4 5
Waarschuwingen
Hoortoestellen zijn ontwikkeld om geluid te
versterken en naar de oren over te brengen,
waardoor verminderd hoorvermogen wordt
gecompenseerd. Hoortoestellen (speciaal
geprogrammeerd voor elke vorm van
gehoorverlies) mogen alleen worden gebruikt
door de persoon voor wie ze zijn bedoeld. Ze
mogen niet door andere personen worden
gebruikt, omdat ze het gehoor kunnen
beschadigen.
Hoortoestellen mogen alleen worden gebruikt
zoals voorgeschreven door uw arts of
hoorspecialist.
Hoortoestellen herstellen niet het normale
gehoor en voorkomen of verbeteren niet
een gehoorverlies dat het gevolg is van
afwijkingen aan het gehoororgaan.
Gebruik uw hoortoestellen niet in omgevingen
met explosiegevaar.
Allergische reacties op hoortoestellen zijn
onwaarschijnlijk. Indien u jeuk, roodheid, pijn,
ontsteking of een brandend gevoel in of achter
uw oor ervaart, licht dan uw hoorspecialist in
of neem contact op met een arts.
In het onwaarschijnlijke geval dat er
onderdelen in de gehoorgang achterblijven
na het verwijderen van het hoortoestel, dient
u onmiddellijk contact op te nemen met
eenarts.
Verwijder uw hoortoestellen voorafgaand
aan CT- en MRI-scans of andere
elektromagnetische procedures.
Wees extra voorzichtig bij het dragen van
hoortoestellen wanneer het maximale
geluidsdrukniveau de 132 decibel overschrijdt.
Hierdoor kan uw resterende gehoorvermogen
worden aangetast. Raadpleeg uw
hoorspecialist om te zorgen dat de maximale
geluidssterkte van uw hoortoestellen geschikt
is voor uw specieke gehoorverlies.
Waarschuwingen met betrekking tot de batterij
Bewaar hoortoestellen of batterijen nooit
op een plaats die bereikbaar is voor kleine
kinderen en huisdieren. Stop hoortoestellen
of batterijen nooit in uw mond. Als een
hoortoestel of batterij is ingeslikt, dient u
onmiddellijk een arts te raadplegen.