HP Officejet 6000 Printer series - E609 Handleiding

Type
Handleiding

Deze handleiding is ook geschikt voor

E609
OFFICEJET 6000
Gebruikershandleiding
HP Officejet 6000 (E609)-serie
printers
Gebruikershandleiding
Copyright informatie
© 2009 Copyright Hewlett-Packard
Development Company, L.P.
Uitgave 1, 6/2009
Kennisgeving van Hewlett-
Packard Company
De informatie in dit document kan
zonder kennisgeving worden gewijzigd.
Alle rechten voorbehouden.
Reproductie, aanpassing of vertaling
van dit materiaal is verboden zonder
voorafgaande schriftelijke toestemming
van Hewlett-Packard, met uitzondering
van wat is toegestaan onder de wet op
de auteursrechten.
De garantie voor HP-producten en
services is vastgelegd in de
garantieverklaringen bij de betreffende
producten. Niets in dit document mag
worden opgevat als aanvullende
garantiebepaling. HP kan niet
aansprakelijk worden gehouden voor
technische of redactionele fouten of
omissies in de verklaringen.
Handelsmerken
Windows en Windows XP zijn in de V.S.
geregistreerde handelsmerken van
Microsoft Corporation. Windows Vista
een gedeponeerd handelsmerk of
handelsmerk van Microsoft Corporation
in de Verenigde staten en/of andere
landen.
ENERGY STAR is een geregistreerd
merk van de Amerikaanse overheid.
Veiligheidsinformatie
Volg altijd de standaard
veiligheidsvoorschriften bij het gebruik
van dit product. Op deze manier
beperkt u het risico van verwondingen
door brand of elektrische schokken.
1. Zorg dat u alle instructies in de bij het
apparaat behorende documentatie hebt
gelezen en begrepen.
2. Neem alle waarschuwingen en
instructies in acht die op het product zijn
aangegeven.
3. Trek de stekker van het netsnoer uit
het stopcontact voordat u dit apparaat
gaat reinigen.
4. Installeer en gebruik het product niet
in de nabijheid van water of wanneer u
nat bent.
5. Installeer het product op een stevig,
stabiel oppervlak.
6. Zet het product op een veilige plaats
waar niemand op het netsnoer kan
trappen of erover kan struikelen en het
netsnoer niet wordt beschadigd.
7. Als het product niet naar behoren
werkt, raadpleeg dan
Onderhoud en
problemen oplossen.
8. U mag zelf geen onderdelen
repareren. Voor reparatie- of
onderhoudswerkzaamheden dient u
contact op te nemen met een bevoegd
technicus.
9. Gebruik alleen de externe
stroomadapter/accu die bij het toestel
werd geleverd.
Inhoudsopgave
1 Aan de slag
Andere bronnen over het product zoeken .................................................................................8
Het modelnummer van het apparaat zoeken...........................................................................10
Toegankelijkheid.......................................................................................................................10
De onderdelen van het apparaat kennen.................................................................................10
Voorzijde.............................................................................................................................11
Bedieningspaneel...............................................................................................................11
Achterzijde..........................................................................................................................12
Informatie over verbindingen....................................................................................................12
Het apparaat uitschakelen........................................................................................................13
Milieutips...................................................................................................................................13
2 De accessoires installeren
De duplexmodule installeren (beschikbaar op sommige modellen).........................................14
Accessoires inschakelen..........................................................................................................14
De duplexmodule op het toestel activeren en inactiveren..................................................15
Accessoires op Windows-computer in- of uitschakelen.....................................................15
Accessoires inschakelen op computers met Macintosh.....................................................15
3 Het apparaat gebruiken
Afdrukmedia selecteren............................................................................................................16
Papiersoorten aanbevolen voor afdrukken.........................................................................16
Aanbevolen papiersoorten om foto's af te drukken............................................................18
Tips voor de keuze en het gebruik van afdrukmedia..........................................................19
Informatie over de specificaties van ondersteund afdrukmateriaal....................................20
Ondersteunde formaten kennen...................................................................................20
Informatie over ondersteunde papiersoorten en gewichten.........................................23
Minimummarges instellen...................................................................................................24
Afdrukmateriaal laden...............................................................................................................24
De afdrukinstellingen wijzigen..................................................................................................26
De instellingen voor de huidige opdrachten wijzigen vanuit een toepassing
(Windows)...........................................................................................................................26
De standaardinstellingen wijzigen voor alle komende opdrachten (Windows)...................27
Instellingen wijzigen (Mac OS X)........................................................................................27
Dubbelzijdig afdrukken (duplexen)...........................................................................................27
Richtlijnen voor dubbelzijdig afdrukken..............................................................................27
Dubbelzijdig afdrukken.......................................................................................................28
Afdrukken op speciaal en aangepast afdrukmateriaal..............................................................29
Afdrukken zonder randen.........................................................................................................30
Een document zonder rand afdrukken (Windows).............................................................30
Een document zonder randen afdrukken (Mac OS X)........................................................30
Een webpagina afdruken (alleen Windows).............................................................................31
Een afdruktaak annuleren........................................................................................................32
1
4 Configureren en beheren
Het apparaat beheren...............................................................................................................33
Het apparaat controleren....................................................................................................34
Het apparaat beheren.........................................................................................................35
Beheertools voor het apparaat gebruiken................................................................................36
Geïntegreerde webserver...................................................................................................36
De ingebouwde webserver openen..............................................................................37
Pagina's geïntegreerde webserver...............................................................................38
Werkset (Windows).............................................................................................................38
De Werkset openen......................................................................................................38
Tabbladen in de Werkset .............................................................................................39
Werkset netwerk...........................................................................................................40
Gebruik het HP Solution Center (Windows).......................................................................40
HP Printerhulpprogramma (Mac OS X)..............................................................................40
Het HP Printerhulpprogramma openen........................................................................41
Panelen van het HP printerhulpprogramma.................................................................41
Gebruik het HP Apparaatbeheer (Mac OS X)....................................................................42
De printerstatuspagina begrijpen..............................................................................................42
Het netwerkconfiguratierapport of het draadloze statusrapport begrijpen................................44
Configureer het apparaat (Windows)........................................................................................45
Directe verbinding...............................................................................................................45
De software installeren voordat u het apparaat verbindt (aanbevolen werkwijze).......45
het apparaat verbinden voordat u de software installeert.............................................46
Het apparaat delen in een lokaal gedeeld netwerk......................................................46
Netwerkverbinding..............................................................................................................47
Het apparaat installeren op een netwerk......................................................................47
De software van het apparaat installeren op clientcomputers......................................48
Installeer de printer met Printer toevoegen..................................................................48
Het apparaat configureren (Mac OS X)....................................................................................48
De software voor een netwerk of een rechtstreekse verbinding installeren.......................49
Het apparaat delen in een lokaal gedeeld netwerk............................................................49
Het toestel instellen voor draadloze communicatie..................................................................50
802.11 draadloze netwerkinstellingen begrijpen................................................................51
Draadloze communicatie instellen met de installer (Windows)..........................................52
Draadloze communicatie op het toestel instellen met de installer (Mac OS X)..................53
Het apparaat aansluiten met een ad hoc-draadloze netwerkverbinding............................53
Draadloze communicatie uitschakelen...............................................................................53
Uw firewall configureren voor gebruik met HP-apparaten..................................................53
Wijzig de verbindingsmethode............................................................................................55
Richtlijnen voor het verzekeren van beveiliging op een draadloos netwerk.......................55
Hardware-adressen aan een WAP (Wireless Access Point) toevoegen......................55
Overige richtlijnen.........................................................................................................56
De software verwijderen en opnieuw installeren......................................................................56
5 Onderhoud en problemen oplossen
Werken met inktcartridges........................................................................................................60
Informatie over printcartridges en de printkop....................................................................61
De geschatte inktniveaus bekijken.....................................................................................62
Printcartridges vervangen...................................................................................................62
Gebruik informatieverzameling...........................................................................................64
2
Druk een afdrukkwaliteitsrapport af en kijk na of deze goed is................................................65
Een afdrukkwaliteitsrapport afdrukken...............................................................................66
De Diagnosepagina van de afdrukkwaliteit evalueren........................................................66
Inktniveaus....................................................................................................................67
Goede gekleurde balken..............................................................................................67
Ongelijke, onregelmatig gestreepte, of vervaagde balken...........................................68
Regelmatige witte strepen in de balken........................................................................69
Kleuren van de balk zijn niet gelijkmatig.......................................................................69
Tekst in groot zwart lettertype.......................................................................................70
Uitlijnpatronen...............................................................................................................71
Er zijn geen defecten....................................................................................................71
Tips en middelen voor het oplossen van problemen................................................................71
Problemen met het afdrukken oplossen ..................................................................................72
Het apparaat wordt onverwacht uitgeschakeld...................................................................72
Het afdrukken duurt lang....................................................................................................72
Er wordt een blanco of deels bedrukte pagina afgedrukt...................................................73
De afdruk is niet correct of er ontbreken gedeelten............................................................74
Tekst of afbeeldingen zijn verkeerd geplaatst....................................................................74
Problemen oplossen bij afdrukken...........................................................................................75
Enveloppen worden verkeerd afgedrukt.............................................................................75
Het apparaat reageert niet..................................................................................................76
Het apparaat drukt betekenisloze tekens af.......................................................................79
Er gebeurt niets wanneer ik probeer af te drukken.............................................................79
De marges worden niet afgedrukt zoals verwacht..............................................................83
Tekst of illustraties worden afgebroken aan de randen van de pagina..............................84
Er wordt een lege pagina afgedrukt....................................................................................86
Problemen met de afdrukkwaliteit oplossen.............................................................................87
Foute, onnauwkeurige of uitlopende kleuren......................................................................87
Tekst of illustraties worden niet volledig met inkt gevuld....................................................91
De afdruk heeft een horizontale, vervormde strook aan de onderkant van de afdruk
zonder rand........................................................................................................................93
Afdrukken bevatten horizontale strepen of lijnen................................................................94
Afdrukken zijn onduidelijk of vertonen doffe kleuren..........................................................96
Afdrukken lijken wazig of vaag...........................................................................................97
Afdrukken zijn scheef of schuin..........................................................................................99
Inktstrepen op de achterkant van het blad.......................................................................100
Papier wordt niet uit de invoerlade opgenomen...............................................................101
Slechte zwarte tekst.........................................................................................................102
Het apparaat drukt langzaam af.......................................................................................104
Geavanceerd onderhoud aan de printkop........................................................................105
reinig de printkop........................................................................................................105
Printkop uitlijnen.........................................................................................................106
Problemen met de papierinvoer oplossen..............................................................................107
Problemen met het apparaatbeheer oplossen.......................................................................109
De geïntegreerde webserver kan niet worden geopend...................................................109
Netwerkproblemen oplossen..................................................................................................109
Inhoudsopgave
3
Draadloze problemen oplossen..............................................................................................110
Draadloze basisproblemen oplossen...............................................................................110
Geavanceerde draadloze problemen oplossen................................................................111
Controleren of de computer verbinding heeft met het netwerk...................................112
Controleren of het HP-apparaat met uw netwerk is verbonden..................................113
Controleren of de firewall-software de communicatie blokkeert.................................114
Controleren of het HP-apparaat is ingeschakeld en gereed is...................................114
Uw draadloze router gebruikt een verborgen SSID....................................................115
Controleren of de draadloze versie van het HP-apparaat is ingesteld als de
standaardprinterdriver (alleen Windows)....................................................................115
Controleren of de HP-ondersteuning netwerkapparaten actief is (alleen
Windows)....................................................................................................................116
Hardware-adressen toevoegen aan een draadloos toegangspunt (WAP).................116
Installatieproblemen oplossen................................................................................................117
Suggesties voor hardware-installatie................................................................................117
Suggesties voor software-installatie.................................................................................118
Netwerkproblemen oplossen............................................................................................119
4
Papierstoringen oplossen.......................................................................................................120
Verhelp een storing in het apparaat.................................................................................121
Tips voor het vermijden van papierstoringen....................................................................122
Fouten (Windows)...................................................................................................................122
Printkopprobleem - De printkop lijkt te ontbreken of beschadigd te zijn...........................122
Incompatibele printkop.....................................................................................................122
Probleem met de printkop en geavanceerd onderhoud aan de printkop..........................123
Probleem met de printkop - De volgende printkop heeft een probleem.....................123
Geavanceerd onderhoud aan de printkop..................................................................123
Apparaat afgesloten.........................................................................................................128
Inktalarm...........................................................................................................................128
HP raadt aan om een vervangende cartridge beschikbaar te houden voor wanneer
de afdrukkwaliteit onaanvaardbaar wordt...................................................................129
De hoeveelheid inkt in de volgende cartridge kan laag genoeg zijn om een slechte
afdrukkwaliteit te veroorzaken en de cartridge moet mogelijk binnenkort worden
vervangen. HP raadt aan om een vervangende cartridge beschikbaar te houden
om te installeren wanneer de afdrukkwaliteit onaanvaardbaar wordt.........................129
Inktsysteemfout...........................................................................................................129
Probleem met de cartridge...............................................................................................130
De volgende printcartridge lijkt verdwenen of beschadigd te zijn...............................130
Cartridge(s) in verkeerde houder - De volgende cartridges zijn in de verkeerde
houders.......................................................................................................................130
Probleem met de cartridge...............................................................................................130
Verkeerd papier................................................................................................................130
De cartridgehouder kan niet bewegen..............................................................................130
Vastgelopen papier...........................................................................................................131
De printer heeft geen papier meer....................................................................................131
Incompatibele cartridge(s)................................................................................................131
De volgende cartridge is niet bedoeld voor gebruik in deze printer............................131
De volgende cartridges zijn niet bedoeld voor gebruik in deze printer zoals deze
momenteel is geconfigureerd.....................................................................................131
Printer offline.....................................................................................................................131
Printer onderbroken..........................................................................................................132
Document afdrukken mislukt............................................................................................132
Een originele HP-cartridge die eerder al werd gebruikt....................................................132
Waarschuwing capaciteit van de inktservice....................................................................133
Algemene afdrukfout........................................................................................................133
6 Lampjes op het bedieningspaneel
Betekenis van de lampjes van het bedieningspaneel.............................................................134
A HP toebehoren en accessoires
Afdrukbenodigdheden online bestellen..................................................................................141
Accessoires............................................................................................................................141
Benodigdheden......................................................................................................................142
Printcartridges...................................................................................................................142
HP media..........................................................................................................................142
B Ondersteuning en garantie
Elektronische ondersteuning krijgen.......................................................................................143
Inhoudsopgave
5
Telefonische ondersteuning van HP krijgen...........................................................................144
Voordat u belt...................................................................................................................144
Wat te doen bij problemen................................................................................................145
Telefonische ondersteuning van HP.................................................................................145
Periode voor telefonische ondersteuning...................................................................145
Telefoonnummers voor telefonische ondersteuning...................................................146
Telefonisch contact opnemen.....................................................................................147
Na de periode van telefonische ondersteuning..........................................................147
Opties voor aanvullende garantie.....................................................................................147
HP Snelle omruilservice (Japan)......................................................................................148
HP Korea klantenondersteuning.......................................................................................148
Beperkte garantieverklaring van Hewlett-Packard.................................................................149
Garantie-informatie printcartridge...........................................................................................150
Het apparaat klaarmaken voor verzending.............................................................................150
Verwijder het toegangspaneel aan de achterkant of de duplexmodule............................150
De uitvoerlade verwijderen...............................................................................................150
Het apparaat verpakken.........................................................................................................151
C Specificaties van het apparaat
Fysieke specificaties...............................................................................................................152
Productkenmerken en -mogelijkheden...................................................................................152
Specificaties processor en geheugen.....................................................................................153
Systeemvereisten...................................................................................................................153
Netwerkprotocolspecificaties..................................................................................................154
Specificaties van de geïntegreerde webserver.......................................................................154
Afdrukresolutie........................................................................................................................154
Omgevingsspecificaties..........................................................................................................155
Elektrische specificaties.........................................................................................................155
Specificaties geluidsniveau (afdrukken in conceptmodus, geluidsniveaus volgens ISO
7779)......................................................................................................................................155
D Overheidsvoorschriften
FCC-verklaring........................................................................................................................156
Kennisgeving voor gebruikers in Korea..................................................................................157
VCCI- (Klasse B) verklaring van overeenstemming voor gebruikers in Japan.......................157
Kennisgeving voor gebruikers in Japan over het netsnoer.....................................................157
Tabel met giftige en gevaarlijke stoffen..................................................................................157
Verklaring over de indicatielampjes........................................................................................158
Overheidsinformatie voor draadloze producten......................................................................158
Blootstelling aan radiofrequentiestralingen.......................................................................158
Bericht aan gebruikers in Brazilië.....................................................................................158
Bericht aan gebruikers in Canada....................................................................................158
Bericht aan gebruikers in Taiwan.....................................................................................159
Kennisgeving van de Europese Unie...............................................................................159
Modelnummer.........................................................................................................................160
Conformiteitsverklaring...........................................................................................................160
6
Programma voor milieubeheer...............................................................................................162
Papiergebruik...................................................................................................................162
Plastics.............................................................................................................................162
Veiligheidsinformatiebladen..............................................................................................162
Kringloopprogramma........................................................................................................162
Recyclingprogramma van HP inkjet-onderdelen..............................................................162
Afvoer van afgedankte apparatuur door gebruikers in particuliere huishoudens in de
Europese Unie..................................................................................................................163
Stroomverbruik.................................................................................................................163
Licentieovereenkomsten met derden.....................................................................................164
Expat.................................................................................................................................164
OpenSSL..........................................................................................................................164
SHA2................................................................................................................................166
Index............................................................................................................................................168
Inhoudsopgave
7
1 Aan de slag
In deze handleiding vindt u details over het gebruik van het apparaat en het oplossen van
problemen.
•
Andere bronnen over het product zoeken
•
Het modelnummer van het apparaat zoeken
•
Toegankelijkheid
•
De onderdelen van het apparaat kennen
•
Informatie over verbindingen
•
Het apparaat uitschakelen
•
Milieutips
Andere bronnen over het product zoeken
Voor productinformatie en hulpmiddelen voor het oplossen van problemen die niet in
deze handleiding zijn opgenomen, zijn de volgende informatiebronnen beschikbaar:
Bron Beschrijving Locatie
Leesmij-bestand en release-
info
Deze bieden de laatste
informatie en tips voor het
oplossen van problemen.
Staat op de Starter-cd.
Startershandleiding draadloos
(uitsluitend bepaalde
modellen)
Bevat aanwijzingen voor het
installeren van de draadloze
functie van het apparaat.
Een gedrukte versie van het
document is bij het apparaat
meegeleverd.
Hulpprogramma's voor
apparaatbeheer
(netwerkverbinding)
Hiermee kunt u
statusinformatie bekijken,
instellingen wijzigen en het
apparaat beheren.
Raadpleeg
Geïntegreerde
webserver voor meer
informatie.
Beschikbaar vanaf een
computer met een verbinding.
Werkset (Microsoft
®
Windows
®
)
Biedt informatie over de status
van printkoppen en geeft
toegang tot services voor
onderhoud.
Raadpleeg
Werkset
(Windows) voor meer
informatie.
Normaal samen met de
software van het apparaat
geïnstalleerd.
HP Printerhulpprogramma
(Mac OS X)
Bevat hulpmiddelen voor het
configureren van
afdrukinstellingen, het
kalibreren van het apparaat,
het reinigen van de printkop,
het afdrukken van de
configuratiepagina, en het
zoeken van hulp op de
website.
Normaal samen met de
software van het apparaat
geïnstalleerd.
8 Aan de slag
Bron Beschrijving Locatie
Raadpleeg HP
Printerhulpprogramma (Mac
OS X) voor meer informatie.
Bedieningspaneel Geeft status-, fout- en
waarschuwingsinformatie over
de werking.
Raadpleeg Bedieningspaneel
voor meer informatie.
Logs en rapporten Biedt informatie over
gebeurtenissen die hebben
plaatsgevonden.
Raadpleeg Het apparaat
controleren voor meer
informatie.
Statusrapport printer
•
Apparaatgegevens:
â—¦
Naam van product
â—¦
Modelnummer
â—¦
Serienummer
â—¦
Versienummer van de
firmware
•
Geïnstalleerde
accessoires (bijvoorbeeld
duplexeenheid)
•
Het aantal afgedrukte
pagina's uit de lade en
accessoires
•
Afdrukken status
benodigdheden
Raadpleeg De
printerstatuspagina begrijpen
voor meer informatie.
Pagina diagnostiek van
afdrukkwaliteit afdrukken
Hiermee kunt u nagaan of er
problemen zijn die invloed
hebben op de afdrukkwaliteit
en kunt u beter beslissen of het
nodig is om een onderhoud uit
te voeren om de kwaliteit van
uw afdrukken te verbeteren.
Raadpleeg Druk een
afdrukkwaliteitsrapport af en
kijk na of deze goed is voor
meer informatie.
HP-websites Biedt de meest recente
printersoftware en product- en
ondersteuningsinformatie.
www.hp.com/support
www.hp.com
Telefonische ondersteuning
van HP
Bevat contactinformatie van
HP.
Raadpleeg Telefonische
ondersteuning van HP krijgen
voor meer informatie.
HP Solution Center (Windows) Hiermee kunt u de
afdrukinstellingen wijzigen,
benodigdheden bestellen, en
naar de Help op het scherm
gaan. Afhankelijk van de
toestellen die u hebt
geïnstalleerd, biedt het HP
Solution Center bijkomende
functies, zoals toegang tot de
HP foto en
bewerkingssoftware.
Raadpleeg
Gebruik het HP
Solution Center (Windows)
voor meer informatie.
Normaal samen met de
software van het apparaat
geïnstalleerd.
(vervolg)
Andere bronnen over het product zoeken 9
Het modelnummer van het apparaat zoeken
Naast de modelnaam die op de voorkant van het apparaat verschijnt, heeft dit apparaat
een specifiek modelnummer. U kunt dit nummer gebruiken om te helpen bepalen welke
toebehoren of accessoires beschikbaar zijn voor uw product en wanneer u ondersteuning
vraagt.
Het modelnummer wordt afgedrukt op een label aan de binnenkant van het apparaat, in
de buurt van de printcartridges.
Toegankelijkheid
Uw apparaat beschikt over een aantal functies die de printer toegankelijk maken voor
gebruikers met bepaalde handicaps.
Visueel
De software van het apparaat is geschikt voor gebruikers met een visuele handicap of
verminderd zicht dankzij de toegankelijkheidsopties en -functies van uw
besturingssysteem. Bovendien zijn er ondersteunende technieken beschikbaar voor
gebruikers met een visuele beperking, zoals schermlezers, braillelezers en
spraakherkenningstechnologie. Speciaal voor gebruikers die kleurenblind zijn, zijn de
gekleurde knoppen en tabbladen in de software en op het bedieningspaneel voorzien
van korte tekst of pictogramlabels die de functie ervan aangegeven.
Mobiliteit
Om gebruikers met een beperkte mobiliteit te helpen, kunnen de softwarefuncties van
het apparaat worden uitgevoerd met behulp van het toetsenbord. De software
ondersteunt ook Windows-toegankelijkheidsopties, zoals plaktoetsen, schakeltoetsen,
filtertoetsen en muistoetsen. De deuren, knoppen, papierlades en papiergeleiders van
het apparaat kunnen door gebruikers met beperkte kracht en beperkt bereik worden
bediend.
Ondersteuning
Meer informatie over de toegankelijkheid van dit product en HP's streven naar optimale
producttoegankelijkheid vindt u op de website van HP op
www.hp.com/accessibility.
Voor informatie over de toegankelijkheid op Mac OS X gaat u naar de website van Apple
op
www.apple.com/accessibility.
De onderdelen van het apparaat kennen
• Voorzijde
•
Bedieningspaneel
•
Achterzijde
Hoofdstuk 1
10 Aan de slag
Voorzijde
1 Bedieningspaneel
2 Uitvoerlade
3 Lade 1
4 Breedtegeleiders
5 Bovenste klep
6 Inktcartridges
7 Printkopvergrendeling
8 Printkop
Bedieningspaneel
Zie Lampjes op het bedieningspaneel voor meer informatie over het aflezen van de
lampjes op het bedieningspaneel.
De onderdelen van het apparaat kennen 11
1 Knop en lampje Aan/Uit
2 Knop en lampje Doorgaan
3 Knop Annuleren
4
Netwerkknop (beschikbaar op sommige modellen)
Draadloosknop
(beschikbaar op sommige modellen)
5 Inktpatroonlampjes
Achterzijde
1 USB (Universal Serial Bus)-poort achteraan
2 Ethernet-netwerkpoort
3 Automatisch accessoire voor dubbelzijdig afdrukken (duplexeenheid) (alleen sommige
modellen)
4 Stroomaansluiting
5 Toegangspaneel aan achterkant
Informatie over verbindingen
Beschrijving Aanbevolen aantal
aangesloten computers
voor de beste
prestaties
Ondersteunde
softwarefuncties
Instructies bij de
installatie
USB-aansluiting Eén computer die via een
USB-kabel is
aangesloten op de snelle
USB 2.0-poort aan de
achterzijde van het
apparaat.
Alle functies worden
ondersteund.
Zie Configureer het
apparaat (Windows) of
Het apparaat
configureren (Mac OS
X).
Ethernetverbinding
(bekabeld)
Maximaal vijf computers
die aan het apparaat zijn
Alle functies worden
ondersteund.
Volg de instructies in Het
apparaat delen in een
lokaal gedeeld netwerk in
Hoofdstuk 1
12 Aan de slag
Beschrijving Aanbevolen aantal
aangesloten computers
voor de beste
prestaties
Ondersteunde
softwarefuncties
Instructies bij de
installatie
aangesloten via een hub
of een router.
deze handleiding voor
meer instructies.
Printers delen Maximaal vijf computers.
De hostcomputer moet
altijd aanstaan, anders
kunnen de andere
computers niet op het
apparaat afdrukken.
Alle functies die op de
hostcomputer aanwezig
zijn, worden
ondersteund. Alleen
afdrukken wordt vanaf de
andere computers
ondersteund.
Volg de instructies in het
gedeelte Het apparaat
delen in een lokaal
gedeeld netwerk.
802.11 draadloos (alleen
bepaalde modellen)
Maximaal vijf computers
die aan het apparaat zijn
aangesloten via een hub
of een router.
Alle functies worden
ondersteund.
Volg de instructies in de
draadloze Aan de slag-
handleiding of zie
Het
toestel instellen voor
draadloze communicatie.
Het apparaat uitschakelen
Schakel het HP-product uit door te drukken op de knop Voeding die zich op het apparaat
bevindt. Wacht tot het lampje Voeding uitgaat voor u de stekker loskoppelt of een
wandschakelaar omzet. Als u het HP-product niet op de juiste manier uitschakelt,
beweegt de printcartridge mogelijk niet naar de uitgangspositie. Dit kan problemen
veroorzaken met de printkop en de afdrukkwaliteit.
Milieutips
HP is geëngageerd om klanten te helpen hun ecologische voetafdruk te verminderen.
HP biedt de onderstaande Milieutips om u te helpen letten op manieren waarop u de
effecten van uw afdrukkeuzes kunt evalueren en beperken. Naast specifieke functies in
dit product kunt u de HP Eco Solutions-website bezoeken voor meer informatie over de
milieu-initiatieven van HP.
www.hp.com/hpinfo/globalcitizenship/environment/
• Dubbelzijdig afdrukken: Maak gebruik van papierbesparende printing om
documenten dubbelzijdig af te drukken met meerdere pagina's op hetzelfde vel om
papiergebruik te reduceren. Raadpleeg
Dubbelzijdig afdrukken (duplexen) voor meer
informatie.
• Smart Web printing: De HP Smartweb afdrukinterface heeft een venster Clipboek
en Clips bewerken waar u clips die u van internet hebt verzameld, kunt opslaan,
organiseren of afdrukken. Raadpleeg
Een webpagina afdruken (alleen Windows)
voor meer informatie.
• Informatie over energiebesparing: Zie
Stroomverbruik om de ENERGY STAR®-
kwalificatiestatus voor dit product te bepalen.
• Gerecyclede materialen: Voor meer informatie over het recyclen van HP-producten
gaat u naar:
www.hp.com/hpinfo/globalcitizenship/environment/recycle/
(vervolg)
Milieutips 13
2 De accessoires installeren
Dit gedeelte bevat de volgende onderwerpen:
•
De duplexmodule installeren (beschikbaar op sommige modellen)
•
Accessoires inschakelen
De duplexmodule installeren (beschikbaar op sommige
modellen)
Als het optionele accessoire voor automatisch dubbelzijdig afdrukken (duplexeenheid) is
geïnstalleerd, kunt u automatisch op beide zijden van een vel papier afdrukken. Zie
Dubbelzijdig afdrukken (duplexen) voor informatie over het gebruik van de
duplexeenheid.
De duplexeenheid installeren
1. Druk op de knoppen op het toegangspaneel aan de achterzijde en verwijder het
paneel van het apparaat.
2. Schuif de duplexeenheid in het apparaat totdat deze vastklikt. Druk bij de installatie
niet op de knoppen aan weerszijden van de duplexeenheid, maar gebruik de knoppen
alleen om de eenheid uit de printer te verwijderen.
Accessoires inschakelen
Dit deel bevat de volgende onderwerpen:
•
De duplexmodule op het toestel activeren en inactiveren
•
Accessoires op Windows-computer in- of uitschakelen
•
Accessoires inschakelen op computers met Macintosh
14 De accessoires installeren
De duplexmodule op het toestel activeren en inactiveren
Als u de duplexmodule installeert of verwijdert, moet u de accessoire op het
bedieningspaneel van het toestel activeren of inactiveren.
De duplexmodule activeren of inactiveren
â–²
Druk op de
knop Annuleren en knop Netwerk en houdt deze gedurende vijf
seconden ingedrukt. Nadat u de knoppen hebt losgelaten, drukt het toestel een
rapport af waarin staat dat de duplexeenheid is geactiveerd.
Accessoires op Windows-computer in- of uitschakelen
1. Klik op de knop Start op het bureaublad.
2. Selecteer Printers en faxen, klik met de rechter muisknop op uw toestel en selecteer
vervolgens Eigenschappen.
3. Klik op het tabblad Apparaatinstellingen en klik vervolgens op Geïnstalleerd of
Niet geïnstalleerd om de duplexmodule in of uit te schakelen.
Accessoires inschakelen op computers met Macintosh
1. Klik vanaf het bureaublad op Systeemvoorkeuren onder het Apple-menu.
2. Klik op Afdrukken & faxen.
3. Selecteer het toestel en klik vervolgens op Printerinstellingen (Mac OS X 10.4) of
Opties & Benodigdheden... (Mac OS X 10.5).
4. Voer een van de volgende handelingen uit:
a. Mac OS X (10.4): Selecteer Installatie-opties in het vervolgkeuzemenu.
b. Mac OS X (10.5) Selecteer het tabblad Stuurprogramma.
5. Selecteer het selectievakje naast HP Dubbelzijdige afdrukaccessoire
(duplexmodule) om de duplexmodule in te schakelen. Schakel het selectievakje uit
om de duplexmodule uit te schakelen.
Accessoires inschakelen 15
3 Het apparaat gebruiken
Dit gedeelte bevat de volgende onderwerpen:
•
Afdrukmedia selecteren
•
Afdrukmateriaal laden
•
De afdrukinstellingen wijzigen
•
Dubbelzijdig afdrukken (duplexen)
•
Afdrukken op speciaal en aangepast afdrukmateriaal
•
Afdrukken zonder randen
•
Een webpagina afdruken (alleen Windows)
•
Een afdruktaak annuleren
Afdrukmedia selecteren
Het apparaat is geschikt voor gebruik met de meeste soorten afdrukmateriaal. Wij raden
u aan om eerst een aantal soorten afdrukmateriaal uit te proberen voordat u grote
hoeveelheden aanschaft. Gebruik HP papier voor het beste afdrukresultaat. Ga naar de
website van HP op
www.hp.com om meer te weten over afdrukmateriaal van HP.
HP beveelt gewoon papier met het ColorLok-logo aan voor het
afdrukken van alledaagse documenten. Alle papieren met het
ColorLok-logo worden onafhankelijk getest om te bentwoorden
aan hoge standaarden van betrouwbaarheid en afdrukkwaliteit, en
documenten te produceren met heldere kleuren en scherp zwart
& die sneller drogen dan normaal gewoon papier. Zoek papier met
het ColorLok-logo met verschillende gewichten en formaten van
grote papierfabrikanten.
Dit gedeelte bevat de volgende onderwerpen:
•
Papiersoorten aanbevolen voor afdrukken
•
Aanbevolen papiersoorten om foto's af te drukken
•
Tips voor de keuze en het gebruik van afdrukmedia
•
Informatie over de specificaties van ondersteund afdrukmateriaal
•
Minimummarges instellen
Papiersoorten aanbevolen voor afdrukken
Voor een optimale afdrukkwaliteit adviseren wij u alleen HP-papier te gebruiken dat voor
deze bepaalde afdruktaak is bedoeld.
16 Het apparaat gebruiken
Het is mogelijk dat in uw land/regio bepaalde papiersoorten niet beschikbaar zijn.
HP Brochurepapier
HP Superior
inkjetpapier
Dit papier heeft een glanzende of matte laag aan beide kanten voor
dubbelzijdig gebruik. Dit papier is een ideale keuze voor reproducties
van fotokwaliteit, omslagen van bedrijfsrapporten, speciale
presentaties, brochures, mailings en kalenders.
HP Helderwit
inkjetpapier
HP Helderwit Inkjetpapier levert contrastrijke kleuren en scherp
afgedrukte tekst op. Dit papier is dik genoeg voor dubbelzijdig
afdrukken in kleur, zodat het ideaal is voor nieuwsbrieven, rapporten
en folders. Het heeft ColorLok-technologie voor minder vlekken,
scherpere zwart en intensere kleuren.
HP Printingpapier HP Printingpapier is multifunctioneel papier van hoge kwaliteit. Hiermee
vervaardigt u documenten die er veel professioneler uitzien dan
documenten die op standaardpapier of kopieerpapier zijn afgedrukt.
Het heeft ColorLok-technologie voor minder vlekken, scherpere zwart
en intensere kleuren. Het is zuurvrij voor duurzame documenten.
HP Office-papier HP Office Paper is multifunctioneel papier van hoge kwaliteit. Het is
geschikt voor kopieën, schetsen, memo's en andere alledaagse
documenten. Het heeft ColorLok-technologie voor minder vlekken,
scherpere zwart en intensere kleuren. Het is zuurvrij voor duurzame
documenten
HP Office Gerecycled
papier
HP Office Gerecycled papier is multifunctioneel papier van hoge
kwaliteit, gemaakt met 30% gerecyclede vezels. Het heeft ColorLok-
technologie voor minder vlekken, scherpere zwart en intensere kleuren.
Het is zuurvrij voor duurzame documenten.
HP Premium
Presentatiepapier
HP Professioneel
papier
Dit is zwaar dubbelzijdig mat papier, perfect voor presentaties,
voorstellen, rapporten en nieuwsbrieven. Het is extra zwaar papier met
een imponerende uitstraling.
HP Premium Inkjet
Transparant
Op HP Premium Inkjet transparanten komen uw kleurenpresentaties
beter tot hun recht. Deze transparanten zijn gemakkelijk in het gebruik
en drogen snel en zonder vlekken.
HP Geavanceerd
fotopapier
Dit dikke fotopapier heeft een sneldrogende, veegvaste afwerking. Het
papier is bestand tegen water, vegen, vingerafdrukken en vochtigheid.
De foto's die u op deze papiersoort afdrukt, lijken op foto’s die u in een
winkel hebt laten afdrukken. Het is beschikbaar in verschillende
formaten, waaronder A4, 8,5 x 11 inch, 10 x 15 cm (4 x 6 inch), 13 x 18
cm (5 x 7 inch) en met twee afwerkingen – glanzend of zachte glans
(gesatineerd mat). Het is zuurvrij voor duurzame documenten.
HP Everyday
Fotopapier
Druk kleurrijke, alledaagse kiekjes tegen lage kosten af, met papier dat
voor het afdrukken van gewone foto's is ontworpen. Dit voordelige
fotopapier droogt snel en is direct te verwerken. Dit papier produceert
scherpe foto's met elke inkjetprinter. Verkrijgbaar in zachte glans in 8,5
x 11 inch, A4, 10 x 15 cm (4 x 6 inch). Het is zuurvrij voor duurzame
documenten.
HP Opstrijkpatronen HP Opstrijkpatronen (voor gekleurd textiel of voor lichtgekleurd of wit
textiel) is het ideale materiaal voor het maken van uw eigen T-shirts met
uw digitale foto's.
Als u papier en andere materialen van HP wilt bestellen, gaat u naar www.hp.com/buy/
supplies. Selecteer uw land/regio wanneer dit wordt gevraagd, volg de aanwijzingen om
Afdrukmedia selecteren 17
uw product te selecteren en klik vervolgens op een van de koppelingen voor bestellingen
op de pagina.
Opmerking Momenteel zijn sommige delen van de website van HP alleen
beschikbaar in het Engels.
HP Photo-waardepakketten:
In de HP Photo-waardepakketten worden oorspronkelijke HP printcartridges en HP
Geavanceerd fotopapier handig samen verpakt om u tijd te besparen en het giswerk voor
het afdrukken van professionele foto's met uw HP-printer weg te nemen. Oorspronkelijke
HP inkten en HP Geavanceerd fotopapier zijn ontworpen om samen te werken zodat uw
foto's duurzaam en intens zijn, afdruk na afdruk. Zeer geschikt voor het afdrukken van
een vakantie vol foto's of meerdere afdrukken die men kan delen.
Aanbevolen papiersoorten om foto's af te drukken
Voor een optimale afdrukkwaliteit adviseren wij u alleen HP-papier te gebruiken dat voor
deze bepaalde afdruktaak is bedoeld.
Het is mogelijk dat in uw land/regio bepaalde papiersoorten niet beschikbaar zijn.
HP Geavanceerd fotopapier
Dit dikke fotopapier heeft een sneldrogende, veegvaste afwerking. Het papier is bestand
tegen water, vegen, vingerafdrukken en vochtigheid. De foto's die u op deze papiersoort
afdrukt, lijken op foto’s die u in een winkel hebt laten afdrukken. Het is beschikbaar in
verschillende formaten, waaronder A4, 8,5 x 11 inch, 10 x 15 cm (4 x 6 inch), 13 x 18 cm
(5 x 7 inch) en met twee afwerkingen – glanzend of zachte glans (gesatineerd mat). Het
is zuurvrij voor duurzame documenten.
HP Everyday Fotopapier
Druk kleurrijke, alledaagse kiekjes tegen lage kosten af, met papier dat voor het
afdrukken van gewone foto's is ontworpen. Dit voordelige fotopapier droogt snel en is
direct te verwerken. Dit papier produceert scherpe foto's met elke inkjetprinter.
Verkrijgbaar in zachte glans in 8,5 x 11 inch, A4, 10 x 15 cm (4 x 6 inch). Het is zuurvrij
voor duurzame documenten.
HP Photo-waardepakketten:
HP Photo Value Packs zijn pakketten die originele inktpatronen van HP en HP Advanced
Photo Papier bevatten waardoor u tijd bespaart en u niet meer hoeft na te denken over
het afdrukken van betaalbare professionele foto's met uw HP-printer. Oorspronkelijke HP
inkten en HP Geavanceerd fotopapier zijn ontworpen om samen te werken zodat uw
foto's duurzaam en intens zijn, afdruk na afdruk. Zeer geschikt voor het afdrukken van
een vakantie vol foto's of meerdere afdrukken die men kan delen.
Ga naar
www.hp.com/buy/supplies om HP-papier en andere toebehoren te bestellen.
Selecteer uw land/regio wanneer dit wordt gevraagd, volg de aanwijzingen om uw product
te selecteren en klik vervolgens op een van de koppelingen voor bestellingen op de
pagina.
Opmerking Momenteel zijn sommige delen van de website van HP alleen
beschikbaar in het Engels.
Hoofdstuk 3
18 Het apparaat gebruiken
Tips voor de keuze en het gebruik van afdrukmedia
• Gebruik altijd afdrukmateriaal dat voldoet aan de specificaties van het apparaat.
Raadpleeg
Informatie over de specificaties van ondersteund afdrukmateriaal voor
meer informatie.
• Plaats slechts één papiersoort tegelijkertijd in een lade. Als u een speciaal soort
afdrukmateriaal bovenop gewoon afdrukmateriaal plaatst, kan het papier vastlopen
of de afdruk onjuist zijn.
• Plaats het afdrukmateriaal met de afdrukzijde omlaag, tegen de achterkant van de
lade aan. Lijn de afdrukmateriaal aan de rechterkant van de invoerlade uit en pas de
papierbreedtegeleider aan. Raadpleeg
Afdrukmateriaal laden voor meer informatie.
• Plaats niet te veel papier. Raadpleeg
Informatie over de specificaties van
ondersteund afdrukmateriaal voor meer informatie. HP beveelt aan om speciaal
afdrukmateriaal niet hoger te laden dan 3/4 vol.
• Om storingen, slechte afdrukkwaliteit of andere problemen te voorkomen, moet u de
volgende media vermijden:
â—¦ Formulieren die uit meerdere delen bestaan
â—¦ Afdrukmateriaal dat is beschadigd, gekruld of verkreukeld
â—¦ Afdrukmateriaal met inkepingen of perforaties
◦ Afdrukmateriaal met een zware textuur of reliëf of afdrukmateriaal dat inkt niet
goed absorbeert
â—¦ Afdrukmateriaal dat te dun is of gemakkelijk kan worden uitgerekt
Kaarten en enveloppen
• Gebruik geen enveloppen met een hele gladde afwerking, zelfklevende randen,
sluitingen of vensters. Gebruik ook geen kaarten en enveloppen met dikke,
onregelmatige of gekrulde randen of enveloppen die gekreukt, gescheurd of
anderszins beschadigd zijn.
• Gebruik platte, strak gevouwen enveloppen.
• Plaats enveloppen uitgelijnd volgens de afbeelding.
Afdrukmateriaal voor foto's
• Gebruik de modus Beste voor het afdrukken van foto’s. In deze modus neemt het
afdrukken meer tijd in beslag omdat meer computergeheugen vereist is.
• Verwijder elk vel dat uit de printer komt en leg het weg om te drogen. Wanneer nat
afdrukmateriaal zich opstapelt kunnen vlekken ontstaan.
Afdrukmedia selecteren 19
Transparanten
• Plaats transparanten met de ruwe kant naar beneden en de plakstrip wijzend naar
de achterzijde van het apparaat.
• Verwijder elk vel dat uit de printer komt en leg het weg om te drogen. Wanneer nat
afdrukmateriaal zich opstapelt kunnen vlekken ontstaan.
Speciaal papierformaat
• Gebruik alleen speciaal papierformaat dat wordt ondersteund door het apparaat.
• Als uw toepassing speciaal papierformaat ondersteunt, stelt u het papierformaat eerst
in de toepassing in voordat u het document afdrukt. Zo niet, stelt u het papierformaat
in het printerstuurprogramma in. U moet wellicht de opmaak van bestaande
documenten aanpassen om deze correct te kunnen afdrukken op speciaal
afdrukformaat.
Informatie over de specificaties van ondersteund afdrukmateriaal
Met de tabellen Ondersteunde formaten kennen en Informatie over ondersteunde
papiersoorten en gewichten kunt u bepalen welke media goed zijn voor uw apparaat en
welke functies bij uw papier zullen functioneren.
Gebruik altijd de juiste materiaalinstelling in de printerdriver en configureer de laden voor
het juiste afdrukmateriaal. HP raadt aan papier eerst uit te proberen voordat u grote
hoeveelheden aanschaft.
•
Ondersteunde formaten kennen
•
Informatie over ondersteunde papiersoorten en gewichten
Ondersteunde formaten kennen
Papierformaat Invoerlade Duplexmodule
(bepaalde modellen)
Standaardformaten afdrukmateriaal
U.S. Letter (216 x 279 mm; 8,5 x 11 inches)
U.S. Legal (216 x 356 mm; 8,5 x 14 inches)
A4 (210 x 297 mm; 8,3 x 11,7 inches)
U.S. Executive (184 x 267 mm; 7,25 x 10,5 inches)
B5 (JIS) (182 x 257 mm; 7,17 x 10,12 inches)
B5 (ISO) (176 x 250 mm; 6,9 x 9,8 inches)
B7 (88 x 125 mm; 3,5 x 4,9 inches)
A5 (148 x 210 mm; 5,8 x 8,3 inches)
A4 zonder rand (210 x 297 mm; 8,3 x 11,7 inches)
A5 zonder rand (148 x 210 mm; 5,8 x 8,3 inches)
Hoofdstuk 3
20 Het apparaat gebruiken
Papierformaat Invoerlade Duplexmodule
(bepaalde modellen)
B5 zonder rand (182 x 257 mm; 7,17 x 10,12 inches)
HV (101 x 180 mm; 4,0 x 7,1 inches)
Kabinetformaat (120 x 165 mm; 4,7 x 6,5 inches)
13 x 18 cm (5 x 7 inches)
Kabinet zonder rand (120 x 165 mm; 4,7 x 6,5
inches)
Zonder rand 13 x 18 cm (5 x 7 inches)
Enveloppen
Envelop U.S. #10 (105 x 241 mm; 4,12 x 9,5 inches)
Envelop C6 (114 x 162 mm; 4,5 x 6,4 inches)
Japanse envelop Chou #3 (120 x 235 mm; 4,7 x 9,3
inches)
Japanse envelop Chou #4 (90 x 205 mm; 3,5 x 8,1
inches)
Monarch-envelop
Envelopkaart (111 x 162 mm; 4,4 x 6 inches)
Nr. 6 3/4 Envelop (91 x 165 mm; 3,6 x 6,5 inches)
Kaarten
Systeemkaart (76,2 x 127 mm; 3 x 5 inches)
Systeemkaart (102 x 152 mm; 4 x 6 inches)
Systeemkaart (127 x 203 mm; 5 x 8 inches)
Kaart A6 (105 x 148,5 mm; 4,13 x 5,83 inches)
Kaart A6 zonder rand (105 x 148,5 mm; 4,13 x 5,83
inches)
Hagaki** (100 x 148 mm; 3,9 x 5,8 inches)
Ofuku hagaki**
Hagaki zonder rand (100 x 148 mm; 3,9 x 5,8 inches)
**
Fotoafdrukmateriaal
Fotopapier (102 x 152 mm; 4 x 6 inches)
Fotopapier (5 x 7 inches)
(vervolg)
Afdrukmedia selecteren 21
Papierformaat Invoerlade Duplexmodule
(bepaalde modellen)
Fotopapier (8 x 10 inches)
Fotopapier (10 x 15 cm)
Foto L (89 x 127 mm; 3,5 x 5 inches)
2L (178 x 127 mm; 7,0 x 5,0 inches)
Fotopapier zonder rand (102 x 152 mm; 4 x 6 inches)
Fotopapier zonder rand (5 x 7 inches)
Fotopapier zonder rand (8 x 10 inches)
Fotopapier zonder rand (8,5 x 11 inches)
Fotopapier zonder rand (10 x 15 cm)
Foto L zonder rand (89 x 127 mm; 3,5 x 5 inches)
2L zonder rand (178 x 127 mm; 7,0 x 5,0 inches)
B5 zonder rand (182 x 257 mm; 7,2 x 10,1 inches)
B7 zonder rand (88 x 125 mm; 3,5 x 4,9 inches)
Zonder rand 4 x 6 tab (102 x 152 mm; 4 x 6 inches)
Zonder rand 10 x 15 cm tab
Zonder rand 4 x 8 tab (10 x 20 cm)
HV zonder rand (101 x 180 mm)
Dubbel A4 zonder rand (210 x 594 mm)
4 x 6 tab (102 x 152 mm)
10 x 15 cm tab
4 x 8 tab / 10 x 20 cm tab
Ander afdrukmateriaal
Aangepast afdrukmateriaal met een breedte tussen
76,2 en 216 mm en een lengte van 101 tot 762 mm
(breedte 3 tot 8,5 inch en lengte 4 tot 76,20 cm)
Panorama (4 x 10 inches, 4 x 11 inches en 4 x 12
inches)
Panorama zonder rand (4 x 10 inches, 4 x 11 inches
en 4 x 12 inches)
Hoofdstuk 3
(vervolg)
22 Het apparaat gebruiken
** Het apparaat is alleen compatibel met gewoon en inkjet-hagaki van Japan Post. Het
is niet compatibel met foto-hagaki van Japan Post.
Informatie over ondersteunde papiersoorten en gewichten
Lade Soort Gewicht Capaciteit
Invoerlade Papier 60 tot 105 g/m
2
(16 tot 28 lb bankpost)
Maximaal 250 vellen
gewoon papier
(25 mm of 1 inch
gestapeld)
Transparanten Maximaal 70 vellen
(17 mm of 0,67 inch
gestapeld)
Afdrukmateriaal voor foto's 280 g/m
2
(75 lb bankpost)
Maximaal 100 vellen
(17 mm of 0,67 inch
gestapeld)
Etiketten Maximaal 100 vellen
(17 mm of 0,67 inch
gestapeld)
Enveloppen 75 tot 90 g/m
2
(envelop met 20 to 24 lb
bankpost)
Maximaal 30 vellen
(17 mm of 0,67 inch
gestapeld)
Kaarten Maximaal 200 g/m
2
(steekkaart 110 lb)
Maximaal 80 kaarten
Duplexmod
ule
(beschikba
ar op
sommige
modellen)
Papier 60 tot 105 g/m
2
(16 tot 28 lb bankpost)
Niet van toepassing
Uitvoerlade Alle ondersteunde
afdrukmaterialen
Maximaal 50 vellen
gewoon papier (tekst
afdrukken)
Afdrukmedia selecteren 23
Minimummarges instellen
De documentmarges moeten overeenkomen met (of groter zijn dan) deze ingestelde
marges in de oriëntatie Staand.
Afdrukmateriaal (1)
Linkermarge
(2)
Rechtermarg
e
(3)
Bovenmarge
(4)
Ondermarge
U.S. Letter
U.S. Legal
A4
U.S. Executive
B5
A5
Kaarten
Speciaal papierformaat
Afdrukmateriaal voor foto's
3,3 mm (0,13
inch)
3,3 mm (0,13
inch)
3,3 mm (0,13
inch)
3,3 mm (0,13
inch)
Enveloppen 3,3 mm (0,13
inch)
3,3 mm (0,13
inch)
3,3 mm (0,13
inch)
14,9 mm
(0,59 inch)
Opmerking Als u de duplexmodle gebruikt om op beide zijden van het papier af te
drukken, moet de boven- en ondermarge worden ingesteld op 14,9 mm of hoger.
Opmerking Voor Mac OS X is de minimale ondermarge voor alle afdrukmaterialen
(behalve enveloppen, Hagaki, en Ofuku Hagaki) 15 mm (0,586 inch).
Afdrukmateriaal laden
Dit gedeelte bevat aanwijzingen voor het plaatsen van afdrukmateriaal in het apparaat.
Hoofdstuk 3
24 Het apparaat gebruiken
Lade 1 laden (hoofdlade)
1. Trek de uitvoerlade naar boven.
2. Schuif de materiaalgeleider naar buiten in de breedste instelling.
3. Plaats het papier met de afdrukzijde naar beneden langs de rechterkant van de lade.
Zorg ervoor dat de stapel papier op een lijn ligt met de rechterkant en achterkant van
de lade en dat het papier de lijnmarkering op de lade niet overschrijdt.
Opmerking Vul nooit papier bij als het apparaat nog aan het afdrukken is.
4. Stel de materiaalgeleider in de lade af op het formaat dat u in de lade hebt geplaatst
en laat de uitvoerlade vervolgens zakken.
Afdrukmateriaal laden 25
5. Trek het verlengstuk op de uitvoerlade uit.
Opmerking Als het afdrukmateriaal langer is dan 279 mm (11 inch), trekt u het
verlengstuk uit tot in de maximum positie. Zorg ervoor dat de flap aan het uiteinde
van het verlengstuk niet omhoog is gebracht, anders hindert de flap het papier
dat wordt uitgeworpen.
De afdrukinstellingen wijzigen
U kunt de afdrukinstellingen (zoals papierformaat of -soort) wijzigen vanuit een
toepassing of de driver van de printer. Wijzigingen in een toepassing hebben voorrang
op wijzigingen in de driver van de printer. Als u toepassing hebt afgesloten, worden de
standaardinstellingen van de driver echter hersteld.
Opmerking Afdrukinstellingen die van toepassing zijn op alle afdruktaken moeten
worden geselecteerd in de driver van de printer.
Raadpleeg de online Help bij de printerdriver van Windows voor meer informatie over
de functies van de driver. Voor meer informatie over het afdrukken vanuit een
specifieke toepassing kunt u de documentatie van de betreffende toepassing
raadplegen.
• De instellingen voor de huidige opdrachten wijzigen vanuit een toepassing (Windows)
•
De standaardinstellingen wijzigen voor alle komende opdrachten (Windows)
•
Instellingen wijzigen (Mac OS X)
De instellingen voor de huidige opdrachten wijzigen vanuit een toepassing
(Windows)
1. Open het document dat u wilt afdrukken.
2. Klik in het menu Bestand op Afdrukken en klik vervolgens op Instellingen,
Eigenschappen of Voorkeuren. (Specifieke opties kunnen afwijken, afhankelijk van
de software die u gebruikt.)
3. Kies de gewenste snelkoppeling voor afdrukken en klik op OK, Afdrukken of een
gelijkaardige taak.
Hoofdstuk 3
26 Het apparaat gebruiken
De standaardinstellingen wijzigen voor alle komende opdrachten (Windows)
1. Klik op Start, wijs Instellingen aan en klik op Printers of Printers en
faxapparaten.
-of-
Klik op Start, klik op Configuratiescherm en dubbelklik vervolgens op Printers.
Opmerking Voer het wachtwoord van de beheerder van de computer in als dit
wordt gevraagd.
2. Klik met de rechtermuisknop op het pictogram van de printer en klik op
Eigenschappen, Standaardinstellingen voor document of
Voorkeursinstellingen voor afdrukken.
3. Wijzig de gewenste instellingen en klik vervolgens op OK.
Instellingen wijzigen (Mac OS X)
1. Klik op Pagina-instelling in het menu Bestand.
Opmerking In Mac OS X (v10.5) hebben sommige programma's geen menu
Pagina-instelling omdat het deel uitmaakt van het menu Afdrukken.
2. Wijzig de gewenste instellingen (zoals papierformaat) en klik vervolgens op OK.
3. Klik in het menu Bestand op Afdrukken om het printerstuurprogramma te openen.
4. Wijzig de gewenste instellingen (zoals het type afdrukmateriaal) en klik vervolgens
op OK of Afdrukken.
Dubbelzijdig afdrukken (duplexen)
U kunt een vel dubbelzijdig afdrukken. Dit kan automatisch met het accessoire voor
automatisch dubbelzijdig afdrukken (duplexeenheid) of handmatig door het
afdrukmateriaal om te draaien en opnieuw in het apparaat in te voeren.
•
Richtlijnen voor dubbelzijdig afdrukken
•
Dubbelzijdig afdrukken
Richtlijnen voor dubbelzijdig afdrukken
• Gebruik altijd afdrukmateriaal dat voldoet aan de specificaties van het apparaat.
Raadpleeg
Informatie over de specificaties van ondersteund afdrukmateriaal voor
meer informatie.
• Geef opties voor dubbelzijdig afdrukken op in uw toepassing of de driver van de
printer.
• Bedruk nooit beide zijden van transparanten, enveloppen, fotopapier, glanzend
afdrukmateriaal of papier dat lichter is dan 60 g/m
2
bond (16 lb) of zwaarder dan 105
g/m
2
bond (28 lb). Bij deze afdrukmaterialen kunnen papierstoringen optreden.
• Bij verschillende afdrukmaterialen is het bij dubbelzijdig afdrukken vereist dat het
materiaal in een bepaalde richting wordt ingevoerd. Dit geldt bijvoorbeeld voor papier
met briefhoofd, voorbedrukt papier en papier met een watermerk of voorgeperforeerd
papier. Wanneer u afdrukt vanuit Windows, wordt de voorkant van het
afdrukmateriaal eerst afgedrukt. Wanneer u afdrukt vanuit Mac OS X, wordt eerst de
achterkant afgedrukt.
Dubbelzijdig afdrukken (duplexen) 27
• Bij automatisch dubbelzijdig afdrukken houdt het toestel het afdrukmateriaal vast als
de afdruk aan een zijde is voltooid, en wordt gewacht tot de inkt droogt. Vervolgens
wordt het afdrukmateriaal terug in het toestel getrokken en wordt de tweede zijde
afgedrukt. Wanneer het afdrukken is voltooid, wordt het afdrukmateriaal op de
uitvoerlade laten vallen. Pak het papier niet voor het afdrukken is voltooid.
• U kunt op beide zijden van ondersteunde, speciale afdrukmateriaalformaten
afdrukken door het afdrukmateriaal om te draaien en opnieuw in het apparaat te
voeren. Raadpleeg
Informatie over de specificaties van ondersteund
afdrukmateriaal voor meer informatie.
Dubbelzijdig afdrukken
Opmerking U kunt handmatig dubbelzijdig afdrukken door eerst de oneven
genummerde pagina’s af te drukken, de pagina’s om te draaien en vervolgens de
even genummerde pagina’s af te drukken.
Automatisch afdrukken op beide zijden van een pagina (Windows)
1. Plaats het juiste afdrukmateriaal. Zie
Richtlijnen voor dubbelzijdig afdrukken en
Afdrukmateriaal laden voor meer informatie.
2. Zorg ervoor dat de duplexeenheid correct is geplaatst. Ga voor meer informatie naar
De duplexmodule installeren (beschikbaar op sommige modellen).
3. Klik terwijl een document is geopend op Afdrukken in het menu Bestand en
selecteer vervolgens een afdruksnelkoppeling.
4. Pas eventueel andere instellingen aan en klik op OK.
5. Druk het document af.
Automatisch afdrukken op beide zijden van een pagina (Mac OS X)
1. Plaats het juiste afdrukmateriaal. Zie
Richtlijnen voor dubbelzijdig afdrukken en
Afdrukmateriaal laden voor meer informatie.
2. Zorg ervoor dat de duplexeenheid correct is geplaatst. Raadpleeg
De duplexmodule
installeren (beschikbaar op sommige modellen) voor meer informatie.
3. Controleer of u de juiste printer en het juiste paginaformaat gebruikt in de Pagina-
instelling.
4. Klik op Afdrukken in het menu Bestand.
5. Selecteer Aantal en pagina's in het de vervolgkeuzelijst.
6. Selecteer de optie Dubbelzijdig afdrukken.
7. Selecteer de bindrichting door te klikken op het bijbehorende pictogram.
8. Pas eventueel andere instellingen aan en klik op Afdrukken.
Hoofdstuk 3
28 Het apparaat gebruiken
Afdrukken op speciaal en aangepast afdrukmateriaal
Afdrukken op speciaal of aangepast afdrukmateriaal (Windows)
1. Plaats het juiste afdrukmateriaal. Raadpleeg
Afdrukmateriaal laden voor meer
informatie.
2. Kies wanneer een document is geopend de opdracht Afdrukken in het menu
Bestand en klik vervolgens op Instellingen, Eigenschappen of Voorkeuren.
3. Klik op het tabblad Functies.
4. Selecteer het materiaalformaat in de vervolgkeuzelijst Formaat. Als u het formaat
van het afdrukmateriaal niet ziet, maakt u een aangepast formaat aan.
a. Selecteer in de vervolgkeuzelijst Aangepast.
b. Typ een naam voor het nieuwe aangepaste formaat.
c.Bij Breedte en Hoogte voert u de afmetingen in en vervolgens klikt u op
Opslaan.
d. Klik op OK om het dialoogvenster Eigenschappen of Voorkeuren te sluiten.
Open het dialoogvenster nogmaals.
e. Selecteer het nieuwe aangepaste formaat.
5. Selecteer de papiersoort in de vervolgkeuzelijst Papiertype.
6. Selecteer de papierbron in de vervolgkeuzelijst Papierbron.
7. Pas eventueel andere instellingen aan en klik op OK.
8. Druk het document af.
Afdrukken op speciaal afdrukmateriaal (Mac OS X)
1. Plaats het juiste afdrukmateriaal. Raadpleeg
Afdrukmateriaal laden voor meer
informatie.
2. Klik op Pagina-instelling in het menu Bestand.
Opmerking In Mac OS X 10.5 hebben sommige programma's geen menu
Pagina-instelling omdat het deel uitmaakt van het menu Afdrukken.
3. Controleer of u het juiste HP-apparaat hebt geselecteerd.
4. Selecteer het papierformaat.
5. Een speciaal papierformaat instellen:
a. Klik op Speciale papierformaten beheren in het vervolgkeuzemenu
Papierformaat.
b. Klik op Nieuw en typ een naam voor het formaat in het vak Naam
papierformaat.
c. (Optioneel) Bij Breedte en Hoogte voert u de afmetingen in en stelt u indien nodig
de marges in.
d. Klik op Klaar of OK en klik vervolgens op Opslaan.
Afdrukken op speciaal en aangepast afdrukmateriaal 29
6. Klik in het menu Bestand op Pagina-instelling en selecteer dan het nieuwe
aangepaste formaat.
Opmerking In Mac OS X (v10.5) hebben sommige programma's geen menu
Pagina-instelling omdat het deel uitmaakt van het menu Afdrukken.
7. Klik op OK.
8. Klik op Afdrukken in het menu Bestand.
9. Open het paneel Papierverwerking.
10. Klik in Bestemming papierformaat op het tabblad Aanpassen aan
papierformaat en selecteer dan het speciale papierformaat.
11. Wijzig eventueel andere instellingen en klik dan op OK of Afdrukken.
Afdrukken zonder randen
Bij afdrukken zonder randen kunt u afdrukken tot aan de randen van bepaalde soorten
fotopapier en van bepaalde formaten daarvan.
Opmerking Open het bestand in een softwaretoepassing en bepaal het formaat van
de afbeelding. Zorg ervoor dat dit formaat overeenstemt met het formaat van het
afdrukmateriaal waarop u de afbeelding gaat afdrukken.
U kunt deze functie ook openen vanuit het tabblad Snel afdrukopties instellen
(enkel in Windows). Open de printerdriver, selecteer het tabblad Snel afdrukopties
instellen en selecteer uit het vervolgmenu de snelkoppeling voor deze afdruktaak.
Opmerking Niet alle toepassingen ondersteunen afdrukken zonder rand.
• Een document zonder rand afdrukken (Windows)
•
Een document zonder randen afdrukken (Mac OS X)
Een document zonder rand afdrukken (Windows)
1. Plaats het juiste afdrukmateriaal. Raadpleeg Afdrukmateriaal laden voor meer
informatie.
2. Open het bestand dat u wilt afdrukken.
3. Open vanuit de toepassing de printerdriver:
a.Klik op Bestand en vervolgens op Afdrukken.
b.Klik op Eigenschappen, Installatie of Voorkeuren.
4. Selecteer de snelkoppeling voor afdrukinstellingen die u wilt gebruiken.
5. Wijzig eventueel andere afdrukinstellingen en klik vervolgens op OK.
6. Druk het document af.
7. Als u hebt afgedrukt op afdrukmateriaal met een afscheurrand, verwijdert u die rand
zodat het document helemaal geen rand meer heeft.
Een document zonder randen afdrukken (Mac OS X)
1. Plaats het juiste afdrukmateriaal. Raadpleeg Afdrukmateriaal laden voor meer
informatie.
2. Open het bestand dat u wilt afdrukken.
Hoofdstuk 3
30 Het apparaat gebruiken
3. Klik op Bestand en klik vervolgens op Pagina-instelling.
Opmerking In Mac OS X (v10.5) hebben sommige programma's geen menu
Pagina-instelling omdat het deel uitmaakt van het menu Afdrukken.
4. Selecteer het formaat zonder randen en klik vervolgens op OK.
5. Klik op Bestand en vervolgens op Afdrukken.
6. Open het paneel Papiersoort/Kwaliteit.
7. Klik op het Tabblad papieren selecteer vervolgens het soort afdrukmateriaal uit de
vervolgkeuzelijst Papiersoort.
8. Controleer het tabblad Afdrukken zonder randen zorg dat Zonder rand is
geselecteerd; wijzig vervolgens de Uitbreiding zonder rand indien u dit wenst.
9. Als u foto's afdrukt, selecteer dan Beste in de vervolgkeuzelijst Kwaliteit. U kunt ook
Maximale dpi selecteren, wat tot 4800 x 1200 geoptimaliseerde dpi oplevert. Voor
kleurafdrukken en 1200 invoer-dpi. Bij deze instelling zal het afdrukken het tijdelijk
een grote hoeveelheid schijfruimte in beslag nemen (400 MB of meer) en zal het
afdrukken langzamer gaan.
10. Selecteer de papierbron.
11. Wijzig eventueel andere afdrukinstellingen en klik vervolgens op Afdrukken.
12. Als u hebt afgedrukt op afdrukmateriaal met een afscheurrand, verwijdert u die rand
zodat het document helemaal geen rand meer heeft.
Een webpagina afdruken (alleen Windows)
U kunt op de HP-printer een webpagina van de webbrowser afdrukken.
Als u Internet Explorer 6.0 of recenter als webbrowser gebruikt, kunt u HP Smart Web
Printing gebruiken voor eenvoudig en voorspelbaar afdrukken van webpagina's, met
controle over wat en hoe u wilt afdrukken. U kunt HP Smart Web Printing openen vanuit
de werkbalk in Internet Explorer. Raadpleeg het helpbestand bij HP Smart Web
Printing voor meer info.
Een webpagina afdrukken
1. Zorg ervoor dat er papier in de hoofdinvoerlade is geplaatst.
2. Klik op Afdrukken in het menu Bestand van de webbrowser.
Tip Voor de beste resultaten selecteert u HP Smart Web Printing in het menu
Bestand. Er verschijnt een vinkje als het is geselecteerd.
Het afdrukvenster wordt geopend.
3. Controleer of het apparaat de geselecteerde printer is.
4. Selecteer in de webbrowser welke onderdelen van de webpagina u wilt afdrukken
(als de webbrowser die mogelijkheid ondersteunt).
Klik in Internet Explorer bijvoorbeeld op Opties en selecteer opties zoals Zoals op
het scherm, Alleen het gekozen frame of Alle gekoppelde documenten
afdrukken.
5. Klik op Afdrukken of OK om de webpagina af te drukken.
Een webpagina afdruken (alleen Windows) 31
Tip Mogelijk moet u de afdrukstand Liggend instellen om de webpagina's goed af
te drukken.
Een afdruktaak annuleren
U kunt een afdruktaak annuleren door een van de volgende handelingen uit te voeren:
Bedieningspaneel: Druk op
Annuleren knop. Hiermee verwijdert u de taak die op dat
moment wordt uitgevoerd. Dit is niet van invloed op afdruktaken in de wachtrij.
Windows: dubbelklik op het printerpictogram dat rechtsonder op het beeldscherm wordt
weergegeven. Selecteer de afdruktaak en druk op de knop Delete op het toetsenbord.
Mac OS X: Klik op het printerpictogram in het Dock, selecteer het document, en klik
vervolgens op Verwijderen.
Hoofdstuk 3
32 Het apparaat gebruiken
4 Configureren en beheren
Deze informatie is bedoeld voor de beheerder of persoon die verantwoordelijk is voor het
beheer van het apparaat. In dit hoofdstuk wordt informatie gegeven over de volgende
onderwerpen:
•
Het apparaat beheren
•
Beheertools voor het apparaat gebruiken
•
De printerstatuspagina begrijpen
•
Het netwerkconfiguratierapport of het draadloze statusrapport begrijpen
•
Configureer het apparaat (Windows)
•
Het apparaat configureren (Mac OS X)
•
Het toestel instellen voor draadloze communicatie
•
De software verwijderen en opnieuw installeren
Het apparaat beheren
Met de volgende algemene tools kunt u het apparaat beheren. Zie Beheertools voor het
apparaat gebruiken voor informatie over het activeren en gebruiken van deze
hulpmiddelen.
Opmerking Het is mogelijk dat in specifieke procedures andere methoden worden
toegepast.
Windows
• Bedieningspaneel van het apparaat
• Printerdriver
• Werkset
• Werkset netwerk
• Geïntegreerde webserver
Mac OS X
• Bedieningspaneel van het apparaat
• HP Printerprogramma
• Geïntegreerde webserver
Dit gedeelte bevat de volgende onderwerpen:
•
Het apparaat controleren
•
Het apparaat beheren
Configureren en beheren 33
Het apparaat controleren
Gebruik dit hulpmiddel… om de volgende informatie te verkrijgen....
Bedieningspaneel van het apparaat Informatie over de status van huidige taken, de
bedrijfsstatus van het apparaat en de status van
printcartridges.
Geïntegreerde webserver
•
Printerstatusinformatie: Klik op het
tabblad Informatie en klik vervolgens op
een selectie in het linkerpaneel.
•
Opgehoopte inkt en papiergebruik: Klik
op het tabblad Informatie en klik
vervolgens op Gebruikrapport in het
linkerpaneel.
Werkset (Windows) Inktpatrooninformatie: Klik op het tabblad
Geschatte inktniveaus om informatie te zien
over het inktniveau. Blader vervolgens naar de
knop Cartridgedetails. Klik op deze knop om
informatie te zien over het vervangen van
printcartridges. *
HP Printerhulpprogramma (Mac OS X) Inktpatrooninformatie: Open het deelvenster
Informatie en ondersteuning en klik op
Status benodigdheden.*
HP Solution Center Biedt de huidige status van het apparaat.
* Waarschuwingen en indicatorlampjes voor het inktniveau bieden uitsluitend schattingen
om te kunnen plannen. Wanneer u een waarschuwing voor een laag inktniveau krijgt,
overweeg dan om een vervangende cartridge klaar te houden om eventuele
afdrukvertragingen te vermijden. U hoeft de printcartridges niet te vervangen voor de
afdrukkwaliteit onaanvaardbaar wordt.
Hoofdstuk 4
34 Configureren en beheren
Het apparaat beheren
Dit onderdeel bevat informatie over het beheren van het apparaat en het wijzigen van
instellingen.
Gebruik dit hulpmiddel… als u het volgende wilt doen...
Bedieningspaneel Het beheerderswachtwoord en de
netwerkinstellingen resetten: Houd de
ingedrukt Aan/uit knop, druk op Netwerk
knop, (op sommige modellen, druk op de knop
Draadloos
), twee keer, druk op druk op knop
Annuleren drie keer, en ontgrendel de Aan/uit knop.
Raadpleeg
Tips en middelen voor het oplossen van
problemen voor meer informatie.
Geïntegreerde webserver
•
Wachtwoord geïntegreerde webserver
instellen: Klik op het tabblad Instellingen en klik
vervolgens op Beveiliging in het
linkerdeelvenster.
•
Onderhoudstaken voor het apparaat
uitvoeren: Open het tabblad Instellingen en klik
op Apparaatservices in het linkerdeelvenster.
•
Taal of land/regio: Open het tabblad
Instellingen en klik op Internationaal in het
linkerdeelvenster.
•
Netwerkinstellingen configureren: Klik op het
tabblad Netwerken en klik op een optie in het
linkerdeelvenster.
•
Benodigdheden bestellen: Klik op een
willekeurig tabblad op de knop Benodigdheden
bestellen en volg de aanwijzingen op het
scherm.
•
Ondersteuning: Klik op een willekeurig tabblad
op de knop Ondersteuning en selecteer een
ondersteuningsoptie.
Werkset (Windows)
•
Onderhoudstaken voor het apparaat
uitvoeren: Klik op het tabblad
Apparaatservices.
•
Netwerkinstellingen configureren: Klik op het
tabblad Netwerkinstellingen en klik vervolgens
op Instellingen wijzigen om de Werkset
netwerk op te starten.
Werkset netwerk Netwerkinstellingen weergeven en wijzigen. Klik in de
Werkset op het tabblad Netwerkinstellingen.
•
Instellingen wijzigen: klik op de knop
Instellingen wijzigen.
•
Een netwerkdiagnose uitvoeren (om de
netwerkprinterverbinding te controleren):
â—¦
Als de printer niet is aangesloten, klik dan op
Instellingen wijzigen, en klik vervolgens op
Netwerkdiagnose uitvoeren.
â—¦
Als de printer is aangesloten, klik dan op het
tabblad Hulpprogramma's wanneer de
werkset opent, en klik vervolgens op
Netwerkdiagnose uitvoeren.
Het apparaat beheren 35
Gebruik dit hulpmiddel… als u het volgende wilt doen...
•
Het IP-adres van de printer wijzigen: Klik in het
tabblad Netwerkinstellingen op Vast of
Draadloos, naargelang de verbinding, pas de
IP-instellingen aan en klik vervolgens op OK.
•
De DNS-instelling van de printer wijzigen: Klik
in het tabblad Netwerkinstellingen op Vast of
Draadloos, naargelang de verbinding, pas de
DNS-instellingen aan en klik vervolgens op
OK.
•
Testrapport draadloos netwerk afdrukken:
Klik in het tabblad Netwerkinstellingen op het
tabblad Hulpprogramma's en klik vervolgens op
Testrapport draadloos netwerk afdrukken.
HP Printerhulpprogramma (Mac OS X) Onderhoudstaken voor het apparaat uitvoeren:
open het deelvenster Informatie en
ondersteuning en klik vervolgens op de optie voor
de taak die u wilt uitvoeren.
Beheertools voor het apparaat gebruiken
In de volgende tabel worden de algemene tools vermeld waarmee u het apparaat kunt
beheren.
•
Geïntegreerde webserver
•
Werkset (Windows)
•
Gebruik het HP Solution Center (Windows)
•
HP Printerhulpprogramma (Mac OS X)
•
Gebruik het HP Apparaatbeheer (Mac OS X)
Geïntegreerde webserver
Als het apparaat op een netwerk is aangesloten, kunt u de geïntegreerde webserver
gebruiken om informatie over de status te bekijken, instellingen te wijzigen en het
apparaat vanaf de computer te beheren.
Opmerking Zie Specificaties van de geïntegreerde webserver voor een overzicht
van systeemvereisten voor de ingebouwde webserver.
Sommige instellingen zijn alleen toegankelijk nadat een wachtwoord voor de
ingebouwde webserver is opgegeven.
U kunt de geïntegreerde webserver openen en gebruiken zonder verbinding met
internet, maar sommige functies zijn dan niet beschikbaar.
De geïntegreerde webserver (EWS) plaatst zeer kleine tekstbestanden (cookies) op uw
harde schijf wanneer u aan het browsen bent. Door deze bestanden kan de EWS uw
computer herkennen bij uw volgende bezoek. Als u bijvoorbeeld de taal van de EWS hebt
geconfigureerd, helpt een cookie herinneren welke taal u hebt geselecteerd, zodat de
pagina's de volgende keer dat u de EWS opent in die taal worden weergegeven. Hoewel
sommige cookies aan het einde van elke sessie worden gewist (zoals de cookie die de
Hoofdstuk 4
(vervolg)
36 Configureren en beheren
geselecteerde taal opslaat), worden andere (zoals de cookie die klantspecifieke
voorkeuren opslaat) op de computer opgeslagen tot u ze handmatig verwijdert.
U kunt uw browser configureren zodat alle cookies worden aanvaard, of u kunt hem
configureren zodat u wordt gewaarschuwd telkens wanneer een cookie wordt
aangeboden waardoor u cookie per cookie kunt beslissen of u ze al dan niet aanvaardt.
U kunt uw browser ook gebruiken om ongewenste cookies te verwijderen.
Opmerking Naargelang uw apparaat, schakelt u een of meerdere van de volgende
eigenschappen uit als u ervoor kiest cookies uit te schakelen:
• De bestaande pagina automatisch vernieuwen
• Beginnen waar u de toepassing hebt verlaten (vooral handig wanneer u
Installatiewizards gebruikt)
• Voorkomen dat andere gebruikers dezelfde instellingen wijzigen terwijl u wijzigingen
maakt
• De taalinstelling van de EWS-browser onthouden
Zie de documentatie die beschikbaar is bij uw webbrowser voor informatie over hoe u uw
privacy- en cookie-instellingen kunt wijzigen en hoe u cookies kunt bekijken of
verwijderen.
•
De ingebouwde webserver openen
•
Pagina's geïntegreerde webserver
De ingebouwde webserver openen
Opmerking Wanneer u de geïntegreerde webserver opent, is het mogelijk dat u een
bericht ontvangt met melding van een ongeldig certificaat. Aanvaard de link om de
EWS te openen.
U kunt de geïntegreerde webserver op de volgende manieren openen:
• Webbrowser: Typ in een ondersteunde webbrowser op uw computer het IP-adres
of de hostnaam die aan het apparaat is toegewezen.
Als het IP-adres bijvoorbeeld 123.123.123.123 is, typt u het volgende adres in de
webbrowser: http://123.123.123.123.
Het IP-adres en de hostnaam voor het toestel worden weergegeven op het draadloze
statusrapport. Raadpleeg
Het netwerkconfiguratierapport of het draadloze
statusrapport begrijpen voor meer informatie.
Als de geïntegreerde webserver wordt weergegeven, kunt u deze toevoegen aan de
favorieten zodat u er eenvoudig naartoe kunt gaan.
• Windows Taakbalk: Klik met de rechtermuisknop op het pictogram HP Digital
Imaging Monitor, kies met de muis het apparaat dat u wilt bekijken en klik vervolgens
op Netwerkinstellingen (EWS).
• Windows Vista: In de lijst met toestellen Netwerk, klikt u met de rechter muisknop
op het pictogram van het toestel en selecteert u vervolgens Webpagina van toestel
bekijken.
Beheertools voor het apparaat gebruiken 37
Pagina's geïntegreerde webserver
De geïntegreerde webserver bevat pagina's die u kunt gebruiken om productinformatie
te bekijken en apparaatinstellingen te wijzigen. De pagina's bevatten ook koppelingen
naar andere e-services.
Pagina's/knoppen Inhoud
Informatiepagina Deze pagina bevat statusinformatie over het
apparaat, de inktbenodigdheden en het inktgebruik
en een gebeurtenissenlogboek (bijvoorbeeld met
fouten).
Opmerking Waarschuwingen en indicatorlampjes
voor het inktniveau bieden uitsluitend schattingen om
te kunnen plannen. Wanneer u een waarschuwing
voor een laag inktniveau krijgt, overweeg dan om een
vervangende cartridge klaar te houden om eventuele
afdrukvertragingen te vermijden. U hoeft de
printcartridges niet te vervangen voor de
afdrukkwaliteit onaanvaardbaar wordt.
Pagina Instellingen Deze pagina bevat de instellingen die zijn
geconfigureerd voor het apparaat. U kunt deze
instellingen hier ook wijzigen.
Pagina netwerken Geeft de netwerkstatus en de netwerkinstellingen
weer die voor het toestel zijn geconfigureerd. Deze
pagina's worden alleen weergegeven als het toestel
op een netwerk is aangesloten.
Knoppen Ondersteuning en
Benodigdheden bestellen
Via Ondersteuning hebt u toegang tot een aantal
ondersteuningsservices.
Met Benodigdheden bestellen maakt u online
verbinding om benodigdheden te bestellen.
Werkset (Windows)
De Werkset geeft informatie over het onderhoud van het apparaat.
Opmerking Als de computer aan de systeemvereisten voldoet, kunt u de Werkset
vanaf de Starter-cd installeren door voor de volledige installatie te kiezen.
Dit gedeelte bevat de volgende onderwerpen:
•
De Werkset openen
•
Tabbladen in de Werkset
•
Werkset netwerk
De Werkset openen
• Klik in de HP Solution Center op Instellingen, wijs Afdrukinstellingen aan en klik
vervolgens op Printer Werkset.
-of-
• Klik met de rechtermuisknop op de HP Digital Imaging-monitor in de taakbalk, wijs
Modelnaam printer aan en klik op Werkset printer weergeven.
Hoofdstuk 4
38 Configureren en beheren
Tabbladen in de Werkset
De Werkset bevat de volgende tabbladen.
Tabblad Inhoud
Geschat inktniveau
•
Informatie over het inktniveau: toont het
geschatte inktniveau voor elke patroon.
Opmerking Waarschuwingen en
indicatorlampjes voor het inktniveau bieden
uitsluitend schattingen om te kunnen plannen.
Wanneer u een waarschuwing voor een laag
inktniveau krijgt, overweeg dan om een
vervangende cartridge klaar te houden om
eventuele afdrukvertragingen te vermijden. U
hoeft de printcartridges niet te vervangen voor de
afdrukkwaliteit onaanvaardbaar wordt.
•
Kopen: geeft toegang tot een website waar u
online printerbenodigdheden kunt bestellen voor
het apparaat.
•
Telefonisch bestellen: Geeft telefoonnummers
weer die u kunt bellen om benodigdheden voor
het toestel te bestellen. De telefoonnummers zijn
niet in alle landen/regio's beschikbaar.
•
Cartridgedetails: geeft het bestelnummer van
de geïnstalleerde printcartridges weer.
Apparaatservices
•
Printerstatuspagina: hiermee kunt u de pagina
Printerstatus van het toestel afdrukken. Deze
pagina bevat informatie over het apparaat en de
benodigdheden. Raadpleeg
De
printerstatuspagina begrijpen voor meer
informatie.
•
Diagnosepagina afdrukkwaliteit afdrukken:
Hiermee kunt u het diagnostische
afdrukkwaliteitsrapport van het apparaat
afdrukken. Deze pagina bevat informatie over
het apparaat en printcartridges.
•
Printkoppen uitlijnen: Hulp bij het uitlijnen van
de printkoppen. Raadpleeg
Printkop uitlijnen
voor meer informatie.
•
Printkoppen reinigen: Hulp bij het reinigen van
de printkoppen. Raadpleeg reinig de printkop
voor meer informatie.
Netwerkinstelllingen Biedt informatie over het wijzigen van de
netwerkinstellingen. Klik op Instellingen wijzigen
om de werkset Netwerk te openen en een aantal
netwerkinstellingen te wijzigen.
Beheertools voor het apparaat gebruiken 39
Werkset netwerk
Met de Werkset netwerk kunt u netwerkinstellingen bekijken en wijzigen. U kunt het IP-
adres wijzigen, de draadloze radio in- of uitschakelen, tests uitvoeren en rapporten
afdrukken.
U opent als volgt de Werkset netwerk:
1. De Werkset openen
2. Klik op het tabblad Netwerkinstellingen.
3. Klik op de knop Instellingen wijzigen....
4. Voer een van de volgende handelingen uit:
• Klik op Instellingen voor bekabelde netwerken om instellingen voor bekabelde
netwerken te wijzigen.
•Klik op Instellingen voor draadloze netwerken om instellingen voor draadloze
netwerken te wijzigen.
•Klik op Hulpprogramma's om rapporten of een diagnostische zelftestpagina af
te drukken.
Gebruik het HP Solution Center (Windows)
Met het HP Solution Center kunt u de afdrukinstellingen wijzigen, benodigdheden
bestellen en de help op het scherm raadplegen.
Welke functies beschikbaar zijn in het HP Solution Center hangt af van de apparaten die
u hebt geïnstalleerd. In het HP Solution Center worden alleen pictogrammen getoond die
zijn gekoppeld aan het geselecteerde apparaat. Als het geselecteerde apparaat niet is
uitgerust met een bepaalde functie, verschijnt het pictogram voor deze functie niet in het
HP Solution Center.
Het HP Solution Center openen
â–² Dubelklik op de taakbalk op de HP Digital Imaging-monitor.
HP Printerhulpprogramma (Mac OS X)
Het HP Printerhulpprogramma bevat hulpmiddelen voor het configureren van
afdrukinstellingen, het kalibreren van het apparaat, het online bestellen van
benodigdheden en het zoeken van helpinformatie op internet.
Dit gedeelte bevat de volgende onderwerpen:
•
Het HP Printerhulpprogramma openen
•
Panelen van het HP printerhulpprogramma
Hoofdstuk 4
40 Configureren en beheren
Het HP Printerhulpprogramma openen
Het HP Printerhulpprogramma openen vanuit HP Apparaatbeheer
1. Klik in het Dock op het pictogram HP Apparaatbeheer.
Opmerking Als het pictogram niet in het Dock verschijnt, klikt u op het pictogram
Spotlight in de rechterkant van de menubalk, typt u HP Apparaatbeheer in het
vakje en klikt u vervolgens op de HP Apparaatbeheer-ingave.
2. Selecteer Printer onderhouden.
3. Selecteer het HP apparaat en klik vervolgens op Selecteren.
Panelen van het HP printerhulpprogramma
Deelvenster Informatie en ondersteuning
• Status benodigdheden: bevat informatie over de geïnstalleerde printcartridges.
Opmerking Waarschuwingen en indicatorlampjes voor het inktniveau bieden
uitsluitend schattingen om te kunnen plannen. Wanneer u een waarschuwing voor
een laag inktniveau krijgt, overweeg dan om een vervangende cartridge klaar te
houden om eventuele afdrukvertragingen te vermijden. U hoeft de printcartridges
niet te vervangen voor de afdrukkwaliteit onaanvaardbaar wordt.
• Info over supplies: Geeft informatie over de printcartridges weer.
• Apparaatgegevens: bevat informatie over het model en serienummer. Deze pagina
bevat informatie over het apparaat en de benodigdheden.
• Diagnostiek afdrukkwaliteit: Druk een diagnosepagina afdrukkwaliteit af.
• Printkoppen reinigen: helpt u bij het reinigen van de printkop.
• Uitlijnen: helpt u bij het uitlijnen van de printkop.
• HP-ondersteuning: deze pagina geeft toegang tot de HP-website waar u
ondersteuning vindt voor het apparaat, het apparaat kunt registreren, benodigdheden
kunt bestellen en informatie vindt over het retourneren en recyclen van gebruikte
printerbenodigdheden.
• Statusrapport afdrukken: Drukt een statusrapport voor de printer af. Zie
De
printerstatuspagina begrijpen voor meer informatie.
Beheertools voor het apparaat gebruiken 41
Gebruik het HP Apparaatbeheer (Mac OS X)
De HP Apparaatbeheer openen op een computer met Macintosh
1. Klik in het Dock op het pictogram HP Apparaatbeheer.
Opmerking Als het pictogram niet in het Dock verschijnt, klikt u op het pictogram
Spotlight in de rechterkant van de menubalk, typt u HP Apparaatbeheer in het
vakje en klikt u vervolgens op de HP Apparaatbeheer-ingave.
2. Selecteer het apparaat in het vervolgmenu Apparaten.
Hiermee kunt u controleren of er software-updates zijn, meer software-opties
configureren en onderhoud uitvoeren, zoals het controleren van het inktniveau in de
printcartridges.
Opmerking Welke functies beschikbaar zijn in de HP Apparaatbeheer op een
computer met Macintosh, hangt af van het geselecteerde apparaat.
Waarschuwingen en indicatorlampjes voor het inktniveau bieden uitsluitend
schattingen om te kunnen plannen. Wanneer u een bericht met een
inktwaarschuwing krijgt, overweeg dan om vervangcartridges klaar te houden om
eventuele afdrukvertragingen te vermijden. U hoeft de printcartridges niet te
vervangen voor de afdrukkwaliteit onaanvaardbaar wordt.
Tip Wanneer de HP Apparaatbeheer is geopend, kunt u de snelkoppelingen in
het Dock-menu openen als u de muisknop ingedrukt houdt op het bijbehorende
pictogram van de HP Apparaatbeheer in het Dock.
De printerstatuspagina begrijpen
Gebruik de Printerstatuspagina voor:
• actuele toestelinformatie en de status van de printcartridge
• Help bij het oplossen van problemen
Als u HP moet bellen, is het vaak nuttig de printerstatuspagina af te drukken alvorens te
bellen.
Hoofdstuk 4
42 Configureren en beheren
1. Printerinformatie: Geeft informatie over het apparaat (zoals productnaam,
modelnummer, serienummer en versie van de firmware), de accessoires die zijn
geïnstalleerd (zoals de duplexeenheid) en het aantal pagina's dat vanuit de lades en
accessoires wordt afgedrukt.
2. Status inktcartridge: Toont de geschatte inktniveaus (grafisch voorgesteld met
behulp van meters), de onderdeelnummers en verlvaldatums van de inktcartridges.
Opmerking Waarschuwingen en indicatorlampjes voor het inktniveau bieden
uitsluitend schattingen om te kunnen plannen. Wanneer u een waarschuwing voor
een laag inktniveau krijgt, overweeg dan om een vervangende cartridge klaar te
houden om eventuele afdrukvertragingen te vermijden. U hoeft de printcartridges
niet te vervangen voor de afdrukkwaliteit onaanvaardbaar wordt.
3. Bijkomende hulp: Geeft de lokatie weer waar u hulpt kunt krijgen bij het afdrukken
van een Draadloze netwerktest (alleen sommige modellen) of hoe u de HP Solution
Center-software kunt openen.
De printerstatuspagina afdrukken
• Bedieningspaneel: Houd de knop
Annuleren 3 seconden ingedrukt.
• Werkset (Windows): Klik op het tabblad Services en klik vervolgens op Een
testpagina afdrukken.
• HP Printerhulpprogramma (Mac OS X): Klik op Apparaatinformatie in het paneel
Informatie en ondersteuning en klik vervolgens op Configuratiepagina
afdrukken.
• Geïntegreerde webserver: Klik op Instellingen, onder Apparaat in het linkerpaneel,
klik op Apparaatservices, en selecteer Printerstatusrapport uit het
vervolgkeuzemenu onder Rapporten, en klik vervolgens op Afdrukken.
De printerstatuspagina begrijpen 43
Het netwerkconfiguratierapport of het draadloze
statusrapport begrijpen
De netwerkconfiguratie of het draadloze statusrapport geeft de netwerk- of draadloze
instellingen weer voor het apparaat.
1. Algemene informatie: Informatie over de huidige status en het type verbinding van
het netwerk en andere informatie, zoals de URL van de geïntegreerde webserver en
het hardware-adres van het apparaat.
Netwerkstatus: deze instelling kan 'Gereed' of 'Offline' zijn. Wanneer de instelling
'Offline' is, betekent dit dat het IP-adres wordt toegewezen of via onderhandeling
wordt vastgesteld door de DHCP-server, of dat de AutoIP of het netwerk niet
beschikbaar zijn.
2. 802.3 Vast netwerk (alleen bepaalde modellen): Informatie over de uw vaste
netwerkverbinding, zoals de hostnaam, het IP-adres, het subnetmasker, de
standaard-gateway en het hardwareadres van het apparaat.
Linkconfiguratie: De mogelijke waarden zijn '10T/100T HalfDplx/FullDplx', '10T
HalfDplx', '100T FullDplx', en '100T HalfDplx'.
Hoofdstuk 4
44 Configureren en beheren
3. 802.11 Draadloos (bepaalde modellen) Informatie over de uw draadloze
netwerkverbinding, zoals de hostnaam, het IP-adres, het subnetmasker, de
standaard-gateway en het hardwareadres van het apparaat.
4. Diversen: Geeft informatie weer, zoals bijvoorbeeld de gegevens van de beheerder.
• mDNS: Hier wordt informatie weergegeven over de actieve mDNS-verbinding
(Multicast Domain Name System). mDNS-services worden meestal gebruikt bij
kleine netwerken voor IP-adressen en het herleiden van namen (via UDP-poort
5353), als er geen conventionele DNS-server wordt gebruikt.
• SLP: Hier wordt informatie weergegeven over de huidige SLP-verbinding
(Service Location Protocol). SLP wordt gebruikt door
netwerkbeheertoepassingen voor het beheer van apparaten. Het apparaat
ondersteunt het SNMPv1-protocol op IP-netwerken.
Configureer het apparaat (Windows)
U kunt het apparaat direct aansluiten op een computer of delen met andere gebruikers
binnen een netwerk.
Opmerking Microsoft Internet Explorer 6.0 moet op het computersysteem zijn
geïnstalleerd om het installatieprogramma te kunnen uitvoeren.
Bovendien moet u beheerdersbevoegdheden hebben om een printerstuurprogramma
te kunnen installeren onder Windows 2000, Windows XP of Windows Vista.
Het is aanbevolen om bij het installeren van het apparaat eerst de software te installeren
en daarna het apparaat aan te sluiten, omdat het installatieprogramma voorziet in de
meest eenvoudige installatieprocedure. Als u de kabel eerst hebt aangesloten,
raadpleegt u
het apparaat verbinden voordat u de software installeert.
Directe verbinding
Met een USB-kabel kunt u het apparaat rechtstreeks met uw computer verbinden.
Opmerking Als u de apparaatsoftware installeert en het apparaat verbindt met een
computer met Windows, kunt u met USB-kabels extra apparaten op dezelfde
computer aansluiten zonder dat u de apparaatsoftware opnieuw moet installeren.
Het wordt aanbevolen om bij het installeren van het apparaat het apparaat aan te sluiten
wanneer dit wordt gevraagd omdat het installatieprogramma voorziet in de meest
eenvoudige installatieprocedure. Als u de kabel echter eerst hebt aangesloten,
raadpleegt u
het apparaat verbinden voordat u de software installeert.
De software installeren voordat u het apparaat verbindt (aanbevolen werkwijze)
1. Sluit alle toepassingen af die nog open zijn.
2. Plaats de installatie-cd in het cd-romstation. Het cd-menu wordt nu automatisch
geopend. Als het cd-menu niet automatisch wordt geopend, dubbelklikt u op het
installatiepictogram op de Starter-cd.
3. Open het menu CD, klik op Apparaat met USB-aansluiting installeren en volg de
aanwijzingen op het scherm.
Configureer het apparaat (Windows) 45
Opmerking U kunt het apparaat ook delen met andere computers door middel van
een eenvoudig type netwerk dat een lokaal gedeeld netwerk wordt genoemd.
Raadpleeg
Het apparaat delen in een lokaal gedeeld netwerk voor meer informatie.
het apparaat verbinden voordat u de software installeert
Als u het apparaat verbindt voordat u de apparaatsoftware installeert, verschijnt de wizard
Nieuwe Hardware gevonden op het beeldscherm.
Opmerking Als u het apparaat hebt ingeschakeld, mag u deze niet uitschakelen of
loskoppelen terwijl het installatieprogramma actief is. Als u dat wel doet, kan de
installatie niet worden voltooid.
1. In het dialoogvenster Nieuwe hardware gevonden, waarin methodes worden
weergegeven om een printerdriver te zoeken, selecteert u de optie Geavanceerd en
klikt u op Volgende.
Opmerking Laat de wizard Nieuwe hardware gevonden dus niet automatisch
zoeken naar het printerstuurprogramma.
2. Schakel het selectievakje in van de optie waarmee u kunt aangeven dat u de locatie
van het stuurprogramma zelf wilt opgeven en zorg ervoor dat de andere
selectievakjes zijn uitgeschakeld.
3. Plaats de installatie-cd in het cd-romstation. Als het cd-menu verschijnt, sluit u het.
4. Blader naar de hoofdmap van de Starter-cd (bijvoorbeeld D) en klik vervolgens op
OK.
5. Klik op Volgende en volg de aanwijzingen op het scherm.
6. Klik op Voltooien om de wizard Nieuwe hardware gevonden te sluiten. Het
installatieprogramma wordt automatisch gestart door de wizard (dit kan even duren).
7. Voltooi de installatie.
Opmerking U kunt het apparaat ook delen met andere computers door middel van
een eenvoudig type netwerk dat een lokaal gedeeld netwerk wordt genoemd.
Raadpleeg
Het apparaat delen in een lokaal gedeeld netwerk voor meer informatie.
Het apparaat delen in een lokaal gedeeld netwerk
In een lokaal gedeeld netwerk is het apparaat rechtstreeks aangesloten op de USB-poort
van een geselecteerde computer (de server) en wordt het gedeeld door andere
computers (clients).
Opmerking Wanneer u een rechtstreeks aangesloten apparaat deelt, moet u de
computer met de hoogste versie van het besturingssysteem als server gebruiken.
Gebruik deze configuratie uitsluitend voor kleine groepen of bij een beperkt gebruik.
De aangesloten computer gaat trager werken als veel gebruikers op het apparaat
afdrukken.
Hoofdstuk 4
46 Configureren en beheren
1. Klik op Start, wijs Instellingen aan en klik op Printers of Printers en
faxapparaten.
-of-
Klik op Start, klik op Configuratiescherm en dubbelklik vervolgens op Printers.
2. Klik met de rechtermuisknop op het pictogram van het apparaat, klik op
Eigenschappen en klik dan op het tabblad Delen.
3. Klik op de optie voor het delen van het apparaat en geef een gedeelde naam op.
Netwerkverbinding
Als het apparaat netwerkmogelijkheden heeft, kan het worden gedeeld in een
netwerkomgeving door het rechtstreeks aan te sluiten op het netwerk. Dit type verbinding
heeft als voordeel dat het apparaat via de ingesloten webserver kan worden beheerd
vanaf elke computer binnen het netwerk.
Opmerking Microsoft Internet Explorer 6.0 moet op het computersysteem zijn
geïnstalleerd om het installatieprogramma te kunnen uitvoeren.
Kies de installatieoptie voor het type netwerk waarover u beschikt:
• Client/server-netwerk: Als een computer in uw netwerk uitsluitend fungeert als
afdrukserver, installeert u de apparaatsoftware op deze server en vervolgens op de
clientcomputers. Zie
Het apparaat installeren op een netwerk en De software van het
apparaat installeren op clientcomputers voor meer informatie. Met deze methode kunt
u niet de volledige functionaliteit van het apparaat delen. Clientcomputers kunnen
alleen afdrukken op het apparaat.
• Peer-to-peer-netwerk: Als u een peer-to-peer-netwerk hebt (een netwerk zonder
een computer die uitsluitend fungeert als afdrukserver), installeert u de software op
de computers waarvoor het apparaat wordt gebruikt. Raadpleeg
Het apparaat
installeren op een netwerk voor meer informatie.
Op beide typen netwerken kunt u met behulp van de wizard Printer toevoegen in
Windows verbinding maken met een netwerkprinter. Raadpleeg
Installeer de printer met
Printer toevoegen voor meer informatie.
Het apparaat installeren op een netwerk
Voer de onderstaande stappen uit om de apparaatsoftware te installeren in de volgende
netwerkomgevingen:
Een peer-to-peer-netwerk (een netwerk zonder een computer die uitsluitend fungeert als
printserver).
1. Verwijder de beschermklep van de netwerkpoort van het apparaat en sluit het
apparaat aan op het netwerk.
2. Sluit alle externe firewalls en toepassingen die worden uitgevoerd op het
computersysteem dat als afdrukserver fungeert.
3. Plaats de installatie-cd in het cd-romstation. Het cd-menu wordt automatisch gestart.
Als het cd-menu niet automatisch wordt gestart, gaat u naar het cd-romstation van
de computer en dubbelklikt u op Setup.exe.
4. Klik in het cd-menu op Netwerk-/draadloos apparaat installeren en volg de
aanwijzingen op het scherm.
Configureer het apparaat (Windows) 47
5. Selecteer in het scherm Verbindingstype de optie Vast/draadloos apparaat en klik
vervolgens op Volgende.
6. Volg de aanwijzingen op het scherm om de installatie te voltooien.
Opmerking Zie De software van het apparaat installeren op clientcomputers en Het
apparaat delen in een lokaal gedeeld netwerk als u het apparaat wilt delen met
Windows-clientcomputers.
De software van het apparaat installeren op clientcomputers
Nadat drivers voor de printers zijn geïnstalleerd op de computer die fungeert als
afdrukserver, kunnen de afdrukfuncties worden gedeeld. Afzonderlijke Windows-
gebruikers die het apparaat via het netwerk willen benaderen, moeten de software op
hun computers (clients) installeren.
Een clientcomputer kan op de volgende manieren verbinding maken met het apparaat:
• In de map Printers dubbelklikt u op het pictogram Printer toevoegen en volgt u de
aanwijzingen voor een netwerkinstallatie. Raadpleeg
Installeer de printer met Printer
toevoegen voor meer informatie.
• Blader naar het apparaat op het netwerk en sleep het naar de map Printers.
• Voeg het apparaat toe en installeer de software vanaf het INF-bestand op het
netwerk. Op de Starter-cd zijn de INF-bestanden opgeslagen in de basismap van de
cd.
Installeer de printer met Printer toevoegen
1. Klik op Start, wijs Instellingen aan en klik op Printers of Printers en
faxapparaten.
-of-
Klik op Start, klik op Configuratiescherm en dubbelklik vervolgens op Printers.
2. Dubbelklik op Printer toevoegen en klik vervolgens op Volgende.
3. Selecteer Netwerkprinter of Netwerkprintserver.
4. Klik op Volgende.
5. Voer een van de volgende handelingen uit:
Voer het netwerkpad of de wachtrijnaam in van het gedeelde apparaat en klik
vervolgens op Volgende. Klik op Diskette wanneer het programma dit vraagt om het
apparaatmodel te selecteren.
Klik op Volgende en zoek het apparaat in de lijst met gedeelde printers.
6. Klik op Volgende en volg de aanwijzingen op het scherm om de installatie te
voltooien.
Het apparaat configureren (Mac OS X)
U kunt het apparaat aansluiten op een enkele Macintosh met behulp van een USB-kabel,
maar u kunt het ook delen met andere gebruikers op een netwerk.
Dit gedeelte bevat de volgende onderwerpen:
•
De software voor een netwerk of een rechtstreekse verbinding installeren
•
Het apparaat delen in een lokaal gedeeld netwerk
Hoofdstuk 4
48 Configureren en beheren
De software voor een netwerk of een rechtstreekse verbinding installeren
Opmerking Als u het apparaat installeert op een vast netwerk moet u de Ethernet-
kabel aansluiten voordat u de software installeert.
1. Plaats de installatie-cd in het cd-romstation. Dubbelklik op het pictogram HP-
software installeren.
2. Klik op Software installeren en volg de aanwijzingen op het scherm.
3. Sluit het apparaat aan op uw computer wanneer dit wordt gevraagd.
4. Deel het apparaat, indien nodig, met andere Macintosh-gebruikers.
• Directe verbinding: Deel het apparaat met andere Macintosh-gebruikers.
Raadpleeg
Het apparaat delen in een lokaal gedeeld netwerk voor meer
informatie.
• Netwerkverbinding: Afzonderlijke Macintosh-gebruikers die het apparaat via het
netwerk willen gebruiken, moeten de apparaatsoftware op hun computers
installeren.
Het apparaat delen in een lokaal gedeeld netwerk
Wanneer het apparaat rechtstreeks is aangesloten, kunt u het met andere computers
delen door middel van een eenvoudig soort netwerk dat een lokaal gedeeld netwerk wordt
genoemd. Gebruik deze configuratie uitsluitend voor kleine groepen of bij een beperkt
gebruik. De aangesloten computer gaat trager werken als veel gebruikers op het
apparaat afdrukken.
Voor het delen van het apparaat in een Mac OS X-omgeving is ten minste het volgende
vereist:
• De Macintosh-computers moeten in het netwerk communiceren via TCP/IP en
moeten een IP-adres hebben. (AppleTalk wordt niet ondersteund.)
• Het gedeelde apparaat moet verbonden zijn met een ingebouwde USB-poort op de
Macintosh-hostcomputer.
• Op de hostcomputer en de clientcomputers die het gedeelde apparaat gebruiken,
moet software voor het delen van een apparaat en het stuurprogramma of PPD voor
het apparaat geïnstalleerd zijn. (U kunt de software voor het delen van het apparaat
en de bijbehorende Help-bestanden installeren via het installatieprogramma.)
Het apparaat configureren (Mac OS X) 49
Voor meer informatie over het delen van een USB-apparaat raadpleegt u de
ondersteuningsinformatie op de Apple-website (
www.apple.com) of de Mac Help op de
computer.
Het apparaat met andere computers delen
1. Open Systeemvoorkeuren, klik op Afdrukken &en faxen en doe vervolgens een
van volgende dingen afhankelijk van het besturingssysteem dat u gebruikt:
• Mac OS X (v10.4): Klik op het tabblad Delen, vink het vakje naast Deze printers
met andere computers delen, en selecteer vervolgens de te delen printer.
• Mac OS X (v10.5): Selecteer een printer en klik op Deel deze printer.
2. Om af te drukken van de andere Macintosh-computers op het netwerk (de clients),
doet u het volgende:
a.Klik op Bestand en selecteer vervolgens Pagina-instellingen in het document
dat u wilt afdrukken.
Opmerking In Mac OS X (v10.5) hebben sommige programma's geen menu
Pagina-instelling omdat het deel uitmaakt van het menu Afdrukken.
b. In het vervolgmenu naast Formatteren voor selecteert u Gedeelde printers en
vervolgens selecteert u het apparaat.
c. Selecteer het Papierformaat en klik vervolgens op OK.
d. Klik in het document op Bestand en selecteer vervolgens Afdrukken.
e. In het vervolgmenu naast Printer selecteert u Gedeelde printers en vervolgens
het apparaat.
f. Bepaal eventueel nog andere instellingen en klik vervolgens op Afdrukken.
Het toestel instellen voor draadloze communicatie
U kunt het apparaat op een van de volgende manieren instellen op draadloze
communicatie:
Installatiemethode Infrastructuur
draadloze
communicatie
Ad hoc draadloze
communicatie
USB-kabel
Zie
Draadloze communicatie op het toestel instellen
met de installer (Mac OS X) of Draadloze
communicatie instellen met de installer (Windows)
voor meer informatie.
Hoofdstuk 4
50 Configureren en beheren
Opmerking Zie Draadloze problemen oplossen als er problemen optreden.
Als u het apparaat wilt gebruiken voor draadloze communicatie, moet u het
installatieprogramma minstens eenmaal uitvoeren vanaf de Starter-cd en een
draadloze verbinding maken.
Het apparaat mag niet via een netwerkkabel op het netwerk aangesloten zijn.
Het apparaat voor verzending moet ingebouwde 802.11-voorzieningen of een
ingebouwde 802.11 draadloze kaart hebben.
Het apparaat en de computers die deze gebruiken moeten zich allemaal op hetzelfde
subnet bevinden.
Voordat u de apparaatsoftware installeert, wilt u wellicht de instellingen van uw netwerk
kennen. Deze informatie is te verkrijgen via de systeembeheerders of door de volgende
taken uit te voeren:
• De naam van het netwerk of de SSID (Service Set Identifier) en de
communicatiemodus (infrastructuur of ad hoc) van het configuratieprogramma voor
het draadloze toegangspunt van het netwerk (WAP) of de netwerkkaart van uw
computer.
• Het type codering dat het netwerk gebruikt, zoals Wired Equivalent Privacy (WEP).
• Zoek het beveiligingswachtwoord of de coderingssleutel van het draadloze apparaat
op.
Dit gedeelte bevat de volgende onderwerpen:
•
802.11 draadloze netwerkinstellingen begrijpen
•
Draadloze communicatie instellen met de installer (Windows)
•
Draadloze communicatie op het toestel instellen met de installer (Mac OS X)
•
Het apparaat aansluiten met een ad hoc-draadloze netwerkverbinding
•
Draadloze communicatie uitschakelen
•
Uw firewall configureren voor gebruik met HP-apparaten
•
Wijzig de verbindingsmethode
•
Richtlijnen voor het verzekeren van beveiliging op een draadloos netwerk
802.11 draadloze netwerkinstellingen begrijpen
Netwerknaam (SSID)
Standaard zoekt het apparaat naar de naam van het draadloze netwerk of de SSID met
de naam 'hpsetup'. Uw netwerk heeft misschien een andere SSID.
Communicatiemethode
Er zijn twee mogelijke communicatiemodi:
• Ad hoc: In een netwerk in ad-hocmodus is het apparaat ingesteld op de ad-
hoccommunicatiemethode en communiceert het rechtstreeks en zonder WAP met
andere draadloze apparaten.
Alle apparaten in het netwerk in ad-hocmodus moeten aan de volgende voorwaarden
voldoen:
â—¦ 802.11-compatibel zijn
â—¦ Ad hoc moet de communicatiemethode zijn
Het toestel instellen voor draadloze communicatie 51
â—¦ Dezelfde netwerknaam (SSID) hebben
â—¦ Op hetzelfde subnet en kanaal zitten
â—¦ Dezelfde 802.11-beveiligingsinstellingen hebben
• Infrastructuur (aanbevolen): In een netwerk in infrastructuurmodus is het apparaat
ingesteld op de infrastructuurcommunicatiemethode en communiceert het met
andere apparaten op het netwerk, draadloos én bedraad, via een WAP. WAP's
werken normaal gesproken als routers of gateways in kleine netwerken.
Beveiligingsinstellingen
Opmerking Zie Het netwerkconfiguratierapport of het draadloze statusrapport
begrijpen voor de beschikbare instellingen voor het apparaat.
Ga naar
www.wi-fi.org voor meer informatie over draadloze beveiliging.
• Netwerkverificatie: De standaardinstelling van het apparaat staat op 'Open',
waardoor voor verificatie en codering geen beveiliging nodig is. De andere mogelijke
waarden zijn 'Openen en vervolgens gedeeld', 'Gedeeld' en 'WPA-PSK' (Wi-Fi
®
Protected Access Pre-Shared Key).
WPA maakt het verzenden van gegevens en de toegang tot bestaande en
toekomstige Wi-Fi netwerken veiliger. Alle bekende zwakke punten van WEP, het
originele landelijke beveiligingsmechanisme in de 802.11-standaard, worden
hiermee verholpen.
WPA2 is de tweede generatie van WPA-beveiliging en biedt bedrijven en klanten die
Wi-Fi gebruiken een hoge mate van zekerheid dat alleen geautoriseerde gebruikers
toegang kunnen krijgen tot hun draadloze netwerken.
• Gegevenscodering:
â—¦ Wired Equivalent Privacy (WEP) biedt beveiliging door gegevens die via
radiogolven van het ene draadloze apparaat naar het andere worden verzonden
te coderen. Apparaten op een WEP-netwerk maken gebruik van zogenoemde
WEP-sleutels om gegevens te coderen. Als uw netwerk van WEP gebruikmaakt,
moet u weten welke WEP-sleutels worden gebruikt.
â—¦ WPA maakt gebruik van het TKIP-coderingsprotocol (Temporal Key Integrity
Protocol).
â—¦ WPA2 levert een nieuw coderingsschema, de Advanced Encryption Standard
(AES). AES wordt gedefinieerd in CCM (counter cipher-block chaining)-modus
en ondersteunt de Independent Basic Service Set (IBSS) voor meer veiligheid
tussen klantnetwerken in ad-hocmodus.
Draadloze communicatie instellen met de installer (Windows)
Opmerking Voor deze methode moet u een geïnstalleerd en actief draadloos
netwerk hebben. U hebt ook een USB-kabel nodig. Sluit de USB-kabel niet aan, totdat
u door de installer wordt gevraagd om dit te doen.
1. Sla geopende documenten op. Sluit alle toepassingen af die op de computer worden
uitgevoerd.
2. Plaats de installatie-cd in het cd-romstation. Het cd-menu wordt nu automatisch
geopend. Als het cd-menu niet automatisch wordt geopend, dubbelklikt u op het
installatiepictogram op de Starter-cd.
Hoofdstuk 4
52 Configureren en beheren
3. Klik in het cd-menu op Netwerk-/draadloos apparaat installeren en volg de
aanwijzingen op het scherm.
Opmerking Als de firewall-software op uw computer berichten weergeeft tijdens
de installatie, selecteer dan de optie "altijd toestaan" in de berichten. Door deze
optie te selecteren kan de software succesvol op uw computer worden
geïnstalleerd.
4. Sluit de USB-kabel voor draadloze installatie tijdelijk aan wanneer u dit wordt
gevraagd.
5. Voltooi de installatie aan de hand van de instructies op het scherm.
6. Sluit de USB-kabel voor draadloze installatie af wanneer u dit wordt gevraagd.
Draadloze communicatie op het toestel instellen met de installer (Mac OS X)
1. Sluit de USB-kabel voor draadloze installatie aan op de poort op de achterkant van
het HP apparaat en vervolgens op een willekeurige USB-poort op de computer.
2. Plaats de installatie-cd in de computer.
3. Dubbelklik op het pictogram HP Installer op de installatie-cd en volg de instructies op
het scherm op.
4. Sluit de USB-kabel voor draadloze installatie af wanneer u dit wordt gevraagd.
Het apparaat aansluiten met een ad hoc-draadloze netwerkverbinding
Methode 1
1. Schakel de draadloze verbinding op uw computer en op het apparaat in.
2. Maak op uw computer verbinding met de netwerknaam (SSID) "hpsetup". (Deze
netwerknaam is het standaard ad hoc-netwerk gemaakt door het HP-apparaat).
Opmerking Als uw HP-apparaat eerder werd geconfigureerd voor een ander
netwerk, kunt u de standaard netwerkinstellingen herstellen zodat het apparaat
"hpsetup" kan gebruiken. Voer de volgende stappen uit om de standaard
netwerkinstellingen te herstellen:
Het beheerderswachtwoord en de netwerkinstellingen resetten: Houd de
ingedrukt Netwerk knop, (op sommige modellen, druk op de knop
Draadlooos) druk drie keer op de knop
Doorgaanen laat vervolgens de knop
Netwerk of Draadlooslos. Raadpleeg
Tips en middelen voor het oplossen van
problemen voor meer informatie.
Draadloze communicatie uitschakelen
Houd de knop Draadloos aan de voorkant van het apparaat drie seconden ingedrukt.
Uw firewall configureren voor gebruik met HP-apparaten
Een persoonlijke firewall, die beveiligingssoftware op uw computer uitvoert, kan de
netwerkcommunicatie tussen uw HP-apparaat en uw computer blokkeren.
Het toestel instellen voor draadloze communicatie 53
Als u problemen ondervindt zoals:
• Printer niet gevonden bij het installeren van HP-software
• Kan niet afdrukken, afdruktaak zit vast in de wachtrij of de printer gaat offline
• Kan printerstatus op uw computer niet zien
Dan voorkomt de firewall mogelijk dat uw HP-apparaat computers op uw netwerk laat
weten waar het kan worden gevonden. Als de HP-software het HP-apparaat tijdens de
installatie niet kan vinden (en u weet dat het HP-apparaat op het netwerk is), of u de HP-
software al met succes hebt geïnstalleerd en problemen ondervindt, probeert u het
volgende:
1. Als u een computer gebruikt waarop Windows wordt uitgevoerd, gaat u in het
configuratieprogramma voor de firewall op zoek naar een optie om computers in het
lokale subnet (ook wel 'scope' of 'zone' genoemd) te vertrouwen. Als u opgeeft dat
de firewall alle computers in het lokale subnet moet vertrouwen, kunnen computers
en andere apparaten in uw huis met elkaar communiceren terwijl ze nog steeds zijn
afgeschermd van internet. Dit is de eenvoudigste methode om te gebruiken.
2. Als er in het configuratieprogramma geen optie aanwezig is om computers in het
lokale subnet te vertrouwen, voegt u de inkomende UDP-poort 427 toe aan de lijst
van toegestane poorten van uw firewall.
Opmerking Niet bij alle firewalls is het nodig onderscheid te maken tussen
inkomende en uitgaande poorten, maar bij sommige wel.
Een ander veelvoorkomend probleem is dat de HP-software niet wordt vertrouwd door
de firewall waardoor de software geen toegang kan krijgen tot het netwerk. Dit kan
voorkomen als u 'blokkeren' hebt geantwoord in alle dialoogvensters van de firewall die
verschenen toen u de HP-software installeerde.
Als dit gebeurt en u een computer gebruikt met Windows, controleer dan of de volgende
programma's in de lijst met vertrouwde toepassingen van uw firewall staan: voeg ze toe
als ze ontbreken.
• hpqkygrp.exe, in de directory C:\program files\HP\digital imaging\bin.
• hpiscnapp.exe, in de directory C:\program files\HP\digital imaging\bin
• hpqste08.exe, in de directory C:\program files\HP\digital imaging\bin
• hpqtra08.exe, in de directory C:\program files\HP\digital imaging\bin
• hpqdirec.exe, in de directory C:\program files\HP\digital imaging\bin
• hpqthb08.exe, in de directory C:\program files\HP\digital imaging\bin
Opmerking Raadpleeg de documentatie bij de firewall om na te gaan hoe u de
poortinstellingen van de firewall moet configureren en hoe u HP-bestanden aan de
lijst met vertrouwde bestanden kunt toevoegen.
Opmerking Sommige firewalls blijven storen, zelfs nadat u ze uitschakelt. Als u
problemen blijft ondervinden nadat u de firewall hebt geconfigureerd zoals hierboven
staat beschreven en als u een computer gebruikt met Windows, moet u mogelijk de
installatie van de firewall-software ongedaan maken om het apparaat op het netwerk
te gebruiken.
Hoofdstuk 4
54 Configureren en beheren
Wijzig de verbindingsmethode
Als u de software hebt geïnstalleerd en uw HP apparaat hebt aangesloten met een USB-
of Ethernet-kabel, kunt u altijd veranderen naar een draadloze verbinding.
Een USB-aansluiting wijzigen in een draadloze verbinding (Windows)
1. Selecteer Start, Programma's, HP, selecteer uw apparaat, en selecteer vervolgens
Draadloze instellingen opnieuw configureren.
2. Druk op Een apparaat toevoegen.
3. Volg de instructies op het scherm en verwijder de USB-kabel wanneer u dit wordt
gevraagd.
Een USB-aansluiting wijzigen in een draadloze verbinding (Mac OS X)
1. Klik op het pictogram HP Apparaatbeheer op het Dock of in de map Hewlett Packard
in de map Toepassingen.
2. Selecteer uit de lijst Informatie en instellingen Installatieprogramma
netwerkprinter.
3. Volg de instructies op het scherm op om de netwerkinstellingen te configureren.
Een Ethernet-verbinding wijzigen in een draadloze verbinding
Opmerking Alleen voor HP-apparaten die geschikt zijn voor Ethernet
1. Open de geïntegreerde webserver (EWS). Raadpleeg Geïntegreerde webserver voor
meer informatie.
2. Klik op het tabblad Netwerk en klik vervolgens op Draadloos (802.11) in het
linkervenster.
3. Druk op het tabblad Draadloze installatie op Wizard starten.
4. Volg de instructies op het scherm om een Ethernet-verbinding te wijzigen in een
draadloze verbinding.
5. Nadat u klaar bent met het wijzigen van de instellingen, sluit u de Ethernet-kabel af.
Richtlijnen voor het verzekeren van beveiliging op een draadloos netwerk
Dit gedeelte bevat de volgende onderwerpen:
•
Hardware-adressen aan een WAP (Wireless Access Point) toevoegen
•
Overige richtlijnen
Hardware-adressen aan een WAP (Wireless Access Point) toevoegen
MAC-filter is een beveiligingsfunctie waarbij een draadloos toegangspunt, zoals een
draadloze router of Apple AirPort Base-station, wordt geconfigureerd met een lijst met
MAC-adressen (ook wel hardwareadressen genoemd) van apparaten die via het
toegangspunt toegang mogen krijgen tot het netwerk.
Als het toegangspunt niet over het hardwareadres beschikt van een apparaat dat toegang
tot het netwerk probeert te krijgen, wordt de toegang tot het netwerk door het
toegangspunt geweigerd.
Het toestel instellen voor draadloze communicatie 55
Als het toegangspunt MAC-adressen filtert, moet het MAC-adres van het apparaat aan
de lijst van het toegangspunt met geaccepteerde MAC-adressen worden toegevoegd.
1. Druk het draadloze statusrapport af. Zie
Het netwerkconfiguratierapport of het
draadloze statusrapport begrijpen voor meer informatie over het draadloze
statusrapport.
2. Open het configuratieprogramma van het toegangspunt en voeg het hardware-adres
van het HP-apparaat aan de lijst met geaccepteerde MAC-adressen toe.
Overige richtlijnen
Volg de volgende richtlijnen om de veiligheid van een draadloos netwerk te waarborgen:
• Gebruik een wachtwoord van ten minste 20 willekeurige tekens. In een WPA-
wachtwoord kunt u maximaal 63 tekens gebruiken.
• Vermijd in een wachtwoord veelvoorkomende woorden of woordgroepen,
eenvoudige opeenvolgingen van tekens (zoals alleen enen) en persoonsgebonden
gegevens. Gebruik altijd willekeurige reeksen die zijn samengesteld uit hoofdletters
en kleine letters, cijfers en, indien toegestaan, speciale tekens zoals leestekens.
• Verander het wachtwoord regelmatig.
• Verander het standaardwachtwoord dat de fabrikant heeft ingesteld en waarmee de
beheerder toegang heeft tot het toegangspunt of de draadloze router. Met sommige
routers kunt u ook de beheerdersnaam wijzigen.
• Schakel indien mogelijk draadloze toegang voor het beheer uit. Als u dat doet, moet
u de router met een bekabelde Ethernet-verbinding aansluiten wanneer u
configuratiewijzigingen wilt doorvoeren.
• Schakel indien mogelijk de toegang voor beheer via internet op de router uit. Met
Extern bureaublad kunt u een gecodeerde verbinding maken met een computer die
achter de router werkt en configuratiewijzigingen aanbrengen vanaf de lokale
computer waartoe u via internet toegang hebt.
• Om te vermijden dat u per ongeluk toegang krijgt tot het draadloos netwerk van
anderen, schakelt u de instelling uit waarmee automatisch verbinding wordt gemaakt
met niet-gekozen netwerken. Deze optie is in Windows XP standaard uitgeschakeld.
De software verwijderen en opnieuw installeren
U moet de software mogelijk verwijderen en opnieuw installeren als de installatie
onvolledig is of als u de USB-kabel op de computer hebt aangesloten voordat er een
bericht werd weergegeven waarin u werd gevraagd om de USB-kabel op de computer
aan te sluiten. Verwijder de toepassingsbestanden van het apparaat niet zomaar van de
computer. Verwijder deze bestanden op de juiste manier met het hulpprogramma om de
installatie te verwijderen dat bij het apparaat is meegeleverd.
Hoofdstuk 4
56 Configureren en beheren
Er zijn drie manieren om de software te verwijderen van een Windows-computer, en er
zijn twee manieren om de software te verwijderen van een Macintosh-computer.
De eerste mogelijkheid voor het verwijderen van de software van een Windows-
computer
1. Koppel het apparaat los van de computer. Sluit het apparaat pas op de computer aan
nadat u de software opnieuw hebt geïnstalleerd.
2. Druk op de knop Voeding om het apparaat uit te schakelen.
3. Klik in de taakbalk van Windows op Start, selecteer Instellingen, klik op
Bedieningspaneel en vervolgens op Programma's toevoegen/verwijderen.
-of-
Klik op Start, klik op Configuratiescherm en dubbelklik vervolgens op Programma's
en functies.
4. Selecteer het toestel dat u wilt verwijderen en klik op Wijzigen/Verwijderen of
Installatie ongedaan maken.
5. Volg de instructies op het scherm.
6. Als u wordt gevraagd of u gedeelde bestanden wilt verwijderen, klikt u op Nee.
Andere programma’s die deze bestanden gebruiken, kunnen namelijk slecht gaan
functioneren als deze bestanden worden verwijderd.
7. Start de computer opnieuw op.
8. Plaats de Starter-cd van het apparaat in het cd-romstation van de computer als u de
software opnieuw wilt installeren. Volg de instructies op het scherm. Zie ook
De
software installeren voordat u het apparaat verbindt (aanbevolen werkwijze).
9. Nadat de software is geïnstalleerd, sluit u het apparaat aan op de computer.
10. Druk op de knop Voeding om het apparaat in te schakelen.
Nadat u het apparaat hebt aangesloten en ingeschakeld, kan het zijn dat u enkele
minuten moet wachten totdat alle Plug and Play-gebeurtenissen zijn voltooid.
11. Volg de instructies op het scherm.
Als de installatie van de software is voltooid, wordt het pictogram HP Digital Imaging-
monitor in het systeemvak van Windows weergegeven.
De software verwijderen van een Windows-computer, methode 2
Opmerking Gebruik deze methode als Verwijderen niet beschikbaar is in het menu
Start van Windows.
1. Klik in de taakbalk van Windows op Start, selecteer Instellingen, klik op
Bedieningspaneel en vervolgens op Programma's toevoegen/verwijderen.
-of-
Klik op Start, klik op Configuratiescherm en dubbelklik vervolgens op Programma's
en functies.
2. Selecteer het apparaat dat u wilt verwijderen en klik vervolgens op Wijzigen/
verwijderen of Verwijderen/Wijzigen.
3. Koppel het apparaat los van de computer.
De software verwijderen en opnieuw installeren 57
4. Start de computer opnieuw op.
Opmerking Het is belangrijk dat u het apparaat loskoppelt voordat u de
computer opnieuw opstart. Sluit het apparaat pas op de computer aan nadat u de
software opnieuw hebt geïnstalleerd.
5. Plaats de Starter-cd van het apparaat in het cd-romstation van uw computer en start
vervolgens de installatie opnieuw.
6. Volg de instructies op het scherm en raadpleeg ook
De software installeren voordat
u het apparaat verbindt (aanbevolen werkwijze).
De software verwijderen van een Windows-computer, methode 3
Opmerking Gebruik deze methode als Verwijderen niet beschikbaar is in het menu
Start van Windows.
1. Plaats de Starter-cd van het apparaat in het cd-romstation van uw computer en start
vervolgens de installatie opnieuw.
2. Koppel het apparaat los van de computer.
3. Selecteer Verwijderen en volg de instructies op het scherm.
4. Start de computer opnieuw op.
Opmerking Het is belangrijk dat u het apparaat loskoppelt voordat u de
computer opnieuw opstart. Sluit het apparaat pas op de computer aan nadat u de
software opnieuw hebt geïnstalleerd.
5. Start de installatie van het apparaat nogmaals.
6. Kies Installeren.
7. Volg de instructies op het scherm en raadpleeg ook
De software installeren voordat
u het apparaat verbindt (aanbevolen werkwijze).
De eerste mogelijkheid voor het verwijderen van de software van een Macintosh-
computer
1. Start HP Apparaatbeheer.
2. Klik op Informatie en instellingen.
3. Selecteer HP-software verwijderen in het vervolgkeuzemenu.
Volg de instructies op het scherm.
4. Start de computer opnieuw nadat de software is verwijderd.
5. Plaats de Starter-cd van het apparaat in het cd-romstation van de computer als u de
software opnieuw wilt installeren.
6. Open de cd-rom op het bureaublad en dubbelklik op HP Printer Installer.
7. Volg de instructies op het scherm en raadpleeg ook
De software installeren voordat
u het apparaat verbindt (aanbevolen werkwijze).
De tweede mogelijkheid voor het verwijderen van de software van een Macintosh-
computer
1. Open Zoeken.
2. Dubbelklik op de Toepassingen.
Hoofdstuk 4
58 Configureren en beheren
3. Dubelklik opHewlett-Packard.
4. Dubbelklik op HP Uninstaller.
5. Selecteer het apparaat en dubbelklik vervolgens op Installatie ongedaan maken.
De software verwijderen en opnieuw installeren 59
5 Onderhoud en problemen
oplossen
Dit gedeelte bevat de volgende onderwerpen:
•
Werken met inktcartridges
•
Druk een afdrukkwaliteitsrapport af en kijk na of deze goed is
•
Tips en middelen voor het oplossen van problemen
•
Problemen met het afdrukken oplossen
•
Problemen oplossen bij afdrukken
•
Problemen met de afdrukkwaliteit oplossen
•
Problemen met de papierinvoer oplossen
•
Problemen met het apparaatbeheer oplossen
•
Netwerkproblemen oplossen
•
Draadloze problemen oplossen
•
Installatieproblemen oplossen
•
Papierstoringen oplossen
•
Fouten (Windows)
Werken met inktcartridges
Als u zeker wilt zijn dat de afdrukkwaliteit van de HP-printer optimaal blijft, moet u enkele
eenvoudige onderhoudsprocedures uitvoeren. In dit gedeelte vindt u richtlijnen voor het
hanteren van printcartridges, instructies voor het vervangen van printcartridges en voor
het reinigen van de printkop.
Dit deel bevat de volgende onderwerpen:
•
Informatie over printcartridges en de printkop
•
De geschatte inktniveaus bekijken
•
Printcartridges vervangen
•
Gebruik informatieverzameling
60 Onderhoud en problemen oplossen
Informatie over printcartridges en de printkop
Lees de volgende tips voor het omgaan met en het onderhouden van HP-inktpatronen
als u verzekerd wilt zijn van een consistente afdrukkwaliteit.
• De instructies in deze gebruikershandleiding zijn voor het vervangen van
printcartridges en zijn niet bedoeld voor de eerste installatie.
• Als u een printcartridge moet vervangen, wacht dan tot u beschikt over een nieuwe
printcartridge om te installeren voordat u de oude cartridge verwijdert.
Let op Wacht tot u een nieuwe printcartridge beschikbaar hebt voordat u de
oude printcartridge verwijdert. Laat de printcartridge niet voor een langere periode
buiten het apparaat. Dit kan leiden tot schade aan zowel het apparaat als de
printcartridge.
• Haal printcartridges pas uit de originele luchtdichte verpakking als u ze nodig hebt.
• Bewaar de printcartridges in dezelfde richting als waarin de verpakkingen in de winkel
hangen of, als ze uit de doos zijn, met het label omlaag.
• Schakel de HP-printer uit door op de knop Voeding op het apparaat te drukken.
Wacht tot het lampje Voeding uitgaat voor u de stekker loskoppelt of een
wandschakelaar omzet. Als de HP-printer verkeerd is uitgeschakeld, wordt de wagen
met printcartridges mogelijk niet op juiste positie teruggezet en dit kan problemen met
de printcartridges en de afdrukkwaliteit veroorzaken.
• Bewaar printcartridges bij kamertemperatuur (15 - 35 °C of 59 - 95 °F).
• U hoeft de cartridges pas te vervangen als de afdrukkwaliteit onaanvaardbaar wordt,
maar een aanzienlijke afname van de afdrukwaliteit kan het gevolg zijn van een of
meerdere lege cartridges. Het kan ook het gevolg zijn van een verstopte printkop.
Mogelijke oplossingen zijn het controleren van de geschatte inktniveaus in de
cartridges en het reinigen van de printkop. Het reinigen van de printkop verbruikt
enige inkt.
• Maak de printkop alleen schoon als dat nodig is. U verspilt zo geen inkt en de
printcartridges hebben een langere levensduur.
• Hanteer de inktcartridges met de nodige voorzichtigheid. Door de printcartridges
tijdens de installatie te laten vallen, te schudden of ruw te behandelen, kunnen
tijdelijke afdrukproblemen ontstaan.
• Als u het apparaat vervoert, doet u het volgende om te voorkomen dat er inkt uit de
wagen met printcartridges lekt of dat het apparaat beschadigd raakt:
â—¦ Schakel het apparaat uit door op de knop Voeding te drukken.
De wagen met printcartridges moet rechts in het onderhoudsstation worden
geplaatst.
â—¦ Zorg ervoor dat u de printcartridges en de printkop op hun plaats houdt.
â—¦ Vul de binnenkant van het apparaat een beetje op met verfrommeld krantenpapier
om te voorkomen dat de wagen met printcartridges beweegt tijdens het transport.
â—¦ Het apparaat moet vlak worden getransporteerd; het mag niet op de zijkant,
achterkant, voorkant of bovenkant worden geplaatst.
Verwante onderwerpen
•
De geschatte inktniveaus bekijken
•
reinig de printkop
Werken met inktcartridges 61
De geschatte inktniveaus bekijken
U kunt de geschatte inktniveaus controleren vanuit het HP Solution Center, Werkset
(Windows), het HP Printerhulpprogramma (Mac OS X) of de geïntegreerde webserver.
Zie
Beheertools voor het apparaat gebruiken voor informatie over het gebruik van deze
tools. U kunt de Printerstatuspagina ook afdrukken om deze informatie te bekijken (zie
De printerstatuspagina begrijpen).
Opmerking Waarschuwingen en indicatorlampjes voor het inktniveau bieden
uitsluitend schattingen om te kunnen plannen. Wanneer u een waarschuwing voor
een laag inktniveau krijgt, overweeg dan om een vervangende cartridge klaar te
houden om eventuele afdrukvertragingen te vermijden. U hoeft de cartridges pas te
vervangen als de afdrukkwaliteit onaanvaardbaar wordt.
Opmerking Als u een opnieuw gevulde of herstelde printcartridge gebruikt, of een
cartridge die in een ander apparaat werd gebruikt, is de inktniveau-indicator mogelijk
onnauwkeurig of onbeschikbaar.
Opmerking Inkt uit de cartridge wordt tijdens het afdrukproces op een aantal
verschillende manieren gebruikt, waaronder tijdens het initialisatieproces, dat het
apparaat en de cartridges voorbereidt op afdrukken, en tijdens onderhoud voor de
printkop, dat ervoor zorgt dat de printbuisjes schoon blijven en de inkt vlot wordt
aangebracht. Daarnaast blijft er wat inkt in de cartridge achter nadat deze is gebruikt.
Zie
www.hp.com/go/inkusage voor meer informatie.
Printcartridges vervangen
Opmerking Zie Recyclingprogramma van HP inkjet-onderdelen voor meer
informatie over het recyclen van gebruikte inkten.
Als u nog geen vervangende printcartridges voor de HP-printer hebt, zie dan
Afdrukbenodigdheden online bestellen.
Opmerking Momenteel zijn sommige delen van de website van HP alleen
beschikbaar in het Engels.
Let op Wacht tot u een nieuwe printcartridge beschikbaar hebt voordat u de oude
printcartridge verwijdert. Laat de printcartridge niet voor een langere periode buiten
het apparaat. Dit kan leiden tot schade aan zowel het apparaat als de printcartridge.
U vervangt de printcartridges als volgt:
1. Zorg ervoor dat het apparaat is ingeschakeld.
2. Open de toegangsklep van de printcartridges.
De wagen met de printcartridges gaat naar het midden van het apparaat.
Opmerking Wacht tot de printerwagen niet meer beweegt voor u verder gaat.
Hoofdstuk 5
62 Onderhoud en problemen oplossen
3. Druk op het klepje aan de voorkant van de printcartridge om deze te ontgrendelen,
en verwijder deze vervolgens uit de sleuf.
4. Verwijder de nieuwe printcartridge uit de verpakking door het oranje lipje recht naar
achteren te trekken om de plastic verpakking van de printcartridge te verwijderen.
Opmerking Zorg ervoor dat u de plastic verpakking van de printcartridge
verwijdert voordat u het in het apparaat installeert, anders mislukt het afdrukken.
Werken met inktcartridges 63
5. Draai het oranje lipje om het los te breken.
Opmerking Zorg ervoor dat het plastic lipje volledig is verwijderd en dat het
etiket enigszins is verscheurd en het openingskanaal toont.
6. Gebruik de gekleurde symbolen als leidraad en schuif de inktcartridge in de lege sleuf
tot hij op zijn plaats klikt en stevig op zijn plek zit.
Let op Til de vergrendelingsgreep op de wagen met de printcartridges niet
omhoog om de printcartridges te installeren. Dit kan ertoe leiden dat de
printcartridges niet goed worden geplaatst, wat afdrukproblemen veroorzaakt. De
vergrendelingsgreep moet omlaag blijven om de printcartridges juist te plaatsen.
Zorg ervoor dat u de printcartridge in de sleuf plaatst met dezelfde pictogramvorm en
kleur als de printcartridge die u installeert.
7. Herhaal stap 3 tot en met 6 voor elke printcartridge die u wilt vervangen.
8. Sluit de klep van de printcartridges.
Verwante onderwerpen
Afdrukbenodigdheden online bestellen
Gebruik informatieverzameling
De HP-cartridges die bij dit apparaat worden gebruikt bevatten een geheugenchip die
helpt bij de werking van het apparaat.
Verder verzamelt deze geheugenchip een beperkte hoeveelheid informatie over het
gebruik van het apparaat, waaronder: de datum waarop de cartridge voor het eerst werd
Hoofdstuk 5
64 Onderhoud en problemen oplossen
geïnstalleerd, de datum waarop de cartridge voor het laatst werd gebruikt, het aantal
pagina's dat werd afgedrukt met de cartridge, de paginadekking, de gebruikte
afdrukstanden, eventuele afdrukfouten, en het productmodel. Deze informatie helpt HP
bij het ontwerpen om ervoor te zorgen dat producten in de toekomst aan de
afdrukbehoeften van onze klanten voldoen.
De gegevens die door de cartridgegeheugenchip worden verzameld, bevatten geen
informatie die kan worden gebruikt om een klant of gebruiker van de cartridge of het
product te identificeren.
HP verzamelt een greep uit de geheugenchips van cartridges die worden teruggestuurd
naar het HP programma voor gratis terugbrengen en recyclen (HP Planet Partners:
www.hp.com/recycle). De geheugenchips uit deze greep worden gelezen en bestudeerd
om toekomstige HP-apparaten te verbeteren. HP-partners die helpen bij het recyclen van
deze cartridge hebben mogelijk ook toegang tot deze gegevens.
Een derde die de cartridge heeft kan mogelijk toegang hebben tot de anonieme informatie
op de geheugenchip. Als u liever geen toegang toestaat tot deze informatie, kunt u de
chip onbruikbaar maken. Nadat u de geheugenchip onbruikbaar hebt gemaakt, kan de
cartridge echter niet meer worden gebruikt in een HP-product.
Als u bezorgd bent over het bieden van deze anonieme informatie, kunt u deze informatie
ontoegankelijk maken door het vermogen van de geheugenchip uit te schakelen om
gebruiksinformatie van het apparaat te verzamelen.
Het verzamelen van gebruiksinformatie uitschakelen
â–² Druk op het bedieningspaneel van het product op de knop Hervatten en op de knop
Netwerk (op sommige modellen drukt u op de knop Draadloos) en houdt deze
ingedrukt tot de lampjes van de printcartridge knipperen en laat de knoppen
vervolgens los.
Opmerking Als u het vermogen van de geheugenchip om gebruiksinformatie van
het apparaat te verzamelen uitschakelt, kunt u de cartridge nog steeds in het HP-
apparaat gebruiken.
Druk een afdrukkwaliteitsrapport af en kijk na of deze goed
is
Problemen met de afdrukkwaliteit kunnen vele oorzaken hebben: software-instellingen,
een afbeelding van slechte kwaliteit, of het printsysteem zelf. Als u niet tevreden bent
met de kwaliteit van uw afdrukken, kunt u een Diagnosepagina van de afdrukkwaliteit
afdrukken om u te helpen vaststellen of het printsysteem goed werkt.
Dit gedeelte bevat de volgende onderwerpen:
•
Een afdrukkwaliteitsrapport afdrukken
•
De Diagnosepagina van de afdrukkwaliteit evalueren
Druk een afdrukkwaliteitsrapport af en kijk na of deze goed is 65
Een afdrukkwaliteitsrapport afdrukken
•
Bedieningspaneel: Houd de
Aan/Uit-knop ingedrukt, druk zeven keer op de knop
Annuleren, druk twee keer op de knop Hervatten en laat de knop Aan/uit
los.
• Geïntegreerde webserver: Klik op het tabblad Instellingen, klik op
Apparaatservices in het linkerdeelvenster. Kies Pagina diagnostiek voor
afdrukkwaliteit (PQ) afdrukken uit de keuzelijst in het gedeelte Afdrukkwaliteit en
klik op Diagnose uitvoeren.
• HP Werkset (Windows): Open het tabblad Apparaatservices, klik op Pagina
diagnostiek van afdrukkwaliteit (PQ) afdrukken en volg de instructies op het
scherm.
• HP Printerhulpprogramma (Mac OS X): Klik op Diagnostiek afdrukkwaliteit in het
paneel Informatie en ondersteuning en klik vervolgens op Pagina afdrukken.
De Diagnosepagina van de afdrukkwaliteit evalueren
Dit gedeelte bevat de volgende onderwerpen:
•
Inktniveaus
•
Goede gekleurde balken
•
Ongelijke, onregelmatig gestreepte, of vervaagde balken
•
Regelmatige witte strepen in de balken
•
Kleuren van de balk zijn niet gelijkmatig
Hoofdstuk 5
66 Onderhoud en problemen oplossen
• Tekst in groot zwart lettertype
•
Uitlijnpatronen
•
Er zijn geen defecten
Inktniveaus
â–² Bekijk de indicatoren van het inktniveau in regel 21. Als een van de niveauindicatoren
laag zijn, moet u mogelijk die printcartridge vervangen.
Opmerking Waarschuwingen en indicatorlampjes voor het inktniveau bieden
uitsluitend schattingen om te kunnen plannen. Wanneer u een bericht met een
inktwaarschuwing krijgt, overweeg dan om vervangcartridges klaar te houden om
eventuele afdrukvertragingen te vermijden. U hoeft de printcartridges niet te
vervangen voor de afdrukkwaliteit onaanvaardbaar wordt.
Goede gekleurde balken
Voorbeeld van balken met goede kleuren alle zeven balken zijn ononderbroken, met scherpe
randen, en hebben een gelijkmatige kleur over de
hele pagina - de printer werkt goed.
â–² Bekijk de gekleurde balken in het midden van de pagina. Er horen zeven gekleurde
balken te zijn. De gekleurde balken moeten scherpe randen hebben. Deze moeten
ononderbroken zijn (niet gestreept met wit of andere kleuren). Ze moeten overal
gelijkmatig van kleur zijn.
Deze balken komen als volgt overeen met de printcartridges in de printer:
Nummer Cartridgekleur
1 Zwarte printcartridge
2 Cyaan printcartridge
3 Magenta printcartridge
4 Gele printcartridge
Druk een afdrukkwaliteitsrapport af en kijk na of deze goed is 67
Ongelijke, onregelmatig gestreepte, of vervaagde balken
Voorbeeld van balken met slechte kleuren De bovenste balk is ongelijkmatig gestreept of
vervaagd.
Voorbeeld van balken met slechte kleuren De bovenste zwarte balk is aan een kant ongelijk.
Als een van de balken ongelijk, onregelmatig gestreept of vervaagd zijn, volg dan deze
stappen:
1. Controleer of er nog inkt zit in de printcartridges.
2. Verwijder de cartridge die overeenkomt met de gestreepte balk en controleer of deze
voldoende is gelucht. Raadpleeg
Printcartridges vervangen voor meer informatie.
3. Plaats de cartridge terug en controleer of alle cartridges goed zijn vergrendeld. Zie
Printcartridges vervangen voor meer informatie.
4. Reinig de printkop. Zie
reinig de printkop voor meer informatie.
5. Probeer nog een afdruk of druk het Diagnoserapport afdrukkwaliteit nogmaals af. Als
het probleem aanhoudt, maar het er wel op lijkt alsof het reinigen heeft geholpen,
reinig dan nogmaals.
6. Als het reinigen het probleem niet oplost, vervang dan de cartridge die overeenkomt
met de ongelijke balk.
7. Als het niet helpt om de printcartridge te vervangen, neem dan contact op met HP -
de printkop moet mogelijk worden vervangen.
Hoofdstuk 5
68 Onderhoud en problemen oplossen
Het probleem voorkomen dat ongelijke balken op het Diagnoserapport
afdrukkwaliteit veroorzaakt:
• Laat geopende printcartridges niet langdurig uit de printer.
• Wacht tot een nieuwe cartridge klaar is om te worden geïnstalleerd voordat u een
oude printcartridge verwijdert.
Regelmatige witte strepen in de balken
Als een van de gekleurde balken regelmatige witte strepen vertoont, volgt u de volgende
stappen op:
Witte strepen De afdrukkwaliteitbalken hebben witte strepen.
1. Als item 11 op het Diagnoserapport afdrukkwaliteit PHA TTOE = 0 staat, lijn dan de
printer uit. Raadpleeg
Printkop uitlijnen voor meer informatie.
2. Als item 11 niet 0 is, of het uitlijnen niet helpt, reinig dan de printkop. Raadpleeg
reinig
de printkop voor meer informatie.
3. Druk nog een Diagnoserapport afdrukkwaliteit af. Als de streep er nog is, maar het
wel beter is, probeer dan nogmaals te reinigen. Als de streep erger wordt, neem dan
contact op met HP. Mogelijk moet de printkop worden vervangen.
Kleuren van de balk zijn niet gelijkmatig
De balken van de afdrukkwaliteit zijn niet
gelijkmatig
De balken hebben lichtere of donkerdere
delen.
Druk een afdrukkwaliteitsrapport af en kijk na of deze goed is 69
Als de kleur van een van de balken niet gelijkmatig is, volg dan de onderstaande stappen:
1. Als de printer onlangs op een grote hoogte werd vervoerd, probeer de printkop dan
te reinigen.
2. Als de printer niet onlangs werd vervoerd, probeer dan nog een Diagnoserapport
afdrukkwaliteit af te drukken. Dit gebruikt minder inkt dan het reinigen van de printkop,
maar als het niet effectief is, probeer dan de printkop te reinigen.
3. Probeer het Diagnoserapport afdrukkwaliteit. Als de kleuren lijken te verbeteren, ga
dan door met reinigen. Als de kleuren erger worden, neem dan contact op met HP.
Mogelijk moet de printkop worden vervangen.
Tekst in groot zwart lettertype
Kijk naar de grote tekst boven de gekleurde vakken. I ABCDEFG abcdefg Het type moet
scherp en duidelijk zijn. Als het type ongelijk is, probeer dan de printer uit te lijnen. Als er
strepen of inktvlekken zijn, reinig dan de printkop.
Voorbeeld van goed groot lettertype De letters zijn scherm en helder - de printer werkt juist.
Voorbeeld van slecht groot lettertype De letters zijn ongelijk - lijn de printer uit.
Voorbeeld van slecht groot lettertype De letters zijn uitgeveegd - reinig de printkop en controleer
of het papier is omgekruld. Bewaar al het papier plat in
een hersluitbare zak om het omkrullen te vermijden.
Voorbeeld van slecht groot lettertype De letters zijn aan een uiteinde ongelijk - reinig de printer.
Als deze storing optreedt net nadat een nieuwe cartridge
is geplaatst, kunnen de automatische
onderhoudsroutines van de printer na een aantal dagen
oplossen, met minder inkt dan het reinigen van de printkop
verbruikt.
Hoofdstuk 5
70 Onderhoud en problemen oplossen
Uitlijnpatronen
Als de gekleurde balken en grote tekst er goed uitzien en de printcartridges niet leeg zijn,
kijk dan naar de uitlijningspatronen rechtstreeks boven de gekleurde balken.
Voorbeeld van een goed uitlijningspatroon De lijnen zijn recht.
Voorbeelden van een slecht uitlijningspatroon De lijnen zijn ongelijk - lijn de printer uit. Neem
contact op met HP als dit niet werkt.
Er zijn geen defecten
Als u geen fouten ziet op het afdrukkwaliteitrapport, werkt het afdruksysteem correct. Er
is geen reden om onderdelen te vervangen of onderhoud uit te voeren, want het apparaat
werkt juist. Als u nog steeds een probleem met de afdrukkwaliteit ondervindt, zijn er een
aantal andere dingen die u kunt controleren:
• Controleer het papier.
• Controleer de afdrukinstellingen.
• Controleer of uw afbeelding voldoende resolutie heeft.
• Als het probleem lijkt te liggen bij een strook bij de hoek van uw afdruk, gebruik dan
de software die u bij het apparaat hebt geïnstalleerd of een andere
softwaretoepassing om de afbeelding 180 graden te draaien. Mogelijk verschijnt het
probleem niet aan het andere uiteinde van de afdruk.
Tips en middelen voor het oplossen van problemen
Gebruik de volgende tips en hulpmiddelen om afdrukproblemen op te lossen.
•Zie
Verhelp een storing in het apparaat voor papierstoringen.
•Zie
Problemen met de papierinvoer oplossen voor informatie over
papierinvoerproblemen, zoals een scheve of foutieve papierinvoer.
• Aan/uit-lampje brandt en knippert niet. Wanneer het toestel voor de eerste keer wordt
ingeschakeld, duurt het ongeveer 12 minuten om te initialiseren.
• Controleer of het apparaat gereed is voor gebruik. Wanneer er lampjes branden of
knipperen, raadpleegt u
Lampjes op het bedieningspaneel.
• Zorg dat er geen foutberichten op het scherm worden weergegeven.
Tips en middelen voor het oplossen van problemen 71
• Zorg dat de voedingskabel en andere kabels functioneren en goed op het apparaat
zijn aangesloten. Zorg dat het apparaat goed is verbonden met een werkend
stopcontact en is ingeschakeld. Zie
Elektrische specificaties voor
spanningsvereisten.
• Afdrukmateriaal moet goed in de lade zijn geplaatst en niet in het apparaat zijn
vastgelopen.
• Printkop en printcartridges moeten goed geplaatst zijn in de juiste met kleuren
gecodeerde sleuven. Druk elke cartridge stevig omlaag voor goed contact.
• Alle vergrendelingen en kleppen zijn gesloten.
• Het achterpaneel en de optionele duplexeenheid moeten stevig op hun plaats zitten.
• Alle verpakkingstape en -materialen moeten zijn verwijderd.
• Het apparaat kan een printerstatuspagina afdrukken. Raadpleeg
De
printerstatuspagina begrijpen voor meer informatie.
• Het apparaat is ingesteld als de huidige of als de standaardprinter. Voor Windows
stelt u het apparaat in de map Printers als standaard in. Voor Mac OS X, stelt u het
in het Installatieprogramma voor de printer als standaard in Mac OS X (v10.4). Voor
Mac OS X (v10.5) opent u Systeemvoorkeuren, selecteert u Afdruken & faxen, en
selecteert u vervolgens het toestel uit de vervolgkeuzelijst Standaardprinter.
Raadpleeg de documentatie van de computer voor meer informatie.
• Zorg dat Afdrukken onderbreken niet is geselecteerd als u een computer met
Windows gebruikt.
• Zorg dat er niet te veel programma's actief zijn wanneer u een taak uitvoert. Sluit de
programma's die u niet gebruikt of start de computer opnieuw op voordat u de taak
opnieuw afdrukt.
Sommige problemen kunnen worden opgelost door het apparaat opnieuw in te stellen.
Problemen met het afdrukken oplossen
Dit gedeelte bevat de volgende onderwerpen:
•
Het apparaat wordt onverwacht uitgeschakeld
•
Het afdrukken duurt lang
•
Er wordt een blanco of deels bedrukte pagina afgedrukt
•
De afdruk is niet correct of er ontbreken gedeelten
•
Tekst of afbeeldingen zijn verkeerd geplaatst
Het apparaat wordt onverwacht uitgeschakeld
Controleer de netvoeding en aansluiting van het netsnoer
Controleer of het apparaat goed is verbonden met een werkend stopcontact. Zie
Elektrische specificaties voor spanningsvereisten.
Het afdrukken duurt lang
Controleer de systeemconfiguratie en de hulpmiddelen.
Controleer of de computer voldoet aan de minimale systeemvereisten voor het apparaat.
Raadpleeg
Systeemvereisten voor meer informatie.
Hoofdstuk 5
72 Onderhoud en problemen oplossen
Controleer de instellingen van software van het apparaat
De afdruksnelheid is langzamer wanneer Beste of Maximale dpi is geselecteerd als
afdrukkwaliteit. Verhoog de afdruksnelheid door andere afdrukinstellingen te selecteren
in de apparaatdriver. Raadpleeg
De afdrukinstellingen wijzigen voor meer informatie.
De inktniveaus zijn laag
Het inktniveau van de printcartridges controleren.
Opmerking Waarschuwingen en indicatorlampjes voor het inktniveau bieden
uitsluitend schattingen om te kunnen plannen. Wanneer u een waarschuwing voor
een laag inktniveau krijgt, overweeg dan om een vervangende cartridge klaar te
houden om eventuele afdrukvertragingen te vermijden. U hoeft de printcartridges niet
te vervangen voor de afdrukkwaliteit onaanvaardbaar wordt.
Mogelijk zit er onvoldoende inkt in de printcartridges. Onvoldoende inkt kan ervoor zorgen
dat de printkop oververhit raakt. Als de printkop oververhit raakt, gaat de printer
langzamer werken om hem af te laten koelen.
Er wordt een blanco of deels bedrukte pagina afgedrukt
De inktniveaus controleren
Misschien is de printcartridge bijna leeg.
reinig de printkop
Voer de reinigingsprocedure voor de printkop volledig uit. Raadpleeg
reinig de printkop
voor meer informatie. De printkop moet mogelijk worden gereinigd als de printer onjuist
werd uitgeschakeld.
Opmerking Schakel de HP-printer uit door op de knop Voeding op het apparaat te
drukken. Wacht tot het lampje Voeding uitgaat voor u de stekker loskoppelt of een
wandschakelaar omzet. Als de HP-printer verkeerd is uitgeschakeld, wordt de wagen
met printcartridges mogelijk niet op juiste positie teruggezet en dit kan problemen met
de printcartridges en de afdrukkwaliteit veroorzaken.
Controleer de materiaalinstellingen
• Controleer of u in het printerstuurprogramma de juiste instellingen voor afdrukkwaliteit
hebt geselecteerd voor het afdrukmateriaal in de lades.
• Controleer of de paginabreedte in het printerstuurprogramma overeenkomt met de
breedte van het afdrukmateriaal in de lade.
Er wordt meer dan een pagina genomen
Zie
Problemen met de papierinvoer oplossen voor meer informatie over het oplossen van
problemen met de papiertoevoer.
Het bestand bevat een blanco pagina
Controleer het bestand om na te gaan of het geen blanco pagina bevat.
Problemen met het afdrukken oplossen 73
De afdruk is niet correct of er ontbreken gedeelten
Controleer de printcartridges
Ga na of de juiste printcartridges zijn geplaatst en of de printcartridges nog voldoende
inkt bevatten. Zie
Het apparaat beheren en De geschatte inktniveaus bekijken voor meer
informatie.
Controleer de marge-instellingen
Zorg dat de marge-instellingen van het document niet buiten het afdrukgebied van uw
apparaat liggen. Raadpleeg
Minimummarges instellen voor meer informatie.
Controleer de kleurinstellingen
Controleer of Afdrukken in grijsschaal is geselecteerd in de printerdriver.
Controleer de locatie van het apparaat en de lengte van de USB-kabel
Sterke elektromagnetische velden (bijvoorbeeld gegenereerd door USB-kabels) kunnen
afdrukken soms licht vertekenen. Plaats het apparaat verder weg van de bron van de
elektromagnetische velden. Het is bovendien raadzaam een USB-kabel met een lengte
van minder dan drie meter te gebruiken om de effecten van deze elektromagnetische
velden te minimaliseren.
Tekst of afbeeldingen zijn verkeerd geplaatst
Controleer de manier waarop het papier is geplaatst
Controleer of de breedte- en lengtegeleiders goed tegen de raden van het
afdrukmateriaal zijn geschoven en dat niet te veel afdrukmateriaal in de lade is geplaatst.
Ga voor meer informatie naar
Afdrukmateriaal laden.
Controleer het papierformaat
• De inhoud van een pagina kan worden afgebroken als het formaat van het document
groter is dan het gebruikte papier.
• Controleer of het geselecteerde materiaalformaat in de printerdriver overeenkomt
met het formaat van het afdrukmateriaal in de lade.
Controleer de marge-instellingen
Als delen van tekst of afbeeldingen aan de randen van de pagina zijn weggevallen,
controleer dan of de marges van het document niet buiten het afdrukgebied van het
apparaat vallen. Raadpleeg
Minimummarges instellen voor meer informatie.
Controleer de instelling van de paginaoriëntatie
Controleer of het geselecteerde papierformaat en de paginaoriëntatie in het
softwareprogramma overeenkomen met de instellingen in de printerdriver. Raadpleeg
De afdrukinstellingen wijzigen voor meer informatie.
Controleer de locatie van het apparaat en de lengte van de USB-kabel
Sterke elektromagnetische velden (bijvoorbeeld gegenereerd door USB-kabels) kunnen
afdrukken soms licht vertekenen. Plaats het apparaat verder weg van de bron van de
Hoofdstuk 5
74 Onderhoud en problemen oplossen
elektromagnetische velden. Het is bovendien raadzaam een USB-kabel met een lengte
van minder dan drie meter te gebruiken om de effecten van deze elektromagnetische
velden te minimaliseren.
Als de bovenstaande oplossingen niet werken, worden de afdrukinstellingen mogelijk niet
goed geïnterpreteerd door de toepassing. Lees de printerinformatie voor bekende
softwareproblemen, raadpleeg de documentatie bij de toepassing of neem contact op
met de softwarefabrikant.
Problemen oplossen bij afdrukken
Gebruik dit gedeelte voor het oplossen van de volgende afdrukproblemen:
•
Enveloppen worden verkeerd afgedrukt
•
Afdrukken zonder rand geeft onverwachte resultaten
•
Het apparaat reageert niet
•
Het apparaat drukt betekenisloze tekens af
•
Er gebeurt niets wanneer ik probeer af te drukken
•
Mijn document is in de verkeerde volgorde afgedrukt
•
De marges worden niet afgedrukt zoals verwacht
•
Tekst of illustraties worden afgebroken aan de randen van de pagina
•
Er wordt een lege pagina afgedrukt
Enveloppen worden verkeerd afgedrukt
Probeer het probleem op te lossen met de volgende oplossingen. De oplossingen staan
in volgorde, met de meest waarschijnlijke oplossing eerst. Als de eerste oplossing het
probleem niet oplost, gaat u verder met de resterende oplossingen tot het probleem is
opgelost.
•
Oplossing 1: laad de stapel enveloppen juist
•
Oplossing 2: controleer de soort enveloppen
•
Oplossing 3: steek de flappen naar binnen om papierstoringen te voorkomen
Oplossing 1: laad de stapel enveloppen juist
Oplossing: Plaats een stapel enveloppen in de invoerlade, met de flappen naar
boven en naar links.
Zorg ervoor dat u al het papier uit de invoerlade verwijdert voor u de enveloppen
plaatst.
Oorzaak: Een stapel enveloppen was niet goed geladen.
Als het probleem hiermee niet verholpen is, probeert u de volgende oplossing.
Oplossing 2: controleer de soort enveloppen
Oplossing: Gebruik geen glanzende of gebosseleerde enveloppen of enveloppen
met vensters of klemmetjes.
Oorzaak: De verkeerde soort enveloppen was geladen.
Problemen oplossen bij afdrukken 75
Als het probleem hiermee niet verholpen is, probeert u de volgende oplossing.
Oplossing 3: steek de flappen naar binnen om papierstoringen te voorkomen
Oplossing: Steek de flappen in de enveloppen. Hiermee voorkomt u
papierstoringen.
Oorzaak: De flappen kunnen in de rollen vast komen te zitten.
Afdrukken zonder rand geeft onverwachte resultaten
Oplossing: Probeer de afbeelding af te drukken vanaf de fotobewerkingssoftware
die bij het apparaat is geleverd.
Oorzaak: Het afdrukken van een afbeelding zonder rand vanuit een
softwaretoepassing die niet van HP is, heeft geleid tot onverwachte resultaten.
Het apparaat reageert niet
Probeer het probleem op te lossen met de volgende oplossingen. De oplossingen staan
in volgorde, met de meest waarschijnlijke oplossing eerst. Als de eerste oplossing het
probleem niet oplost, gaat u verder met de resterende oplossingen tot het probleem is
opgelost.
•
Oplossing 1: schakel het apparaat aan
•
Oplossing 2: Papier in de invoerlade plaatsen
•
Oplossing 3: selecteer de juiste printer
•
Oplossing 4: controleer de status van de printerdriver
•
Oplossing 5: wacht tot het apparaat de huidige bewerking heeft voltooid
•
Oplossing 6: verwijder alle geannuleerde afdruktaken uit de wachtrij
•
Oplossing 7: verhelp de papierstoring
•
Oplossing 8: controleer of de wagen met de printcartridges vrij kan bewegen
•
Oplossing 9: controleer de verbinding van het apparaat met de computer
•
Oplossing 10: start het apparaat opnieuw op
Oplossing 1: schakel het apparaat aan
Oplossing: Bekijk het lampje Voeding op het apparaat. Als dit niet brandt, is het
apparaat uitgeschakeld. Zorg dat het netsnoer stevig is aangesloten op de printer en
in een stopcontact gestoken is. Druk op de knop Voeding om het apparaat in te
schakelen.
Oorzaak: Het apparaat was uitgeschakeld.
Als het probleem hiermee niet verholpen is, probeert u de volgende oplossing.
Hoofdstuk 5
76 Onderhoud en problemen oplossen
Oplossing 2: Papier in de invoerlade plaatsen
Oplossing: Plaats papier in de invoerlade.
Meer informatie vindt u in:
Afdrukmateriaal laden
Oorzaak: Er was geen papier meer in het apparaat.
Als het probleem hiermee niet verholpen is, probeert u de volgende oplossing.
Oplossing 3: selecteer de juiste printer
Oplossing: Controleer of u de juiste printer in uw softwaretoepassing hebt
geselecteerd.
Tip U kunt het apparaat instellen als de standaardprinter om ervoor te zorgen
dat de printer automatisch wordt geselecteerd wanneer u Afdrukken selecteert
in het menu Bestand van de verschillende softwaretoepassingen.
Oorzaak: Het apparaat was niet de geselecteerde printer.
Als het probleem hiermee niet verholpen is, probeert u de volgende oplossing.
Oplossing 4: controleer de status van de printerdriver
Oplossing: De status van de printerdriver is mogelijk gewijzigd in off line of
stoppen met afdrukken.
De status van de printerdriver controleren
â–² Klik in het HP Solution Center op het tabblad Status.
Oorzaak: De status van de printerdriver is gewijzigd.
Als het probleem hiermee niet verholpen is, probeert u de volgende oplossing.
Oplossing 5: wacht tot het apparaat de huidige bewerking heeft voltooid
Oplossing: Als het apparaat bezig is met een andere taak, wordt de afdruktaak pas
uitgevoerd wanneer het apparaat klaar is met de huidige taak.
Sommige documenten worden langzamer afgedrukt dan andere. Als er enkele
minuten na het verzenden van een afdruktaak naar het apparaat nog niets is gebeurd,
kijkt u of er op het bedieningspaneel van het apparaat fouten staan.
Oorzaak: Het apparaat was bezig met een andere taak.
Als het probleem hiermee niet verholpen is, probeert u de volgende oplossing.
Problemen oplossen bij afdrukken 77
Oplossing 6: verwijder alle geannuleerde afdruktaken uit de wachtrij
Oplossing: Een afdruktaak is mogelijk in de wachtrij blijven staan nadat de taak is
geannuleerd. Door de geannuleerde taak loopt de wachtrij vast, waardoor de
volgende afdruktaak niet kan worden afgedrukt.
Open op de computer de printermap en kijk of de geannuleerde taak in de
afdrukwachtrij blijft staan. Probeer de taak uit de wachtrij te verwijderen. Als de
afdruktaak in de wachtrij blijft staan, hebt u nog twee mogelijkheden:
• Maak de USB-kabel los van het apparaat, start de computer opnieuw op en sluit
de USB-kabel weer aan op het apparaat.
• Schakel het apparaat uit, start de computer opnieuw op en schakel het apparaat
weer in.
Oorzaak: Er bevond zich nog een verwijderde afdruktaak in de wachtrij.
Als het probleem hiermee niet verholpen is, probeert u de volgende oplossing.
Oplossing 7: verhelp de papierstoring
Oplossing: Verhelp de papierstoring en verwijder eventueel gescheurd papier dat
in het apparaat is achtergebleven.
Meer informatie vindt u in:
Papierstoringen oplossen
Oorzaak: Het papier in het apparaat is vastgelopen.
Als het probleem hiermee niet verholpen is, probeert u de volgende oplossing.
Oplossing 8: controleer of de wagen met de printcartridges vrij kan bewegen
Oplossing: Koppel het netsnoer los als dit nog niet was losgekoppeld. Controleer
of de wagen met de printcartridges vrij kan bewegen van de ene zijde van de printer
naar de andere. Probeer de wagen niet te forceren indien deze ergens vastzit.
Let op Zorg ervoor dat u de printerwagen niet forceert. Indien de wagen vastzit,
kunt u de printer beschadigen door de wagen te forceren.
Oorzaak: De wagen met printcartridges was vastgelopen.
Als het probleem hiermee niet verholpen is, probeert u de volgende oplossing.
Oplossing 9: controleer de verbinding van het apparaat met de computer
Oplossing: Controleer de verbinding van de printer met de computer. Controleer
of de USB-kabel goed is aangesloten op de USB-poort aan de achterzijde van het
apparaat. Controleer of de andere kant van de USB-kabel is aangesloten op een
USB-poort van uw computer. Als de kabel goed is aangesloten, schakelt u het
apparaat uit en weer in. Als het apparaat op de computer is aangesloten door een
vaste of draadloze verbinding, controleer dan of de respectieve verbindingen actief
zijn en het apparaat is ingeschakeld.
Hoofdstuk 5
78 Onderhoud en problemen oplossen
Controleer de status van het apparaat als de verbindingen veilig zijn en er gedurende
enkele minuten niets is afgedrukt nadat u een afdruktaak hebt verzonden naar het
apparaat. Klik in de HP Solution Center-software op Instellingen en vervolgens op
Status.
Oorzaak: De computer communiceert niet met het apparaat.
Als het probleem hiermee niet verholpen is, probeert u de volgende oplossing.
Oplossing 10: start het apparaat opnieuw op
Oplossing: Schakel het apparaat uit en haal de stekker van het netsnoer uit het
stopcontact. Sluit het netsnoer weer aan en druk op de knop Voeding om het
apparaat in te schakelen.
Oorzaak: Er is een fout opgetreden met het apparaat.
Het apparaat drukt betekenisloze tekens af
Probeer het probleem op te lossen met de volgende oplossingen. De oplossingen staan
in volgorde, met de meest waarschijnlijke oplossing eerst. Als de eerste oplossing het
probleem niet oplost, gaat u verder met de resterende oplossingen tot het probleem is
opgelost.
•
Oplossing 1: start het apparaat opnieuw op
•
Oplossing 2: druk een eerder opgeslagen versie van het document af
Oplossing 1: start het apparaat opnieuw op
Oplossing: Schakel het apparaat en de computer gedurende 60 seconden uit,
schakel beide weer in en probeer opnieuw af te drukken.
Oorzaak: Er was geen geheugen beschikbaar op het apparaat.
Als het probleem hiermee niet verholpen is, probeert u de volgende oplossing.
Oplossing 2: druk een eerder opgeslagen versie van het document af
Oplossing: Probeer een ander document af te drukken vanuit hetzelfde
programma. Als dit een goed resultaat oplevert, probeert u een eerder opgeslagen
versie van het document af te drukken die niet beschadigd is.
Oorzaak: Het document is beschadigd.
Er gebeurt niets wanneer ik probeer af te drukken
Probeer het probleem op te lossen met de volgende oplossingen. De oplossingen staan
in volgorde, met de meest waarschijnlijke oplossing eerst. Als de eerste oplossing het
Problemen oplossen bij afdrukken 79
probleem niet oplost, gaat u verder met de resterende oplossingen tot het probleem is
opgelost.
•
Oplossing 1: schakel het apparaat aan
•
Oplossing 2: Papier in de invoerlade plaatsen
•
Oplossing 3: selecteer de juiste printer
•
Oplossing 4: controleer de status van de printerdriver
•
Oplossing 5: wacht tot het apparaat de huidige bewerking heeft voltooid
•
Oplossing 6: verwijder alle geannuleerde afdruktaken uit de wachtrij
•
Oplossing 7: verhelp de papierstoring
•
Oplossing 8: controleer of de wagen met de printcartridges vrij kan bewegen
•
Oplossing 9: controleer de verbinding van het apparaat met de computer
•
Oplossing 10: start het apparaat opnieuw op
Oplossing 1: schakel het apparaat aan
Oplossing: Bekijk het lampje Voeding op het apparaat. Als dit niet brandt, is het
apparaat uitgeschakeld. Zorg dat het netsnoer stevig is aangesloten op de printer en
in een stopcontact gestoken is. Druk op de knop Voeding om het apparaat in te
schakelen.
Oorzaak: Het apparaat was uitgeschakeld.
Als het probleem hiermee niet verholpen is, probeert u de volgende oplossing.
Oplossing 2: Papier in de invoerlade plaatsen
Oplossing: Plaats papier in de invoerlade.
Meer informatie vindt u in:
Afdrukmateriaal laden
Oorzaak: Er was geen papier meer in het apparaat.
Als het probleem hiermee niet verholpen is, probeert u de volgende oplossing.
Oplossing 3: selecteer de juiste printer
Oplossing: Controleer of u de juiste printer in uw softwaretoepassing hebt
geselecteerd.
Tip U kunt het apparaat instellen als de standaardprinter om ervoor te zorgen
dat de printer automatisch wordt geselecteerd wanneer u Afdrukken selecteert
in het menu Bestand van de verschillende softwaretoepassingen.
Oorzaak: Het apparaat was niet de geselecteerde printer.
Als het probleem hiermee niet verholpen is, probeert u de volgende oplossing.
Hoofdstuk 5
80 Onderhoud en problemen oplossen
Oplossing 4: controleer de status van de printerdriver
Oplossing: De status van de printerdriver is mogelijk gewijzigd in off line of
stoppen met afdrukken.
De status van de printerdriver controleren
â–² Klik in het HP Solution Center op het tabblad Status.
Oorzaak: De status van de printerdriver is gewijzigd.
Als het probleem hiermee niet verholpen is, probeert u de volgende oplossing.
Oplossing 5: wacht tot het apparaat de huidige bewerking heeft voltooid
Oplossing: Als het apparaat bezig is met een andere taak, wordt de afdruktaak pas
uitgevoerd wanneer het apparaat klaar is met de huidige taak.
Sommige documenten worden langzamer afgedrukt dan andere. Als er enkele
minuten na het verzenden van een afdruktaak naar het apparaat nog niets is gebeurd,
kijkt u of er op het bedieningspaneel van het apparaat fouten staan.
Oorzaak: Het apparaat was bezig met een andere taak.
Als het probleem hiermee niet verholpen is, probeert u de volgende oplossing.
Oplossing 6: verwijder alle geannuleerde afdruktaken uit de wachtrij
Oplossing: Een afdruktaak is mogelijk in de wachtrij blijven staan nadat de taak is
geannuleerd. Door de geannuleerde taak loopt de wachtrij vast, waardoor de
volgende afdruktaak niet kan worden afgedrukt.
Open op de computer de printermap en kijk of de geannuleerde taak in de
afdrukwachtrij blijft staan. Probeer de taak uit de wachtrij te verwijderen. Als de
afdruktaak in de wachtrij blijft staan, hebt u nog twee mogelijkheden:
• Maak de USB-kabel los van het apparaat, start de computer opnieuw op en sluit
de USB-kabel weer aan op het apparaat.
• Schakel het apparaat uit, start de computer opnieuw op en schakel het apparaat
weer in.
Oorzaak: Er bevond zich nog een verwijderde afdruktaak in de wachtrij.
Als het probleem hiermee niet verholpen is, probeert u de volgende oplossing.
Oplossing 7: verhelp de papierstoring
Oplossing: Verhelp de papierstoring en verwijder eventueel gescheurd papier dat
in het apparaat is achtergebleven.
Meer informatie vindt u in:
Papierstoringen oplossen
Oorzaak: Het papier in het apparaat is vastgelopen.
Problemen oplossen bij afdrukken 81
Als het probleem hiermee niet verholpen is, probeert u de volgende oplossing.
Oplossing 8: controleer of de wagen met de printcartridges vrij kan bewegen
Oplossing: Koppel het netsnoer los als dit nog niet was losgekoppeld. Controleer
of de wagen met de printcartridges vrij kan bewegen van de ene zijde van de printer
naar de andere. Probeer de wagen niet te forceren indien deze ergens vastzit.
Let op Zorg ervoor dat u de printerwagen niet forceert. Indien de wagen vastzit,
kunt u de printer beschadigen door de wagen te forceren.
Oorzaak: De wagen met printcartridges was vastgelopen.
Als het probleem hiermee niet verholpen is, probeert u de volgende oplossing.
Oplossing 9: controleer de verbinding van het apparaat met de computer
Oplossing: Controleer de verbinding van de printer met de computer. Controleer
of de USB-kabel goed is aangesloten op de USB-poort aan de achterzijde van het
apparaat. Controleer of de andere kant van de USB-kabel is aangesloten op een
USB-poort van uw computer. Als de kabel goed is aangesloten, schakelt u het
apparaat uit en weer in. Als het apparaat op de computer is aangesloten door een
vaste of draadloze verbinding, controleer dan of de respectieve verbindingen actief
zijn en het apparaat is ingeschakeld.
Controleer de status van het apparaat als de verbindingen veilig zijn en er gedurende
enkele minuten niets is afgedrukt nadat u een afdruktaak hebt verzonden naar het
apparaat. Klik in de HP Solution Center-software op Instellingen en vervolgens op
Status.
Oorzaak: De computer communiceert niet met het apparaat.
Als het probleem hiermee niet verholpen is, probeert u de volgende oplossing.
Oplossing 10: start het apparaat opnieuw op
Oplossing: Schakel het apparaat uit en haal de stekker van het netsnoer uit het
stopcontact. Sluit het netsnoer weer aan en druk op de knop Voeding om het
apparaat in te schakelen.
Oorzaak: Er is een fout opgetreden met het apparaat.
Mijn document is in de verkeerde volgorde afgedrukt
Oplossing: Druk het document in omgekeerde volgorde af. Als het document is
afgedrukt, liggen de pagina's in de juiste volgorde.
Oorzaak: De afdrukinstellingen waren ingesteld om de eerste pagina van het
document eerst af te drukken. Vanwege de manier waarop het papier wordt ingevoerd
Hoofdstuk 5
82 Onderhoud en problemen oplossen
in het apparaat, ligt de eerste pagina met de bedrukte kant naar boven onder op de
stapel.
De marges worden niet afgedrukt zoals verwacht
Probeer het probleem op te lossen met de volgende oplossingen. De oplossingen staan
in volgorde, met de meest waarschijnlijke oplossing eerst. Als de eerste oplossing het
probleem niet oplost, gaat u verder met de resterende oplossingen tot het probleem is
opgelost.
•
Oplossing 1: controleer de marges
•
Oplossing 2: controleer de instelling van het papierformaat
•
Oplossing 3: plaats de stapel papier juist
Oplossing 1: controleer de marges
Oplossing: Controleer de printermarges.
Zorg dat de marges van het document binnen het afdrukgebied van het apparaat
vallen.
Marge-instellingen controleren
1. Bekijk de afdruktaak voordat u ze naar het apparaat stuurt.
In de meeste softwaretoepassingen klikt u op Bestand en vervolgens op
Afdrukvoorbeeld.
2. Controleer de marges.
Het apparaat gebruikt de marges die u in de softwaretoepassing hebt ingesteld,
zolang ze groter zijn dan de minimummarges die het apparaat ondersteunt.
Raadpleeg de documentatie die bij de software werd geleverd, voor meer
informatie over het instellen van marges in uw softwaretoepassing.
3. Annuleer de afdruktaak als de marges niet goed zijn en pas vervolgens de marges
aan in de softwaretoepassing.
Oorzaak: De marges in het programma werden niet goed ingesteld.
Als het probleem hiermee niet verholpen is, probeert u de volgende oplossing.
Oplossing 2: controleer de instelling van het papierformaat
Oplossing: Controleer of u de juiste instelling voor het papierformaat voor het
project hebt geselecteerd. Zorg dat papier van het juiste formaat in de invoerlade is
geladen.
Oorzaak: De instelling voor het papierformaat was mogelijk niet goed ingesteld
voor het project dat u afdrukt.
Als het probleem hiermee niet verholpen is, probeert u de volgende oplossing.
Problemen oplossen bij afdrukken 83
Oplossing 3: plaats de stapel papier juist
Oplossing: Verwijder de papierstapel uit de invoerlade, plaats het papier terug en
schuif de papierbreedtegeleider naar binnen tot hij stopt aan de rand van het papier.
Meer informatie vindt u in:
Afdrukmateriaal laden
Oorzaak: De papiergeleiders waren niet correct ingesteld.
Tekst of illustraties worden afgebroken aan de randen van de pagina
Probeer het probleem op te lossen met de volgende oplossingen. De oplossingen staan
in volgorde, met de meest waarschijnlijke oplossing eerst. Als de eerste oplossing het
probleem niet oplost, gaat u verder met de resterende oplossingen tot het probleem is
opgelost.
•
Oplossing 1: controleer de marge-instellingen
•
Oplossing 2: controleer de lay-out van het document
•
Oplossing 3: plaats de stapel papier juist
•
Oplossing 4: probeer met randen af te drukken
Oplossing 1: controleer de marge-instellingen
Oplossing: Controleer de printermarges.
Zorg dat de marges van het document binnen het afdrukgebied van het apparaat
vallen.
Marge-instellingen controleren
1. Bekijk de afdruktaak voordat u ze naar het apparaat stuurt.
In de meeste softwaretoepassingen klikt u op Bestand en vervolgens op
Afdrukvoorbeeld.
2. Controleer de marges.
Het apparaat gebruikt de marges die u in de softwaretoepassing hebt ingesteld,
zolang ze groter zijn dan de minimummarges die het apparaat ondersteunt.
Raadpleeg de documentatie die bij de software werd geleverd, voor meer
informatie over het instellen van marges in uw softwaretoepassing.
3. Annuleer de afdruktaak als de marges niet goed zijn en pas vervolgens de marges
aan in de softwaretoepassing.
Oorzaak: De marges in het programma werden niet goed ingesteld.
Als het probleem hiermee niet verholpen is, probeert u de volgende oplossing.
Hoofdstuk 5
84 Onderhoud en problemen oplossen
Oplossing 2: controleer de lay-out van het document
Oplossing: Controleer of de lay-out van het document dat u wilt afdrukken past op
een papierformaat dat door het apparaat wordt ondersteund.
De afdruklay-out vooraf bekijken
1. Laad het juiste papierformaat in de invoerlade.
2. Bekijk de afdruktaak voordat u ze naar het apparaat stuurt.
In de meeste softwaretoepassingen klikt u op Bestand en vervolgens op
Afdrukvoorbeeld.
3. Controleer de illustraties in het document om ervoor te zorgen dat de huidige
afmetingen binnen het afdrukgebied van het apparaat vallen.
4. Annuleer de afdruktaak als de afbeeldingen niet in het afdrukgebied van de
pagina passen.
Tip In sommige softwaretoepassingen kunt u het document schalen, zodat het
op het geselecteerde papierformaat past. U kunt het formaat van een document
ook schalen vanuit het dialoogvenster Afdrukeigenschappen.
Oorzaak: De afmetingen van het document dat werd afgedrukt, waren groter dan
het papierformaat in de invoerlade.
Als het probleem hiermee niet verholpen is, probeert u de volgende oplossing.
Oplossing 3: plaats de stapel papier juist
Oplossing: Als het papier niet goed wordt geladen, kunnen delen van het
document worden afgesneden.
Haal de papierstapel uit de invoerlade en leg het papier weer terug.
Meer informatie vindt u in:
Afdrukmateriaal laden
Oorzaak: Het papier was niet goed geladen.
Als het probleem hiermee niet verholpen is, probeert u de volgende oplossing.
Oplossing 4: probeer met randen af te drukken
Oplossing: Probeer met randen af te drukken door de optie zonder rand uit te
schakelen.
Meer informatie vindt u in:
Afdrukken zonder randen
Oorzaak: Het afdrukken zonder rand was ingeschakeld. Door de optie Zonder
rand te selecteren, werd uw afgedrukte foto vergroot en gecentreerd om op het
afdrukbare gedeelte van de pagina te passen. Afhankelijk van de relatieve formaten
van de digitale foto en van het papier waarop u afdrukt, dan dit ertoe leiden dat
sommige gedeeltes van de afbeelding worden bijgesneden.
Problemen oplossen bij afdrukken 85
Er wordt een lege pagina afgedrukt
Probeer het probleem op te lossen met de volgende oplossingen. De oplossingen staan
in volgorde, met de meest waarschijnlijke oplossing eerst. Als de eerste oplossing het
probleem niet oplost, gaat u verder met de resterende oplossingen tot het probleem is
opgelost.
•
Oplossing 1: verwijder extra pagina's of regels aan het einde van het document
•
Oplossing 2: Papier in de invoerlade plaatsen
•
Oplossing 3: De inktniveaus controleren
•
Oplossing 4: reinig de printkop
•
Oplossing 5: Papier in de invoerlade plaatsen
Oplossing 1: verwijder extra pagina's of regels aan het einde van het document
Oplossing: Open het documentbestand in het programma en verwijder extra
pagina's of regels aan het eind van het document.
Oorzaak: Het document dat u afdrukte, bevatte een extra lege pagina.
Als het probleem hiermee niet verholpen is, probeert u de volgende oplossing.
Oplossing 2: Papier in de invoerlade plaatsen
Oplossing: Als er nog maar een paar vellen in het apparaat over zijn, laadt u meer
papier in de invoerlade. Als er voldoende papier in de invoerlade ligt, verwijdert u de
papierstapel, maakt u de stapel recht door deze tegen een vlakke ondergrond te
tikken en plaatst u het papier weer terug in de invoerlade.
Meer informatie vindt u in:
Afdrukmateriaal laden
Oorzaak: Het apparaat heeft twee vellen papier opgenomen.
Oplossing 3: De inktniveaus controleren
Oplossing: Misschien is de printcartridge bijna leeg.
Oorzaak: De inktniveaus zijn te laag.
Oplossing 4: reinig de printkop
Oplossing: Voer de reinigingsprocedure voor de printkop volledig uit. Raadpleeg
reinig de printkop voor meer informatie. De printkop moet mogelijk worden gereinigd
als de printer onjuist werd uitgeschakeld.
Opmerking Schakel de HP-printer uit door op de knop Voeding op het apparaat
te drukken. Wacht tot het lampje Voeding uitgaat voor u de stekker loskoppelt of
een wandschakelaar omzet. Als de HP-printer verkeerd is uitgeschakeld, wordt
de wagen met printcartridges mogelijk niet op juiste positie teruggezet en dit kan
problemen met de printcartridges en de afdrukkwaliteit veroorzaken.
Hoofdstuk 5
86 Onderhoud en problemen oplossen
Oorzaak: De printkop was verstopt.
Oplossing 5: Papier in de invoerlade plaatsen
Oplossing: Als er nog maar een paar vellen in het apparaat over zijn, laadt u meer
papier in de invoerlade. Als er voldoende papier in de invoerlade ligt, verwijdert u de
papierstapel, maakt u de stapel recht door deze tegen een vlakke ondergrond te
tikken en plaatst u het papier weer terug in de invoerlade.
Meer informatie vindt u in:
Afdrukmateriaal laden
Oorzaak: Het apparaat heeft twee vellen papier opgenomen.
Problemen met de afdrukkwaliteit oplossen
Gebruik dit deel voor het oplossen van de volgende problemen met de afdrukkwaliteit:
•
Foute, onnauwkeurige of uitlopende kleuren
•
Tekst of illustraties worden niet volledig met inkt gevuld
•
De afdruk heeft een horizontale, vervormde strook aan de onderkant van de afdruk
zonder rand
•
Afdrukken bevatten horizontale strepen of lijnen
•
Afdrukken zijn onduidelijk of vertonen doffe kleuren
•
Afdrukken lijken wazig of vaag
•
Afdrukken bevatten verticale strepen
•
Afdrukken zijn scheef of schuin
•
Inktstrepen op de achterkant van het blad
•
Papier wordt niet uit de invoerlade opgenomen
•
Slechte zwarte tekst
•
Het apparaat drukt langzaam af
•
Geavanceerd onderhoud aan de printkop
Foute, onnauwkeurige of uitlopende kleuren
Als uw afdruk een van de volgende problemen met de afdrukkwaliteit vertoont, probeert
u de oplossingen in de hulp.
• De kleuren zien er verkeerd uit
Zo kan groen bijvoorbeeld zijn vervangen door blauw.
• De kleuren lopen in elkaar over of zien eruit alsof ze op de pagina werden
uitgesmeerd. De vellen papier kunnen golvende randen hebben in plaats van scherpe
en afgelijnde randen.
Probeer onderstaande oplossingen als de kleuren verkeerd of niet accuraat lijken of in
elkaar overlopen.
•
Oplossing 1: controleer of u originele HP-printcartridges gebruikt
•
Oplossing 2: controleer het papier in de invoerlade
Problemen met de afdrukkwaliteit oplossen 87
• Oplossing 3: controleer de papiersoort
•
Oplossing 4: De inktniveaus controleren
•
Oplossing 5: Controleer de afdrukinstellingen
•
Oplossing 6: Printkop uitlijnen
•
Oplossing 7: reinig de printkop
•
Oplossing 8: neem contact op met HP-ondersteuning
Oplossing 1: controleer of u originele HP-printcartridges gebruikt
Oplossing: Controleer of uw printcartridges originele HP-printcartridges zijn.
HP raadt aan printcartridges van HP te gebruiken. Printcartridges van HP zijn
ontworpen voor en getest op HP-printers, zodat u altijd bent verzekerd van
fantastische resultaten.
Opmerking HP kan de kwaliteit of betrouwbaarheid van materiaal dat niet van
HP is, niet garanderen. Onderhoud of herstellingen aan het apparaat die nodig
zijn door het gebruik van dergelijk materiaal, worden niet gedekt door de garantie.
Als u meent dat u originele HP-printcartridge hebt aangeschaft, gaat u naar:
www.hp.com/go/anticounterfeit
Oorzaak: Er werden printcartridges gebruikt die niet van HP zijn.
Als het probleem hiermee niet verholpen is, probeert u de volgende oplossing.
Oplossing 2: controleer het papier in de invoerlade
Oplossing: Zorg ervoor dat het papier correct is geladen en dat het niet gekreukt
of te dik is.
• Plaats het papier met de te bedrukken zijde naar beneden. Als u bijvoorbeeld
glanzend fotopapier plaatst, plaatst u het papier met de glanzende zijde naar
beneden.
• Zorg ervoor dat het papier vlak in de invoerlade ligt en niet is gekreukt. Als het
papier tijdens het afdrukken te dicht bij de printkop komt, kunnen er vegen
ontstaan. Dit is mogelijk bij papier met reliëf, gekreukt papier of erg dik papier
(zoals een envelop voor mailingen).
Meer informatie vindt u in:
Afdrukmateriaal laden
Oorzaak: Het papier was verkeerd geplaatst, of het was gekreukt of te dik.
Als het probleem hiermee niet verholpen is, probeert u de volgende oplossing.
Oplossing 3: controleer de papiersoort
Oplossing: HP raadt u aan HP-papier te gebruiken of een andere papiersoort die
geschikt is voor het apparaat.
Zorg er altijd voor dat het papier waarop u afdrukt plat ligt. Gebruik HP Geavanceerd
Fotopapier voor afdrukken met het beste resultaat.
Hoofdstuk 5
88 Onderhoud en problemen oplossen
Bewaar speciale afdrukmaterialen in de oorspronkelijke verpakking in een
hersluitbare plastic zak op een vlakke ondergrond op een koele, droge plaats. Als u
gaat afdrukken, haalt u alleen het papier eruit dat u onmiddellijk wilt gebruiken. Als u
klaar bent met afdrukken, doet u het niet gebruikte fotopapier terug in de plastic zak.
Hierdoor zal het fotopapier niet krullen.
Opmerking Bij dit probleem is er geen probleem met uw inktbenodigdheden.
Het is dus niet nodig om de printcartridges of de printkop te vervangen.
Meer informatie vindt u in:
Afdrukmedia selecteren
Oorzaak: Er werd verkeerd papier geplaatst in de invoerlade.
Als het probleem hiermee niet verholpen is, probeert u de volgende oplossing.
Oplossing 4: De inktniveaus controleren
Oplossing: Het inktniveau van de printcartridges controleren.
Opmerking Waarschuwingen en indicatorlampjes voor het inktniveau bieden
uitsluitend schattingen om te kunnen plannen. Wanneer u waarschuwingen over
lage inktniveaus krijgt, overweeg dan om een vervangende cartridge klaar te
houden om eventuele afdrukvertragingen te vermijden. U hoeft de printcartridges
niet te vervangen voor de afdrukkwaliteit onaanvaardbaar wordt.
Meer informatie vindt u in:
De geschatte inktniveaus bekijken
Oorzaak: Mogelijk zit er onvoldoende inkt in de printcartridges.
Als het probleem hiermee niet verholpen is, probeert u de volgende oplossing.
Oplossing 5: Controleer de afdrukinstellingen
Oplossing: Controleer de afdrukinstellingen.
• Controleer de afdrukinstellingen om te zien of de kleurinstellingen juist zijn.
U kunt bijvoorbeeld controleren of het document is ingesteld om in grijswaarden
te worden afgedrukt. Of controleer of geavanceerde kleurinstellingen zoals
verzadiging, helderheid of kleurschakering zijn ingesteld om het uitzicht van
kleuren te wijzigen.
• Controleer de instelling Afdrukkwaliteit zodat deze overeenkomt met de
papiersoort in het apparaat.
Mogelijk moet u een lagere instelling kiezen voor de afdrukkwaliteit, als de kleuren
in elkaar overlopen. Of kies een hogere instelling als u een kwaliteitsfoto afdrukt,
en zorg ervoor dat fotopapier zoals HP Geavanceerd Fotopapier in de invoerlade
is geplaatst.
Problemen met de afdrukkwaliteit oplossen 89
Opmerking Op bepaalde computerschermen kunnen kleuren anders worden
weergegeven dan wanneer ze worden afgedrukt op papier. In dat geval is er niets
mis met het apparaat, de afdrukinstellingen of de printcartridges. U hoeft verder
geen probleem op te lossen.
Meer informatie vindt u in:
Afdrukmedia selecteren
Oorzaak: De afdrukinstellingen waren niet goed.
Als het probleem hiermee niet verholpen is, probeert u de volgende oplossing.
Oplossing 6: Printkop uitlijnen
Oplossing: Lijn de printkop uit.
Het uitlijnen van de printer kan een uitstekende afdrukkwaliteit helpen verzekeren.
Meer informatie vindt u in:
Printkop uitlijnen
Oorzaak: De printer moest mogelijk worden uitgelijnd.
Als het probleem hiermee niet verholpen is, probeert u de volgende oplossing.
Oplossing 7: reinig de printkop
Oplossing: Controleer de volgende mogelijke problemen en reinig vervolgens de
printkop.
• Controleer het oranje lipje op de printcartridges. Zorg ervoor dat deze volledig is
verwijderd.
• Ga na of alle printcartridges goed zijn geplaatst.
• Zorg ervoor dat u het apparaat goed uitschakelt, door de knop Power te
gebruiken. Zo beschermt het apparaat de printkop goed.
Nadat u de printkop hebt gereinigd, drukt u een afdrukkwaliteitsrapport af. Beoordeel
het afdrukkwaliteitsrapport om te zien of er nog steeds een probleem is met de
afdrukkwaliteit.
Meer informatie vindt u in:
•
reinig de printkop
•
Druk een afdrukkwaliteitsrapport af en kijk na of deze goed is
Oorzaak: De printkop moest worden gereinigd.
Als het probleem hiermee niet verholpen is, probeert u de volgende oplossing.
Oplossing 8: neem contact op met HP-ondersteuning
Oplossing: Neem contact op met HP-ondersteuning voor onderhoud.
Bezoek:
www.hp.com/support.
Hoofdstuk 5
90 Onderhoud en problemen oplossen
Kies wanneer hierom wordt gevraagd uw land/regio en klik vervolgens op Neem
contact op met HP als u contact wilt opnemen met de technische ondersteuning.
Oorzaak: Er is een probleem opgetreden met de printkop.
Tekst of illustraties worden niet volledig met inkt gevuld
Probeer de volgende oplossingen als de inkt de tekst of de afbeelding niet volledig vult
zodat het lijkt of er stukken ontbreken of zijn opengelaten.
•
Oplossing 1: controleer of u originele HP-printcartridges gebruikt
•
Oplossing 2: De inktniveaus controleren
•
Oplossing 3: Controleer de afdrukinstellingen
•
Oplossing 4: controleer de papiersoort
•
Oplossing 5: reinig de printkop
•
Oplossing 6: neem contact op met HP-ondersteuning
Oplossing 1: controleer of u originele HP-printcartridges gebruikt
Oplossing: Controleer of uw printcartridges originele HP-printcartridges zijn.
HP raadt aan printcartridges van HP te gebruiken. Printcartridges van HP zijn
ontworpen voor en getest op HP-printers, zodat u altijd bent verzekerd van
fantastische resultaten.
Opmerking HP kan de kwaliteit of betrouwbaarheid van materiaal dat niet van
HP is, niet garanderen. Onderhoud of herstellingen aan het apparaat die nodig
zijn door het gebruik van dergelijk materiaal, worden niet gedekt door de garantie.
Als u meent dat u originele HP-printcartridge hebt aangeschaft, gaat u naar:
www.hp.com/go/anticounterfeit
Oorzaak: Er werden printcartridges gebruikt die niet van HP zijn.
Als het probleem hiermee niet verholpen is, probeert u de volgende oplossing.
Oplossing 2: De inktniveaus controleren
Oplossing: Het inktniveau van de printcartridges controleren.
Opmerking Waarschuwingen en indicatorlampjes voor het inktniveau bieden
uitsluitend schattingen om te kunnen plannen. Wanneer u waarschuwingen over
lage inktniveaus krijgt, overweeg dan om een vervangende cartridge klaar te
houden om eventuele afdrukvertragingen te vermijden. U hoeft de printcartridges
niet te vervangen voor de afdrukkwaliteit onaanvaardbaar wordt.
Meer informatie vindt u in:
De geschatte inktniveaus bekijken
Oorzaak: Mogelijk zit er onvoldoende inkt in de printcartridges.
Als het probleem hiermee niet verholpen is, probeert u de volgende oplossing.
Problemen met de afdrukkwaliteit oplossen 91
Oplossing 3: Controleer de afdrukinstellingen
Oplossing: Controleer de afdrukinstellingen.
• Controleer de instelling Papiersoort zodat deze overeenkomt met de papiersoort
in de invoerlade.
• Controleer de instelling voor de afdrukkwaliteit en zorg ervoor dat deze niet te
laag is ingesteld.
Druk de afbeelding af met een instelling voor hoge afdrukkwaliteit, zoals Beste
of Maximum aantal dpi.
Oorzaak: De papiersoort of de instellingen voor de afdrukkwaliteit waren onjuist
ingesteld.
Als het probleem hiermee niet verholpen is, probeert u de volgende oplossing.
Oplossing 4: controleer de papiersoort
Oplossing: HP raadt u aan HP-papier te gebruiken of een andere papiersoort die
geschikt is voor het apparaat.
Zorg er altijd voor dat het papier waarop u afdrukt plat ligt. Gebruik HP Geavanceerd
Fotopapier voor afdrukken met het beste resultaat.
Bewaar speciale afdrukmaterialen in de oorspronkelijke verpakking in een
hersluitbare plastic zak op een vlakke ondergrond op een koele, droge plaats. Als u
gaat afdrukken, haalt u alleen het papier eruit dat u onmiddellijk wilt gebruiken. Als u
klaar bent met afdrukken, doet u het niet gebruikte fotopapier terug in de plastic zak.
Hierdoor zal het fotopapier niet krullen.
Opmerking Bij dit probleem is er geen probleem met uw inktbenodigdheden.
Het is dus niet nodig om de printcartridges of de printkop te vervangen.
Meer informatie vindt u in:
Afdrukmedia selecteren
Oorzaak: Er werd verkeerd papier geplaatst in de invoerlade.
Als het probleem hiermee niet verholpen is, probeert u de volgende oplossing.
Oplossing 5: reinig de printkop
Oplossing: Als de vorige oplossingen het probleem niet hebben opgelost, probeer
dan de printkop te reinigen.
Nadat u de printkop hebt gereinigd, drukt u een afdrukkwaliteitsrapport af. Beoordeel
het afdrukkwaliteitsrapport om te zien of er nog steeds een probleem is met de
afdrukkwaliteit.
Meer informatie vindt u in:
•
reinig de printkop
•
Druk een afdrukkwaliteitsrapport af en kijk na of deze goed is
Oorzaak: De printkop moest worden gereinigd.
Hoofdstuk 5
92 Onderhoud en problemen oplossen
Als het probleem hiermee niet verholpen is, probeert u de volgende oplossing.
Oplossing 6: neem contact op met HP-ondersteuning
Oplossing: Neem contact op met HP-ondersteuning voor onderhoud.
Bezoek:
www.hp.com/support.
Kies wanneer hierom wordt gevraagd uw land/regio en klik vervolgens op Neem
contact op met HP als u contact wilt opnemen met de technische ondersteuning.
Oorzaak: Er is een probleem opgetreden met de printkop.
De afdruk heeft een horizontale, vervormde strook aan de onderkant van de afdruk
zonder rand
Probeer de volgende oplossingen als uw afdruk zonder rand een wazige strook of lijn
heeft aan de onderkant.
Opmerking Bij dit probleem is er geen probleem met uw inktbenodigdheden. Het is
dus niet nodig om de printcartridges of de printkop te vervangen.
• Oplossing 1: controleer de papiersoort
•
Oplossing 2: stel de instelling voor de afdrukkwaliteit hoger in
•
Oplossing 3: draai de afbeelding
Oplossing 1: controleer de papiersoort
Oplossing: HP raadt u aan HP-papier te gebruiken of een andere papiersoort die
geschikt is voor het apparaat.
Zorg er altijd voor dat het papier waarop u afdrukt plat ligt. Gebruik HP Geavanceerd
Fotopapier voor afdrukken met het beste resultaat.
Bewaar afdrukmaterialen voor foto's in de oorspronkelijke verpakking in een
hersluitbare plastic zak op een vlakke ondergrond op een koele, droge plaats. Als u
gaat afdrukken, haalt u alleen het papier eruit dat u onmiddellijk wilt gebruiken. Als u
klaar bent met afdrukken, doet u het niet gebruikte fotopapier terug in de plastic zak.
Hierdoor zal het fotopapier niet krullen.
Meer informatie vindt u in:
Afdrukmedia selecteren
Oorzaak: Er werd verkeerd papier geplaatst in de invoerlade.
Als het probleem hiermee niet verholpen is, probeert u de volgende oplossing.
Oplossing 2: stel de instelling voor de afdrukkwaliteit hoger in
Oplossing: Controleer de instelling voor de afdrukkwaliteit en zorg ervoor dat deze
niet te laag is ingesteld.
Druk de afbeelding af met een instelling voor hoge afdrukkwaliteit, zoals Beste of
Maximum aantal dpi.
Problemen met de afdrukkwaliteit oplossen 93
Oorzaak: De instelling voor de afdrukkwaliteit was te laag ingesteld.
Als het probleem hiermee niet verholpen is, probeert u de volgende oplossing.
Oplossing 3: draai de afbeelding
Oplossing: Als het probleem hiermee niet wordt verholpen, draait u de afbeelding
180 graden met de software die u bij het apparaat hebt geïnstalleerd of met een
andere softwaretoepassing, zodat de lichtblauwe, grijze of bruine kleurtonen in de
afbeelding niet onderaan op de pagina worden afgedrukt.
Oorzaak: De storing is duidelijker in gebieden van uniforme lichtkleuren, dus het
kan helpen om de afbeelding te draaien.
Afdrukken bevatten horizontale strepen of lijnen
Probeer de volgende oplossingen als uw afdruk lijnen, strepen of vlekken bevat over de
breedte van de pagina.
•
Oplossing 1: controleer of het papier op de juiste manier is geplaatst
•
Oplossing 2: controleer de afdrukinstellingen
•
Oplossing 3: De inktniveaus controleren
•
Oplossing 4: Printkop uitlijnen
•
Oplossing 5: reinig de printkop
•
Oplossing 6: neem contact op met HP-ondersteuning
Oplossing 1: controleer of het papier op de juiste manier is geplaatst
Oplossing: Zorg ervoor dat het papier op de juiste manier in de invoerlade is
geplaatst.
Meer informatie vindt u in:
Afdrukmateriaal laden
Oorzaak: Het papier was niet op de juiste wijze geladen.
Als het probleem hiermee niet verholpen is, probeert u de volgende oplossing.
Oplossing 2: controleer de afdrukinstellingen
Oplossing: Controleer de instelling voor de afdrukkwaliteit en zorg ervoor dat deze
niet te laag is ingesteld.
Druk de afbeelding af met een instelling voor hoge afdrukkwaliteit, zoals Beste of
Maximum aantal dpi.
Controleer de materiaalinstellingen. Controleer of het geselecteerde afdrukmateriaal
overeenkomt met het materiaal dat in het apparaat is geplaatst.
Oorzaak: De instelling van de afdrukkwaliteit op het apparaat is te laag ingesteld.
Als het probleem hiermee niet verholpen is, probeert u de volgende oplossing.
Hoofdstuk 5
94 Onderhoud en problemen oplossen
Oplossing 3: De inktniveaus controleren
Oplossing: Het inktniveau van de printcartridges controleren.
Opmerking Waarschuwingen en indicatorlampjes voor het inktniveau bieden
uitsluitend schattingen om te kunnen plannen. Wanneer u een waarschuwing voor
een laag inktniveau krijgt, overweeg dan om een vervangende cartridge klaar te
houden om eventuele afdrukvertragingen te vermijden. U hoeft de printcartridges
niet te vervangen voor de afdrukkwaliteit onaanvaardbaar wordt.
Meer informatie vindt u in:
De geschatte inktniveaus bekijken
Oorzaak: Mogelijk zit er onvoldoende inkt in de printcartridges.
Als het probleem hiermee niet verholpen is, probeert u de volgende oplossing.
Oplossing 4: Printkop uitlijnen
Oplossing: Lijn de printkop uit.
Het uitlijnen van de printer kan een uitstekende afdrukkwaliteit helpen verzekeren.
Meer informatie vindt u in:
Printkop uitlijnen
Oorzaak: De printer moest mogelijk worden uitgelijnd.
Als het probleem hiermee niet verholpen is, probeert u de volgende oplossing.
Oplossing 5: reinig de printkop
Oplossing: Controleer de volgende mogelijke problemen en reinig vervolgens de
printkop.
Nadat u de printkop hebt gereinigd, drukt u een afdrukkwaliteitsrapport af. Beoordeel
het afdrukkwaliteitsrapport om te zien of er nog steeds een probleem is met de
afdrukkwaliteit.
Meer informatie vindt u in:
•
reinig de printkop
•
Druk een afdrukkwaliteitsrapport af en kijk na of deze goed is
Oorzaak: De printkop moest worden gereinigd.
Als het probleem hiermee niet verholpen is, probeert u de volgende oplossing.
Oplossing 6: neem contact op met HP-ondersteuning
Oplossing: Neem contact op met HP-ondersteuning voor onderhoud.
Bezoek:
www.hp.com/support.
Kies wanneer hierom wordt gevraagd uw land/regio en klik vervolgens op Neem
contact op met HP als u contact wilt opnemen met de technische ondersteuning.
Problemen met de afdrukkwaliteit oplossen 95
Oorzaak: Er is een probleem opgetreden met de printkop.
Afdrukken zijn onduidelijk of vertonen doffe kleuren
Probeer de volgende oplossingen als de kleuren op uw afdruk niet zo helder en intens
zijn als verwacht.
•
Oplossing 1: Controleer de afdrukinstellingen
•
Oplossing 2: controleer de papiersoort
•
Oplossing 3: De inktniveaus controleren
•
Oplossing 4: reinig de printkop
•
Oplossing 5: neem contact op met HP-ondersteuning
Oplossing 1: Controleer de afdrukinstellingen
Oplossing: Controleer de afdrukinstellingen.
• Controleer de instelling Papiersoort zodat deze overeenkomt met de papiersoort
in de invoerlade.
• Controleer de instelling voor de afdrukkwaliteit en zorg ervoor dat deze niet te
laag is ingesteld.
Druk de afbeelding af met een instelling voor hoge afdrukkwaliteit, zoals Beste
of Maximum aantal dpi.
Oorzaak: De papiersoort of de instellingen voor de afdrukkwaliteit waren onjuist
ingesteld.
Als het probleem hiermee niet verholpen is, probeert u de volgende oplossing.
Oplossing 2: controleer de papiersoort
Oplossing: HP raadt u aan HP-papier te gebruiken of een andere papiersoort die
geschikt is voor het apparaat.
Zorg er altijd voor dat het papier waarop u afdrukt plat ligt. Gebruik HP Geavanceerd
Fotopapier voor afdrukken met het beste resultaat.
Bewaar speciale afdrukmaterialen in de oorspronkelijke verpakking in een
hersluitbare plastic zak op een vlakke ondergrond op een koele, droge plaats. Als u
gaat afdrukken, haalt u alleen het papier eruit dat u onmiddellijk wilt gebruiken. Als u
klaar bent met afdrukken, doet u het niet gebruikte fotopapier terug in de plastic zak.
Hierdoor zal het fotopapier niet krullen.
Opmerking Bij dit probleem is er geen probleem met uw inktbenodigdheden.
Het is dus niet nodig om de printcartridges of de printkop te vervangen.
Meer informatie vindt u in:
Afdrukmedia selecteren
Oorzaak: Er werd verkeerd papier geplaatst in de invoerlade.
Als het probleem hiermee niet verholpen is, probeert u de volgende oplossing.
Hoofdstuk 5
96 Onderhoud en problemen oplossen
Oplossing 3: De inktniveaus controleren
Oplossing: Het inktniveau van de printcartridges controleren.
Opmerking Waarschuwingen en indicatorlampjes voor het inktniveau bieden
uitsluitend schattingen om te kunnen plannen. Wanneer u een waarschuwing voor
een laag inktniveau krijgt, overweeg dan om een vervangende cartridge klaar te
houden om eventuele afdrukvertragingen te vermijden. U hoeft de printcartridges
niet te vervangen voor de afdrukkwaliteit onaanvaardbaar wordt.
Meer informatie vindt u in:
De geschatte inktniveaus bekijken
Oorzaak: Mogelijk zit er onvoldoende inkt in de printcartridges.
Als het probleem hiermee niet verholpen is, probeert u de volgende oplossing.
Oplossing 4: reinig de printkop
Oplossing: Als de vorige oplossingen het probleem niet hebben opgelost, probeer
dan de printkop te reinigen.
Nadat u de printkop hebt gereinigd, drukt u een afdrukkwaliteitsrapport af. Beoordeel
het afdrukkwaliteitsrapport om te zien of er nog steeds een probleem is met de
afdrukkwaliteit.
Meer informatie vindt u in:
•
reinig de printkop
•
Druk een afdrukkwaliteitsrapport af en kijk na of deze goed is
Oorzaak: De printkop moest worden gereinigd.
Als het probleem hiermee niet verholpen is, probeert u de volgende oplossing.
Oplossing 5: neem contact op met HP-ondersteuning
Oplossing: Neem contact op met HP-ondersteuning voor onderhoud.
Bezoek:
www.hp.com/support.
Kies wanneer hierom wordt gevraagd uw land/regio en klik vervolgens op Neem
contact op met HP als u contact wilt opnemen met de technische ondersteuning.
Oorzaak: Er is een probleem opgetreden met de printkop.
Afdrukken lijken wazig of vaag
Probeer de volgende oplossingen als uw afdruk niet scherp of onduidelijk is.
Opmerking Bij dit probleem is er geen probleem met uw inktbenodigdheden. Het is
dus niet nodig om de printcartridges of de printkop te vervangen.
Problemen met de afdrukkwaliteit oplossen 97
Tip Nadat u de oplossingen in dit deel hebt bekeken, kunt u naar de website van HP
gaan om te zien of daar extra hulp is om het probleem op te lossen. Raadpleeg voor
meer informatie:
www.hp.com/support.
• Oplossing 1: Controleer de afdrukinstellingen
•
Oplossing 2: gebruik een afbeelding van hogere kwaliteit
•
Oplossing 3: druk de afbeelding in een kleiner formaat af
•
Oplossing 4: Printkop uitlijnen
Oplossing 1: Controleer de afdrukinstellingen
Oplossing: Controleer de afdrukinstellingen.
• Controleer de instelling Papiersoort zodat deze overeenkomt met de papiersoort
in de invoerlade.
• Controleer de instelling voor de afdrukkwaliteit en zorg ervoor dat deze niet te
laag is ingesteld.
Druk de afbeelding af met een instelling voor hoge afdrukkwaliteit, zoals Beste
of Maximum aantal dpi.
Oorzaak: De papiersoort of de instellingen voor de afdrukkwaliteit waren onjuist
ingesteld.
Als het probleem hiermee niet verholpen is, probeert u de volgende oplossing.
Oplossing 2: gebruik een afbeelding van hogere kwaliteit
Oplossing: gebruik een hogere beeldresolutie.
Als u een foto of afbeelding afdrukt, en de resolutie is te laag, dan is het resultaat
wazig of vaag.
Als het formaat van een digitale foto of een rasterafbeelding werd gewijzigd, kan de
afdruk wazig of vaag zijn.
Oorzaak: De resolutie van de afbeelding was laag.
Als het probleem hiermee niet verholpen is, probeert u de volgende oplossing.
Oplossing 3: druk de afbeelding in een kleiner formaat af
Oplossing: Verklein de afbeelding en probeer deze opnieuw af te drukken.
Als u een foto of afbeelding afdrukt en het afdrukformaat is te groot ingesteld, dan is
het resultaat wazig of vaag.
Als het formaat van een digitale foto of een rasterafbeelding werd gewijzigd, kan de
afdruk wazig of vaag zijn.
Oorzaak: De afbeelding werd op een te groot formaat afgedrukt.
Als het probleem hiermee niet verholpen is, probeert u de volgende oplossing.
Hoofdstuk 5
98 Onderhoud en problemen oplossen
Oplossing 4: Printkop uitlijnen
Oplossing: Lijn de printkop uit.
Het uitlijnen van de printer kan een uitstekende afdrukkwaliteit helpen verzekeren.
Meer informatie vindt u in:
Printkop uitlijnen
Oorzaak: De printer moest mogelijk worden uitgelijnd.
Afdrukken bevatten verticale strepen
Oplossing: HP raadt u aan HP-papier te gebruiken of een andere papiersoort die
geschikt is voor het apparaat.
Zorg er altijd voor dat het papier waarop u afdrukt plat ligt. Gebruik HP Geavanceerd
Fotopapier voor afdrukken met het beste resultaat.
Bewaar speciale afdrukmaterialen in de oorspronkelijke verpakking in een
hersluitbare plastic zak op een vlakke ondergrond op een koele, droge plaats. Als u
gaat afdrukken, haalt u alleen het papier eruit dat u onmiddellijk wilt gebruiken. Als u
klaar bent met afdrukken, doet u het niet gebruikte fotopapier terug in de plastic zak.
Hierdoor zal het fotopapier niet krullen.
Opmerking Bij dit probleem is er geen probleem met uw inktbenodigdheden.
Het is dus niet nodig om de printcartridges of de printkop te vervangen.
Meer informatie vindt u in:
Afdrukmedia selecteren
Oorzaak: Er werd verkeerd papier geplaatst in de invoerlade.
Afdrukken zijn scheef of schuin
Probeer de volgende oplossingen als uw afdruk niet recht op de pagina staat.
•
Oplossing 1: controleer of het papier op de juiste manier is geplaatst
•
Oplossing 2: controleer of er slechts een papiersoort is geplaatst
•
Oplossing 3: controleer of het toegangspaneel aan de achterkant of de duplexmodule
goed is geïnstalleerd
Oplossing 1: controleer of het papier op de juiste manier is geplaatst
Oplossing: Zorg ervoor dat het papier op de juiste manier in de invoerlade is
geplaatst.
Meer informatie vindt u in:
Afdrukmateriaal laden
Oorzaak: Het papier was niet op de juiste wijze geladen.
Als het probleem hiermee niet verholpen is, probeert u de volgende oplossing.
Problemen met de afdrukkwaliteit oplossen 99
Oplossing 2: controleer of er slechts een papiersoort is geplaatst
Oplossing: Er mag slechts een papiersoort tegelijk geplaatst zijn.
Oorzaak: Er werden meerdere papiersoorten in de invoerlade geplaatst.
Als het probleem hiermee niet verholpen is, probeert u de volgende oplossing.
Oplossing 3: controleer of het toegangspaneel aan de achterkant of de
duplexmodule goed is geïnstalleerd
Oplossing: Zorg ervoor dat de acherklep goed is geplaatst.
Als u de achterklep hebt verwijderd om een papierstoring te verhelpen, plaatst u de
klep terug. Duw de klep voorzichtig naar voren totdat deze op zijn plaats klikt.
Oorzaak: De achterklep was niet goed geplaatst.
Inktstrepen op de achterkant van het blad
Probeer de volgende oplossingen als er inktvlekken op de achterkant van de afdruk zitten.
•
Oplossing 1: druk af op een vel gewoon papier
•
Oplossing 2: wacht tot de inkt is opgedroogd
Oplossing 1: druk af op een vel gewoon papier
Oplossing: Bedruk een of meerdere pagina's gewoon papier om alle overtollige
inkt in het apparaat op te zuigen.
Overtollige inkt verwijderen met gewoon papier
1. Plaats een aantal vellen gewoon papier in de invoerlade.
2. Wacht vijf minuten.
3. Druk een document met weinig of geen tekst af.
4. Kijk of er inkt op de achterkant van het papier aanwezig is. Als er nog steeds inkt
op de achterkant van het papier zit, probeert u op een ander vel gewoon papier
af te drukken.
Oorzaak: Er is inkt opgestapeld in het apparaat, op de plaats waarop de achterkant
van het blad steunt tijdens het afdrukken.
Als het probleem hiermee niet verholpen is, probeert u de volgende oplossing.
Oplossing 2: wacht tot de inkt is opgedroogd
Oplossing: Wacht minstens een half uur zodat de inkt in het product kan opdrogen,
en probeer nogmaals af te drukken.
Oorzaak: De overtollige inkt in het product moest opdrogen.
Hoofdstuk 5
100 Onderhoud en problemen oplossen
Papier wordt niet uit de invoerlade opgenomen
Probeer het probleem op te lossen met de volgende oplossingen. De oplossingen staan
in volgorde, met de meest waarschijnlijke oplossing eerst. Als de eerste oplossing het
probleem niet oplost, gaat u verder met de resterende oplossingen tot het probleem is
opgelost.
•
Oplossing 1: start het apparaat opnieuw op
•
Oplossing 2: controleer of het papier op de juiste manier is geplaatst
•
Oplossing 3: Controleer de afdrukinstellingen
•
Oplossing 4: reinig de rollen
•
Oplossing 5: Controleer of er papier is vastgelopen
•
Oplossing 6: laat het apparaat nakijken
Oplossing 1: start het apparaat opnieuw op
Oplossing: Schakel het apparaat uit en haal de stekker van het netsnoer uit het
stopcontact. Sluit het netsnoer weer aan en druk op de knop Voeding om het
apparaat in te schakelen.
Oorzaak: Er is een fout opgetreden met het apparaat.
Als het probleem hiermee niet verholpen is, probeert u de volgende oplossing.
Oplossing 2: controleer of het papier op de juiste manier is geplaatst
Oplossing: Zorg ervoor dat het papier op de juiste manier in de invoerlade is
geplaatst.
Meer informatie vindt u in:
Afdrukmateriaal laden
Oorzaak: Het papier was niet op de juiste wijze geladen.
Als het probleem hiermee niet verholpen is, probeert u de volgende oplossing.
Oplossing 3: Controleer de afdrukinstellingen
Oplossing: Controleer de afdrukinstellingen.
• Controleer de instelling Papiersoort zodat deze overeenkomt met de papiersoort
in de invoerlade.
• Controleer de instelling voor de afdrukkwaliteit en zorg ervoor dat deze niet te
laag is ingesteld.
Druk de afbeelding af met een instelling voor hoge afdrukkwaliteit, zoals Beste
of Maximum aantal dpi.
Oorzaak: De papiersoort of de instellingen voor de afdrukkwaliteit waren onjuist
ingesteld.
Als het probleem hiermee niet verholpen is, probeert u de volgende oplossing.
Problemen met de afdrukkwaliteit oplossen 101
Oplossing 4: reinig de rollen
Oplossing: Reinig de rollen.
Zorg dat u het volgende bij de hand hebt:
• Een pluisvrije doek of ander zacht materiaal dat niet rafelt of geen vezels
achterlaat.
• gedistilleerd of gefilterd water of flessenwater (kraanwater kan verontreinigende
stoffen bevatten, die de printcartridges kunnen beschadigen).
Oorzaak: De rollen waren vuil en moesten worden gereinigd.
Als het probleem hiermee niet verholpen is, probeert u de volgende oplossing.
Oplossing 5: Controleer of er papier is vastgelopen
Oplossing: Controleer of er papierresten in de voorkant van het apparaat zitten.
Verwijder eventuele resten die u vindt.
Let op Probeer de papierstoring niet via de voorzijde van het apparaat op te
lossen. Het afdrukmechanisme kan daardoor beschadigd raken. Verwijder
vastgelopen papier altijd via het toegangspaneel aan de achterkant of via de
duplexmodule.
Oorzaak: Er kunnen papierresten aanwezig zijn, die niet door de sensor worden
gedetecteerd.
Oplossing 6: laat het apparaat nakijken
Oplossing: Als u alle stappen van de vorige oplossingen hebt uitgevoerd, neemt
u contact op met HP-ondersteuning voor onderhoud.
Bezoek:
www.hp.com/support.
Kies wanneer hierom wordt gevraagd uw land/regio en klik vervolgens op Neem
contact op met HP als u contact wilt opnemen met de technische ondersteuning.
Oorzaak: Uw apparaat heeft onderhoud nodig.
Slechte zwarte tekst
Probeer de volgende oplossingen als de tekst op uw afdrukken niet scherp is en de
randen oneffen zijn.
Opmerking Bij dit probleem is er geen probleem met uw inktbenodigdheden. Het is
dus niet nodig om de printcartridges of de printkop te vervangen.
• Oplossing 1: Wacht even voordat u probeert nogmaals af te drukken
•
Oplossing 2: gebruik TrueType- of OpenType-lettertypes
•
Oplossing 3: Printkop uitlijnen
•
Oplossing 4: reinig de printkop
Hoofdstuk 5
102 Onderhoud en problemen oplossen
Oplossing 1: Wacht even voordat u probeert nogmaals af te drukken
Oplossing: Als de zwarte cartridge nieuw is, geef het automatische onderhoud dan
de tijd om het probleem op te lossen. De zwarte afdrukkwaliteit zou binnen een paar
uur moeten verbeteren. Als u geen tijd hebt om te wachten, kunt u de printkop
reinigen. Dit kost echter meer inkt, en de slechte zwarte tekst kan opnieuw voorkomen
tot het automatische onderhoud is voltooid.
Oorzaak: Veel problemen met de zwarte afdrukkwaliteit zijn opgelost als het
automatisch onderhoud is uitgevoerd.
Oplossing 2: gebruik TrueType- of OpenType-lettertypes
Oplossing: Gebruik TrueType- of OpenType-lettertypes om er zeker van te zijn dat
het apparaat vloeiende lettertypen kan afdrukken. Zoek naar het TrueType- of
OpenType-pictogram wanneer u een lettertype selecteert.
TrueType-pictogram
OpenType-pictogram
Oorzaak: Het lettertype was een speciaal formaat.
Sommige programma's werken met eigen lettertypen die kartelranden vertonen
wanneer ze worden vergroot of afgedrukt. Als u tekst in bitmaps wilt afdrukken,
kunnen deze ook gekarteld zijn wanneer u de bitmap vergroot of afdrukt.
Als het probleem hiermee niet verholpen is, probeert u de volgende oplossing.
Oplossing 3: Printkop uitlijnen
Oplossing: Lijn de printkop uit.
Het uitlijnen van de printer kan een uitstekende afdrukkwaliteit helpen verzekeren.
Meer informatie vindt u in:
Printkop uitlijnen
Oorzaak: De printer moest mogelijk worden uitgelijnd.
Als het probleem hiermee niet verholpen is, probeert u de volgende oplossing.
Oplossing 4: reinig de printkop
Oplossing: Als de vorige oplossingen het probleem niet hebben opgelost, probeer
dan de printkop te reinigen.
Problemen met de afdrukkwaliteit oplossen 103
Nadat u de printkop hebt gereinigd, drukt u een afdrukkwaliteitsrapport af. Beoordeel
het afdrukkwaliteitsrapport om te zien of er nog steeds een probleem is met de
afdrukkwaliteit.
Meer informatie vindt u in:
•
reinig de printkop
•
Druk een afdrukkwaliteitsrapport af en kijk na of deze goed is
Oorzaak: De printkop moest worden gereinigd.
Het apparaat drukt langzaam af
Probeer de volgende oplossingen als het apparaat erg langzaam afdrukt.
•
Oplossing 1: stel de afdrukkwaliteit lager in
•
Oplossing 2: De inktniveaus controleren
•
Oplossing 3: neem contact op met HP-ondersteuning
Oplossing 1: stel de afdrukkwaliteit lager in
Oplossing: controleer de instelling voor de afdrukkwaliteit Optimaal en Maximum
dpi bieden de beste kwaliteit maar zijn langzamer dan Normaal of Snel. Snel biedt
de hoogste afdruksnelheid.
Oorzaak: De instelling voor de afdrukkwaliteit was te hoog ingesteld.
Als het probleem hiermee niet verholpen is, probeert u de volgende oplossing.
Oplossing 2: De inktniveaus controleren
Oplossing: Het inktniveau van de printcartridges controleren.
Opmerking Waarschuwingen en indicatorlampjes voor het inktniveau bieden
uitsluitend schattingen om te kunnen plannen. Wanneer u een waarschuwing voor
een laag inktniveau krijgt, overweeg dan om een vervangende cartridge klaar te
houden om eventuele afdrukvertragingen te vermijden. U hoeft de printcartridges
niet te vervangen voor de afdrukkwaliteit onaanvaardbaar wordt.
Meer informatie vindt u in:
De geschatte inktniveaus bekijken
Oorzaak: Mogelijk zit er onvoldoende inkt in de printcartridges. Onvoldoende inkt
kan ervoor zorgen dat de printkop oververhit raakt. Als de printkop oververhit raakt,
gaat de printer langzamer werken om hem af te laten koelen.
Als het probleem hiermee niet verholpen is, probeert u de volgende oplossing.
Oplossing 3: neem contact op met HP-ondersteuning
Oplossing: Neem contact op met HP-ondersteuning voor onderhoud.
Bezoek:
www.hp.com/support.
Hoofdstuk 5
104 Onderhoud en problemen oplossen
Kies wanneer hierom wordt gevraagd uw land/regio en klik vervolgens op Neem
contact op met HP als u contact wilt opnemen met de technische ondersteuning.
Oorzaak: Er is een probleem opgetreden met het apparaat.
Geavanceerd onderhoud aan de printkop
Als er problemen optreden tijdens het afdrukken, kan er iets mis zijn met de printkop. U
moet de procedures in de volgende hoofdstukken alleen uitvoeren als u hiertoe opdracht
krijgt om problemen met de afdrukkwaliteit op te lossen.
De uitlijn- en reinigingsprocedures onnodig uitvoeren kan inkt verspillen en de levensduur
van de cartridges verkorten.
Wanneer u een foutmelding krijgt over de printcartridges, zie dan
Fouten (Windows) voor
meer informatie.
Dit deel bevat de volgende onderwerpen:
•
reinig de printkop
•
Printkop uitlijnen
reinig de printkop
Als uw afdruk streperig is, of ontbreekt, of verkeerde of ontbrekende kleuren heeft, moet
de printkop mogelijk worden gereinigd.
Er zijn twee reinigingsfasen. Elke fase neemt ongeveer twee minuten in beslag, verbruikt
een blad papier en een toenemende hoeveelheid inkt. Controleer na elke fase de kwaliteit
van de afgedrukte pagina. U moet de volgende reinigingsfase enkel starten als de
afdrukkwaliteit slecht is.
Als de afdrukkwaliteit nog steeds slecht lijkt na beide reinigingsfasen, probeer dan de
printer uit te lijnen. Neem contact op met HP-ondersteuning als er na uitlijnen en reinigen
nog steeds problemen met de afdrukkwaliteit zijn.
Opmerking Reinigen kost inkt. Reinig de printkoppen dus alleen wanneer dit
noodzakelijk is. Dit reinigingsproces neemt enkele minuten in beslag. Dit proces kan
wat geluid produceren. Zorg dat u voor het reinigen van de printkoppen papier plaatst.
Raadpleeg
Afdrukmateriaal laden voor meer informatie.
Als u het toestel niet goed uitschakelt, kan dit problemen met de afdrukwaliteit
veroorzaken. Raadpleeg
Het apparaat uitschakelen voor meer informatie.
De printkop reinigen vanaf het bedieningspaneel
1. Plaats ongebruikt, wit standaardpapier van A4-, Letter- of Legal-formaat in de
hoofdinvoerlade.
2.
Houd de
(Aan/uit knop) ingedrukt, druk twee keer op de knop (Annuleren),
druk eenmaal op de knop
(Hervatten) en laat de knop Aan/uit los.
Problemen met de afdrukkwaliteit oplossen 105
De printkop reinigen vanaf de Printerwerkset (Windows)
1. Plaats ongebruikt, wit standaardpapier van A4-, Letter- of Legal-formaat in de
hoofdinvoerlade.
2. Klik in het HP Solution Center op Instellingen.
3. Klik op Printer Werkset, in het gedeelte afdrukinstellingen.
Opmerking U kunt Printeronderhoud ook openen vanuit het dialoogvenster
Afdrukeigenschappen. Klik in het dialoogvenster Afdrukeigenschappen op het
tabblad Functies en klik vervolgens op Printeronderhoud.
De functie Printer Werkset wordt weergegeven.
4. Klik op het tabblad Apparaatservice.
5. Klik op Printkop reinigen.
6. Volg de aanwijzingen totdat u tevreden bent met de kwaliteit van de afdrukken en klik
vervolgens op Gereed.
De printkop reinigen vanaf de Werkset (Mac OS X)
1. Klik in het Dock op het pictogram Apparaatbeheer.
Opmerking Als HP Apparaatbeheer niet in het Dock is, klikt u op het pictogram
Spotlight aan de rechterkant van de menubalk, typt u HP Apparaatbeheer in het
vakje en klikt u vervolgens op de HP Apparaatbeheer-ingave.
2. Selecteer Printer onderhouden.
3. Selecteer het apparaat dat u wilt reinigen en klik op Selecteren.
4. Selecteer Printkoppen reinigen en klik vervolgens op Reinigen.
De printkop reinigen vanaf de geïntegreerde webserver
1. Plaats ongebruikt, wit standaardpapier van A4-, Letter- of Legal-formaat in de
hoofdinvoerlade.
2. Klik op het tabblad Instellingen, klik op Apparaatservices in het linkerpaneel,
selecteer Printkoppen uitlijnen uit de vervolgkeuzelijst in het gedeelte
Afdrukkwaliteit en klik vervolgens op Diagnose uitvoeren.
Printkop uitlijnen
Het apparaat lijnt de printkop tijdens de eerste installatie automatisch uit.
U kunt deze functie gebruiken wanneer er in het printerstatuspagina strepen of witte lijnen
door een van de gekleurde vlakken lopen of als u problemen hebt met de afdrukkwaliteit
van uw afdrukken.
De printkop uitlijnen vanaf het bedieningspaneel
1. Plaats ongebruikt, wit standaardpapier van A4-, Letter- of Legal-formaat in de
hoofdinvoerlade.
2.
Bedieningspaneel:Houd de knop
(Aan/uit) ingedrukt, druk drie keer op de knop
(Doorgaan), en laat de knop (Aan/uit) los.
Hoofdstuk 5
106 Onderhoud en problemen oplossen
De printkop uitlijnen vanaf de Printerwerkset
1. Plaats ongebruikt, wit standaardpapier van A4-, Letter- of Legal-formaat in de
hoofdinvoerlade.
2. Klik in het HP Solution Center op Instellingen.
3. Klik op Printer Werkset, in het gedeelte afdrukinstellingen.
Opmerking U kunt Printeronderhoud ook openen vanuit het dialoogvenster
Afdrukeigenschappen. Klik in het dialoogvenster Afdrukeigenschappen op het
tabblad Functies en klik vervolgens op Printeronderhoud.
De functie Printer Werkset wordt weergegeven.
4. Klik op het tabblad Apparaatservice.
5. Klik op De printer uitlijnen.
Het apparaat drukt een testpagina af, lijnt de printkoppen uit en kalibreert de printer.
U kunt deze pagina opnieuw gebruiken of bij het oud papier doen.
De printkop uitlijnen vanaf de Werkset (Mac OS X)
1. Klik in het Dock op het pictogram Apparaatbeheer.
Opmerking Als HP Apparaatbeheer niet in het Dock is, klikt u op het pictogram
Spotlight aan de rechterkant van de menubalk, typt u HP Apparaatbeheer in het
vakje en klikt u vervolgens op de HP Apparaatbeheer-ingave.
2. Selecteer Printer onderhouden.
3. Selecteer het apparaat dat u wilt reinigen en klik op Selecteren.
4. Selecteer Uitlijnen uit het linkermenu en klik vervolgens op Uitlijnen.
De printkop uitlijnen vanaf de geïntegreerde webserver
1. Plaats ongebruikt, wit standaardpapier van A4-, Letter- of Legal-formaat in de
hoofdinvoerlade.
2. Klik op het tabblad Instellingen, klik op Apparaatservices in het linkerpaneel,
selecteer Printer uitlijnen uit de vervolgkeuzelijst in het gedeelte Afdrukkwaliteit
en klik vervolgens op Diagnose uitvoeren.
Problemen met de papierinvoer oplossen
Het papier is niet geschikt voor de printer of voor de lade
Gebruik alleen afdrukmateriaal dat geschikt is voor het apparaat en de gebruikte lade.
Raadpleeg
Informatie over de specificaties van ondersteund afdrukmateriaal voor meer
informatie.
Problemen met de papierinvoer oplossen 107
Het afdrukmateriaal wordt niet ingevoerd uit een lade
• Controleer of het afdrukmateriaal in de lade is geplaatst. Raadpleeg
Afdrukmateriaal
laden voor meer informatie. Wapper met het afdrukmateriaal voordat u het in de lade
plaatst.
• Controleer of de papiergeleiders bij de juiste markeringen in de lade zijn geplaatst
voor het materiaalformaat dat u gebruikt. Controleer ook of de geleiders goed (maar
niet te strak) tegen de stapel papier zijn geplaatst.
• Controleer of het afdrukmateriaal in de lade niet is omgekruld. Maak het papier weer
glad door het in tegengestelde richting van de omkrulling te buigen.
• Wanneer u dun speciaal afdrukmateriaal gebruikt, moet u controleren of de lade
volledig is geladen. Als u speciaal afdrukmateriaal gebruikt dat alleen verkrijgbaar is
in kleine hoeveelheden, plaatst u het speciale afdrukmateriaal op ander papier van
hetzelfde formaat om de lade volledig te vullen. (Sommige media worden makkelijker
opgenomen als de lade vol is.)
Het afdrukmateriaal komt er niet correct uit
• Controleer of het verlengstuk van de uitvoerlade is uitgetrokken. Als dit niet het geval
is, kunnen afdrukken uit het apparaat vallen.
• Verwijder al het papier uit de uitvoerbak. De lade kan slechts een beperkt aantal vellen
bevatten.
Pagina's worden scheef ingevoerd
• Zorg dat het afdrukmateriaal in de lades goed tegen de papiergeleiders ligt. Indien
nodig trekt u de lades uit het apparaat, plaats u het afdrukmateriaal correct terug in
de lades en controleert u of de papiergeleiders goed zijn uitgelijnd.
• Zorg ervoor dat de duplexeenheid correct is geplaatst.
• Plaats alleen afdrukmateriaal in het apparaat als het niet aan het afdrukken is.
Meerdere pagina's tegelijk worden ingevoerd
• Wapper met het afdrukmateriaal voordat u het in de lade plaatst.
• Controleer of de papiergeleiders bij de juiste markeringen in de lade zijn geplaatst
voor het materiaalformaat dat u gebruikt. Controleer ook of de geleiders goed (maar
niet te strak) tegen de stapel papier zijn geplaatst.
• Controleer of er niet te veel papier in de lade is geplaatst.
• Gebruik papier dat voldoet aan de HP-specificaties voor optimale prestaties en
efficiency.
Hoofdstuk 5
108 Onderhoud en problemen oplossen
Problemen met het apparaatbeheer oplossen
In dit hoofdstuk vindt u oplossingen voor veelvoorkomende problemen die te maken
hebben met het beheer van het apparaat. Dit gedeelte bevat het volgende onderwerp:
•
De geïntegreerde webserver kan niet worden geopend
De geïntegreerde webserver kan niet worden geopend
Controleer de instellingen van het netwerk
• Controleer of u niet een telefoonsnoer of een cross-kabel hebt gebruikt om het
apparaat aan te sluiten op het netwerk. Zie
Configureer het apparaat (Windows) of
Het apparaat configureren (Mac OS X) voor meer informatie.
• Controleer of de netwerkkabel goed is verbonden met het apparaat.
• Controleer of de hub, switch of router van het netwerk is ingeschakeld en functioneert.
Controleer de computer
Controleer of de computer die u gebruikt is aangesloten op het netwerk.
Controleer de webbrowser
Controleer of de internetbrowser voldoet aan de minimale systeemvereisten. Raadpleeg
Specificaties van de geïntegreerde webserver voor meer informatie.
Controleer het IP-adres van het apparaat
• Als u het IP-adres van het apparaat op het bedieningspaneel wilt controleren, moet
u de netwerkconfiguratiepagina afdrukken. Raadpleeg
Het
netwerkconfiguratierapport of het draadloze statusrapport begrijpen voor meer
informatie.
• Ping het apparaat met het IP-adres vanaf de commandolijn.
Als het IP-adres bijvoorbeeld 123.123.123.123 is, typt u bij de MS-DOS-prompt:
C:\Ping 123.123.123.123
Als er een antwoord verschijnt, is het IP-adres juist. Als er een time out-antwoord
verschijnt, is het IP-adres onjuist.
Netwerkproblemen oplossen
Opmerking Als u een van de volgende maatregelen hebt getroffen, moet u het
installatieprogramma opnieuw uitvoeren.
Algemene netwerkproblemen oplossen
• Als u de software van het apparaat niet kunt installeren, moet u het volgende
controleren:
â—¦ Alle kabelverbindingen tussen de computer en het apparaat moeten in orde zijn.
â—¦ Het netwerk functioneert en de netwerkhub is ingeschakeld.
Netwerkproblemen oplossen 109
â—¦ Alle toepassingen moeten zijn afgesloten of uitgeschakeld voor computers met
Windows, inclusief eventuele antivirusprogramma's, antispywareprogramma's en
firewalls.
◦ Controleer of het apparaat op hetzelfde subnet is geïnstalleerd als de computers
die van het apparaat zullen gebruikmaken.
â—¦ Als het installatieprogramma het apparaat niet kan vinden, drukt u de
netwerkconfiguratiepagina af en voert u handmatig het IP-adres in het
installatieprogramma in. Raadpleeg
Het netwerkconfiguratierapport of het
draadloze statusrapport begrijpen voor meer informatie.
• Als u een computer met Windows gebruikt, moet u controleren of de netwerkpoorten
die in het stuurprogramma van het apparaat zijn gemaakt, overeenkomen met het IP-
adres van het apparaat.
â—¦ Druk de netwerkconfiguratiepagina van het apparaat af.
â—¦ Klik op Start, wijs Instellingen aan en klik op Printers of Printers en
faxapparaten.
-of-
Klik op Start, klik op Configuratiescherm en dubbelklik vervolgens op
Printers.
â—¦ Klik met de rechtermuisknop op het pictogram van het apparaat, kies
Eigenschappen en open het tabblad Poorten.
â—¦ Selecteer de TCP/IP-poort voor het apparaat en klik dan op Poort
configureren.
â—¦ Vergelijk het IP-adres in het dialoogvenster en controleer of het overeenkomt met
het IP-adres op de netwerkconfiguratiepagina. Als de IP-adressen niet
overeenkomen, wijzigt u het IP-adres in het dialoogvenster in het adres op de
netwerkconfiguratiepagina.
â—¦ Klik tweemaal op OK om de instellingen op te slaan en de dialoogvensters te
sluiten.
Problemen met een vaste netwerkverbinding
• Als het netwerklicht op het bedieningspaneel niet brandt, controleert u of aan alle
voorwaarden onder "Algemene netwerkproblemen oplossen" is voldaan.
• Het is niet aan te raden het apparaat een vast IP-adres te geven, maar desondanks
kunnen sommige installatieproblemen (bijvoorbeeld als gevolg van een
firewallconflict) mogelijk worden opgelost door dit toch te doen.
Draadloze problemen oplossen
Als het apparaat niet kan communiceren met het netwerk nadat de draadloze installatie
en de software-installatie is voltooid, voer dan een of meerdere van de volgende taken
uit in de onderstaande volgorde.
•
Draadloze basisproblemen oplossen
•
Geavanceerde draadloze problemen oplossen
Draadloze basisproblemen oplossen
Voer de volgende stappen in de aangegeven volgorde uit.
Hoofdstuk 5
110 Onderhoud en problemen oplossen
Opmerking Als dit de eerste keer is dat u de draadloze verbinding instelt en u de
bijgeleverde software gebruikt, zorg er dan voor dat de USB-kabel is aangesloten op
het apparaat en de computer.
Stap 1 - Controleren of het draadloze (802.11) lampje brandt
Als het blauwe lampje bij de draadloze knop van het HP-apparaat niet brandt, zijn de
draadloze functies mogelijk niet ingeschakeld. Als u draadloze communicatie wilt
inschakelen, houdt u de knop Wireless drie seconden ingedrukt en laat u de knop
vervolgens los.
Opmerking Als uw HP-apparaat Ethernet-netwerken ondersteunt, controleer dan
of er geen Ethernet-kabel op het apparaat is aangesloten. Door een Ethernet-kabel
aan te sluiten worden de draadloze functies van het HP-apparaat uitgeschakeld.
Stap 2 - De componenten van het draadloze netwerk opnieuw opstarten
Schakel de router en het HP-apparaat uit, en schakel ze vervolgens in deze volgorde
weer in: eerst de router en dan het HP-apparaat. Als u nog steeds geen verbinding kunt
maken, schakel de router, het HP-apparaat en uw computer dan uit. Soms wordt een
netwerkcommunicatieprobleem opgelost door het uit- en weer inschakelen.
Stap 3 - De draadloze netwerktest uitvoeren
Voer de draadloze netwerktest uit, voor problemen met draadloze netwerken. Om een
draadloze netwerktestpagina af te drukken, houdt u de knop Draadloos ingedrukt en
drukt u vervolgens twee keer op de knop Hervatten. Laat vervolgens alle knoppen los.
Als er een probleem wordt gedetecteerd, worden er in het afgedrukte testrapport
aanbevelingen gegeven die het probleem kunnen helpen oplossen.
Geavanceerde draadloze problemen oplossen
Als u de suggesties in het gedeelte Basisproblemen oplossen hebt geprobeerd en uw
HP-apparaat nog steeds niet kunt aansluiten op het draadloze netwerk, probeer dan de
volgende suggesties in de onderstaande volgorde:
•
Controleren of de computer verbinding heeft met het netwerk
•
Controleren of het HP-apparaat met uw netwerk is verbonden
•
Controleren of de firewall-software de communicatie blokkeert
•
Controleren of het HP-apparaat is ingeschakeld en gereed is
•
Uw draadloze router gebruikt een verborgen SSID
•
Controleren of de draadloze versie van het HP-apparaat is ingesteld als de
standaardprinterdriver (alleen Windows)
•
Controleren of de HP-ondersteuning netwerkapparaten actief is (alleen Windows)
•
Hardware-adressen toevoegen aan een draadloos toegangspunt (WAP)
Draadloze problemen oplossen 111
Controleren of de computer verbinding heeft met het netwerk
Een vaste (Ethernet-) aansluiting controleren
â–² Veel computers hebben indicatielampjes naast de poort waar de Ethernet-kabel van
de router wordt aangesloten op uw computer. Gewoonlijk zijn er twee
indicatielampjes, waarvan de ene brandt en de andere knippert. Als uw computer
indicatielampjes heeft, controleer dan of de indicatielampjes branden. Als de lampjes
niet branden, probeer de Ethernet-kabel dan opnieuw op de computer en de router
aan te sluiten. Als u de lampjes nog steeds niet ziet branden, is er mogelijk een
probleem met de router, de Ethernet-kabel, of uw computer.
Opmerking Macintosh-computers hebben geen indicatielampjes. Om een
Ethernet-verbinding op een Macintosh-computer te controleren, klikt u op
Systeemvoorkeuren in het Dock en klikt u vervolgens op Netwerk. Als de
Ethernet-verbinding goed werkt, staat Ingebouwde Ethernet in de lijst
verbindingen, met het IP-adres en andere statusinformatie. Als Ingebouwde
Ethernet niet in de lijst staat, is er mogelijk een probleem met de router, de
Ethernet-kabel, of uw computer. Klik op de knop Help in het venster voor meer
informatie.
Een draadloze aanlsluiting controleren
1. Controleer of de draadloze verbinding van uw computer is ingeschakeld. (Zie de
documentatie bij de computer voor meer informatie.)
2. Als u geen unieke netwerknaam (SSID) gebruikt, is het mogelijk dat uw draadloze
computer is aangesloten op een netwerk in de buurt dat niet van u is.
Met behulp van de volgende stappen kunt u vaststellen of uw computer is
aangesloten op uw netwerk.
Windows
a.Klik op Start, Bedieningspaneel, wijs Netwerkverbindingen aan en klik
vervolgens op Netwerkstatus bekijken en Taken.
Of:
Klik op Start, selecteer Instellingen, klik op Bedieningspaneel, dubbelklik op
Netwerkverbindingen, klik op het menu Weergave en selecteer vervolgens
Details
Laat het netwerkdialoogvenster open terwijl u verdergaat naar de volgende stap.
b. Koppel het netsnoer los van de draadloze router. De verbindingsstatus van uw
computer hoort te wijzigen naar Niet aangesloten.
c. Sluit het netsnoer weer aan op de draadloze router. De verbindingstatus hoort te
wijzigen naar Aangesloten
Hoofdstuk 5
112 Onderhoud en problemen oplossen
Mac OS X
â–² Klik op het pictogram AirPort in de menubalk bovenaan in het scherm. Vanuit het
menu dat wordt weergegeven, kunt u zien of de AirPort is ingeschakeld en met
welk draadloos netwerk uw computer is verbonden.
Opmerking Voor meer informatie over uw AirPort-verbinding, klikt u op
Systeemvoorkeuren in het Dock, en vervolgens op Netwerk. Als de
draadloze verbinding goed werkt, verschijnt een groene stip naast AirPort in
de lijst met verbindingen. Klik op de knop Help in het venster voor meer
informatie.
Als u uw computer niet op het netwerk kunt aansluiten, neem dan contact op met de
persoon die uw netwerk heeft ingesteld of met de fabrikant van uw router, omdat er een
probleem met de hardware van uw router of computer kan zijn.
Als u toegang tot Internet hebt en een computer met Windows gebruikt, kunt u ook
toegang krijgen tot de HP Netwerkassistent op
www.hp.com/sbso/wireless/tools-
setup.html?jumpid=reg_R1002_USEN voor hulp bij het instellen van een netwerk. (Deze
website is alleen in het Engels beschikbaar.)
Controleren of het HP-apparaat met uw netwerk is verbonden
Als uw apparaat niet met hetzelfde netwerk is verbonden als uw computer, kunt u het
HP-apparaat niet over het netwerk gebruiken. Volg de stappen die in dit hoofdstuk
beschreven staan om erachter te komen of uw apparaat actief is verbonden met het juiste
netwerk.
Controleren of het HP-apparaat met het netwerk is verbonden
1. Als het HP-apparaat Ethernet-netwerken ondersteunt en is verbonden met een
Ethernet-netwerk, controleer dan of er geen Ethernet-kabel is aangesloten aan de
achterkant van het apparaat. Als aan de achterkant een Ethernet-kabel is
aangesloten, wordt draadloze connectiviteit uitgeschakeld.
2. Als het HP-apparaat is aangesloten op een draadloos netwerk, druk dan de
Draadloze configuratiepagina van het apparaat af. Raadpleeg
Het
netwerkconfiguratierapport of het draadloze statusrapport begrijpen voor meer
informatie.
â–² Controleer nadat de pagina is afgedrukt de Netwerkstatus en URL:
Netwerkstatus
•
Als de Netwerkstatus Gereed is, is het
HP-apparaat actief met een netwerk
verbonden.
•
Als de Netwerkstatus Offline is, is het
HP-apparaat niet met een netwerk
verbonden. Voer de Draadloze
netwerktest uit (met behulp van de
instructies aan het begin van het
gedeelte) en volg aanbevelingen op.
URL De URL die hier wordt weergegeven is het
netwerkadres dat door uw router is
toegekend aan het HP-apparaat. Deze
hebt u nodig om verbinding te maken met
de geïntegreerde webserver.
Draadloze problemen oplossen 113
Controleren of u toegang hebt tot de geïntegreerde webserver (EWS)
â–² Nadat u hebt vastgesteld dat de computer en het HP-apparaat allebei actieve
verbindingen op een netwerk hebben, kunt u controleren of ze op hetzelfde netwerk
zijn door naar de geïntegreerde webserver (EWS) van het apparaat te gaan.
Raadpleeg
Geïntegreerde webserver voor meer informatie.
Naar de EWS gaan
a. Open op uw computer de browser die u gewoonlijk gebruikt om toegang te krijgen
tot internet (bijvoorbeeld Internet Explorer of Safari). Typ in de adresbalk de URL
van het HP-apparaat zoals het op de Netwerkconfiguratiepagina werd
weergegeven (bijvoorbeeld http://192.168.1.101.)
Opmerking Als u in de browser een proxyserver gebruikt, moet u deze
mogelijk uitschakelen om naar de EWS te kunnen gaan.
b. Als u toegang kunt krijgen tot de EWS, probeer het HP-apparaat dan over het
netwerk te gebruiken (bijvoorbeeld door af te drukken) om te zien of de
netwerkinstelling succesvol was.
c. Als u geen toegang kunt krijgen tot de EWS of nog steeds problemen ondervindt
wanneer u het HP-apparaat over het netwerk gebruikt, ga dan verder met het
volgende hoofdstuk over firewalls.
Controleren of de firewall-software de communicatie blokkeert
Als u geen toegang kunt krijgen tot de EWS en zeker weet dat de computer en het HP-
apparaat actieve verbindingen hebben met hetzelfde netwerk, kan het zijn dat de
beveiligingssoftware van de firewall de communicatie blokkeert. Schakel
beveiligingsoftware van de firewall die actief is op uw computer tijdelijk uit en probeer
vervolgens nogmaals toegang te krijgen tot de EWS. Als u naar de EWS kunt gaan,
probeer het HP-apparaat dan te gebruiken (om af te drukken).
Als u toegang kunt krijgen tot de EWS en uw HP-apparaat gebruikt met de firewall
uitgeschakeld, moet u de firewall-instellingen opnieuw configureren zodat de computer
en het HP-apparaat met elkaar kunnen communiceren over het netwerk.
Als u toegang kunt krijgen tot de EWS, maar u het HP-apparaat nog steeds niet kunt
gebruiken ondanks het feit dat de firewall is uitgeschakeld, kunt u proberen of de
firewallsoftware het HP-apparaat kan herkennen.
Controleren of het HP-apparaat is ingeschakeld en gereed is
Als de HP-software is geïnstalleerd, kunt u op uw computer de status van het HP-
apparaat controleren om na te gaan of het apparaat in de pauzestand staat of offline is,
waardoor u het apparaat niet kunt gebruiken.
Hoofdstuk 5
114 Onderhoud en problemen oplossen
Voer de volgende stappen uit om de status van het HP-apparaat te controleren:
Windows
1. Klik op Start, wijs Instellingen aan en klik op Printers of Printers en
faxapparaten.
-of-
Klik op Start, klik op Configuratiescherm en dubbelklik vervolgens op Printers.
2. Als de printers op uw computer niet worden weergegeven in de weergave Details,
dan klikt u op het menu Bekijken en vervolgens op Details.
3. Voer een van de volgende handelingen uit, afhankelijk van de printerstatus:
a. Als voor het HP-apparaat de status Offline wordt aangegeven, klikt u met de
rechtermuisknop op het apparaat en klikt u op Printer online gebruiken.
b. Als voor het HP-apparaat de status Offline wordt aangegeven, klikt u met de
rechtermuisknop op het apparaat en klikt u op Printer online gebruiken.
4. Probeer het HP-apparaat over het netwerk te gebruiken.
Mac OS X
1. Klik op Systeemvoorkeuren in het Dock en klik vervolgens op Afdrukken &
Faxen.
2. Selecteer het HP-apparaat en klik vervolgens op Afdrukwachtrij.
3. Als Taken gestopt in het weergegeven venster wordt weergegeven, klik dan op
Taken starten.
Als u het HP-apparaat kunt gebruiken nadat u de bovenstaande stappen hebt uitgevoerd
maar merkt dat de symptomen aanhouden als u het apparaat blijft gebruiken, kan het zijn
dat uw firewall hindert. Als u het HP-apparaat nog steeds niet over het netwerk kunt
gebruiken, gaat u verder naar het volgende hoofdstuk voor bijkomende hulp bij het
oplossen van problemen.
Uw draadloze router gebruikt een verborgen SSID
Als uw draadloze router of Apple AirPort Base Station een verborgen SSID gebruikt,
detecteert uw HP-apparaat het netwerk niet automatisch.
Controleren of de draadloze versie van het HP-apparaat is ingesteld als de
standaardprinterdriver (alleen Windows)
Als u de software opnieuw installeert, maakt de installer mogelijk een tweede versie van
de printerdriver in uw map Printers of Printers en faxen aan. Als u problemen hebt met
Draadloze problemen oplossen 115
het afdrukken of aansluiten op het HP-apparaat, controleer dan of de juiste versie van
de printerdriver als de standaardinstelling is ingesteld.
1. Klik op Start, wijs Instellingen aan en klik op Printers of Printers en
faxapparaten.
-of-
Klik op Start, klik op Configuratiescherm en dubbelklik vervolgens op Printers.
2. Stel vast of de versie van de printerdriver in de map Printers of Printers en faxen
draadloos is aangesloten:
a. Klik met de rechtermuisknop op het pictogram van de printer en klik op
Eigenschappen, Standaardinstellingen voor document of
Voorkeursinstellingen voor afdrukken.
b. Zoek in het tabblad Poorten een poort in de lijst met een vinkje. De versie van
de printerdriver die draadloos is verbonden heeft Standaard TCP/IP-poort als
Poortbeschrijving naast het vinkje.
3. Klik met de rechtermuisknop op het printerpictogram voor de versie van het
printerstuurprogramma dat draadloos is verbonden, en selecteer Instellen als
standaardprinter.
Opmerking Als de map voor het HP-apparaat meerdere pictogrammen bevat, klikt
u met de rechtermuisknop op het printerpictogram voor de versie van het
printerstuurprogramma dat draadloos is verbonden en selecteert u Instellen als
standaardprinter.
Controleren of de HP-ondersteuning netwerkapparaten actief is (alleen Windows)
De service "HP-ondersteuning netwerkapparaten" opnieuw opstarten
1. Verwijder afdruktaken die momenteel in de wachtrij staan.
2. Klik op het bureaublad met de rechtermuisknop op Deze computer of Computer, en
klik vervolgens op Beheren.
3. Dubbelklik op Services en Toepassingen, en klik vervolgens op Services.
4. Scroll de lijst met services naar beneden, klik met de rechtermuisknop op HP-
ondersteuning netwerkapparaten en klik vervolgens op Opnieuw opstarten.
5. Nadat de service opnieuw is opgestart, probeert u het HP-apparaat nogmaals over
het netwerk te gebruiken.
Als u het HP-apparaat over het netwerk kunt gebruiken, was de netwerkinstallatie
succesvol.
Als u het HP-apparaat nog steeds niet over het netwerk kunt gebruiken of als u deze stap
regelmatig moet uitvoeren om uw apparaat over het netwerk te gebruiken, stoort uw
firewall mogelijk.
Als het nog steeds niet werkt, is er mogelijk een probleem met uw netwerkconfiguratie of
uw router. Neem contact op met de persoon die uw netwerk heeft ingesteld of met de
fabrikant van uw router voor hulp.
Hardware-adressen toevoegen aan een draadloos toegangspunt (WAP)
MAC-filter is een beveiligingsfunctie waarbij een draadloos toegangspunt (Wireless
Access Point, WAP) wordt geconfigureerd met een lijst met MAC-adressen (ook wel
'hardware-adressen' genoemd) van apparaten die via de WAP toegang mogen krijgen
Hoofdstuk 5
116 Onderhoud en problemen oplossen
tot het netwerk. Als de WAP het hardware-adres niet heeft van een apparaat dat toegang
probeert te krijgen tot het netwerk, wordt de toegang geweigerd. Als de WAP MAC-
adressen filtert, moet het MAC-adres van het apparaat aan de WAP-lijst met
geaccepteerde MAC-adressen worden toegevoegd.
• Druk de netwerkconfiguratiepagina af. Raadpleeg
Het netwerkconfiguratierapport of
het draadloze statusrapport begrijpen voor meer informatie.
• Open het configuratieprogramma van de WAP en voeg het hardware-adres van het
apparaat aan de lijst met geaccepteerde MAC-adressen toe.
Installatieproblemen oplossen
Als de volgende onderwerpen niet helpen, raadpleegt u Ondersteuning en garantie voor
meer informatie over HP-ondersteuning.
•
Suggesties voor hardware-installatie
•
Suggesties voor software-installatie
•
Netwerkproblemen oplossen
Suggesties voor hardware-installatie
Controleer het apparaat
• Controleer of alle kleefband en materiaal aan de buiten- en binnenkant van het
apparaat zijn verwijderd.
• Zorg dat er papier in het apparaat is geladen.
• Zorg ervoor dat er buiten het statuslampje Aan/uit, dat zou moeten branden, geen
andere lampjes branden of flikkeren. Als er buiten het lampje Aan/uit nog andere
lampjes branden of flikkeren, hebt u te maken met een fout. Raadpleeg
Lampjes op
het bedieningspaneel voor meer informatie.
• Controleer of het apparaat een printerstatuspagina kan afdrukken.
• Het achterpaneel of de duplexmodule zit stevig op zijn plaats.
Controleer de hardwareverbindingen
• Controleer of alle gebruikte snoeren en kabels in goede staat verkeren.
• Controleer of het netsnoer stevig met het apparaat en met een werkend stopcontact
is verbonden.
Controleer de printkop en printcartridges
• Controleer of de printkop en alle printcartridges goed vastzitten in de juiste gekleurde
sleuven. Druk elke cartridge stevig omlaag voor goed contact. Het apparaat kan niet
werken als ze niet allemaal zijn geïnstalleerd.
• Controleer of alle kleppen en deksels goed gesloten zijn.
Installatieproblemen oplossen 117
Ga na of de printcartridges goed zijn geplaatst
1. Zorg ervoor dat het apparaat is ingeschakeld.
2. Open de toegangsklep voor de printcartridges door deze rechtsvoor van het apparaat
omhoog te tillen totdat de klep in de geopende stand is vergrendeld.
Opmerking Wacht tot de printerwagen niet meer beweegt voor u verder gaat.
3. Zorg ervoor dat de inktcartridges in de juiste sleuven zijn geplaatst.
Bekijk de vorm van het symbool en de kleur van de inktcartridge en zoek nu de sleuf
met hetzelfde symbool en dezelfde kleur.
4. Ga met uw vinger langs de bovenkant van de printcartridges om cartridges te zoeken
die niet volledig naar beneden zijn gedrukt.
5. Druk cartridges die omhoog steken naar beneden.
Ze moeten op hun plaats klikken.
6. Als er een printcartridge omhoog stak en u deze op zijn plaats kon klikken, sluit dan
de toegangsklep voor de printcartridges en controleer of de fout weg is.
• Als de fout weg is, stop dan met het probleemoplossen. De fout is opgelost.
• Als de fout niet weg is, gaat u verder met de volgende stap.
• Als geen van de printcartridges omhoog staken, gaat u verder met de volgende
stap.
7. Zoek de printcartridge die wordt aangegeven in de fout en druk vervolgens op het
lipje om de printcartridge uit de sleuf te halen.
8. Druk de printcartridge terug op zijn plaats.
Het lipje moet een klikkend geluid maken als de printcartridge correct is geplaatst.
Als de inktcartridge geen klikkend geluid maakt, moet het lipje mogelijk opnieuw
worden aangepast.
9. Verwijder de printcartridge uit de gleuf.
10. Plooi het lipje voorzichtig weg van de printcartridge.
Let op Zorg ervoor dat u het lipje niet meer plooit dan ongeveer 1,27 cm (0,5
inches).
11. Installeer de printcartridge opnieuw.
Hij moet nu op zijn plaats klikken.
12. Sluit de toegangsklep voor de printcartridges en controleer of de fout weg is.
13. Als u nog steeds een fout krijgt, schakelt u het apparaat uit en vervolgens opnieuw
in.
Suggesties voor software-installatie
Controleer het computersysteem
• Zorg ervoor dat de computer op een ondersteund besturingssysteem werkt.
• Controleer of de computer minstens voldoet aan de minimale systeemvereisten.
Hoofdstuk 5
118 Onderhoud en problemen oplossen
• Zorg ervoor dat de USB-drivers niet zijn uitgeschakeld in het apparaatbeheer in
Windows.
• Als u een computer met Windows gebruikt en de computer het apparaat niet kan
vinden, voert u het hulpprogramma voor het verwijderen van software uit (util\ccc
\uninstall.bat op de installatie-cd). Hiermee verwijdert u de driver van het apparaat
volledig. Start de computer opnieuw op en installeer de driver van het apparaat
opnieuw.
Controleer of aan de installatievereisten wordt voldaan
• Zorg ervoor dat u de installatie-cd met de juiste installatiesoftware voor uw
besturingssysteem gebruikt.
• Zorg ervoor dat u alle andere programma's afsluit voordat u de software installeert.
• Als het pad naar het cd-station niet wordt herkend, controleert u of u de juiste
stationsaanduiding hebt opgegeven.
• Als uw computer de installatie-cd in het cd-station niet herkent, controleert u of de cd
is beschadigd. De driver van het apparaat kan worden gedownload van de website
van HP (
www.hp.com/support).
Opmerking Als u alle problemen hebt verholpen, moet u het installatieprogramma
opnieuw uitvoeren.
Netwerkproblemen oplossen
Algemene netwerkproblemen oplossen
• Als u de software van het apparaat niet kunt installeren, moet u het volgende
controleren:
â—¦ Alle kabelverbindingen tussen de computer en het apparaat moeten in orde zijn.
â—¦ Het netwerk functioneert en de netwerkhub is ingeschakeld.
â—¦ Alle toepassingen moeten zijn afgesloten of uitgeschakeld voor computers met
Windows, inclusief eventuele antivirusprogramma's, antispywareprogramma's en
firewalls.
◦ Controleer of het apparaat op hetzelfde subnet is geïnstalleerd als de computers
die van het apparaat zullen gebruikmaken.
â—¦ Als het installatieprogramma het apparaat niet kan vinden, drukt u de
netwerkconfiguratiepagina af en voert u handmatig het IP-adres in het
installatieprogramma in. Raadpleeg
Het netwerkconfiguratierapport of het
draadloze statusrapport begrijpen voor meer informatie.
• Als u een computer met Windows gebruikt, moet u controleren of de netwerkpoorten
die in het stuurprogramma van het apparaat zijn gemaakt, overeenkomen met het IP-
adres van het apparaat:
â—¦ Druk de netwerkconfiguratiepagina van het apparaat af.
â—¦ Klik op Start, wijs Instellingen aan en klik op Printers of Printers en
faxapparaten.
-of-
Klik op Start, klik op Configuratiescherm en dubbelklik vervolgens op
Printers.
Installatieproblemen oplossen 119
â—¦ Klik met de rechtermuisknop op het pictogram van het apparaat, kies
Eigenschappen en open het tabblad Poorten.
â—¦ Selecteer de TCP/IP-poort voor het apparaat en klik dan op Poort
configureren.
â—¦ Vergelijk het IP-adres in het dialoogvenster en controleer of het overeenkomt met
het IP-adres op de netwerkconfiguratiepagina. Als de IP-adressen niet
overeenkomen, wijzigt u het IP-adres in het dialoogvenster in het adres op de
netwerkconfiguratiepagina.
â—¦ Klik tweemaal op OK om de instellingen op te slaan en de dialoogvensters te
sluiten.
Problemen met een vaste netwerkverbinding
• Als het lampje Draadloos of Netwerk op het bedieningspaneel niet brandt,
controleert u of aan alle voorwaarden onder "Algemene netwerkproblemen oplossen"
is voldaan.
• Het is niet aan te raden het apparaat een vast IP-adres te geven, maar desondanks
kunnen sommige installatieproblemen (bijvoorbeeld als gevolg van een
firewallconflict) mogelijk worden opgelost door dit toch te doen.
De netwerkinstellingen voor het apparaat herinstellen
1.
Houdt de knop
(Netwerk-knop) (ddruk op sommige modellen op de knop
Draadloos-knop), druk drie keer op de knop (Hervatten) en laat vervolgens de
knop
(Netwerk-knop) los. Het Aan/uit-lampje knippert een paar seconden. Wacht
tot het Aan/uit-lampje brandt.
2.
Druk op de knop
(Netwerk-knop) (druk op sommige modellen op de knop
Draadloos-knop), om de netwerkconfiguratiepagina af te drukken en controleer of
de netwerkinstellinegn zijn gereset. Standaard is de naam van het netwerk (SSID)
"hpsetup" en de communicatiemethode "ad hoc".
Papierstoringen oplossen
Soms loopt afdrukmateriaal vast tijdens een taak. Probeer de volgende oplossingen
voordat u de storing probeert te verhelpen.
• Gebruik afdrukmateriaal dat aan de specificaties voldoet. Raadpleeg
Afdrukmedia
selecteren voor meer informatie.
• Druk niet af op gekreukeld, gevouwen of beschadigd papier.
• Zorg ervoor dat de invoerlades correct geplaatst zijn en niet te vol zitten. Raadpleeg
Afdrukmateriaal laden voor meer informatie.
•
Verhelp een storing in het apparaat
•
Tips voor het vermijden van papierstoringen
Hoofdstuk 5
120 Onderhoud en problemen oplossen
Verhelp een storing in het apparaat
Vastgelopen papier verwijderen
1. Verwijder al het papier uit de uitvoerbak.
Let op Probeer de papierstoring niet via de voorzijde van het apparaat op te
lossen. Het afdrukmechanisme kan daardoor beschadigd raken. Verwijder
vastgelopen papier altijd via het toegangspaneel aan de achterkant of via de
duplexmodule.
2. Controleer het toegangspaneel aan de achterkant of de duplexmodule.
a. Druk op de knoppen aan weerszijden van het toegangspaneel aan de achterkant
of controleer de duplexeenheid en verwijder het paneel of de eenheid.
b. Wanneer u het vastgelopen papier in het apparaat hebt gevonden, pakt u het
papier met beide handen vast en trekt u het naar u toe.
c. Wanneer u het vastgelopen papier daar niet ziet, en u een duplexmodule gebruikt,
drukt u op de grendel boven op de duplexeenheid en laat u de klep van de eenheid
zakken. Wanneer u het vastgelopen papier heeft gevonden, verwijdert u het
voorzichtig uit de printer. Sluit de klep.
d. Plaats de achterklep of de duplexmodule terug in het toestel.
3. Open de kap. Als er papier is achtergebleven in het apparaat, controleert u of de
wagen met printcartridges helemaal rechts in het apparaat staat, verwijdert u
papiersnippers of verkreukeld afdrukmateriaal en trekt u het afdrukmateriaal langs
boven uit het apparaat.
Waarschuwing Ga niet met uw handen in het apparaat als het apparaat
aanstaat en de wagen vastzit. Als u de bovenklep opent, moet de wagen
terugkeren naar de rechterkant van de printer. Als dit niet gebeurt, schakelt u het
apparaat uit voordat u het vastgelopen papier verwijdert.
4. Nadat u het vastgelopen papier hebt verwijderd, sluit u alle kleppen. Vervolgens zet
u het apparaat aan (als u het apparaat had uitgezet) en verzendt u de afdruktaak
opnieuw.
Papierstoringen oplossen 121
Tips voor het vermijden van papierstoringen
• Controleer of niets de papierbaan blokkeert.
• Plaats niet te veel papier in de lades. Raadpleeg
Informatie over de specificaties van
ondersteund afdrukmateriaal voor meer informatie.
• Vul papier op de juiste manier bij als het apparaat niet aan het afdrukken is.
Raadpleeg
Afdrukmateriaal laden voor meer informatie.
• Gebruik geen gekreukt papier.
• Gebruik altijd afdrukmateriaal dat voldoet aan de specificaties. Raadpleeg
Afdrukmedia selecteren voor meer informatie.
• Zorg dat de uitvoerlade niet te vol zit.
• Controleer of de geleiders goed tegen de stapel afdrukmateriaal zijn geplaatst, maar
niet te strak zodat het kreukt of opbolt.
Fouten (Windows)
• Printkopprobleem - De printkop lijkt te ontbreken of beschadigd te zijn
•
Incompatibele printkop
•
Probleem met de printkop en geavanceerd onderhoud aan de printkop
•
Apparaat afgesloten
•
Inktalarm
•
Probleem met de cartridge
•
Probleem met de cartridge
•
Verkeerd papier
•
De cartridgehouder kan niet bewegen
•
Vastgelopen papier
•
De printer heeft geen papier meer.
•
Incompatibele cartridge(s)
•
Printer offline
•
Printer onderbroken
•
Document afdrukken mislukt
•
Een originele HP-cartridge die eerder al werd gebruikt
•
Waarschuwing capaciteit van de inktservice
•
Algemene afdrukfout
Printkopprobleem - De printkop lijkt te ontbreken of beschadigd te zijn
Doe het volgende om de fout te verhelpen:
Geavanceerd onderhoud aan de printkop
Incompatibele printkop
De geïnstalleerde printkop is niet bedoeld voor gebruik in deze printer, of is
mogelijk beschadigd
Hoofdstuk 5
122 Onderhoud en problemen oplossen
Doe het volgende om de fout te verhelpen:
•
Geavanceerd onderhoud aan de printkop
•
Benodigdheden
Probleem met de printkop en geavanceerd onderhoud aan de printkop
In dit gedeelte komen de volgende onderwerpen aan bod:
•
Probleem met de printkop - De volgende printkop heeft een probleem
•
Geavanceerd onderhoud aan de printkop
Probleem met de printkop - De volgende printkop heeft een probleem
Doe het volgende om de fout te verhelpen:
•
Geavanceerd onderhoud aan de printkop
•
Benodigdheden
Geavanceerd onderhoud aan de printkop
Waarschuwing Plaats de printkop alleen terug als onderdeel van de procedure voor
foutberichten Probleem met de printkop
De printkop opnieuw installeren
1. Controleer of het apparaat is ingeschakeld.
2. Open de klep van de printcartridge.
3. Verwijder alle printcartridges en plaats ze op een vel papier met de inktopening naar
boven.
Fouten (Windows) 123
4. Breng de vergrendelingshendel omhoog op de wagen met de printcartridges.
5. Verwijder de printkop door deze recht omhoog te heffen.
Hoofdstuk 5
124 Onderhoud en problemen oplossen
6. Reinig de printkop.
Op de printkop zijn er drie gebieden die moeten worden gereinigd: de plastic randen
aan beide kanten van de inktsproeiers, de hoek tussen de sproeiers en de elektrische
contactpunten, en de elektrische contactpunten.
1 Plastic randen aan de kanten van de sproeiers
2 Rand tussen sproeiers en contactpunten
3 Elektrische contacten
Let op Raak de gebieden met de sproeiers en de elektrische contactpunten
alleen aan met reinigingsmateriaal en niet met uw vinger.
De printkop reinigen
a. Bevochtig een schoon, pluisvrij doekje lichtjes en wrijf van onder naar boven over
het gebied met de elektrische contactpunten. Ga niet verder dan de hoek tussen
de sproeiers en de elektrische contactpunten. Reinig totdat er geen nieuwe inkt
meer op het doekje zit.
Fouten (Windows) 125
b. Gebruik een nieuw, licht bevochtigd en pluisvrij doekje om opgehoopte inkt en
vuil van de hoek tussen de sproeiers en de contactpunten te vegen.
c. Gebruik een nieuw, licht bevochtigd en pluisvrij doekje om de plastic randen aan
beide kanten van de sproeiers schoon te vegen. Veeg van de sproeiers af.
d. Wrijf de eerder gereinigde gebieden droog met een droog pluisvrij doekje voordat
u verdergaat met de volgende stap.
Hoofdstuk 5
126 Onderhoud en problemen oplossen
7. Reinig de elektrische contactpunten in het apparaat.
De elektrische contactpunten in het apparaat reinigen
a. Bevochtig een schone pluisvrije doek lichtjes met gedistilleerd water of
flessenwater.
b. Reinig de elektrische contactpunten in het apparaat door met het doekje van
boven naar onder te wrijven. Gebruik zo veel nieuwe doekjes als nodig. Reinig
totdat er geen inkt meer op het doekje zit.
c. Wrijf het gebied droog met een droog pluisvrij doekje voordat u verdergaat met
de volgende stap.
8. Zorg ervoor dat de vergrendelingshendel omhoog staat en plaats vervolgens de
printkop opnieuw.
Fouten (Windows) 127
9. Laat de vergrendelingsgreep voorzichtig zakken.
Opmerking Zorg ervoor dat u de vergrendelingsgreep laat zakken voordat u de
printcartridges opnieuw plaatst. Als u de veiligheidspal omhoog laat, kan dit ertoe
leiden dat de printcartridges niet juist zijn geplaatst, wat problemen bij het
afdrukken kan geven. De vergrendelingsgreep moet omlaag blijven om de
printcartridges juist te plaatsen.
10. Gebruik de gekleurde symbolen als leidraad en schuif de inktcartridge in de lege sleuf
tot hij op zijn plaats klikt en stevig op zijn plek zit.
11. Sluit de klep van de printcartridges.
Apparaat afgesloten
Doe het volgende om de fout te verhelpen:
Suggesties voor hardware-installatie
Inktalarm
Kies uw fout
•
HP raadt aan om een vervangende cartridge beschikbaar te houden voor wanneer
de afdrukkwaliteit onaanvaardbaar wordt
•
De hoeveelheid inkt in de volgende cartridge kan laag genoeg zijn om een slechte
afdrukkwaliteit te veroorzaken en de cartridge moet mogelijk binnenkort worden
vervangen. HP raadt aan om een vervangende cartridge beschikbaar te houden om
te installeren wanneer de afdrukkwaliteit onaanvaardbaar wordt
•
Inktsysteemfout
Hoofdstuk 5
128 Onderhoud en problemen oplossen
HP raadt aan om een vervangende cartridge beschikbaar te houden voor wanneer
de afdrukkwaliteit onaanvaardbaar wordt
Doe het volgende om de fout te verhelpen:
•
Printcartridges vervangen
•
Benodigdheden
Opmerking Waarschuwingen en indicatorlampjes voor het inktniveau bieden
uitsluitend schattingen om te kunnen plannen. Wanneer u waarschuwingen over lage
inktniveaus krijgt, overweeg dan om een vervangende cartridge klaar te houden om
eventuele afdrukvertragingen te vermijden. U hoeft de printcartridges niet te
vervangen voor de afdrukkwaliteit onaanvaardbaar wordt.
Zie
Recyclingprogramma van HP inkjet-onderdelen voor meer informatie over het
recyclen van gebruikte inkten.
De hoeveelheid inkt in de volgende cartridge kan laag genoeg zijn om een slechte
afdrukkwaliteit te veroorzaken en de cartridge moet mogelijk binnenkort worden
vervangen. HP raadt aan om een vervangende cartridge beschikbaar te houden om
te installeren wanneer de afdrukkwaliteit onaanvaardbaar wordt
Doe het volgende om de fout te verhelpen:
•
Printcartridges vervangen
•
Benodigdheden
Opmerking Waarschuwingen en indicatorlampjes voor het inktniveau bieden
uitsluitend schattingen om te kunnen plannen. Wanneer u waarschuwingen over lage
inktniveaus krijgt, overweeg dan om een vervangende cartridge klaar te houden om
eventuele afdrukvertragingen te vermijden. U hoeft de printcartridges niet te
vervangen voor de afdrukkwaliteit onaanvaardbaar wordt.
Zie
Recyclingprogramma van HP inkjet-onderdelen voor meer informatie over het
recyclen van gebruikte inkten.
Inktsysteemfout
Doe het volgende om de fout te verhelpen:
Zet het apparaat uit, koppel het netsnoer los en wacht vervolgens 10 seconden. Steek
de stekker dan terug in en zet het apparaat aan.
Als u deze boodschap nog steeds ontvangt, noteer dan de foutcode die in de melding op
het scherm wordt weergegeven en neem contact op met HP-ondersteuning. Ga naar
www.hp.com/support.
Kies wanneer hierom wordt gevraagd uw land/regio en klik vervolgens op Neem contact
op met HP als u contact wilt opnemen met de technische ondersteuning.
Oorzaak: De printkop of het inktsysteem is defect en het apparaat kan niet meer
afdrukken.
Fouten (Windows) 129
Probleem met de cartridge
Kies uw fout
•
De volgende printcartridge lijkt verdwenen of beschadigd te zijn
•
Cartridge(s) in verkeerde houder - De volgende cartridges zijn in de verkeerde
houders
De volgende printcartridge lijkt verdwenen of beschadigd te zijn
Doe het volgende om de fout te verhelpen:
•
Printcartridges vervangen
•
Benodigdheden
Opmerking Waarschuwingen en indicatorlampjes voor het inktniveau bieden
uitsluitend schattingen om te kunnen plannen. Wanneer u waarschuwingen over lage
inktniveaus krijgt, overweeg dan om een vervangende cartridge klaar te houden om
eventuele afdrukvertragingen te vermijden. U hoeft de printcartridges niet te
vervangen voor de afdrukkwaliteit onaanvaardbaar wordt.
Zie
Recyclingprogramma van HP inkjet-onderdelen voor meer informatie over het
recyclen van gebruikte inkten.
Cartridge(s) in verkeerde houder - De volgende cartridges zijn in de verkeerde
houders
Zorg ervoor dat de printcartridges in de juiste sleuven zijn.
Doe het volgende om de fout te verhelpen:
Printcartridges vervangen
Probleem met de cartridge
De volgende cartridge heeft een probleem
Doe het volgende om de fout te verhelpen:
•
Printcartridges vervangen
•
Benodigdheden
•
Recyclingprogramma van HP inkjet-onderdelen
Verkeerd papier
Papier komt niet overeen met instelling voor papierformaat en papiersoort
Doe het volgende om de fout te verhelpen:
•
Afdrukmateriaal laden
•
Afdrukken op speciaal en aangepast afdrukmateriaal
•
De afdrukinstellingen wijzigen
De cartridgehouder kan niet bewegen
Schakel het apparaat uit. Controleer of er verstopt papier of een andere versperring
in het apparaat zit
Hoofdstuk 5
130 Onderhoud en problemen oplossen
Doe het volgende om de fout te verhelpen:
•
Verhelp een storing in het apparaat
•
Suggesties voor hardware-installatie
Vastgelopen papier
Er is een papierstoring (of verkeerde invoer) opgetreden. Verwijder het
vastgelopen papier en druk op de knop Hervatten op de printer
Doe het volgende om de fout te verhelpen:
Verhelp een storing in het apparaat
De printer heeft geen papier meer.
Laad meer papier en druk op de knop Doorgaan aan de voorzijde van de printer
Doe het volgende om de fout te verhelpen:
Afdrukmateriaal laden
Incompatibele cartridge(s)
Kies uw fout
•
De volgende cartridge is niet bedoeld voor gebruik in deze printer
•
De volgende cartridges zijn niet bedoeld voor gebruik in deze printer zoals deze
momenteel is geconfigureerd
De volgende cartridge is niet bedoeld voor gebruik in deze printer
Doe het volgende om de fout te verhelpen:
•
Printcartridges vervangen
•
Benodigdheden
•
Recyclingprogramma van HP inkjet-onderdelen
De volgende cartridges zijn niet bedoeld voor gebruik in deze printer zoals deze
momenteel is geconfigureerd
Doe het volgende om de fout te verhelpen:
•
Printcartridges vervangen
•
Benodigdheden
•
Recyclingprogramma van HP inkjet-onderdelen
Printer offline
Uw printer is momenteel offline
Fouten (Windows) 131
Doe het volgende om de fout te verhelpen:
Controleren of de werking van de printer niet is onderbroken en of de printer niet
offline is (Windows)
1. Ga, afhankelijk van het besturingssysteem, op een van de volgende manieren te
werk:
• Windows Vista: klik op de taakbalk van Windows op Start, klik op
Configuratiescherm en klik op Printers.
• Windows XP: klik op de taakbalk van Windows op Start, klik op
Configuratiescherm en klik op Printers en faxapparaten.
2. Dubbelklik op het pictogram van uw apparaat om de afdrukwachtrij te openen.
3. Zorg ervoor dat in het menu Printer Afdrukken onderbreken of Printer offline
gebruiken niet is aangevinkt.
4. Als u wijzigingen hebt doorgevoerd, probeert u opnieuw af te drukken.
Controleren of de printer onderbroken of offline is (Mac OS X)
1. Klik op Systeemvoorkeuren, klik op Afdrukken & faxen, en selecteer vervolgens
de printer die u wilt gebruiken.
2. Dubbelklik op het pictogram van uw apparaat om de afdrukwachtrij te openen.
3. Als Onderbreken is geselecteerd, klik dan op Hervatten.
4. Als u wijzigingen hebt doorgevoerd, probeert u opnieuw af te drukken.
Printer onderbroken
Uw printer is momenteel onderbroken
Doe het volgende om de fout te verhelpen:
Printer offline
Document afdrukken mislukt
Een taak is niet afgedrukt vanwege een fout in het printsysteem.
Problemen met het afdrukken oplossen.
Een originele HP-cartridge die eerder al werd gebruikt
De volgende cartridges werden al eerder gebruikt:
De originele HP-printcartridge werd eerder in een ander apparaat gebruikt.
Controleer de afdrukkwaliteit van de huidige afdruktaak. Als de kwaliteit niet bevredigend
is, kunt u proberen de printkop te reinigen om te zien of dit de kwaliteit verbetert.
Volg de stappen op het display of het computerscherm om door te gaan.
Raadpleeg
reinig de printkop voor meer informatie.
Opmerking HP raadt aan om u de printcartridges niet gedurende een langere tijd
buiten de printer te laten. Controleer de afdrukkwaliteit als een gebruikte cartridge is
geplaatst. Als de kwaliteit niet bevredigend is, voer dan de reinigingsprocedure vanuit
de werkset uit.
Hoofdstuk 5
132 Onderhoud en problemen oplossen
Waarschuwing capaciteit van de inktservice
Als u het apparaat verplaatst of vervoert nadat u dit bericht hebt ontvangen, moet u ervoor
zorgen dat u het apparaat recht houdt en niet kantelt om te vermijden dat er inkt lekt.
Het afdrukken kan doorgaan, maar het gedrag van het inktsysteem verandert mogelijk.
Het apparaat heeft de capaciteit van de inktservice bijna gemaximaliseerd.
Algemene afdrukfout
Als u het apparaat verplaatst of vervoert nadat u dit bericht hebt ontvangen, moet u ervoor
zorgen dat u het apparaat recht houdt en niet kantelt om te vermijden dat er inkt lekt. Er
is een probleem opgetreden met het apparaat.
Noteer de foutcode die in de melding wordt gegeven en neem vervolgens contact op met
HP-ondersteuning. Bezoek:
www.hp.com/support.
Kies wanneer hierom wordt gevraagd uw land/regio en klik vervolgens op Neem contact
op met HP als u contact wilt opnemen met de technische ondersteuning.
Fouten (Windows) 133
6 Lampjes op het
bedieningspaneel
De controlelampjes geven de status weer en zijn nuttig voor het bepalen van
afdrukproblemen. In dit hoofdstuk wordt informatie gegeven over de lampjes, wat ermee
wordt aangegeven en wat u eventueel moet doen.
•
Betekenis van de lampjes van het bedieningspaneel
Betekenis van de lampjes van het bedieningspaneel
1 Knop en lampje Aan/Uit
2 Knop en lampje Doorgaan
3 Knop Annuleren
4
Netwerkknop (beschikbaar op sommige modellen)
Draadloosknop
(beschikbaar op sommige modellen)
5 Inktpatroonlampjes
134 Lampjes op het bedieningspaneel
Bezoek de website van HP (www.hp.com/support) voor de meest recente informatie over
het oplossen van problemen en productfixes en -updates.
Statusbeschrijving/lampjespatroon Uitleg en uit te voeren
handeling
Alle lampjes zijn uit. Het apparaat staat uit.
•
Sluit het netsnoer aan.
•
Druk op (Aan/uit knop).
Het Aan/Uit-lampje brandt. Het apparaat is gereed.
U hoeft niets te doen.
Het Aan/Uit-lampje knippert. Het apparaat wordt in- of
uitgeschakeld of is bezig met het
verwerken van een afdruktaak.
U hoeft niets te doen.
Het apparaat wacht tot de inkt
droog is.
Wacht totdat de inkt droog is.
Het Aan/Uit-lampje en het lampje Doorgaan knipperen. Er is papier vastgelopen in het
apparaat.
Verwijder al het papier uit de
uitvoerbak. Zoek het
vastgelopen afdrukmateriaal en
verwijder het. Zie Verhelp een
storing in het apparaat.
De wagen van het apparaat
staat stil.
•
Open de bovenste klep en
verwijder eventuele
obstakels (zoals
vastgelopen
afdrukmateriaal).
•
Druk op (Hervatten-
knop) om verder te gaan
met afdrukken.
•
Als het probleem aanhoudt,
schakelt u het apparaat uit
en dan weer aan.
Betekenis van de lampjes van het bedieningspaneel 135
Statusbeschrijving/lampjespatroon Uitleg en uit te voeren
handeling
Het Aan/Uit-lampje brandt en het lampje Doorgaan knippert. Het papier is op.
Plaats papier en druk op
(Hervatten-knop).
De breedte-instelling komt niet
overeen met het geplaatste
afdrukmateriaal.
Wijzig de
afdrukmateriaalinstelling in de
printdriver zodat deze past bij
het geplaatste afdrukmateriaal.
Zie
Afdrukken op speciaal en
aangepast afdrukmateriaal voor
meer informatie.
Het Aan/Uit-lampje en het lampje Doorgaan branden. Een van de kleppen is niet goed
gesloten.
Controleer of alle kleppen zijn
gesloten.
De lampje Aan/uit brandt en de lampjes van de printcartridges
knipperen om de beurt, van links naar rechts.
De printkop ontbreekt of is
defect
•
Controleer of de
aangegeven printkop goed
is geïnstalleerd.
•
Als het probleem blijft
bestaan, vervangt u de
printkop.
Hoofdstuk 6
(vervolg)
136 Lampjes op het bedieningspaneel
Statusbeschrijving/lampjespatroon Uitleg en uit te voeren
handeling
De lampje Aan/uit knippert en de lampjes van de printcartridges
knipperen om de beurt, van links naar rechts.
De printkop is niet compatibel.
•
Controleer of de
aangegeven printkop goed
is geïnstalleerd.
•
Als het probleem blijft
bestaan, vervangt u de
printkop.
Het Aan/Uit-lampje brandt en een of meer inktpatroonlampjes
knipperen.
Een of meer inktpatronen
ontbreken.
Er is een dubbele cartridge in
het toestel geïnstalleerd.
•
Plaats de aangegeven
inktcartridge en probeer
dan af te drukken. Verwijder
de inktcartridge eventueel
een aantal keren en plaats
hem terug.
•
Als het probleem aanhoudt,
moet de aangegeven
printpatroon worden
vervangen.
Het inktniveau is laag en heeft
mogelijk invloed op de
afdrukkwaliteit.
Vervang de aangegeven
inktcartridge. Zie voor
bestelinformatie
HP toebehoren
en accessoires.
(vervolg)
Betekenis van de lampjes van het bedieningspaneel 137
Statusbeschrijving/lampjespatroon Uitleg en uit te voeren
handeling
Opmerking Waarschuwingen
en indicatorlampjes voor het
inktniveau bieden uitsluitend
schattingen om te kunnen
plannen. Wanneer u een
waarschuwing voor een laag
inktniveau krijgt, overweeg dan
om een vervangende cartridge
klaar te houden om eventuele
afdrukvertragingen te
vermijden. U hoeft de
printcartridges niet te vervangen
voor de afdrukkwaliteit
onaanvaardbaar wordt.
Het Aan/Uit-lampje en een of meer inktpatroonlampjes
knipperen.
Een of meerdere van de
printcartridges zijn defect,
hebben aandacht nodig, zijn
onjuist, onbreken, zijn
beschadigd of zijn niet
compatibel.
•
Zorg ervoor dat de
aangegeven inktcartridge
goed is geplaatst en
probeer dan af te drukken.
Verwijder de inktcartridge
eventueel een aantal keren
en plaats hem terug.
•
Als het probleem aanhoudt,
moet de aangegeven
printpatroon worden
vervangen.
Het Aan/Uit-lampje brandt en een of meer inktpatroonlampjes
branden.
Een of meer inktpatronen zijn
bijna leeg en moeten binnenkort
worden vervangen.
Houd nieuwe printcartridges bij
de hand en vervang de huidige
printcartridges zodra de
afdrukkwaliteit onaanvaardbaar
wordt.
Opmerking Waarschuwingen
en indicatorlampjes voor het
inktniveau bieden uitsluitend
schattingen om te kunnen
plannen. Wanneer u een
waarschuwing voor een laag
niveau krijgt, overweeg dan om
een vervangende cartridge
klaar te houden om eventuele
afdrukvertragingen te
vermijden.
Hoofdstuk 6
(vervolg)
138 Lampjes op het bedieningspaneel
Statusbeschrijving/lampjespatroon Uitleg en uit te voeren
handeling
Het Aan/Uit-lampje brandt en het lampje Hervatten en een of
meer printcartridgelampjes knipperen.
Een van onderstaande
mogelijkheden is opgetreden.
•
Een of meer printcartridges
zijn bijna leeg waardoor de
afdrukkwaliteit slechter is
geworden.
Vervang de bestaande
printcartridges door nieuwe
om een slechte
afdrukkwaliteit te
voorkomen. Om verder te
gaan met de bestaande
printcartridges drukt u op de
knop
(Doorgaan).
Opmerking
Waarschuwingen en
indicatorlampjes voor het
inktniveau bieden
uitsluitend schattingen om
te kunnen plannen.
Wanneer u een
waarschuwing voor een
laag niveau krijgt, overweeg
dan om een vervangende
cartridge klaar te houden
om eventuele
afdrukvertragingen te
vermijden.
•
Een of meerdere
printcartridges zijn leeg.
Vervang de bestaande
printcartridges door
authentieke HP-
printcartridges.
Let op HP kan de kwaliteit
of de betrouwbaarheid van
niet-HP-producten niet
waarborgen.
Productstoringen of schade
ten gevolge van het gebruik
van printcartridges van een
ander merk valt niet onder
de garantie. Als u dacht een
originele HP-printcartridge
te hebben gekocht, surf dan
naar
www.hp.com/go/
anticounterfeit.
(vervolg)
Betekenis van de lampjes van het bedieningspaneel 139
Statusbeschrijving/lampjespatroon Uitleg en uit te voeren
handeling
Om verder te gaan met de
bestaande printcartridges
drukt u op de knop
(Doorgaan).
•
U hebt net een nieuwe
printkop geïnstalleerd en de
inkt in de printcartridge is
bijna op. Mogelijk is er te
weinig inkt om de printkop
te initialiseren.
Kijk na of de aangegeven
printcartridge goed werd
geplaatst, vervang de
aangegeven printcartridge
door een nieuwe of druk op
de knop
(Doorgaan) om
de bestaande printcartridge
verder te blijven gebruiken.
Alle lampjes branden. Er is een onherstelbare fout
opgetreden Haal het netsnoer
uit het apparaat, sluit het
netsnoer van de computer weer
aan, en probeer af te drukken.
Hoofdstuk 6
(vervolg)
140 Lampjes op het bedieningspaneel
A HP toebehoren en accessoires
Dit hoofdstuk bevat informatie over HP-benodigdheden en accessoires voor het apparaat. De
informatie kan zonder voorafgaande kennisgeving worden gewijzigd. Bezoek de website van HP
(
www.hpshopping.com) voor de laatste updates. U kunt ook producten aankopen via de website.
•
Afdrukbenodigdheden online bestellen
•
Accessoires
•
Benodigdheden
Afdrukbenodigdheden online bestellen
Om benodigdheden te bestellen of een afdrukbare winkellijst aan te maken, opent u het pictogram
op het bureaublad van het HP Solution Center dat werd geïnstalleerd door uw HP-printersoftware,
en klikt u op het pictogram Winkelen. Selecteer Kopen of Mijn winkellijst afdrukken. HP Solution
Center uploadt, met uw toestemming, informatie over de printer, waaronder modelnummer,
serienummer en geschatte inktniveaus. De HP-benodigdheden die in uw printer werken worden
voorgeselecteerd. U kunt hoeveelheden aanpassen, items toevoegen of verwijderen, en de lijst
vervolgens afdrukken of online kopen bij de HP-winkel of bij andere online verkopers (opties
verschillen per land/regio). Informatie over de cartridges en links naar online winkelen verschijnen
ook op de waarschuwingsberichten over de inkt.
U kunt ook online bestellen door te gaan naar
www.hp.com/buy/supplies. Kies wanneer u dit wordt
gevraagd uw land/regio, volg de opdrachten om uw apparaat te selecteren en vervolgens de
benodigdheden die u nodig hebt.
Opmerking Online printcartridges bestellen is niet in alle landen/regio's mogelijk. Veel landen
hebben echter informatie over telefonisch bestellen, een lokale winkel vinden of een
boodschappenlijstje afdrukken. Verder kunt u de optie "Hoe kopen" selecteren bovenaan de
pagina
www.hp.com/buy/supplies om informatie te krijgen over het kopen van HP-producten in
uw land.
Accessoires
Opmerking Het is mogelijk dat in uw land/regio bepaalde accessoires niet beschikbaar zijn.
Raadpleeg het document
www.hp.com/support voor meer informatie.
HP toebehoren en accessoires 141
HP USB Network Print Adapter Q6275A Via de USB 2.0 printer adapter kunt u
het apparaat delen met meerdere
computers.
HP upgradekit voor draadloos
printergebruik
Q6236A, Q6259A Niet-draadloze apparaten upgraden
om 802.11g draadloze technologie te
gebruiken
HP draadloze G printserver Q6301A, Q6302A 802.11g printerserver voor draadloze
communicatie met een computer
Benodigdheden
Dit gedeelte bevat de volgende onderwerpen:
• Printcartridges
• HP media
Printcartridges
Online printcartridges bestellen is niet in alle landen/regio's mogelijk. Veel landen hebben echter
informatie over telefonisch bestellen, een lokale winkel vinden of een boodschappenlijstje afdrukken.
Bovendien kunt u de optie HP kopen bovenaan de pagina
www.hp.com/buy/supplies selecteren om
informatie te verkrijgen over het kopen van HP-producten in uw land.
Het nummer van de inktcartridge is terug te vinden op de volgende plaatsen:
• Op de informatiepagina van de geïntegreerde webserver (zie
Geïntegreerde webserver).
• Windows: In de Werkset klikt u, als u over tweerichtingscommunicatie beschikt, op het tabblad
Geschatte inktniveaus, bladert u naar de knop Cartridgedetails button en klikt u vervolgens
op Cartridgedetails.
• Mac OS X: Vanaf het Hulpprogramma van de HP-printer klikt u op Info benodigdheden in
het paneel Informatie en ondersteuning en vervolgens op Informatie detailhandel
benodigdheden.
• Op het label van de inktcartridge die u gaat vervangen.
• Solution Center: Vanuit het Solution Center kunt u via het tabblad Shopping of het scherm
Geschat inktniveau informatie over benodigdheden bekijken.
• Op de printerstatuspagina (zie
De printerstatuspagina begrijpen).
Opmerking Waarschuwingen en indicatorlampjes voor het inktniveau bieden uitsluitend
schattingen om te kunnen plannen. Overweeg om een nieuwe patroon aan te schaffen op het
moment dat het bericht verschijnt dat de inkt bijna op is, zodat u vertragingen bij het afdrukken
voorkomt. U hoeft de cartridges niet te vervangen tot wanneer u dit wordt gevraagd.
HP media
Als u afdrukmateriaal wilt bestellen, zoals HP Premium Papier gaat u naar www.hp.com.
HP beveelt gewoon papier met het ColorLok-logo aan voor het
afdrukken van alledaagse documenten. Alle papieren met het
ColorLok-logo worden onafhankelijk getest om te bentwoorden
aan hoge standaarden van betrouwbaarheid en afdrukkwaliteit, en
documenten te produceren met heldere kleuren en scherp zwart
& die sneller drogen dan normaal gewoon papier. Zoek papier met
het ColorLok-logo met verschillende gewichten en formaten van
grote papierfabrikanten.
Bijlage A
142 HP toebehoren en accessoires
B Ondersteuning en garantie
Dit hoofdstuk, Onderhoud en problemen oplossen, bevat suggesties voor het oplossen van
veelvoorkomende problemen. Als uw apparaat niet naar behoren werkt en de oplossingen in deze
handleiding het probleem niet verhelpen, kunt u gebruikmaken van één van de onderstaande
ondersteuningsdiensten.
Dit gedeelte bevat de volgende onderwerpen:
•
Elektronische ondersteuning krijgen
• Telefonische ondersteuning van HP krijgen
•
Beperkte garantieverklaring van Hewlett-Packard
•
Garantie-informatie printcartridge
• Het apparaat klaarmaken voor verzending
•
Het apparaat verpakken
Elektronische ondersteuning krijgen
Voor ondersteuning en informatie over de garantie kunt u naar de website van HP gaan op
www.hp.com/support. Kies desgevraagd uw land/regio en klik op Neem contact op met HP-
ondersteuning als u contact wilt opnemen met de technische ondersteuning.
Deze website biedt ook technische ondersteuning, drivers, benodigdheden, bestelinformatie en
andere opties zoals:
• Online pagina's met ondersteuning raadplegen.
• Een e-mail naar HP sturen voor antwoord op uw vragen.
• On line met een technicus van HP spreken.
• Controleren of er software-updates zijn.
U kunt ook ondersteuning van HP krijgen via de volgende elektronische hulpbronnen:
• Werkset (Windows): De Werkset biedt eenvoudige, stapsgewijze oplossingen voor
veelvoorkomende afdrukproblemen. Raadpleeg
Werkset (Windows) voor meer informatie.
• Geïntegreerde webserver: Als het apparaat op een netwerk is aangesloten, kunt u de
geïntegreerde webserver gebruiken om informatie over de status te bekijken, instellingen te
wijzigen en het apparaat vanaf de computer te beheren. Raadpleeg Geïntegreerde webserver
voor meer informatie.
De ondersteuningsopties en beschikbaarheid variëren per product, land/regio en taal.
Ondersteuning en garantie 143
Telefonische ondersteuning van HP krijgen
Gedurende de garantieperiode kunt u een beroep doen op het HP Klantenondersteuningscentrum.
Opmerking HP biedt geen telefonische ondersteuning voor afdrukken in Linux. Alle
ondersteuning wordt online geboden op de volgende website:
https://launchpad.net/hplip. Klik
op de knop Een vraag stellen om het ondersteuningsproces op te starten.
De besturingssystemen Windows of Mac OS X worden niet ondersteund door HPLIP. Indien u
deze besturingssystemen gebruikt, ga dan naar de HP-website voor bijkomende ondersteuning.
Dit gedeelte bevat de volgende onderwerpen:
• Voordat u belt
• Wat te doen bij problemen
• Telefonische ondersteuning van HP
• Opties voor aanvullende garantie
• HP Snelle omruilservice (Japan)
• HP Korea klantenondersteuning
Voordat u belt
Bezoek de website van HP (www.hp.com/support) voor de nieuwste informatie over het oplossen
van problemen of productverbeteringen en -updates.
Het kan zijn dat bij de software van andere bedrijven wordt geleverd bij het HP-apparaat. Als u met
een van deze programma's problemen ondervindt, neemt u voor de best mogelijke technische
ondersteuning contact op met de desbetreffende fabrikant.
Opmerking Deze informatie is niet van toepassing op klanten in Japan. Zie HP Snelle
omruilservice (Japan) voor meer informatie over service in Japan.
Houd de volgende informatie bij de hand zodat de medewerkers van ons
Klantenondersteuningscentrum u zo goed mogelijk van dienst kunnen zijn.
1. Druk de printerstatuspagina van het toestel af. Raadpleeg
De printerstatuspagina begrijpen voor
meer informatie. Als het apparaat niet afdrukt, houd dan de volgende informatie bij de hand:
• Apparaatmodel
• Modelnummer en serienummer (aan de achterzijde van de printer)
2. Ga na welk besturingssysteem u gebruikt, bijvoorbeeld Windows XP.
3. Als het apparaat is aangesloten op een netwerk, controleer dan het besturingssysteem van het
netwerk.
4. Noteer hoe het apparaat met uw systeem is verbonden, bijvoorbeeld via een USB- of
netwerkverbinding.
5. Noteer het versienummer van de printersoftware. (U vindt het versienummer van de printerdriver
door het dialoogvenster met printerinstellingen of -eigenschappen te openen en op het tabblad
Info te klikken.)
6. Wanneer u problemen heeft met het afdrukken vanuit een bepaalde toepassing noteer dan de
naam en het versienummer van de toepassing.
Bijlage B
144 Ondersteuning en garantie
Wat te doen bij problemen
Voer de volgende stappen uit als u een probleem hebt
1. Raadpleeg de documentatie die bij het apparaat is geleverd.
2. Ga naar de website voor online ondersteuning van HP op
www.hp.com/support. Online
ondersteuning van HP is beschikbaar voor alle klanten van HP. Het is de betrouwbaarste bron
van actuele informatie over het apparaat en deskundige hulp, en biedt de volgende voordelen:
• Snelle toegang tot gekwalificeerde online ondersteuningstechnici
• Software en stuurprogramma-updates voor het HP-apparaat
• Waardevolle informatie voor het oplossen van veel voorkomende problemen
• Pro-actieve apparaatupdates, ondersteuningswaarschuwingen en HP-nieuwsbrieven die
beschikbaar zijn als u het HP-apparaat registreert
3. Bel HP Ondersteuning. De ondersteuningsopties en de beschikbaarheid verschillen per
apparaat, land/regio en taal.
Telefonische ondersteuning van HP
De telefoonnummmers voor ondersteuning en de tarieven die hier worden weergegeven zijn geldig
op het ogenblik van deze publicatie. Zie
www.hp.com/support voor de meest actuele HP-lijst met
telefoonnummers voor ondersteuning en informatie over de tarieven.
Dit gedeelte bevat de volgende onderwerpen:
•
Periode voor telefonische ondersteuning
•
Telefoonnummers voor telefonische ondersteuning
• Telefonisch contact opnemen
•
Na de periode van telefonische ondersteuning
Periode voor telefonische ondersteuning
Eén jaar telefonische ondersteuning is beschikbaar in Noord-Amerika, Azië (Stille Oceaan) en
Latijns-Amerika (inclusief Mexico).
Ga naar
www.hp.com/support voor informatie over de lengte van de telefonische ondersteuning in
Europa, het Midden Oosten en Afrika. De standaard telefoonkosten zijn van toepassing.
Telefonische ondersteuning van HP krijgen 145
Telefoonnummers voor telefonische ondersteuning
Zie www.hp.com/support voor de meest actuele lijst met telefoonnummers voor ondersteuning.
Bijlage B
146 Ondersteuning en garantie
Telefonisch contact opnemen
Bel HP-ondersteuning terwijl u bij de computer en het HP-apparaat zit. Houd de volgende gegevens
bij de hand:
• Modelnummer (dit vindt u op het etiket aan de voorzijde van het apparaat)
• Serienummer (dit vindt u achter of onder op het apparaat)
• Berichten die verschijnen wanneer het probleem zich voordoet
• Antwoorden op de volgende vragen:
â—¦ Doet dit probleem zich vaker voor?
â—¦ Kunt u het probleem reproduceren?
â—¦ Hebt u nieuwe hardware of software aan de computer toegevoegd kort voordat dit probleem
zich begon voor te doen?
â—¦ Heeft er zich iets anders bijzonders voorgedaan voor deze toestand (een onweer, werd het
HP-toestel verplaatst, enz.)?
Na de periode van telefonische ondersteuning
Na afloop van de periode waarin u een beroep kunt doen op telefonische ondersteuning, kunt u
tegen vergoeding voor hulp terecht bij HP. Help is mogelijk ook beschikbaar via de website voor
online ondersteuning van HP: www.hp.com/support. Neem contact op met uw HP leverancier of bel
het telefoonnummer voor ondersteuning in uw land/regio voor meer informatie over de beschikbare
ondersteuningsopties.
Opties voor aanvullende garantie
Tegen extra kosten zijn aanvullende serviceplannen beschikbaar voor het HP-apparaat. Ga naar
www.hp.com/support, selecteer uw land/regio en taal en zoek in het deel over service en garantie
meer informatie over de uitgebreide serviceplannen.
Telefonische ondersteuning van HP krijgen 147
HP Snelle omruilservice (Japan)
Raadpleeg Het apparaat verpakken voor instructies voor het verpakken van het product voor
retournering of vervanging.
HP Korea klantenondersteuning
Bijlage B
148 Ondersteuning en garantie
Beperkte garantieverklaring van Hewlett-Packard
Beperkte garantieverklaring van Hewlett-Packard 149
Garantie-informatie printcartridge
De garantie op HP-cartridges is van toepassing wanneer het product wordt gebruikt in combinatie
met de daarvoor bedoelde printer van HP. Deze garantie is niet van toepassing op bijgevulde,
gerecyclede, aangepaste, verkeerd gebruikte of vervalste inktproducten van HP.
Gedurende de garantieperiode is het product gedekt zolang de HP-inkt niet is opgebruikt en de
uiterste garantiedatum nog niet werd bereikt. Het einde van de garantiedatum, in JJJJ/MM-formaat ,
vindt als volgt op het product terug:
Het apparaat klaarmaken voor verzending
Als u door HP-klantenondersteuning of door de winkel waar u het apparaat hebt gekocht, wordt
gevraagd het apparaat voor onderhoud op te sturen, moet u de volgende onderdelen verwijderen
en bewaren voordat u het apparaat terugstuurt:
• Het toegangspaneel aan de achterkant of de duplexmodule.
• De uitvoerlade
• Het stroomsnoer, de USB-kabel en andere kabels die aan het apparaat zijn verbonden
• Papier in de invoerlade
Dit gedeelte bevat de volgende onderwerpen:
•
Verwijder het toegangspaneel aan de achterkant of de duplexmodule
• De uitvoerlade verwijderen
Verwijder het toegangspaneel aan de achterkant of de duplexmodule
Verwijder de achterklep of de duplexmodule voordat u het toestel opstuurt.
â–² Druk op de knoppen aan weerszijden van het toegangspaneel aan de achterkant of controleer
de duplexeenheid en verwijder het paneel of de eenheid.
De uitvoerlade verwijderen
Verwijder de uitvoerlade voordat u het apparaat verzendt.
Bijlage B
150 Ondersteuning en garantie
â–² Til de uitvoerlade omhoog en verwijder deze voorzichtig uit het apparaat.
Het apparaat verpakken
Voer de volgende stappen uit nadat u het apparaat hebt klaargemaakt voor verzending.
Het apparaat verpakken
1. Het apparaat indien mogelijk voor verzending verpakken in het oorspronkelijke
verpakkingsmateriaal of gebruik het verpakkingsmateriaal waarin het vervangend apparaat is
verpakt.
Als u het originele verpakkingsmateriaal niet meer hebt, gebruik dan ander, degelijk
verpakkingsmateriaal. Schade tijdens de verzending veroorzaakt door ongeschikte verpakking
en/of ongeschikt transport wordt niet gedekt door de garantie.
2. Plaats het etiket voor retourverzending op de buitenkant van de doos.
3. De doos dient het volgende te bevatten:
• een volledige probleembeschrijving voor het servicepersoneel (voorbeelden van problemen
met afdrukkwaliteit zijn handig).
• een kopie van de aankoopbon of een ander aankoopbewijs om de garantieperiode te
bepalen.
• uw naam, adres en een telefoonnummer waar u overdag bereikbaar bent.
Het apparaat verpakken 151
C Specificaties van het apparaat
Zie Informatie over de specificaties van ondersteund afdrukmateriaal voor informatie over de
specificaties en de behandeling van afdrukmaterialen.
•
Fysieke specificaties
• Productkenmerken en -mogelijkheden
• Specificaties processor en geheugen
• Systeemvereisten
• Netwerkprotocolspecificaties
• Specificaties van de geïntegreerde webserver
• Afdrukresolutie
• Omgevingsspecificaties
• Elektrische specificaties
• Specificaties geluidsniveau (afdrukken in conceptmodus, geluidsniveaus volgens ISO 7779)
Fysieke specificaties
Formaat (breedte x diepte x hoogte)
• Apparaat: 496 x 299 x 209 mm (19,5 x 11,8 x 8,2 inches)
• Met duplexeenheid: Het apparaat is hiermee 64 mm (2,5 inches) langer aan de achterzijde.
Gewicht van het apparaat (exclusief printerbenodigdheden)
• Apparaat: 8,35 kg (18,4 lb)
• Met duplexeenheid: 0,95 kg (2,0 lb) zwaarder
Productkenmerken en -mogelijkheden
Functie Capaciteit
Verbindingsmogelijkheden • USB 2.0-compatibel met hoge snelheid
• Wireless 802.11b/g
• Vast netwerk
Inktpatronen Vier printcartridges (zwart, geel, magenta en
cyaan)
Levensduur benodigdheden Bezoek www.hp.com/pageyield/ voor meer
informatie over de geschatte levensduur van
inktpatronen.
Besturingstalen HP PCL 3
HP PCL 3-GUI
Ondersteunde lettertypen Amerikaanse lettertypen: CG Times, CG Times
Italic, Universe, Universe Italic, Courier, Courier
Italic, Letter Gothic, Letter Gothic Italic.
Werkbelasting Maximaal 7000 pagina’s per maand
152 Specificaties van het apparaat
Specificaties processor en geheugen
Hoofdprocessor
192 MHz ARM946ES, ETM9 (medium)
Hoofdgeheugen
64 MB ingebouwd RAM 32 MB ingebouwd Flash ROM
Systeemvereisten
Opmerking Voor de meest recente informatie over ondersteunde besturingssystemen en
systeemvereisten gaat u naar
http://www.hp.com/support/
Compatibiliteit besturingssysteem
• Windows 2000 Service Pack 4, Windows XP Service Pack 1, Windows XP x64 Service Pack 1,
Windows Vista
Opmerking Voor Windows 2000 SP4 en Windows XP x64 Editie SP 1, Windows XP SP
1 Starter Edition, en aWindows Vista Starter Edition zijn alleen printerstuurprogramma's en
de Werkset beschikbaar.
• Mac OS X (v10.4.11, v10.5)
• Linux (zie
www.hp.com/go/linuxprinting voor meer informatie).
Minimale vereisten
• Microsoft® Windows® 2000 Service Pack 4: Intel® Pentium® II or Celeron® processor, 128 MB
RAM, 160 MB vrije schijfruimte, Microsoft Internet Explorer 6.0
• Microsoft Windows XP (32-bit) Service Pack 1: Intel Pentium II- of Celeron-processor, 512 MB
RAM, 225 MB vrije schijfruimte, Microsoft Internet Explorer 6.0
• Microsoft Windows x64 Service Pack 1: AMD Athlon™ 64 of AMD Opteron™-, Intel Xeon®- of
Pentium- processor met Intel EM64T ondersteuningt, 512MB RAM, 160 MBbeschikbare ruimte
op de harde schijf, Microsoft Internet Explorer 6.0
• Microsoft Windows Vista: 800 MHz 32-bits (x86) of 64-bits (x64) processor, 512 MB RAM, 225
MB beschikbare ruimte op de harde schijf, Microsoft Internet Explorer 7.0
• Mac OS X (v10.4.11, v10.5): PowerPC G3, G4, G5, of Intel Core processor, 256 MB RAM-
geheugen, 500 MB beschikbare ruimte op de vaste schijf
• Quick Time 5.0 of later (Mac OS X)
• Adobe Acrobat Reader 5.0 of hoger
Aanbevolen vereisten
• Microsoft Windows 2000 Service Pack 4: Intel Pentium III- of hogere processor, 256 MB RAM,
160 MB vrije schijfruimte, Microsoft Internet Explorer 6.0 of latere versie
• Microsoft Windows XP (32-bit) Service Pack 1: Intel Pentium III of hogere processor, 512 MB
RAM, 360 MB vrije schijfruimte, Microsoft Internet Explorer 6.0 of hoger
• Microsoft Windows XP x64 Service Pack 1: AMD Athlon 64 of AMD Opteron-, Intel Xeon- of
Pentium 4- processor met Intel EM64T ondersteuning, 512MB RAM, 160 MB beschikbare ruimte
op de harde schijf, Microsoft Internet Explorer 6.0 of hoger
• Microsoft Windows Vista: 1 GHz 32-bits (x86) of 64-bits (x64) processor, 1 GB RAM, 355 MB
beschikbare ruimte op de harde schijf, Microsoft Internet Explorer 7.0 of latere versie
Systeemvereisten 153
• Mac OS X (v10.4.11, v10.5): PowerPC G3, G4, G5, of Intel Core processor, 512 MB geheugen,
500 MB vrije schijfruimte
• Microsoft Internet Explorer 6.0 of hoger (Windows 2000, Windows XP); Internet Explorer
7.0 of hoger (Windows Vista)
Netwerkprotocolspecificaties
Ondersteunde netwerkbesturingssystemen
• Windows 2000, Windows XP (32-bit) (Professional en Home Editions), Windows XP
Professional x64
• Mac OS X (10.4.11 en hoger,10.5.x)
• Microsoft Windows 2000 Server Terminal Services met Citrix Metaframe XP met Feature
Release 3
• Microsoft Windows 2000 Server Terminal Services met Citrix Presentation Server 4.0
• Microsoft Windows 2000 Server Terminal Services
• Microsoft Windows 2003 Server Terminal Services
• Microsoft Windows 2003 Server Terminal Services met Citrix Presentation Server 4.0
• Microsoft Windows 2003 Server Terminal Services met Citrix Presentation Server 4,5
• Microsoft Windows 2003 Server Terminal Services met Citrix Metaframe XP met Feature
Release 3
Compatibele netwerkprotocollen
TCP/IP
Networkbeheer
• Invoegtoepassingen voor HP Web Jetadmin
• Ingebouwde webserver
Functies
Mogelijkheid netwerkapparaten op afstand te configureren en te beheren
Specificaties van de geïntegreerde webserver
Vereisten
• Een TCP/IP-netwerk (IPX/SPX-netwerken worden niet ondersteund)
• Een webbrowser (Microsoft Internet Explorer 6,0 of later, Opera 8.0 of later, Mozilla Firefox 1.0
of later of Safari 1.2 of later)
• Een netwerkverbinding (u kunt geen geïntegreerde webserver gebruiken die rechtstreeks is
verbonden met een USB-kabel)
• Een internetverbinding (vereist voor sommige functies)
Opmerking U kunt de geïntegreerde webserver openen zonder verbinding met internet.
Sommige functies zijn dan echter niet beschikbaar.
• Hij moet zich aan dezelfde kant van een firewall bevinden als het apparaat.
Afdrukresolutie
Zwart
Maximaal 1200 dpi met zwarte inkt op pigmentbasis
Bijlage C
154 Specificaties van het apparaat
Kleur
Verbeterde HP-fotokwaliteit (tot 4800 bij 1200 dpi geoptimaliseerd op HP Premium Plus fotopapier
met 1200 x 1200 invoer-dpi)
Omgevingsspecificaties
Werkomgeving
Werktemperatuur: 5° tot 40°C
Aanbevolen bedrijfstemperatuur: 15° tot 35°C
Aanbevolen relatieve luchtvochtigheid: 25 tot 75% niet-condenserend
Opslagomgeving
Opslagtemperatuur: -40° tot 60°C
Relatieve luchtvochtigheid bij opslag: Maximaal 90% niet-condenserend bij een temperatuur van
60°C
Elektrische specificaties
Stroomvoorziening
Universele netadapter (extern)
Stroomvereisten
Ingangsspanning: 100 tot 240 VAC (± 10%), 50 tot 60 Hz (± 3 Hz)
Uitvoervoltage: 32 Vdc, 1560 mA
Stroomverbruik
29,6 watt
Specificaties geluidsniveau (afdrukken in conceptmodus,
geluidsniveaus volgens ISO 7779)
Geluidsdruk (bij apparaat)
LpAd 54 (dBA)
Geluidsvermogen
LwAd 6,7 (BA)
Specificaties geluidsniveau (afdrukken in conceptmodus, geluidsniveaus volgens ISO 7779) 155
D Overheidsvoorschriften
Dit gedeelte bevat de volgende onderwerpen:
• FCC-verklaring
•
Kennisgeving voor gebruikers in Korea
•
VCCI- (Klasse B) verklaring van overeenstemming voor gebruikers in Japan
•
Kennisgeving voor gebruikers in Japan over het netsnoer
•
Tabel met giftige en gevaarlijke stoffen
•
Verklaring over de indicatielampjes
•
Overheidsinformatie voor draadloze producten
•
Modelnummer
•
Conformiteitsverklaring
•
Programma voor milieubeheer
•
Licentieovereenkomsten met derden
FCC-verklaring
156 Overheidsvoorschriften
Kennisgeving voor gebruikers in Korea
VCCI- (Klasse B) verklaring van overeenstemming voor gebruikers in
Japan
Kennisgeving voor gebruikers in Japan over het netsnoer
Tabel met giftige en gevaarlijke stoffen
Tabel met giftige en gevaarlijke stoffen 157
Verklaring over de indicatielampjes
Overheidsinformatie voor draadloze producten
Dit hoofdstuk bevat de volgende overheidsinformatie met betrekking tot draadloze producten:
•
Blootstelling aan radiofrequentiestralingen
•
Bericht aan gebruikers in Brazilië
•
Bericht aan gebruikers in Canada
•
Bericht aan gebruikers in Taiwan
•
Kennisgeving van de Europese Unie
Blootstelling aan radiofrequentiestralingen
Bericht aan gebruikers in Brazilië
Bericht aan gebruikers in Canada
Bijlage D
158 Overheidsvoorschriften
Bericht aan gebruikers in Taiwan
Kennisgeving van de Europese Unie
Overheidsinformatie voor draadloze producten 159
Modelnummer
Voor wettelijke identificatiedoeleinden is aan dit product een voorgeschreven modelnummer
toegewezen. Het wettelijk verplichte modelnummer voor uw product is SNPRC-0802-01 (HP
Officejet Pro 6000 Printer) of SNPRC-0802-02 (HP Officejet 6000 Draadloze printer). Het wettelijk
verplichte modelnummer moet niet worden verward met de marketingnaam (HP Officejet 6000
printerserie) of het productnummer.
Conformiteitsverklaring
Bijlage D
160 Overheidsvoorschriften
Conformiteitsverklaring 161
Programma voor milieubeheer
Hewlett-Packard streeft ernaar om producten van hoge kwaliteit te leveren die op milieuvriendelijke
wijze zijn geproduceerd. Dit product is ontworpen met het oog op recycling. Het aantal materialen
is tot een minimum beperkt, zonder dat dit ten koste gaat van de functionaliteit en de
betrouwbaarheid. De verschillende materialen zijn ontworpen om eenvoudig te kunnen worden
gescheiden. Bevestigingen en andere aansluitingen zijn eenvoudig te vinden, te bereiken en te
verwijderen met normale gereedschappen. Belangrijke onderdelen zijn zo ontworpen dat deze
eenvoudig zijn te bereiken waardoor demontage en reparatie efficiënter worden.
Ga voor meer informatie naar de website HP's Commitment to the Environment op:
www.hp.com/hpinfo/globalcitizenship/environment/index.html
Dit gedeelte bevat de volgende onderwerpen:
•
Papiergebruik
• Plastics
• Veiligheidsinformatiebladen
• Kringloopprogramma
• Recyclingprogramma van HP inkjet-onderdelen
• Afvoer van afgedankte apparatuur door gebruikers in particuliere huishoudens in de Europese
Unie
• Stroomverbruik
Papiergebruik
Dit product is geschikt voor het gebruik van kringlooppapier dat voldoet aan DIN-norm 19309 en EN
12281:2002.
Plastics
Onderdelen van kunststof die zwaarder zijn dan 25 gram zijn volgens de internationaal geldende
normen gemerkt. Deze onderdelen kunnen hierdoor eenvoudig worden herkend en aan het einde
van de levensduur van het product worden gerecycled.
Veiligheidsinformatiebladen
Material Safety Data Sheets (MSDS, veiligheidsbladen) kunt u verkrijgen via de website van HP:
www.hp.com/go/msds
Kringloopprogramma
HP biedt in veel landen en regio's een toenemend aantal productrecyclingprogramma's. Daarnaast
werkt HP samen met een aantal van de grootste centra voor het recyclen van elektronische
onderdelen ter wereld. HP bespaart op het verbruik van kostbare hulpbronnen door een aantal van
zijn populairste producten opnieuw te verkopen. Ga voor informatie over het recyclen van HP
producten naar de volgende website:
www.hp.com/hpinfo/globalcitizenship/environment/recycle/
Recyclingprogramma van HP inkjet-onderdelen
HP streeft ernaar om het milieu te beschermen. Het recyclingprogramma van HP Inkjet-onderdelen
is in veel landen/regio's beschikbaar. Het programma biedt u de mogelijkheid gebruikte
printcartridges gratis te recyclen. Ga voor meer informatie naar de volgende website:
www.hp.com/hpinfo/globalcitizenship/environment/recycle/
Bijlage D
162 Overheidsvoorschriften
Afvoer van afgedankte apparatuur door gebruikers in particuliere huishoudens in de
Europese Unie
Stroomverbruik
Het energieverbruik is aanzienlijk lager wanneer het apparaat zich in de slaapstand bevindt. Dit
levert een besparing op van natuurlijke hulpbronnen en een besparing van geld zonder dat het
Programma voor milieubeheer 163
gevolgen heeft voor de hoge prestaties van het product. Om te bepalen of dit product voldoet aan
het programma ENERGY STAR®, raadpleegt u het productgegevensblad of het specificatieblad.
Gekwalificeerde producten worden ook weergegeven op
www.hp.com/go/energystar.
Licentieovereenkomsten met derden
Dit deel bevat de volgende onderwerpen:
• Expat
•
OpenSSL
•
SHA2
Expat
Copyright (c) 1998, 1999, 2000 Thai Open Source Software Center Ltd
Permission is hereby granted, free of charge, to any person obtaining a copy of this software and
associated documentation files (the "Software"), to deal in the Software without restriction, including
without limitation the rights to use, copy, modify, merge, publish, distribute, sublicense, and/or sell
copies of the Software, and to permit persons to whom the Software is furnished to do so, subject
to the following conditions:
The above copyright notice and this permission notice shall be included in all copies or substantial
portions of the Software.
THE SOFTWARE IS PROVIDED "AS IS", WITHOUT WARRANTY OF ANY KIND, EXPRESS OR
IMPLIED, INCLUDING BUT NOT LIMITED TO THE WARRANTIES OF MERCHANTABILITY,
FITNESS FOR A PARTICULAR PURPOSE AND NONINFRINGEMENT. IN NO EVENT SHALL THE
AUTHORS OR COPYRIGHT HOLDERS BE LIABLE FOR ANY CLAIM, DAMAGES OR OTHER
LIABILITY, WHETHER IN AN ACTION OF CONTRACT, TORT OR OTHERWISE, ARISING FROM,
OUT OF OR IN CONNECTION WITH THE SOFTWARE OR THE USE OR OTHER DEALINGS IN
THE SOFTWARE.
OpenSSL
Copyright (C) 1995-1998 Eric Young (ea[email protected]) All rights reserved.
This package is an SSL implementation written by Eric Young ([email protected]).
The implementation was written so as to conform with Netscapes SSL.
This library is free for commercial and non-commercial use as long as the following conditions are
aheared to. The following conditions apply to all code found in this distribution, be it the RC4, RSA,
lhash, DES, etc., code; not just the SSL code. The SSL documentation included with this distribution
is covered by the same copyright terms except that the holder is Tim Hudson ([email protected]).
Copyright remains Eric Young's, and as such any Copyright notices in the code are not to be
removed.
If this package is used in a product, Eric Young should be given attribution as the author of the parts
of the library used.
This can be in the form of a textual message at program startup or in documentation (online or textual)
provided with the package.
Bijlage D
164 Overheidsvoorschriften
Redistribution and use in source and binary forms, with or without modification, are permitted
provided that the following conditions are met:
1. Redistributions of source code must retain the copyright notice, this list of conditions and the
following disclaimer.
2. Redistributions in binary form must reproduce the above copyright notice, this list of conditions
and the following disclaimer in the documentation and/or other materials provided with the
distribution.
3. All advertising materials mentioning features or use of this software must display the following
acknowledgement:
"This product includes cryptographic software written by Eric Young (e[email protected])"
The word 'cryptographic' can be left out if the rouines from the library being used are not
cryptographic related :-).
If you include any Windows specific code (or a derivative thereof) from the apps directory
(application code) you must include an acknowledgement: "This product includes software
written by Tim Hudson ([email protected])"
THIS SOFTWARE IS PROVIDED BY ERIC YOUNG ``AS IS'' AND ANY EXPRESS OR IMPLIED
WARRANTIES, INCLUDING, BUT NOT LIMITED TO, THE IMPLIED WARRANTIES OF
MERCHANTABILITY AND FITNESS FOR A PARTICULAR PURPOSE ARE DISCLAIMED. IN NO
EVENT SHALL THE AUTHOR OR CONTRIBUTORS BE LIABLE FOR ANY DIRECT, INDIRECT,
INCIDENTAL, SPECIAL, EXEMPLARY, OR CONSEQUENTIAL DAMAGES (INCLUDING, BUT
NOT LIMITED TO, PROCUREMENT OF SUBSTITUTE GOODS OR SERVICES; LOSS OF USE,
DATA, OR PROFITS; OR BUSINESS INTERRUPTION) HOWEVER CAUSED AND ON ANY
THEORY OF LIABILITY, WHETHER IN CONTRACT, STRICT LIABILITY, OR TORT (INCLUDING
NEGLIGENCE OR OTHERWISE) ARISING IN ANY WAY OUT OF THE USE OF THIS SOFTWARE,
EVEN IF ADVISED OF THE POSSIBILITY OF SUCH DAMAGE.
The licence and distribution terms for any publically available version or derivative of this code cannot
be changed. i.e. this code cannot simply be copied and put under another distribution licence
[including the GNU Public Licence.]
============================================================
Copyright (c) 1998-2001 The OpenSSL Project. All rights reserved.
Redistribution and use in source and binary forms, with or without modification, are permitted
provided that the following conditions are met:
1. Redistributions of source code must retain the above copyright notice, this list of conditions and
the following disclaimer
2. Redistributions in binary form must reproduce the above copyright notice, this list of conditions
and the following disclaimer in the documentation and/or other materials provided with the
distribution.
3. All advertising materials mentioning features or use of this software must display the following
acknowledgment:
"This product includes software developed by the OpenSSL Project for use in the OpenSSL
Toolkit. (http://www.openssl.org/)"
4. The names "OpenSSL Toolkit" and "OpenSSL Project" must not be used to endorse or promote
products derived from this software without prior written permission. For written permission,
please contact [email protected].
5. Products derived from this software may not be called "OpenSSL" nor may "OpenSSL" appear
in their names without prior written permission of the OpenSSL Project.
6. Redistributions of any form whatsoever must retain the following acknowledgment:
"This product includes software developed by the OpenSSL Project for use in the OpenSSL
Toolkit (http://www.openssl.org/)"
THIS SOFTWARE IS PROVIDED BY THE OpenSSL PROJECT ``AS IS'' AND ANY EXPRESSED
OR IMPLIED WARRANTIES, INCLUDING, BUT NOT LIMITED TO, THE IMPLIED WARRANTIES
OF MERCHANTABILITY AND FITNESS FOR A PARTICULAR PURPOSE ARE DISCLAIMED. IN
Licentieovereenkomsten met derden 165
NO EVENT SHALL THE OpenSSL PROJECT OR ITS CONTRIBUTORS BE LIABLE FOR ANY
DIRECT, INDIRECT, INCIDENTAL, SPECIAL, EXEMPLARY, OR CONSEQUENTIAL DAMAGES
(INCLUDING, BUT NOT LIMITED TO, PROCUREMENT OF SUBSTITUTE GOODS OR
SERVICES; LOSS OF USE, DATA, OR PROFITS; OR BUSINESS INTERRUPTION) HOWEVER
CAUSED AND ON ANY THEORY OF LIABILITY, WHETHER IN CONTRACT, STRICT LIABILITY,
OR TORT (INCLUDING NEGLIGENCE OR OTHERWISE) ARISING IN ANY WAY OUT OF THE
USE OF THIS SOFTWARE, EVEN IF ADVISED OF THE POSSIBILITY OF SUCH DAMAGE.
============================================================
This product includes cryptographic software written by Eric Young (e[email protected]). This
product includes software written by Tim Hudson ([email protected]).
============================================================
Copyright (c) 1998-2006 The OpenSSL Project. All rights reserved.
Redistribution and use in source and binary forms, with or without modification, are permitted
provided that the following conditions are met:
1. Redistributions of source code must retain the above copyright notice, this list of conditions and
the following disclaimer.
2. Redistributions in binary form must reproduce the above copyright notice, this list of conditions
and the following disclaimer in the documentation and/or other materials provided with the
distribution.
3. All advertising materials mentioning features or use of this software must display the following
acknowledgment:
"This product includes software developed by the OpenSSL Project for use in the OpenSSL
Toolkit. (http://www.openssl.org/)"
4. The names "OpenSSL Toolkit" and "OpenSSL Project" must not be used to endorse or promote
products derived from this software without prior written permission. For written permission,
please contact openss[email protected].
5. Products derived from this software may not be called "OpenSSL" nor may "OpenSSL" appear
in their names without prior written permission of the OpenSSL Project.
6. Redistributions of any form whatsoever must retain the following acknowledgment:
"This product includes software developed by the OpenSSL Project for use in the OpenSSL
Toolkit (http://www.openssl.org/)"
THIS SOFTWARE IS PROVIDED BY THE OpenSSL PROJECT ``AS IS'' AND ANY EXPRESSED
OR IMPLIED WARRANTIES, INCLUDING, BUT NOT LIMITED TO, THE IMPLIED WARRANTIES
OF MERCHANTABILITY AND FITNESS FOR A PARTICULAR PURPOSE ARE DISCLAIMED. IN
NO EVENT SHALL THE OpenSSL PROJECT OR ITS CONTRIBUTORS BE LIABLE FOR ANY
DIRECT, INDIRECT, INCIDENTAL, SPECIAL, EXEMPLARY, OR CONSEQUENTIAL DAMAGES
(INCLUDING, BUT NOT LIMITED TO, PROCUREMENT OF SUBSTITUTE GOODS OR
SERVICES; LOSS OF USE, DATA, OR PROFITS; OR BUSINESS INTERRUPTION) HOWEVER
CAUSED AND ON ANY THEORY OF LIABILITY, WHETHER IN CONTRACT, STRICT LIABILITY,
OR TORT (INCLUDING NEGLIGENCE OR OTHERWISE) ARISING IN ANY WAY OUT OF THE
USE OF THIS SOFTWARE, EVEN IF ADVISED OF THE POSSIBILITY OF SUCH DAMAGE.
============================================================
This product includes cryptographic software written by Eric Young (e[email protected]). This
product includes software written by Tim Hudson ([email protected]).
============================================================
Copyright 2002 Sun Microsystems, Inc. ALL RIGHTS RESERVED. ECC cipher suite support in
OpenSSL originally developed by SUN MICROSYSTEMS, INC., and contributed to the OpenSSL
project.
SHA2
FIPS 180-2 SHA-224/256/384/512 implementation
Last update: 02/02/2007
Bijlage D
166 Overheidsvoorschriften
Issue date: 04/30/2005
Copyright (C) 2005, 2007 Olivier Gay ([email protected])
All rights reserved.
Redistribution and use in source and binary forms, with or without modification, are permitted
provided that the following conditions are met:
1. Redistributions of source code must retain the above copyright notice, this list of conditions and
the following disclaimer.
2. Redistributions in binary form must reproduce the above copyright notice, this list of conditions
and the following disclaimer in the documentation and/or other materials provided with the
distribution.
3. Neither the name of the project nor the names of its contributors may be used to endorse or
promote products derived from this software without specific prior written permission.
THIS SOFTWARE IS PROVIDED BY THE PROJECT AND CONTRIBUTORS ``AS IS'' AND ANY
EXPRESS OR IMPLIED WARRANTIES, INCLUDING, BUT NOT LIMITED TO, THE IMPLIED
WARRANTIES OF MERCHANTABILITY AND FITNESS FOR A PARTICULAR PURPOSE ARE
DISCLAIMED. IN NO EVENT SHALL THE PROJECT OR CONTRIBUTORS BE LIABLE FOR ANY
DIRECT, INDIRECT, INCIDENTAL, SPECIAL, EXEMPLARY, OR CONSEQUENTIAL DAMAGES
(INCLUDING, BUT NOT LIMITED TO, PROCUREMENT OF SUBSTITUTE GOODS OR
SERVICES; LOSS OF USE, DATA, OR PROFITS; OR BUSINESS INTERRUPTION) HOWEVER
CAUSED AND ON ANY THEORY OF LIABILITY, WHETHER IN CONTRACT, STRICT LIABILITY,
OR TORT (INCLUDING NEGLIGENCE OR OTHERWISE) ARISING IN ANY WAY OUT OF THE
USE OF THIS SOFTWARE, EVEN IF ADVISED OF THE POSSIBILITY OF SUCH DAMAGE.
Licentieovereenkomsten met derden 167
Index
A
accessoires
artikelnummers 141
bestellen 141
de accessoires in de driver
in- en uitschakelen 14
diagnostische
zelftestpagina 43
garantie 149
installeren 14
afdrukinstellingen
afdrukkwaliteit 87
afdrukken
afdrukkwaliteitrapport 65
betekenisloze tekens 79
enveloppen worden
verkeerd afgedrukt 75
kwaliteit, problemen
oplossen 87, 91, 94, 97
langzaam 72
lege afdruk 86
marges niet correct 83, 84
niets gebeurt 79
omgekeerde
paginavolgorde 82
onduidelijk 96
Printerstatuspagina 43
problemen oplossen 72,
75
testpagina 65
verticale strepen 99
vervormde afdruk 93
zonder rand mislukt 76
afdrukkwaliteit
doorgeveegde inkt 87
afdrukkwaliteitrapport 65
afdrukmateriaal
invoerproblemen
oplossen 108
soorten en gewichten die
worden ondersteund 23
specificaties 20
afgesneden pagina's,
problemen oplossen 74
annuleren
afdruktaak 32
Apparaat
Aan de slag 8
aansluiting, wijzigen 55
achteraanzicht 12
bedieningspaneel 11
Beheerprogramma’s 36
bronnen, bijkomende 8
configureren (Mac OS X)
48
configureren (Windows)
45
delen (Mac OS X) 49
delen (Windows) 46
draadloos statusrapport
44
draadloze communicatie
50
gebruiken 16
geen reactie 76
netwerkconfiguratierappor
t44
Onderdelen 10
printers delen 13
software opnieuw
installeren 56
uitschakelen 13
Verwijderensoftware 56
voorkant 11
B
bedieningspaneel
afbeelding 134
beheerderinstellingen 35
lampjes, begrijpen 134
zoeken 11
beheerder
instellingen 35
benodigdheden
diagnostische
zelftestpagina 43
levensduur 152
online bestellen 141
status 34
Besturingssystemen,
ondersteunde 153
beveiliging
draadloze communicatie
55
instellingen voor draadloze
communicatie 52
blanco, problemen oplossen
afdrukken 73
C
cartridges. zie Printcartridges
conformiteitsverklaring 160
Connectoren, locatie 12
controletools 34
D
DOC. zie
Conformiteitsverklaring
documentatie, andere
bronnen 8
doorgeveegde inkt 87
dots per inch (dpi)
afdrukken 154
draadloze communicatie
802.11
netwerkinstellingen 51
ad-hocverbinding 53
beveiliging 55
draadloze basisproblemen
oplossen 110
firewall 53
geavanceerde draadloze
problemen oplossen
111
instellen 50
instellingen, installer
(Windows) 52
instellingen, installer op Mac
OS X 53
Overheidsvoorschriften
158
uitschakelen 53
driver
garantie 149
instellingen accessoires
14
versie 144
168
druk
annuleren 32
dubbelzijdig 27
Instellingen 26
Internet-pagina's 31
langzaam, problemen
oplossen 104
zonder rand (Mac OS X)
30
zonder rand (Windows) 30
dubbelzijdig afdrukken 28
duplexeenheid
gebruiken 27
in- en uitschakelen 14
installatie 14
minimummarges 24
ondersteunde formaten
afdrukmateriaal 20
papierstoringen oplossen
120
verwijderen 150
zoeken 12
E
eenheid voor dubbelzijdig
afdrukken. zie duplexeenheid
elektrische specificaties 155
enveloppen
lade-ondersteuning 23
ondersteunde formaten 21
richtlijnen 19
Ethernet
netwerkpoort, locatie 12
Verbindingen 12
Europese Unie, afvoer
apparatuur 163
EWS. zie geïntegreerde
webserver
F
fotoafdrukmateriaal
ondersteunde formaten 21
foto’s
papierrichtlijnen 19
zonder randen afdrukken
30
G
garantie 147, 149
geheugen
specificaties 153
geïntegreerde webserver
info 36
pagina's 38
problemen oplossen, kan
niet worden geopend
109
Geïntegreerde webserver
beheerderinstellingen 35
geluidsdruk 155
geluidsinformatie 155
geluidsniveau 155
H
help 143
zie ook klantenondersteuning
het apparaat verpakken 151
het apparaat verzenden 150
HP Printerhulpprogramma (Mac
OS X)
beheerderinstellingen 36
openen 40
Panelen 41
HP Solution Center 40
I
informatie is onjuist of ontbreekt,
problemen oplossen 74
ingebouwde webserver
openen 37
systeemvereisten 154
Inkt
bijna leeg 86
strepen op de achterkant
van het blad 100
inktcartridges
garantie 149
lampjes 134
levensduur 152
onderdeelnummers 43
status 43
vervaldatums 43
inktniveaus controleren 62
inktpatronen
ondersteund 152
Inktpatronen. zie Printcartridges
installatie
accessoires 14
duplexeenheid 14
Printer toevoegen
(Windows) 48
problemen oplossen 117
software (Mac OS X) 48
software (Windows) 45
suggesties voor hardware-
installatie 117
suggesties voor software-
installatie 118
types verbindingen 12
Windows-netwerk 47
Windows-
netwerksoftware 47
Installatie met Printer
Toevoegen 48
instellen
Windows 45
instellingen
beheerder 35
Instellingen
afdrukken, standaard 27
printerdriver 26
invoer van meerdere pagina's
tegelijk 108
IP-adres
apparaat opsporen 109
K
kaarten
lade-ondersteuning 23
ondersteunde formaten 21
richtlijnen 19
Kennisgeving van HP 3
klantenondersteuning
elektronisch 143
garantie 147
telefonische
ondersteuning 144
kleur
dof 96
kleuren
specificaties 154
kop 105
L
lade
mogelijkheden 23
ondersteunde
papierformaten 20
lade 1
papier plaatsen 25
zoeken 11
laden
afbeelding
papiergeleiders 11
Index
169
ondersteunde papiersoorten
en gewichten 23
papier plaatsen 24
papierstoringen oplossen
120
zoeken 11
lades
invoerproblemen
oplossen 108
mogelijkheden 23
ondersteunde
papierformaten 20
lampjes op het
bedieningspaneel
afbeelding 134
begrijpen 134
langzaam afdrukken, problemen
oplossen 72
leesmij 8
lettertypen, ondersteunde 152
luchtvochtigheidspecificaties
155
M
Mac OS X
afdrukinstellingen 27
afdrukken op speciaal
afdrukmateriaal 29
De accessoires in de driver
in- en uitschakelen 14
het apparaat delen 49
HP Printerprogramma 40
Installeren, software 49
instellingen draadloze
communicatie 53
Verwijderensoftware 58
zonder randen afdrukken
30
marges
duplexeenheid 24
instellen, specificaties 24
niet correct 83
tekst of afbeelding
afgesneden 84
media. zie papier
milieuprogramma's
Afvoer apparatuur Europese
Unie 163
kunststoffen 162
papiergebruik 162
recyclingprogramma 162
veiligheidsinformatie 162
modelnummer 43
mogelijkheden
lade 23
N
na de ondersteuningsperiode
147
netwerken
afbeelding van connector
12
delen (Mac OS X) 49
delen (Windows) 46
Ethernet-aansluitingen; 12
instellingen draadloze
communicatie 50
instellingen voor draadloze
verbinding 51
Mac OS X installatie 49
ondersteunde
besturingssystemen
154
ondersteunde protocollen
154
problemen op te lossen
109, 119
Windows-installatie 47
networken
systeemvereisten 154
O
omgevingsspecificaties 155
onderhoud
afdrukkwaliteitrapport 65
controleren van
inktniveaus 62
printcartridges vervangen
62
printkop 105
printkop reinigen 105
printkop uitlijnen 106
testpagina 65
onderhouden
printkop 105
ondersteuning. zie
klantenondersteuning
Overheidsvoorschriften
blootstelling aan
radiofrequentie 158
Conformiteitsverklaring
160
draadloze apparaten 158
FCC-verklaring 156
giftige en gevaarlijke stof
157
identificatienummer,
verplicht 160
Japan 157
Korea 157
milieuprogramma 162
netsnoer, Japan 157
Verklaring over de
indicatielampjes 158
P
pagina's per maand
(werkbelasting) 152
papier
afdrukken op aangepast
formaat 29
bestellen 142
duplexen 27
laden van lade 1 24
ondersteunde formaten 20
papierstoringen oplossen
120
richtlijnen, speciaal
formaat 20
scheve invoer 108
selecteren 19
toevoer mislukt 101
zonder randen afdrukken
30
Papierstoringen. zie storingen
PCL 3 ondersteuning 152
periode telefonische
ondersteuning
periode voor
ondersteuning 145
plaatsen
lade 1 25
poorten, specificaties 152
Printcartridges
artikelnummers 142
controleren van
inktniveaus 62
inkt bijna op 86
online bestellen 141
recycling 162
status 34
Tips 61
vervangen 62
printcartridges vervangen 62
printerdriver
garantie 149
Instellingen 26
170
instellingen accessoires
14
versie 144
printerstatuspagina
informatie over 42
Printerstatuspagina
afdrukken 43
printerstuurprogramma
instellingen accessoires
14
printkop
schoonmaken 105
printkop, uitlijnen 106
printkoppen
artikelnummers 142
garantie 149
lampjes 134
online bestellen 141
printkop uitlijnen 106
probleemoplossing
lampjes 134
Problemen
afdrukken 75
problemen met de papierinvoer,
problemen oplossen 107
problemen oplossen
afdrukken 72, 75
afdrukkwaliteit 87
afdrukmateriaal wordt niet uit
een lade ingevoerd 108
afgesneden pagina's,
verkeerde plaatsing van
tekst of afbeeldingen 74
blanco pagina's afgedrukt
73
draadloze problemen 110
geïntegreerde webserver
109
installatieproblemen 117
langzaam afdrukken 72
meerdere pagina's tegelijk
opgenomen 108
netwerkproblemen
oplossen 109, 119
ontbrekende of onjuiste
informatie, problemen
oplossen 74
printerstatuspagina 42
problemen met de
papierinvoer 107
scheve invoer 108
suggesties voor hardware-
installatie 117
suggesties voor software-
installatie 118
tips 71
voeding 72
processorspecificaties 153
product. zie Apparaat
R
radiostoring. zie
Overheidsvoorschriften
rapporten
afdrukkwaliteit 65
diagnose 65
printkop 105
recycling
Printcartridges 162
programma 162
referentie voor de lampjes
134
release-info 8
resolutie
afdrukken 154
S
scheef, problemen oplossen
afdrukken 108
schoonmaken
printkop 105
serienummer 43
slechte afdrukkwaliteit 87
snelheid
problemen met afdrukken
oplossen 72
software
garantie 149
types verbindingen 12
Software
installatie (Mac OS X) 48
installatie (Windows) 45
installatie ongedaan maken
(Mac OS X) 58
installatie ongedaan maken
(Windows): 57
instellingen accessoires
14
Solution Center 40
spanningsspecificaties 155
speciaal papierformaat
ondersteunde formaten 22
specificatie
processor en geheugen
153
specificaties
afdrukmateriaal 20
elektrisch 155
fysieke 152
geluidsniveau 155
netwerkprotocollen 154
opslagomgeving 155
systeemeisen 153
werkomgeving 155
specificaties opslagomgeving
155
specificaties werkomgeving
155
status
benodigdheden 34
diagnostische
zelftestpagina 43
storingen
leegmaken 120
papier dat u beter niet kunt
gebruiken 19
voorkomen 122
stroom
specificaties 155
stroomvoorziening
invoerlocatie 12
systeemeisen 153
T
taal, printer 152
Tabblad Services, Werkset
(Windows) 39
tekst
betekenisloze tekens 79
gekarteld 102
niet ingevuld 91
problemen oplossen 74
vloeiende lettertypen 102
weggevallen 84
telefonische
klantenondersteuning 144
telefonische ondersteuning
145
temperatuurspecificaties 155
testpagina 65
toegangspaneel aan achterkant
Afbeelding 12
papierstoringen oplossen
120
verwijderen 150
toegankelijkheid
mobiliteit 10
Index
171
ondersteuning 10
visueel 10
transparanten 20
U
uitvoerlade
ondersteunde
afdrukmaterialen 23
verwijderen 150
zoeken 11
USB-aansluiting
beschikbare functies 12
installatie (Mac OS X) 48
installatie Windows 45
poort, locatie 11, 12
USB-verbinding
specificaties 152
V
Veiligheidsvoorschriften 3
verbindingen
beschikbare functies 12
Verbindingen
van Ethernet naar draadloos
wisselen 55
van USB naar draadloos
wisselen (Mac OS X)
55
van USB naar draadloos
wisselen (Windows) 55
Verwijderensoftware
Mac OS X 58
Windows 57
voeding
problemen oplossen 72
W
wat te doen bij problemen 145
websites
Bestellen, onderdelen en
accessoires 141
bronnen, bijkomende 8
draadloze beveiliging 52
informatieblad levensduur
benodigheden 152
klantenondersteuning 143
milieuprogramma's 162
Websites
Apple 50
informatie over
toegankelijkheid 10
werkbelasting 152
Werkset (Windows)
beheerderinstellingen 35
info 38
openen 38
Tabblad Geschat
inktniveau 39
Tabblad Services 39
Windows
afdrukinstellingen 26
afdrukken op speciaal
afdrukmateriaal 29
De accessoires in de driver
in- en uitschakelen 14
dubbelzijdig afdrukken 28
het apparaat delen 46
HP Solution Center 40
installatie draadloze
communicatie 52
Installatie met Printer
Toevoegen 48
Installeren, software 45
netwerkinstallatie 47
systeemeisen 153
Verwijderensoftware 57
zonder randen afdrukken
30
172
Podręcznik użytkownika
© 2009 Hewlett-Packard Development Company, L.P.
www.hp.com/support
  • Page 1 1
  • Page 2 2
  • Page 3 3
  • Page 4 4
  • Page 5 5
  • Page 6 6
  • Page 7 7
  • Page 8 8
  • Page 9 9
  • Page 10 10
  • Page 11 11
  • Page 12 12
  • Page 13 13
  • Page 14 14
  • Page 15 15
  • Page 16 16
  • Page 17 17
  • Page 18 18
  • Page 19 19
  • Page 20 20
  • Page 21 21
  • Page 22 22
  • Page 23 23
  • Page 24 24
  • Page 25 25
  • Page 26 26
  • Page 27 27
  • Page 28 28
  • Page 29 29
  • Page 30 30
  • Page 31 31
  • Page 32 32
  • Page 33 33
  • Page 34 34
  • Page 35 35
  • Page 36 36
  • Page 37 37
  • Page 38 38
  • Page 39 39
  • Page 40 40
  • Page 41 41
  • Page 42 42
  • Page 43 43
  • Page 44 44
  • Page 45 45
  • Page 46 46
  • Page 47 47
  • Page 48 48
  • Page 49 49
  • Page 50 50
  • Page 51 51
  • Page 52 52
  • Page 53 53
  • Page 54 54
  • Page 55 55
  • Page 56 56
  • Page 57 57
  • Page 58 58
  • Page 59 59
  • Page 60 60
  • Page 61 61
  • Page 62 62
  • Page 63 63
  • Page 64 64
  • Page 65 65
  • Page 66 66
  • Page 67 67
  • Page 68 68
  • Page 69 69
  • Page 70 70
  • Page 71 71
  • Page 72 72
  • Page 73 73
  • Page 74 74
  • Page 75 75
  • Page 76 76
  • Page 77 77
  • Page 78 78
  • Page 79 79
  • Page 80 80
  • Page 81 81
  • Page 82 82
  • Page 83 83
  • Page 84 84
  • Page 85 85
  • Page 86 86
  • Page 87 87
  • Page 88 88
  • Page 89 89
  • Page 90 90
  • Page 91 91
  • Page 92 92
  • Page 93 93
  • Page 94 94
  • Page 95 95
  • Page 96 96
  • Page 97 97
  • Page 98 98
  • Page 99 99
  • Page 100 100
  • Page 101 101
  • Page 102 102
  • Page 103 103
  • Page 104 104
  • Page 105 105
  • Page 106 106
  • Page 107 107
  • Page 108 108
  • Page 109 109
  • Page 110 110
  • Page 111 111
  • Page 112 112
  • Page 113 113
  • Page 114 114
  • Page 115 115
  • Page 116 116
  • Page 117 117
  • Page 118 118
  • Page 119 119
  • Page 120 120
  • Page 121 121
  • Page 122 122
  • Page 123 123
  • Page 124 124
  • Page 125 125
  • Page 126 126
  • Page 127 127
  • Page 128 128
  • Page 129 129
  • Page 130 130
  • Page 131 131
  • Page 132 132
  • Page 133 133
  • Page 134 134
  • Page 135 135
  • Page 136 136
  • Page 137 137
  • Page 138 138
  • Page 139 139
  • Page 140 140
  • Page 141 141
  • Page 142 142
  • Page 143 143
  • Page 144 144
  • Page 145 145
  • Page 146 146
  • Page 147 147
  • Page 148 148
  • Page 149 149
  • Page 150 150
  • Page 151 151
  • Page 152 152
  • Page 153 153
  • Page 154 154
  • Page 155 155
  • Page 156 156
  • Page 157 157
  • Page 158 158
  • Page 159 159
  • Page 160 160
  • Page 161 161
  • Page 162 162
  • Page 163 163
  • Page 164 164
  • Page 165 165
  • Page 166 166
  • Page 167 167
  • Page 168 168
  • Page 169 169
  • Page 170 170
  • Page 171 171
  • Page 172 172
  • Page 173 173
  • Page 174 174
  • Page 175 175
  • Page 176 176
  • Page 177 177
  • Page 178 178

HP Officejet 6000 Printer series - E609 Handleiding

Type
Handleiding
Deze handleiding is ook geschikt voor