6
24V-accu en mono- of polykristallijne panelen
● Minimaal aantal cellen in serie: 72 (2x 12V-paneel in serie of 1x
24V-paneel).
● Maximum: 144 cellen.
Opmerking: Bij lage temperatuur kan de nullastspanning van een
zonnepaneel met 144 cellen, afhankelijk van de plaatselijke
omstandigheden en de celspecificaties, 100V overschrijden. In
dat geval moet het aantal cellen worden verminderd.
3.3 Kabelaansluitvolgorde (zie afbeelding 1)
Ten eerste: sluit de accu aan.
Ten tweede: sluit het zonnepaneel aan (bij omgekeerde polariteit
warmt de controller op, maar wordt de accu niet opgeladen).
3.4 Meer over de automatische herkenning van de
accuspanning
De systeemspanning wordt opgeslagen in het niet-vluchtige
geheugen.
In geval van een 24V-accu treedt een reset (naar 12 V) enkel op
als de uitgangsspanning onder 2 V daalt en de spanning bij de
PV-ingang 7 V overschrijdt. Dit kan gebeuren als de accu is
losgekoppeld voordat de PV-spanning vroeg in de ochtend weer
gaat s ijgen. Als de (24V-) accu later gedurende de dag weer
wordt aangesloten, moet de spanning gedurende 10 seconden
17,5 V overschrijden voordat de systeemspanning weer op 24 V
wordt ingesteld.
De automatische herkenning van de accuspanning kan worden
uitgeschakeld en een vaste 12V- of 24V-systeemspanning kan
worden ingesteld met een pc of het Color Control-paneel.
De controller kan worden gereset door de uitgang kort te sluiten
en gedurende enkele seconden een spanning van meer dan 7 V
op de ingang toe te passen (bijvoorbeeld met een kleine
stroomvoorziening of een zonnepaneel). Na de reset stelt de
controller zich automatisch in op het 12V-systeem, of een 24V-
systeem (als een 24V-accu met minstens 17,5 V wordt
aangesloten).