is de software ingesteld op kleurenscans? ....................................................................125
Hebt u een afdruktaak of een kopieertaak verzonden voordat u begon met
scannen? ........................................................................................................................125
Is de computer ingesteld voor bidirectionele communicatie? .......................................125
Er worden foutberichten weergegeven ................................................................................126
Veelvoorkomende berichten met betrekking tot scanfouten .........................................126
De scankwaliteit is onaanvaardbaar .....................................................................................127
Problemen voorkomen ...................................................................................................127
Lege pagina's .................................................................................................................127
Te licht of te donker ........................................................................................................128
Ongewenste lijnen ..........................................................................................................128
Zwarte vlekken of strepen ..............................................................................................128
Onduidelijke tekst ...........................................................................................................128
Bijlage A Specificaties
HP LaserJet 3020/3030 all-in-one serie specificaties ..........................................................131
hp LaserJet 3020/3030 all-in-one serie specifcicaties ...................................................131
hp LaserJet 3030 all-in-one faxspecificaties ........................................................................133
hp LaserJet 3020/3030 all-in-one serie batterij ....................................................................134
Bijlage B Overheidsinformatie
............................................................................................................................................... 135
FCC-voorschriften .................................................................................................................136
Wet op de bescherming van de telefoongebruiker (Verenigde Staten-hp LaserJet
3030) .....................................................................................................................................137
NLWW
vii
IC CS-03-vereisten (hp LaserJet 3030) ................................................................................138
Overheidsvoorschriften voor de landen/regio's in de Europese Unie (hp LaserJet
3030) .....................................................................................................................................138
Veiligheidsverklaringen .........................................................................................................139
Laserverklaring ...............................................................................................................139
Canada DOC regulations ...............................................................................................139
Laser statement for Finland ...........................................................................................140
Korean EMI statement ...................................................................................................140
Australia ..........................................................................................................................141
Conformiteitsverklaring .........................................................................................................142
Programma voor milieuvriendelijke producten .....................................................................143
Milieubescherming .........................................................................................................143
Ozonproductie ................................................................................................................143
Minder energieverbruik ..................................................................................................143
Tonerverbruik .................................................................................................................143
Papergebruik ..................................................................................................................143
Plastic onderdelen ..........................................................................................................144
Afdrukbenodigdheden voor de HP LaserJet .................................................................144
Informatie over het HP Printing Supplies Returns and Recycling Program ..................144
Papier .............................................................................................................................144
Materiaalbeperkingen .....................................................................................................144
Nederlands .....................................................................................................................145
Meer informatie ..............................................................................................................145
Chemiekaarten (Material Safety Data Sheets) .....................................................................146
Bijlage C HP beperkte garantie
hp LaserJet 3020 / 3030 all-in-one serie BEPERKTE GARANTIE VAN EEN JAAR
............................................................................................................................................... 147
Bijlage D Onderdelen en accessoires van hp
hp onderdelen en accessoires bestellen ..............................................................................150
Overzicht van hp-onderdelen en -accessoires ..............................................................150
Printcartridges voor de HP LaserJet ....................................................................................152
hp-beleid voor printcartridges van andere producenten dan HP ..................................152
Een printcartridge installeren .........................................................................................152
Printcartridges bewaren .................................................................................................152
Verwachte gebruiksduur van printcartridge ...................................................................152
Hergebruik van printcartridges .......................................................................................153
Toner besparen ..............................................................................................................153
Bijlage E Service en ondersteuning
Hardwareservice verkrijgen ..................................................................................................156
Hardware-service verkrijgen ..........................................................................................156
Uitgebreide garantie .............................................................................................................158
Serviceformulier ....................................................................................................................159
Woordenlijst
Index
viii
NLWW
1
Ken nismaking met het
apparaat
Gebruik deze onderwerpen om uw nieuwe HP LaserJet 3020 all-in-one of HP LaserJet
3030 all-in-one beter te leren kennen:
Onderdelen van de hp LaserJet 3020 all-in-one en hp LaserJet 3030 all-in-one
Apparaatkenmerken van de hp LaserJet 3020 all-in-one en de hp LaserJet 3030 all-in-
one
De hardwareonderdelen
De onderdelen van het bedieningspaneel van de hp LaserJet 3020 all-in-one
De onderdelen van het bedieningspaneel van de hp LaserJet 3030 all-in-one
Overzicht van de softwareonderdelen van het apparaat
Specificaties afdrukmateriaal
NLWW
1
Onderdelen van de hp LaserJet 3020 all-in-one en hp LaserJet
3030 all-in-one
Controleer aan de hand van onderstaande afbeeldingen of alle onderdelen zijn
meegeleverd.
Inhoud van de verpakking van de hp LaserJet 3020 all-in-one
1 Printcartridge
2 Netsnoer
3 Beknopte handleiding en ondersteuningsbrochure
4 Invoerlade voor 150 vel afdrukmateriaal
5 CD-ROM's met de software en een elektronische gebruikershandleiding
6 Invoerlade van de automatische documentinvoer
7 Steun voor de uitvoerbak
8 Sjabloon voor het bedieningspaneel
9 HP LaserJet 3020 all-in-one
Opmerking
Gebruik alleen het bij het apparaat geleverde netsnoer. Wanneer andere netsnoeren
worden gebruikt, werkt het apparaat mogelijk niet goed.
2
Hoofdstuk 1 Kennismaking met het apparaat NLWW
Inhoud van de verpakking van de hp LaserJet 3030 all-in-one
1 Printcartridge
2 Netsnoer
3 Beknopte handleiding en ondersteuningsbrochure
4 Invoerlade voor 150 vel afdrukmateriaal
5 CD-ROM's met de software en een elektronische gebruikershandleiding
6 Invoerlade van de automatische documentinvoer
7 Faxhandleiding
8 Telefoonsnoer
9 Steun voor de uitvoerbak
10 Sjabloon voor het bedieningspaneel
11 HP LaserJet 3020 all-in-one
Opmerking
Gebruik het telefoonsnoer en het nestsnoer die bij het apparaat zijn geleverd. Wanneer
andere telefoonsnoeren of netsnoeren worden gebruikt, werkt het apparaat mogelijk niet
goed.
NLWW Onderdelen van de hp LaserJet 3020 all-in-one en hp LaserJet 3030 all-in-one
3
Apparaatkenmerken van de hp LaserJet 3020 all-in-one en de
hp LaserJet 3030 all-in-one
Snelheid
15 pagina's per minuut (ppm) afdrukken en kopiëren
Papierverwerking
Een flatbedscanner, een automatische documentinvoer voor 50
pagina's, een invoerlade voor 150 vel en een
voorrangsinvoerlade voor 10 vel
Geheugen
32 MB RAM-geheugen (9 MB voor het systeem en 23 MB RAM
beschikbaar voor de gebruiker)
Aansluitingen
Een USB-poort (compatibel met de USB 2.0-specificaties) en een
IEEE 1284-B-compatibele parallelle poort
Fax (alleen HP LaserJet
3030 all-in-one)
Volledige faxfunctionaliteit met V.34-fax, inclusief een
telefoonboekfunctie en functies voor het opvragen en het
uitstellen van faxen.
4
Hoofdstuk 1 Kennismaking met het apparaat NLWW
De hardwareonderdelen
In de onderstaande afbeeldingen worden de hardwareonderdelen van het apparaat
weergegeven:
hp LaserJet 3020 all-in-one hardwareonderdelen
1 Invoerlade van de automatische documentinvoer
2 Klep van de flatbedscanner en ADI-uitvoerbak
3 Bedieningspaneel
4 Ontgrendelingsklep van de printcartridge
5 Uitvoerbak
6 Voorrangsinvoerlade
7 Invoerlade voor afdrukmateriaal
8 Parallelle poort
9 USB-poort
10 Aan/uit-schakelaar
11 Voedingsaansluiting
HP LaserJet 3020 all-in-one hardwareonderdelen
1 Invoerlade van de automatische documentinvoer
2 Klep van de flatbedscanner en ADI-uitvoerbak
3 Bedieningspaneel
4 Ontgrendelingsklep van de printcartridge
5 Uitvoerbak
6 Voorrangsinvoerlade
7 Invoerlade voor afdrukmateriaal
8 Parallelle poort
9 USB-poort
10 Faxpoorten
11 Aan/uit-schakelaar
12 Voedingsaansluiting
NLWW De hardwareonderdelen
5
De onderdelen van het bedieningspaneel van de hp LaserJet
3020 all-in-one
In de volgende afbeelding worden de knoppen van het bedieningspaneel weergegeven.
1
Scanknoppen. Met deze knoppen kunt u documenten scannen naar een e-mail of een map. Zie
Scannen voor instructies bij de scanfunctie.
2
Alfanumerieke knoppen. Gebruik de alfanumerieke knoppen om de gegevens in te voeren in
het display op het bedieningspaneel.
3
Menuknoppen en annuleerknop. Met deze knoppen kunt u menuopties kiezen, de status van
het apparaat controleren en de huidige taak annuleren.
4
Kopieerknoppen. Met deze knoppen kunt u veelgebruikte standaardinstellingen wijzigen en de
kopieerfunctie starten. Zie
Kopiëren voor instructies bij de kopieerfunctie.
6
Hoofdstuk 1 Kennismaking met het apparaat NLWW
De onderdelen van het bedieningspaneel van de hp LaserJet
3030 all-in-one
In de volgende afbeelding worden de knoppen van het bedieningspaneel weergegeven.
1
Faxknoppen. Gebruik de faxknoppen om de meest gebruikte faxinstellingen te wijzigen.
Raadpleeg de faxhandleiding voor informatie over het gebruik van de faxknoppen.
2
Alfanumerieke knoppen. Met de alfanumerieke knoppen voert u gegevens in op het
bedieningspaneel en kiest u telefoonnummers voor het faxen. Voor informatie over de
alfanumerieke knoppen kunt u de faxhandleiding raadplegen.
3
Menuknoppen en annuleerknop. Met deze knoppen kunt u menuopties kiezen, de status van
het apparaat controleren en de huidige taak annuleren.
4
Kopieerknoppen. Met deze knoppen kunt u veelgebruikte standaardinstellingen wijzigen en de
kopieerfunctie starten. Zie
Kopiëren voor instructies bij de kopieerfunctie.
5
Scanknoppen. Met deze knoppen kunt u documenten scannen naar een e-mail of een map. Zie
Scannen voor instructies bij de scanfunctie.
NLWW De onderdelen van het bedieningspaneel van de hp LaserJet 3030 all-in-one
7
Overzicht van de softwareonderdelen van het apparaat
Opmerking
De softwareonderdelen die worden geïnstalleerd, zijn afhankelijk van het
besturingssysteem en het type installatie. Zie de naslaggids voor meer informatie.
De volgende softwareonderdelen worden bij het apparaat meegeleverd:
HP werkset
HP LaserJet Scansoftware
TWAIN of WIA Scandriver (WIA is alleen beschikbaar voor Windows XP)
HP LaserJet Fax (alleen de HP LaserJet 3030 all-in-one)
Readiris OCR (niet geïnstalleerd bij andere software; moet dus apart geïnstalleerd
worden)
Installatieprogramma/de-installatieprogramma
Printerdrivers (PCL 6, PCL 5e, PostScript Level 2 emulatie)
HP Director (Macintosh)
HP All-in-One Setup-assistent (Macintosh)
Opmerking
De PCL6-printerdriver is standaard geïnstalleerd. De PCL 5e-printerdriver is beschikbaar
via de printerwizard. De PostScript-driver is beschikbaar via de aangepaste installatie.
Ondersteunde besturingssystemen
De HP LaserJet 3020 all-in-one en de HP LaserJet 3030 all-in-one ondersteunen de
volgende besturingssystemen.
Opmerking
Niet alle apparaatkenmerken en functies zijn bij alle besturingssystemen beschikbaar.
Windows 98, Windows 2000, Windows Me, Windows XP en Windows NT 4.0
Macintosh OS 10.2.x, Macintosh 9.1 en Macintosh 9.2.x
8
Hoofdstuk 1 Kennismaking met het apparaat NLWW
Specificaties afdrukmateriaal
Gebruik kopieerpapier van 75 tot 90 g/m
2
voor optimale resultaten. Controleer of het papier
van goede kwaliteit is en vrij is van insnijdingen, scheuren, vlekken, losse deeltjes, stof,
kreukels, knikken, vouwen en omkrullende randen.
Opmerking
De printer ondersteunt afdrukmateriaal in een grote verscheidenheid aan
standaardformaten en aangepaste formaten. De capaciteit van de laden en bakken kan
variëren afhankelijk van het gewicht of de dikte van het afdrukmateriaal en de
omgevingsvoorwaarden. Gladheid - 100 tot 250 (Sheffield).
Gebruik alleen transparanten die zijn ontworpen voor gebruik met HP LaserJet-printers.
Ondersteunde papierformaten en gewichten
Papierformaat voor invoerlade
Invoerlade voor
afdrukmateriaal
Afmetingen Gewicht of dikte Capaciteit
Minimumformaat
papier
76 bij 127 mm
60 tot 163 g/m
2
150 vellen
(60 g/m
2
)
Maximumformaat
papier
216 bij 356 mm
60 tot 163 g/m
2
150 vellen
(60 g/m
2
)
Minimumformaat
glanzend papier
76 bij 127 mm
75 tot 120 g/m
2
Maximale
stapelhoogte: 18 mm
Maximumformaat
glanzend papier
216 bij 356 mm
75 tot 120 g/m
2
Maximale
stapelhoogte: 18 mm
Minimumformaat
transparanten
76 bij 127 mm 0,10 tot 0,13 mm dik 75 vellen
Maximumformaat
transparanten
216 bij 356 mm 0,10 tot 0,13 mm dik 75 vellen
Minimumformaat
enveloppen
90 bij 160 mm
75 tot 105 g/m
2
15 enveloppen
Maximumformaat
enveloppen
178 bij 254 mm
75 tot 105 g/m
2
15 enveloppen
Minimumformaat
etiketten
76 bij 127 mm
60 tot 216 g/m
2
60 vellen
Maximumformaat
etiketten
216 bij 356 mm
60 tot 216 g/m
2
60 vellen
Minimumformaat
kaarten
76 bij 127 mm
135 tot 157 g/m
2
60 vellen
Maximumformaat
kaarten
216 bij 356 mm
135 tot 157 g/m
2
60 vellen
NLWW Specificaties afdrukmateriaal
9
Papierformaten voor voorrangsinvoerlade
Voorrangsinvoerlade Afmetingen Gewicht of dikte Capaciteit
Minimumformaat
papier
76 bij 127 mm
60 tot 163 g/m
2
10 vellen
(75 g/m
2
)
Maximumformaat
papier
216 bij 356 mm
60 tot 163 g/m
2
10 vellen
(75 g/m
2
)
Minimumformaat
glanzend papier
76 bij 127 mm
75 tot 120 g/m
2
Maximale
stapelhoogte: 1,5 mm
Maximumformaat
glanzend papier
216 bij 356 mm
75 tot 120 g/m
2
Maximale
stapelhoogte: 1,5 mm
Minimumformaat
transparanten
76 bij 127 mm 0,10 tot 0,13 mm dik 5vellen
Maximumformaat
transparanten
216 bij 356 mm 0,10 tot 0,13 mm dik 5vellen
Minimumformaat
enveloppen
76 bij 127 mm
60 tot 90 g/m
2
Individual enveloppen
Maximumformaat
enveloppen
216 bij 356 mm
60 tot 90 g/m
2
Individual enveloppen
Minimumformaat
etiketten
76 bij 127 mm
60 tot 216 g/m
2
4vellen
Maximumformaat
etiketten
216 bij 356 mm
60 tot 216 g/m
2
4vellen
Minimumformaat
kaarten
76 bij 127 mm
135 tot 163 g/m
2
4vellen
Maximumformaat
kaarten
216 bij 356 mm
135 tot 163 g/m
2
4vellen
Papierformaten voor automatische documentinvoer
Automatische
documentinvoer (ADI)
Afmetingen Gewicht of dikte Capaciteit
Minimumformaat
papier
127 bij 127 mm
60 tot 90 g/m
2
50 vellen
(75 g/m
2
)
Maximumformaat
papier
216 bij 381 mm
60 tot 90 g/m
2
50 vellen
(75 g/m
2
)
10
Hoofdstuk 1 Kennismaking met het apparaat NLWW
2
De instellingen wijzigen via de
hp werkse t of via het
bedieningspaneel
Opmerking
De informatie over de HP werkset in dit hoofdstuk is alleen van toepassing op
besturingssystemen van Windows. Raadpleeg de online Help in de HP werkset voor
Macintosh voor informatie over de HP werkset voor Macintosh.
U kunt de instellingen van het apparaat wijzigen met behulp van de HP werkset of via het
bedieningspaneel. Het is meestal eenvoudiger om de apparaatinstellingen in de HP werkset
te wijzigen.
De volgende tabel geeft een overzicht van de instellingen die u kunt wijzigen in de HP
werkset en via het bedieningspaneel. Voor meer informatie over het wijzigen van
instellingen via de HP werkset kunt u de Help van de HP werkset raadplegen. U kunt de
Help van de HP werkset openen door links in het venster van de werkset op Hoe kan ik te
klikken. (Zie
De hp werkset (Windows) gebruiken voor meer informatie over het openen van
de Werkset.) Meer informatie over het wijzigen van de instellingen via het bedieningspaneel
vindt u in dit hoofdstuk.
Opmerking
Instellingen die in de toepassing zijn opgeslagen hebben voorrang boven de instellingen in
de printerdriver. De instellingen van de printerdriver hebben voorrang boven de instellingen
die via de HP werkset of via het bedieningspaneel zijn opgegeven.
Instelling of functie HP werkset Bedieningspaneel
De fabrieksinstellingen herstellen. X X
Informatiepagina's zoals de configuratiepagina, de
menustructuur van het bedieningspaneel en de
pagina met verbruiksinformatie afdrukken.
X X
De taal van het bedieningspaneel wijzigen. X X
De taal van de HP werkset wijzigen. X
Statuswaarschuwingen instellen. X
De instellingen voor het verzenden en ontvangen
van faxen configureren.
1
X X
Faxen bekijken of doorsturen die op de computer
zijn ontvangen.
1
X
De scanfunctie instellen op verzenden naar e-mail
of naar map.
X
De kopieerinstellingen wijzigen X X
Bestemmingen in het faxtelefoonboek toevoegen,
wissen of wijzigen.
1
X X
NLWW
11
Instelling of functie HP werkset Bedieningspaneel
De online gebruikershandleiding openen. X
De apparaatstatus op afstand controleren. X
1
Faxfuncties zijn alleen beschikbaar voor de HP LaserJet 3030 all-in-one.
12
Hoofdstuk 2 De instellingen wijzigen via de hp werkset of via het bedieningspaneel NLWW
De hp werkset (Windows) gebruiken
De HP werkset is een toepassing die gebruikmaakt van het internet. Met de werkset
kunnen de volgende taken worden uitgevoerd.
Opmerking
De HP LaserJet 3020 all-in-one omvat geen faxmogelijkheden.
De apparaatstatus controleren.
De apparaatinstellingen voor afdrukken, faxen, kopiëren en scannen bekijken.
Informatie over probleemoplossing en "Hoe kan ik"-informatie bekijken.
Online documenten bekijken.
Toegang krijgen tot de fax- en scansoftwaremogelijkheden.
Waarschuwingsinformatie bekijken over een bepaalde gebeurtenis of toestand op het
apparaat.
U kunt de HP werkset openen als het apparaat rechtstreeks is aangesloten op een
computer of wanneer het apparaat is aangesloten op een netwerk. Om de HP werkset te
kunnen gebruiken moet u alle softwareonderdelen geïnstalleerd hebben.
Opmerking
U heeft geen internetaansluiting nodig voor het openen en gebruiken van de HP werkset.
Als u echter op een link klikt in het gedeelte Overige links hebt u een internetaansluiting
nodig om de betreffende link te kunnen openen. Zie
Overige links voor meer informatie.
Ondersteunde besturingssystemen
De volgende besturingssystemen ondersteunen het gebruik van de HP werkset:
Windows 98, Windows 2000, Windows Millennium Edition (Me) en Windows XP
Opmerking
Het TCP/IP-protocol moet in het besturingssysteem geïnstalleerd zijn om gebruik te kunnen
maken van de HP werkset.
Ondersteunde br owsers
Om de HP werkset te kunnen gebruiken, hebt u één van de volgende browsers nodig:
Microsoft Internet Explorer 5.5 of later
Netscape Navigator 6.2 of later
Opera 7.0
Alle pagina's kunnen vanuit de browser worden afgedrukt.
De hp werkset openen
U kunt de HP werkset op één van de volgende manieren openen:
Dubbelklik in het bureaublad op het pictogram van de HP werkset
.
In het menu Start wijst u Hewlett-Packard aan en selecteert u hp LaserJet 3020 of hp
LaserJet 3030. Vervolgens selecteert u hp Werkset.
De HP werkset wordt geopend in een webbrowser.
NLWW De hp werkset (Windows) gebruiken
13
Opmerking
Nadat u het internetadres heeft geopend, kunt u het toevoegen aan uw favorieten zodat u
het een volgende keer snel terug kunt vinden.
De tabbladen van de hp werkset
De HP werkset bevat de volgende tabbladen:
Het tabblad Status
Het tabblad Fax (alleen beschikbaar voor de HP LaserJet 3030 all-in-one)
Het tabblad Scannen naar...
Het tabblad Problemen oplossen
Het tabblad Documentatie
Overige links
Iedere pagina van de HP werkset bevat links naar de HP website voor apparaatregistratie
en -ondersteuning en links voor het bestellen van benodigdheden. Om deze links te kunnen
openen hebt u een internetverbinding nodig. Wanneer u gebruikmaakt van een
inbelverbinding en u geen verbinding hebt gemaakt bij het openen van de HP werkset,
moet u alsnog verbinding maken om deze websites te kunnen bekijken.
Het tabblad Status
Het tabblad Status bevat links naar de volgende pagina's:
Status apparaat. Hier kunt u informatie over de apparaatstatus bekijken. Op deze
pagina wordt de toestand van het apparaat weergegeven zoals papierstoringen of lege
papierlades. Nadat u een probleem met het apparaat hebt verholpen, drukt u op
Vernieuwen om de apparaatstatus bij te werken.
Statuswaarschuwingen instellen. Hier kunt u waarschuwingen instellen als u wilt dat
het apparaat u automatisch waarschuwt bij problemen. Op deze pagina kunt u
waarschuwingen in- en uitschakelen, opgeven wanneer het apparaat een
waarschuwing moet afgeven en het type waarschuwing instellen dat u wilt ontvangen
(in de vorm van een berichtenvenster of een pictogram op de taakbalk). Om de
waarschuwingsinstellingen te activeren drukt u op Toepassen.
Apparaatconfiguratie. Hier kunt u de apparaatinstellingen bekijken. Op deze pagina
worden ook de geïnstalleerde accessoires weergegeven zoals DIMM's. Op de pagina
Apparaatconfiguratie wordt dezelfde informatie weergegeven als op de
configuratiepagina.
Infopagina's afdrukken. Op deze pagina kunt u de configuratiepagina en andere
informatiepagina's afdrukken voor het apparaat.
Tabblad Faxen
Opmerking
De HP LaserJet 3020 all-in-one omvat geen faxmogelijkheden.
Het tabblad Faxen bevat links naar de volgende pagina's:
Faxtaken
Faxtelefoonboek
14
Hoofdstuk 2 De instellingen wijzigen via de hp werkset of via het bedieningspaneel NLWW
Faxverzendlog
Eigenschappen faxgegevens
Faxrapporten
Gedetailleerde faxinstellingen
Opmerking
Raadpleeg de faxhandleiding voor meer informatie over het gebruik van de faxfuncties.
Het tabblad Scannen naar...
Het tabblad Scannen naar... bevat links naar de volgende pagina's:
Scannen naar e-mail of naar archief
Voorkeursinstellingen voor scannen
Opmerking
De scanvoorkeuren zijn alleen van toepassing op Scannen naar e-mail of een map.
Het tabblad Problemen oplossen
Het tabblad Problemen oplossen bevat links naar diverse informatie voor het oplossen
van problemen zoals het verhelpen van een papierstoring, het verbeteren van de
afdrukkwaliteit en het verhelpen van problemen met de fax-, kopieer- of scanfunctie.
Het tabblad Documentatie
Het tabblad Documentatie bevat links naar de volgende informatiebronnen:
Gebruikershandleiding. De gebruikershandleiding bevat informatie over het gebruik
van het apparaat, garantie-informatie, specificaties en ondersteuningsinformatie. De
gebruikershandleiding is beschikbaar in HTML- en PDF-formaat.
Late Breaking News. Document met het laatste nieuws over het apparaat. Alleen
beschikbaar in het Engels.
NLWW De hp werkset (Windows) gebruiken
15
Het bedieningspaneel gebruiken
Het is ook mogelijk om instellingen op te geven via het bedieningspaneel. Dit hoofdstuk
geeft informatie over de volgende taken:
Een configuratiepagina afdrukken
De menustructuur van het bedieningspaneel afdrukken
De fabrieksinstellingen herstellen
De taal van het bedieningspaneel wijzigen
Het standaardpapierformaat wijzigen
Het volume van het apparaat regelen
Een configuratiepagina afdrukken
U kunt een configuratiepagina afdrukken voor een overzicht van de huidige
apparaatinstellingen.
Zo drukt u een configuratiepagina af
1. Druk op
MENU
/
ENTER
.
2.
Gebruik de knop < of > om Rapporten te selecteren en druk vervolgens op
MENU
/
ENTER
.
3.
Gebruik de knop < of > om Config-rapport te selecteren en druk vervolgens op
MENU
/
ENTER
.
De menu-instellingen van het apparaat worden afgesloten en het rapport wordt afgedrukt.
De menustructuur van het bedieningspaneel afdrukken
Wanneer u de menustructuur afdrukt, hebt u een overzicht van de menuopties van het
bedieningspaneel.
Zo drukt u de menustructuur van het bedieningsp aneel af
1. Op het bedieningspaneel van het apparaat drukt u op
MENU
/
ENTER
.
2.
Gebruik de knop < of > om Rapporten te selecteren en druk vervolgens op
MENU
/
ENTER
.
3.
Gebruik de knop < of > om Menustructuur te selecteren en druk vervolgens op
MENU
/
ENTER
.
De menustructuur met de opties van het bedieningspaneel van het apparaat wordt
afgedrukt.
16
Hoofdstuk 2 De instellingen wijzigen via de hp werkset of via het bedieningspaneel NLWW
De fabrieksinstellingen herstellen
Als u de fabrieksinstellingen herstelt, worden alle instellingen hersteld naar de
fabrieksinstellingen. Voor de HP LaserJet 3030 all-in-one wordt ook de faxkopregel en het
telefoonnummer gewist. (Zie de faxhandleiding voor meer informatie over het toevoegen
van uw gegevens aan de faxkopregel.) Als u de fabrieksinstellingen herstelt, worden de
faxnummers en namen onder de sneltoetsen en snelkiescodes gewist. Opgeslagen
pagina's worden eveneens verwijderd. Na het herstellen van de fabrieksinstellingen wordt
het apparaat opnieuw opgestart.
Zo herstelt u de fabrieksinstellingen
1. Druk op
MENU
/
ENTER
.
2.
Gebruik de knop < of > om Service te selecteren en druk vervolgens op
MENU
/
ENTER
.
3.
Gebruik de knop < of > om Standaardwaarden te selecteren en druk op
MENU
/
ENTER
.
Druk vervolgens nogmaals op
MENU
/
ENTER
om uw keuze te bevestigen.
Het apparaat wordt automatisch opnieuw opgestart.
De taal van het bedieningspaneel wijzigen
Door de taal van het bedieningspaneel te wijzigen, kunnen rapporten worden afgedrukt en
berichten op het bedieningspaneel worden weergegeven in een andere taal dan de
standaardtaal voor uw land/regio.
Opmerking
De demopagina wordt alleen in het Engels afgedrukt.
Zo wijzigt u de taal van het bed ien ingspaneel
1. Druk op
MENU
/
ENTER
.
2.
Gebruik de knop < of > om Alg instellingen te selecteren en druk vervolgens op
MENU
/
ENTER
.
3.
Gebruik de knop < of > om Taal te selecteren en druk vervolgens op
MENU
/
ENTER
.
4. Gebruik de knop < of > om de gewenste taal te selecteren.
5. Druk op
MENU
/
ENTER
om uw selectie op te slaan.
Het apparaat wordt automatisch opnieuw opgestart.
Het standaardpapierformaat wijzigen
Het papierformaat moet zijn ingesteld op het formaat van het papier dat u gewoonlijk in de
invoerlade plaatst. Het apparaat gebruikt deze instelling voor het kopiëren, afdrukken van
rapporten, faxen en het bepalen van het automatisch verkleinen van inkomende faxen.
Zo wijzigt u het standaardpapierform aat
1. Druk op
MENU
/
ENTER
.
2.
Gebruik de knop < of > om Alg instellingen te selecteren en druk vervolgens op
MENU
/
ENTER
.
NLWW Het bedieningspaneel gebruiken
17
3.
Gebruik de knop < of > om St.papierformaat te selecteren en druk vervolgens op
MENU
/
ENTER
.
4. Gebruik de knop > of < totdat het formaat van het geladen papier wordt weergegeven.
U kunt Letter, Legal of A4 selecteren.
5. Druk op
MENU
/
ENTER
om uw selectie op te slaan.
Het volume van het apparaat regelen
U kunt het volume van de volgende geluiden regelen:
Het alarmsignaal dat wordt afgegeven om u ergens op attent te maken, bijvoorbeeld
dat de klep van het apparaat open staat;
De pieptonen die te horen zijn wanneer u op de toetsen van het bedieningspaneel drukt.
De telefoonlijn maakt geluid voor uitgaande faxen ( alleen HP LaserJet 3030 all-in-one).
Het belsignaal voor inkomende faxen ( alleen HP LaserJet 3030 all-in-one).
Het volume van het alarmsignaal wijzigen
Het alarmsignaal wordt afgegeven bij waarschuwingen of kritieke fouten. De lengte van het
alarmsignaal is één of drie seconden, afhankelijk van de soort fout.
1. Druk op
MENU
/
ENTER
.
2.
Gebruik de knop < of de > om Alg instellingen te selecteren en druk vervolgens op
MENU
/
ENTER
.
3.
Gebruik de knop < of de > om Vol-instellingen te selecteren en druk vervolgens op
MENU
/
ENTER
.
4.
Druk op
MENU
/
ENTER
om Alarmvolume te selecteren.
5.
Gebruik de knop < of > om Uit, Laag, Gemiddeld of Hoog te selecteren.
6. Druk op
MENU
/
ENTER
om uw selectie op te slaan.
Opmerking
Het alarmvolume staat standaard ingesteld op Laag.
Het volume voor de fax wijzigen (alleen hp LaserJet 3030 all-in-one)
Met deze instelling kunt u het volume regelen van de verschillende faxgeluiden die te horen
zijn tijdens het verzenden of ontvangen van een fax.
1. Druk op
VOLUME
.
2.
Gebruik de knop < of > om Uit, Laag, Gemiddeld of Hoog te selecteren.
3. Druk op
MENU
/
ENTER
om uw selectie op te slaan.
Opmerking
De fabrieksinstelling is Laag.
18
Hoofdstuk 2 De instellingen wijzigen via de hp werkset of via het bedieningspaneel NLWW
Het belvolume van de fax wijzigen (alleen de hp LaserJet 3030 all-in-
one)
Het faxsignaal is te horen wanneer de fax begint met het verzenden of ontvangen van een
fax. De lengte van het faxsignaal is afhankelijk van de lengte van de beltoon van het
plaatselijke telefoonbedrijf.
1. Druk op
MENU
/
ENTER
.
2.
Gebruik de knop < of de > om Alg instellingen te selecteren en druk vervolgens op
MENU
/
ENTER
.
3.
Gebruik de knop < of de > om Vol-instellingen te selecteren en druk vervolgens op
MENU
/
ENTER
.
4.
Druk op de knop < of > om Belvolume te selecteren en druk vervolgens op
MENU
/
ENTER
.
5.
Gebruik de knop < of > om Uit, Laag, Gemiddeld of Hoog te selecteren.
6. Druk op
MENU
/
ENTER
om uw selectie op te slaan.
Opmerking
De fabrieksinstelling is Laag.
Het volume van de bedieningspaneeltoetsen wijzigen
Met deze volumeregeling kunt u het geluid regelen dat te horen is wanneer u op de
bedieningspaneeltoetsen drukt.
1. Druk op
MENU
/
ENTER
.
2.
Gebruik de knop < of de > om Alg instellingen te selecteren en druk vervolgens op
MENU
/
ENTER
.
3.
Gebruik de knop < of de > om Vol-instellingen te selecteren en druk vervolgens op
MENU
/
ENTER
.
4.
Gebruik de knop < of de > om Vol. toetsindruk te selecteren en druk vervolgens op
MENU
/
ENTER
.
5.
Gebruik de knop < of > om Uit, Laag, Gemiddeld of Hoog te selecteren.
6. Druk op
MENU
/
ENTER
om uw selectie op te slaan.
Opmerking
De standaardinstelling van het volume van de bedieningspaneeltoetsen is Laag.
NLWW Het bedieningspaneel gebruiken
19
20
Hoofdstuk 2 De instellingen wijzigen via de hp werkset of via het bedieningspaneel NLWW
3
Afdrukken
In dit hoofdstuk wordt uitgelegd hoe u afdruktaken kunt uitvoeren met behulp van het
apparaat:
Afdrukken met handmatige invoer
Afdruktaken onderbreken of annuleren
Printerdrivers
Afdrukkwaliteitsinstellingen begrijpen
De afdrukkwaliteit optimaliseren voor afdrukmateriaal
Specificaties voor afdrukmateriaal
Richtlijnen voor het gebruik van afdrukmateriaal
Afdrukmateriaal selecteren voor de automatische documentinvoer (ADI)
Afdrukken op enveloppen
Afdrukken op transparanten en etiketten
Afdrukken op briefhoofdpapier of voorbedrukte formulieren
Afdrukken op speciaal papierformaat of op kaarten
Handmatig dubbelzijdig afdrukken
Meerdere pagina's op één vel afdrukken
Folders afdrukken
Watermerken afdrukken
NLWW
21
Afdrukken met handmatige invoer
Gebruik de handmatige invoer als u afdrukt op gemengd afdrukmateriaal, bijvoorbeeld als u
eerst een envelop afdrukt, vervolgens een brief, daarna nogmaals een envelop, enzovoort.
Plaats een envelop in de voorrangsinvoerlade en plaats het briefhoofdpapier in de
invoerlade.
Afdrukken met handmatige invoer
1. Open de eigenschappen van het apparaat of de printerinstellingen (printerdriver) in het
softwareprogramma.
2.
Op het tabblad Papier of het tabblad Papier/Kwaliteit selecteert u Handinvoer (lade
1) in de vervolgkeuzelijst Bron is: of Papierinvoer. (Zie
Afdrukkwaliteitsinstellingen
begrijpen voor informatie over het openen van de printerdriver vanaf de computer.)
3. Verzend de afdruktaak.
4.
Wacht totdat Handmatige invoer op het bedieningspaneel verschijnt nadat u de
instelling hebt gewijzigd. Druk vervolgens op
MENU
/
ENTER
om de taken af te drukken.
22
Hoofdstuk 3 Afdrukken NLWW
Afdruktaken onderbreken of annuleren
Als er een taak wordt afgedrukt, kunt u deze onderbreken door op
ANNULEREN
op het
bedieningspaneel te drukken.
VOORZICHTIG
Als u op de knop
ANNULEREN
drukt, wordt de taak die op dat moment wordt afgedrukt, gewist.
Alsuop
ANNULEREN
drukt terwijl er meerdere processen worden uitgevoerd (er wordt
bijvoorbeeld een document afgedrukt terwijl er een fax wordt ontvangen) dan wordt het
proces gewist dat wordt weergegeven op het bedieningspaneel.
U kunt ook een afdruktaak annuleren vanuit een softwareprogramma of een afdrukwachtrij.
Als u een afdruktaak direct wilt onderbreken, moet u het resterende papier uit de lade van
het apparaat halen. Nadat het afdrukken is onderbroken, beschikt u over de volgende
opties:
Bedieningspaneel: als u de afdruktaak wilt annuleren, drukt u één maal op
ANNULEREN
op het bedieningspaneel.
Softwareprogramma: doorgaans wordt er korte tijd een dialoogvenster op het scherm
weergegeven waarin u de afdruktaak kunt annuleren.
Afdrukwachtrij van Windows: als een afdruktaak in een afdrukwachtrij
(computergeheugen) of printerspooler staat, kunt u de taak daar wissen. Ga naar het
venster Printer in Windows 98, Windows Me, Windows 2000 en Windows XP. Klik op
Start, Instellingen en Printers. Dubbelklik op het pictogram van het apparaat om het
venster te openen, selecteer de afdruktaak en klik op Verwijderen.
Afdrukwachtrij (Macintosh): open de afdrukwachtrij door te dubbelklikken op het
pictogram van de printer in de Zoeker. Selecteer de afdruktaak en klik op Prullenmand.
NLWW Afdruktaken onderbreken of annuleren
23
Printerdrivers
Selecteer een van de volgende printerdrivers nadat u de software hebt geïnstalleerd:
PCL 6-driver (standaarddriver): gebruik de PCL 6-driver om de volledige functionaliteit
van het apparaat te kunnen gebruiken. De PCL 6-driver wordt aanbevolen tenzij volledige
achterwaartse compatibiliteit met voorgaande PCL-drivers of oudere printers vereist is.
PCL 5e-driver: gebruik de PCL 5e-driver als u wilt dat de afdrukresultaten overeenkomen
met afdrukken van oudere HP LaserJet-printers. In deze driver zijn bepaalde functies
(FastRes 1200 en 300 dpi) niet beschikbaar. (Gebruik niet de PCL 5e-driver die is
meegeleverd bij dit apparaat of bij oudere printers.)
PS-driver: gebruik de PostScript-driver® (PS) als compatibiliteit met PostScript gewenst is.
Bepaalde functies, zoals handmatig dubbelzijdig afdrukken, folders afdrukken, watermerken
en meer dan vier pagina's per vel afdrukken, zijn niet beschikbaar in deze driver.
Opmerking
Het apparaat schakelt automatisch tussen PostScript-emulatie en PCL-printertalen,
afhankelijk van de geselecteerde driver. Met PS-emulatie wordt Adobe® PostScript Level 2
geëmuleerd. Voor meer informatie over het openen van de driver raadpleegt u
De
afdrukinstellingen wijzigen.
De afdrukinstellingen wijzigen
Na de installatie hebt u via de printerdriver of een andere toepassing toegang tot de
printerinstellingen. Deze instellingen hebben geen gevolgen voor andere gebruikers op het
netwerk.
Gebruik een van de volgende methoden om de printerinstellingen te wijzigen.
Opmerking
U kunt een aantal instellingen ook in de HP werkset wijzigen. Voor meer informatie over de
HP werkset raadpleegt u
De hp werkset (Windows) gebruiken.
Standaardinstellingen voor alle toepassingen wijzigen (Windows )
Windows 98, Windows Me en Windows XP Home: In het menu Start wijst u Instellingen
aan en klikt u op Printers. Klik met de rechtermuisknop op het pictogram van het apparaat
en klik op Eigenschappen. Pas de gewenste instellingen aan en klik op OK.
Windows NT 4.0, Windows 2000 en Windows XP Professional: In het menu Start wijst u
Instellingen aan en klikt u op Printers. Klik in Windows 2000 met de rechtermuisknop op
het pictogram van het apparaat en kies Voorkeursinstellingen voor afdrukken. Klik in
Windows 4.0 met de rechtermuisknop op het pictogram van het apparaat en kies
Standaardwaarden document. Pas de gewenste instellingen aan en klik op OK.
Opmerking
Mogelijk wijken deze stappen af van de stappen die u in werkelijkheid moet uitvoeren. Dit is
echter de meest voorkomende manier.
Standaardinstellingen voor alle toepassingen wijzigen (Macintosh)
Macintosh OS X:
24
Hoofdstuk 3 Afdrukken NLWW
Opmerking
Voor een lijst met ondersteunde Macintosh besturingssystemen, zie Ondersteunde
besturingssystemen.
1. Open een document in een tekstverwerkingsprogramma.
2.
Selecteer Bestand en selecteer Afdrukken.
3. Breng de gewenste wijzigingen aan in de standaardinstellingen.
4.
Klik bij de opties voor instellingen op Aangepaste instellingen opslaan.
5.
Selecteer de optie Aangepast in het gedeelte Opgeslagen instellingen om de
instellingen te activeren bij het afdrukken van een document.
Opmerking
De stappen voor Macintosh Classic kunnen verschillen.
De instellingen van een afdruktaak wijzigen (Windows)
In het menu Bestand klikt u op Afdrukken. In het dialoogvenster Afdrukken klikt u op
Eigenschappen. Wijzig de instellingen die u op de huidige afdruktaak wilt toepassen en
klik op OK.
De instellingen van een afdruktaak wijzigen (Macintosh)
In het menu Bestand selecteert u Afdrukken. Geef de afdrukinstellingen op in het
dialoogvenster Afdrukken.
Opmerking
Mogelijk wijken deze stappen af van de stappen die u in werkelijkheid moet uitvoeren. Dit is
echter de meest voorkomende manier.
NLWW Printerdrivers
25
Afdrukkwaliteitsinstellingen begrijpen
Met de instellingen voor de afdrukkwaliteit bepaalt u hoe licht of hoe donker de afdruk is en
geeft u de opmaak op waarin de afbeeldingen worden afgedrukt. Met de instellingen voor
de afdrukkwaliteit kunt u ook de afdrukkwaliteit voor een specifiek type afdrukmateriaal
optimaliseren. Zie
De afdrukkwaliteit optimaliseren voor afdrukmateriaal voor meer
informatie.
U kunt de instellingen in de eigenschappen van het apparaat wijzigen voor specifieke taken
die u afdrukt. De volgende instellingen zijn beschikbaar afhankelijk van de printerdriver die
u gebruikt:
Beste kwaliteit (FastRes 1200): de resolutie wordt anders opgebouwd, zodat de taak
sneller kan worden afgedrukt. Dit is de standaardinstelling.
600 dpi
300 dpi
Aangepast: deze instelling biedt dezelfde resolutie als de instelling Sneller afdrukken,
maar u kunt de schaalpatronen wijzigen.
EconoMode (Toner besparen): tekst wordt afgedrukt met minder toner. Deze instelling
is nuttig wanneer u kladversies afdrukt. U kunt deze instelling onafhankelijk van andere
instellingen voor de afdrukkwaliteit opgeven.
Opmerking
Wanneer u de resolutie wijzigt, wordt de opmaak van de tekst mogelijk gewijzigd.
Afdrukkwaliteitsinstellingen tijdelijk wijzigen
Als u de instellingen voor de afdrukkwaliteit alleen voor het huidige programma wilt
wijzigen, opent u de eigenschappen via het menu Printerinstelling in het programma
waarmee u afdrukt. Zie
De afdrukinstellingen wijzigen voor meer informatie.
Instellingen voor de afdrukkwaliteit wijzigen voor alle
toekomstige taken
Opmerking
Zie De afdrukinstellingen wijzigen voor meer informatie over Macintosh-instructies.
Voor Windows 98, Windows 2000 en Windows Me:
1.
Klik op de taakbalk van Windows op Start, selecteer Instellingen en klik op Printers.
2. Klik met de rechtermuisknop op het pictogram van het apparaat.
3.
Klik op Eigenschappen (in Windows 2000 kunt u ook klikken op
Voorkeursinstellingen voor afdrukken).
4.
Wijzig de instellingen en klik op OK.
Voor Windows XP:
1.
Klik op de taakbalk van Windows op Start, selecteer Instellingen en klik op Printers
en faxen.
2. Klik met de rechtermuisknop op het pictogram van het apparaat.
26
Hoofdstuk 3 Afdrukken NLWW
3.
Klik op Eigenschappen of klik op Voorkeursinstellingen voor afdrukken.
4.
Wijzig de instellingen en klik op OK.
EconoMode gebruiken (om toner te besparen)
EconoMode is een functie waarmee de printer minder toner per pagina kan gebruiken. Als u
deze optie selecteert, verlengt u de gebruiksduur van de toner en vermindert u de kosten
per pagina. De afdrukkwaliteit neemt echter ook af. Er worden lichtere afdrukken gemaakt
die geschikt zijn als klad- of proefversie.
Hewlett-Packard raadt niet aan om altijd gebruiken te maken van EconoMode. Als
EconoMode wordt gebruikt wanneer de tonerdekking aanzienlijk lager dan vijf procent is,
kan het gebeuren dat de toner langer meegaat dan de mechanische onderdelen van de
printcartridge. Als de afdrukkwaliteit onder deze omstandigheden afneemt, moet u een
nieuwe printcartridge installeren, ook als er nog toner in de cartridge resteert.
Opmerking
Niet alle apparaatfuncties zijn beschikbaar voor alle printerdrivers of besturingssystemen.
Zie de online-Help in de eigenschappen van het apparaat (driver) voor informatie over de
beschikbare functies van de driver.
1. Als u EconoMode wilt inschakelen, opent u de apparaateigenschappen (of
Voorkeursinstellingen voor afdrukken in Windows 2000 en Windows XP). Zie
De
afdrukinstellingen wijzigen voor meer informatie.
2.
Selecteer het tabblad Papier/Kwaliteit of het tabblad Afwerking van de printerdriver
(het tabblad Papiersoort/Kwaliteit voor bepaalde Macintosh-drivers) en schakel het
selectievakje EconoMode in.
Opmerking
Zie Instellingen voor de afdrukkwaliteit wijzigen voor alle toekomstige taken voor instructies
over het gebruik van de instelling EconoMode voor alle toekomstige afdruktaken.
NLWW Afdrukkwaliteitsinstellingen begrijpen
27
De afdrukkwaliteit optimaliseren voor afdrukmateriaal
De instellingen voor afdrukmateriaal regelen de temperatuur van de fuser van het apparaat.
Om de afdrukkwaliteit te optimaliseren kunt u de instellingen wijzigen voor het
afdrukmateriaal dat u gebruikt. De instellingen kunnen worden geoptimaliseerd voor het
volgende afdrukmateriaal:
gewoon papier
voorbedrukt papier
geperforeerd papier
briefhoofdpapier
transparanten
etiketten
bankpostpapier
kringlooppapier
kleurenpapier
lichtgewicht papier (lichter dan 75 g/m
2
)
zwaar papier (90 tot 105 g/m
2
)
kaarten (105 tot 176 g/m
2
)
enveloppen
ruw papier
De functie voor optimaliseren gebruiken
U kunt de functie voor optimaliseren vinden in het tabblad Papier of het tabblad Papier/
Kwaliteit in de apparaateigenschappen (printerdriver). Zie
Afdrukkwaliteitsinstellingen
begrijpen voor meer informatie.
Opmerking
De afdruksnelheid kan variëren afhankelijk van de soort afdrukmateriaal en het formaat dat
u gebruikt.
Het is mogelijk dat u de instelling opnieuw moet wijzigen voor het optimaliseren van het
afdrukmateriaal waarop u gewoonlijk afdrukt.
28
Hoofdstuk 3 Afdrukken NLWW
Specificaties voor afdrukmateriaal
HP LaserJet-printers leveren een uitstekende afdrukkwaliteit. U kunt op diverse soorten
afdrukmateriaal afdrukken, zoals losse vellen (waaronder kringlooppapier), enveloppen,
etiketten, transparanten en afdrukmateriaal van aangepast formaat. Eigenschappen zoals
het gewicht, de korrel en het vochtgehalte zijn belangrijke factoren die invloed hebben op
de prestaties van het apparaat en de afdrukkwaliteit.
Het apparaat is geschikt voor een grote verscheidenheid aan papiersoorten en ander
afdrukmateriaal in overeenstemming met de richtlijnen in deze gebruikershandleiding.
Afdrukmateriaal dat niet aan deze richtlijnen voldoet, kan de volgende problemen
veroorzaken:
lage afdrukkwaliteit
meer papierstoringen
voortijdige slijtage van het apparaat waarvoor reparaties vereist zijn
Gebruik voor de beste resultaten alleen papier en afdrukmateriaal van HP. Hewlett-Packard
kan het gebruik van andere merken niet aanbevelen. HP heeft geen invloed op de kwaliteit
van deze producten omdat deze geen HP-producten zijn.
Ook wanneer afdrukmateriaal aan alle richtlijnen in deze gebruikershandleiding voldoet, is
het mogelijk dat het afdrukmateriaal niet de gewenste resultaten biedt. Dit kan komen door
onjuist gebruik, onjuiste temperaturen of vochtigheidsniveaus of andere variabelen waarop
Hewlett-Packard geen invloed heeft.
Voordat u een grote hoeveelheid afdrukmateriaal aanschaft, moet u controleren of dit
voldoet aan de vereisten die in deze gebruikershandleiding en in de HP LaserJet Printer
Family Print Media Guide worden vermeld. (Zie
hp onderdelen en accessoires bestellen
voor informatie over het aanvragen van de richtlijnen.) Test afdrukmateriaal altijd voordat u
een grote hoeveelheid aanschaft.
VOORZICHTIG
Wanneer u afdrukmateriaal gebruikt dat niet aan de specificaties van Hewlett-Packard
voldoet, kunnen problemen optreden met het apparaat waarvoor reparaties vereist zijn.
Deze reparaties worden niet gedekt door de garantie of de serviceovereenkomsten van
Hewlett-Packard.
Opmerking
Zie Specificaties afdrukmateriaal voor informatie over ondersteunde formaten, gewichten
en andere specificaties van afdrukmateriaal.
NLWW Specificaties voor afdrukmateriaal
29
Richtlijnen voor het gebruik van afdrukmateriaal
Volgt de richtlijnen in dit gedeelte voor het selecteren en het gebruiken van afdrukmateriaal.
Papier
Gebruik normaal papier voor het beste resultaat. Controleer of het papier van goede
kwaliteit is en geen insnijdingen, knikken, scheuren, vlekken, losse stukken, stof, kreukels,
gaten en gekrulde of gevouwen randen heeft.
Controleer het label op de verpakking als u niet zeker weet welk type papier (bijvoorbeeld
bankpost- of kringlooppapier) u plaatst.
Bepaald papier kan problemen met de afdrukkwaliteit, papierstoringen of schade aan het
apparaat veroorzaken.
Opmerking
Gebruik geen briefhoofden die zijn afgedrukt met inkt op lage temperatuur, zoals de inkt die
in bepaalde soorten thermografie wordt gebruikt.
Gebruik geen briefhoofd met reliëfdruk.
De toner wordt op het afdrukmateriaal aangebracht onder invloed van hitte en een
verhoogde druk. Controleer of gekleurd afdrukmateriaal en voorbedrukte formulieren zijn
vervaardigd met inkt die bestand zijn tegen de temperatuur van het apparaat (200° C
gedurende 0,1 seconde).
Veelvoorkomende problemen met afdrukmateriaal
Probleem Probleem met
afdrukmateriaal
Oplossing
Slechte afdrukkwaliteit of toner
hecht niet goed, problemen
met de invoer.
Te vochtig, te ruw, te glad of
reliëf.
Partij afdrukmateriaal van
slechte kwaliteit.
Probeer een ander type
afdrukmateriaal, tussen 100 en
250 Sheffield en een
vochtgehalte van 4 tot 6%.
Weggevallen van informatie,
papierstoring of krullen.
Het afdrukmateriaal is op
onjuiste wijze opgeslagen
Sla het afdrukmateriaal plat op
in de waterdichte verpakking.
Meer grijze
achtergrondarcering.
Het afdrukmateriaal is te zwaar. Gebruik lichter afdrukmateriaal.
Papier krult of er zijn
problemen met de invoer.
Te vochtig, verkeerde richting
van korrel of kleine korrels.
Gebruik afdrukmateriaal met
een lange korrel.
Papierstoring of schade aan
het apparaat.
Insnijdingen of perforaties. Gebruik geen afdrukmateriaal
met insnijdingen of perforaties.
Problemen met de invoer. Gekartelde randen. Gebruik afdrukmateriaal van
goede kwaliteit.
30
Hoofdstuk 3 Afdrukken NLWW
Etiketten
Opmerking
Gebruik voor de beste resultaten alleen etiketten van HP. Ga naar http://www.hp.com als u
benodigdheden van HP wilt bestellen.
Let bij het kiezen van etiketten op de volgende kwaliteitsaspecten:
Stickers: het kleefmiddel moet stabiel zijn bij een temperatuur van 200° C, de
maximumtemperatuur van het product.
Positie: gebruik alleen etiketten waarvan de achterzijde is afgedekt. Etiketten kunnen
vastplakken aan vellen met ruimte tussen de etiketten, waardoor ernstige
papierstoringen optreden.
Krullen: zorg dat de etiketten plat liggen en niet meer dan 13 mm omkrullen.
Staat: gebruik geen etiketten met kreukels, bobbels of andere kenmerken die erop
wijzen dat het etiket niet goed is bevestigd. Gebruik nooit etiketten die al een keer zijn
afgedrukt.
Transparanten
Transparanten moeten bestand zijn tegen een temperatuur van 200° C, de
maximumtemperatuur van het apparaat.
Enveloppen
Let bij het kiezen van enveloppen op de volgende kwaliteitsaspecten.
De constructie van de envelop
De constructie van de envelop is essentieel. De vouwlijnen van enveloppen kunnen sterk
variëren, niet alleen tussen enveloppen van verschillende merken, maar ook in een
verpakking met enveloppen van hetzelfde merk. De afdrukresultaten voor enveloppen zijn
voornamelijk afhankelijk van de kwaliteit van de enveloppen, die wordt bepaald door de
volgende factoren.
Weight: de envelop mag niet zwaarder zijn dan 105 g/m
2
, anders kunnen de
enveloppen vastlopen.
Constructie: voordat u begint met afdrukken, moeten de enveloppen plat liggen en
mogen deze niet meer dan 6 mm krullen. De enveloppen mogen geen lucht bevatten.
Enveloppen die lucht bevatten kunnen problemen veroorzaken.
Staat: zorg dat de enveloppen niet zijn gekreukeld of geknikt en niet op andere wijze
zijn beschadigd.
Formaten: de ondersteunde envelopformaten variëren van 90 x 160 mm tot 178 x 254
mm.
NLWW Richtlijnen voor het gebruik van afdrukmateriaal
31
Enveloppen met dubbelzijdige naden
Een envelop met dubbelzijdige naden heeft verticale naden aan beide zijden van de
envelop in plaats van diagonale naden. Bij deze constructie bestaat er een grotere kans op
kreukels tijdens het afdrukken. Controleer of de naad geheel doorgaat tot de hoek van de
envelop, zoals wordt weergegeven in de volgende afbeelding:
Enveloppen met zelfklevende randen of kleppen
Enveloppen met plakranden of met meer dan één klep die over de plakrand valt, moeten
kleefmiddelen bevatten die bestand zijn tegen de hitte en druk in het apparaat (200° C). De
extra kleppen en randen kunnen kreuken, vouwen of papierstoringen veroorzaken.
Enveloppen bewaren
Voor een goede afdrukkwaliteit is het van belang dat u de enveloppen op de juiste wijze
bewaart. U moet de enveloppen plat bewaren. Lucht in de envelop, zodat een luchtbel
ontstaat, kan de envelop kreukelen tijdens het afdrukken.
Kaarten en zwaar afdrukmateriaal
U kunt op veel soorten kaarten afdrukken vanuit de invoerlades, zoals indexkaarten en
briefkaarten. Bepaalde kaarten geven betere resultaten dan andere omdat de constructie
beter geschikt is voor gebruik in een laserapparaat.
Om een optimale afdrukkwaliteit te verkrijgen, kunt u beter geen afdrukmateriaal gebruiken
dat zwaarder is dan 157 g/m
2
. Te zwaar afdrukmateriaal kan invoerproblemen,
stapelproblemen, papierstoringen, slechte tonerfixering, een lage afdrukkwaliteit of sterke
mechanische slijtage veroorzaken.
Opmerking
Mogelijk kunt u afdrukken op zwaar afdrukmateriaal als u de invoerlade niet geheel vult en
als u afdrukmateriaal gebruikt met een gladheid van 100 tot 180 Sheffield.
Constructie van kaarten
Gladheid: kaarten met een gewicht van 135 tot 157 g/m
2
moeten een gladheid van 100
tot 180 Sheffield hebben. Kaarten van 60 tot 135 g/m
2
moeten een gladheid van 100 tot
250 Sheffield hebben.
Constructie: kaarten moeten plat liggen en minder dan 5 mm omkrullen.
32
Hoofdstuk 3 Afdrukken NLWW
Staat: zorg dat de kaarten niet zijn gekreukeld of geknikt en niet op andere wijze zijn
beschadigd.
Formaten: gebruik alleen kaarten die binnen de volgende afmetingen vallen:
Minimaal: 76 x 127 mm
Maximaal: 216 x 356 mm
Richtlijnen voor kaarten
Stel de marges in op minimaal 2 mm van de randen.
NLWW Richtlijnen voor het gebruik van afdrukmateriaal
33
Afdrukmateriaal selecteren voor de automatische
documentinvoer (ADI)
Gebruik de volgende richtlijnen wanneer u afdrukmateriaal selecteert voor de automatische
documentinvoer.
Specificaties van de automatische documentinvoer
Invoercapaciteit: de automatische documentinvoer kan maximaal 50 vellen papier van
kopieerkwaliteit met een gewicht van 60 tot 90 g/m
2
bevatten.
Papierformaat: gebruik alleen papier van kopieerkwaliteit dat binnen de volgende
afmetingen valt:
Minimaal: 127 x 127 mm
Maximaal: 215,9 x 381 mm
Opmerking
Gebruik de flatbedscanner voor het faxen (alleen HP LaserJet 3030 all-in-one , kopiëren of
scannen van materiaal dat tamelijk dun of dik is of snel beschadigd raakt. De
flatbedscanner biedt de beste fax-, kopieer- en scankwaliteit. De automatische
documentinvoer wordt aanbevolen voor het faxen, kopiëren en scannen van papier.
34
Hoofdstuk 3 Afdrukken NLWW
Afdrukken op enveloppen
Gebruik een van de volgende methoden om af te drukken op enveloppen:
Op één envelop afdrukken
Op meerdere enveloppen afdrukken
Op één envelop afdrukken
Gebruik alleen enveloppen voor laserprinters. Zie Specificaties voor afdrukmateriaal voor
meer informatie.
Opmerking
Gebruik de voorrangsinvoerlade voor het afdrukken op één envelop. Gebruik de
hoofdinvoerlade voor het afdrukken op meerdere enveloppen.
1. Voordat u de envelop in de invoer plaatst, schuift u de papiergeleiders naar buiten
zodat deze enigszins breder zijn dan de envelop.
2. Als de envelop een klep heeft langs de brede kant dan plaatst u de envelop met de
klepvouw links en de afdrukzijde omhoog. Als de envelop een klep heeft langs de korte
kant dan plaatst u de envelop met de klepvouw in de invoerrichting en de afdrukzijde
omhoog.
3. Pas de papiergeleiders aan de breedte van de envelop aan.
NLWW Afdrukken op enveloppen
35
4.
Voor Windows printerdrivers selecteert u de optie Envelop in de vervolgkeuzelijst Type
is: op het tabblad Papier of het tabblad Papier/Kwaliteit in de printerdriver.
Voor Macintosh printerdrivers selecteert u de optie Envelop als de papiersoort op het
tabblad Papier/Kwaliteit of in het tabblad Papier(het tabblad Papiersoort/Kwaliteit
voor sommige Macintosh drivers).
Opmerking
Niet alle apparaatfuncties zijn beschikbaar voor alle printerdrivers of besturingssystemen.
Zie de online-Help in de eigenschappen van het apparaat (driver) voor informatie over de
beschikbare functies van de driver.
5. Druk de envelop af.
Op meerdere enveloppen afdrukken
Gebruik alleen enveloppen voor laserprinters. Zie Specificaties voor afdrukmateriaal voor
meer informatie.
Opmerking
Gebruik de voorrangsinvoerlade voor het afdrukken op één envelop. Gebruik de
hoofdinvoerlade voor het afdrukken op meerdere enveloppen.
1. Open de invoerlade voor afdrukmateriaal en verwijder het papier.
2. Voordat u de enveloppen in de invoer plaatst, schuift u de papiergeleiders naar buiten
zodat deze enigszins breder zijn dan de enveloppen.
3. Als de enveloppen een klep hebben langs de brede kant dan plaatst u de enveloppen
met de klepvouw links en de afdrukzijde omhoog. Als de enveloppen een klep hebben
langs de korte kant dan plaatst u de enveloppen met de klepvouw in de invoerrichting
en de afdrukzijde omhoog.
36
Hoofdstuk 3 Afdrukken NLWW
4. Pas de papiergeleiders aan op de lengte en breedte van de enveloppen.
5.
Voor Windows printerdrivers selecteert u de optie Envelop in de vervolgkeuzelijst Type
is: op het tabblad Papier of het tabblad Papier/Kwaliteit in de printerdriver.
Voor Macintosh printerdrivers selecteert u Envelop als de papiersoort in het tabblad
Papier/Kwaliteit of in het tabblad Papier(het tabblad Papiersoort/Kwaliteit voor
sommige Macintosh drivers).
Opmerking
Niet alle apparaatfuncties zijn beschikbaar voor alle printerdrivers of besturingssystemen.
Zie de online-Help in de eigenschappen van het apparaat (driver) voor informatie over de
beschikbare functies van de driver.
6. Druk de enveloppen af.
NLWW Afdrukken op enveloppen
37
Afdrukken op transparanten en etiketten
Gebruik alleen transparanten en etiketten voor laserprinters, zoals HP transparanten en
etiketten van laserkwaliteit. Zie
Specificaties voor afdrukmateriaal voor meer informatie.
VOORZICHTIG
Controleer of het afdrukmateriaal niet gekreukt of omgekruld is en of het geen gescheurde
randen of ontbrekende etiketten heeft. Gebruik de etiketten nooit meer dan één keer in het
apparaat. Zelfklevende etiketten kunnen het apparaat namelijk beschadigen.
Afdrukken op transparanten en etiketten
VOORZICHTIG
Zorg dat het juiste afdrukmateriaal is ingesteld in de apparaatinstellingen (printerdriver). Zie
hiervoor de volgende procedure. Het apparaat stemt de fusertemperatuur af op het
ingestelde afdrukmateriaal. Wanneer u afdrukt op speciaal afdrukmateriaal zoals
transparanten of etiketten wordt voorkomen dat de fuser het afdrukmateriaal beschadigt
tijdens de doorvoer door het apparaat.
1. Plaats één pagina in de voorrangsinvoerlade of plaats meerdere pagina's in de
hoofdinvoerlade. Controleer of de bovenste rand van het afdrukmateriaal naar voren is
gericht en de afdrukzijde (ruwe zijde bij transparanten) naar boven.
2. Stel de papiergeleiders af.
38
Hoofdstuk 3 Afdrukken NLWW
3. Voor Windows printerdrivers selecteert u het juiste afdrukmateriaal in de
vervolgkeuzelijst Type is: op het tabblad Papier of het tabblad Papier/Kwaliteit in de
printerdriver.
Voor Macintosh printerdrivers selecteert u het juiste afdrukmateriaal in het tabblad
Papier/Kwaliteit of in het tabblad Papier (het tabblad Papiersoort/Kwaliteit voor
sommige Macintosh drivers).
Opmerking
Niet alle apparaatfuncties zijn beschikbaar voor alle printerdrivers of besturingssystemen.
Zie de online-Help in de eigenschappen van het apparaat (driver) voor informatie over de
beschikbare functies van de driver.
4. Druk het document af. Verwijder het afdrukmateriaal uit de uitvoerbak tijdens de uitvoer
om te voorkomen dat de vellen aan elkaar plakken en leg de afgedrukte pagina's op
een glad oppervlak.
NLWW Afdrukken op transparanten en etiketten
39
Afdrukken op briefhoofdpapier of voorbedrukte formulieren
Gebruik alleen briefhoofdpapier of voorbedrukte formulieren voor laserprinters, zoals HP
briefhoofdpapier en voorbedrukte formulieren van laserkwaliteit. Zie
Specificaties voor
afdrukmateriaal voor meer informatie.
U kunt als volgt briefhoofdpapier of voorbedrukte formulieren afdrukken.
Afdrukken op briefhoofdpapier en voorbedrukte formulieren
1. Voer het afdrukmateriaal in met de bovenrand naar voren en de afdrukzijde omhoog.
2. Stel de papiergeleiders af op de breedte van het afdrukmateriaal.
3. Druk het document af.
Opmerking
Als u eerst één vel briefhoofdpapier wilt afdrukken, gevolgd door een document van
meerdere pagina's, plaatst u eerst het gewone afdrukmateriaal in de invoerlade en dan het
briefhoofdpapier in de voorrangsinvoerlade. Het apparaat begint automatisch met
afdrukken vanuit de voorrangsinvoerlade.
40
Hoofdstuk 3 Afdrukken NLWW
Afdrukken op speciaal papierformaat of op kaarten
Het apparaat kan afdrukken op speciaal papierformaat en kaarten met een formaat tussen
de 76 x 127 mm en 216 x 356 mm. Afhankelijk van het afdrukmateriaal kunt u maximaal 10
vel vanuit de voorrangsinvoerlade afdrukken. Gebruik de invoerlade als u meer dan 10 vel
wilt afdrukken.
Opmerking
Controleer bij het plaatsen van het papier of de vellen niet aan elkaar plakken.
Op speciaal papierformaat of kaarten afdrukken
1. Voer het papier in met de smalle kant naar voren en de afdrukzijde omhoog. Stel de
papiergeleiders in op het afdrukmateriaal.
2.
Voor Windows printerdrivers klikt u op Aangepast in het tabblad Papier of in het
tabblad Papier/Kwaliteit. Geef de afmetingen op van het speciale papierformaat.
Voor Macintosh printerdrivers selecteert u de optie voor speciaal papierformaat in het
tabblad Papier/Kwaliteit of in het tabblad Papier (het tabblad Papiersoort/Kwaliteit
voor sommige Macintosh drivers). Geef de afmetingen op van het speciale
papierformaat.
Opmerking
Niet alle apparaatfuncties zijn beschikbaar voor alle printerdrivers of besturingssystemen.
Zie de online-Help in de eigenschappen van het apparaat (driver) voor informatie over de
beschikbare functies van de driver.
3. Voor het afdrukken op kaarten gaat u als volgt te werk:
Voor Windows printerdrivers selecteert u de optie Kaarten in de vervolgkeuzelijst Type
is: op het tabblad Papier of het tabblad Papier/Kwaliteit in de printerdriver.
Voor Macintosh printerdrivers selecteert u Kaarten in het tabblad Papier/Kwaliteit of in
het tabblad Papier (het tabblad Papiersoort/Kwaliteit voor sommige Macintosh
drivers).
4. Druk het document af.
NLWW Afdrukken op speciaal papierformaat of op kaarten
41
Handmatig dubbelzijdig afdrukken
Voor het maken van handmatige dubbelzijdige afdrukken moet u het materiaal tweemaal in
de printer invoeren.
Wanneer u handmatig dubbelzijdig afdrukt, kan de printer vuil worden waardoor de
afdrukkwaliteit vermindert. Zie
Reiniging en onderhoud voor informatie over het reinigen
van het apparaat.
Opmerking
Handmatig dubbelzijdig afdrukken wordt niet voor Macintosh ondersteund.
Handmatig dubbelzijdig afdrukken
Opmerking
In de printerdriver vindt u ook aanwijzingen en afbeeldingen voor handmatig dubbelzijdig
afdrukken.
1. Open de apparaateigenschappen in het softwareprogramma (printerdriver). Zie
De
instellingen van een afdruktaak wijzigen (Windows) voor instructies.
2.
Op het tabblad Afwerking selecteert u Dubbelzijdig afdrukken.
Opmerking
Als de optie Dubbelzijdig afdrukken grijs is weergegeven of niet beschikbaar is, opent u
de apparaateigenschappen (printerdriver). Zie
Standaardinstellingen voor alle toepassingen
wijzigen (Windows ) voor instructies. In het tabblad Apparaatinstellingen of Configureren
selecteert u Handm. dubbelzijdig afdrukken toestaan en klikt u op OK. Herhaal stap 1 en
2.
3. Druk het document af.
4. Nadat één zijde is afgedrukt, verwijdert u het overgebleven papier uit de invoerlade.
Leg dit weg totdat u de opdracht voor handmatig dubbelzijdig afdrukken heeft voltooid.
5. Plaats de enkelzijdig afgedrukte pagina's met de bedrukte zijde naar beneden en
controleer of de stapel recht ligt.
42
Hoofdstuk 3 Afdrukken NLWW
6. Plaats de stapel papier opnieuw in de invoerlade. Zijde één moet naar beneden gericht
zijn, met de bovenrand in de richting van de invoer.
7.
Klik op OK (in het computerscherm) en wacht totdat zijde twee is afgedrukt.
NLWW Handmatig dubbelzijdig afdrukken
43
Meerdere pagina's op één vel afdrukken
U kunt het aantal pagina's opgeven dat u op één vel wilt afdrukken. Als u besluit meerdere
pagina's op één vel af te drukken, worden de pagina's verkleind afgedrukt op het vel in
dezelfde volgorde als deze anders zouden worden afgedrukt. U kunt maximaal 9 pagina's
per vel opgeven onder Macintosh en maximaal 16 onder Windows.
Meerdere pagina's op één vel afdrukken (Windows)
1. Open de apparaateigenschappen in het softwareprogramma (printerdriver). Zie De
afdrukinstellingen wijzigen voor instructies.
2.
Op het tabblad Afwerking bij Pagina's per vel selecteert u het aantal pagina's dat u
per vel wilt afdrukken. U kunt maximaal 16 pagina's per vel selecteren.
3. Schakel het selectievakje voor het afdrukken van paginaranden in als u de pagina's wilt
afdrukken met randen. Selecteer in de vervolgkeuzelijst de volgorde waarin u de
pagina's wilt afdrukken op het vel.
Meerdere pagina's op één vel afdrukken (Macintosh)
1.
Selecteer de optie Lay-out in de vervolgkeuzelijst Algemeen.
2. Selecteer het aantal pagina's per vel dat u wilt afdrukken in de vervolgkeuzelijst
Pagina's per vel. U kunt maximaal negen pagina's per vel selecteren.
44
Hoofdstuk 3 Afdrukken NLWW
Folders afdrukken
Opmerking
Folders afdrukken wordt niet voor Macintosh ondersteund.
U kunt folders afdrukken op afdrukmateriaal van letter-, legal-, of A4-formaat.
Folders afdrukken
1. Laad het afdrukmateriaal in de invoerladen voor afdrukmateriaal.
2. Open de apparaateigenschappen in het softwareprogramma (printerdriver). Raadpleeg
De instellingen van een afdruktaak wijzigen (Windows) of De instellingen van een
afdruktaak wijzigen (Macintosh) voor meer informatie.
3.
In het tabblad Afwerking (het tabblad Papiersoort/Kwaliteit voor sommige Macintosh
drivers) selecteert u Dubbelzijdig afdrukken.
Opmerking
Als de optie Dubbelzijdig afdrukken grijs is weergegeven of niet beschikbaar is, opent u
de apparaateigenschappen (printerdriver). Raadpleeg
Standaardinstellingen voor alle
toepassingen wijzigen (Windows ) of Standaardinstellingen voor alle toepassingen wijzigen
(Macintosh) voor meer informatie. Op het tabblad Apparaatinstellingen of Configureren
selecteert u de optie voor handmatig dubbelzijdig afdrukken toestaan en klikt u op OK.
Herhaal stap 2 en 3.
Niet alle apparaatfuncties zijn beschikbaar voor alle printerdrivers of besturingssystemen.
Zie de online-Help in de eigenschappen van het apparaat (driver) voor informatie over de
beschikbare functies van de driver.
4. Stel het aantal pagina's per vel in op twee. Selecteer de gewenste bindoptie en klik op
OK.
5. Druk de folder af.
6. Nadat een zijde is afgedrukt, verwijdert u het overgebleven papier uit de invoerlade en
legt u het weg tot de folder is afgedrukt.
NLWW Folders afdrukken
45
7. Leg de afgedrukte pagina's met de afdrukzijde omlaag en zorg dat de stapel recht ligt.
8. Plaats de pagina's met zijde één opnieuw in de invoerlade. Zijde één moet naar
beneden gericht zijn, met de bovenrand in de richting van de invoer.
9.
Klik op OK (in het computerscherm) en wacht totdat zijde twee is afgedrukt.
10. Vouw de pagina's en niet ze aan elkaar.
46
Hoofdstuk 3 Afdrukken NLWW
Watermerken afdrukken
Opmerking
Watermerken afdrukken wordt niet ondersteund door Macintosh OS X.
Met de optie voor watermerken kunt u tekst op de achtergrond van een bestaand document
afdrukken. U wilt bijvoorbeeld in grote grijze letters Klad of Vertrouwelijk diagonaal
afdrukken op de eerste pagina of op alle pagina's van een document.
De functie voor watermerken gebruiken
1. Open de apparaateigenschappen in het softwareprogramma (printerdriver). Zie De
afdrukinstellingen wijzigen voor instructies.
2.
Geef op het tabblad Effecten (Windows) of in het venster Watermerk/overlay
(Macintosh) aan welk type watermerk u wilt afdrukken op uw document. Als u het
watermerk alleen op de eerste pagina van het document wilt afdrukken, selecteert u het
selectievakje Alleen eerste pagina afdrukken.
NLWW Watermerken afdrukken
47
48
Hoofdstuk 3 Afdrukken NLWW
4
Kopiëren
Gebruik de volgende instructies om kopieertaken vanaf het apparaat uit te voeren:
Originelen plaatsen om te kopiëren
Kopieertaken starten
Kopieertaken annuleren
De kopieerkwaliteit aanpassen
De instelling voor lichter/donkerder (contrast) aanpassen
Kopieën verkleinen of vergroten
De sorteerinstelling wijzigen
Het aantal exemplaren wijzigen
Foto's, dubbelzijdige originelen of boeken kopiëren
Opmerking
Een groot aantal functies dat in dit hoofdstuk wordt beschreven, kan ook met de HP
werkset worden uitgevoerd. Zie
De hp werkset (Windows) gebruiken of de online Help in de
HP werkset voor Macintosh voor instructies over het gebruik van de HP werkset.
NLWW
49
Originelen plaatsen om te kopiëren
Lees de volgende aanwijzingen om originelen in het apparaat te plaatsen en deze te
kopiëren. Voor kopieën van de beste kwaliteit gebruikt u de flatbedscanner. Zie
Afdrukmateriaal selecteren voor de automatische documentinvoer (ADI) voor informatie
over het selecteren van te kopiëren originelen.
Originelen op de flatbedscanner plaatsen
1. Controleer of de automatische documentinvoer leeg is.
2. Open de klep van de flatbedscanner.
3. Plaats het origineel met de afdrukzijde omlaag en met de linkerbovenhoek van het
document in de rechteronderhoek van de glasplaat van de flatbedscanner.
4. Sluit de klep voorzichtig.
5. Het document kan nu worden gekopieerd.
VOORZICHTIG
Zorg dat de klep van de scanner niet op het oppervlak van de flatbedscanner valt. Zo
voorkomt u schade aan het apparaat. Sluit de klep van de scanner altijd als het apparaat
niet wordt gebruikt.
Originelen in de automatische documentinvoer plaatsen
Opmerking
De ADI-capaciteit is maximaal 50 vel van 75 g/m
2
afdrukmateriaal.
Het minimumformaat voor afdrukmateriaal in de automatische documentinvoer is 127 x 127
mm. Voor materiaal met kleinere afmetingen gebruikt u de flatbedscanner. Het
maximumformaat voor afdrukmateriaal in de automatische documentinvoer is 216 x 381
mm.
1. Zorg dat de flatbedscanner leeg is.
2. Sluit de klep van de flatbedscanner en plaats de papierstapel met de bovenste rand
naar voren in de invoerlade voor automatische documentinvoer. Plaats het papier met
de afdrukzijde omhoog en leg de eerste pagina die moet worden gekopieerd boven op
de stapel.
50
Hoofdstuk 4 Kopiëren NLWW
3. Schuif de stapel in de automatische documentinvoer totdat het papier niet verder
doorgeschoven kan worden.
4.
Schuif de papiergeleiders tegen de stapel papier aan.
5. Het document kan nu worden gekopieerd.
VOORZICHTIG
Gebruik geen originelen met correctievloeistof, correctietape of nietjes om schade aan het
apparaat te voorkomen.
NLWW Originelen plaatsen om te kopiëren
51
Kopieertaken starten
Lees de volgende aanwijzingen om te kopiëren met het apparaat.
1. Plaats het origineel (één pagina tegelijk) met de bedrukte zijde naar beneden en met de
linkerbovenhoek van het document in de rechteronderhoek van de glasplaat.
of
Plaats het origineel met de bedrukte zijde naar boven in de automatische
documentinvoer.
2. Als u de HP LaserJet 3020 all-in-one gebruikt, drukt u op
PAPIERFORMAAT
om het
gekopieerde uitvoerformaat in te stellen op Letter, Legal of A4.
3. Druk op
START
/
KOPIËREN
op het bedieningspaneel om te beginnen met kopiëren.
4. Herhaal deze stappen voor elke kopie.
Zie
Originelen plaatsen om te kopiëren voor meer informatie over het plaatsen van
originelen op de flatbedscanner of in de automatische documentinvoer.
Opmerking
Als er gelijktijdig originelen in de automatische documentinvoer en op de flatbedscanner zijn
geplaatst, wordt automatisch het origineel in de automatische documentinvoer gescand.
Kopieertaken annuleren
Als u een kopieertaak wilt annuleren, drukt u op
ANNULEREN
op het bedieningspaneel. Als er
meer dan één proces wordt uitgevoerd, wordt het proces dat wordt weergegeven op het
bedieningspaneel, gewist wanneer u op
ANNULEREN
drukt.
Opmerking
Als u een kopieertaak annuleert, moet u het origineel van de flatbedscanner of uit de
automatische documentinvoer verwijderen.
52
Hoofdstuk 4 Kopiëren NLWW
De kopieerkwaliteit aanpassen
De fabrieksinstelling voor de kopieerkwaliteit is Tekst. Deze instelling is het meest geschikt
voor documenten die voornamelijk tekst bevatten.
Wanneer u een foto of afbeelding kopieert, kunt u de instelling Foto selecteren om de
kwaliteit van de kopie te verbeteren. Wilt u de hoogste fotokwaliteit, dan selecteert u Beste
Foto.
Wanneer u toner wilt besparen en de kopieerkwaliteit niet zo belangrijk is, kunt u de optie
Klad selecteren.
Kopieerkwaliteit voor de huidige taak aanpassen
1. Druk op de knop
KWALITEIT
op het bedieningspaneel om de huidige kwaliteitsinstellingen
van de kopie weer te geven.
2. Gebruik de knoppen < of > om de opties voor kwaliteitsinstellingen te weer te geven.
3. Selecteer een resolutie en druk op
START
/
KOPIËREN
om de selectie op te slaan en de
kopieertaak te starten of druk op
MENU
/
ENTER
om de selectie op te slaan zonder de
kopieertaak te starten.
Opmerking
De gewijzigde instelling blijft ongeveer twee minuten na het voltooien van de kopieertaak
actief. Gedurende deze periode verschijnt in het display op het bedieningspaneel Instell.
=Aangep..
De standaardkopieerkwaliteit aanpassen
1. Op het bedieningspaneel van het apparaat drukt u op
MENU
/
ENTER
.
2.
Gebruik de knop < of de > om Kopieerinst. te selecteren en druk vervolgens op
MENU
/
ENTER
.
3.
Druk op
MENU
/
ENTER
om Stand. kwaliteit te selecteren.
4. Gebruik de knop < of > om de opties weer te geven.
5. Druk op
MENU
/
ENTER
om de selectie op te slaan.
NLWW De kopieerkwaliteit aanpassen
53
De instelling voor lichter/donkerder (contrast) aanpassen
De instelling voor lichter of donkerder beïnvloedt het contrast van de kopie. Volg
onderstaande stappen om het contrast alleen voor de huidige kopieertaak te wijzigen.
Instellingen voor lichter/donkerder (contrast) voor de huidige
taak aanpassen
1. Druk op
LICHTER
/
DONKERDER
op het bedieningspaneel om de huidige instelling voor het
contrast weer te geven.
2. Gebruik de knop < of > om de instelling aan te passen. Verplaats de schuifknop naar
links als u de kopie lichter dan het origineel wilt kopiëren; verplaats de schuifknop naar
rechts als u de kopie donkerder dan het origineel wilt kopiëren.
3. Druk op
START
/
KOPIËREN
om de selectie op te slaan en de kopieertaak te starten of druk
op
START
/
KOPIËREN
om de selectie op te slaan zonder de taak te starten.
Opmerking
De gewijzigde instelling blijft ongeveer twee minuten na het voltooien van de kopieertaak
actief. Gedurende deze periode verschijnt in het display op het bedieningspaneel Instell.
=Aangep..
De standaardinstelling voor lichter/donkerder aanpassen
Opmerking
De instelling voor lichter/donkerder (contrast) geldt voor alle kopieeropdrachten.
1. Op het bedieningspaneel van het apparaat drukt u op
MENU
/
ENTER
.
2.
Gebruik de knop < of de > om Kopieerinst. te selecteren en druk vervolgens op
MENU
/
ENTER
.
3.
Gebruik de knop < of de > om Licht/donker te selecteren en druk vervolgens op
MENU
/
ENTER
.
4. Gebruik de knop < of > om de instelling aan te passen. Verplaats de schuifknop naar
links als u alle kopieën lichter dan het origineel wilt kopiëren of verplaats de schuifknop
naar rechts als u alle kopieën donkerder dan het origineel wilt kopiëren.
5.
Druk op
MENU
/
ENTER
om de selectie op te slaan.
54
Hoofdstuk 4 Kopiëren NLWW
Kopieën verkleinen of vergroten
Met het apparaat kunt u kopieën verkleinen tot 25 procent van het origineel of vergroten tot
maximaal 400 procent van het origineel. Bovendien kunt u automatisch de volgende
verkleiningen of vergrotingen maken:
Origineel=100%
Lgl > Ltr=78%
Lgl > A4=83%
A4 > Ltr=94%
Ltr > A4=97%
Voll. pag.=91%
Op pag. passen
2 pagina's/vel
4 pagina's/vel
Aangep.: 25-400%
Opmerking
Als u de instelling Op pag. passen gebruikt, kunt u alleen vanaf de flatbedscanner kopiëren.
Met het gebruik van de instelling 2 pagina's/vel of 4 pagina's/vel, kopieert u alleen van de
automatische documentinvoer (ADI). Na het selecteren van de optie 2 pagina's/vel of 4
pagina's/vel moet u de afdrukrichting van de pagina selecteren (staand of liggend).
NLWW Kopieën verkleinen of vergroten
55
Kopie voor de huidige taak verkleinen of vergroten
U kunt als volgt kopieën van de huidige taak verkleinen of vergroten.
1. Op het bedieningspaneel van het apparaat drukt u op
VERKL
./
VERGROTEN
.
2. Selecteer het formaat waartoe u de kopieën van deze taak wilt verkleinen of vergroten.
U kunt een van de volgende formaten selecteren:
Origineel=100%
Lgl > Ltr=78%
Lgl > A4=83%
A4 > Ltr=94%
Ltr > A4=97%
Voll. pag.=91%
Op pag. passen
2 pagina's/vel
4 pagina's/vel
Aangep.: 25-400%
Als u Aangep.: 25-400% selecteert, typt u een percentage in met behulp van de
alfanumerieke knoppen.
Als u 2 pagina's/vel of 4 pagina's/vel selecteert, selecteert u de afdrukrichting (staand
of liggend).
3. Druk op
START
/
KOPIËREN
om de selectie op te slaan en de kopieertaak te starten of druk
op
START
/
KOPIËREN
om de selectie op te slaan zonder de taak te starten.
Opmerking
De gewijzigde instelling blijft ongeveer twee minuten na het voltooien van de kopieertaak
actief. Gedurende deze periode verschijnt in het display op het bedieningspaneel Instell.
=Aangep..
Het standaardpapierformaat in de invoerlade moet overeenkomen met het uitvoerformaat.
Anders wordt mogelijk een deel van de kopie niet afgedrukt. Zie
Het
standaardpapierformaat wijzigen voor instructies.
Het standaardkopieerformaat wijzigen
Opmerking
Het standaardkopieerformaat is het formaat waartoe alle kopieën standaard worden
verkleind of vergroot. Als u de fabrieksinstelling van Origineel=100% niet wijzigt, krijgen
alle kopieën hetzelfde formaat als het origineel.
1. Druk op
MENU
/
ENTER
.
2.
Gebruik de knop < of de > om Kopieerinst. te selecteren en druk vervolgens op
MENU
/
ENTER
.
3.
Gebruik de knop < of de > om St. verkl/vergr te selecteren en druk vervolgens op
MENU
/
ENTER
.
56
Hoofdstuk 4 Kopiëren NLWW
4. Gebruik de knoppen < of > om de optie voor vergroten of verkleinen van kopieën weer
te geven. U kunt een van de volgende formaten selecteren:
Origineel=100%
Lgl > Ltr=78%
Lgl > A4=83%
A4 > Ltr=94%
Ltr > A4=97%
Voll. pag.=91%
Op pag. passen
2 pagina's/vel
4 pagina's/vel
Aangep.: 25-400%
Als u Aangep.: 25-400% selecteert, geeft u het percentage van het originele formaat op
dat u doorgaans wilt gebruiken voor kopiëren.
Als u 2 pagina's/vel of 4 pagina's/vel selecteert, selecteert u de afdrukrichting (staand
of liggend).
5. Druk op
MENU
/
ENTER
om uw selectie op te slaan.
NLWW Kopieën verkleinen of vergroten
57
De sorteerinstelling wijzigen
U kunt het apparaat zodanig instellen dat meerdere exemplaren van documenten
automatisch worden gesorteerd. Als u de functie voor automatisch sorteren hebt
ingeschakeld en bijvoorbeeld twee kopieën maakt van drie pagina's, worden de pagina's in
deze volgorde afgedrukt: 1,2,3,1,2,3. Als de functie voor automatisch sorteren niet is
ingeschakeld, worden de pagina's in deze volgorde afgedrukt: 1,1,2,2,3,3.
Als u de functie voor automatisch sorteren wilt gebruiken, mag het origineel niet te groot zijn
voor het geheugen. Wanneer dit wel het geval is, wordt slechts één kopie gemaakt en
wordt een bericht weergegeven dat u attent maakt op de wijziging. Als dit bericht verschijnt,
kunt u de taak op een van de volgende manieren voltooien.
Verdeel de taak in kleinere taken die minder pagina's bevatten.
Maak slechts één kopie van het document tegelijk.
Schakel de functie voor automatisch sorteren uit.
Gebruik de kwaliteitsinstelling Beste Foto in plaats van de instelling Foto.
De sorteerinstelling die u selecteert, geldt voor alle kopieën totdat u de instelling wijzigt.
U kunt de sorteerfunctie ook inschakelen in de software. Zie
De afdrukinstellingen wijzigen
voor het wijzigen van de instellingen in de software.
De sorteerinstelling voor de huidige taak wijzigen
Als u de HP LaserJet 3020 all-in-one gebruikt, kunt u op de knop
SORTEREN
drukken om de
sorteerinstelling voor de huidige taak Aan te schakelen of Uit te schakelen.
Opmerking
De gewijzigde instelling blijft ongeveer twee minuten na het voltooien van de kopieertaak
actief. Gedurende deze periode verschijnt in het display op het bedieningspaneel Instell.
=Aangep..
De standaardinstelling voor sorteren wijzigen
1. Op het bedieningspaneel van het apparaat drukt u op
MENU
/
ENTER
.
2.
Gebruik de knop < of de > om Kopieerinst. te selecteren en druk vervolgens op
MENU
/
ENTER
.
3.
Druk op
MENU
/
ENTER
om Stand. sorteren te selecteren.
4.
Gebruik de knop < of > om Aan of Uit te selecteren.
5. Druk op
MENU
/
ENTER
om uw selectie op te slaan.
Opmerking
De fabrieksinstelling voor het automatisch sorteren van kopieën is Aan.
58
Hoofdstuk 4 Kopiëren NLWW
Het aantal exemplaren wijzigen
U kunt een standaardwaarde tussen 1 en 99 opgeven voor het aantal kopieën.
Aantal kopieën voor de huidige taak wijzigen
1. Druk op de A
ANTAL EXEMPLAREN
op het bedieningspaneel en gebruik de knop < of > om
het aantal te wijzigen dat wordt weergegeven op het bedieningspaneel.
of
Gebruik de alfanumerieke knoppen om het aantal kopieën (tussen 1 en 99) voor de
huidige taak op te geven.
2. Druk op
START
/
KOPIËREN
om de opdracht te starten.
Opmerking
De gewijzigde instelling blijft ongeveer twee minuten na het voltooien van de kopieertaak
actief. Gedurende deze periode verschijnt in het display op het bedieningspaneel Instell.
=Aangep..
De standaardinstelling voor het aantal kopieën wijzigen
1. Op het bedieningspaneel van het apparaat drukt u op
MENU
/
ENTER
.
2.
Gebruik de knop < of de > om Kopieerinst. te selecteren en druk vervolgens op
MENU
/
ENTER
.
3.
Gebruik de knop < of de > om Standaardaantal te selecteren en druk vervolgens op
MENU
/
ENTER
.
4. Gebruik de alfanumerieke knoppen om het standaardaantal kopieën (tussen 1 en 99)
op te geven.
5. Druk op
MENU
/
ENTER
om uw selectie op te slaan.
Opmerking
De fabrieksinstelling voor het aantal kopieën is 1.
NLWW Het aantal exemplaren wijzigen
59
Foto's, dubbelzijdige originelen of boeken kopiëren
Een foto kopiëren
1. Plaats de foto met de afbeelding omlaag op de flatbedscanner, waarbij de
linkerbovenhoek van de foto zich in de rechterbenedenhoek van het glas bevindt.
2. Sluit de klep voorzichtig.
3. U kunt de foto nu kopiëren met behulp van een van de scanmethoden. Zie
Scanmethoden voor meer informatie.
Meerdere dubbelzijdige originelen kopiëren
1. Plaats de stapel originelen die u wilt kopiëren in de automatische documentinvoer.
Plaats de vellen hierbij met de bedrukte zijde naar boven en met de eerste pagina die
moet worden gescand boven op de stapel.
2. Druk op
START
/
KOPIËREN
. De oneven pagina's worden eerst gekopieerd en afgedrukt.
3. Verwijder de stapel uit de automatische documentinvoer en plaats de stapel vervolgens
opnieuw in de automatische documentinvoer met de laatste pagina boven en de
bovenste paginarand in de richting van de invoer.
60
Hoofdstuk 4 Kopiëren NLWW
4. Druk op
START
/
KOPIËREN
. De even pagina's worden eerst gekopieerd en afgedrukt.
5. Sorteer de even en oneven pagina's.
Boeken kopiëren
1. Open de klep en plaats het boek op de flatbedscanner. Zorg dat de pagina die u wilt
kopiëren, zich in de rechteronderhoek van de glasplaat bevindt.
2. Sluit de klep voorzichtig.
3. Druk de klep voorzichtig op het boek, zodat dit tegen de glasplaat wordt gedrukt.
4. Druk op de knop
START
/
KOPIËREN
, of kopieer het boek via een andere scanmethode. Zie
Scanmethoden voor meer informatie.
NLWW Foto's, dubbelzijdige originelen of boeken kopiëren
61
62
Hoofdstuk 4 Kopiëren NLWW
5
Scannen
Lees de volgende aanwijzingen voor het uitvoeren van scantaken:
Originelen op de scan plaatsen
Scanmethoden
Scannen vanaf het bedieningspaneel van het apparaat (Windows)
Scantaken annuleren
Scannen vanuit de hp LaserJet scansoftware (Windows)
Vanaf het apparaat en hp Director (Macintosh) scannen
Scannen vanuit software die compatibel is met TWAIN en WIA
Een foto of boek scannen
Scannen met OCR
Resolutie en kleur van de scanner
NLWW
63
Originelen op de scan plaatsen
Lees de volgende aanwijzingen om originelen in het apparaat te plaatsen en deze te
scannen. Voor de beste scanresultaten gebruikt u de flatbedscanner. Zie
Afdrukmateriaal
selecteren voor de automatische documentinvoer (ADI) voor informatie over het kiezen van
originelen om te scannen.
Originelen op de flatbedscanner plaatsen
1. Zorg dat de automatische documentinvoer leeg is.
2. Open de klep van de flatbedscanner.
3. Plaats het origineel met de afdrukzijde omlaag en met de linkerbovenhoek van het
document in de rechteronderhoek van de glasplaat van de flatbedscanner.
4. Sluit de klep voorzichtig.
5. Het document kan nu worden gescand.
VOORZICHTIG
Zorg dat de klep van de scanner niet op het oppervlak van de flatbedscanner valt. Zo
voorkomt u schade aan het apparaat. Sluit de klep van de scanner altijd als het apparaat
niet wordt gebruikt.
64
Hoofdstuk 5 Scannen NLWW
Originelen in de automatische documentinvoer plaatsen
Opmerking
De automatische documentinvoer heeft een capaciteit van 50 vel van 75 g/m
2
(afhankelijk
van de dikte van het materiaal). U kunt de automatische documentinvoer ook vullen met
papier totdat deze vol is.
Het minimumformaat voor afdrukmateriaal in de automatische documentinvoer is 127 x 127
mm. Voor materiaal met kleinere afmetingen gebruikt u de flatbedscanner. Het
maximumformaat voor afdrukmateriaal in de automatische documentinvoer is 215,9 x 381
mm.
1. Zorg dat de flatbedscanner leeg is.
2. Sluit de klep van de flatbedscanner en plaats de papierstapel met de bovenste rand
naar voren in de invoerlade voor automatische documentinvoer. Plaats het papier met
de afdrukzijde omhoog en leg de eerste pagina die moet worden gescand boven op de
stapel.
3. Schuif de stapel in de automatische documentinvoer totdat het papier niet verder
doorgeschoven kan worden.
4.
Verschuif de papiergeleiders totdat deze aansluiten.
5. Het document kan nu worden gescand.
VOORZICHTIG
Gebruik geen originelen met correctievloeistof, correctievloeistof of nietjes om schade aan
het apparaat te voorkomen.
NLWW Originelen op de scan plaatsen
65
Scanmethoden
U kunt op de volgende manieren originelen scannen.
Vanaf het apparaat: gebruik de scanknoppen op het bedieningspaneel om
rechtstreeks vanaf het apparaat te scannen. De knop
SCANNEN NAAR
kan worden
geprogrammeerd om te scannen naar een map (alleen Windows) of naar een e-mail.
Zie
Scannen vanaf het bedieningspaneel van het apparaat (Windows) voor meer
informatie.
Vanuit de hp LaserJet scansoftware (Windows): Druk op
SCAN STARTEN
op het
bedieningspaneel om de HP LaserJet Scansoftware te starten. Druk op
SCAN STARTEN
om de HP LaserJet Scansoftware te starten die niet wordt ondersteund als het apparaat
op een netwerk is aangesloten. (Alleen rechtstreekse aansluiting). U kunt de HP
LaserJet Scansoftware ook vanaf de computer openen. Zie
Scannen vanuit de hp
LaserJet scansoftware (Windows) voor meer informatie.
Scannen vanuit hp Director (Macintosh): Plaats een origineel in de automatische
documentinvoer om het venster van HP Director te openen. U kunt HP Director ook
vanaf de computer openen door op de alias van de HP Director link (alleen Macintosh
OS X) of de alias op het bureaublad te klikken. Zie
Vanaf het apparaat en hp Director
(Macintosh) scannen voor meer informatie.
Vanuit software die compatibel is met TWAIN of WIA: Het apparaat is TWAIN-
compatibel en WIA-compatibel en werkt met Windows-gebaseerde en Macintosh-
gebaseerde programma's die TWAIN-compatibele of WIA-compatibele scanapparaten
ondersteunen. De scansoftware van het apparaat is ook TWAIN-compatibel en WIA-
compatibel. Zie
Scannen vanuit software die compatibel is met TWAIN en WIA voor
meer informatie.
Opmerking
Installeer het Readiris-programma met behulp van de software-cd-rom als u meer wilt
weten over OCR-software (Optical Character Recognition) en u deze software wilt
gebruiken.
66
Hoofdstuk 5 Scannen NLWW
Scannen vanaf het bedieningspaneel van het apparaat (Windows)
Opmerking
Macintosh-gebruikers: Zie Vanaf het apparaat en hp Director (Macintosh) scannen voor
informatie over het starten van een scan vanaf het bedieningspaneel.
Lees de volgende aanwijzingen om rechtstreeks vanaf het bedieningspaneel van het
apparaat te scannen.
Opmerking
Voor de beste scanresultaten plaatst u de originelen op de flatbedscanner in plaats van in
de automatische documentinvoer.
De computer die is aangesloten op het apparaat moet aan staan.
De knop Scannen naar van het apparaat programmeren
Om de knop
SCANNEN NAAR
van het apparaat te programmeren moet u de
apparaatinstellingen openen. Open de HP werkset en klik op het tabblad Scannen naar....
Raadpleeg de Help van de HP werkset voor meer informatie.
Scannen naar e-mail
Gebruik de volgende instructies voor het scannen naar e-mail met behulp van de knop
SCANNEN NAAR
op het bedieningspaneel.
Opmerking
Om deze functie onder Windows te kunnen gebruiken, moet een e-mailontvanger
geprogrammeerd zijn in het tabblad Scannen naar.... Zie
De knop Scannen naar van het
apparaat programmeren voor meer informatie. Voor Macintosh, stelt u deze functie in op
het tabblad Apparaat bewaken . Zie de HP Director online Help.
1. Plaats de originelen met de te scannen zijde naar boven in de automatische
documentinvoer. Schuif de papiergeleiders tegen de originelen aan.
of
Til de klep van de flatbedscanner omhoog en plaats het origineel dat u wilt scannen
met de bedrukte zijde naar beneden en met de linkerbovenhoek van het document in
de rechterbenedenhoek van de glasplaat. Sluit de klep voorzichtig.
2. Druk op
SCANNEN NAAR
op het bedieningspaneel.
3. Gebruik de knoppen < en > om een e-mailontvanger te selecteren.
4. Druk op
SCAN STARTEN
of
MENU
/
ENTER
. Het gescande origineel wordt als bijlage aan een e-
mailbericht toegevoegd en automatisch naar de e-mailontvanger verzonden die u bij
stap 3 heeft geselecteerd.
Scannen naar een map
Gebruik de volgende instructies voor het scannen naar een map met behulp van de knop
SCANNEN NAAR
op het bedieningspaneel.
NLWW Scannen vanaf het bedieningspaneel van het apparaat (Windows)
67
Opmerking
Om deze functie onder Windows te kunnen gebruiken, moet een map zijn opgegeven in het
tabblad Scannen naar.... Zie
De knop Scannen naar van het apparaat programmeren voor
meer informatie.
1. Plaats de originelen die u wilt scannen met de bedrukte zijde naar boven en met de
bovenrand van het document naar voren in de automatische documentinvoer en schuif
de papiergeleiders tegen de originelen.
of
Til de klep van de flatbedscanner omhoog en plaats het origineel dat u wilt scannen
met de bedrukte zijde naar beneden en met de linkerbovenhoek van het document in
de rechterbenedenhoek van de glasplaat. Sluit de klep voorzichtig.
2. Druk op
SCANNEN NAAR
op het bedieningspaneel.
3. Gebruik de knop < of > om een map te selecteren.
4. Druk op
SCAN STARTEN
of
MENU
/
ENTER
. Het gescande document wordt opgeslagen in de
map die u hebt geselecteerd bij stap 3.
68
Hoofdstuk 5 Scannen NLWW
Scantaken annuleren
Ga als volgt te werk om een scantaak te annuleren.
Druk op
ANNULEREN
op het bedieningspaneel.
Klik op de knop Annuleren in het dialoogvenster.
Als u een scantaak annuleert, moet u het origineel van de flatbedscanner of uit de
automatische documentinvoer verwijderen.
Opmerking
Deze procedures kunnen afwijken voor Macintosh-besturingssystemen.
NLWW Scantaken annuleren
69
Scannen vanuit de hp LaserJet scansoftware (Windows)
Gebruik de HP LaserJet scansoftware als u een origineel wilt scannen naar:
een e-mail
een map
een ander softwareprogramma dat u hebt opgegeven
het Readiris OCR programma als dit op de computer geïnstalleerd is
Voor gedetailleerde informatie over het plaatsen van originelen in de automatische
documentinvoer raadpleegt u
Originelen op de scan plaatsen.
Scannen naar e-mail
1. Plaats de originelen met de te scannen zijde naar boven in de automatische
documentinvoer. Schuif de papiergeleiders tegen de originelen aan.
of
Til de klep van de flatbedscanner omhoog en plaats het origineel dat u wilt scannen
met de bedrukte zijde naar beneden en met de linkerbovenhoek van het document in
de rechterbenedenhoek van de glasplaat. Sluit de klep voorzichtig.
2.
Op de computer klikt u op Start en selecteert u Hewlett-Packard, hp LaserJet 3030 of
hp LaserJet 3020, en vervolgens Scannen.
of
Druk op
SCAN STARTEN
op het apparaat. De HP LaserJet scansoftware wordt geopend op
de computer. Druk op
SCAN STARTEN
om de HP LaserJet Scansoftware te starten die niet
wordt ondersteund als het apparaat op een netwerk is aangesloten. (Alleen
rechtstreekse aansluiting).
3.
In het dialoogvenster van HP LaserJet Scan selecteert u Verzenden via e-mail.
4.
Klik op Instellingen.
5.
Stel de gewenste scaninstellingen in en klik op OK om terug te keren naar het
dialoogvenster van HP LaserJet Scan.
Opmerking
U kunt de instellingen opslaan met de optie Snelinstellingen in het tabblad Algemeen. Als
u na het opslaan van een Snelinstelling het selectievakje selecteert, dan worden de
opgeslagen instellingen de standaardinstellingen de volgende keer dat u naar een e-mail
scant.
6.
Klik op Scannen. Het origineel wordt gescand, als bijlage aan een e-mail toegevoegd
en automatisch verzonden.
Opmerking
Als er geen e-mailontvanger is opgegeven in het tabblad E-mail dan wordt het origineel
gescand en toegevoegd als bijlage aan een nieuw e-mailbericht, maar niet verzonden. U
kunt dan zelf de e-mailontvanger opgeven, een bericht schrijven, andere bijlagen
toevoegen en de e-mail verzenden.
De opties die u bij stap 5 opgeeft gelden alleen voor de huidige taak, tenzij u de instelling
als Snelinstelling opslaat.
70
Hoofdstuk 5 Scannen NLWW
Scannen naar een bestand
1. Plaats de originelen met de te scannen zijde naar boven in de automatische
documentinvoer. Schuif de papiergeleiders tegen de originelen aan.
of
Til de klep van de flatbedscanner omhoog en plaats het origineel dat u wilt scannen
met de bedrukte zijde naar beneden en met de linkerbovenhoek van het document in
de rechterbenedenhoek van de glasplaat. Sluit de klep voorzichtig.
2.
Op de computer klikt u op Start en selecteert u Hewlett-Packard, hp LaserJet 3030 of
hp LaserJet 3020, en vervolgens Scannen.
of
Druk op
SCAN STARTEN
op het apparaat. De HP LaserJet scansoftware wordt geopend op
de computer. Druk op
SCAN STARTEN
om de HP LaserJet Scansoftware te starten die niet
wordt ondersteund als het apparaat op een netwerk is aangesloten. (Alleen
rechtstreekse aansluiting).
3.
In het dialoogvenster van HP LaserJet Scan selecteert u Verzenden naar bestand.
4.
Klik op Instellingen.
5.
Stel de gewenste scaninstellingen in en klik op OK om terug te keren naar het
dialoogvenster van HP LaserJet Scan.
Opmerking
U kunt de instellingen opslaan met de optie Snelinstellingen in het tabblad Algemeen. Als
u na het opslaan van een Snelinstelling het selectievakje selecteert, dan worden de
opgeslagen instellingen de standaardinstellingen de volgende keer dat u naar een e-mail
scant.
6.
Klik op Scannen. Voer een bestandsnaam in wanneer het programma dit vraagt.
Opmerking
De opties die u bij stap 5 opgeeft gelden alleen voor de huidige taak, tenzij u de instelling
als Snelinstelling opslaat.
Naar een ander softwareprogramma scannen
Door naar een ander softwareprogramma te scannen kunt u naar een programma scannen
dat niet compatibel is met TWAIN of WIA.
1. Plaats de originelen met de te scannen zijde naar boven in de automatische
documentinvoer. Schuif de papiergeleiders tegen de originelen aan.
of
Til de klep van de flatbedscanner omhoog en plaats het origineel dat u wilt scannen
met de bedrukte zijde naar beneden en met de linkerbovenhoek van het document in
de rechterbenedenhoek van de glasplaat. Sluit de klep voorzichtig.
2.
Op de computer klikt u op Start en selecteert u Hewlett-Packard, hp LaserJet 3030 of
hp LaserJet 3020, en vervolgens Scannen.
of
Druk op
SCAN STARTEN
op het apparaat. De HP LaserJet scansoftware wordt geopend op
de computer. Druk op
SCAN STARTEN
om de HP LaserJet Scansoftware te starten die niet
wordt ondersteund als het apparaat op een netwerk is aangesloten. (Alleen
rechtstreekse aansluiting).
NLWW Scannen vanuit de hp LaserJet scansoftware (Windows)
71
3.
In het dialoogvenster van HP LaserJet Scan selecteert u Verzenden nar een ander
softwareprogramma.
4.
Klik op Instellingen.
5.
Stel de gewenste opties in. In het tabblad Overige toepassingen klikt u op Bladeren
om het .exe-bestand van het programma te zoeken. U kunt ook de locatie van het .exe-
bestand opgeven.
Opmerking
U kunt de instellingen opslaan met de optie Snelinstellingen in het tabblad Algemeen. Als
u na het opslaan van een Snelinstelling het selectievakje selecteert, dan worden de
opgeslagen instellingen de standaardinstellingen de volgende keer dat u naar een ander
softwareprogramma scant.
6. Selecteer het bestandstype dat door dit programma wordt ondersteund.
7.
Klik op OK om terug te keren naar het dialoogvenster van HP LaserJet Scan.
8.
Klik op Scannen.
Opmerking
De opties die u bij stap 5 opgeeft gelden alleen voor de huidige taak, tenzij u de instelling
als Snelinstelling opslaat.
Scannen naar de software Readiris OCR
1. Plaats de originelen met de te scannen zijde naar boven in de automatische
documentinvoer. Schuif de papiergeleiders tegen de originelen aan.
of
Til de klep van de flatbedscanner omhoog en plaats het origineel dat u wilt scannen
met de bedrukte zijde naar beneden en met de linkerbovenhoek van het document in
de rechterbenedenhoek van de glasplaat. Sluit de klep voorzichtig.
2.
Op de computer klikt u op Start en selecteert u Hewlett-Packard, hp LaserJet 3030 of
hp LaserJet 3020, en vervolgens Scannen.
of
Druk op
SCAN STARTEN
op het apparaat. De HP LaserJet scansoftware wordt geopend op
de computer. Druk op
SCAN STARTEN
om de HP LaserJet Scansoftware te starten die niet
wordt ondersteund als het apparaat op een netwerk is aangesloten. (Alleen
rechtstreekse aansluiting).
3.
In het dialoogvenster van HP LaserJet Scan selecteert u Verzenden naar Readiris
OCR software.
4.
Klik op Scannen.
Opmerking
Readiris moet op de computer geïnstalleerd zijn voordat het apparaat naar een Readiris
OCR-programma kan scannen. De meegeleverde cd-rom met de software bevat het
Readiris OCR-programma.
72
Hoofdstuk 5 Scannen NLWW
Vanaf het apparaat en hp Director (Macintosh) scannen
De procedures in dit hoofdstuk zijn bestemd voor Macintosh OS X. De procedures voor
Macintosh OS Classic kunnen afwijken.
Voor meer informatie over de in dit hoofdstuk beschreven taken en instellingen raadpleegt
u de online Help van HP Director.
Zie
Originelen op de scan plaatsen voor gedetailleerde informatie over het plaatsen van
originelen op de flatbedscanner of in de automatische documentinvoer.
Scannen naar e-mail
1. Plaats de originelen met de te scannen zijde naar boven in de automatische
documentinvoer. Schuif de papiergeleiders tegen de originelen aan.
of
Til de klep van de flatbedscanner omhoog en plaats het origineel dat u wilt scannen
met de bedrukte zijde naar beneden en met de linkerbovenhoek van het document in
de rechterbenedenhoek van de glasplaat. Sluit de klep voorzichtig.
2. Druk op
SCANNEN NAAR
op het bedieningspaneel.
3. Gebruik de knop < en > om een e-mailprogramma zoals Apple Mail te selecteren.
4. Druk op
SCAN STARTEN
op het bedieningspaneel. Het origineel wordt gescand. Het e-
mailprogramma dat u bij stap 3 heeft geselecteerd wordt geopend. Een leeg e-
mailbericht wordt geopend met het gescande document als bijlage.
Opmerking
Als u het scannen start met Scannen naar e-mail in HP Director dan wordt het origineel
naar het standaard e-mailprogramma gescand.
5. U kunt dan zelf de e-mailontvanger opgeven, een bericht schrijven, andere bijlagen
toevoegen en de e-mail verzenden.
Scannen naar een bestand
1. Plaats de originelen met de te scannen zijde naar boven in de automatische
documentinvoer. Schuif de papiergeleiders tegen de originelen aan.
of
Til de klep van de flatbedscanner omhoog en plaats het origineel dat u wilt scannen
met de bedrukte zijde naar beneden en met de linkerbovenhoek van het document in
de rechterbenedenhoek van de glasplaat. Sluit de klep voorzichtig.
2. Als het apparaat rechtstreeks op de computer is aangesloten, wordt HP Director
geopend nadat u een origineel in de automatische documentinvoer heeft geplaatst.
of
Als u met de flatbedscanner scant of als HP Director niet automatisch wordt gestart,
dubbelklikt u op het bureaublad op de alias voor HP Director.
3.
In de HP Director klikt u op HP Scan. Er verschijnt een voorbeeldweergave van het
origineel.
4.
Klik op het pictogram Opslaan als.
5. Voer een bestandsnaam en een bestandstype in.
NLWW Vanaf het apparaat en hp Director (Macintosh) scannen
73
6.
Klik op Opslaan. Het origineel wordt gescand en opgeslagen.
7.
Klik op Gereed om HP Scan af te sluiten.
Naar een softwareprogramma scannen
Om naar een softwareprogramma te scannen, scant u het origineel vanuit het betreffende
programma. Alle programma's die compatibel zijn met TWAIN kunnen afbeeldingen
scannen. Als u een programma gebruikt dat niet compatibel is met TWAIN kunt u de
gescande afbeelding opslaan als bestand en het bestand vervolgens in het
softwareprogramma plaatsen, openen of importeren. Zie
Scannen vanuit software die
compatibel is met TWAIN en WIA voor meer informatie.
Eén pagina tegelijk scannen
Opmerking
Voor de beste resultaten plaatst u de originelen in de automatische documentinvoer en niet
op de flatbedscanner.
1. Plaats de originelen met de te scannen zijde naar boven in de automatische
documentinvoer. Schuif de papiergeleiders tegen de originelen aan.
2. Als het apparaat rechtstreeks op de computer is aangesloten, wordt de HP Director
geopend nadat u een origineel in de automatische documentinvoer heeft geplaatst. Als
de HP Director niet automatisch wordt geopend, dubbelklikt u op de alias van de HP
Director in het bureaublad.
3.
Om het dialoogvenster van HP Scan te openen, klikt u op de knop HP Scan in de HP
Director.
4. Geef een afbeeldingstype op.
5.
Klik op Scannen.
6.
Nadat het scannen is voltooid, klikt u op Volgende pagina scannen.
7. Herhaal stap 6 voor elke pagina van het origineel.
8.
Als alle pagina's zijn gescand, klikt u op Nu verzenden!.
of
Klik op het pictogram Opslaan als om de pagina's op te slaan als bestand.
74
Hoofdstuk 5 Scannen NLWW
Scannen vanuit software die compatibel is met TWAIN en WIA
Dit apparaat is compatibel met TWAIN en Windows Imaging Application (WIA). Het
apparaat werkt met Windows- en Macintosh-programma's die scanapparaten ondersteunen
en compatibel zijn met TWAIN-of WIA.
Opmerking
Raadpleeg Naar een ander softwareprogramma scannen als het softwareprogramma dat u
gebruikt niet compatibel is met TWAIN of WIA.
Software gebruiken die compatibel is met TWAIN en WIA
Terwijl u in een TWAIN- of WIA-programma werkt, hebt u toegang tot de scanfunctie en
kunt u de afbeelding rechtstreeks in het geopende programma scannen. Raadpleeg voor
meer informatie het Help-bestand of de documentatie bij uw TWAIN- of WIA-programma.
Scannen vanuit een TWAIN-programma
Opmerking
De Macintosh apparaatsoftware is compatibel met de vereisten van TWAIN versie 1.9.
Over het algemeen is een softwareprogramma compatibel met TWAIN als het opdrachten
heeft als Ophalen, Bestand ophalen, Scannen, Nieuw object importeren, Invoegen
vanuit,ofScanner. Als u niet zeker weet of een programma compatibel is of als u de naam
van de opdracht niet kent, raadpleeg dan de Help of de documentatie van de software.
Wanneer u scant vanuit een TWAIN-programma wordt de HP LaserJet scansoftware
mogelijk automatisch geopend. Als de HP LaserJet Scansoftware wordt geopend, kunt u
wijzigingen aanbrengen in de voorbeeldweergave van de afbeelding. Als het programma
niet automatisch wordt geopend, wordt de afbeelding onmiddellijk naar het TWAIN-
programma gezonden.
Scannen vanuit een TWAIN-programma
Start het scannen vanuit het TWAIN-programma. Raadpleeg de Help of de documentatie
van het softwareprogramma voor meer informatie over de gebruikte opdrachten en stappen.
Scannen vanuit een WIA-programma (alleen Windows XP)
WIA is een andere manier om een afbeelding rechtstreeks naar een softwareprogramma
zoals Microsoft® Word te verzenden. WIA gebruikt de software van Microsoft om te
scannen, in plaats van HP LaserJet Scan.
Over het algemeen is een softwareprogramma compatibel met WIA als het menu Invoegen
of het menu Bestand opdrachten heeft zoals Figuur/Van scanner of camera. Wanneer u
niet zeker weet of een programma compatibel is met WIA raadpleeg dan de Help of
documentatie van de software.
Scannen vanuit een WIA-programma
Start het scannen vanuit het WIA-programma. Raadpleeg de Help of de documentatie van
het softwareprogramma voor meer informatie over de gebruikte opdrachten en stappen.
of
Dubbelklik in de map Camera's en Scanner op het pictogram van het apparaat. Hiermee
opent u het standaard WIA-programma waarmee u naar een bestand kunt scannen.
NLWW Scannen vanuit software die compatibel is met TWAIN en WIA
75
Een foto of boek scannen
Ga als volgt te werk om een foto of een boek te scannen.
Een foto scannen
1. Plaats de foto met de afbeelding omlaag op de flatbedscanner, waarbij de
linkerbovenhoek van de foto zich in de rechterbenedenhoek van het glas bevindt.
2. Sluit de klep voorzichtig.
3. U kunt de foto nu scannen met behulp van een van de scanmethoden. Zie
Scanmethoden voor meer informatie.
Scannen naar een boek
1. Open de klep en plaats het boek op de flatbedscanner. Zorg dat de pagina die u wilt
kopiëren, zich in de rechteronderhoek van de glasplaat bevindt.
2. Sluit de klep voorzichtig.
76
Hoofdstuk 5 Scannen NLWW
3. Druk de klep voorzichtig op het boek, zodat dit tegen de glasplaat wordt gedrukt.
4. U kunt het boek nu scannen met behulp van een van de scanmethoden. Zie
Scanmethoden voor meer informatie.
NLWW Een foto of boek scannen
77
Scannen met OCR
Met de OCR-software kunt u gescande tekst importeren en vervolgens bewerken in de
gewenste tekstverwerker.
Readiris
De software-cd-rom bevat het OCR-programma Readiris. Als u het Readiris-programma wilt
gebruiken, installeert u dit vanaf de software-cd-rom en volgt u de instructies in de online-
Help.
78
Hoofdstuk 5 Scannen NLWW
Resolutie en kleur van de scanner
Als de kwaliteit niet aan uw verwachtingen voldoet wanneer u een gescande afbeelding
afdrukt, hebt u in de software voor de scanner mogelijk een verkeerde instelling voor de
resolutie of de kleuren geselecteerd. De resolutie en de kleur hebben gevolgen voor de
volgende kenmerken van gescande afbeeldingen:
Helderheid van de afbeelding
Structuur van kleurgradaties (vloeiend of ruw)
Scantijd
Bestandsgrootte
De resolutie wordt gemeten in dpi (dots per inch). De instellingen voor kleur, grijsschaal en
zwart-wit bepalen hoeveel kleuren beschikbaar zijn. U kunt de hardwareresolutie van de
scanner instellen op maximaal 600 dpi. Met de software kunt u een geïnterpoleerde
resolutie van maximaal 9.600 dpi verkrijgen. U kunt de kleuren en grijsschalen instellen op
1-bit (zwart-wit) of 8-bits (256 grijstinten) tot 24-bits (ware kleuren).
De tabel met richtlijnen voor de resolutie en de kleuren bevat eenvoudige tips voor het
uitvoeren van scantaken.
Opmerking
Wanneer u de resolutie en de kleuren instelt op een hoge waarde, kunt u grote bestanden
verkrijgen die veel schijfruimte in beslag nemen en het scanproces vertragen. Voordat u de
resolutie en de kleuren instelt, moet u bepalen hoe u de gescande afbeelding gaat
gebruiken.
Opmerking
U verkrijgt de beste resolutie voor afbeeldingen in kleur en grijsschalen wanneer u scant
vanaf de flatbedscanner in plaats van de automatische documentinvoer.
Richtlijnen voor de resolutie en de kleuren
De volgende tabel geeft een overzicht van de aanbevolen resolutie- en kleurinstellingen
voor verschillende scantaken.
Gebruik Aanbevolen resolutie Aanbevolen kleurinstellingen
Alleen fax (HP LaserJet 3030
all-in-one)
150 dpi Zwart-wit
E-mail 150 dpi Zwart-wit, als geen
vloeiende gradaties vereist
zijn
Grijsschaal, als vloeiende
gradaties vereist zijn
Kleur, als de afbeelding in
kleur is
Tekst bewerken 300 dpi Zwart-wit
NLWW Resolutie en kleur van de scanner
79
Gebruik Aanbevolen resolutie Aanbevolen kleurinstellingen
Drukwerk (afbeeldingen of
tekst)
600 dpi voor complexe
afbeeldingen of als u het
document aanzienlijk wilt
vergroten
300 dpi voor normale
afbeeldingen en tekst
150 dpi voor foto's
Zwart-wit voor tekst en
lijntekeningen
Grijsschaal voor
gearceerde of gekleurde
afbeeldingen en foto's
Kleur, als de afbeelding in
kleur is
Weergave op scherm 75 dpi Zwart-wit voor tekst
Grijsschaal voor
afbeeldingen en foto's
Kleur, als de afbeelding in
kleur is
Kleur
U kunt de volgende instellingen voor de kleurwaarden gebruiken bij het scannen.
Instelling Aanbevolen gebruik
Kleur Gebruik deze instelling voor kleurenfoto's met
een hoge kwaliteit of documenten waarin de
kleur belangrijk is.
Zwart-wit Gebruik deze instelling voor tekstdocumenten.
Grijsschaal Gebruik deze instelling als het bestand niet te
groot mag worden of als u een document of foto
snel wilt scannen.
80
Hoofdstuk 5 Scannen NLWW
6
Faxen
Voor de gebruiksaanwijzingen van de faxfunctie raadpleegt u de meegeleverde
faxhandleiding.
Opmerking
De faxhandleiding beschrijft alleen de faxfuncties voor de HP LaserJet 3030 all-in-one. De
HP LaserJet 3020 all-in-one omvat geen faxmogelijkheden.
NLWW
81
82
Hoofdstuk 6 Faxen NLWW
7
Reiniging en onderhoud
In de onderstaande onderwerpen vindt u informatie over basisreinigings- en
onderhoudstaken:
De buitenkant van het apparaat reinigen
De papierbaan reinigen
De transportroleenheid van de automatische documentinvoer vervangen
NLWW
83
De buitenkant van het apparaat reinigen
De behuizing reinigen
Gebruik een zachte, vochtige, pluisvrije doek om stof en vlekken van de behuizing van het
apparaat te verwijderen.
De glasplaat reinigen
Als de glasplaat vuil is als gevolg van bijvoorbeeld vingerafdrukken, vlekken of haren, kan
de verwerkingssnelheid van het apparaat afnemen en kan de nauwkeurigheid van speciale
functies worden verminderd. Dit geldt bijvoorbeeld voor de functies Aanpassen aan pagina
en Kopiëren.
Opmerking
Als vegen of overige defecten alleen op de exemplaren verschijnen met het gebruik van de
ADI, moet u de scannerstrip (stap 3) reinigen. U hoeft de glasplaat van de scanner niet te
reinigen.
1. Zet het apparaat uit, neem het netsnoer uit het stopcontact en open het deksel.
2. Reinig de glasplaat met een zachte doek of een spons die is bevochtigd met een niet-
schurende glasreiniger.
VOORZICHTIG
Gebruik geen schuurmiddelen, aceton, benzeen, ammoniak, ethanol of tetrachloorkoolstof
op het apparaat; deze kunnen het apparaat beschadigen. Laat de glasplaat niet
rechtstreeks met vloeistoffen in aanraking komen. Deze kunnen onder de glasplaat
terechtkomen waardoor het apparaat beschadigd raakt.
3. Reinig de scannerstrip met een zachte doek of spons die is bevochtigd met een niet-
schurende glasreiniger.
4. Reinig de glasplaat met een zeem of spons om vlekken te voorkomen.
84
Hoofdstuk 7 Reiniging en onderhoud NLWW
De binnenkant van de klep reinigen
Kleine stof- en vuildeeltjes kunnen zich opeenhopen op de witte binnenkant van de
documentklep onder het deksel van het apparaat.
1. Schakel het apparaat uit, neem het netsnoer uit het stopcontact en open het deksel.
Opmerking
Zet de aan/uit-schakelaar op off (uit).
2. Reinig de witte binnenkant met een zachte doek of spons die is bevochtigd met een
milde zeep en warm water.
3. Reinig de binnenkant voorzichtig om het vuil los te maken. Boen de binnenkant niet.
4. Droog de binnenkant met een zeem of een zachte doek.
VOORZICHTIG
Gebruik geen reinigingsdoekjes op basis van papier omdat deze krassen in de binnenkant
kunnen veroorzaken.
5. Als de binnenkant hierdoor niet goed schoon wordt, herhaalt u de vorige stappen met
behulp van isopropylalcohol en veegt u de binnenkant grondig af met een vochtige
doek om resterende alcohol te verwijderen.
NLWW De buitenkant van het apparaat reinigen
85
De papierbaan reinigen
Als er tonerspatten op de afdrukken zitten, reinigt u de papierbaan.
De papierbaan reinigen
1. Druk op
MENU
/
ENTER
.
2.
Gebruik de knop < of > om het menu Service te zoeken.
3. Druk op
MENU
/
ENTER
.
4.
Gebruik de knop < of > om Reinigingsmodus te zoeken.
5. Druk op
MENU
/
ENTER
.
6. Druk opnieuw op
MENU
/
ENTER
om de reinigingsprocedure te bevestigen.
86
Hoofdstuk 7 Reiniging en onderhoud NLWW
De transportroleenheid van de automatische documentinvoer
vervangen
Als uw automatische documentinvoer problemen heeft met de papierinvoer, kunt u de
transportroleenheid van de ADI vervangen. Zie
hp onderdelen en accessoires bestellen als
u een transportroleenheid van de automatische documentinvoer wilt bestellen. Volg de
onderstaande instructies om de bestaande eenheid te vervangen:
1. Schakel het apparaat uit en haal de stekker uit het stopcontact.
2. Verwijder de invoerlade en open de klep van de automatische documentinvoer.
3. Druk op de ronde groene knop terwijl u de groene hendel omhoog haalt. Draai de
groene hendel rond totdat deze stopt in de open positie. De oude transportrol moet op
het zwarte oppervlak blijven liggen.
4. Verwijder de oude eenheid en plaats de nieuwe op dezelfde plaats. De grootste rol
moet u achteraan plaatsen. Het tandwielmechanisme moet van u af staan.
NLWW De transportroleenheid van de automatische documentinvoer vervangen
87
5. Druk de groene hendel omlaag zodat het platte groene deel tussen de rollen past. Druk
de groene hendel naar beneden totdat deze vastklikt op zijn plaats.
6. Haal de groene hendel omhoog totdat deze open blijft staan om te kijken of de
installatie geslaagd is. De nieuwe transportrol moet aan de hendel vergrendeld zijn en
mag er niet uit kunnen vallen.
7. Zorg dat beide zijkanten van de eenheid vergrendeld zijn door de groene klemmetjes.
88
Hoofdstuk 7 Reiniging en onderhoud NLWW
8. Laat de groene hendel zakken en sluit de klep van de automatische documentinvoer.
Plaats de invoerlade terug.
Opmerking
Als u problemen hebt met de ADI, kunt u contact opnemen met uw lokale HP-
serviceprovider. Zie
Service en ondersteuning voor meer informatie.
9. Steek de stekker van het apparaat in het stopcontact en schakel de aan/uit-schakelaar
in.
NLWW De transportroleenheid van de automatische documentinvoer vervangen
89
90
Hoofdstuk 7 Reiniging en onderhoud NLWW
8
Pro blemen oplossen
In dit hoofdstuk worden tips gegeven voor het oplossen van problemen met het apparaat:
Het apparaat kan niet worden aangezet
Het display op het bedieningspaneel geeft zwarte regels of punten weer of is leeg.
Er worden blanco pagina's afgedrukt
Pagina's zijn niet afgedrukt
Pagina's zijn afgedrukt, maar er is een probleem
Foutberichten worden weergegeven op het scherm
Problemen met papierverwerking
De afgedrukte pagina wijkt af van de schermweergave
Het papier loopt vast in de printer
De afdrukkwaliteit is onaanvaardbaar
Foutberichten op het bedieningspaneel
Er is geen kopie gemaakt
Kopieën zijn leeg, er ontbreken afbeeldingen of de kopieën zijn vaag
Kopieerkwaliteit is onaanvaardbaar
Papierstoringen in de automatische documentinvoer
Waarneembare kopieerfouten
Gescande afbeelding is van slechte kwaliteit
Een gedeelte van de afbeelding is niet gescand
Het scannen duurt te lang
Er worden foutberichten weergegeven
De scankwaliteit is onaanvaardbaar
Opmerking
Een groot aantal functies dat in dit hoofdstuk wordt beschreven, kan ook met de HP
werkset worden uitgevoerd. Voor meer informatie over het gebruik van de HP werkset
raadpleegt u
De instellingen wijzigen via de hp werkset of via het bedieningspaneel.
NLWW
91
Het apparaat kan niet worden aangezet
Probeer het apparaat aan te zetten met behulp van de tips in dit hoofdstuk.
Staat het apparaat onder stroom?
Controleer of het stekkerblok is ingeschakeld als u hier gebruik van maakt. Sluit het
apparaat eventueel rechtstreeks aan op het stopcontact.
Test de werking van het stopcontact.
Controleer of de schakelaar aan staat als u het apparaat hebt aangesloten op een
wandcontactdoos met schakelaar.
Controleer of de aan/uit-knop is ingeschakeld.
WAARSCHU
WING
Als het probleem aanhoudt nadat u bovenstaande aanwijzingen heeft opgevolgd, heeft het
apparaat mogelijk een mechanisch defect. Haal de stekker van het apparaat uit het
stopcontact en neem contact op met HP. Raadpleeg de bijgeleverde
ondersteuningsbrochure voor meer informatie over hoe u contact kunt opnemen met HP.
92
Hoofdstuk 8 Problemen oplossen NLWW
Het display op het bedieningspaneel geeft zwarte regels of
punten weer of is leeg.
VOORZICHTIG
Door statische elektriciteit kunnen onverwachte zwarte regels of punten in het display op
het bedieningspaneel verschijnen. Raak het display niet aan als er kans bestaat dat u
statische elektriciteit hebt verzameld (bijv. door op de vloerbedekking te lopen in een
omgeving met weinig vochtigheid).
Is het apparaat blootgesteld aan een elektrisch of
magnetisch veld?
Onverwachte lijnen of punten kunnen in het display op het bedieningspaneel verschijnen, of
het display kan helemaal leeg zijn als het apparaat is blootgesteld aan een elektrisch of
magnetisch veld. Probeer het probleem met één van de volgende procedures op te lossen:
1. Schakel het apparaat uit.
2. Verwijder het apparaat uit het elektrisch of magnetisch veld.
3. Schakel het apparaat weer in.
NLWW Het display op het bedieningspaneel geeft zwarte regels of punten weer of is leeg.
93
Er worden blanco pagina's afgedrukt
Probeer de uitvoer van blanco pagina's te verhelpen met de tips in dit hoofdstuk.
Bevindt de beschermingstape zich nog op de printcartridge?
Misschien bevindt de beschermingstape zich nog op de printcartridge. Verwijder de
printcartridge en trek de beschermingstape eruit. Plaats de printcartridge terug. Probeer het
document opnieuw af te drukken.
Bevat het document lege pagina's?
Mogelijk bevat het document lege pagina's. Controleer of alle pagina's van het document
dat u afdrukt informatie bevatten.
Kan de configuratiepagina worden afgedrukt?
Druk een configuratiepagina af om het apparaat te controleren. Zie Een configuratiepagina
afdrukken voor instructies.
Is het origineel op de juiste wijze geplaatst?
Als u een kopie maakt, is het origineel misschien verkeerd ingevoerd. Het origineel moet
met de afdrukzijde omhoog in de automatische documentinvoer worden geplaatst. Als het
origineel met de afdrukzijde omlaag wordt geplaatst wordt een blanco afdruk uitgevoerd.
94
Hoofdstuk 8 Problemen oplossen NLWW
Pagina's zijn niet afgedrukt
Probeer het niet afdrukken van pagina's te verhelpen met de tips in dit hoofdstuk.
Wordt er een bericht weergegeven op het beeldscherm?
Zie Foutberichten worden weergegeven op het scherm voor meer informatie.
Wordt het afdrukmateriaal op de juiste manier in de printer
getrokken?
Zie Problemen met papierverwerking voor meer informatie.
Zijn er papierstoringen?
Zie Papierstoringen in de automatische documentinvoer of Het papier loopt vast in de
printer voor meer informatie.
Werkt de parallelle kabel of USB-kabel (A/B) van het apparaat
en is deze goed aangesloten?
De parallelle kabel of USB-kabel (A/B) van het apparaat is mogelijk defect. Probeer de
volgende oplossingen:
Koppel de parallelle kabel of de USB-kabel aan beide uiteinden los en sluit de kabel
opnieuw aan.
Probeer een document af te drukken dat u al eerder hebt afgedrukt.
Gebruik een andere IEEE-1284-B-compatibele parallelle kabel of USB-kabel (A/B). Zie
hp onderdelen en accessoires bestellen voor meer informatie.
Neem contact op met de fabrikant van de computer over het wijzigen van de
instellingen van de parallelle poort in een ECP (Extended Capabilities Port).
Zijn er andere apparaten aangesloten op de computer?
Het is mogelijk dat het apparaat geen parallelle poort met andere apparatuur deelt. Als
een externe harde schijf of netwerkschakeldoos is aangesloten op dezelfde poort als de
het apparaat, kan er interferentie met het andere apparaat optreden. Als u het apparaat
wilt aansluiten en gebruiken, moet u het andere apparaat loskoppelen of moet u twee
parallelle poorten gebruiken op de computer.
Misschien moet u een andere interfacekaart toevoegen. Hewlett-Packard raadt een
parallelle ECP-interfacekaart aan.
NLWW Pagina's zijn niet afgedrukt
95
Pagina's zijn afgedrukt, maar er is een probleem
Probeer deze tips wanneer er pagina's zijn afgedrukt, maar er een probleem is opgetreden.
Is de afdrukkwaliteit slecht?
Zie De afdrukkwaliteit is onaanvaardbaar voor meer informatie.
Verschilt de afgedrukte pagina van de pagina op het scherm?
Zie De afgedrukte pagina wijkt af van de schermweergave voor meer informatie.
Zijn de instellingen van het apparaat geschikt voor het
afdrukmateriaal?
Zie Problemen met papierverwerking voor meer informatie.
96
Hoofdstuk 8 Problemen oplossen NLWW
Foutberichten worden weergegeven op het scherm
Voer de juiste procedures uit om het probleem op te lossen als de volgende foutberichten
op het scherm verschijnen.
Printer reageert niet/fout bij schrijven naar LPT1
Controleer of de volgende omstandigheden zich voordoen:
Is de weergegeven status van het apparaat Klaar?
Zijn het netsnoer en de IEEE-1284-B-compatibele parallelle kabel of de USB-kabel (A/
B) op de juiste wijze aangesloten.
Zijn er andere printerdrivers geïnstalleerd op de computer?
Probeer de volgende oplossingen:
Maak beide uiteinden van het netsnoer en de IEEE-1284-B-compatibele parallelle kabel
of de USB-kabel (A/B) los en sluit deze opnieuw aan.
Gebruik een andere IEEE-1284-B-compatibele parallelle kabel of USB-kabel (A/B).
Zorg dat een ander apparaat of andere printer niet is geselecteerd als standaardprinter.
Kan poort niet openen (in gebruik door andere toepassing)
Er is een apparaatconflict opgetreden. Dit kan gebeuren als een ander apparaat is
geïnstalleerd op de computer en gebruikmaakt van de statussoftware. Deze software
bestuurt de toegang tot de parallelle poort van de computer en biedt het apparaat geen
toegang tot de poort.
Probeer de volgende oplossingen:
Schakel alle statusvensters van andere producten uit.
Zorg dat de poort van het apparaat op de juiste wijze is ingesteld. Wijzig de
poortinstellingen op het tabblad Details of Poorten in de eigenschappen van het
apparaat.
Controleer of de bidirectionele ondersteuning voor het apparaat is uitgeschakeld.
Controleer op het tabblad Details of Poorten in de apparaateigenschappen of de optie
voor bidirectionele ondersteuning uit is geschakeld.
NLWW Foutberichten worden weergegeven op het scherm
97
Problemen met papierverwerking
Gebruik de tips in dit gedeelte als het apparaat problemen heeft met de papierverwerking.
Afdruk is scheef
Zijn de papiergeleiders goed ingesteld?
Verwijder al het papier uit de invoerlade, leg de stapel recht en plaats het papier terug in de
lade. Pas de papiergeleiders aan de breedte en lengte van het afdrukmateriaal aan en druk
opnieuw af. Zie
Specificaties voor afdrukmateriaal of de naslaggids voor meer informatie.
Er wordt meer dan één vel tegelijk ingevoerd
Is de invoerlade te vol?
Raadpleeg de naslaggids voor informatie over het plaatsen van papier in de invoerlades.
Is het materiaal gekreukt, gevouwen of beschadigd?
Zorg dat het afdrukmateriaal niet is gekreukt, gevouwen of beschadigd. Probeer opnieuw af
te drukken op materiaal uit een nieuwe of andere verpakking.
Het apparaat trekt het materiaal niet uit de invoerlade
Staat het apparaat in de modus voor handmatige invoer?
Probeer één van de volgende oplossingen:
Als Handmatige invoer op het display verschijnt, drukt u op
MENU
/
ENTER
om de taak af
te drukken.
Zorg ervoor dat het apparaat niet is ingesteld op handinvoer en druk de opdracht
opnieuw af.
Is de transportrol vuil of beschadigd?
Neem contact op met een geautoriseerde HP-serviceprovider. Zie
Service en
ondersteuning voor instructies.
Materiaal krult tijdens doorvoer door apparaat
Zie Krullend of golvend voor meer informatie.
98
Hoofdstuk 8 Problemen oplossen NLWW
De afgedrukte pagina wijkt af van de schermweergave
Als de afgedrukte pagina afwijkt van de schermweergave, probeer het probleem dan te
verhelpen met de tips in dit hoofdstuk.
Is de tekst onleesbaar, onjuist of onvolledig?
Druk een configuratiepagina af om te controleren of het apparaat werkt. Zie Een
configuratiepagina afdrukken voor instructies. Als de configuratiepagina zonder problemen
wordt afgedrukt, probeert u het volgende:
Maak de kabel los en sluit beide uiteinden opnieuw aan.
Probeer een document af te drukken dat u al eerder zonder problemen hebt afgedrukt.
Sluit de kabel en de printer zo mogelijk aan op een andere computer en probeer een
taak af te drukken die eerder zonder problemen is afgedrukt.
Gebruik een andere IEEE-1284-B-compatibele parallelle kabel of USB-kabel (A/B). Zie
hp onderdelen en accessoires bestellen voor meer informatie.
Wellicht is de verkeerde printerdriver geselecteerd tijdens de software-installatie voor
het apparaat. Zorg dat het apparaat is geselecteerd bij de apparaateigenschappen.
Het softwareprogramma heeft wellicht een probleem. Probeer vanuit een andere
toepassing af te drukken.
Ontbreken er illustraties of tekst? Worden er blanco pagina's
afgedrukt?
Zorg dat het bestand geen lege pagina's bevat.
Misschien bevindt de beschermingstape zich nog op de printcartridge. Verwijder de
printcartridge en trek de beschermingstape eruit.
Plaats de printcartridge terug. Raadpleeg de naslaggids voor instructies.
Druk een configuratiepagina af om het apparaat te controleren. Zie
Een
configuratiepagina afdrukken voor instructies.
De grafische instellingen in de eigenschappen van het apparaat zijn wellicht niet
geschikt voor de soort taak dat u afdrukt. Probeer een andere grafische instelling in de
eigenschappen van het apparaat. Zie
De afdrukinstellingen wijzigen voor meer
informatie.
De printerdriver werkt mogelijk niet voor het type taak dat u afdrukt. Probeer een
andere printerdriver.
Opmerking
Als u een andere printerdriver gebruikt, is het mogelijk dat sommige
apparaateigenschappen niet toegankelijk zijn.
NLWW De afgedrukte pagina wijkt af van de schermweergave
99
Wijkt de paginaopmaak af van de paginaopmaak op een
andere printer?
Als u een oudere of andere printerdriver (printersoftware) hebt gebruikt om het document te
maken of als de instellingen voor het apparaat in de software verschillen, kan de
paginaopmaak afwijken wanneer u probeert af te drukken met de nieuwe printerdriver of de
nieuwe instellingen. Probeer het volgende om dit probleem op te lossen:
Maak documenten en druk deze af met dezelfde printerdriver (printersoftware) en
dezelfde eigenschappen van het apparaat, ongeacht het apparaat dat u gebruikt.
Wijzig de resolutie, het papierformaat, de lettertype-instellingen en andere instellingen.
Zie
De afdrukinstellingen wijzigen voor meer informatie.
Is de kwaliteit van de afbeeldingen slecht?
De grafische instellingen zijn mogelijk ongeschikt voor de afdruktaak. Probeer de volgende
oplossingen:
Controleer de grafische instellingen, bijvoorbeeld de resolutie, in de eigenschappen van
het apparaat en pas deze zo nodig aan. Zie
De afdrukinstellingen wijzigen voor meer
informatie.
Probeer een andere printerdriver (software).
Opmerking
Als u een andere printerdriver gebruikt, is het mogelijk dat sommige
apparaateigenschappen niet toegankelijk zijn.
100
Hoofdstuk 8 Problemen oplossen NLWW
Het papier loopt vast in de printer
Het kan gebeuren dat er papier vastloopt in het apparaat tijdens het afdrukken. Probeer
eerst het volgende voordat u het vastgelopen papier gaat verwijderen:
Gebruik afdrukmateriaal dat aan de specificaties van HP voldoet. Zie
Specificaties voor
afdrukmateriaal voor meer informatie.
Druk geen materiaal af dat is gekreukeld, gevouwen of beschadigd.
Zorg dat het apparaat schoon is. Zie
De papierbaan reinigen voor meer informatie.
Zorg dat het papier goed in de invoerlades is geplaatst en dat de lades niet te vol zijn.
Raadpleeg de naslaggids voor informatie over het plaatsen van papier in de
invoerlades.
Opmerking
Als u de invoerlade bijvult, haal dan altijd eerst al het materiaal uit de lade en leg de stapel
met nieuw materiaal recht. Dit voorkomt dat meerdere vellen papier tegelijkertijd in het
apparaat worden ingevoerd en vermindert dus de kans dat papier vastloopt.
U ontvangt een foutbericht met de mededeling dat er een papierstoring is opgetreden en op
het bedieningspaneel verschijnt een storingsmelding. Zie
Foutberichten op het
bedieningspaneel voor meer informatie.
VOORZICHTIG
U hoeft de invoerlade niet te verwijderen om de papierstoring te verhelpen. Verwijder de
invoerlade alleen als u het apparaat wilt terugbrengen voor hardwareservice. Zie
De
invoerlade voor afdrukmateriaal verwijderen voor informatie over het verwijderen van de
invoerlade.
Een papierstoring verhelpen
VOORZICHTIG
Als gevolg van papierstoringen kan er losse toner op de pagina terechtkomen. Als u toner
op uw kleren krijgt, moet u deze met koud water wassen. Bij gebruik van heet water hecht
de toner zich vast in de stof. Als u toner op uw kleren of handen krijgt, moet u deze met
koud water wassen.
Gebruik geen scherp voorwerp zoals een potlood of een schaar om het vastgelopen papier
te verwijderen.
NLWW Het papier loopt vast in de printer
101
Opmerking
Als u papierstoringen verhelpt, inclusief papierstoringen in de uitvoerlade, moet u altijd op
de ontgrendelingsklep van de printcartridge drukken om de bovenklep te openen en de
printcartridge te verwijderen. Laat de bovenklep open staan totdat de papierstoring is
verholpen en plaats dan pas de cartridge terug. Open de bovenklep en verwijder de
spanners van de printcartridge op de printerrollen, waardoor u eenvoudiger het vastgelopen
papier kunt verwijderen.
1. Duw de klepvergrendeling van de printcartridge omlaag en open de bovenklep.
2. Pak de hendel van de printcartridge vast. Verwijder de printcartridge en leg deze opzij.
VOORZICHTIG
Voorkom beschadiging van de printcartridge en stel deze niet langer dan nodig bloot aan
direct licht. Doe de printcartridge in een papieren tas of een ander ondoorzichtig omhulsel
totdat u deze kunt terugplaatsen in het apparaat.
3. Pak het meest zichtbare gedeelte van het afdrukmateriaal met beide handen vast en
trek het materiaal voorzichtig uit de printer.
4. Nadat u het afdrukmateriaal hebt verwijderd, vervangt u de printcartridge en vervolgens
sluit u de bovenklep.
5. Nadat u een papierstoring hebt verholpen, moet u de printer mogelijk uitschakelen en
vervolgens weer inschakelen.
Opmerking
Als u nieuw papier toevoegt, verwijdert u al het papier uit de invoerlade, legt u de stapel
met het nieuwe papier recht en plaatst u deze in de invoerlade.
102
Hoofdstuk 8 Problemen oplossen NLWW
Andere papierstoringen verhelpen
VOORZICHTIG
Gebruik geen scherp voorwerp zoals een potlood of een schaar om het vastgelopen papier
te verwijderen.
Als het papier is vastgelopen op de plaats waar het uit het apparaat komt, pakt u de voorste
rand van het papier en trekt u het papier uit de uitvoerlade.
Opmerking
Als het apparaat is uitgeschakeld voordat u de papierstoring hebt verholpen, zet u het
apparaat weer aan en geeft u opnieuw de opdracht om af te drukken of te kopiëren.
Wanneer het papier is vastgelopen in de automatische documentinvoer raadpleegt u
Papierstoringen in de automatische documentinvoer.
Tips om papierstoringen te vermijden
De invoerlade mag niet te vol zijn. De capaciteit van de invoerlade varieert per
papiersoort die u gebruikt.
Controleer of de invoerlade in de juiste positie is bevestigd.
Vul de invoerlade niet bij als het apparaat bezig is met afdrukken.
Gebruik uitsluitend afdrukmateriaal dat wordt aanbevolen door HP. Zie
Specificaties
voor afdrukmateriaal voor meer informatie over papiersoorten.
Zorg dat de stapel papier in de uitvoerbak niet te groot wordt. De gebruikte papiersoort
en de hoeveelheid gebruikte toner zijn van invloed op de capaciteit van de uitvoerbak.
Controleer de voedingsaansluiting. Controleer of het netsnoer goed is aangesloten op
het apparaat en op het stopcontact. Sluit het netsnoer aan op een geaard stopcontact.
NLWW Het papier loopt vast in de printer
103
De afdrukkwaliteit is onaanvaardbaar
In dit gedeelte vindt u informatie over het herkennen en corrigeren van afdrukdefecten.
Opmerking
Hewlett-Packard raadt het gebruik van noodstroomvoorzieningen (UPS) of piekbeveiligers
bij dit apparaat af. Een groot aantal piekbeveiligers en accuvoorzieningen kan defecten
veroorzaken bij het afdrukken.
Lichte of vage afdrukken
Er is weinig toner beschikbaar. Zie Printcartridges voor de HP LaserJet voor meer
informatie.
Het afdrukmateriaal voldoet wellicht niet aan de specificaties van Hewlett-Packard (het
materiaal is bijvoorbeeld te vochtig of te ruw). Zie
Specificaties voor afdrukmateriaal
voor meer informatie. Als de hele pagina te licht is, is de afdrukdichtheid te licht en is
EconoMode ingeschakeld. Pas de afdrukdichtheid aan en schakel EconoMode uit in de
eigenschappen van het apparaat. Zie
Toner besparen voor meer informatie.
Tonerspatten
Het afdrukmateriaal voldoet wellicht niet aan de specificaties van Hewlett-Packard (het
materiaal is bijvoorbeeld te vochtig of te ruw). Zie
Specificaties voor afdrukmateriaal
voor meer informatie.
Het apparaat moet mogelijk worden gereinigd. Zie
De papierbaan reinigen voor
instructies.
104
Hoofdstuk 8 Problemen oplossen NLWW
Weggevallen informatie
Er kan één vel papier beschadigd zijn. Probeer de taak opnieuw af te drukken
Het vochtgehalte van het afdrukmateriaal is niet gelijkmatig over het afdrukmateriaal
verdeeld of het afdrukmateriaal beschikt over vochtvlekken op het oppervlak. Probeer
op ander afdrukmateriaal af te drukken. Zie
Specificaties voor afdrukmateriaal voor
meer informatie.
Het afdrukmateriaal is afkomstig uit een slechte partij. De toner hecht op bepaalde
plaatsen niet aan het afdrukmateriaal door fouten in het productieproces. Probeer een
ander type afdrukmateriaal.
De printcartridge kan defect zijn. Zie
Printcartridges voor de HP LaserJet voor meer
informatie.
Voor Windows printerdrivers, controleer Type is: op het tabblad Papier of het tabblad
Papier/Kwaliteit, en zorg dat deze staat ingesteld voor het juiste afdrukmateriaal. Zie
De afdrukkwaliteit optimaliseren voor afdrukmateriaal voor instructies.
Voor Macintosh printerdrivers, controleer Type is: op het tabblad Papier/Kwaliteit of
het tabblad Papier van de printerdriver (het tabblad Papiersoort/Kwaliteit voor
bepaalde Macintosh-drivers) en zorg dat het juiste afdrukmateriaal is geselecteerd. See
for instructions.Zie
De afdrukkwaliteit optimaliseren voor afdrukmateriaal voor
instructies.
Opmerking
Neem contact op met een erkende HP-dealer of serviceleverancier als het probleem
hiermee niet wordt opgelost. Raadpleeg de bijgeleverde ondersteuningsbrochure voor meer
informatie over hoe u contact kunt opnemen met HP.
Verticale lijnen
Controleer of de voorrangsinvoerlade is geïnstalleerd.
Er bevinden zich mogelijk krassen op de lichtgevoelige cilinder in de printcartridge.
Installeer een nieuwe HP-printcartridge. Raadpleeg de naslaggids voor instructies.
NLWW De afdrukkwaliteit is onaanvaardbaar
105
Grijze achtergrond
Controleer of de voorrangsinvoerlade is geïnstalleerd.
Verminder de afdrukdichtheid in de HP werkset. Hiermee wordt de arcering van de
achtergrond verminderd. Raadpleeg de Help van de software voor meer informatie.
Stap over op afdrukmateriaal met een lager basisgewicht. Zie
Specificaties voor
afdrukmateriaal voor meer informatie.
Controleer de omgeving van het apparaat. De arcering van de achtergrond kan
toenemen bij zeer droge omstandigheden (lage luchtvochtigheid).
Installeer een nieuwe HP-printcartridge. Raadpleeg de naslaggids voor instructies.
Tonervegen
De temperatuur van de fuser kan te laag zijn. Voor Windows printerdrivers, controleer
Type is: op het tabblad Papier of het tabblad Papier/Kwaliteit, en zorg dat deze staat
ingesteld voor het juiste afdrukmateriaal. Zie
De afdrukkwaliteit optimaliseren voor
afdrukmateriaal voor instructies.
Voor Macintosh printerdrivers, controleer Type is: op het tabblad Papier/Kwaliteit of
het tabblad Papier van de printerdriver (het tabblad Papiersoort/Kwaliteit voor
bepaalde Macintosh-drivers) en zorg dat het juiste afdrukmateriaal is geselecteerd. Zie
De afdrukkwaliteit optimaliseren voor afdrukmateriaal voor instructies.
Als er tonervegen op de voorste rand van het afdrukmateriaal verschijnen, zijn de
papiergeleiders mogelijk vuil. Veeg de papiergeleiders schoon met een droge pluisvrije
doek. Zie
De papierbaan reinigen voor meer informatie.
Controleer het type afdrukmateriaal en de kwaliteit.
Installeer een nieuwe HP-printcartridge. Raadpleeg de naslaggids voor instructies.
106
Hoofdstuk 8 Problemen oplossen NLWW
Losse toner
Voor Windows printerdrivers, selecteer Type is: op het tabblad Papier of het tabblad
Papier/Kwaliteit en vervolgens selecteert u het afdrukmateriaal dat u gebruikt. Zie
De
afdrukkwaliteit optimaliseren voor afdrukmateriaal voor instructies. Deze functie is ook
beschikbaar in de HP werkset.
Voor Macintosh printerdrivers, controleer Type is: op het tabblad Papier/Kwaliteit of
het tabblad Papier van de printerdriver (het tabblad Papiersoort/Kwaliteit voor
bepaalde Macintosh-drivers) en selecteer het afdrukmateriaal dat u gebruikt. Zie
De
afdrukkwaliteit optimaliseren voor afdrukmateriaal voor instructies.
Reinig de binnenkant van het apparaat. Zie
Reiniging en onderhoud voor instructies.
Controleer het type afdrukmateriaal en de kwaliteit. Zie
Specificaties voor
afdrukmateriaal voor meer informatie.
Installeer een nieuwe HP-printcartridge. Raadpleeg de naslaggids voor instructies.
Sluit het apparaat rechtstreeks aan op een stopcontact in plaats van een stekkerdoos.
NLWW De afdrukkwaliteit is onaanvaardbaar
107
Verticaal herhalende defecten
De printcartridge kan beschadigd zijn. Als een vlek steeds opnieuw op dezelfde plaats
op de pagina verschijnt, moet u een nieuwe HP-printcartridge installeren. Raadpleeg de
naslaggids voor instructies.
Mogelijk is er toner terechtgekomen op de interne onderdelen. Zie
Reiniging en
onderhoud voor meer informatie. Als de defecten op de achtergrond van de pagina
optreden, wordt het probleem waarschijnlijk verholpen wanneer er nog enige pagina's
worden afgedrukt.
Voor Windows printerdrivers, selecteer Type is: op het tabblad Papier of het tabblad
Papier/Kwaliteit en vervolgens selecteert u het afdrukmateriaal dat u gebruikt. Zie
De
afdrukkwaliteit optimaliseren voor afdrukmateriaal voor instructies. Deze functie is ook
beschikbaar in de HP werkset.
Voor Macintosh printerdrivers, controleer Type is: op het tabblad Papier/Kwaliteit of
het tabblad Papier van de printerdriver (het tabblad Papiersoort/Kwaliteit voor
bepaalde Macintosh-drivers) en selecteer het afdrukmateriaal dat u gebruikt. Zie
De
afdrukkwaliteit optimaliseren voor afdrukmateriaal voor instructies.
Vervormde tekens
Als de tekens vervormd zijn en een hol effect hebben, is het afdrukmateriaal dat u
gebruikt, mogelijk te glad. Probeer een ander afdrukmateriaal. Zie
Specificaties voor
afdrukmateriaal voor meer informatie.
Als de tekens vervormd zijn en een golvend effect hebben, moet het apparaat mogelijk
worden nagekeken. Druk een configuratiepagina af. Zie
Een configuratiepagina
afdrukken voor meer informatie.
Neem contact op met een erkende HP-dealer of -serviceleverancier als de tekens
vervormd zijn. Raadpleeg de bijgeleverde ondersteuningsbrochure voor meer
informatie over hoe u contact kunt opnemen met HP.
108
Hoofdstuk 8 Problemen oplossen NLWW
Scheve pagina's
Zorg dat het afdrukmateriaal op de juiste manier is geplaatst en dat de papiergeleiders
niet te strak of juist te los tegen de stapel papier aanzitten. Raadpleeg de naslaggids
voor informatie over het plaatsen van papier in de invoerlades.
De automatische documentinvoer is mogelijk te vol. Raadpleeg de naslaggids voor
informatie over het plaatsen van papier in de invoerlades.
Controleer het type afdrukmateriaal en de kwaliteit. Zie
Specificaties voor
afdrukmateriaal voor meer informatie.
Krullend of golvend
Controleer het type afdrukmateriaal en de kwaliteit. Het afdrukmateriaal kan zowel door
de temperatuur als door de luchtvochtigheid gaan krullen. Zie
Specificaties voor
afdrukmateriaal voor meer informatie.
Mogelijk bevindt het afdrukmateriaal zich al lange tijd in de lade. Draai de stapel met
afdrukmateriaal om in de invoerlade. Probeer het afdrukmateriaal ook 180° te draaien
in de invoerlade.
De temperatuur van de fuser kan te hoog zijn. Zie
De afdrukkwaliteit optimaliseren voor
afdrukmateriaal voor instructies. Deze functie is ook beschikbaar in de HP werkset.
De temperatuur van de fuser kunt u ook aanpassen via het bedieningspaneel van het
apparaat. Met de instelling Minder omkrullen in het menu Service zet u de temperatuur
van de fuser op de laagste stand. De fabrieksinstelling is Uit. Ga als volgt te werk om deze
instelling in te schakelen.
1. Op het bedieningspaneel van het apparaat drukt u op
MENU
/
ENTER
.
2.
Gebruik de knop < of de > om Service te selecteren en druk vervolgens op
MENU
/
ENTER
.
3.
Gebruik de knop < of de > om Minder omkrullen te selecteren en druk vervolgens op
MENU
/
ENTER
.
NLWW De afdrukkwaliteit is onaanvaardbaar
109
Kreukels of vouwen
Zorg dat het afdrukmateriaal op de juiste manier is geplaatst. Raadpleeg de naslaggids
voor informatie over het plaatsen van papier in de invoerlades.
Controleer het type afdrukmateriaal en de kwaliteit. Zie
Specificaties voor
afdrukmateriaal voor meer informatie.
Draai de stapel met afdrukmateriaal om in de lade. Probeer het afdrukmateriaal ook
180° te draaien in de invoerlade.
Omtrek van tonerresten
Als grote hoeveelheden toner worden uitgesmeerd rond de tekens, is het mogelijk dat
de toner niet hecht aan het afdrukmateriaal. (Enige tonerresten zijn normaal voor
laserprinters.) Probeer een ander type afdrukmateriaal. Zie
Specificaties voor
afdrukmateriaal voor meer informatie.
Draai de stapel met afdrukmateriaal om in de lade.
Gebruik afdrukmateriaal dat is ontworpen voor laserprinters. Zie
Specificaties voor
afdrukmateriaal voor meer informatie.
110
Hoofdstuk 8 Problemen oplossen NLWW
Foutberichten op het bedieningspaneel
Dit hoofdstuk geeft informatie over het omgaan met foutberichten die op het
bedieningspaneel van het apparaat verschijnen.
Omgaan met veelvoorkomende foutberichten
De volgende berichten zijn veelvoorkomende berichten die op het bedieningspaneel van
het apparaat kunnen worden weergegeven.
Klep open of niet printcartridge
De klep van de printcartridge is open of er is geen printcartridge geïnstalleerd. Zorg dat de
printcartridge op de juiste wijze in het apparaat is geplaatst. Raadpleeg de naslaggids voor
meer informatie over het installeren van de printcartridge.
Controleer de printcartridge en zorg vervolgens dat de klep van de printcartridge stevig
vastzit.
Als het probleem is opgelost, voltooit het apparaat de huidige opdracht of gaat terug naar
de stand Klaar.
Papier toevoegen. [enter] om door te gaan
Het papier is op. Plaats papier in de papierinvoerlade of in de voorrangsinvoerlade. Voor
meer informatie over het plaatsen van papier in de invoerlades raadpleegt u de naslaggids.
Als er al papier is geplaatst, moet u dit verwijderen. Ga na of er papier is vastgelopen en
verwijder dit eventueel. Plaats vervolgens een nieuwe stapel papier in de invoerlade.
Als het probleem is opgelost, drukt u op
MENU
/
ENTER
. Het apparaat voltooit de huidige taak of
keert terug naar de status Klaar.
Kritieke foutberichten
Wanneer een kritieke fout optreedt, wordt de huidige kopieer- of scantaak onderbroken en
verschijnt één van de volgende berichten op het bedieningspaneel van het apparaat:
50 Fuser-fout
51 Laser-fout
52 Scannerfout
57 Ventil.-fout
79 Fout
CCD-Scanner
Fout
scannerlamp
storing
NLWW Foutberichten op het bedieningspaneel
111
Wanneer één van deze berichten op het bedieningspaneel verschijnt is een kritieke fout in
het apparaat opgetreden. Haal de stekker van het apparaat uit het stopcontact, wacht vijf
minuten en plaats de stekker weer terug. Neem contact op met de HP-klantenservice of
bezoek http://www.hp.com als de fout zich blijft voordoen. Het telefoonnummer vindt u in de
bijgeleverde ondersteuningsbrochure.
Waarschuwingsberichten
Waarschuwingsberichten geven aan dat er een handeling moet worden uitgevoerd zoals
het bijvullen van papier of het verhelpen van een papierstoring. Wanneer een
waarschuwingsbericht verschijnt, onderbreekt het apparaat automatisch de huidige taak en
gaat niet verder voordat het probleem wordt aangepakt. Nadat u het probleem hebt
verholpen, voltooit het apparaat de taak of keert terug naar de status Klaar. Een
uitzondering hierop vormt het gebruik van het hoofdmenusysteem. Het apparaat wijzigt dan
het display zodat u het menusysteem kunt gebruiken.
De volgende berichten zijn algemene waarschuwingsberichten die op het display van het
bedieningspaneel kunnen verschijnen.
Invoerstoring
Wissen, Opnieuw laden
Documentinvoer
foutieve invoer. Opnieuw laden
Klep open of niet
printcartridge
Handmatige invoer
Druk op [enter]
Geheugen is laag
Druk op [enter]
Papier toevoegen.
[enter] om door te gaan
Geen afdruk
cartridge
Printerstoring
Papierbaan vrijmaken
Opmerking
Zie Papierstoringen in de automatische documentinvoer of Het papier loopt vast in de
printer voor meer informatie over papierstoringen.
Waarschuwingsbericht en
Aan waarschuwingsberichten moet altijd aandacht worden besteed. Ze worden niet lang
weergegeven maar de toestand die zij beschrijven kan van invloed zijn op het voltooien van
de taak of de kwaliteit van de uitvoer. Als een waarschuwingsbericht verschijnt, kan de
huidige opdracht worden geannuleerd. Het bericht wordt gedurende vijf seconden op het
bedieningspaneel weergegeven.
112
Hoofdstuk 8 Problemen oplossen NLWW
De volgende berichten zijn algemene waarschuwingsberichten die op het display van het
bedieningspaneel kunnen verschijnen:
Apparaatfout
[enter] om door te gaan
Apparaat is bezet
Probeer later opnieuw
Apparaat comm.
fout
Geheugen is laag
Probeer later opnieuw
Pag. te ingewikkeld
[enter] om door te gaan
Instell. gewist
Wanneer een waarschuwingsbericht betrekking heeft op een afdruktaak en automatisch
doorgaan is ingeschakeld dan wordt het bericht gedurende tien seconden weergegeven.
Als u niet op de knop
MENU
/
ENTER
of
ANNULEREN
drukt, gaat het apparaat verder met het
verwerken van de afdruktaak. Als automatisch doorgaan is uitgeschakeld dan wordt het
waarschuwingsbericht met betrekking tot de afdruktaak net zo lang weergegeven totdat u
op de knop
MENU
/
ENTER
drukt om verder te gaan of op de knop
ANNULEREN
om de taak te
annuleren.
Opmerking
U kunt automatisch doorgaan instellen in de printerdriver en in de HP werkset. Druk een
configuratiepagina af als u wilt weten of automatisch doorgaan is ingeschakeld. Zie
Een
configuratiepagina afdrukken voor meer informatie.
NLWW Foutberichten op het bedieningspaneel
113
Er is geen kopie gemaakt
Is er afdrukmateriaal in de invoerlade geplaatst?
Plaats afdrukmateriaal in het apparaat. Zie Originelen plaatsen om te kopiëren voor meer
informatie.
Is het origineel op de juiste wijze geplaatst?
Controleer of het origineel op de juiste wijze is geplaatst:
Invoerlade van de automatische documentinvoer: het origineel moet met de
bovenste rand naar beneden en de afdrukzijde omhoog in de automatische
documentinvoer zijn geplaatst. Voer het origineel in de automatische documentinvoer in
totdat het niet verder kan. Zie
Originelen plaatsen om te kopiëren voor meer informatie.
Flatbedscanner:Plaats het origineel met de afdrukzijde omlaag en met de
linkerbovenhoek van het document in de rechteronderhoek van de glasplaat van de
flatbedscanner.
114
Hoofdstuk 8 Problemen oplossen NLWW
Kopieën zijn leeg, er ontbreken afbeeldingen of de kopieën zijn
vaag
Is de afsluitingsstrook verwijderd van de printcartridge in het
apparaat?
Mogelijk is de afsluitingsstrook niet van de printcartridge verwijderd. Verwijder de
printcartridge, trek de beschermingstape eruit en plaats de cartridge opnieuw. Raadpleeg
de beknopte handleiding voor informatie over het installeren van een printcartridge.
Is de printcartridge bijna leeg?
De printcartridge wordt gebruikt voor het maken van kopieën. Als de printcartridge bijna
leeg is, worden de kopieën vager.
Is het origineel van lage kwaliteit?
De nauwkeurigheid van de kopie is afhankelijk van de kwaliteit en het formaat van het
origineel. Als het origineel te licht is, kan dit mogelijk niet worden gecorrigeerd in de kopie,
zelfs wanneer u het contrast aanpast.
Heeft het origineel een gekleurde achtergrond?
Door gekleurde achtergronden kunnen afbeeldingen op de voorgrond overvloeien in de
achtergrond of kan de achtergrond in een andere tint worden weergegeven.
NLWW Kopieën zijn leeg, er ontbreken afbeeldingen of de kopieën zijn vaag
115
Kopieerkwaliteit is onaanvaardbaar
In dit gedeelte vindt u informatie over de volgende onderwerpen:
Problemen voorkomen
Defecten bij het kopiëren herkennen en corrigeren
Problemen voorkomen
U kunt de kopieerkwaliteit in enkele stappen verbeteren.
Kopiëren vanaf de flatbedscanner. Hiermee krijgt u een exemplaar met een hogere
kwaliteit dan het kopiëren vanaf de automatische documentinvoer (ADI).
Gebruik originelen van goede kwaliteit.
Plaats het afdrukmateriaal op de juiste wijze in het apparaat. Als het afdrukmateriaal
verkeerd wordt geplaatst, kan het scheef trekken, waardoor de afbeeldingen onduidelijk
worden en er problemen optreden met de OCR-toepassing. Zie
Originelen plaatsen om
te kopiëren voor instructies.
Als in het apparaat regelmatig meer dan één pagina tegelijk wordt ingevoerd, moet u
het scheidingskussen vervangen. Zie
Service en ondersteuning voor meer informatie.
Gebruik of maak een hoes om uw originelen te beschermen.
Opmerking
Als zich regelmatig invoerproblemen voordoen, is het scheidingskussen waarschijnlijk
versleten. Zie
Service en ondersteuning voor meer informatie over contact opnemen met
een geautoriseerde serviceprovider.
116
Hoofdstuk 8 Problemen oplossen NLWW
Papierstoringen in de automatische documentinvoer
Soms loopt het afdrukmateriaal vast tijdens het kopiëren, scannen of faxen.
U wordt op de hoogte gesteld van een papierstoring via bericht Invoerstoring Wissen,
Opnieuw laden dat in het display verschijnt.
Het papier is niet op de juiste wijze in de automatische documentinvoer geplaatst of de
lades zijn te vol. Zie
Originelen op de scan plaatsen voor meer informatie.
Het afdrukmateriaal voldoet niet aan de specificaties van HP. Zie
Afdrukmateriaal
selecteren voor de automatische documentinvoer (ADI) voor meer informatie.
Plaatsen waar papier vaak vastloopt in de automatische
documentinvoer
Invoerlades: als de pagina uit de invoerlade steekt, probeert u deze er voorzichtig uit te
trekken, zonder de pagina te scheuren. Zie
Een papierstoring in de automatische
documentinvoer oplossen voor instructies als u weerstand voelt.
Uitvoerpaden: als de pagina uit de uitvoerbak steekt, probeert u deze er zachtjes uit te
trekken, zonder de pagina te scheuren. Zie
Een papierstoring in de automatische
documentinvoer oplossen voor instructies als u weerstand voelt.
Beide: zie
Een papierstoring in de automatische documentinvoer oplossen voor
instructies als het papier zowel uit de invoerlade als uit de uitvoerbak steekt.
Een papierstoring in de automatische documentinvoer
oplossen
1. Verwijder de automatische documentinvoer en open de klep.
2. Verwijder het reinigingsmechanisme. Til met beide handen de twee hendels omhoog
totdat het onderdeel los klikt. Draai het reinigingsmechanisme en verwijder dit.
NLWW Papierstoringen in de automatische documentinvoer
117
3. Til de groene hendel omhoog en draai het invoermechanisme totdat dit geopend is.
4. Trek voorzichtig aan de pagina zonder deze te scheuren. Als u de pagina niet op deze
wijze kunt verwijderen, gaat u verder met de volgende stap.
5. Open de automatische documentinvoer en maak het afdrukmateriaal voorzichtig los
met beide handen.
6. Als het materiaal is losgemaakt, verwijdert u dit voorzichtig in de aangegeven richting.
7. Sluit de klep van de flatbedscanner.
118
Hoofdstuk 8 Problemen oplossen NLWW
8. Druk de groene hendel naar beneden.
9. Plaats het reinigingsmechanisme, zoals wordt weergegeven op de afbeelding. Druk de
twee lipjes omlaag totdat het mechanisme vast klikt. Installeer het
reinigingsmechanisme opnieuw omdat het papier kan vastlopen als het
reinigingsmechanisme niet op de juiste wijze is geplaatst.
10. Sluit de klep van de automatische documentinvoer en plaats de automatische
documentinvoer terug.
NLWW Papierstoringen in de automatische documentinvoer
119
Waarneembare kopieerfouten
Verticale witte of vage strepen
Het afdrukmateriaal voldoet wellicht niet aan de specificaties van Hewlett-Packard (het
materiaal is bijvoorbeeld te vochtig of te ruw). Zie
Specificaties voor afdrukmateriaal
voor meer informatie.
Er is mogelijk weinig toner beschikbaar. Raadpleeg de beknopte handleiding voor
informatie over het installeren van een printcartridge.
Lege pagina's
Mogelijk is het origineel met de verkeerde zijde naar boven geplaatst. Plaats het
origineel met de korte zijde naar voren en de te scannen zijde naar boven in de
automatische documentinvoer. Zie
Originelen plaatsen om te kopiëren voor instructies.
Wanneer er lege pagina's worden uitgevoerd na het scannen vanaf de flatbedscanner,
controleert u of het origineel op de juiste wijze is geplaatst. Plaats het origineel met de
afdrukzijde omlaag en met de linkerbovenhoek van het document in de
rechteronderhoek van de glasplaat van de flatbedscanner.
Het afdrukmateriaal voldoet wellicht niet aan de specificaties van Hewlett-Packard (het
materiaal is bijvoorbeeld te vochtig of te ruw). Zie
Specificaties voor afdrukmateriaal
voor meer informatie.
Er is mogelijk geen toner beschikbaar. Raadpleeg de beknopte handleiding voor
informatie over het installeren van een printcartridge.
Mogelijk is de afsluitingsstrook niet van de printcartridge verwijderd. Raadpleeg de
beknopte handleiding voor informatie over het installeren van een printcartridge.
Het verkeerde origineel is gekopieerd
Controleer of de automatische documentinvoer leeg is.
Te licht of te donker
Pas de instellingen aan.
Controleer of de instellingen voor de kopieerkwaliteit juist zijn. Zie
De kopieerkwaliteit
aanpassen voor meer informatie.
120
Hoofdstuk 8 Problemen oplossen NLWW
Ongewenste lijnen
Controleer of de voorrangsinvoerlade is geïnstalleerd.
Reinig de flatbedscanner. Zie
De buitenkant van het apparaat reinigen voor instructies.
Mogelijk bevat de lichtgevoelige cilinder in de printcartridge krassen. Installeer een
nieuwe HP-printcartridge. Raadpleeg de beknopte handleiding voor informatie over het
installeren van een printcartridge.
Zwarte vlekken of strepen
Er is mogelijk inkt, lijm, correctievloeistof of ander ongewenst materiaal terechtgekomen
op de automatische documentinvoer of de flatbedscanner. Reinig het apparaat. Zie
De
buitenkant van het apparaat reinigen voor instructies.
Onduidelijke tekst
Pas de instellingen aan.
Controleer of u de juiste kwaliteitsinstellingen hebt opgegeven. Zie
De kopieerkwaliteit
aanpassen voor meer informatie.
Raadpleeg de Help van de software voor meer informatie over het wijzigen van de
instellingen.
Verkleind formaat
Mogelijk is de HP-software zo ingesteld dat de gescande afbeelding wordt verkleind.
Raadpleeg de Help van de HP werkset voor meer informatie over het wijzigen van de
instellingen.
NLWW Waarneembare kopieerfouten
121
Gescande afbeelding is van slechte kwaliteit
Is het origineel een foto of afbeelding van een afdruk?
Opnieuw afgedrukte foto's, zoals foto's van kranten of tijdschriften, worden afgedrukt met
behulp van kleine inktstippen. Hiermee wordt een interpretatie van de oorspronkelijke foto
verkregen met een veel lagere kwaliteit. Vaak vormen de inktstippen ongewenste patronen
die aan het licht komen wanneer de afbeelding wordt gescand, afgedrukt of op het scherm
wordt weergegeven. Als u het probleem niet kunt verhelpen met de volgende suggesties,
hebt u mogelijk een origineel van betere kwaliteit nodig.
Om deze patronen te verwijderen, kunt u proberen de gescande afbeelding te
verkleinen.
Druk de gescande afbeelding af om te controleren of de kwaliteit van de afdruk beter is.
Controleer of de instellingen voor de resolutie en de kleuren juist zijn voor het type
scantaak dat u uitvoert. Zie
Resolutie en kleur van de scanner voor meer informatie.
Voor de beste resultaten gebruikt u voor het scannen de flatbedscanner in plaats van
de automatische documentinvoer (ADI).
Is de afbeeldi ngskwaliteit beter wanneer het document wordt
afgedrukt?
De afbeelding die op het scherm verschijnt, biedt niet altijd een accurate weergave van de
kwaliteit van de scan.
Probeer de instellingen van de computermonitor zodanig te wijzigen dat er meer
kleuren (of grijstinten) worden weergegeven. Over het algemeen kan u deze
aanpassing uitvoeren door Display in het configuratiescherm van Windows te
selecteren.
Probeer de instellingen voor de resolutie en de kleuren van de scansoftware aan te
passen. Zie
Resolutie en kleur van de scanner voor meer informatie.
Is de afbeelding scheef?
Mogelijk is het origineel niet goed geplaatst. U moet gebruik maken van de papiergeleiders
wanneer u de originelen in de automatische documentinvoer plaatst. Zie
Originelen op de
scan plaatsen voor meer informatie.
Bevat de gescande afbeelding vlekken, lijnen, verticale witte
strepen of andere fouten?
Als de scanner vuil is, beschikt de gescande afbeelding niet over een optimale helderheid.
Zie
De buitenkant van het apparaat reinigen voor instructies.
122
Hoofdstuk 8 Problemen oplossen NLWW
Komen de afbeeldingen niet overeen met het origineel?
De grafische instellingen zijn wellicht niet geschikt voor het type scantaak dat u wilt
uitvoeren. Probeer de grafische instellingen te wijzigen. Zie
Resolutie en kleur van de
scanner voor meer informatie.
NLWW Gescande afbeelding is van slechte kwaliteit
123
Een gedeelte van de afbeelding is niet gescand
Is het origineel op de juiste wijze geplaatst?
Controleer of het origineel op de juiste wijze is geplaatst. Zie Originelen op de scan
plaatsen voor instructies.
Heeft het origineel een gekleurde achtergrond?
Door gekleurde achtergronden kunnen afbeeldingen op de voorgrond overvloeien in de
achtergrond. Probeer de instellingen aan te passen voordat u het origineel scant of verbeter
de afbeelding nadat u het origineel hebt gescand. Zie
Resolutie en kleur van de scanner
voor meer informatie.
Is het origineel langer dan 381 mm?
De maximumlengte voor het scannen van pagina's is 381 mm wanneer u de automatische
documentinvoer gebruikt. Als de pagina de maximumlengte overschrijdt, stopt de scanner.
(Kopieën kunnen langer zijn.)
VOORZICHTIG
Probeer niet het origineel uit de automatische documentinvoer te trekken aangezien u
daarbij de scanner of het origineel kunt beschadigen. Zie
Papierstoringen in de
automatische documentinvoer voor instructies.
Is het origineel te klein?
De minimumafmetingen die de flatbedscanner ondersteunt, zijn 25 x 25 mm. De
minimumafmetingen die de automatische documentinvoer ondersteunt, zijn 127 x 127 mm.
Het origineel is mogelijk vastgelopen. Zie
Papierstoringen in de automatische
documentinvoer voor instructies.
Gebruikt u hp Director? (Alleen voor Macintosh)
HP Director kan over standaardinstellingen beschikken die zorgen dat een bepaalde taak
wordt uitgevoerd in plaats van de taak die u wilt uitvoeren. Raadpleeg de Help van de
software voor instructies over het wijzigen van de eigenschappen in HP Director.
Is het papierformaat correct?
Controleer in de scaninstellingen of het ingevoerde papierformaat groot genoeg is voor het
document dat u afdrukt. Zie
Resolutie en kleur van de scanner voor meer informatie.
124
Hoofdstuk 8 Problemen oplossen NLWW
Het scannen duurt te lang
Is de resolutie of het kleurniveau te hoog ingesteld?
Als u de resolutie en het kleurniveau te hoog instelt, duurt het scannen langer en verkrijgt u
grotere bestanden. Als u goede resultaten wilt verkrijgen bij het scannen of kopiëren, is het
belangrijk dat u de juiste resolutie en het juiste kleurniveau gebruikt voor de scantaak. Zie
Resolutie en kleur van de scanner voor meer informatie.
Is de software ingesteld op kleurenscans?
Standaard wordt in kleur gescand. Hierbij duurt het scannen langer, zelfs wanneer u een
monochroom origineel scant. Als u een afbeelding scant via TWAIN of WIA, kunt u de
instellingen wijzigen zodat de originelen in grijsschalen of zwart-wit worden gescand.
Raadpleeg de Help van de apparaatsoftware voor meer informatie.
Hebt u een afdruktaak of een kopieertaak verzonden voordat
u begon met scannen?
Als u een afdruktaak of een kopieertaak hebt verzonden voordat u de scantaak begon,
wordt de scan pas gestart wanneer de scanner gereed is. De printer en de scanner delen
echter het geheugen, zodat het scannen langzamer kan verlopen.
Is de computer ingesteld voor bidirectionele communicatie?
Raadpleeg de documentatie die is meegeleverd bij de computer om de BIOS-instellingen te
wijzigen. De aanbevolen bidirectionele instelling voor de parallelle poort is ECP. De USB-
verbinding is altijd bidirectioneel.
NLWW Het scannen duurt te lang
125
Er worden foutberichten weergegeven
Als één van de volgende berichten verschijnt, kunt u het probleem aan de hand van
onderstaande informatie oplossen.
Veelvoorkomende berichten met betrekking tot scanfouten
De volgende scanfouten komen het meest voor:
Kan TWAIN-bron niet activeren
Er is een fout opgetreden tijdens het ophalen van de afbeelding
Scannerinitialisatie is mislukt
Communicatiefout met scanner
Zorg dat u de USB-kabel van het apparaat (A/B) of de parallelle kabel die voldoet aan de
IEEE 1284-B-norm op de juiste poort op de computer heeft aangesloten. Als u nog een
andere vrije poort heeft, probeer de kabel dan op die poort aan te sluiten. Zorg dat uw
computer is uitgerust met een EPP (bidirectionele parallelle poort) of parallelle poort die
compatibel is met ECP. Een parallelle EPP-poort is de minimale vereiste; het gebruik van
een ECP-poort wordt ten zeerste aangeraden. Raadpleeg de documentatie van uw
computer voor meer informatie over uw poort.
Sommige apparatuur kan de parallelle poort niet met het apparaat delen. Als een externe
harde schijf of netwerkschakeldoos is aangesloten op dezelfde USB-poort of parallelle poort
als de het apparaat, kan er interferentie met het andere apparaat optreden. Als u het
apparaat wilt aansluiten en gebruiken, moet u het andere apparaat loskoppelen of moet u
twee poorten gebruiken op de computer. Mogelijk hebt u een extra parallelle interfacekaart
nodig. Hewlett-Packard raadt u met klem aan om een parallelle ECP-interfacekaart te
gebruiken. Raadpleeg de documentatie van uw computer voor meer informatie over de
installatie van een extra parallelle interfacekaart of het oplossen van apparaatconflicten
Controleer of de juiste TWAIN-bron is geselecteerd. Controleer de TWAIN-bron in de
software door Scanner selecteren te selecteren in het menu Bestand.
126
Hoofdstuk 8 Problemen oplossen NLWW
De scankwaliteit is onaanvaardbaar
Dit hoofdstuk geeft informatie over het verbeteren van de scankwaliteit door het voorkomen
en verhelpen van problemen.
Problemen voorkomen
U kunt de kopieer- en scankwaliteit in enkele stappen verbeteren:
Wanneer u scant, kunt u beter de flatbedscanner dan de automatische documentinvoer
gebruiken.
Gebruik originelen van goede kwaliteit.
Plaats het afdrukmateriaal op de juiste wijze in het apparaat. Als het afdrukmateriaal
niet op de juiste wijze is geladen, kant het scheef trekken waardoor de afbeeldingen
onduidelijk worden. Zie
Originelen op de scan plaatsen voor instructies.
Pas de instellingen in de software aan afhankelijk van wat u wilt doen met de gescande
pagina. Zie
Resolutie en kleur van de scanner voor meer informatie.
Als in het apparaat regelmatig meer dan één pagina tegelijk wordt ingevoerd, moet u
het scheidingskussen vervangen. Zie
hp onderdelen en accessoires bestellen als u een
nieuw scheidingskussen wilt bestellen.
Als zich regelmatig invoerproblemen voordoen, is het scheidingskussen waarschijnlijk
versleten. Zie
hp onderdelen en accessoires bestellen als u een nieuw
scheidingskussen wilt bestellen.
Gebruik of maak een hoes om uw originelen te beschermen.
Lege pagina's
Mogelijk is het origineel met de verkeerde zijde naar boven geplaatst. Plaats de stapel
originelen met de bovenste rand in de automatische documentinvoer. Plaats het
afdrukmateriaal met de bedrukte zijde naar boven en de eerste pagina die moet
worden gescand boven op de stapel. Zie
Originelen op de scan plaatsen voor
instructies.
Wanneer er lege pagina's worden uitgevoerd na het scannen vanaf de flatbedscanner,
controleert u of het origineel op de juiste wijze is geplaatst. Plaats het origineel met de
afdrukzijde omlaag en met de linkerbovenhoek van het document in de
rechteronderhoek van de glasplaat van de flatbedscanner.
NLWW De scankwaliteit is onaanvaardbaar
127
Te licht of te donker
Pas de instellingen aan.
Controleer of u de juiste instellingen hebt gekozen voor de resolutie en de kleuren. Zie
Resolutie en kleur van de scanner voor meer informatie.
Ongewenste lijnen
Er zit mogelijk inkt, lijm of correctievloeistof op de scanner. Reinig het oppervlak van de
flatbedscanner. Zie
De buitenkant van het apparaat reinigen voor instructies.
Zwarte vlekken of strepen
Er zit mogelijk inkt, lijm of correctievloeistof op de scanner. Reinig het oppervlak van de
flatbedscanner. Zie
De buitenkant van het apparaat reinigen voor instructies.
Onduidelijke tekst
Pas de instellingen aan.
Controleer of u de juiste instellingen hebt gekozen voor de resolutie en de kleuren. Zie
Resolutie en kleur van de scanner voor meer informatie.
128
Hoofdstuk 8 Problemen oplossen NLWW
A
Specificaties
Zie deze gedeelten voor informatie over de specificaties:
HP LaserJet 3020/3030 all-in-one serie specificaties
hp LaserJet 3030 all-in-one faxspecificaties
hp LaserJet 3020/3030 all-in-one serie batterij
Afmetingen
Product Hoogte Diepte Breedte Gewicht
HP LaserJet
3020/3030 all-in-
one serie
366 mm 383 mm 497 mm 11,34 kg
Omgevingsspecificaties
Categorie Specificaties
Bedrijfsomgeving (de stekker van het apparaat
is aangesloten op een wandcontactdoos
(wisselstroom))
Temperatuur: 15° tot 32,5° C
Vochtigheid: luchtvochtigheid van 10 tot 80
procent (geen condens)
Bedrijfsomgeving (de stekker van het apparaat
is aangesloten op een wandcontactdoos
(wisselstroom))
Temperatuur: -20° tot 40° C
Vochtigheid: luchtvochtigheid van minder
dan 95 procent (geen condens)
Electrische specificaties
1
Menu-item Modellen op 110 V Modellen op 220 V
Stroomvoorziening
110
2
tot 127 V (+/- 10 %)
220 tot 240 V (+/- 10 %)
50 tot 60 Hz (+/- 2 Hz) 50 tot 60 Hz (+/- 2 Hz)
Stroomverbruik (normaal)
Tijdens afdrukken 300 W (gemiddeld) 300 W (gemiddeld)
Tijdens stand-by 14 W (gemiddeld) 14 W (gemiddeld)
Tijdens PowerSave-modus 14 W (gemiddeld) 14 W (gemiddeld)
Wanneer uitgeschakeld 0 W (gemiddeld) 0 W (gemiddeld)
NLWW
129
Menu-item Modellen op 110 V Modellen op 220 V
Hitteuitstraling
Tijdens afdrukken X Btu/hr X Btu/hr
Minimale stroomcapaciteit
(aanbevolen)
4,5 A 2,3 A
1
Waarden onder voorbehoud van wijzigingen. Zie http://www.hp.com/support/lj3030 voor de
meest recente informatie.
2
Opmerking: stroombronnen kunnen niet onderling worden verwisseld.
Akoestische emissie
1
Activiteitsniveau Gebruiker (minder
dan 1m)
Omstanders op 1m
afstand
Geluidsniveau
Actief
L
pAm
56 dB (A) L
pAm
48 dB (A) L
WAd
6,1 Bels (A)
Non-actief
L
pAm
N/A dB (A)
(onhoorbaar)
L
pAm
N/A dB (A)
(onhoorbaar)
L
WAd
N/A Bels (A)
(onhoorbaar)
1
Waarden onder voorbehoud van wijzigingen. Zie http://www.hp.com/support/lj3030 voor de
meest recente informatie. Tijdens andere handelingen kan het geluidsniveau verschillen.
130
Bijlage A Specificaties NLWW
HP LaserJet 3020/3030 all-in-one serie specificaties
De volgende tabel geeft de specificaties weer voor de HP LaserJet 3020/3030 all-in-one
serie.
hp LaserJet 3020/3030 all-in-one serie specifcicaties
Printercapaciteit en -prestaties
Afdruksnelheid
15 pagina's per minuut (ppm) voor papier
van letter-formaat en 14 ppm voor A4-papier
Uitvoer van eerste pagina binnen 10
seconden
Capaciteit van de invoerlade
150 vel standaardpapier 75 g/m
2
of maximaal
30 enveloppen
Capaciteit van de voorrangsinvoerlade
10 vel standaardpapier 75 g/m
2
of maximaal 1
envelop
Capaciteit van uitvoerbak
Maximaal 125 vellen standaardpapier 75 g/m
2
Minimumpapierformaat
76 x 127 mm
Maximumpapierformaat
216 x 356 mm
Papiergewicht
Uitvoerbak: 60 tot 105 g/m
2
Basisgeheugen
8 MB ROM/Flash en 32 MB RAM (9 MB voor het
apparaat en 23 MB beschikbaar voor de
gebruiker)
Afdrukresolutie
1200 dpi effectieve uitvoerkwaliteit (600x600x2
dpi, met gebruik van HP Resolution
Enhancement technology [REt])
Maximumcapaciteit
7.000 eenzijdig bedrukte pagina's per
maand (maximum)
1.000 eenzijdig bedrukte pagina's per
maand (gemiddeld)
PCL (printertaal) Level 5e en 6
PostScript (PS) Emulatie voor Adobe PostScript® Level 2
Capaciteit en prestaties van kopieerfunctie
Kopieersnelheid
Maximaal 15 ppm
Meerdere exemplaren Maximaal 99 per taak
Vergroten of verkleinen van kopieën
25 procent tot 400 procent
Akoestische emissie (volgens ISO 9296) tijdens
het kopiëren
geluidssterkte van 6,3 Bel
Capaciteit en prestaties van scanfunctie
NLWW HP LaserJet 3020/3030 all-in-one serie specificaties
131
Marges van gescande items
3,05 mm rechts en links
4,06 mm boven en onder
Maximumcapaciteit van scanner
2.000 enkelzijdig bedrukte pagina's per maand
Scanresolutie
600 dpi kleuren
Specificaties van automatische documentinvoer
Invoercapaciteit Maximaal 50 vel vlak afdrukmateriaal van 60 tot
75 g/m
2
Papiergewicht
60 tot 90 g/m
2
Papierformaat 127 bij 127 mm tot 216 bij 381 mm
Snelheid Maximaal 14 ppm voor papier van letter- of A4-
formaat
Maximumcapaciteit
1.000 pagina's per maand
Aanwezige poorten
USB
Compatibel met USB 2.0 specificatie
Parallel
Apparaat conform IEEE 1284-B niveau 2
met IEEE 1284-B-aansluiting
Stel de hostcomputer in op ECP (meer
mogelijkheden)
132
Bijlage A Specificaties NLWW
hp LaserJet 3030 all-in-one faxspecificaties
Faxtransmissiesnelheid
3 seconden/pagina (ITU-T testafbeelding #1)
Rechter/linkermarges voor afgedrukte pagina's
6,3 mm (6,35 mm)
Boven/ondermarges voor afgedrukte pagina's
5,08 mm (5,08 mm)
Faxcompatibiliteit ITU Groep 3; ECM
Faxcodeschema's MH, MR en MMR
Modemsnelheid
Maximaal 33.600 bits per seconde (bps)
Snelkiezen Ja
Detectie van verschillende beltonen Ja
Faxresolutie (standaard)
203 x 98 dpi
Faxresolutie (fijn) 203 x 196 dpi
Faxresolutie (superfijn) 300 x 300 dpi (zonder halftoon)
Faxresolutie (foto) 300 x 300 dpi (met halftoon)
Faxpagina opslaan Maximaal 110 (slerexe) pagina's
NLWW hp LaserJet 3030 all-in-one faxspecificaties
133
hp LaserJet 3020/3030 all-in-one serie batterij
Batterijmateriaal Polycarbon Monoflouride Lithium
Batterijsoort Knoopbatterij
Aantal per apparaat 1
Gewicht Ongeveer 1 gram
Lithiumsoort Vast
Batterijfabrikanten Rayovac, Madison, Wisconsin, USA; en
Panasonic, Secaucus, New Jersey, USA.
134
Bijlage A Specificaties NLWW
B
Overheidsinformatie
Raadpleeg deze gedeelten voor informatie betreffende overheidsvoorschriften:
FCC-voorschriften
Wet op de bescherming van de telefoongebruiker (Verenigde Staten-hp LaserJet 3030)
IC CS-03-vereisten (hp LaserJet 3030)
Overheidsvoorschriften voor de landen/regio's in de Europese Unie (hp LaserJet 3030)
Veiligheidsverklaringen
Conformiteitsverklaring
Programma voor milieuvriendelijke producten
Chemiekaarten (Material Safety Data Sheets)
NLWW
135
FCC-voorschriften
Deze apparatuur is getest en blijkt te voldoen aan de vereisten voor een digitaal apparaat
Klasse B, volgens Deel 15 van de FCC-voorschriften. De beperkingen in deze voorschriften
zijn ontwikkeld om redelijke bescherming te bieden tegen schadelijke interferentie in een
woonomgeving. Door deze apparatuur wordt radiofrequentie-energie voortgebracht en
verbruikt en kan dit type energie uitgestraald worden. Indien niet volgens de instructies
geïnstalleerd en gebruikt, kan de apparatuur de radiocommunicatie storen. Indien de
apparatuur volgens de instructies is geïnstalleerd, is er echter geen garantie dat storing in
een bepaalde situatie niet zal optreden. Als deze apparatuur schadelijke storing veroorzaakt
voor radio- of televisieontvangst, wat bepaald kan worden door de apparatuur uit en aan te
zetten, kan u proberen het probleem op een of meer van de volgende manieren op te
lossen:
Richt de ontvangstantenne opnieuw of verplaats deze.
Vergroot de afstand tussen het apparaat en de ontvanger.
Sluit het apparaat aan op een ander stopcontact of circuit dan dat waarop het
ontvangende apparaat is aangesloten.
Raadpleeg uw dealer of een ervaren radio- en tv-monteur.
Opmerking
Door wijzigingen of aanpassingen aan de printer die niet expliciet zijn goedgekeurd door
HP, kan de toestemming om dit apparaat te gebruiken, vervallen.
Opmerking
Het gebruik van een afgeschermde interfacekabel is vereist in het kader van de
beperkingen voor klasse B van Deel 15 van de FCC-voorschriften.
FCC-vereisten Deel 68 (Verenigde Staten-HP LaserJet 3030)
Deze apparatuur voldoet aan Deel 68 van de FCC-voorschriften. Aan de achterzijde van het
apparaat bevindt zich een etiket waarop onder andere het FCC-registratienummer en het
REN-nummer (ringer equivalent number) voor dit apparaat staan aangegeven. Indien
hierom wordt verzocht, moet deze informatie worden verstrekt aan het telefoonbedrijf. De
REN wordt gebruikt om te bepalen hoeveel apparaten er mogen worden aangesloten op de
telefoonlijn. Een te hoog aantal REN's op de telefoonlijn kan ertoe leiden dat de apparatuur
niet reageert op een binnenkomende oproep. In de meeste maar niet alle gebieden mag
het totaal van de REN's niet hoger zijn dan vijf (5,0). Als u zeker wilt weten hoeveel
apparaten er mogen worden aangesloten op de lijn, zoals wordt bepaald door het totaal van
de REN's, kunt u contact opnemen met het telefoonbedrijf om het maximumaantal REN's te
bepalen voor het gebied waarvandaan u belt.
Deze apparatuur gebruikt de volgende USOC-aansluitingen: RJ11C.
136
Bijlage B Overheidsinformatie NLWW
Bij deze apparatuur worden een telefoonsnoer en een modulaire stekker geleverd die
voldoen aan de FCC-voorschriften. Deze apparatuur is ontworpen om aangesloten te
worden op het telefoonnetwerk of op plaatselijke bedrading met behulp van een
compatibele modulaire aansluiting die voldoet aan de vereisten van Deel 68. Deze
apparatuur kan niet worden gebruikt in combinatie met muntapparaten die door een
telefoonbedrijf worden geleverd. Aansluiting op een gemeenschappelijke telefoonlijn is
afhankelijk van lokale tarieven. Als deze apparatuur schade toebrengt aan het
telefoonnetwerk, zal het telefoonbedrijf u vooraf berichten dat u tijdelijk geen gebruik zult
kunnen maken van uw lijnen. Als een bericht vooraf niet haalbaar is, zal het telefoonbedrijf
de klant zo snel mogelijk op de hoogte stellen. Ook wordt u op de hoogte gesteld van uw
rechten om bij de FCC een klacht in te dienen als u dat nodig acht. Het telefoonbedrijf kan
wijzigingen aanbrengen in faciliteiten, apparatuur, werkzaamheden of procedures waardoor
de werking van uw apparatuur kan veranderen. Als dit gebeurt, zal het telefoonbedrijf u
vooraf berichten, zodat u de nodige wijzigingen kunt aanbrengen en ononderbroken gebruik
kunt blijven maken van de lijnen. Als u problemen ondervindt met de apparatuur, kunt u de
telefoonnummers vooraan in deze handleiding raadplegen voor informatie over reparatie en/
of garantie. Als het probleem schade toebrengt aan het telefoonnetwerk, kan het
telefoonbedrijf u verzoeken om de apparatuur van het netwerk te verwijderen tot het
probleem is opgelost. De volgende reparaties kunnen door de klant zelf worden verricht:
Vervang alle oorspronkelijke onderdelen die bij het apparaat zijn geleverd. Hieronder vallen
de inktcartridge, de steunen voor papierbakken en -laden, het netsnoer en de
telefoonkabel. Het is raadzaam een overspanningsbeveiliging in te bouwen in het
stopcontact waarop het apparaat wordt aangesloten. Hiermee voorkomt u schade aan de
apparatuur bij blikseminslag en andere spanningsschommelingen.
Wet op de bescherming van de telefoongebruiker (Verenigde
Staten-hp LaserJet 3030)
Volgens de wet op de bescherming van telefoongebruikers uit 1991 is het onwettig om een
computer of ander elektronisch apparaat, waaronder faxapparaten, te gebruiken voor het
verzenden van berichten tenzij dit bericht in de boven- of ondermarge van elke verzonden
pagina of op de eerste pagina van het bericht, de datum en het tijdstip van verzending
vermeldt, evenals de naam van het bedrijf, de eenheid of de persoon die het bericht
verstuurt en het telefoonnummer van het verzendende apparaat of het bedrijf, de eenheid
of de persoon. (Het vermelde telefoonnummer mag geen 900-nummer zijn of een ander
nummer waarvoor de kosten die van lokale of interlokale verzending te boven gaan.) Zie de
faxhandleiding als u deze gegevens wilt opnemen in uw fax.
NLWW Wet op de bescherming van de telefoongebruiker (Verenigde Staten-hp LaserJet 3030)
137
IC CS-03-vereisten (hp LaserJet 3030)
KENNISGEVING: het Industry Canada-etiket staat voor gecertificeerde apparatuur. Deze
certificering houdt in dat de apparatuur voldoet aan een aantal vereisten ten aanzien van
beveiliging, werking en gebruiksveiligheid als voorgeschreven in de betreffende
documenten over technische vereisten voor terminal-apparatuur. Het ministerie kan niet
garanderen dat de apparatuur werkt naar tevredenheid van de klant. Voordat deze
apparatuur wordt geïnstalleerd, dient de gebruiker te controleren of het toegestaan is om
deze apparatuur aan te sluiten op de faciliteiten van het plaatselijke
telecommunicatiebedrijf. De apparatuur dient ook geïnstalleerd te worden volgens een
goedgekeurde manier van aansluiten. De klant dient er rekening mee te houden dat de
service in bepaalde omstandigheden kan verslechteren, ook al zijn aan alle bovenstaande
voorwaarden voldaan. Reparaties aan gecertificeerde apparatuur dient te gebeuren onder
toezicht van een vertegenwoordiger die door de leverancier is aangewezen. Reparaties of
wijzigingen die door de gebruiker op deze apparatuur worden uitgevoerd, of slecht
functioneren van het apparaat, kunnen aanleiding zijn voor het telefoonbedrijf om de
gebruiker te verzoeken de apparatuur te verwijderen. Gebruikers dienen voor hun eigen
veiligheid te controleren of alle apparatuur en telefoonlijnen goed geaard zijn. Deze
voorzorgsmaatregel kan vooral op het platteland van groot belang zijn.
VOORZICHTIG
Gebruikers dienen geen pogingen te ondernemen om hiervoor zelf de aansluitingen tot
stand te brengen, maar dienen contact op te nemen met de betreffende inspectiedienst of
elektrotechnicus. Het REN-nummer (Ringer Equivalence Number) van dit apparaat is 0.7.
Kennisgeving: het REN-nummer van een terminalapparaat geeft aan hoeveel terminals
maximaal mogen worden aangesloten op een telefooninterface. Op een interface kan elke
gewenste combinatie van apparaten worden aangesloten, mits het totaal van de REN-
nummers van alle apparaten niet hoger is dan vijf (5,0). De standaard aansluitingscode
(soort telefoonaansluiting) voor apparatuur met directe aansluitingen op het telefoonnetwerk
is CA11A.
Overheidsvoorschriften voor de landen/regio's in de Europese
Unie (hp LaserJet 3030)
Deze apparatuur is ontworpen om alleen te functioneren in alle landen/regio's van de
Europese Economische Ruimte (openbaar geschakelde telefoonnetwerken). Compatibiliteit
met het netwerk is afhankelijk van interne software-instellingen. Neem contact op met de
leverancier van uw apparatuur als het nodig is om de apparatuur op een ander
telefoonnetwerk te gebruiken. Voor verdere productondersteuning neemt u contact op met
Hewlett-Packard. De telefoonnummers vindt u in de ondersteuningsbrochure die bij het
product is geleverd.
138
Bijlage B Overheidsinformatie NLWW
Veiligheidsverklaringen
Laserverklaring
Het Center for Devices and Radiological Health (CDRH) van de Amerikaanse Food and
Drug Administration heeft een aantal voorschriften geïmplementeerd voor laserproducten
die zijn gefabriceerd na 1 augustus 1976. Het opvolgen van deze voorschriften is verplicht
voor producten die worden verkocht binnen de Verenigde Staten. Deze printer is
goedgekeurd als een laserproduct "Klasse 1" volgens de Radiation Performance Standard
van het Amerikaanse DHHS (Department of Health and Human Services) conform de
Radiation Control for Health and Safety Act van 1968. Aangezien de straling die binnen de
printer tot stand komt, volledig binnen de beschermende behuizing en externe kleppen blijft,
kan de laserstraal tijdens geen enkele fase van de normale bediening ontsnappen.
WAARSCHU
WING
Het gebruik van bedieningselementen, het aanbrengen van wijzigingen of het uitvoeren van
andere procedures dan beschreven in deze gebruikershandleiding, kan leiden tot
blootstelling aan gevaarlijke straling.
Canada DOC regulations
This equipment complies with Canadian EMC Class B requirements.
Conforme à la classe B des normes canadiennes de compatibilité électromagnétiques. <<
CEM>>.
NLWW Veiligheidsverklaringen
139
Laser statement for Finland
LASERTURVALLISUUS
LUOKAN 1 LASERLAITE
KLASS 1 LASER APPARAT
HP LaserJet 3020 / 3030 all-in-one series-laserkirjoitin on käyttäjän kannalta turvallinen
luokan 1 laserlaite. Normaalissa käytössä kirjoittimen suojakotelointi estää lasersäteen
pääsyn laitteen ulkopuolelle.
Laitteen turvallisuusluokka on määritetty standardin EN 60825-1:1994 + A11:1996 +
A2:2001 mukaisesti.
VAROITUS!
Laitteen käyttäminen muulla kuin käyttöohjeessa mainitulla tavalla saattaa altistaa käyttäjän
turvallisuusluokan 1 ylittävälle näkymättömälle lasersäteilylle.
VARNING!
Om apparaten används på annat sätt än i bruksanvisning specificerats, kan användaren
utsättas för osynlig laserstrålning, som överskrider gränsen för laserklass 1.
HUOLTO
HP LaserJet 3020 / 3030 all-in-one series-kirjoittimen sisällä ei ole käyttäjän huollettavissa
olevia kohteita. Laitteen saa avata ja huoltaa ainoastaan sen huoltamiseen koulutettu
henkilö. Tällaiseksi huoltotoimenpiteeksi ei katsota väriainekasetin vaihtamista, paperiradan
puhdistusta tai muita käyttäjän käsikirjassa lueteltuja, käyttäjän tehtäväksi tarkoitettuja
ylläpitotoimia, jotka voidaan suorittaa ilman erikoistyökaluja.
VARO!
Mikäli kirjoittimen suojakotelo avataan, olet alttiina näkymättömälle lasersäteilylle laitteen
ollessa toiminnassa. Älä katso säteeseen.
VARNING!
Om laserprinterns skyddshölje öppnas då apparaten är i funktion, utsättas användaren för
osynlig laserstrålning. Betrakta ej strålen.
Tiedot laitteessa käytettävän laserdiodin säteilyominaisuuksista:
Aallonpituus 770-795 nm
Teho 5 mW
Luokan 3B laser
Korean EMI statement
140
Bijlage B Overheidsinformatie NLWW
Australia
This equipment complies with Australian EMC requirements.
NLWW Veiligheidsverklaringen
141
Conformiteitsverklaring
Conformiteitsverklaring
overeenkomstig ISO/IEC Richtlijn 22 en EN 45014
Naam fabrikant:
Hewlett-Packard Company
Adres fabrikant:
11311 Chinden Boulevard
Boise, Idaho 83714-1021, USA
verklaart dat het product
Productnaam:
HP LaserJet 3020/3030 serie all-in-one
Productnummers:
Q2665A en Q2666A (Wettelijk verplicht model
3
: BOISB-0306-00 en BOISB-0306-01)
Productopties:
Alles
voldoet aan de volgende productspecificaties:
Veiligheid: IEC 60950:1999 / EN60950:2000
IEC 60825-1:1993 + A1:1996 + A2:2001/EN 60825-1:1994 + A11:1996 + A2:2001 (Klasse 1 laser/LED-product)
GB4943-1995
EMC:
CISPR 22:1998/EN 55022:1 998 - Klasse B
1
EN 61000-3-2:1995 / A14:2000
EN 61000-3-3:1995
EN 55024:1998
FCC-titel 47 CFR, Deel 15 Klasse B
2
/ ICES-003, Nummer 3
GB9254-1998
Telecom
4
: TBR-21:1998; EG 201 121:1998
Aanvullende informatie:
Het hier vermelde apparaat is in overeenstemming met de vereisten van de EMC-richtlijn 89/336/EEC, de richtlijn inzake laagspan ning 73/23/
EEC en is dienovereenkomstig van het CE-merk voorzien.
1
Het product is in een representatieve omgeving getest met personal computersystemen van Hewlett-Packard.
2
Dit apparaat voldoet aan Deel 15 van de FCC-voorschriften. De werking van het apparaat is afhankelijk van de volgende twee
voorwaarden: (1) dit apparaat mag geen schadelijke storing veroorzaken en (2) dit apparaat moet eventueel ontvangen storing accepteren,
waaronder storing die de werking van het apparaat nadeling kan beïnvloeden.
3
Conform de overheidsvoorschriften is aan dit product een wettelijk verplicht mod elnummer toegeke nd. Dit nu mmer moet niet worden
verward met de verkoo pnaam (HP LaserJet 3380) of het productnummer (Q2660A).
4
LaserJet 3030 (wettelijk verplicht mo del BOISB-0206-01) beschikt over faxfunctie en voldoet daarom aan de betreffende telecom-
voorschriften en de R&TTE-richtlijn 1999/5/EC (Bijlage II) en is dienovereenkomstig voorzien van het CE-keurmerk.
Boise, Idaho 83713, U.S.A.
1 november 2003
Alleen voor zaken die verband houden met overheidsvo orschrifte n:
Contactgegevens
Australië
Manager Product Regulations, Hewlett-Packard Australia, Ltd. 31-41 Joseph Street Blackburn, Victoria 3130,
Australia
Contactgegevens
Europa
Uw plaatselijke Hewlett-Packard verkoop- en servicekantoor of Hewlett-Packard GmbH, Department HQ-TRE/
Standards Europe. Herrenberger Strasse 140 Böblingen, D-71034, (+49-7031-14-3143)
Contactgegevens
Verenigde Staten
Manager Product Relations, Hewlett-Packard Company PO Box 15, Mail Stop 160 Boise, ID 83707-0015, USA (208-
396-6000)
142
Bijlage B Overheidsinformatie NLWW
Programma voor milieuvriendelijke producten
Milieubescherming
Hewlett-Packard Company spant zich in om op milieuvriendelijke wijze kwalitatief
hoogstaande producten te leveren. Het ontwerp van dit product bevat dan ook diverse
kenmerken die de effecten op het milieu beperken.
Ozonproductie
Dit product brengt geen meetbaar ozongas (O
3
) voort.
Minder energieverbruik
Het energieverbruik daalt aanzienlijk in de PowerSave-modus (laag energieverbruik). Dat
betekent niet alleen een besparing op natuurlijke hulpbronnen, maar ook op geld, zonder
dat de hoge prestaties van deze printer worden beïnvloed. Dit product voldoet aan de
vereisten van het ENERGY STAR®-programma. Dit is een vrijwillig programma voor
ontwikkeling van kantoorproducten met efficiënt energieverbruik.
ENERGY STAR is een in de Verenigde Staten gedeponeerd servicemerk van de
Amerikaanse Environmental Protection Agency. Als partner van ENERGY STAR® heeft
Hewlett-Packard Company bepaald dat dit product voldoet aan de richtlijnen van ENERGY
STAR® voor efficiënt energieverbruik. Zie http://www.energystar.gov/ voor meer informatie.
Tonerverbruik
EconoMode/Tonerbesparingsmodus verbruikt aanzienlijk minder toner, hetgeen de
levensduur van de inktcartridge kan verlengen.
Papergebruik
Door de handmatige dubbelzijdige module te gebruiken (zie Handmatig dubbelzijdig
afdrukken voor informatie over dubbelzijdig afdrukken) en door meerdere pagina's op een
vel af te drukken, gebruikt u minder papier en wordt er minder gevergd van natuurlijke
hulpbronnen.
NLWW Programma voor milieuvriendelijke producten
143
Plastic onderdelen
Kunststof onderdelen die zwaarder zijn dan 25 gram zijn volgens internationale normen
gemarkeerd, waardoor aan het einde van de gebruiksduur van het product beter kan
worden bepaald hoe de kunststof onderdelen moeten worden afgevoerd.
Afdrukbenodigdheden voor de HP LaserJet
In een groot aantal landen/regio's kunnen de printerbenodigdheden voor dit product
(inktcartridges, fuser en transfereenheid) in het kader van het "HP Printing Supplies Returns
and Recycling Program" naar HP worden geretourneerd. Dit gemakkelijke, gratis
retourneringsprogramma is beschikbaar in meer dan 48 landen/regio's. Meer informatie en
instructies vindt u in verschillende talen in elke nieuwe verpakking van inktcartridges en
andere afdrukbenodigdheden voor de HP LaserJet.
Informatie over het HP Printing Supplies Returns and
Recycling Program
Sinds 1990 zijn in het kader van het HP programma voor het recyclen van inktcartridges
miljoenen gebruikte inktcartridges voor de LaserJet ingezameld die anders op vuilnisbelten
of afvalstortplaatsen zouden zijn beland. De inktcartridges en andere benodigdheden voor
de HP LaserJet worden verzameld en verzonden naar HP partners die de cartridges
demonteren. Na een grondige kwaliteitscontrole worden specifieke onderdelen herwonnen
en in nieuwe cartridges gebruikt. De overgebleven materialen worden gescheiden en
omgezet in grondstoffen waarvan in andere bedrijfstakken een groot aantal nuttige
producten wordt gemaakt.
In de V.S.: om gebruikte cartridges en andere benodigdheden in te zamelen op een
manier die het milieu zo weinig mogelijk belast, wordt u gevraagd om deze materialen
in grotere hoeveelheden terug te zenden. Verpak twee of meer cartridges bij elkaar en
gebruik het vooruitbetaalde, geadresseerde UPS-etiket dat in de doos is meegeleverd.
Bel voor meer informatie over inlevering in de Verenigde Staten (800) 340 2445 of ga
naar de website van HP LaserJet Supplies: http://www.hp.com/go/recycle.
Buiten de V.S.: klanten buiten de V.S. kunnen contact opnemen met het plaatselijk
verkoopkantoor van HP of kunnen de website http://www.hp.com/go/recycle bezoeken
voor verdere informatie over het HP Supplies Returns and Recycling Program.
Papier
Dit apparaat is geschikt voor kringlooppapier,mits het papier voldoet aan de richtlijnen die
zijn beschreven in de afdrukmateriaalgids. Zie
Specificaties voor afdrukmateriaal voor meer
informatie. Dit apparaat is geschikt voor het gebruik van kringlooppapier dat voldoet aan de
norm DIN 19309.
Materiaalbeperkingen
Er bevindt zich kwik in de fluorescerende lamp of scanner van dit HP-apparaat dat wellicht
op een speciale manier moet worden verwerkt aan het einde van de levensduur.
Dit HP-apparaat bevat loodhoudend soldeermetaal.
Dit HP-apparaat bevat een batterij die wellicht op een speciale manier moet worden
verwerkt aan het einde van de levensduur.
144
Bijlage B Overheidsinformatie NLWW
Type: Lithium Carbon Monofluoride (vaste
knoopcelbatterij)
Gewicht: circa 1 gram
Locatie: de formatterkaart van de computer (één batterij
per apparaat)
Door de gebruiker te verwijderen: Nee
Voor informatie over recycling kunt u terecht op http://www.hp.com/go/recycle of neemt u
contact op met uw plaatselijke overheid of de Electronics Industries Alliance:
http://www.eiae.org.
Nederlands
Toepassing: De batterij wordt gebruikt als reserve-energiebron voor de tijdklok (die wordt
gebruikt voor het faxgedeelte van het apparaat).
Locatie van de batterij: De batterij wordt bij de fabricage/distributie van het product op de
formatter gesoldeerd.
Voorschriften:
· Richtlijn van de Europese Unie met betrekking tot batterijen: Deze batterij komt niet in
aanmerking voor de richtlijnen.
· Bijzondere bepaling A45 voor UN-standaard: Deze batterij is een niet-gevaarlijk artikel.
Levensduur: De batterij is ontworpen om minstens even lang mee te gaan als het product.
Batterijfabrikanten: Rayovac, Madison, WI, USA; and Panasonic, Secaucus, NJ, USA.
Het ontwerp en de specificaties kunnen zonder kennisgeving worden gewijzigd.
Meer informatie
Over milieuprogramma's van HP, waaronder:
Milieuprofielblad voor dit product en andere verwante producten van HP
Inzet van HP voor het milieu
Het milieubeheersysteem van HP
Het retournerings- en recycleprogramma van HP voor verbruikte producten
Material Safety Data Sheets (chemiekaarten)
Raadpleeg http://www.hp.com/go/environment of http://www.hp.com/hpinfo/community/
environment voor meer informatie.
NLWW Programma voor milieuvriendelijke producten
145
Chemiekaarten (Material Safety Data Sheets)
U kunt chemiekaarten (MSDS, Material Safety Data Sheets) aanvragen via de website voor
HP LaserJet-afdrukbenodigdheden op http://www.hp.com/hpinfo/community/environment/
productinfo/safety.htm.
146
Bijlage B Overheidsinformatie NLWW
C
HP beperkt e garantie
hp LaserJet 3020 / 3030 all-in-one serie BEPERKTE GARANTIE
VAN EEN JAAR
HP-PRODUCT
HP LaserJet 3020 / 3030 all-in-one serie
DUUR VAN DE BEPERKTE GARANTIE
Eén jaar
HP garandeert u, de eindgebruiker en klant, dat de hardware, accessoires en benodigdheden vanaf de datum
van aankoop voor de duur van bovengenoemde garantieperiode vrij zullen zijn van materiaal- en
constructiefouten. Indien HP gedurende de garantieperiode van dergelijke defecten in kennis wordt gesteld, zal
HP de defecte producten naar eigen goeddunken laten repareren of vervangen. Vervangende producten
kunnen nieuwe producten zijn of producten waarvan de prestaties gelijk zijn aan die van nieuwe producten.
HP garandeert het uitblijven van problemen met de programmeeropdrachten van de software van HP vanaf de
datum van aankoop gedurende bovengenoemde periode, als gevolg van materiaaldefecten of werkzaamheden,
mits de software naar behoren wordt geïnstalleerd en gebruikt. Indien HP gedurende de garantieperiode van
dergelijke defecten in kennis wordt gesteld, zal HP de software die de programmeeropdrachten niet uitvoert als
gevolg van genoemde defecten vervangen.
HP kan de ononderbroken en probleemloze werking van HP producten niet garanderen. Indien HP niet in staat
is om defecte producten die onder de garantie vallen binnen afzienbare tijd te repareren of te vervangen, hebt u
recht op terugbetaling van de verkoopprijs nadat u het product per ommegaande heeft geretourneerd.
HP producten bevatten mogelijk hervervaardigde onderdelen of onderdelen die reeds een aantal keer zijn
gebruikt, waarvan de prestaties gelijk zijn aan die van nieuwe onderdelen.
De garantie is niet van toepassing op defecten die het resultaat zijn van (a) onjuist of onvoldoende onderhoud of
een verkeerde kalibratie, (b) software, verbindingen, onderdelen of benodigdheden die niet door HP zijn
geleverd, (c) niet-geautoriseerde aanpassing of misbruik, (d) gebruik buiten de aangegeven
omgevingsspecificaties voor het apparaat of (e) onjuiste voorbereiding of onjuist onderhoud van de locatie.
VOOR ZOVERRE TOEGESTAAN DOOR DE NATIONALE WETGEVING ZIJN BOVENGENOEMDE
GARANTIEBEPALINGEN DE ENIGE GELDENDE BEPALINGEN EN ZIJN GEEN ANDERE MONDELINGE OF
SCHRIFTELIJKE, IMPLICIETE OF UITDRUKKELIJKE GARANTIES OF BEPALINGEN VAN TOEPASSING. HP
DOET UITDRUKKELIJK AFSTAND VAN IMPLICIETE GARANTIEVERKLARINGEN OF BEPALINGEN MET
BETREKKING TOT VERKOOPBAARHEID, BEVREDIGENDE KWALITEIT EN GESCHIKTHEID VOOR EEN
BEPAALD DOEL. In sommige landen/regio's, staten of provincies zijn beperkingen van de duur van impliciete
garantiebepalingen niet toegestaan. In dat geval is bovenstaande beperking of uitsluiting niet van toepassing.
Deze garantie geeft u bepaalde rechten en mogelijk hebt u nog andere rechten, afhankelijk van het land/de
regio, de staat of provincie waar u woont.
De beperkte garantie van HP is geldig in alle landen/regio's of plaatsen waar HP een vestiging heeft voor
productondersteuning en waar HP dit product op de markt heeft gebracht. Het niveau van garantieservice dat u
ontvangt, kan verschillen volgens de plaatselijke normen. In verband met wettelijke regelgeving brengt HP geen
wijzigingen aan in de vormgeving of de functies van het product voor gebruik in een land/regio waarvoor het
product oorspronkelijk niet was bestemd.
NLWW hp LaserJet 3020 / 3030 all-in-one serie BEPERKTE GARANTIE VAN EEN JAAR
147
VOOR ZOVERRE TOEGESTAAN DOOR NATIONALE WETGEVING, ZIJN DE PROBLEEMOPLOSSINGEN IN
DEZE GARANTIEVERKLARING DE ENIGE TOEGESTANE OPLOSSINGEN. MET UITZONDERING VAN HET
HIERBOVEN BEPAALDE, KUNNEN HP EN ZIJN LEVERANCIERS IN GEEN GEVAL AANSPRAKELIJK
WORDEN GESTELD VOOR HET KWIJTRAKEN VAN GEGEVENS, DIRECTE, SPECIALE OF INCIDENTELE
SCHADE, GEVOLGSCHADE (WAARONDER INKOMSTENDERVING EN GEGEVENSVERLIES) NOCH VOOR
ANDERE SCHADE, ONGEACHT HET FEIT OF DIT IS VASTGELEGD IN SCHADEOVEREENKOMSTEN,
WETTELIJKE REGELGEVING, JURISPRUDENTIE OF ANDERE REGELGEVING. In sommige landen/regio's,
staten of provincies zijn uitsluitingen of beperkingen van incidentele schade of gevolgschade niet toegestaan. In
dat geval is bovenstaande beperking of uitsluiting niet van toepassing.
TENZIJ WETTELIJK TOEGESTAAN, VORMEN DE GARANTIEBEPALINGEN IN DEZE VERKLARING GEEN
UITSLUITING, BEPERKING, WIJZIGING OF TOEVOEGING VAN DE WETTELIJK VERPLICHTE RECHTEN
DIE VAN TOEPASSING ZIJN OP DE VERKOOP VAN HET PRODUCT AAN U.
148
Bijlage C HP beperkte garantie NLWW
D
Onderdelen en accessoires
van hp
Raadpleeg de volgende onderwerpen voor informatie over het bestellen van onderdelen en
accessoires voor het apparaat.
hp onderdelen en accessoires bestellen
Printcartridges voor de HP LaserJet
NLWW
149
hp onderdelen en accessoires bestellen
Overzicht van hp-onderdelen en -accessoires
U kunt de mogelijkheden van het apparaat uitbreiden met optionele accessoires en
benodigdheden. Met de speciale onderdelen voor de HP LaserJet 3020 / 3030 all-in-one
bereikt u een optimale prestatie.
Accessoires
Productnaam Beschrijving Onderdeelnummer
Kabels en interface-
accessoires
parallelle IEEE-1284-kabel van 2
meter
C2950A
Kabels en interfaces parallelle IEEE-1284-kabel van 3
meter
C2951A
Kabels en interfaces USB-apparaatkabel (A/B) van 2
meter
8121-0539
Accessoires voor reiniging
en onderhoud
Tonerdoekje 5090-3379
Afdrukbenodigdheden
Productnaam Beschrijving Onderdeelnummer
HP Multipurpose papier
HP papier voor diverse
toepassingen (1 doos van 10
riemen, 500 vel per riem).
HPM1120
HP LaserJet papier HP premium papier voor
gebruik met HP LaserJet
printers (1 doos van 10 riemen,
500 vel per riem).
HPJ1124
HP LaserJet transparanten HP transparanten voor gebruik
met monochrome HP LaserJet
printers.
92296U (A4)
HP LaserJet transparanten HP transparanten voor gebruik
met monochrome HP LaserJet
printers.
92296T (letter)
Printcartridges
Nieuwe printcartridges voor de
HP LaserJet 3020 / 3030 all-in-
one.
cartridge voor 2.000 pagina's
Q2612A
150
Bijlage D Onderdelen en accessoires van hp NLWW
Aanvullende documentatie
Productnaam Beschrijving Onderdeelnummer
Richtlijnen voor papier en
ander afdrukmateriaal
Richtlijn voor het gebruik van
papier en ander
afdrukmateriaal voor HP
LaserJet printers.
5963-7863
Vervangbare onderdelen
Productnaam Beschrijving Onderdeelnummer
Papiertransportrol
Wordt gebruikt om papier op te
pakken in de invoerlade en
door het apparaat te voeren.
RL1-0266-000
Invoerlade
Voor het plaatsen van
afdrukmateriaal voor het
apparaat.
RG0-1121-000CN
Voorrangsinvoerlade Voor de invoer van speciaal
afdrukmateriaal of het
afdrukken van een eerste
pagina.
RG0-1122-000CN
Invoerlade van de
automatische documentinvoer
Voer de invoer van
documenten in de scanner.
C9143-60102
Scheidingskussen van het
apparaat
Voorkomt de invoer van
meerdere vellen tegelijk in de
papierbaan van het apparaat.
C7309-60009
ADI-transportrol
Voor de invoer en doorvoer
van papier in de automatische
documentinvoer.
C7309-60068
Automatische documentinvoer Als de automatische
documentinvoer defect raakt,
kun u met dit artikelnummer
een nieuwe bestellen (inclusief
een klep voor de
flatbedscanner).
C9143-60101
NLWW hp onderdelen en accessoires bestellen
151
Printcartridges voor de HP LaserJet
Dit gedeelte bevat de volgende gegevens over printcartridges voor de HP LaserJet:
hp-beleid voor printcartridges van andere producenten dan HP
Printcartridges bewaren
Verwachte gebruiksduur van printcartridge
Hergebruik van printcartridges
Toner besparen
hp-beleid voor printcartridges van andere producenten dan
HP
Hewlett-Packard raadt u af nieuwe, opnieuw gevulde of gebruikte printcartridges van
andere producenten te gebruiken. Omdat dit geen HP-producten zijn, heeft het bedrijf geen
invloed op het ontwerp en de kwaliteit. Reparaties aan de printer als gevolg van het gebruik
van een cartridge van een andere producent vallen niet onder de garantie op de printer.
Opmerking
De garantie is niet van toepassing op defecten die worden veroorzaakt door software,
verbindingen of onderdelen die niet zijn geleverd door HP.
Een printcartridge installeren
Zie de beknopte handleiding om een printcartridge te installeren.
Printcartridges be waren
Verwijder de printcartridge pas uit de verpakking wanneer u deze gaat gebruiken. Bepaalde
verpakkingen met printcartridges voor de hp LaserJet beschikken over een alfanumerieke
datumcode. Deze code verwijst naar een periode van dertig maanden na de
productiedatum waarmee het voorraadbeheer tussen HP en wederverkopers kan worden
verbeterd. Deze code biedt geen aanwijzingen over de gebruiksduur van de toner
(houdbaarheid) en heeft op geen enkele wijze betrekking op de garantievoorwaarden en -
bepalingen.
VOORZICHTIG
Voorkom beschadiging van de printcartridge en stel deze niet bloot aan direct licht.
Verwachte gebruiksduur van printcartridge
De gebruiksduur van een printcartridge is afhankelijk van de hoeveelheid toner die nodig is
voor de afdruktaken. Als u tekst afdrukt op letter/A4-papier met 5 procent dekking, gaat de
printcartridge gemiddeld 2.000 pagina's mee. Hierbij is de afdrukdichtheid ingesteld op 3 en
is EconoMode uitgeschakeld (dit zijn de standaardinstellingen).
152
Bijlage D Onderdelen en accessoires van hp NLWW
Hergebruik van printcartridges
Sinds 1990 zijn er in het kader van het HP-programma voor het inleveren en hergebruiken
van afdrukbenodigdheden miljoenen gebruikte LaserJet-printcartridges ingezameld die
anders op vuilnisbelten zouden zijn beland. De printcartridges en andere
afdrukbenodigdheden voor de HP LaserJet worden ingezameld en verzonden naar HP-
partners die de cartridges demonteren. Na een grondige kwaliteitscontrole worden
geselecteerde onderdelen verzameld voor hergebruik in nieuwe cartridges. De resterende
materialen worden gescheiden en worden omgezet in ruwe materialen waarmee nuttige
producten worden gemaakt in andere bedrijfstakken.
Inzameling in VS
Om gebruikte patronen en andere afdrukbenodigdheden in te zamelen op een manier die
het milieu zo weinig mogelijk belast, wordt u gevraagd om deze materialen in grotere
hoeveelheden terug te zenden. Stop twee of meer cartridges in één, vooraf gefrankeerde,
geadresseerde verpakking met UPS-label die zich in het pakket bevindt. Bel voor meer
informatie in de VS (800) 340-2445 of bezoek de website voor benodigdheden van de HP
LaserJet op http://www.hp.com/recycle.
Toner besparen
Als u toner wilt besparen, selecteert u de optie EconoMode in de instellingen van uw
apparaat. (Zie voor meer informatie
EconoMode gebruiken (om toner te besparen).) In de
stand EconoMode (Toner besparen) wordt op elke pagina minder toner gebruikt. Als u deze
optie selecteert, verlengt u de gebruiksduur van de printcartridge en verlaagt u de kosten
per afgedrukte pagina. De afdrukkwaliteit neemt echter ook af. Het wordt niet aanbevolen
om altijd gebruiken te maken van EconoMode.
NLWW Printcartridges voor de HP LaserJet
153
154
Bijlage D Onderdelen en accessoires van hp NLWW
E
Service en ondersteuning
Raadpleeg onderstaande onderwerpen voor informatie over productservice en -
ondersteuning:
Hardwareservice verkrijgen
Uitgebreide garantie
Serviceformulier
NLWW
155
Hardwareservice verkrijgen
Opmerking
De garantieservice en -ondersteuning kunnen per land/regio verschillen. Ga voor meer
informatie naar http://www.hp.com.
Hardware-service verkrijgen
Als de hardware tijdens de garantieperiode gebreken vertoont, biedt HP u de volgende
ondersteuningsmogelijkheden:
HP-reparatieservice. Afhankelijk van waar u zich bevindt, kunt u het apparaat naar
een reparatiecentrum van HP sturen.
Express Exchange. Op bepaalde plaatsen levert HP u de volgende werkdag een
vernieuwd, permanent vervangingsproduct.
Erkende HP-serviceverlener. U kunt het apparaat terugsturen naar een erkende HP-
serviceleverancier bij u in de buurt.
Express ophaal- en bezorgservice. HP zorgt ervoor dat het apparaat binnen 5 tot 10
dagen wordt opgehaald, gerepareerd en teruggebracht, afhankelijk van waar u zich
bevindt.
Het apparaat terugsturen
Wanneer u apparatuur verzendt, kunt u het beste de zending verzekeren. Stuur een kopie
van uw aankoopbewijs mee. Vul tevens het
Serviceformulier in voor een zo nauwkeurig
mogelijke reparatie.
VOORZICHTIG
De klant is aansprakelijk voor beschadigde zendingen als gevolg van een inadequate
verpakking. Zie de volgende richtlijnen voor opnieuw verpakken.
Richtlijnen voor opnieuw verpakken
Druk indien mogelijk een zelftestpagina af (zie Een configuratiepagina afdrukken)
voordat u het apparaat uitschakelt en stuur het zelftestrapport met het apparaat mee.
Verwijder en bewaar de printcartridge.
VOORZICHTIG
Als er tijdens de verzending toner in de printer is achtergebleven, kan het apparaat
beschadigd raken.
Verwijder de invoerlade en verpak het apparaat indien mogelijk, met de originele
verpakkingsmaterialen. Zie
De invoerlade voor afdrukmateriaal verwijderen voor
instructies.
Sluit een exemplaar van het volledig ingevulde serviceformulier bij dat hierna wordt
vermeld. Geef op het formulier aan welke artikelen worden teruggestuurd.
Gebruik zo mogelijk de oorspronkelijke doos en verpakkingsmaterialen.
Voeg indien van toepassing voorbeelden bij van de problemen die optreden.
Stuur vijf vellen mee van het papier, of ander afdrukmateriaal, dat problemen
veroorzaakt bij het afdrukken, scannen, faxen of kopiëren. Verzegel het papier of
afdrukmateriaal in een luchtdichte verpakking.
156
Bijlage E Service en ondersteuning NLWW
De invoerlade voor afdrukmateriaal verwijderen
Opmerking
Als u het apparaat wilt terugbrengen, moet u mogelijk de invoerlade verwijderen. Gebruik
de volgende instructies om de invoerlade te verwijderen, zonder het apparaat te
beschadigen.
1. Open de invoerlade voor afdrukmateriaal en verwijder dit.
2. Schuif de papiergeleiders zo ver mogelijk naar binnen. Duw de lipjes in de invoerlade
omlaag en blijf deze indrukken terwijl u de invoerladen uit het apparaat schuift.
NLWW Hardwareservice verkrijgen
157
Uitgebreide garantie
In de meeste landen/regio's biedt HP CarePack aanvullende garantiedekking van het HP
apparaat en alle meegeleverde ingebouwde onderdelen. Dit hardwareonderhoud vormt een
uitbreiding van de standaardgarantie (bijvoorbeeld onderhoud dezelfde dag i.p.v. de
volgende dag). U kunt de standaardgarantie 5 jaar uitbreiden met deze aanvullende
dekking. Het HP CarePack kan bestaan uit de service Express Exchange of reparaties op
locatie. Voor meer ondersteuningsinformatie kunt u ook contact opnemen met de
klantenservice- en ondersteuning. Raadpleeg de bijgeleverde ondersteuningsbrochure voor
de juiste telefoonnummers en informatie.
158
Bijlage E Service en ondersteuning NLWW
Serviceformulier
Wie zendt het apparaat terug? Datum:
Contactpersoon: Telefoon:
Tweede contactpersoon: Telefoon:
Retouradres: Speciale verzendinstructies:
Wat wordt verzonden? Modelnummer: Serienummer:
Stuur alle afdrukken mee die belangrijk kunnen zijn wanneer u apparatuur terugzendt. Verzend
geen accessoires die niet nodig zijn voor de reparatie, zoals invoerladen, handleidingen en
reinigingsmateriaal.
Wat moet worden gedaan?
1. Beschrijf de omstandigheden waarin de storing optreedt (Wat voor storing is opgetreden? Wat
was u aan het doen toen de storing optrad? Welke software gebruikte u? Kunt u ervoor zorgen dat
de storing zich nogmaals voordoet?)
2. Met welke tussentijd treedt de storing op als deze zich zo nu en dan voordoet?
3. Is het apparaat op een van de volgende apparaten aangesloten? (Geef het merk en het
modelnummer op.)
Personal computer: Modem: Netwerk:
4. Aanvullende opmerkingen:
NLWW Serviceformulier
159
160
Bijlage E Service en ondersteuning NLWW
Woordenlijst
1284-B
1284 is een standaard voor parallelle poorten, die is ontwikkeld door IEEE
(Institute of Electrical and Electronics Engineers). 1284-B verwijst naar een
bepaald soort aansluiting aan het uiteinde van een parallelle kabel waarmee
het apparaat (bijvoorbeeld een printer) wordt aangesloten. Een 1284-B-
aansluiting is bijvoorbeeld groter dan een 1284-C-aansluiting.
all-in-one
Een aanduiding voor HP apparatuur met meerdere functies zoals
afdrukken, faxen, kopiëren en scannen.
Automatische documentinvoer
Met de automatische documentinvoer kunt u automatisch originelen in het
apparaat invoeren voor kopiëren, scannen of faxen.
bestandsindeling
De manier waarop de inhoud van een bestand wordt ingedeeld door een
programma of programmagroep.
browser
Ook wel webbrowser genoemd. Dit is een toepassing waarmee u
webpagina's kunt zoeken en weergeven.
contrast
Het verschil tussen de donkere en lichte gedeeltes van een afbeelding. Hoe
lager de waarde, des te kleiner het verschil tussen de donkere en lichte
gedeeltes. Hoe hoger de waarde, des te groter het verschil tussen de
donkere en lichte gedeeltes.
DIMM's
Dual inline memory module: een kleine printplaat met een geheugen. Een
SIMM (Single In-line Memory Module) heeft een 32-bits pad naar het
geheugen, maar een DIMM beschikt over een 64-bits pad.
dots per inch (dpi)
De meeteenheid van resolutie die wordt gebruikt voor scannen en
afdrukken. Over het algemeen leidt een hoger aantal dots per inch tot een
hogere resolutie, meer zichtbare details in de afbeelding en grotere
bestanden.
dpi
Zie dots per inch (dpi).
EconoMode
EconoMode is een functie voor het besparen van toner op het apparaat.
Met EconoMode wordt de hoeveelheid toner op een afgedrukte pagina
bepaald, zodat de printcartridge langer meegaat. Het afgedrukte resultaat is
vergelijkbaar met een document dat is afgedrukt in kladversie.
NLWW Woordenlijst
161
ECP
Extended Capabilities Port: een standaard voor parallelle poorten van
computers die bidirectionele communicatie ondersteunen tussen de
computer en gekoppelde apparaten, zoals de printer.
e-mail (electronic mail)
Elektronische post. Software die u kunt gebruiken om items elektronisch te
verzenden via een communicatienetwerk.
grijsschaal
Grijstinten die de lichte en donkere gedeeltes van een afbeelding
vervangen wanneer kleurenafbeeldingen worden geconverteerd naar
grijsschaal; kleuren worden weergegeven door verschillende grijstinten.
halftoon
Een type afbeelding dat grijsschaal simuleert door het aantal dots te
variëren. Gedeeltes met veel kleur bevatten meer dots dan lichtere
gedeeltes.
HP Director taakbalk
Alleen voor Macintosh. Een softwarevenster dat wordt gebruikt voor het
werken in documenten. Wanneer het document in de automatische
documentinvoer wordt geplaatst en de computer rechtstreeks is
aangesloten op het apparaat, verschijnt HP Director op het
computerbeeldscherm om de faxfunctie, kopieerfunctie of scanfunctie te
starten.
HP werkset
De HP werkset is een internetpagina die wordt geopend in een webbrowser
en toegang biedt tot hulpmiddelen voor apparaatbeheer en
probleemoplossing, een ingebouwde webserver en apparaatdocumentatie.
link
Een koppeling naar een programma of apparaat waarmee u informatie
vanuit de software van het apparaat naar andere programma's kunt sturen
zoals e-mailprogramma's, programma's voor elektronisch faxen en OCR-
links.
Optical Character Recognition (OCR) software
Met de OCR-software zet u een elektronische afbeelding van tekst,
bijvoorbeeld een gescand document, om in een vorm die tekstverwerkers,
spreadsheetprogramma's en databaseprogramma's kunnen verwerken.
parallelle kabel
Zie 1284-B.
piekspanningsbeveiliging
Een apparaat waarmee de voeding en communicatielijnen worden
beschermd tegen elektrische pieken.
printerdriver
Een printerdriver is een programma dat wordt gebruikt door
softwareprogramma's voor toegang tot de functies van het apparaat. Een
printerdriver vertaalt de opmaakopdrachten van een toepassing (zoals
pagina-einden en lettertypekeuze) naar een printertaal (zoals PostScript, PS
of PCL) en stuurt het afdrukbestand vervolgens naar het apparaat.
162
Woordenlijst NLWW
Readiris
Een optical character recognition (OCR) programma ontworpen door I.R.I.S.
dat is meeegeleverd bij de software van het apparaat.
resolutie
De scherpte van een afbeelding, gemeten in dots per inch (dpi). Hoe hoger
het aantal dpi's, des te hoger de resolutie.
sorteren
Het afdrukken in sets van meerdere kopieertaken. Als sorteren is
geselecteerd, drukt het apparaat eerst een volledige set af voordat de rest
van de exemplaren wordt afgedrukt. Zo niet dan drukt het apparaat het
opgegeven aantal exemplaren van één pagina af voordat de rest van de
pagina's wordt afgedrukt.
TWAIN
Een industriestandaard voor scanners en software. Als u beschikt over een
scanner en een programma die beide compatibel zijn met TWAIN, kunt u
een scan starten vanuit het programma.
URL
Uniform Resource Locator: het algemene adres van documenten en
bronnen op het internet. Het eerste deel van het adres geeft aan welk
protocol wordt gebruikt en het tweede deel geeft het IP-adres aan of de
domeinnaam waar de bron zich bevindt.
USB (compatibel met 2.0-specificaties)
Universal Serial Bus (USB) is een standaard die is ontwikkeld door USB
Implementers Forum, Inc. voor het verbinden van computers en
randapparatuur. Anders dan de parallelle poort is USB ontwikkeld om één
USB-poort van een computer te verbinden met meerdere randapparaten.
watermerken
Een watermerk wordt als achtergrondtekst toegevoegd aan een af te
drukken document. U kunt bijvoorbeeld op de achtergrond van het
document de tekst 'Vertrouwelijk' afdrukken als het om een vertrouwelijk
document gaat. U kunt een selectie maken uit een reeks vooraf
gedefinieerde watermerken waarvan u het lettertype, het formaat, de hoek
en de stijl kunt wijzigen. De printer kan het watermark alleen op de eerste
pagina of op alle pagina's plaatsen.
WIA
Windows Imaging Architecture (WIA) is een afbeeldingsarchitectuur die
beschikbaar is in Windows Me en Windows XP. Met een scanner die
compatibel is met WIA kan vanuit deze besturingssystemen worden
gescand.
NLWW Woordenlijst
163
164
Woordenlijst NLWW
Index
Symbolen en getallen
1 jaar garantie 147
300 dpi, instelling voor afdrukkwaliteit 26
600 dpi, instelling voor afdrukkwaliteit 26
A
aan/uit-schakelaar 5
aan/uit-specificaties
apparaat 129
Aangepast, instelling voor afdrukkwaliteit 26
aanpassen
contrast voor huidige kopieertaak 54
instellingen vanaf de computer 24
kopieerkwaliteit 53
standaardcontrast voor kopiëren 54
standaardkopieerformaat 55
talen, bedieningspaneel 17
aantal exemplaren, wijzigen 59
aanwezige poorten 132
accessoires en onderdelen 150
accessoires en onderdelen bestellen 150
ADI
afdrukmateriaal selecteren 34
invoerlade 5
onderdelen bestellen 151
specificaties 34
transportroleenheid, reinigen 87
uitvoerlade 5
afbeeldingen
slechte kwaliteit 100
van scan komen niet overeen met origineel 123
afbeelding scannen, problemen oplossen 122
afbeeldingskwaliteit, problemen oplossen
afbeeldingen 123
grijze achtergronden 106
krullend of golvend 109
lege kopieën 115
lege pagina's 120
lichte afdrukken 104
licht of donker afdrukken 120
lijnen 105, 128
losse toner 107
onduidelijke tekst 121
ongewenste lijnen 121
ontbrekende afbeeldingen 115
scheve pagina's 109, 122
strepen 121, 128
tekens, vervormd 108
vage afbeeldingen 115
vage afdrukken 104
vegen 106
verkleind formaat 121
verticale witte of vage strepen 120
weggevallen informatie 105
zwarte vlekken 121, 128
afdrukbenodigdheden
bestellen 150
afdrukken
annuleren 23
beide zijden van papier afdrukken 42
briefhoofdpapier 40
enveloppen 35
folders 45
kaarten 41
meerdere pagina's op één vel 44
menustructuur van het bedieningspaneel 16
met handmatige invoer 22
problemen oplossen 92, 113
snelheid 131
speciaal papierformaat 41
transparanten en etiketten 38
voorbedrukte formulieren 40
watermerken 47
afdrukken in kladkwaliteit 27
afdrukkwaliteit
instellingen begrijpen 26
optimaliseren voor afdrukmateriaal 28
verbeteren 104
wijzigen 27
afdrukkwaliteit, problemen oplossen
blanco pagina's 94
afdrukmateriaal
afdrukkwaliteit optimaliseren 28
formaat, maximum 131
formaat, minimum 131
formaat, standaardformaat wijzigen 17
gewicht 131
richtlijnen 30
specificaties 9, 29
veelvoorkomende problemen 30
afdruktaken annuleren 23
afmeting, apparaat 129
akoestische emissie 130, 131
akoestische emissie tijdens het kopiëren 131
NLWW Index
165
alarmsignaalvolume
wijzigen 18
alcohol, reinigen met 84
annuleren
afdruktaken 23
kopieertaken 52
scantaken 69
apparaaatonderdelen 5
apparaatfuncties 4
apparaat terugsturen 156
Australia EMC statement 141
automatische documentinvoer
afdrukmateriaal selecteren 34
invoerlade laden 64
maximumcapaciteit 132
papierstoringen verhelpen 117
specificaties 34, 132
specificaties voor afdrukmateriaal 10
B
baan, papierbaan reinigen 86
batterij specificaties 134
bedieningspaneel
berichten 111
configuratiepagina afdrukken 16
locatie 5
menustructuur afdrukken 16
scannen vanaf 67
talen, wijzigen 17
volume van toetsen, regelen 19
bedieningspaneel van het apparaat
HP LaserJet 3020 all-in-one 6
HP LaserJet 3030 all-in-one 7
onderdelen 6, 7
bedrijfsomgeving, specificaties 129
beeldkwaliteit, problemen oplossen
herhalende defecten 108
lege pagina's 127
spatten 104
verbeteren en problemen voorkomen 116
verticaal herhalende defecten 108
belvolume
aanpassen 19
benodigdheden
bestellen 150
berichten
bedieningspaneel 111
kritieke fouten 111
waarschuwing 112
waarschuwingen 112
beschadigde apparatuur verzenden 156
Beste kwaliteit (FastRes 1 200), instelling voor
afdrukkwaliteit 26
blanco pagina's 94
boeken
scannen 76
breedte, apparaat 129
briefhoofdpapier, afdrukken 40
C
Canada DOC regulations 139
capaciteit en prestaties van kopieerfunctie 131
capaciteit en prestaties van scanfunctie 131
Conformiteitsverklaring 142
contrast
instellen voor huidige kopieertaak 54
standaardinstelling voor kopiëren 54
contrastinstelling voor kopiëren
aanpassen voor huidige kopieertaak 54
D
Declaration of Conformity 139
de-installatieprogramma (Uninstaller) 8
DELETED_TEXT 26
documentatie
bestellen 151
donker
instellen voor huidige kopieertaak 54
standaardinstelling voor kopiëren 54
donker kopiëren 120
drivers, printer, vereisten voor 24
dubbelzijdig afdrukken 42
dubbelzijdig afdrukken, handmatig 42
E
EconoMode 27
EconoMode (toner besparen), instelling voor
afdrukkwaliteit 26
electrische specificaties
apparaat 129
e-mail, scannen naar 67
EMC statement for Australia 141
EMI statement for Korea 140
enveloppen
afdrukken 35
specificaties 31
etiketten
afdrukken 38
formaten en gewichten afdrukmateriaal 9
specificaties voor 31
Express Exchange reparatieservice 156
F
fabrieksinstellingen
herstellen 17
fabrieksinstellingen herstellen 17
FastRes 1200, instelling voor afdrukkwaliteit 26
faxen
marges 133
resolutie 133
snelheid 133
faxgeluiden
volume aanpassen 18
FCC-voorschriften 136
166
Index NLWW
Finland laser statement 140
folders, afdrukken 45
formaat
afdrukmateriaal 9
printer 129
formaat, verkleind 121
formulieren
afdrukken 40
service 159
foto's
scannen 76
foto scannen, problemen oplossen 122
foutberichten
bedieningspaneel 111
computerscherm 97, 126
functies 4
fysieke specificaties
apparaat 129
G
garantie
1 jaar garantie 147
uitgebreid 158
geheugen
basis 131
gewicht
afdrukmateriaal 9, 131
papier voor automatische documentinvoer 132
printer 129
glas, reinigen 84
grijsschaal, scannen in 80
grijze achtergronden, problemen oplossen 106
H
Handmatig dubbelzijdig afdrukken 42
handmatige invoer 22
hardwareonderdelen 5
hardwareservice 156
hergebruik bewaren
printcartridges 153
hitte-uitvoer 129
hoogte, apparaat 129
HP beperkte garantie 147
HP Director, scannen met 73
HP LaserJet 3020 all-in-one of HP LaserJet 3030 all-
in-one
inhoud van de verpakking 2
HP LaserJet Fax 8
HP LaserJet Printer Family Print Media Guide 29
HP LaserJet scansoftware, scannen vanuit 70
HP-reparatieservice 156
HP SupportPack 158
HP werkset 8
I
IC CS-03-vereisten 138
illustraties, ontbrekende 99
ingeschakeld, apparaat kan niet worden 92
inhoud van de verpakking 2
installeren
printcartridge 152
instellingen
fabrieksinstellingen herstellen 17
wijzigen vanaf de computer 24
wijzigen van standaardinstellingen 11
wijzigen voor afdrukkwaliteit 26
interface-accessoires, bestellen 150
invoeren, handmatig 22
invoerlade, papier
afdrukmateriaal specificaties 9
bestellen 151
invoerlade , papier
capaciteit, hoofdlade 131
capaciteit, voorrangslade 131
invoerladen, papier
afbeelding 5
K
kaarten
afdrukken 41
formaten en gewichten afdrukmateriaal 9
specificaties 32
kabels
bestellen 150
klantenondersteuning
formulier, service 159
hardwareservice 156
kleur, scannen in 79
knoppen op het bedieningspaneel 6, 7
kopieerkwaliteit
aanpassen 53
standaardinstellingen, aanpassen 54
verbeteren en problemen voorkomen 116
Zie ook afbeeldingskwaliteit, problemen oplossen,
kopieerkwaliteit
kopiëren
akoestische emissie 131
annuleren 52
boek 61
capaciteit voor vergroten en verkleinen 131
meerdere dubbelzijdige originelen 60
originelen plaatsen 50
problemen oplossen 114, 115, 116, 120
snelheid 131
standaardkopieerformaat aanpassen 55
taken starten 52
vergroten 55
verkleinen 55
kopiëren, contrastinstelling
standaardwaarde aanpassen 54
Korean EMI statement 140
kreukels, problemen oplossen 110
kritieke foutberichten 111
krullend, problemen oplossen 109
NLWW Index
167
L
laden
originelen 65
lege pagina's 120
lengte, apparaat 129
licht
instellingen voor kopieertaak 54
standaardinstelling voor kopiëren 54
lichte afdrukken 104
licht kopiëren 120
lijnen op kopie
ongewenst 121
losse toner, problemen oplossen 107
LPT1, fout bij afdrukken naar 97
M
map, scannen naar 67
marges
faxen 133
marges van gescande items 132
materiaalbeperkingen 144
Material Safety Data Sheets (MSDS) 146
maximumcapaciteit
apparaat 131
automatische documentinvoer 132
scanner 132
meerdere pagina's, afdrukken op één vel 44
modemsnelheid 133
MSDS (Material Safety Data Sheets) 146
N
n-afdrukken 44
netaansluiting 5
netsnoer, bestellen 150
O
OCR (Optical Character Recognition)
software 8
using 78
omgekruld afdrukmateriaal 98
omgevingsspecificaties 129
onderdeelnummers 150
onderdelen 5
onderdelen en accessoires 150
ondersteuning, klant. Zie klantenondersteuning
onduidelijke tekst 121
opslagomgeving, specificaties 129
Overheidsvoorschriften van de Europese Unie 138
P
pagina's
afwijking van schermweergave 99
anders dan op een andere printer 100
blanco 94
scheef 98
zijn niet afgedrukt 95
pagina voor pagina scannen 74
papier
afdrukkwaliteit optimaliseren 28
formaat, maximum 131
formaat, minimum 131
formaat, standaardformaat wijzigen 17
gewicht 131
richtlijnen 30
specificaties 9, 29
veelvoorkomende problemen 30
Zie ook speciaal afdrukmateriaal
papierbaan, reinigen 86
papierstoringen
automatische documentinvoer, veelvoorkomende
plaatsen 117
papierstoringen verhelpen
automatische documentinvoer 117
parallelle kabel, bestellen 150
parallelle poort 5, 132
PCL 5e printerdriver 24
PCL 6 printerdriver 24
plaatsen
originelen 50, 51, 64
poorten
geen toegang 97
op het apparaat 5
op printer 132
PostScript printerdriver 24
printcartridge
bestellen 150
bewaren 152
hergebruik 153
installeren 152
verwachte gebruiksduur 152
printcartridge besparen toner 153
printcartridges
besparen, toner 153
HP-beleid voor cartridges van andere producenten
dan HP 152
printcartridges bewaren 152
printer
capaciteit en prestaties 131
drivers, vereisten voor 24
papierbaan reinigen 86
problemen met de voeding 92
problemen oplossen
afbeeldingen 100, 123
blanco pagina's 94
formaten, onjuist 124
foutberichten 97
grijze achtergronden 106
herhalende defecten 108
illustraties 99
ingeschakeld 92
invoerproblemen 95
kopiëren 114
kreukels 110
krullend papier 109
168
Index NLWW
kwaliteit, beeld 122
lege pagina's 115, 127
lichte afdrukken 104
lijnen 105, 128
losse toner 107
met afdrukmateriaal 30
omgekruld materiaal 98
overzicht van problemen 91
pagina's niet afgedrukt 95
papier 124
papiergeleiders 98
parallelle poorten 97
printer 92, 113
problemen met tekst 124
reageert niet 92, 95, 97
scannen 122
scheve afdruk 98
scheve pagina's 109, 122
spatten 104, 110
strepen 128
te donker 128
tekens, vervormd 108
tekst, problemen met 128
tekstproblemen 99
te licht 128
transportrol 98
uitvoer 114
vage afdrukken 104
vastgelopen papier 101
vegen 106
verticaal herhalende defecten 108
vouwen 110
weggevallen informatie 105
zwarte vlekken 128
Zie ook afdrukkwaliteit, problemen oplossen
productnummers 150
programma voor milieuvriendelijke producten 143
programmeren
knop Scannen naar 67
PS printerdriver 24
R
Readiris OCR 8
recycling
printerbenodigdheden 144
regelen
volume 18
volume van bedieningspaneeltoetsen 19
reinigen
behuizing 84
binnenkant van de klep 85
glas 84
papierbaan van de printer 86
reinigen van papierbaan 86
reparatieservice 156
resolutie
afdrukken 131
faxen 133
scannen 79, 132
richtlijnen voor opnieuw verpakken 156
S
scankwaliteit
problemen oplossen 122
verbeteren en problemen voorkomen 127
scannen
annuleren 69
boek 61, 76
boeken 76
duurt te lang 125
foto's 60, 76
foutberichten 126
grijsschaal 80
HP Director 73
kleur 79
kwaliteit, verbeteren 127
LaserJet Scan 70
marges 132
methoden 66
naar een bestand 71
naar een map 67
naar e-mail 67
OCR, met 78
originelen plaatsen 64
problemen oplossen 122
resolutie 79, 132
TWAIN, met 75
WIA, met 75
zwart-wit 80
scanning
pagina voor pagina 74
scheef afdrukken 98
scheidingskussen, bestellen 151
scheve pagina's 109
service
formulier 159
hardware 156
snelheid
afdrukken 131
fax 133
kopiëren 131
modem 133
softwareonderdelen 8
sorteren, kopieën
beschrijving 58
standaardinstellingen wijzigen 58
spatten op afdrukmateriaal 104
speciaal papierformaat
afdrukken 41
specificaties
ADI 34
afdrukmateriaal 9, 29
automatische documentinvoer 34, 132
batterij 134
NLWW Index
169
capaciteit en prestaties van kopieerfunctie 131
capaciteit en prestaties van scanfunctie 131
etiketten 31
kaarten en zwaar afdrukmateriaal 32
transparanten 31
specifications
printercapaciteit en -prestaties 131
standaardinstellingen
aanpassen 24
herstellen 17
statements
Australian EMC 141
Declaration of Conformity 139
Finland laser 140
Korean EMI 140
storingen
vermijden 103
storingen verhelpen
afdrukmateriaal 101
strepen 121
SupportPack 158
T
taal van het bedieningspaneel
wijzigen 17
tekens
onduidelijk 121
vervormd 108
weggevallen informatie 105
tekst
onleesbaar, onjuist of onvolledig 99
ontbrekend 99, 124
telefoonlijnen
volume faxsignaal, aanpassen 19
telefoonpoort 5
temperatuur
specificaties 129
termenlijst 161
terminologie 161
toner
besparen 27, 153
losse 107
spatten 104
vegen 106
verbruik 143
verspreide, omtrek 110
transparanten
afdrukken 38
formaten en gewichten afdrukmateriaal 9
specificaties voor 31
TWAIN
foutbericht 126
foutebricht 126
scannen met 75
U
uitgebreide garantie 158
uitvoerbak
capaciteit 131
uitvoerlade
afbeelding 5
USB
kabel, bestellen 150
poort 132
USB-
poort 5
V
vastgelopen papier
verhelpen 101
vegen op afdrukmateriaal 106
veiligheidsverklaringen
laserveiligheid 139
vergroten
kopieën 55
verklaringen
Conformiteitsverklaring 142
FCC-vereisten Deel 68 136
FCC-voorschriften 136
garantie 147
IC CS-03-vereisten 138
uitgebreide garantie 158
wet op de bescherming van de telefoongebruiker
137
verkleind formaat 121
verkleinen
kopieën 55
verticaal herhalende defecten 108
verticale lijnen 105
verticale witte of vage strepen 120
vervangen
ADI transportroleenheid 87
vervangende onderdelen, bestellen 151
vervormd, tekens 108
verwachte gebruiksduur voor printcartridges 152
vochtigheid
specificaties 129
volume
bedieningspaneeltoetsen, regelen 19
regelen 18
volume, regelen 18
volume van bedieningspaneeltoetsen
regelen 19
voor
enveloppen 31
voorbedrukte formulieren, afdrukken 40
W
waarschuwingsberichten 112
watermerken, afdrukken 47
weggevallen informatie, teken 105
wet op de bescherming van de telefoongebruiker
137
WIA
170
Index NLWW
scannen met 75
wijzigen
afdrukkwaliteitsinstellingen 26
instellingen 11
instellingen, standaard 11, 24
instellingen vanaf de computer 24
taal van het bedieningspaneel 17
volume 18
witte of vage strepen 120
Z
zwarte vlekken 121
zwart-wit, scannen in 80
NLWW Index
171
172
Index NLWW
1 / 1

HP LASERJET 3030 ALL-IN-ONE PRINTER Gebruikershandleiding

Categorie
Afdrukken
Type
Gebruikershandleiding
Deze handleiding is ook geschikt voor