Expert E201803 Handleiding

Type
Handleiding
NL
WAARSCHUWING
BELANGRIJKE VEILIGHEIDSINFORMATIE IS INGESLOTEN. EERST DIT HANDBOEK LEZEN,
DAN HET THE MACHINE BEDIENEN. HET BEHOORT TOT DE VERANTWOORDELIJKHEID VAN DE WERKGEVER
DE IN DIT HANDBOEK GEGEVEN INFORMATIE AAN DE GEBRUIKER TER HAND TE STELLEN. EEN NALATEN DE
HIERNAVOLGENDE WAARSCHUWINGEN OP TE VOLGEN KAN LICHAMELIJK LETSEL TOT GEVOLG HEBBEN.
VEILIGHEIDSINFORMATIE
Dit meetapparaat voldoet aan de norm IEC 61010
betreffende elektronische meetapparatuur in de
meetcategorie CAT III 600 V en met een
verontreinigingsgraad 2.
Let op, gevaar
Om elektrische schokken en lichamelijk letsel te voorkomen,
moet u de volgende instructies volgen:
Gebruik het meetapparaat niet als het beschadigd is. Voor
ieder gebruik de staat van het kastje controleren. Inspecteer
in het bijzonder de isolatie rondom de connectoren.
Controleer of de isolatie van de testkabels niet beschadigd is
en of het metaal niet gestript is. Controleer de continuïteit
van de testkabels. Vervang de beschadigde testkabels
alvorens het apparaat te gebruiken.
Gebruik het meetapparaat niet in geval van een abnormale
werking. De bescherming kan beschadigd zijn. Stuur in geval
van twijfel het apparaat op voor reparatie.
Gebruik het apparaat niet in explosieve zones,in
aanwezigheid van explosieve dampen of stoffen. Gebruik het
apparaat niet in een vochtige atmosfeer.
Pas geen hogere spanning toe dan de op het apparaat
vermelde nominale spanning, tussen de klemmen
of tussen een klem en de aarding.
Controleer voor ieder gebruik de goede werking van het
apparaat door de gelijkspanning te meten.
Gebruik voor reparaties aan het apparaat uitsluitend
de aanbevolen reserveonderdelen.
Neem de nodige voorzorgsmaatregelen wanneer u werkt
met spanningen van meer dan 30 Vca eff, 42 V piek of
60 Vcc. Deze spanningen kunnen elektrische schokken
veroorzaken.
Houd tijdens het gebruik van de sondes uw vingers achter de
vingerbeschermers.
• Sluit de gemeenschappelijke testkabel aan alvorens de
onder spanning staande kabel aan te sluiten. Wanneer u
de testkabels los maakt, maak dan eerst de onder spanning
staande testkabel los.
Demonteer de testkabels van het apparaat alvorens
het batterijvakje of het kastje te openen.
Gebruik het apparaat niet als het deksel van het batterijvakje
of delen van het kastje verwijderd of losgeschroefd zijn.
Om meetfouten te vermijden die elektrische schokken
of letsel kunnen veroorzaken, moet u de accu's
vervangen zodra het symbool accu bijna leeg
(
) verschijnt.
Gebruik de testkabels niet met andere apparatuur.
Gevaar:
Wanneer een ingangsklem is aangesloten op een gevaarlijke
potentiaal onder spanning, vergeet dan niet dat deze
potentiaal naar alle andere klemmen kan overslaan!
CAT Ill - De meetcategorie III komt overeen met
metingen uitgevoerd op installaties in de bouw.
Bijvoorbeeld metingen op panelen, stroomonderbrekers,
bekabeling, inclusief kabels, strippen, aansluitkastjes,
schakelaars, stopcontacten in de vaste installatie,
apparatuur voor industrieel gebruik en alle andere soorten
apparatuur, zoals vaste motoren met een permanente
aansluiting op de vaste installatie. Gebruik het apparaat niet
voor het uitvoeren van metingen van de meetcategorie IV.
Let op!
Om beschadigingen aan het apparaat of de geteste
apparatuur te voorkomen, moet u de volgende instructies
volgen:
Maak de voeding los van de kring en ontlaad alle
condensatoren alvorens een weerstand, een diode of
een continuïteit te testen.
Selecteer de juiste functie en het juiste bereik voor uw
metingen.
• Maak, alvorens aan het wieltje functie/bereik te draaien
om van functie te veranderen, eerst de testkabels
los en haal de bekken uit de geteste kring.
ELEKTRISCHE SYMBOLEN
Wisselstroom
Gelijkstroom
Let op, gevaar, raadpleeg de gebruikershandleiding voor ieder gebruik.
Let op, risico van elektrische schokken.
Aardingsklem
Conform de Europese richtlijnen
De apparatuur wordt beschermd door een dubbele isolatie of door een versterkte isolatie
Toepassing rondom en verwijdering van de geleider onder spanning zijn toegestaan
INLEIDING
Dit apparaat is een compact meetinstrument met een digitaal scherm van 3,5 inch, autorange voor metingen van wissel- en
gelijkspanning, wisselstroom, weerstanden, diodes en continuïteiten. Het biedt een groot gebruiksgemak en vormt een
ideaal instrument.
ALGEMENE SPECIFICATIES
Weergave: LCD-scherm 3,5 inch, weergave mogelijk tot 1999
Overschrijding groep: "OL" wordt weergegeven op het scherm
Minpool: " - " wordt automatisch weergegeven op het scherm
Aantal monsternemingen: ca. 3 keer per seconde
Fout als gevolg van een verkeerde positie: 1% van de metingen
(N.B.: om deze fout te voorkomen, moet de geleider zich in het midden van de bekken bevinden. )
Max. opening van de bekken: 25 mm.
Max. afmeting van de te meten geleider: Ø25 mm
Accu: 2 knoopcelbatterijen 3V CR2032
Indicator accu bijna leeg: " " wordt weergegeven op het beeldscherm
Gebruiksvoorwaarden: van 0°C tot 40°C, RV < 75%
Opslagvoorwaarden: van -20°C tot 50°C, RV < 85%
Afmetingen: 190 mm x 76 mm x 36 mm
Gewicht: ca. 160 g (inclusief knoopcelbatterijen)
SPECIFICATIES
De precisie wordt verzekerd gedurende een periode van een jaar na de ijking, voor een gebruik tussen 18°C en 28°C, met
een relatieve vochtigheid van maximaal 75%.
De precisie is: ± ([1% van de weergegeven waarde]+[aantal minst belangrijke cijfers])
Groep Resolutie Nauwkeurigheid Bescherming
tegen
overbelasting
2.000 V 1 mV ± (1.2% + 5) 600 Veff
20,00 V 10 mV
200,0 V 100 mV
600 V 1 V ± (1.5% + 5)
Groep Resolutie Nauwkeurigheid Bescherming
tegen
overbelasting
200,0 mV 0,1 mV ± (0.5% + 5) 600 Veff
2.000 V 1m V ± (0.8% + 5)
20,00 V 10 mV
200,0 V 100 mV
600 V 1 V ±(1% + 5)
Groep Resolutie Nauwkeurigheid Bescherming
tegen
overbelasting
200.0Ω 100 mΩ ± (1.2% + 5) 600 V piek
2000 kΩ ± (1% + 5)
20,00 kΩ 10Ω
200,0 kΩ 100Ω
2000 kΩ 1 kΩ ± (1.2% + 5)
20,00 MΩ 10 kΩ ± (1.5% + 5)
Groep Resolutie Omschrijving Bescherming
tegen
overbelasting
100 mΩ Als de weerstand
minder is dan ca. 300,
klinkt de zoemer.
600 V piek
N.B.:
Wanneer de weerstand tussen 30Ω en 100Ω is, kan de zoemer wel
of niet klinken. Wanneer de weerstand hoger is dan 100Ω, klinkt de
zoemer niet.
Groep Resolutie Omschrijving Bescherming
tegen
overbelasting
1 mV De directe
spanningsval bij
benadering van de
diode verschijnt.
De spanning van
de open kring is ca.
1,48 V.
600 V piek
Groep Resolutie Nauwkeurigheid Bescherming
tegen
overbelasting
2,000 A 0,001 A ≤ 0,4 A: ± (6% + 20) 600 Aeff
> 0,4 A :± (5%+1 0)
20,00 A 0,01 A ≤ 4 A: ± (4% + 10)
> 4 A : ±(3%+8)
200,0 A 0,1 A ± (2.5% + 5)
600 A 1 A
Weergave: sinusvormige golf eff, gemiddelde respons
Frequentiebereik: 50 - 60 Hz
Wisselspanning Gelijkspanning
Ingangsimpedantie: 10 MΩ
Frequentieresponsie: 40 Hz- 400 Hz
Max. toelaatbare ingangsspanning :600 Veff
Weergave: sinusvormige golf eff, gemiddelde respons
Ingangsimpedantie: 1 MΩ
Max. toelaatbare ingangsspanning :600 V.
Weerstand Continuïteit
Diode
Wisselstroom
STRUCTUUR
1. Bekken
Om de geleider vast te houden tijdens de wisselstroommetingen.
2. Knop ʺFUNC./HOLDʺ
1. Voor het binnengaan/verlaten van de bevriezingsmodus van de gegevens bij het
meten van spanning, stroom of weerstand.
2. Voor het overgaan tussen de diodetest- en continuïteitsfunctie
wanneer de schakelaar op "
" staat.
3. Weergave
LCD-scherm 3,5 inch, weergave mogelijk tot 1999.
4. Klem "COM"
Connector voor zwarte testkabel.
5. Klem "
ʺ
Connector voor rode testkabel.
6. Keuzeschakelaar Functie/Groep
Voor het selecteren van de gewenste functie of groep en het in- en uitschakelen van
het apparaat.
7. Trekker
Voor het openen en sluiten van de klauwen.
8. Vingerbeschermer
Zorgt dat de geteste geleider niet aangeraakt wordt. Houd het apparaat niet vast
buiten de vingerbeschermer.
Instructies betreffende de ingebouwde zoemer:
Wanneer u op de knop ʺFUNC./HOLDʺ drukt, laat de zoemer een waarschuwingssignaal horen dat aangeeft dat de druk effectief is.
Alvorens automatisch uit te schakelen, laat het apparaat 5 korte pieptonen horen en 1 minuut later 1 lange pieptoon horen.
N.B.: Wanneer de keuzeschakelaar functie/groep op "2/20A~" staat, is de zoemer uitgeschakeld.
GEBRUIKSHANDLEIDING
Bevriezingsmodus gegevens
Druk op de knop ʺFUNC./HOLDʺ om de op het beeldscherm weergegeven waarde vast te houden. De aanduiding "D.Hʺ wordt
weergegeven op het scherm.
Om de bevriezingsmodus van de gegevens te verlaten, drukt u nogmaals op de knop. "De aanduiding D.Hʺ verdwijnt.
N.B.:
De bevriezingsmodus voor de gegevens is uitsluitend beschikbaar voor het meten van spanning, stroom en weerstand.
Meting van gelijkspanning
1. Sluit de zwarte testkabel aan op de connector ʺCOMʺ en de rode testkabel op de connector ʺ
ʺ.
2. Draai de keuzeschakelaar op .
3. Pas de testkabels toe op de te meten bron of kring.
4. Lees de weergegeven waarde af. De polariteit van de aansluiting van de rode testkabel wordt eveneens aangegeven.
N.B.:Om elektrische schokken te voorkomen en uw apparaat niet te beschadigen, mag de tussen de klemmen toegepaste spanning
niet meer dan 600 V zijn.
Meting van wisselspanning
1. Sluit de zwarte testkabel aan op de connector ʺCOMʺ en de rode testkabel op de connector ʺ
ʺ.
2. Draai de keuzeschakelaar op .
3. Pas de testkabels toe op de te meten bron of kring.
4. Lees de weergegeven waarde af.
N.B.:
Om elektrische schokken te voorkomen en uw apparaat niet te beschadigen, mag de tussen de klemmen toegepaste spanning niet
meer dan 600 V zijn.
Meting van wisselstroom
1. Draai de keuzeschakelaar op de stand van de gewenste wisselstroomgroep.
2. Druk op de trekker en klem de bekken rond de te testen geleider. Controleer of de bekken goed gesloten zijn.
N.B.:
a. U kunt slechts een geleider per keer vastklemmen.
b. De geleider moet in het midden van de bekken gecentreerd zijn om een nauwkeurige meting te garanderen.
c. Zorg dat geen enkele geleider in aanraking komt met uw hand of huid.
3. Lees de weergegeven waarde af.
Weerstandsmeting
1. Sluit de zwarte testkabel aan op de connector ʺCOMʺ en de rode testkabel op de connector ʺ
ʺ.
2. Draai de keuzeschakelaar op Ω.
3. Pas de testkabels toe op het te meten voorwerp.
4. Lees de weergegeven waarde af.
N.B.:
1. Voor de metingen > 1 MΩ kunnen meerdere seconden nodig zijn voordat de meting stabiliseert. Dat is normaal voor metingen met
een hoge weerstand.
2. Als de ingangsklemmen zich in een open kring bevinden, wordt de aanduiding van groepsoverschrijding "OLʺ op het beeld
scherm weergegeven.
3. Alvorens een weerstandmeting uit te voeren in een kring, moet de voeding van de kring losgemaakt worden en moeten alle
condensatoren volledig ontladen worden.
Diodetest
1. Sluit de zwarte testkabel aan op de connector ʺCOMʺ en de rode testkabel op de connector ʺ
ʺ.
(N.B.: De rode testkabel is positief "+".)
2. Draai de keuzeschakelaar op
. Druk op de knop ʺFUNC./HOLDʺ totdat " ʺ wordt weergegeven op het beeldscherm.
3. Sluit de rode testkabel aan op de anode van de te testen diode en de zwarte testkabel op de kathode van de diode.
Lees de directe spanningsval van de diode af op het beeldscherm.
Continuïteitstest
1. Sluit de zwarte testkabel aan op de connector ʺCOMʺ en de rode testkabel op de connector ʺ
ʺ.
2. Draai de keuzeschakelaar op
. Druk op de knop ʺFUNC./HOLDʺ totdat ʺ ʺ wordt weergegeven op het beeldscherm.
3. Sluit de testkabels aan op de te meten kring. Als de weerstand lager is dan ca. 30Ω, laat de ingebouwde zoemer een pieptoon horen.
N.B.:Alvorens een test uit te voeren, moet de voeding losgemaakt worden van de te testen kring en moeten alle condensatoren volledig
ontladen worden.
Automatische uitschakeling
Als u gedurende langer dan 15 minuten het apparaat niet gebruikt of niet aan de keuzeschakelaar draait, schakelt het apparaat
automatisch uit en gaat het over op de stand-by modus. Om het weer in te schakelen, draait u aan de schakelaar of drukt u op de knop
ʺFUNC./HOLDʺ.
Als u op de knop ʺFUNC./HOLDʺ drukt om uit de stand-by modus te gaan, terwijl de keuzeschakelaar op de stand spanning, stroom of
weerstand staat, is de automatische uitschakelingsfunctie gedesactiveerd.
ONDERHOUD
Behalve voor het vervangen van de accu moet u nimmer proberen het apparaat zelf te repareren of te onderhouden, tenzij u hiertoe
bevoegd bent en over de juiste instructies voor het ijken, testen van de prestaties en onderhouden beschikt.
Reinig regelmatig het kastje met een vochtige doek en zachte zeep. Gebruik geen schurende producten of oplosmiddelen.
Stof of vocht in het apparaat kan de metingen aantasten. Ga voor het reinigen van de klemmen als volgt te werk:
1. Schakel het apparaat uit en verwijder alle testkabels.
2. Elimineer al het stof dat zich op de klemmen kan bevinden.
3. Doe wat alcohol op een nieuwe essenborstel. Draai de essenborstel rond iedere klem.
VERVANGEN VAN DE ACCU
Wanneer de verklikker van een bijna lege accu " " verschijnt, betekent dit dat de knoopcelbatterijen bijna leeg zijn en onmiddellijk
vervangen moeten worden.
Demonteer voor het vervangen van de knoopcelbatterijen de schroeven van het deksel van het batterijvakje, verwijder het deksel,
vervang de lege knoopcelbatterijen door nieuwe van hetzelfde type, controleer of de pluspool van alle batterijen zich aan de kant van
het deksel van het batterijvakje bevindt, wanneer het deksel geïnstalleerd is. Plaat het deksel van het batterijvakje terug en draai de
schroef weer vast.
Let op, gevaar:
Om elektrische schokken of lichamelijk letsel te voorkomen, moet u de testkabels verwijderen van de ingangen alvorens het deksel van
het batterijvakje te openen.
ACCESSOIRES
Handleiding: 1 exemplaar
Testkabel: 1 paar
N.B.:
1. Deze handleiding kan zonder voorafgaande waarschuwing gewijzigd worden.
2. Onze rma kan niet aansprakelijk gesteld worden in geval van verlies.
3. Volgens de inhoud van deze handleiding kan het apparaat niet in een specieke toepassing gebruikt worden.
WEGWERPEN VAN DIT ARTIKEL
Geachte klant,
Als u zich van dit artikel wilt ontdoen, vergeet dan niet dat de meeste onderdelen hiervan
nuttig toegepast en gerecycled kunnen worden.
Werp het niet weg met het huisvuil, maar vraag bij uw gemeente waar u het apparaat bij u in de buurt kunt afgeven.

Documenttranscriptie

NL WAARSCHUWING BELANGRIJKE VEILIGHEIDSINFORMATIE IS INGESLOTEN. EERST DIT HANDBOEK LEZEN, DAN HET THE MACHINE BEDIENEN. HET BEHOORT TOT DE VERANTWOORDELIJKHEID VAN DE WERKGEVER DE IN DIT HANDBOEK GEGEVEN INFORMATIE AAN DE GEBRUIKER TER HAND TE STELLEN. EEN NALATEN DE HIERNAVOLGENDE WAARSCHUWINGEN OP TE VOLGEN KAN LICHAMELIJK LETSEL TOT GEVOLG HEBBEN. VEILIGHEIDSINFORMATIE Dit meetapparaat voldoet aan de norm IEC 61010 betreffende elektronische meetapparatuur in de meetcategorie CAT III 600 V en met een verontreinigingsgraad 2. Let op, gevaar Om elektrische schokken en lichamelijk letsel te voorkomen, moet u de volgende instructies volgen: • Gebruik het meetapparaat niet als het beschadigd is. Voor ieder gebruik de staat van het kastje controleren. Inspecteer in het bijzonder de isolatie rondom de connectoren. • Controleer of de isolatie van de testkabels niet beschadigd is en of het metaal niet gestript is. Controleer de continuïteit van de testkabels. Vervang de beschadigde testkabels alvorens het apparaat te gebruiken. • Gebruik het meetapparaat niet in geval van een abnormale werking. De bescherming kan beschadigd zijn. Stuur in geval van twijfel het apparaat op voor reparatie. • Gebruik het apparaat niet in explosieve zones,in aanwezigheid van explosieve dampen of stoffen. Gebruik het apparaat niet in een vochtige atmosfeer. • Pas geen hogere spanning toe dan de op het apparaat vermelde nominale spanning, tussen de klemmen of tussen een klem en de aarding. • Controleer voor ieder gebruik de goede werking van het apparaat door de gelijkspanning te meten. • Gebruik voor reparaties aan het apparaat uitsluitend de aanbevolen reserveonderdelen. • Neem de nodige voorzorgsmaatregelen wanneer u werkt met spanningen van meer dan 30 Vca eff, 42 V piek of 60 Vcc. Deze spanningen kunnen elektrische schokken veroorzaken. • Houd tijdens het gebruik van de sondes uw vingers achter de vingerbeschermers. • Sluit de gemeenschappelijke testkabel aan alvorens de onder spanning staande kabel aan te sluiten. Wanneer u de testkabels los maakt, maak dan eerst de onder spanning staande testkabel los. • Demonteer de testkabels van het apparaat alvorens het batterijvakje of het kastje te openen. • Gebruik het apparaat niet als het deksel van het batterijvakje of delen van het kastje verwijderd of losgeschroefd zijn. • Om meetfouten te vermijden die elektrische schokken of letsel kunnen veroorzaken, moet u de accu's vervangen zodra het symbool accu bijna leeg ) verschijnt. ( • Gebruik de testkabels niet met andere apparatuur. • Gevaar: Wanneer een ingangsklem is aangesloten op een gevaarlijke potentiaal onder spanning, vergeet dan niet dat deze potentiaal naar alle andere klemmen kan overslaan! • CAT Ill - De meetcategorie III komt overeen met metingen uitgevoerd op installaties in de bouw. Bijvoorbeeld metingen op panelen, stroomonderbrekers, bekabeling, inclusief kabels, strippen, aansluitkastjes, schakelaars, stopcontacten in de vaste installatie, apparatuur voor industrieel gebruik en alle andere soorten apparatuur, zoals vaste motoren met een permanente aansluiting op de vaste installatie. Gebruik het apparaat niet voor het uitvoeren van metingen van de meetcategorie IV. Let op! Om beschadigingen aan het apparaat of de geteste apparatuur te voorkomen, moet u de volgende instructies volgen: • Maak de voeding los van de kring en ontlaad alle condensatoren alvorens een weerstand, een diode of een continuïteit te testen. • Selecteer de juiste functie en het juiste bereik voor uw metingen. • Maak, alvorens aan het wieltje functie/bereik te draaien om van functie te veranderen, eerst de testkabels los en haal de bekken uit de geteste kring. ELEKTRISCHE SYMBOLEN Wisselstroom Gelijkstroom Let op, gevaar, raadpleeg de gebruikershandleiding voor ieder gebruik. Let op, risico van elektrische schokken. Aardingsklem Conform de Europese richtlijnen De apparatuur wordt beschermd door een dubbele isolatie of door een versterkte isolatie Toepassing rondom en verwijdering van de geleider onder spanning zijn toegestaan INLEIDING Dit apparaat is een compact meetinstrument met een digitaal scherm van 3,5 inch, autorange voor metingen van wissel- en gelijkspanning, wisselstroom, weerstanden, diodes en continuïteiten. Het biedt een groot gebruiksgemak en vormt een ideaal instrument. ALGEMENE SPECIFICATIES Weergave: LCD-scherm 3,5 inch, weergave mogelijk tot 1999 Overschrijding groep: "OL" wordt weergegeven op het scherm Minpool: " - " wordt automatisch weergegeven op het scherm Aantal monsternemingen: ca. 3 keer per seconde Fout als gevolg van een verkeerde positie: 1% van de metingen (N.B.: om deze fout te voorkomen, moet de geleider zich in het midden van de bekken bevinden. ) Max. opening van de bekken: 25 mm. Max. afmeting van de te meten geleider: Ø25 mm Accu: 2 knoopcelbatterijen 3V CR2032 Indicator accu bijna leeg: " " wordt weergegeven op het beeldscherm Gebruiksvoorwaarden: van 0°C tot 40°C, RV < 75% Opslagvoorwaarden: van -20°C tot 50°C, RV < 85% Afmetingen: 190 mm x 76 mm x 36 mm Gewicht: ca. 160 g (inclusief knoopcelbatterijen) SPECIFICATIES De precisie wordt verzekerd gedurende een periode van een jaar na de ijking, voor een gebruik tussen 18°C en 28°C, met een relatieve vochtigheid van maximaal 75%. De precisie is: ± ([1% van de weergegeven waarde]+[aantal minst belangrijke cijfers]) Wisselspanning Groep Resolutie 2.000 V 1 mV 20,00 V 10 mV 200,0 V 100 mV 600 V 1V Nauwkeurigheid Gelijkspanning Bescherming tegen overbelasting ± (1.2% + 5) 600 Veff ± (1.5% + 5) Ingangsimpedantie: 10 MΩ Frequentieresponsie: 40 Hz- 400 Hz Max. toelaatbare ingangsspanning :600 Veff Weergave: sinusvormige golf eff, gemiddelde respons Weerstand Resolutie Nauwkeurigheid 200.0Ω 100 mΩ ± (1.2% + 5) 2000 kΩ 1Ω ± (1% + 5) 20,00 kΩ 10Ω 200,0 kΩ 100Ω 2000 kΩ 1 kΩ ± (1.2% + 5) 20,00 MΩ 10 kΩ ± (1.5% + 5) Nauwkeurigheid 200,0 mV 0,1 mV ± (0.5% + 5) 2.000 V 1m V ± (0.8% + 5) 20,00 V 10 mV 200,0 V 100 mV 600 V 1V Bescherming tegen overbelasting 600 Veff ±(1% + 5) Continuïteit Bescherming tegen overbelasting Groep 600 V piek Diode Groep Resolutie Ingangsimpedantie: 1 MΩ Max. toelaatbare ingangsspanning :600 V. Groep Groep Resolutie Omschrijving Bescherming tegen overbelasting 100 mΩ Als de weerstand minder is dan ca. 300, klinkt de zoemer. 600 V piek N.B.: Wanneer de weerstand tussen 30Ω en 100Ω is, kan de zoemer wel of niet klinken. Wanneer de weerstand hoger is dan 100Ω, klinkt de zoemer niet. Wisselstroom Resolutie Omschrijving Bescherming tegen overbelasting Groep Resolutie 1 mV De directe spanningsval bij benadering van de diode verschijnt. De spanning van de open kring is ca. 1,48 V. 600 V piek 2,000 A 0,001 A 20,00 A 0,01 A 200,0 A 0,1 A 600 A 1A Nauwkeurigheid Bescherming tegen overbelasting ≤ 0,4 A: ± (6% + 20) > 0,4 A :± (5%+1 0) ≤ 4 A: ± (4% + 10) > 4 A : ±(3%+8) ± (2.5% + 5) Weergave: sinusvormige golf eff, gemiddelde respons Frequentiebereik: 50 - 60 Hz 600 Aeff STRUCTUUR 1. Bekken Om de geleider vast te houden tijdens de wisselstroommetingen. 2. Knop ʺFUNC./HOLDʺ 1. Voor het binnengaan/verlaten van de bevriezingsmodus van de gegevens bij het meten van spanning, stroom of weerstand. 2. Voor het overgaan tussen de diodetest- en continuïteitsfunctie " staat. wanneer de schakelaar op " 3. Weergave LCD-scherm 3,5 inch, weergave mogelijk tot 1999. 4. Klem "COM" Connector voor zwarte testkabel. ʺ 5. Klem "VΩ Connector voor rode testkabel. 6. Keuzeschakelaar Functie/Groep Voor het selecteren van de gewenste functie of groep en het in- en uitschakelen van het apparaat. 7. Trekker Voor het openen en sluiten van de klauwen. 8. Vingerbeschermer Zorgt dat de geteste geleider niet aangeraakt wordt. Houd het apparaat niet vast buiten de vingerbeschermer. Instructies betreffende de ingebouwde zoemer: Wanneer u op de knop ʺFUNC./HOLDʺ drukt, laat de zoemer een waarschuwingssignaal horen dat aangeeft dat de druk effectief is. Alvorens automatisch uit te schakelen, laat het apparaat 5 korte pieptonen horen en 1 minuut later 1 lange pieptoon horen. N.B.: Wanneer de keuzeschakelaar functie/groep op "2/20A~" staat, is de zoemer uitgeschakeld. GEBRUIKSHANDLEIDING Bevriezingsmodus gegevens Druk op de knop ʺFUNC./HOLDʺ om de op het beeldscherm weergegeven waarde vast te houden. De aanduiding "D.Hʺ wordt weergegeven op het scherm. Om de bevriezingsmodus van de gegevens te verlaten, drukt u nogmaals op de knop. "De aanduiding D.Hʺ verdwijnt. N.B.: De bevriezingsmodus voor de gegevens is uitsluitend beschikbaar voor het meten van spanning, stroom en weerstand. Meting van gelijkspanning ʺ. 1. Sluit de zwarte testkabel aan op de connector ʺCOMʺ en de rode testkabel op de connector ʺVΩ 2. Draai de keuzeschakelaar op . 3. Pas de testkabels toe op de te meten bron of kring. 4. Lees de weergegeven waarde af. De polariteit van de aansluiting van de rode testkabel wordt eveneens aangegeven. N.B.:Om elektrische schokken te voorkomen en uw apparaat niet te beschadigen, mag de tussen de klemmen toegepaste spanning niet meer dan 600 V zijn. Meting van wisselspanning ʺ. 1. Sluit de zwarte testkabel aan op de connector ʺCOMʺ en de rode testkabel op de connector ʺVΩ 2. Draai de keuzeschakelaar op . 3. Pas de testkabels toe op de te meten bron of kring. 4. Lees de weergegeven waarde af. N.B.: Om elektrische schokken te voorkomen en uw apparaat niet te beschadigen, mag de tussen de klemmen toegepaste spanning niet meer dan 600 V zijn. Meting van wisselstroom 1. Draai de keuzeschakelaar op de stand van de gewenste wisselstroomgroep. 2. Druk op de trekker en klem de bekken rond de te testen geleider. Controleer of de bekken goed gesloten zijn. N.B.: a. U kunt slechts een geleider per keer vastklemmen. b. De geleider moet in het midden van de bekken gecentreerd zijn om een nauwkeurige meting te garanderen. c. Zorg dat geen enkele geleider in aanraking komt met uw hand of huid. 3. Lees de weergegeven waarde af. Weerstandsmeting ʺ. 1. Sluit de zwarte testkabel aan op de connector ʺCOMʺ en de rode testkabel op de connector ʺVΩ 2. Draai de keuzeschakelaar op Ω. 3. Pas de testkabels toe op het te meten voorwerp. 4. Lees de weergegeven waarde af. N.B.: 1. Voor de metingen > 1 MΩ kunnen meerdere seconden nodig zijn voordat de meting stabiliseert. Dat is normaal voor metingen met een hoge weerstand. 2. Als de ingangsklemmen zich in een open kring bevinden, wordt de aanduiding van groepsoverschrijding "OLʺ op het beeld scherm weergegeven. 3. Alvorens een weerstandmeting uit te voeren in een kring, moet de voeding van de kring losgemaakt worden en moeten alle condensatoren volledig ontladen worden. Diodetest 1. Sluit de zwarte testkabel aan op de connector ʺCOMʺ en de rode testkabel op de connector ʺVΩ (N.B.: De rode testkabel is positief "+".) ʺ. 2. Draai de keuzeschakelaar op . Druk op de knop ʺFUNC./HOLDʺ totdat " ʺ wordt weergegeven op het beeldscherm. 3. Sluit de rode testkabel aan op de anode van de te testen diode en de zwarte testkabel op de kathode van de diode. Lees de directe spanningsval van de diode af op het beeldscherm. Continuïteitstest 1. Sluit de zwarte testkabel aan op de connector ʺCOMʺ en de rode testkabel op de connector ʺVΩ ʺ. 2. Draai de keuzeschakelaar op . Druk op de knop ʺFUNC./HOLDʺ totdat ʺ ʺ wordt weergegeven op het beeldscherm. 3. Sluit de testkabels aan op de te meten kring. Als de weerstand lager is dan ca. 30Ω, laat de ingebouwde zoemer een pieptoon horen. N.B.:Alvorens een test uit te voeren, moet de voeding losgemaakt worden van de te testen kring en moeten alle condensatoren volledig ontladen worden. Automatische uitschakeling Als u gedurende langer dan 15 minuten het apparaat niet gebruikt of niet aan de keuzeschakelaar draait, schakelt het apparaat automatisch uit en gaat het over op de stand-by modus. Om het weer in te schakelen, draait u aan de schakelaar of drukt u op de knop ʺFUNC./HOLDʺ. Als u op de knop ʺFUNC./HOLDʺ drukt om uit de stand-by modus te gaan, terwijl de keuzeschakelaar op de stand spanning, stroom of weerstand staat, is de automatische uitschakelingsfunctie gedesactiveerd. ONDERHOUD Behalve voor het vervangen van de accu moet u nimmer proberen het apparaat zelf te repareren of te onderhouden, tenzij u hiertoe bevoegd bent en over de juiste instructies voor het ijken, testen van de prestaties en onderhouden beschikt. Reinig regelmatig het kastje met een vochtige doek en zachte zeep. Gebruik geen schurende producten of oplosmiddelen. Stof of vocht in het apparaat kan de metingen aantasten. Ga voor het reinigen van de klemmen als volgt te werk: 1. Schakel het apparaat uit en verwijder alle testkabels. 2. Elimineer al het stof dat zich op de klemmen kan bevinden. 3. Doe wat alcohol op een nieuwe flessenborstel. Draai de flessenborstel rond iedere klem. VERVANGEN VAN DE ACCU Wanneer de verklikker van een bijna lege accu " " verschijnt, betekent dit dat de knoopcelbatterijen bijna leeg zijn en onmiddellijk vervangen moeten worden. Demonteer voor het vervangen van de knoopcelbatterijen de schroeven van het deksel van het batterijvakje, verwijder het deksel, vervang de lege knoopcelbatterijen door nieuwe van hetzelfde type, controleer of de pluspool van alle batterijen zich aan de kant van het deksel van het batterijvakje bevindt, wanneer het deksel geïnstalleerd is. Plaat het deksel van het batterijvakje terug en draai de schroef weer vast. Let op, gevaar: Om elektrische schokken of lichamelijk letsel te voorkomen, moet u de testkabels verwijderen van de ingangen alvorens het deksel van het batterijvakje te openen. ACCESSOIRES Handleiding: 1 exemplaar Testkabel: 1 paar N.B.: 1. Deze handleiding kan zonder voorafgaande waarschuwing gewijzigd worden. 2. Onze firma kan niet aansprakelijk gesteld worden in geval van verlies. 3. Volgens de inhoud van deze handleiding kan het apparaat niet in een specifieke toepassing gebruikt worden. WEGWERPEN VAN DIT ARTIKEL Geachte klant, Als u zich van dit artikel wilt ontdoen, vergeet dan niet dat de meeste onderdelen hiervan nuttig toegepast en gerecycled kunnen worden. Werp het niet weg met het huisvuil, maar vraag bij uw gemeente waar u het apparaat bij u in de buurt kunt afgeven.
  • Page 1 1
  • Page 2 2
  • Page 3 3
  • Page 4 4
  • Page 5 5
  • Page 6 6
  • Page 7 7
  • Page 8 8
  • Page 9 9
  • Page 10 10
  • Page 11 11
  • Page 12 12
  • Page 13 13
  • Page 14 14
  • Page 15 15
  • Page 16 16
  • Page 17 17
  • Page 18 18
  • Page 19 19
  • Page 20 20
  • Page 21 21
  • Page 22 22
  • Page 23 23
  • Page 24 24
  • Page 25 25
  • Page 26 26
  • Page 27 27
  • Page 28 28
  • Page 29 29
  • Page 30 30
  • Page 31 31
  • Page 32 32
  • Page 33 33
  • Page 34 34
  • Page 35 35
  • Page 36 36
  • Page 37 37
  • Page 38 38

Expert E201803 Handleiding

Type
Handleiding

Gerelateerde papieren