veilige afstand aan ten opzichte van het maai-
mes
o
!
Duw het apparaat alleen met beide handen
aan de greep van de duwboom vooruit
Q
!
Trek het ingeschakelde apparaat nooit naar u
toe!
Vermijd het kantelen of optillen van het in-
geschakelde apparaat! Maai alleen als de
voorwielen
q
en achterwielen
r
contact met
de bodem maken!
Trek de netstekker uit het stopcontact:
- voor het instellen van de maaihoogte
- voor de montage of het vervoer
- voordat u het eventueel geblokkeerde maai
-
mes
o
vrij maakt Controleer visueel of het
maaimes
o
volledig stilstaat.
Ben bijzonder voorzichtig bij het instellen of vervan-
gen van het maaimes
o
, om te voorkomen dat uw
vingers niet bekneld komen te zitten tussen het
mes en de vaste onderdelen van het apparaat!
Gebruik persoonlijke bescherming:
stevig schoeisel (gesloten, met slipvrije
profielzool)!
veiligheidshandschoenen bij: montage,
onderhoud,
reiniging en het oplossen
van storingen!
Lange broeken – laat uw benen en voeten in
geen geval ontbloot!
Vermijd vallen!:
- let met name bij schuin aflopende opper-
vlakten er op dat u stevig staat.
- duw het apparaat alleen stapvoets! Loop of
ren in geen geval!
- bewerk schuin aflopende oppervlakten alleen
in dwarse richting en nooit in de lengterichting!
- Let op dat u stevig staat als u van richting
verandert of bij achterwaartse bewegingen!
Bewerk in geen geval:
steile hellingen / balkons of daken / traptre
-
den / kiezel of grindoppervlakten / planten- of
bloembakken
/ oeverbeplantingen / sneeuw-
of ijsoppervlakten!
Til het beschermdeksel
{
in geen geval als
het apparaat is ingeschakeld op! Anders kunnen
er voorwerpen uit de uitwerpschacht van het
maaisel worden geslingerd.
Ga nooit voor de uitwerpschacht van het
maaisel staan.
Gebruik het apparaat uitsluitend bij goed zicht,
bijvoorbeeld daglicht of een kunstmatige
lichtbron!
Laat het apparaat niet zonder toezicht achter!
Trek de stekker uit het stopcontact als u het
apparaat gedurende langere tijd niet gebruikt.
Berg het apparaat in een droge ruimte op,
beschermd tegen onbevoegd gebruik.
Zo handelt u correct:
Controleer voor ingebruikname de levering op
beschadigingen en compleetheid! Gebruik het
apparaat alleen onbeschadigd en correct
gemonteerd!
Controleer voor ieder gebruik of de snijgereed-
schappen en de desbetreffende bevestigings-
middelen niet bot of beschadigd zijn.
Vervang botte of beschadigde snijgereed-
schappen compleet, om onbalans te voorkomen.
Controleer de vangbak
P
regelmatig op slijtage
of vervormingen.
Controleer regelmatig alle moeren en schroeven
of deze nog goed vastzitten, om een probleem-
loze werking van het apparaat te waarborgen.
Vermijd iedere botsing van het apparaat met
andere voorwerpen (bijvoorbeeld een tak, steen,
metalen voorwerp of speelgoed)! Controleer het
gazon en verwijder alle vreemde voorwerpen!
Stel de maaihoogte van het apparaat zo in dat
het maaimes
o
nooit geen contact kan maken
met de bodem (oneffenheden)!
Controleer het apparaat op beschadigingen als
deze in contact is gekomen met een vreemd
voorwerp of ongebruikelijk trilt en laat het
apparaat zo nodig repareren.
Gebruik het apparaat nooit als de veiligheidsin-
richtingen beschadigd zijn of afschermingen of
veiligheidsinrichtingen ontbreken zoals
afbuig- en / of grasopvanginrichtingen.
Gebruik voor het opvangen van het maaisel
uitsluitend de vangbak
P
!
Vervang beschadigde of versleten onderdelen
alleen door originele reserveonderdelen!
Gebruik alleen vervangende snijgereedschap-
Veiligheid