60
GEBRUIKSAANWIJZING
NL
geforceerd om te proberen de accu te redden. Op deze stand zijn geen foutmeldingen tijdens de
oplaadcyclus voorzien. Aan het eind wordt op grond van de spanning en de opgenomen stroom
aangegeven of de accu is hersteld of niet. Er zijn 6 laadstanden, die vervolgens worden beschreven:
• FASE 1: Analyse 1. Als de spanning van de accu hoger is dan 3V gaat u over op de volgende fase.
Door spanningen die lager zijn dan 3V keert het apparaat terug naar de stand-bystand.
• FASE 2: Voorladen. Begint met constante stroom te laden tot de spanning van de accu de 13V bereikt.
• FASE 3: Intensief laden. Laadt de accu tot de ingestelde grenswaarde op.
• FASE 4: Constante spanning. Houdt de accu op de spanning die hij aan het eind van het opladen had.
• FASE 5: Buffer. De spanning zakt onder het onderhoudsniveau en de oplaadcyclus wordt voltooid. De
groene led FULL gaat branden.
• FASE 6: Pulscyclus. Onderhoudscyclus van de accu met pulscyclus (gedurende langere periodes).
LET OP: vanwege de hoge spanning die tijdens deze laadcyclus wordt bereikt, moet de accu
worden hersteld terwijl deze van het voertuig is gekoppeld. Wordt de accu hersteld terwijl hij op
het voertuig is aangesloten, dan kan dat de elektronica ervan beschadigen.
Minimumspanning accu’s
Wanneer de beginspanning van de accu lager is dan 2,5 V kan de accu niet worden hersteld.
B) Voedingsmodus “Flash” en opladen “Amperage”
Vooringestelde categorieën voedingsstroom:
Flash 10A: op 10A ingestelde voedingsstroom
Flash 30A: op 30A ingestelde voedingsstroom
Flash 60A: op 60A ingestelde voedingsstroom
Flash 120A: op 120A ingestelde voedingsstroom
Vooringestelde oplaadcategorieën om de aangesloten accu te kiezen (de uitgangsstroom wordt
automatisch geregeld)
Charge 10Ah – 100Ah: Ondersteunt accu’s van 10Ah tot 100Ah
Charge 100Ah – 300Ah: Ondersteunt accu’s van 100Ah tot 300Ah
Charge 300Ah – 600Ah: Ondersteunt accu’s van 300Ah tot 600Ah
Charge 600Ah – 1200Ah: Ondersteunt alle accu's van een minimum van 600Ah tot een maximum van
1200Ah.
C) “Flash” voedingsspanningen en “Volt / Batt.” ondersteunde accu's:
Vooringestelde categorieën voedingsspanning:
13,8V: op 13,8V ingestelde voedingsspanning
14,4V: op 14,4V ingestelde voedingsspanning
14,8V: op 14,8V ingestelde voedingsspanning
Vooringestelde soorten accu's:
Natte accu’s: accu's met zure elektrolyt. Het opladen stopt bij 14,4V
AGM: AGM-accu met platte plaat of spiraalaccu type Optima. Het opladen stopt bij 14,7V
LiFePO4: LiFePO4 AA accu’s
De instellingen opslaan
Het apparaat slaat de instellingen op het bedieningspaneel aan de voorkant op. Wanneer de stroom per
ongeluk uitvalt of deze expres wordt uitgezet, wordt de acculader wanneer hij weer wordt ingeschakeld
met de laatst opgeslagen instellingen gestart. Bij acculader ingesteld op de FLASH-modus wordt de
werkcyclus bij terugkeer van de stroom automatisch hervat.
Op de CHARGE-modus daarentegen wordt de fout ER01 op het display weergegeven en moet op de
START/STOP-knop worden gedrukt om de normale oplaadcyclus te hervatten.
Accu-analyse
De analyses verricht tijdens de bedrijfsmodi kunnen eindigen met de melding van enkele fouten.