46 47
Conformiteitsinformatie
Declaration of conformity
Hierbij verklaart Unitron Hearing dat dit apparaat voldoet aan de
vereisten van de Richtlijn medische hulpmiddelen 93/42/EEG
en de richtlijn betreende radioapparatuur en telecommunicatie-
eindapparatuur 2014/53/EG. De volledige tekst van de
Conformiteitsverklaring is verkrijgbaar bij de fabrikant.
Australië/Nieuw-Zeeland:
Gee aan dat het apparaat voldoet aan de van toepassing
zijnde wettelijke bepalingen van de Radio Spectrum
Management’s (RSM) en de Australian Communications
and Media Authority (ACMA)' betreende de
legale verkoop in Nieuw-Zeeland en Australië. Het
conformiteitslabel R-NZ geldt voor in Nieuw-Zeeland onder
conformiteitsniveau A1 geleverde radioproducten.
Het hoortoestel zoals beschreven in deze gebruiksaanwijzing is
gecerticeerd volgens:
Standard hearing system (standaard hoorsysteem)
VS - ID-nr. FCC: Canada - Nr. IC:
T Moxi All VMY-UBTD1 2756A- UBTD1
Kennisgeving 1
Dit apparaat voldoet aan Deel 15 van de FCC-voorschrien en aan
de norm RSS-210 van Industry Canada. De werking is onderworpen
aan de volgende twee voorwaarden:
1) dit apparaat mag geen schadelijke interferentie
veroorzaken,en
2) dit apparaat moet ontvangen interferentie accepteren, inclusief
interferentie die ongewenste werking kan veroorzaken.
Kennisgeving 2
Wijzigingen of aanpassingen aan dit apparaat die niet
uitdrukkelijk zijn goedgekeurd door Unitron leiden mogelijk
tot het vervallen van de FCC-toestemming om dit apparaat te
bedienen.
Kennisgeving 3
Dit apparaat is getest en in overeenstemming bevonden met
de beperkingen voor een klasse B digitaal apparaat, conform
Deel 15 van de FCC-voorschrien en de norm ICES-003 van
Industry Canada. Deze beperkingen zijn bedoeld om een
redelijke bescherming te bieden tegen schadelijke interferentie
in een woonomgeving. Dit apparaat genereert en gebruikt
radiofrequentie-energie en kan deze uitstralen. Indien
niet geïnstalleerd en gebruikt in overeenstemming met de
instructies, kan dit apparaat schadelijke interferentie met
radiocommunicatie veroorzaken. Er wordt echter geen garantie
geboden dat er geen interferentie zal optreden in een bepaalde
installatie. Als dit apparaat hinderlijke interferentie op radio-of
televisieontvangst veroorzaakt, hetgeen kan worden vastgesteld
door de apparatuur uit en weer in te schakelen, wordt de
gebruiker aangemoedigd om te proberen de storing te verhelpen
door een of meer van de volgende maatregelen:
• Draai of verplaats de ontvangstantenne
• Vergroot de afstand tussen de apparatuur en de ontvanger
• Sluit het apparaat aan op een stopcontact van een ander
circuit dan dat waarop de ontvanger is aangesloten
• Raadpleeg de leverancier of een ervaren radio/tv-technicus
voor hulp