Metabo KS 216 Lasercut Handleiding

Categorie
Verstekzagen
Type
Handleiding

Deze handleiding is ook geschikt voor

33
NEDERLANDS
1. Conformiteitsverklaring.........33
2. Componenten op de over-
zichtstekening ........................33
3. Lees deze tekst voor u
begint! .....................................33
4. Veiligheid ................................33
5. Plaatsing en transport ...........35
6. Het apparaat in detail.............35
7. Ingebruikneming ....................36
8. Bediening................................36
9. Service en onderhoud............37
10. Tips en trucs...........................38
11. Beschikbare accessoires ......38
12. Reparatie.................................38
13. Verwijdering............................38
14. Problemen en storingen ........38
15. Technische gegevens............39
Wij verklaren op onze eigen verant-
woordelijkheid dat dit product overeen-
stemet met de op pagina 3 vermelde
normen en richtlijnen.
Afbeelding zie pagina 2.
Lees de handleiding helemaal door
voor u de machine in gebruik neemt.
Vooral het hoofdstuk „Veiligheids
-
voorschriften“ verdient uw aandacht.
Deze gebruiksaanwijzing is bedoeld
voor personen die ten minste be
-
schikken over basiskennis bij het wer-
ken met apparatuur zoals hier be-
schreven. Als u geen ervaring heeft
met dergelijke apparatuur, doe dan
eerst een beroep op de hulp van er-
varen personen.
Bewaar zorgvuldig alle bij dit appa-
raat geleverde documenten. Bewaar
het aankoopbewijs voor eventuele ga
-
rantieclaims. Als u het apparaat uit-
leent of doorverkoopt, moet u alle
meegeleverde documentatie van het
apparaat meegeven.
De fabrikant wijst alle verantwoorde-
lijkheid af voor schade die ontstaat
door niet-inachtneming van deze
handleiding.
De informatie in deze handleiding wordt
als volgt gekenmerkt:
AGevaar!
Waarschuwing voor lichamelijk letsel of
milieuschade.
B
Gevaar voor elektrische schok!
Waarschuwing voor lichamelijke letsels
door elektrische schok.
cIntrekrisico!
Waarschuwing voor lichamelijk letsel
door meetrekken van lichaamsdelen of
kledingstukken.
A Attentie!
Materiële schade.
3 Opmerking:
Aanvullende informatie.
De getallen op de afbeeldingen aan
het begin van deze handleiding
benoemen de verschillende onder-
delen;
– zijn doorlopend genummerd;
hebben betrekking op de overeen-
komstige cijfers tussen haakjes
(1), (2), (3) ... in de tekst.
Instructies voor handelingen, waarbij
op de volgorde moet worden gelet,
zijn doorgenummerd.
Instructies voor handelingen met wil-
lekeurige volgorde hebben een punt
als opsommingsteken.
– Lijsten zijn gekenmerkt met een streep.
4.1 Voorgeschreven gebruik
van het systeem
De Afkortzaag is geschikt voor langs-
en dwarssneden, schuine sneden, ver
-
steksneden en dubbelversteksneden.
Er mogen alleen materialen worden be-
werkt waarvoor het desbetreffende
zaagblad geschikt is (toegelaten zaag
-
bladen zie hoofdstuk "Leverbare acces-
soires").
De toegelaten afmetingen van de werk-
stukken mogen niet overschreden wor-
den (zie hoofdstuk "Technische gege-
vens").
Werkstukken met ronde of onregelmati-
ge doorsnede zoals brandhout mogen
niet worden gezaagd, omdat ze tijdens
het zagen niet veilig kunnen worden
vastgezet. Bij het smalkantzagen van
vlakke werkstukken moet een geschikte
aanslaghulp gebruikt worden om een
veilige geleiding te garanderen.
Elk ander gebruik is verboden. Niet toe-
gelaten gebruik, wijzigingen aan het ap-
paraat of het gebruik van onderdelen
die niet goedgekeurd zijn door de fabri
-
kant kunnen onvoorspelbaar persoon-
lijk letsel veroorzaken!
4.2 Algemene veiligheids-
voorschriften
Houdt u zich bij gebruik van dit appa-
raat aan de volgende veiligheidsvoor-
schriften om gevaar voor personen of
materiële schade te voorkomen.
Houdt u zich aan de bijzondere veilig-
heidsvoorschriften in de betreffende
hoofdstukken.
Houdt u zich eventueel aan de wette-
lijke richtlijnen of ongevalpreventie-
voorschriften inzake de omgang met
afkortzagen.
AAlgemeen gevaar!
Houd uw werkplek op orde – een on-
ordelijke werkplek kan ongevallen tot
gevolg hebben. Houd de vloer vrij van
losse partikels, zoals bijv. spaanders
en snijdresten.
Wees aandachtig. Let op wat u doet.
Ga verstandig te werk. Gebruik de
machine niet als u niet geconcen-
treerd bent.
Houd rekening met omgevingsinvloe-
den. Zorg voor een goede verlichting
van de werkplek.
Zorg voor een goede lichaamshou-
ding. Zorg ervoor dat u op een stevi-
ge ondergrond staat en let er vooral
op dat u altijd goed in evenwicht bent.
Gebruik het apparaat niet in de nabij-
heid van ontvlambare vloeistoffen of
gassen.
Het apparaat mag alleen ingescha-
keld en gebruikt worden door perso-
nen die vertrouwd zijn met afkortza-
gen en de gevaren bij de omgang
ermee.
Personen beneden de 18 jaar mogen
met deze werktafel slechts werken in
het kader van een beroepsopleiding
en onder het voortdurend toezicht van
een ervaren docent.
Laat andere personen, in het bijzon-
der kinderen, het elektrische apparaat
of het snoer niet aanraken. Houd ze
uit de buurt van de werkplek.
Vermijd overbelasting – belast de
werktafel niet zwaarder dan in de
technische gegevens is aangegeven.
Inhoud
1. Conformiteitsverklaring
2. Componenten op de over-
zichtstekening
1 Zaaggreep
2 Handgreep
3 Spanenzak
4 Transportvergrendeling
5 Laseruittrede
6 Vastzethefboom voor inclinatie-
instelling
7 Werkstukaanslag
8 Tafel
9 Tafelverbreding + draaggreep
10 Vastzetgreep voor draaitafel
11 Blokkeerhefboom tafelverbreding
12 Draaitafel
13 Tafelinlegprofiel
14 Werkstukspanvoorziening
15 Snijzoneverlichting
16 Zwenkbare beschermkap
17 Zaagbladblokkering
18 Veiligheidsvergrendeling
19 Aan-/uit-schakelaar van de zaag
3. Lees deze tekst voor u
begint!
4. Veiligheid
I_0010nl5A.fm 25.2.11 Origineel gebruikaanwijzing
34
NEDERLANDS
Gebruik het juiste elektrische appa-
raat. Gebruik geen zwakke machines
voor zware werkzaamheden. Gebruik
het elektrische apparaat niet voor
doeleinden waarvoor het niet bedoeld
is. Gebruik bijvoorbeeld geen handcir
-
kelzaag om bouwmasten of stammen
te zagen.
BGevaar door elektrische
stroom!
Laat de werktafel niet in de regen
staan. Gebruik de werktafel niet in
een vochtige of natte omgeving.
Vermijd dat u tijdens werkzaamheden
met dit apparaat in contact komt met
geaarde elementen zoals radiatoren,
buizen, ovens, koelkasten.
Gebruik het snoer niet voor doelein-
den waarvoor het niet bedoeld is.
Controleer regelmatig het aansluit-
snoer van het elektrische apparaat en
laat dit bij beschadiging vervangen
door een erkend vakbedrijf.
Controleer verlengsnoeren regelmatig
en vervang deze indien ze bescha
-
digd zijn.
AVerwondingsgevaar aan be-
wegende delen!
Neem dit apparaat nooit in gebruik
zonder gemonteerde veiligheidsvoor
-
zieningen.
Houd steeds voldoende afstand van
het zaagblad. Gebruik desnoods ge
-
schikte invoerhulpmiddelen. Houd tij-
dens het gebruik voldoende afstand
van aangedreven onderdelen.
Wacht tot het zaagblad stilstaat voor-
aleer u kleine werkstukdelen, houtres-
ten enz. verwijdert uit het werkbereik.
Zaag alleen werkstukken die groot
genoeg zijn, zodat ze bij het zagen
veilig vastgeklemd kunnen worden.
Gebruik de spaninrichtingen of een
bankschroef om het werkstuk vast te
houden. Op die manier wordt het
werkstuk veiliger vastgehouden dan
met de hand.
Rem het uitlopende zaagblad niet af
door er aan de zijkant tegenaan te
drukken.
Trek de stekker uit het stopcontact
voor de uitvoering van instel-, onder
-
houds- of reparatiewerkzaamheden.
Zorg dat er zich bij het inschakelen
(bijvoorbeeld na onderhoudswerk
-
zaamheden) geen montagegereed-
schap of losse onderdelen meer in
het apparaat bevinden.
Trek de netstekker uit als u het appa-
raat niet gebruikt.
Ongebruikte elektrische werktuigen
moeten op een droge, hoog gelegen
of afgesloten plaats worden be-
waard, buiten het bereik van kinde-
ren.
AGevaar voor snijwonden, ook
bij rechtopstaand snijwerktuig!
Trek veiligheidshandschoenen aan
als u snijwerktuigen moet vervangen.
Bewaar de zaagbladen zo dat nie-
mand zich eraan kan verwonden.
AGevaar door terugslaan van
de zaagkop (zaagblad blijft in het
werkstuk hangen en de zaagkop
schiet plots omhoog)!
Kies een geschikt zaagblad voor het
te snijden materiaal.
Houd de handgreep stevig vast. Op
het moment dat het zaagblad in het
werkstuk dringt, is het terugslagge-
vaar bijzonder groot.
Gebruik voor het zagen van dunne
werkstukken of werkstukken met dun
-
ne wanden uitsluitend zaagbladen
met fijne tanding.
Zorg ervoor dat de zaagbladen
steeds scherp zijn. Zorg dat stompe
zaagbladen onmiddellijk worden ver-
vangen. Er bestaat verhoogd terug-
slaggevaar als een stompe zaagtand
in het oppervlak van het werkstuk
blijft hangen.
Zet het werkstuk nooit "op z’n smalle
kant" (tijdens het schaven).
Controleer in geval van twijfel de
werkstukken op vreemde voorwer
-
pen (bijvoorbeeld spijkers of schroe-
ven).
Zaag nooit verschillende stukken –
ook geen bundels met verschillende
aparte stukken tegelijk. Er is gevaar
voor lichamelijk letsel als aparte stuk
-
ken zonder steun door het zaagblad
worden gegrepen.
cIntrekrisico!
Draag aangepaste kledij. Let erop dat
tijdens het bedrijf geen lichaamsdelen
of kledingstukken door roterende on-
derdelen kunnen worden vastgegre-
pen en ingetrokken (geen dassen,
geen handschoenen, geen kledings
-
stukken met wijde mouwen dragen;
bij lange haren in ieder geval een
haarnet gebruiken).
Zaag nooit werkstukken waaraan zich
kabels, touwtjes, banden, snoeren of
draden bevinden of die dergelijke ma-
terialen bevatten.
AGevaar door onvoldoende
persoonlijke veiligheidsuitrusting!
Draag gehoorbescherming om ge-
hoordschade te vermijden.
Draag een veiligheidsbril.
Draag een stofmasker.
Draag aangepaste werkkledij.
Draag antislipschoenen.
Gebruik een ademmasker bij de uit-
voering van stoffige werkzaamheden.
Draag handschoenen voor de om-
gang met de zaagbladen en ruwe
werktuigen. Draag de zaagbladen in
een transportkast.
AGevaar door zaagsel!
Sommige soorten zaagsel (bijvoor-
beeld van eiken-, beuken- en essen-
hout) kunnen bij inademing kanker-
verwekkend zijn. Werk uitsluitend met
aangesloten afzuiginstallatie. Contro
-
leer of deze aangesloten is en correct
gebruikt wordt. De afzuiginstallatie
moet voldoen aan de in de technische
gegevens vermelde waarden.
Zorg ervoor dat tijdens het werken zo
weinig mogelijk houtstof vrijkomt:
houtstofafzettingen in het werkbe-
reik verwijderen (niet wegblazen!);
lekken in de afzuiginstallatie her-
stellen;
Zorg voor een goede verluchting.
AGevaar door technische wijzi-
gingen aan de machine of het ge-
bruik van onderdelen die niet door
de fabrikant goedgekeurd zijn; die
kunnen onvoorspelbaar persoonlijk
letsel veroorzaken!
Monteer deze werktafel zoals aange-
geven in de gebruiksaanwijzing.
Het gebruik van andere werktuigen
en accessoires kan gevaar voor let
-
sels inhouden. Gebruik hiervoor uit-
sluitend onderdelen die door de fabri-
kant vrijgegeven werden. Dat geldt in
het bijzonder voor:
Zaagbladen (zie "Leverbare acces-
soires");
Veiligheidsvoorzieningen (zie de
lijst met reserveonderdelen).
Breng aan deze onderdelen geen wij-
zigingen aan.
Let erop dat het op het zaagblad ver-
melde toerental minstens even hoog
is dan het op de zaag vermelde toe
-
rental.
Gebruik alleen afstandsschijven en
spilringen die geschikt zijn voor het
door de fabrikant vermelde doel.
AGevaar door gebreken aan het
apparaat!
Zorg dat het apparaat evenals het
toebehoren goed onderhouden wor
-
den. Houd de snijdwerktuigen scherp
en schoon om beter en veiliger te
kunnen werken. Neem de instructies
voor de smering en de werktuigwissel
in acht.
Controleer de machine voor het in-
schakelen telkens op eventuele be-
schadigingen: voor elk gebruik moet
de goede werking van de veiligheids
-
inrichtingen en van licht beschadigde
onderdelen zorgvuldig gecontroleerd
worden. Controleer of de scharnieren-
de onderdelen correct functioneren
en niet klemmen. Alle onderdelen
moeten correct gemonteerd zijn en
aan alle voorwaarden voldoen om
35
NEDERLANDS
een feilloze bediening van het appa-
raat te garanderen.
Gebruik geen beschadigde of ver-
vormde zaagbladen.
Beschadigde veiligheidsinrichtingen
of onderdelen moeten door een er
-
kend vakbedrijf op een deskundige
manier gerepareerd of vervangen
worden. Hiervoor moeten originele re-
serveonderdelen worden gebruikt, an-
ders kunnen ongevallen het gevolg
zijn voor de gebruiker. Gebruik dit ap
-
paraat niet als u de schakelaar niet
kan in- en uitschakelen.
Zorg ervoor dat er zich geen oliën of
vetten op de handgrepen bevinden en
dat ze droog blijven.
Trek de stekker niet aan het snoer uit
het stopcontact. Bescherm het snoer
tegen hitte, olie en beschadiging door
scherpe randen.
fGevaar door lawaai!
Draag oordoppen.
Let er om geluidsreducerende rede-
nen op dat het zaagblad niet is krom-
getrokken. Een kromgetrokken zaag-
blad zorgt voor aanzienlijk meer
trillingen. Dit betekent lawaai.
DGevaar door laserstraling!
Laserstralen kunnen zware verwondin-
gen aan het oog veroorzaken. Kijk nooit
in de laseruittreding.
Vervang de laser niet door een laser
van een ander type. Laat de laser door
de fabrikant van de laser of door een
geautoriseerde vertegenwoordiger re
-
pareren of vervangen.
AGevaar door blokkerende
werkstukken of werkstukdelen!
Indien een blokkade optreedt:
1. Schakel het apparaat uit.
2. Trek de stekker uit het stopcontact.
3. Draag veiligheidshandschoenen.
4. Blokkering verwijderen met geschikt
gereedschap.
4.3 Symbolen op het apparaat
AGevaar!
Het negeren van de waarschuwingen
kan zware verwondingen en materiële
schade tot gevolg hebben.
4.4 Veiligheidsvoorzieningen
Zwenkbare beschermkap(16)
De zwenkende beschermkap be-
schermt tegen onvrijwillig contact met
het zaagblad en tegen rondvliegende
spaanders.
Veiligheidsvergrendeling(18)
De veiligheidsvergrendeling blokkeert
de beweeglijke zaagbladafdekking: het
zaagblad blijft afgedekt en de afkort-
zaag kan niet worden neergelaten zo-
lang de veiligheidsvergrendeling niet
opzij is gezwenkt.
Werkstukaanslag(7)
De werkstukaanslag voorkomt dat een
werkstuk bij het zagen kan worden be
-
wogen. De werkstukaanslag moet tij-
dens het gebruik altijd gemonteerd zijn.
Het extra profiel (20) aan de werkstuk-
aanslag kan verschoven worden voor
het zagen van lange werkstukken na
het losmaken van de blokkeerschroef
(21).
Transportgreep monteren
Schroef de transportgreep aan de
zaagkop. Zorg ervoor dat de neus
van de greep in de uitsparing
(22) van
de zaagkop grijpt.
Tafelverbreding monteren
1. Neem de rechter en de linker tafel-
verbreding uit de transportverpak-
king.
2. Draai de schroeven (23) aan de ge-
leiderails van de rechter en linker ta-
felverbreding eruit.
3. Schuif de geleiderails van de tafel-
verbredingen helemaal in de opna-
men. Denk eraan dat de lengteaan-
slag (24) aan de tafelverbreding
zoals afgebeeld omhoog kan wor-
den geklapt.
4. Apparaat aan de voorste benen op-
tillen, voorzichtig naar achteren kan-
telen en op een stabiele plek neer-
zetten.
5. Draai de schroeven aan de geleide-
rails weer vast.
6. Apparaat aan de voorste benen
vastnemen, naar voren kantelen en
neerzetten.
7. Stel de gewenste tafelbreedte in en
zet de tafelverbreding vast met de
blokkeerhefboom (11).
Opstelling
Voor een veilig werken moet het appa-
raat op een stabiele ondergrond wor-
den bevestigd.
Als ondergrond kan of een vast ge-
monteerde werkplaat of een werk-
bank dienen.
De ideale hoogte van de ondergrond
bedraagt 800
mm.
De stabiliteit van het apparaat moet
ook tijdens het bewerken van grotere
werkstukken gegarandeerd zijn.
Lange werkstukken moeten d.m.v.
geschikt accessoires extra worden
ondersteund.
3 Aanwijzing
Voor mobiel gebruik kan het apparaat
op een spaanderhout- of meubelplaat
(500 mm x 500 mm, ten minste 19 mm
sterk) worden. Bij de inzet moet de
plaat met klemmen op een werkbak
worden bevestigd.
1. Schroef het apparaat vast op de on-
dergrond.
2. Maak de transportbeveiliging los:
druk de zaagkop een beetje omlaag
en houd deze vast. Trek de trans
-
portbeveiliging (4) uit de diepere in-
kerving (25), draai deze 90° en klik
ze in de plattere inkerving (26).
3. Zwenk de zaagkop langzaam om-
hoog.
4. Bewaar de verpakking voor latere
doeleinden of verwijder deze milieu
-
vriendelijk.
Transport
1. Zaagkop omlaag zwenken en trans-
portbeveiliging (4) in de diepere in-
kerving klikken.
2. Demonteer de aanbouwdelen die
boven het apparaat uitsteken.
A
Opgelet!
Transporteer de zaag niet aan de vei-
ligheidsinrichtingen.
3. Apparaat aan de handgreep optillen.
Aan/Uit-schakelaar motor (19)
Motor inschakelen:
Druk op de Aan/Uit-schakelaar en
houd de schakelaar ingedrukt.
Motor uitschakelen:
Laat de Aan/Uit-schakelaar los.
Aan/Uit-schakelaar
snijzoneverlichting
(27)
Verlichting van de snijzone in- en uit-
schakelen.
Aan/Uit-schakelaar snijdlaser (28)
Snijdlaser in- en uitschakelen.
Inclinatie-instelling
Na losmaken van de vastzethefboom
(7) aan de achterkant kan de zaag trap-
loos tussen 0° en 45° naar de loodlijn
worden geneigd
(29).
AGevaar!
Opdat zich de hellingshoek bij het za-
gen niet kan veranderen, moet de vast-
zethendel van de kiparm worden vast-
getrokken.
Draaitafel
Na het losmaken van de vastzetgreep
(10) kan de draaitafel worden versteld.
Waarschuwing voor een risico-
punt
Niet naar het zaagblad grijpen
Gebruik het apparaat niet in een
vochtige of natte omgeving.
Handleiding lezen
Draag veiligheidsbril en oordop-
pen.
5. Plaatsing en transport
6. Het apparaat in detail
36
NEDERLANDS
Op die manier wordt de snijhoek t.o.v.
de achterste aanslag versteld. Naar
elke kant is een hoek tot 47° mogelijk.
De draaitafel klikt vast in de hoekstan-
den 0°, 15°, 22,5°, 30° en 45°.
AGevaar!
Om ervoor te zorgen dat de verstekhoek
bij het zagen niet verandert, moet de
vastzetgreep van de draaitafel (ook op
de grendelpunten!) vastgedraaid wor
-
den.
7.1 Zaagselopvangzak monte-
ren
AGevaar!
Sommige soorten zaagsel (bijvoorbeeld
van eiken-, beuken- en essenhout) kun
-
nen bij inademing kankerverwekkend
zijn.
Werk alleen met de gemonteerde
zaagselopvangzak of met een ge
-
schikte zaagselafzuiginstallatie.
Maak aanvullend gebruik van een
stofveiligheidsmasker, omdat niet alle
spanenstof wordt opgevangen res-
pectievelijke wordt afgezogen.
Maak de zaagselopvangzak geregeld
leeg. Draag bij het legen een stof
-
masker.
Als u het apparaat met de meegelever-
de zaagselopvangzak in bedrijf neemt:
steekt u de zaagselopvangzak (3) op
de zaagselafzuigtuit (30). Let erop dat
de ritssluiting (31) van de zaagselaf-
zuigzak gesloten is.
Als u het apparaat op een zaagselaf-
zuiginstallatie aansluit:
Gebruik voor de aansluiting aan het
spanenafzuigstuk een geschikte
adapter.
Zorg ervoor dat de zaagselafzuigin-
stallatie voldoet aan de eisen die ver-
meld staan in het hoofdstuk "Techni-
sche gegevens".
Let ook op de gebruiksaanwijzing van
de zaagselafzuiginstallatie!
7.2 Werkstukspaninrichting
monteren
De werkstukspanvoorziening kan in
twee posities worden gemonteerd:
Voor brede werkstukken:
duw de werkstukspaninrichting in de
achterste boring
(33)
van de tafel en
fixeer deze met de vastzetschroef
(34)
:
Voor smalle werkstukken:
maak de vastzetschroef (32) los en
duw het voorste deel van de werk-
stukspaninrichting in de voorste bo-
ring (35) van de tafel:
7.3 Netaansluiting
BGevaar! Elektrische spanning
Gebruik het apparaat alleen aan een
stroombron die aan de volgende eisen
beantwoordt (zie ook hoodstuk "Techni
-
sche gegevens"):
Netspanning en -frequentie moeten
overeenstemmen met de waarden op
het typeplaatje van de machine;
– De groep moet beveiligd zijn door een
aardlekschakelaar met een lek
-
stroom van 30 mA;
De stopcontacten moeten reglemen-
tair geïnstalleerd zijn en een goedge-
keurde aarding hebben.
Het snoer moet zo gelegd worden dat
de zaagwerkzaamheden niet bemoei
-
lijkt worden en dat het snoer niet kan
worden beschadigd.
Gebruik als verlengsnoer alleen rub-
berkabels met voldoende doorsnede
(3
× 1,5 mm
2
).
Gebruik een verlengsnoer voor het
gebruik in de openlucht. Gebruik in de
openlucht alleen daarvoor goedge-
keurde en gekenmerkte verlengsnoe-
ren.
Vermijd onnodige startprocedures.
Controleer of de schakelaar bij het
aansluiten van de stekker uitgescha-
keld is.
Controleer de veiligheidsinrichtingen,
alvorens met de zaagwerkzaamhe
-
den te beginnen.
Let steeds op een juiste houding en
plaats tijdens het zagen:
neem plaats aan de voorkant van
de afkortzaag;
tegenover het zaagblad;
parallel t.o.v. het zaagblad.
AGevaar!
Bij het zagen moet het werkstuk altijd
vastgeklemd worden met de werkstuk
-
spaninrichting.
Zaag nooit werkstukken die niet ge-
spannen kunnen worden in de werk-
stukspaninrichting.
AKlemgevaar!
Grijp bij het neigen of zwenken van de
zaagkop niet in het scharnierbereik of
onder het apparaat!
Houd de zaagkop bij het kantelen
vast.
Gebruik bij het werken:
werkstuksteun – voor lange werk-
stukken, als ze na het doorzagen
van de tafel zouden vallen;
zaagselopvangzak of zaagselaf-
zuiginstallatie.
Zaag alleen werkstukken die groot
genoeg zijn, zodat ze bij het zagen
veilig vastgeklemd kunnen worden.
Druk het werkstuk tijdens het zagen
steeds op de tafel en plaats het nooit
op zijn smalle kant. Probeer het zaag
-
blad ook nooit af te remmen door er
van opzij (met een voorwerp) tegen
-
aan te drukken. Er bestaat gevaar
voor ongevallen als het zaagblad
wordt geblokkeerd.
8.1 Rechte sneden
Uitgangspositie
Transportvergrendeling uitgetrokken.
De zaagkop is naar boven gezwenkt.
De draaitafel staat op de 0°-stand, de
vastzetgreep voor de draaitafel is
aangetrokken.
De inclinatie van de kantelarm ten op-
zichte van de loodlijn bedraagt 0°, de
grendelhefboom voor de instelling
van de inclinatie is vastgezet.
Zagen van het werkstuk
1. Druk het werkstuk tegen de werkstu-
kaanslag en klem het vast met de
werkstukspaninrichting.
2. Veiligheidsvergrendeling (18) bedie-
nen en Aan/Uit-schakelaar (19) in-
gedrukt houden.
3. Laat de zaagkop aan de handgreep
langzaam neer. Druk de zaagkop tij
-
dens het zagen niet te hard op het
werkstuk, het motortoerental mag
niet te sterk dalen.
4. Zaag het werkstuk in één beweging
door.
5. Laat de Aan/Uit-schakelaar los en
laat de zaagkop langzaam in de bo
-
venste uitgangspositie terugzwen-
ken.
8.2 Versteksneden
Uitgangspositie
Transportvergrendeling uitgetrokken.
De zaagkop is naar boven gezwenkt.
De inclinatie van de kantelarm ten op-
zichte van de loodlijn bedraagt 0°, de
grendelhefboom voor de instelling
van de inclinatie is vastgezet.
Zagen van het werkstuk
1. Draai de vastzetgreep (10) van de
draaitafel (12) los.
2. Stel de gewenste hoek in.
3. Draai de vastzetgreep van de draai-
tafel vast.
4. Zaag het werkstuk zoals beschreven
onder "Rechte zaagsneden".
8.3 Schuine sneden
Uitgangspositie
Transportvergrendeling uitgetrokken.
De zaagkop is naar boven gezwenkt.
De draaitafel staat op de 0°-stand, de
vastzetgreep voor de draaitafel is
aangetrokken.
7. Ingebruikneming
8. Bediening
37
NEDERLANDS
Zagen van het werkstuk
1. Maak de grendelhefboom (6) voor
inclinatie aan de achterkant van de
zaag los.
2. Kantel de kantelarm langzaam in de
gewenste stand
(29).
3. Zet de hefboom voor instelling van
de inclinatie vast.
4. Zaag het werkstuk zoals beschreven
onder "Rechte zaagsneden".
8.4 Dubbele versteksneden
3 Opmerking:
De dubbele versteksnede is een combi-
natie van versteksnede en schuine sne-
de. Dat wil zeggen dat het werkstuk
schuin t.o.v. de achterste aanlegrand
en schuin t.o.v. van de bovenkant ge-
zaagd wordt.
AGevaar!
Bij de dubbele versteksnede is het
zaagblad door de sterke inclinatie mak
-
kelijker toegankelijk - hierdoor neemt
het gevaar voor verwondingen toe.
Houd voldoende afstand van het zaag
-
blad!
Uitgangspositie
Transportvergrendeling uitgetrokken.
De zaagkop is naar boven gezwenkt.
De draaitafel is geblokkeerd in de ge-
wenste positie.
De kantelarm is geblokkeerd in de ge-
wenste inclinatiehoek t.o.v. het werk-
stukoppervlak.
Zagen van het werkstuk
Zaag het werkstuk zoals beschreven
onder "Rechte zaagsneden".
AGevaar!
Voor alle onderhouds- en reinigings-
werkzaamheden moet u het netsnoer
uittrekken.
Service en/of onderhoudswerkzaam-
heden die niet in dit hoofdstuk be-
schreven staan mogen uitsluitend
door vaklui uitgevoerd worden.
Beschadigde delen, in het bijzonder
veiligheidsinrichtingen, alleen vervan
-
gen door originele onderdelen. Delen
die niet door de fabrikant gecontro
-
leerd en vrijgegeven zijn, kunnen on-
verwachte beschadigingen veroorza-
ken.
Nadat u klaar bent met de service en/
of onderhoudsbeurt, moet eerst de
goede werking van alle veiligheids-
voorzieningen gecontroleerd worden.
9.1 Zaagblad vervangen
AGevaar van verbrandingen!
Kort na het zagen kan het zaagblad
zeer heet zijn. Laat een heet zaagblad
eerst voldoende afkoelen. Reinig een
heet zaagblad nooit met brandbare pro
-
ducten.
ASnijgevaar ook aan het staan-
de zaagblad!
Bij het los- en vastdraaien van de klem-
schroef moet de zwenkbare bescherm-
kap over het zaagblad zijn gezwenkt.
Bij het vervangen van een zaagblad
moet u veiligheidshandschoenen dra-
gen.
1. Fixeer de zaagkop op de bovenste
positie.
2. Om het zaagblad te vergrendelen,
de vergrendelknop
(17) drukken en
hierbij het zaagblad met de andere
hand draaien tot de vergrendelknop
vastklikt.
3. Maak de spanschroef (36) op de
zaagblad as los met de inbussleutel
(linkse schroefdraad!).
4. Maak de veiligheidsvergrendeling
(18) los en schuif de beschermkap
(16) omhoog en houd deze vast.
5. Neem de buitenflens (37) en het
zaagblad voorzichtig van de zaag-
bladas en sluit de beschermkap
weer.
AGevaar!
Gebruik geen schoonmaakmiddelen
(bijvoorbeeld om harsresten te verwij
-
deren) die de lichtmetalen delen van
het chassis zouden kunnen beschadi
-
gen. De stabiliteit van de afkortzaag
zou erdoor kunnen worden aangetast.
6. Spanvlakken reinigen:
zaagbladas (38),
zaagblad,
buitenste flens (37),
binnenflens (39).
AGevaar!
Breng de binnenflens correct aan! An-
ders kan de zaag blokkeren of het
zaagblad kan loskomen! De binnen
-
flens ligt correct, als de ringgroef naar
het zaagblaad en de platte zijde naar
de motor wijst.
7. Breng de binnenste flens (39) aan.
8. Maak de veiligheidsvergrendeling
los en schuif de beschermkap om
-
hoog en houd deze vast.
9. Breng een nieuw zaagblad aan – let
op de juiste draairichting: van de lin
-
ker (geopende) zijde gezien moet de
pijl op het zaagblad overeenstem
-
men met de pijlrichting (40) op de
zaagbladafdekking!
AGevaar!
Maak uitsluitend gebruik van geschikte
zaagbladen, die voor het maximaal toe
-
rental zijn berekend (zie "Technische
gegevens") bij onpassende of bescha
-
digde zaagbladen kunnen door de cen-
trifugaalkracht onderdelen explosieach-
tig worden weggeslingerd.
Het is verboden om:
zaagbladen uit HSS-staal,
beschadigde zaagbladen,
slijpschijven te monteren.
AGevaar!
– Het zaagblad moet gemonteerd wor-
den met originele fabrieksklemflenzen.
Gebruik nooit losse klemringen. Het
zaagblad zou vanzelf los kunnen ko
-
men.
De zaagbladen moeten uitgebalan-
ceerd zijn. Ze mogen niet trillen, an-
ders kunnen ze tijdens het werken
vanzelf loskomen.
10.Sluit de beschermkap weer.
11.Schuif de buitenflens erop – De
vlakke zijde moet naar de motor wij
-
zen!
12.Spanschroef opschroeven (linker
schroefdraad!) en handvast aan
-
trekken.
Om het zaagblad te vergrendelen,
de vergrendelingsknop indrukken
en hierbij het zaagblad met de an-
dere hand draaien tot de vergrende-
lingsknop vastklikt.
AGevaar!
U mag de steel van de sleutel niet
verlengen om het zaagblad steviger
vast te kunnen zetten.
Spanschroef niet door slaggen op de
montagesleutel aantrekken.
13.Trek de klemschroef vast aan.
14.Controleer de goede werking. Maak
hiervoor de veiligheidsvergrendeling
los en klap de afkortzaak omlaag:
De zwenkbare beschermkap moet
het zaagblad bij het omlaagzwen
-
ken vrijgeven, zonder andere on-
derdelen te raken.
Bij het omhoog klappen van de
zaag in de uitgangspositie moet de
beschermkap automatisch het
zaagblad afdekken.
– Zaagblad met de hand draaien. Het
zaagblad moet zich in iedere moge
-
lijke verstelpositie kunnen draaien,
zonder andere delen te raken .
9.2 Inlegprofiel vervangen
AGevaar!
Als het inlegprofiel beschadigd is, be-
staat het risico dat kleine voorwerpen
9. Service en onderhoud
38
NEDERLANDS
tussen het inlegprofiel en het zaagblad
geklemd raken en het zaagblad blokke
-
ren. Beschadigde inlegprofielen moeten
onmiddellijk vervangen worden!
1. Verwijder de schroeven aan het in-
legprofiel (13). Draai evt. de draaita-
fel en kantel de zaagkop om de
schroeven te kunnen bereiken.
2. Verwijder het inlegprofiel.
3. Breng een nieuw inlegprofiel aan.
4. Draai de schroeven van het inleg-
profiel vast.
9.3 Regel de werkstukaan-
slag bij
1. Inbusbouten (41) losmaken.
2. Werkstukaanslag (7) zo uitrichten,
dat hij exact haaks ten opzichte van
het zaagblad staat als de draaitafel
op de 0-positie vastklikt.
3. Inbusbouten aantrekken.
9.4 Snijlaser instellen
1. Schroef de laserafdekking (45) eraf
en reinig indien nodig de het glas
van de afdekking aan de buitenkant.
Laser rechthoekig uitrichten
2. Draai de rechter inbusschroef (44)
en/of de linker inbusschroef (42) los
of trek deze aan om de laser in een
rechte hoek uit te richten.
Laser zijdelings uitrichten
3. Maak de middelste inbusschroef
(43) los.
4. Verschuif de lasereenheid in het
slobgat:
Naar rechts = tekenlijn wordt van
de bediener uit naar rechts ver
-
schoven.
Naar rechts = tekenlijn wordt van
de bediener uit naar links verscho
-
ven.
5. Trek de middelste inbusschroef
weer aan.
6. Schroef de laserafdekking (45) weer
vast.
9.5 Het apparaat reinigen
Verwijder zaagsel en stof met borstel of
stofzuiger van/uit:
Verstelinrichtingen;
Bedieningsfuncties;
koelopening van de motor;
ruimte onder het inlegprofiel;
ruimte boven de lasereenheid.
9.6 Apparaat opbergen
AGevaar!
Berg apparatuur zo op dat deze niet
door onbevoegden in werking kan
worden gezet.
Zorg dat niemand er zich aan kan
verwonden.
A Opgelet!
De machine mag niet in openlucht of
in een vochtige ruimte opgeborgen
worden.
Houd rekening met de toegelaten om-
gevingsomstandigheden (zie Techni-
sche gegevens).
9.7 Onderhoud
Voor elk gebruik
Zaagsel met een stofzuiger of een
kwast verwijderen.
Controleer de stroomkabel en de
stekker op beschadigingen en laat ze
eventueel vervangen door een elek-
tromonteur.
Controleer of alle bewegende delen
over het volledige bewegingsbereik
vrij zijn.
Regelmatig afhankelijk van de
gebruiksomstandigheden
Controleer alle schroefverbindingen
en schroef ze eventueel vast.
Controleer de terugstelfunctie van de
zaagkop (de zaagkop moet onder in
-
vloed van de veerkracht terugkeren
naar zijn bovenste uitgangspositie),
eventueel vervangen.
Smeer de geleidingselementen licht.
Bij lange werkstukken, gebruikt u
links en rechts van de zaag een ge
-
schikte steun.
Bij geneigde sneden werkstuk rechts
van het zaagblad vasthouden.
Bij het zagen van kleine delen een
extra aanslag gebruiken (als extra
aanslag kan bv een passende houten
plank dienen, dat aan de aanslag van
het apparaat wordt vastgeschroefd).
Bij het zagen van een gebogen
(kromgetrokken) plank
(46), legt u de
naar buiten gebogen zijde tegen de
werkstukaanslag.
Zaag werkstukken niet langs de smal-
le kant, maar leg ze vlak op de draai-
tafel.
Voor bijzondere werkzaamheden zijn
de volgende accessoires verkrijgbaar in
de vakhandel – de tekeningen vindt u
aan het begin van deze handleiding:
A Zaagblad-hardmetaal
216 x 2,4 / 1,8 x 30 24 W
voor langs- en dwarssneden in mas-
sief hout.
B Zaagblad-hardmetaal
216 x 2,4 / 1,8 x 30 48 W
voor langs- en dwarssneden in mas-
sief hout en spaanplaat.
C Zaagblad-hardmetaal
216 x 2,4 / 1,8 x 30 60 FT
voor langs- en dwarssneden in ge-
coate platen en fineerplaten.
D Zaagbladdepot
voor het veilig bewaren van zaagbla-
den en accessoires.
E Onderhouds- en conserveringsspray
om harsresten te verwijderen en me-
talen oppervlakken te conserveren.
F Afzuigadapter
voor aansluiting van een zaagselaf-
zuiginstallatie aan de zaagselafzuig-
tuit.
G Machinestandaard
Machinestandaard en tafelverbre-
ding in stabiele en robuuste con-
structie. In de hoogte verstelbaar.
AGevaar!
Reparaties aan elektrische werktuigen
mogen alleen uitgevoerd worden door
elektrotechnici!
Met beschadigde Metabo-apparaten
kunt u zich tot uw Metabo-vertegen
-
woordiger wenden. Adressen zie
www.metabo.com.
Onderdelenlijsten kunt u downloaden
op www.metabo.com.
Gescheiden inzameling! Dit product
mag niet samen met het normale huis
-
vuil worden verwijderd.
Afgedankte elektronische apparatuur en
accessoires bevatten grote hoeveelhe
-
den waardevolle grond- en kunststoffen,
die ook gerecycleerd moeten worden.
Alleen voor EU-landen:
Gooi elektrische apparaten niet
bij het huisvuil! Volgens de Euro-
pese Richtlijn 2002/96/EG m.b.t.
tot oude elektrische en elektroni
-
sche apparatuur en de omzetting
ervan in de nationale wetgeving moeten
verbruikte elektrische apparaten geschei-
den ingezameld en op een milieuvriende-
lijke verder verwerkt worden.
Hieronder worden problemen en storin-
gen beschreven die u zelf mag verhel-
pen. Indien de hier beschreven maatre-
gelen niet verder helpen, zie
"Reparatie".
AGevaar!
Bij het verhelpen van problemen en
storingen gebeuren bijzonder veel on
-
gevallen. Let daarom op de volgende
punten:
Trek het netsnoer uit het stopcontact,
telkens u een storing wenst te verhel
-
pen.
Nadat de storing verholpen is, moet u
eerst de goede werking van alle vei
-
ligheidsvoorzieningen controleren.
10. Tips en trucs
11. Beschikbare accessoires
12. Reparatie
13. Verwijdering
14. Problemen en storingen
NEDERLANDS
39
Afkortzagen niet mogelijk
Transportvergrendeling ingeschakeld:
Transport-blokkering eruit trekken.
Veiligheidsvergrendeling ingeschakeld:
Veiligheidsvergrendeling losmaken.
Zaagvermogen te gering
Het zaagblad is bot (het zaagblad ver-
toont eventueel brandvlekken opzij);
Zaagblad voor het materiaal ongeschikt
(zie hoofdstuk "Technische gegevens");
Het zaagblad is verbogen:
Zaagblad vervangen (zie hoofdstuk
"Onderhoud").
De zaag trilt hevig
Het zaagblad is verbogen:
Zaagblad vervangen (zie hoofdstuk
"Onderhoud").
Het zaagblad is niet correct gemon-
teerd:
Monteer het zaagblad correct (zie
hoofdstuk "Onderhoud").
De draaitafel beweegt stroef
Zaagsel onder de draaitafel:
Verwijder het zaagsel.
15. Technische gegevens
Spanning V 220 240 (1~ 50/60 Hz)
Stroomverbruik A6
Zekering A 10 (langzaam)
Motorvermogen (S6 20% 5 min.) kW 1,35
Veiligheidsklasse IP 20
Beveiligingsklasse II
Zaagbladtoerental min
-1
5000
Snijsnelheid m/s 55
Doorsnede zaagblad (buiten) mm 216
Opnameboring zaagblad (binnen) mm 30
Afmetingen
Apparaat volledig met verpakking (lengte × breedte × hoogte)
Apparaat bedrijfsklaar, draaitafel op 90° -positie
(lengte × breedte × hoogte)
mm
mm
480 × 530 × 350
480 × 543 × 325
Maximale doorsnede van het werkstuk:
Rechte sneden
- Draaitafel 0°/ kantelarm 0°
Verstekzagen
- Draaitafel 15° / kantelarm 0°
- Draaitafel 22,5° / kantelarm 0°
- Draaitafel 30° / kantelarm 0°
- Draaitafel 45° / kantelarm 0°
Schuine sneden
- Draaitafel 0°/ kantelarm 45°
Dubbele versteksneden
- Draaitafel 15° / kantelarm 45°
- Draaitafel 22,5° / kantelarm 45°
- Draaitafel 30° / kantelarm 45°
- Draaitafel 45° / kantelarm 45°
mm
mm
mm
mm
mm
mm
mm
mm
mm
mm
Breedte / Hoogte
120 / 60
110 / 60
105 / 60
100 / 60
80 / 60
120 / 45
110 / 45
105 / 45
100 / 45
80 / 45
Gewicht
Apparaat compleet met verpakking
Apparaat gebruiksklaar
kg
kg
12,6
9,0
Toegelaten transport- en opslagtemperatuur °C 0 tot +40°
Geluidsemissie volgens EN ISO 61029-1
Geluidsdrukniveau L
WA
Geluidsdrukniveau bij het oor van de gebruiker L
PA
Onzekerheid K
dB(A)
dB (A)
dB (A)
86,8
99,8
3,0
Effectieve waarde van de gewogen acceleratie volgens EN 61029-1
(trilling aan de handgreep) Vectorsom a
h
Onzekerheid K
m/s
2
m/s
2
< 2,5
1,5
Afzuiginstallatie (niet meegeleverd):
Aansluitdoorsnede afzuigstuk op de achterkant
Minimaal luchtdebiet
Minimale onderdruk aan afzuigmof
Minimale luchtsnelheid aan afzuigmof
mm
m
3
/h
Pa
m/s
31,6
460
530
20
Snijdlaser:
Laserproductklasse
Laserproductnorm
Max. uitgangsvermogen P
Golflengte
mW
nm
2
EN 60825-1: 1994 +A1+A2
1,0
650
* De vermelde waarden zijn emissiewaarden en zijn zodoende niet tevens ook veilige werkplaatswaarden. Ofschoon er een correlatie tussen emissie- en immissiewaarden bestaat, kan hieruit niet
betrouwbaar worden afgeleid of bijkomende voorzorgsmaatregelen noodzakelijk zijn of niet. Factoren die het actuele immissiepeil op de werkplek beïnvloeden, omvatten de aard van de werkruimte
en andere geluidsbronnen, bijv. het aantal machines en andere naburige werkprocessen. De toegelaten werkplekwaarden kunnen ook van land tot land verschillen. Deze informatie dient echter de
gebruiker in staat te stellen, een betere inschatting van bedreiging en risico uit te voeren.

Documenttranscriptie

I_0010nl5A.fm 25.2.11 Origineel gebruikaanwijzing NEDERLANDS Inhoud 1. 2. 3. 4. 5. 6. 7. 8. 9. 10. 11. 12. 13. 14. 15. Conformiteitsverklaring.........33 Componenten op de overzichtstekening ........................33 Lees deze tekst voor u  begint! .....................................33 Veiligheid ................................33 Plaatsing en transport ...........35 Het apparaat in detail .............35 Ingebruikneming ....................36 Bediening ................................36 Service en onderhoud............37 Tips en trucs ...........................38 Beschikbare accessoires ......38 Reparatie .................................38 Verwijdering............................38 Problemen en storingen ........38 Technische gegevens ............39 1. Conformiteitsverklaring Wij verklaren op onze eigen verantwoordelijkheid dat dit product overeenstemet met de op pagina 3 vermelde normen en richtlijnen. 2. Componenten op de overzichtstekening Afbeelding zie pagina 2. 1 Zaaggreep 2 Handgreep 3 Spanenzak 4 Transportvergrendeling 5 Laseruittrede 6 Vastzethefboom voor inclinatieinstelling 7 Werkstukaanslag 8 Tafel 9 Tafelverbreding + draaggreep 10 Vastzetgreep voor draaitafel 11 Blokkeerhefboom tafelverbreding 12 Draaitafel 13 Tafelinlegprofiel 14 Werkstukspanvoorziening 15 Snijzoneverlichting 16 Zwenkbare beschermkap 17 Zaagbladblokkering 18 Veiligheidsvergrendeling 19 Aan-/uit-schakelaar van de zaag 3. Lees deze tekst voor u begint! – Lees de handleiding helemaal door voor u de machine in gebruik neemt. Vooral het hoofdstuk „Veiligheidsvoorschriften“ verdient uw aandacht. – Deze gebruiksaanwijzing is bedoeld voor personen die ten minste beschikken over basiskennis bij het werken met apparatuur zoals hier beschreven. Als u geen ervaring heeft met dergelijke apparatuur, doe dan eerst een beroep op de hulp van ervaren personen. – Bewaar zorgvuldig alle bij dit apparaat geleverde documenten. Bewaar het aankoopbewijs voor eventuele garantieclaims. Als u het apparaat uitleent of doorverkoopt, moet u alle meegeleverde documentatie van het apparaat meegeven. – De fabrikant wijst alle verantwoordelijkheid af voor schade die ontstaat door niet-inachtneming van deze handleiding. De informatie in deze handleiding wordt als volgt gekenmerkt: A Gevaar! Waarschuwing voor lichamelijk letsel of milieuschade. B Gevaar voor elektrische schok! Waarschuwing voor lichamelijke letsels door elektrische schok. c Intrekrisico! Waarschuwing voor lichamelijk letsel door meetrekken van lichaamsdelen of kledingstukken. A Attentie! Materiële schade. 3 Opmerking: Aanvullende informatie. – De getallen op de afbeeldingen aan het begin van deze handleiding – benoemen de verschillende onderdelen; – zijn doorlopend genummerd; – hebben betrekking op de overeenkomstige cijfers tussen haakjes (1), (2), (3) ... in de tekst. – Instructies voor handelingen, waarbij op de volgorde moet worden gelet, zijn doorgenummerd. – Instructies voor handelingen met willekeurige volgorde hebben een punt als opsommingsteken. – Lijsten zijn gekenmerkt met een streep. De toegelaten afmetingen van de werkstukken mogen niet overschreden worden (zie hoofdstuk "Technische gegevens"). Werkstukken met ronde of onregelmatige doorsnede zoals brandhout mogen niet worden gezaagd, omdat ze tijdens het zagen niet veilig kunnen worden vastgezet. Bij het smalkantzagen van vlakke werkstukken moet een geschikte aanslaghulp gebruikt worden om een veilige geleiding te garanderen. Elk ander gebruik is verboden. Niet toegelaten gebruik, wijzigingen aan het apparaat of het gebruik van onderdelen die niet goedgekeurd zijn door de fabrikant kunnen onvoorspelbaar persoonlijk letsel veroorzaken! 4.2          Voorgeschreven gebruik van het systeem De Afkortzaag is geschikt voor langsen dwarssneden, schuine sneden, versteksneden en dubbelversteksneden. Er mogen alleen materialen worden bewerkt waarvoor het desbetreffende zaagblad geschikt is (toegelaten zaagbladen zie hoofdstuk "Leverbare accessoires"). Houdt u zich bij gebruik van dit apparaat aan de volgende veiligheidsvoorschriften om gevaar voor personen of materiële schade te voorkomen. Houdt u zich aan de bijzondere veiligheidsvoorschriften in de betreffende hoofdstukken. Houdt u zich eventueel aan de wettelijke richtlijnen of ongevalpreventievoorschriften inzake de omgang met afkortzagen. A 4. Veiligheid 4.1 Algemene veiligheidsvoorschriften   Algemeen gevaar! Houd uw werkplek op orde – een onordelijke werkplek kan ongevallen tot gevolg hebben. Houd de vloer vrij van losse partikels, zoals bijv. spaanders en snijdresten. Wees aandachtig. Let op wat u doet. Ga verstandig te werk. Gebruik de machine niet als u niet geconcentreerd bent. Houd rekening met omgevingsinvloeden. Zorg voor een goede verlichting van de werkplek. Zorg voor een goede lichaamshouding. Zorg ervoor dat u op een stevige ondergrond staat en let er vooral op dat u altijd goed in evenwicht bent. Gebruik het apparaat niet in de nabijheid van ontvlambare vloeistoffen of gassen. Het apparaat mag alleen ingeschakeld en gebruikt worden door personen die vertrouwd zijn met afkortzagen en de gevaren bij de omgang ermee.  Personen beneden de 18 jaar mogen met deze werktafel slechts werken in het kader van een beroepsopleiding en onder het voortdurend toezicht van een ervaren docent. Laat andere personen, in het bijzonder kinderen, het elektrische apparaat of het snoer niet aanraken. Houd ze uit de buurt van de werkplek. Vermijd overbelasting – belast de werktafel niet zwaarder dan in de technische gegevens is aangegeven. 33 NEDERLANDS  Gebruik het juiste elektrische apparaat. Gebruik geen zwakke machines voor zware werkzaamheden. Gebruik het elektrische apparaat niet voor doeleinden waarvoor het niet bedoeld is. Gebruik bijvoorbeeld geen handcirkelzaag om bouwmasten of stammen te zagen. B Gevaar door elektrische stroom!  Laat de werktafel niet in de regen staan. Gebruik de werktafel niet in een vochtige of natte omgeving.  Vermijd dat u tijdens werkzaamheden met dit apparaat in contact komt met geaarde elementen zoals radiatoren, buizen, ovens, koelkasten.  Gebruik het snoer niet voor doeleinden waarvoor het niet bedoeld is.  Controleer regelmatig het aansluitsnoer van het elektrische apparaat en laat dit bij beschadiging vervangen door een erkend vakbedrijf.  Controleer verlengsnoeren regelmatig en vervang deze indien ze beschadigd zijn. A Verwondingsgevaar aan bewegende delen!  Neem dit apparaat nooit in gebruik zonder gemonteerde veiligheidsvoorzieningen.  Houd steeds voldoende afstand van het zaagblad. Gebruik desnoods geschikte invoerhulpmiddelen. Houd tijdens het gebruik voldoende afstand van aangedreven onderdelen.  Wacht tot het zaagblad stilstaat vooraleer u kleine werkstukdelen, houtresten enz. verwijdert uit het werkbereik.  Zaag alleen werkstukken die groot genoeg zijn, zodat ze bij het zagen veilig vastgeklemd kunnen worden.  Gebruik de spaninrichtingen of een bankschroef om het werkstuk vast te houden. Op die manier wordt het werkstuk veiliger vastgehouden dan met de hand.  Rem het uitlopende zaagblad niet af door er aan de zijkant tegenaan te drukken.  Trek de stekker uit het stopcontact voor de uitvoering van instel-, onderhouds- of reparatiewerkzaamheden.  Zorg dat er zich bij het inschakelen (bijvoorbeeld na onderhoudswerkzaamheden) geen montagegereedschap of losse onderdelen meer in het apparaat bevinden.  Trek de netstekker uit als u het apparaat niet gebruikt.  Ongebruikte elektrische werktuigen moeten op een droge, hoog gelegen of afgesloten plaats worden bewaard, buiten het bereik van kinderen. 34 A Gevaar voor snijwonden, ook bij rechtopstaand snijwerktuig!  Trek veiligheidshandschoenen aan als u snijwerktuigen moet vervangen.  Bewaar de zaagbladen zo dat niemand zich eraan kan verwonden. werktuigen. Draag de zaagbladen in een transportkast. A  A Gevaar door terugslaan van de zaagkop (zaagblad blijft in het werkstuk hangen en de zaagkop schiet plots omhoog)!  Kies een geschikt zaagblad voor het te snijden materiaal.  Houd de handgreep stevig vast. Op het moment dat het zaagblad in het werkstuk dringt, is het terugslaggevaar bijzonder groot.  Gebruik voor het zagen van dunne werkstukken of werkstukken met dunne wanden uitsluitend zaagbladen met fijne tanding.  Zorg ervoor dat de zaagbladen steeds scherp zijn. Zorg dat stompe zaagbladen onmiddellijk worden vervangen. Er bestaat verhoogd terugslaggevaar als een stompe zaagtand in het oppervlak van het werkstuk blijft hangen.  Zet het werkstuk nooit "op z’n smalle kant" (tijdens het schaven).  Controleer in geval van twijfel de werkstukken op vreemde voorwerpen (bijvoorbeeld spijkers of schroeven).  Zaag nooit verschillende stukken – ook geen bundels met verschillende aparte stukken tegelijk. Er is gevaar voor lichamelijk letsel als aparte stukken zonder steun door het zaagblad worden gegrepen. c   Intrekrisico! Draag aangepaste kledij. Let erop dat tijdens het bedrijf geen lichaamsdelen of kledingstukken door roterende onderdelen kunnen worden vastgegrepen en ingetrokken (geen dassen, geen handschoenen, geen kledingsstukken met wijde mouwen dragen; bij lange haren in ieder geval een haarnet gebruiken). Zaag nooit werkstukken waaraan zich kabels, touwtjes, banden, snoeren of draden bevinden of die dergelijke materialen bevatten. A Gevaar door onvoldoende persoonlijke veiligheidsuitrusting!  Draag gehoorbescherming om gehoordschade te vermijden.  Draag een veiligheidsbril.  Draag een stofmasker.  Draag aangepaste werkkledij.  Draag antislipschoenen.  Gebruik een ademmasker bij de uitvoering van stoffige werkzaamheden.  Draag handschoenen voor de omgang met de zaagbladen en ruwe  Gevaar door zaagsel! Sommige soorten zaagsel (bijvoorbeeld van eiken-, beuken- en essenhout) kunnen bij inademing kankerverwekkend zijn. Werk uitsluitend met aangesloten afzuiginstallatie. Controleer of deze aangesloten is en correct gebruikt wordt. De afzuiginstallatie moet voldoen aan de in de technische gegevens vermelde waarden. Zorg ervoor dat tijdens het werken zo weinig mogelijk houtstof vrijkomt: – houtstofafzettingen in het werkbereik verwijderen (niet wegblazen!); – lekken in de afzuiginstallatie herstellen; – Zorg voor een goede verluchting. A Gevaar door technische wijzigingen aan de machine of het gebruik van onderdelen die niet door de fabrikant goedgekeurd zijn; die kunnen onvoorspelbaar persoonlijk letsel veroorzaken!  Monteer deze werktafel zoals aangegeven in de gebruiksaanwijzing.  Het gebruik van andere werktuigen en accessoires kan gevaar voor letsels inhouden. Gebruik hiervoor uitsluitend onderdelen die door de fabrikant vrijgegeven werden. Dat geldt in het bijzonder voor: – Zaagbladen (zie "Leverbare accessoires"); – Veiligheidsvoorzieningen (zie de lijst met reserveonderdelen).  Breng aan deze onderdelen geen wijzigingen aan.  Let erop dat het op het zaagblad vermelde toerental minstens even hoog is dan het op de zaag vermelde toerental.  Gebruik alleen afstandsschijven en spilringen die geschikt zijn voor het door de fabrikant vermelde doel. A Gevaar door gebreken aan het apparaat!  Zorg dat het apparaat evenals het toebehoren goed onderhouden worden. Houd de snijdwerktuigen scherp en schoon om beter en veiliger te kunnen werken. Neem de instructies voor de smering en de werktuigwissel in acht.  Controleer de machine voor het inschakelen telkens op eventuele beschadigingen: voor elk gebruik moet de goede werking van de veiligheidsinrichtingen en van licht beschadigde onderdelen zorgvuldig gecontroleerd worden. Controleer of de scharnierende onderdelen correct functioneren en niet klemmen. Alle onderdelen moeten correct gemonteerd zijn en aan alle voorwaarden voldoen om NEDERLANDS     een feilloze bediening van het apparaat te garanderen. Gebruik geen beschadigde of vervormde zaagbladen. Beschadigde veiligheidsinrichtingen of onderdelen moeten door een erkend vakbedrijf op een deskundige manier gerepareerd of vervangen worden. Hiervoor moeten originele reserveonderdelen worden gebruikt, anders kunnen ongevallen het gevolg zijn voor de gebruiker. Gebruik dit apparaat niet als u de schakelaar niet kan in- en uitschakelen. Zorg ervoor dat er zich geen oliën of vetten op de handgrepen bevinden en dat ze droog blijven. Trek de stekker niet aan het snoer uit het stopcontact. Bescherm het snoer tegen hitte, olie en beschadiging door scherpe randen. f   Gevaar door lawaai! Draag oordoppen. Let er om geluidsreducerende redenen op dat het zaagblad niet is kromgetrokken. Een kromgetrokken zaagblad zorgt voor aanzienlijk meer trillingen. Dit betekent lawaai. D Gevaar door laserstraling! Laserstralen kunnen zware verwondingen aan het oog veroorzaken. Kijk nooit in de laseruittreding. Vervang de laser niet door een laser van een ander type. Laat de laser door de fabrikant van de laser of door een geautoriseerde vertegenwoordiger repareren of vervangen. A Gevaar door blokkerende werkstukken of werkstukdelen! Indien een blokkade optreedt: 1. Schakel het apparaat uit. 2. Trek de stekker uit het stopcontact. 3. Draag veiligheidshandschoenen. 4. Blokkering verwijderen met geschikt gereedschap. 4.3 Symbolen op het apparaat A Gevaar! Het negeren van de waarschuwingen kan zware verwondingen en materiële schade tot gevolg hebben. Waarschuwing voor een risicopunt Niet naar het zaagblad grijpen Gebruik het apparaat niet in een vochtige of natte omgeving. Handleiding lezen Draag veiligheidsbril en oordoppen. 4.4 Veiligheidsvoorzieningen Zwenkbare beschermkap(16) De zwenkende beschermkap beschermt tegen onvrijwillig contact met het zaagblad en tegen rondvliegende spaanders. Veiligheidsvergrendeling(18) De veiligheidsvergrendeling blokkeert de beweeglijke zaagbladafdekking: het zaagblad blijft afgedekt en de afkortzaag kan niet worden neergelaten zolang de veiligheidsvergrendeling niet opzij is gezwenkt. Werkstukaanslag(7) De werkstukaanslag voorkomt dat een werkstuk bij het zagen kan worden bewogen. De werkstukaanslag moet tijdens het gebruik altijd gemonteerd zijn. Het extra profiel (20) aan de werkstukaanslag kan verschoven worden voor het zagen van lange werkstukken na het losmaken van de blokkeerschroef (21). 5. Plaatsing en transport Transportgreep monteren  Schroef de transportgreep aan de zaagkop. Zorg ervoor dat de neus van de greep in de uitsparing (22) van de zaagkop grijpt. Tafelverbreding monteren 1. Neem de rechter en de linker tafelverbreding uit de transportverpakking. 2. Draai de schroeven (23) aan de geleiderails van de rechter en linker tafelverbreding eruit. 3. Schuif de geleiderails van de tafelverbredingen helemaal in de opnamen. Denk eraan dat de lengteaanslag (24) aan de tafelverbreding zoals afgebeeld omhoog kan worden geklapt. 4. Apparaat aan de voorste benen optillen, voorzichtig naar achteren kantelen en op een stabiele plek neerzetten. 5. Draai de schroeven aan de geleiderails weer vast. 6. Apparaat aan de voorste benen vastnemen, naar voren kantelen en neerzetten. 7. Stel de gewenste tafelbreedte in en zet de tafelverbreding vast met de blokkeerhefboom (11). Opstelling Voor een veilig werken moet het apparaat op een stabiele ondergrond worden bevestigd. – Als ondergrond kan of een vast gemonteerde werkplaat of een werkbank dienen. – De ideale hoogte van de ondergrond bedraagt 800 mm. – De stabiliteit van het apparaat moet ook tijdens het bewerken van grotere werkstukken gegarandeerd zijn. – Lange werkstukken moeten d.m.v. geschikt accessoires extra worden ondersteund. 3 Aanwijzing Voor mobiel gebruik kan het apparaat op een spaanderhout- of meubelplaat (500 mm x 500 mm, ten minste 19 mm sterk) worden. Bij de inzet moet de plaat met klemmen op een werkbak worden bevestigd. 1. Schroef het apparaat vast op de ondergrond. 2. Maak de transportbeveiliging los: druk de zaagkop een beetje omlaag en houd deze vast. Trek de transportbeveiliging (4) uit de diepere inkerving (25), draai deze 90° en klik ze in de plattere inkerving (26). 3. Zwenk de zaagkop langzaam omhoog. 4. Bewaar de verpakking voor latere doeleinden of verwijder deze milieuvriendelijk. Transport 1. Zaagkop omlaag zwenken en transportbeveiliging (4) in de diepere inkerving klikken. 2. Demonteer de aanbouwdelen die boven het apparaat uitsteken. A Opgelet! Transporteer de zaag niet aan de veiligheidsinrichtingen. 3. Apparaat aan de handgreep optillen. 6. Het apparaat in detail Aan/Uit-schakelaar motor (19) Motor inschakelen:  Druk op de Aan/Uit-schakelaar en houd de schakelaar ingedrukt. Motor uitschakelen:  Laat de Aan/Uit-schakelaar los. Aan/Uit-schakelaar snijzoneverlichting (27) Verlichting van de snijzone in- en uitschakelen. Aan/Uit-schakelaar snijdlaser (28) Snijdlaser in- en uitschakelen. Inclinatie-instelling Na losmaken van de vastzethefboom (7) aan de achterkant kan de zaag traploos tussen 0° en 45° naar de loodlijn worden geneigd (29). A Gevaar! Opdat zich de hellingshoek bij het zagen niet kan veranderen, moet de vastzethendel van de kiparm worden vastgetrokken. Draaitafel Na het losmaken van de vastzetgreep (10) kan de draaitafel worden versteld. 35 NEDERLANDS Op die manier wordt de snijhoek t.o.v. de achterste aanslag versteld. Naar elke kant is een hoek tot 47° mogelijk. De draaitafel klikt vast in de hoekstanden 0°, 15°, 22,5°, 30° en 45°. A Gevaar! Om ervoor te zorgen dat de verstekhoek bij het zagen niet verandert, moet de vastzetgreep van de draaitafel (ook op de grendelpunten!) vastgedraaid worden. 7. Ingebruikneming 7.1 Zaagselopvangzak monteren A Gevaar! Sommige soorten zaagsel (bijvoorbeeld van eiken-, beuken- en essenhout) kunnen bij inademing kankerverwekkend zijn. – Werk alleen met de gemonteerde zaagselopvangzak of met een geschikte zaagselafzuiginstallatie. – Maak aanvullend gebruik van een stofveiligheidsmasker, omdat niet alle spanenstof wordt opgevangen respectievelijke wordt afgezogen. – Maak de zaagselopvangzak geregeld leeg. Draag bij het legen een stofmasker. Als u het apparaat met de meegeleverde zaagselopvangzak in bedrijf neemt:  steekt u de zaagselopvangzak (3) op de zaagselafzuigtuit (30). Let erop dat de ritssluiting (31) van de zaagselafzuigzak gesloten is. Als u het apparaat op een zaagselafzuiginstallatie aansluit:  Gebruik voor de aansluiting aan het spanenafzuigstuk een geschikte adapter.  Zorg ervoor dat de zaagselafzuiginstallatie voldoet aan de eisen die vermeld staan in het hoofdstuk "Technische gegevens".  Let ook op de gebruiksaanwijzing van de zaagselafzuiginstallatie! 7.2 Werkstukspaninrichting monteren De werkstukspanvoorziening kan in twee posities worden gemonteerd: – Voor brede werkstukken: duw de werkstukspaninrichting in de achterste boring (33) van de tafel en fixeer deze met de vastzetschroef (34): – Voor smalle werkstukken: maak de vastzetschroef (32) los en duw het voorste deel van de werkstukspaninrichting in de voorste boring (35) van de tafel: 36 7.3 Netaansluiting B Gevaar! Elektrische spanning Gebruik het apparaat alleen aan een stroombron die aan de volgende eisen beantwoordt (zie ook hoodstuk "Technische gegevens"): – Netspanning en -frequentie moeten overeenstemmen met de waarden op het typeplaatje van de machine; – De groep moet beveiligd zijn door een aardlekschakelaar met een lekstroom van 30 mA; – De stopcontacten moeten reglementair geïnstalleerd zijn en een goedgekeurde aarding hebben.     Het snoer moet zo gelegd worden dat de zaagwerkzaamheden niet bemoeilijkt worden en dat het snoer niet kan worden beschadigd. Gebruik als verlengsnoer alleen rubberkabels met voldoende doorsnede (3 × 1,5 mm2). Gebruik een verlengsnoer voor het gebruik in de openlucht. Gebruik in de openlucht alleen daarvoor goedgekeurde en gekenmerkte verlengsnoeren. Vermijd onnodige startprocedures. Controleer of de schakelaar bij het aansluiten van de stekker uitgeschakeld is. 8. Bediening   Controleer de veiligheidsinrichtingen, alvorens met de zaagwerkzaamheden te beginnen. Let steeds op een juiste houding en plaats tijdens het zagen: – neem plaats aan de voorkant van de afkortzaag; – tegenover het zaagblad; – parallel t.o.v. het zaagblad. A Gevaar! Bij het zagen moet het werkstuk altijd vastgeklemd worden met de werkstukspaninrichting.  Zaag nooit werkstukken die niet gespannen kunnen worden in de werkstukspaninrichting. A Klemgevaar! Grijp bij het neigen of zwenken van de zaagkop niet in het scharnierbereik of onder het apparaat!  Houd de zaagkop bij het kantelen vast.  Gebruik bij het werken: – werkstuksteun – voor lange werkstukken, als ze na het doorzagen van de tafel zouden vallen; – zaagselopvangzak of zaagselafzuiginstallatie.   Zaag alleen werkstukken die groot genoeg zijn, zodat ze bij het zagen veilig vastgeklemd kunnen worden. Druk het werkstuk tijdens het zagen steeds op de tafel en plaats het nooit op zijn smalle kant. Probeer het zaagblad ook nooit af te remmen door er van opzij (met een voorwerp) tegenaan te drukken. Er bestaat gevaar voor ongevallen als het zaagblad wordt geblokkeerd. 8.1 Rechte sneden Uitgangspositie – Transportvergrendeling uitgetrokken. – De zaagkop is naar boven gezwenkt. – De draaitafel staat op de 0°-stand, de vastzetgreep voor de draaitafel is aangetrokken. – De inclinatie van de kantelarm ten opzichte van de loodlijn bedraagt 0°, de grendelhefboom voor de instelling van de inclinatie is vastgezet. Zagen van het werkstuk 1. Druk het werkstuk tegen de werkstukaanslag en klem het vast met de werkstukspaninrichting. 2. Veiligheidsvergrendeling (18) bedienen en Aan/Uit-schakelaar (19) ingedrukt houden. 3. Laat de zaagkop aan de handgreep langzaam neer. Druk de zaagkop tijdens het zagen niet te hard op het werkstuk, het motortoerental mag niet te sterk dalen. 4. Zaag het werkstuk in één beweging door. 5. Laat de Aan/Uit-schakelaar los en laat de zaagkop langzaam in de bovenste uitgangspositie terugzwenken. 8.2 Versteksneden Uitgangspositie – Transportvergrendeling uitgetrokken. – De zaagkop is naar boven gezwenkt. – De inclinatie van de kantelarm ten opzichte van de loodlijn bedraagt 0°, de grendelhefboom voor de instelling van de inclinatie is vastgezet. Zagen van het werkstuk 1. Draai de vastzetgreep (10) van de draaitafel (12) los. 2. Stel de gewenste hoek in. 3. Draai de vastzetgreep van de draaitafel vast. 4. Zaag het werkstuk zoals beschreven onder "Rechte zaagsneden". 8.3 Schuine sneden Uitgangspositie – Transportvergrendeling uitgetrokken. – De zaagkop is naar boven gezwenkt. – De draaitafel staat op de 0°-stand, de vastzetgreep voor de draaitafel is aangetrokken. NEDERLANDS Zagen van het werkstuk 1. Maak de grendelhefboom (6) voor inclinatie aan de achterkant van de zaag los. 2. Kantel de kantelarm langzaam in de gewenste stand (29). 3. Zet de hefboom voor instelling van de inclinatie vast. 4. Zaag het werkstuk zoals beschreven onder "Rechte zaagsneden". 8.4 Dubbele versteksneden 3 Opmerking: De dubbele versteksnede is een combinatie van versteksnede en schuine snede. Dat wil zeggen dat het werkstuk schuin t.o.v. de achterste aanlegrand en schuin t.o.v. van de bovenkant gezaagd wordt. A Gevaar! Bij de dubbele versteksnede is het zaagblad door de sterke inclinatie makkelijker toegankelijk - hierdoor neemt het gevaar voor verwondingen toe. Houd voldoende afstand van het zaagblad! Uitgangspositie – Transportvergrendeling uitgetrokken. – De zaagkop is naar boven gezwenkt. – De draaitafel is geblokkeerd in de gewenste positie. – De kantelarm is geblokkeerd in de gewenste inclinatiehoek t.o.v. het werkstukoppervlak. Zagen van het werkstuk  Zaag het werkstuk zoals beschreven onder "Rechte zaagsneden". 9. Service en onderhoud A Gevaar! Voor alle onderhouds- en reinigingswerkzaamheden moet u het netsnoer uittrekken. – Service en/of onderhoudswerkzaamheden die niet in dit hoofdstuk beschreven staan mogen uitsluitend door vaklui uitgevoerd worden. – Beschadigde delen, in het bijzonder veiligheidsinrichtingen, alleen vervangen door originele onderdelen. Delen die niet door de fabrikant gecontroleerd en vrijgegeven zijn, kunnen onverwachte beschadigingen veroorzaken. – Nadat u klaar bent met de service en/ of onderhoudsbeurt, moet eerst de goede werking van alle veiligheidsvoorzieningen gecontroleerd worden. 9.1 Zaagblad vervangen A Gevaar van verbrandingen! Kort na het zagen kan het zaagblad zeer heet zijn. Laat een heet zaagblad eerst voldoende afkoelen. Reinig een heet zaagblad nooit met brandbare producten. A Snijgevaar ook aan het staande zaagblad! Bij het los- en vastdraaien van de klemschroef moet de zwenkbare beschermkap over het zaagblad zijn gezwenkt. Bij het vervangen van een zaagblad moet u veiligheidshandschoenen dragen. 1. Fixeer de zaagkop op de bovenste positie. 2. Om het zaagblad te vergrendelen, de vergrendelknop (17) drukken en hierbij het zaagblad met de andere hand draaien tot de vergrendelknop vastklikt. 3. Maak de spanschroef (36) op de zaagblad as los met de inbussleutel (linkse schroefdraad!). 4. Maak de veiligheidsvergrendeling (18) los en schuif de beschermkap (16) omhoog en houd deze vast. 5. Neem de buitenflens (37) en het zaagblad voorzichtig van de zaagbladas en sluit de beschermkap weer. A Gevaar! Gebruik geen schoonmaakmiddelen (bijvoorbeeld om harsresten te verwijderen) die de lichtmetalen delen van het chassis zouden kunnen beschadigen. De stabiliteit van de afkortzaag zou erdoor kunnen worden aangetast. 6. Spanvlakken reinigen: – zaagbladas (38), – zaagblad, – buitenste flens (37), – binnenflens (39). A Gevaar! Breng de binnenflens correct aan! Anders kan de zaag blokkeren of het zaagblad kan loskomen! De binnenflens ligt correct, als de ringgroef naar het zaagblaad en de platte zijde naar de motor wijst. 7. Breng de binnenste flens (39) aan. 8. Maak de veiligheidsvergrendeling los en schuif de beschermkap omhoog en houd deze vast. 9. Breng een nieuw zaagblad aan – let op de juiste draairichting: van de linker (geopende) zijde gezien moet de pijl op het zaagblad overeenstemmen met de pijlrichting (40) op de zaagbladafdekking! A Gevaar! Maak uitsluitend gebruik van geschikte zaagbladen, die voor het maximaal toerental zijn berekend (zie "Technische gegevens") bij onpassende of beschadigde zaagbladen kunnen door de centrifugaalkracht onderdelen explosieachtig worden weggeslingerd. Het is verboden om: – zaagbladen uit HSS-staal, – beschadigde zaagbladen, – slijpschijven te monteren. A Gevaar! – Het zaagblad moet gemonteerd worden met originele fabrieksklemflenzen. – Gebruik nooit losse klemringen. Het zaagblad zou vanzelf los kunnen komen. – De zaagbladen moeten uitgebalanceerd zijn. Ze mogen niet trillen, anders kunnen ze tijdens het werken vanzelf loskomen. 10. Sluit de beschermkap weer. 11. Schuif de buitenflens erop – De vlakke zijde moet naar de motor wijzen! 12. Spanschroef opschroeven (linker schroefdraad!) en handvast aantrekken. Om het zaagblad te vergrendelen, de vergrendelingsknop indrukken en hierbij het zaagblad met de andere hand draaien tot de vergrendelingsknop vastklikt. A Gevaar! – U mag de steel van de sleutel niet verlengen om het zaagblad steviger vast te kunnen zetten. – Spanschroef niet door slaggen op de montagesleutel aantrekken. 13. Trek de klemschroef vast aan. 14. Controleer de goede werking. Maak hiervoor de veiligheidsvergrendeling los en klap de afkortzaak omlaag: – De zwenkbare beschermkap moet het zaagblad bij het omlaagzwenken vrijgeven, zonder andere onderdelen te raken. – Bij het omhoog klappen van de zaag in de uitgangspositie moet de beschermkap automatisch het zaagblad afdekken. – Zaagblad met de hand draaien. Het zaagblad moet zich in iedere mogelijke verstelpositie kunnen draaien, zonder andere delen te raken . 9.2 Inlegprofiel vervangen A Gevaar! Als het inlegprofiel beschadigd is, bestaat het risico dat kleine voorwerpen 37 NEDERLANDS tussen het inlegprofiel en het zaagblad geklemd raken en het zaagblad blokkeren. Beschadigde inlegprofielen moeten onmiddellijk vervangen worden! A 1. Verwijder de schroeven aan het inlegprofiel (13). Draai evt. de draaitafel en kantel de zaagkop om de schroeven te kunnen bereiken. 2. Verwijder het inlegprofiel. 3. Breng een nieuw inlegprofiel aan. 4. Draai de schroeven van het inlegprofiel vast.  9.3 Regel de werkstukaanslag bij 1. Inbusbouten (41) losmaken. 2. Werkstukaanslag (7) zo uitrichten, dat hij exact haaks ten opzichte van het zaagblad staat als de draaitafel op de 0-positie vastklikt. 3. Inbusbouten aantrekken. 9.4 Snijlaser instellen 1. Schroef de laserafdekking (45) eraf en reinig indien nodig de het glas van de afdekking aan de buitenkant. Laser rechthoekig uitrichten 2. Draai de rechter inbusschroef (44) en/of de linker inbusschroef (42) los of trek deze aan om de laser in een rechte hoek uit te richten. Laser zijdelings uitrichten 3. Maak de middelste inbusschroef (43) los. 4. Verschuif de lasereenheid in het slobgat: – Naar rechts = tekenlijn wordt van de bediener uit naar rechts verschoven. – Naar rechts = tekenlijn wordt van de bediener uit naar links verschoven. 5. Trek de middelste inbusschroef weer aan. 6. Schroef de laserafdekking (45) weer vast. 9.5 Het apparaat reinigen Verwijder zaagsel en stof met borstel of stofzuiger van/uit: – Verstelinrichtingen; – Bedieningsfuncties; – koelopening van de motor; – ruimte onder het inlegprofiel; – ruimte boven de lasereenheid. 9.6 Apparaat opbergen A   Gevaar! Berg apparatuur zo op dat deze niet door onbevoegden in werking kan worden gezet. Zorg dat niemand er zich aan kan verwonden. 38  Opgelet! De machine mag niet in openlucht of in een vochtige ruimte opgeborgen worden. Houd rekening met de toegelaten omgevingsomstandigheden (zie Technische gegevens). 9.7 Onderhoud Voor elk gebruik  Zaagsel met een stofzuiger of een kwast verwijderen.  Controleer de stroomkabel en de stekker op beschadigingen en laat ze eventueel vervangen door een elektromonteur.  Controleer of alle bewegende delen over het volledige bewegingsbereik vrij zijn. Regelmatig afhankelijk van de gebruiksomstandigheden  Controleer alle schroefverbindingen en schroef ze eventueel vast.  Controleer de terugstelfunctie van de zaagkop (de zaagkop moet onder invloed van de veerkracht terugkeren naar zijn bovenste uitgangspositie), eventueel vervangen.  Smeer de geleidingselementen licht. 10. Tips en trucs – Bij lange werkstukken, gebruikt u links en rechts van de zaag een geschikte steun. – Bij geneigde sneden werkstuk rechts van het zaagblad vasthouden. – Bij het zagen van kleine delen een extra aanslag gebruiken (als extra aanslag kan bv een passende houten plank dienen, dat aan de aanslag van het apparaat wordt vastgeschroefd). – Bij het zagen van een gebogen (kromgetrokken) plank (46), legt u de naar buiten gebogen zijde tegen de werkstukaanslag. – Zaag werkstukken niet langs de smalle kant, maar leg ze vlak op de draaitafel. 11. Beschikbare accessoires Voor bijzondere werkzaamheden zijn de volgende accessoires verkrijgbaar in de vakhandel – de tekeningen vindt u aan het begin van deze handleiding: A Zaagblad-hardmetaal 216 x 2,4 / 1,8 x 30 24 W voor langs- en dwarssneden in massief hout. B Zaagblad-hardmetaal 216 x 2,4 / 1,8 x 30 48 W voor langs- en dwarssneden in massief hout en spaanplaat. C Zaagblad-hardmetaal 216 x 2,4 / 1,8 x 30 60 FT voor langs- en dwarssneden in gecoate platen en fineerplaten. D Zaagbladdepot voor het veilig bewaren van zaagbladen en accessoires. E Onderhouds- en conserveringsspray  om harsresten te verwijderen en metalen oppervlakken te conserveren. F Afzuigadapter  voor aansluiting van een zaagselafzuiginstallatie aan de zaagselafzuigtuit. G Machinestandaard Machinestandaard en tafelverbreding in stabiele en robuuste constructie. In de hoogte verstelbaar. 12. Reparatie A Gevaar! Reparaties aan elektrische werktuigen mogen alleen uitgevoerd worden door elektrotechnici! Met beschadigde Metabo-apparaten kunt u zich tot uw Metabo-vertegenwoordiger wenden. Adressen zie www.metabo.com. Onderdelenlijsten kunt u downloaden op www.metabo.com. 13. Verwijdering Gescheiden inzameling! Dit product mag niet samen met het normale huisvuil worden verwijderd. Afgedankte elektronische apparatuur en accessoires bevatten grote hoeveelheden waardevolle grond- en kunststoffen, die ook gerecycleerd moeten worden. Alleen voor EU-landen: Gooi elektrische apparaten niet bij het huisvuil! Volgens de Europese Richtlijn 2002/96/EG m.b.t. tot oude elektrische en elektronische apparatuur en de omzetting ervan in de nationale wetgeving moeten verbruikte elektrische apparaten gescheiden ingezameld en op een milieuvriendelijke verder verwerkt worden. 14. Problemen en storingen Hieronder worden problemen en storingen beschreven die u zelf mag verhelpen. Indien de hier beschreven maatregelen niet verder helpen, zie "Reparatie". A Gevaar! Bij het verhelpen van problemen en storingen gebeuren bijzonder veel ongevallen. Let daarom op de volgende punten:  Trek het netsnoer uit het stopcontact, telkens u een storing wenst te verhelpen.  Nadat de storing verholpen is, moet u eerst de goede werking van alle veiligheidsvoorzieningen controleren. NEDERLANDS Afkortzagen niet mogelijk Transportvergrendeling ingeschakeld:  Transport-blokkering eruit trekken. Veiligheidsvergrendeling ingeschakeld:  Veiligheidsvergrendeling losmaken. Zaagvermogen te gering Het zaagblad is bot (het zaagblad vertoont eventueel brandvlekken opzij); Zaagblad voor het materiaal ongeschikt (zie hoofdstuk "Technische gegevens"); Het zaagblad is verbogen:  Zaagblad vervangen (zie hoofdstuk "Onderhoud"). Het zaagblad is niet correct gemonteerd:  Monteer het zaagblad correct (zie hoofdstuk "Onderhoud"). De draaitafel beweegt stroef Zaagsel onder de draaitafel:  Verwijder het zaagsel. De zaag trilt hevig Het zaagblad is verbogen:  Zaagblad vervangen (zie hoofdstuk "Onderhoud"). 15. Technische gegevens Spanning V 220 – 240 (1~ 50/60 Hz) Stroomverbruik A 6 Zekering A Motorvermogen (S6 20% 5 min.) kW Veiligheidsklasse IP Beveiligingsklasse Zaagbladtoerental 10 (langzaam) 1,35 20 II min-1 5000 Snijsnelheid m/s 55 Doorsnede zaagblad (buiten) mm 216 Opnameboring zaagblad (binnen) mm 30 Afmetingen Apparaat volledig met verpakking (lengte × breedte × hoogte) Apparaat bedrijfsklaar, draaitafel op 90° -positie  (lengte × breedte × hoogte) mm mm 480 × 530 × 350 480 × 543 × 325 Maximale doorsnede van het werkstuk: Rechte sneden - Draaitafel 0°/ kantelarm 0° Verstekzagen - Draaitafel 15° / kantelarm 0° - Draaitafel 22,5° / kantelarm 0° - Draaitafel 30° / kantelarm 0° - Draaitafel 45° / kantelarm 0° Schuine sneden - Draaitafel 0°/ kantelarm 45° Dubbele versteksneden - Draaitafel 15° / kantelarm 45° - Draaitafel 22,5° / kantelarm 45° - Draaitafel 30° / kantelarm 45° - Draaitafel 45° / kantelarm 45° Breedte / Hoogte mm 120 / 60 mm mm mm mm 110 / 60 105 / 60 100 / 60 80 / 60 mm 120 / 45 mm mm mm mm 110 / 45 105 / 45 100 / 45 80 / 45 Gewicht Apparaat compleet met verpakking Apparaat gebruiksklaar kg kg 12,6 9,0 Toegelaten transport- en opslagtemperatuur °C 0 tot +40° Geluidsemissie volgens EN ISO 61029-1 Geluidsdrukniveau LWA Geluidsdrukniveau bij het oor van de gebruiker LPA Onzekerheid K dB(A) dB (A) dB (A) 86,8 99,8 3,0 Effectieve waarde van de gewogen acceleratie volgens EN 61029-1 (trilling aan de handgreep) Vectorsom ah Onzekerheid K m/s2 m/s2 < 2,5 1,5 Afzuiginstallatie (niet meegeleverd): Aansluitdoorsnede afzuigstuk op de achterkant Minimaal luchtdebiet Minimale onderdruk aan afzuigmof Minimale luchtsnelheid aan afzuigmof mm m3/h Pa m/s 31,6 460 530 20 mW nm 2 EN 60825-1: 1994 +A1+A2 1,0 650 Snijdlaser: Laserproductklasse Laserproductnorm Max. uitgangsvermogen P Golflengte * De vermelde waarden zijn emissiewaarden en zijn zodoende niet tevens ook veilige werkplaatswaarden. Ofschoon er een correlatie tussen emissie- en immissiewaarden bestaat, kan hieruit niet betrouwbaar worden afgeleid of bijkomende voorzorgsmaatregelen noodzakelijk zijn of niet. Factoren die het actuele immissiepeil op de werkplek beïnvloeden, omvatten de aard van de werkruimte en andere geluidsbronnen, bijv. het aantal machines en andere naburige werkprocessen. De toegelaten werkplekwaarden kunnen ook van land tot land verschillen. Deze informatie dient echter de gebruiker in staat te stellen, een betere inschatting van bedreiging en risico uit te voeren. 39
  • Page 1 1
  • Page 2 2
  • Page 3 3
  • Page 4 4
  • Page 5 5
  • Page 6 6
  • Page 7 7
  • Page 8 8
  • Page 9 9
  • Page 10 10
  • Page 11 11
  • Page 12 12
  • Page 13 13
  • Page 14 14
  • Page 15 15
  • Page 16 16
  • Page 17 17
  • Page 18 18
  • Page 19 19
  • Page 20 20
  • Page 21 21
  • Page 22 22
  • Page 23 23
  • Page 24 24
  • Page 25 25
  • Page 26 26
  • Page 27 27
  • Page 28 28
  • Page 29 29
  • Page 30 30
  • Page 31 31
  • Page 32 32
  • Page 33 33
  • Page 34 34
  • Page 35 35
  • Page 36 36
  • Page 37 37
  • Page 38 38
  • Page 39 39
  • Page 40 40
  • Page 41 41
  • Page 42 42
  • Page 43 43
  • Page 44 44
  • Page 45 45
  • Page 46 46
  • Page 47 47
  • Page 48 48
  • Page 49 49
  • Page 50 50
  • Page 51 51
  • Page 52 52
  • Page 53 53
  • Page 54 54
  • Page 55 55
  • Page 56 56
  • Page 57 57
  • Page 58 58
  • Page 59 59
  • Page 60 60
  • Page 61 61
  • Page 62 62

Metabo KS 216 Lasercut Handleiding

Categorie
Verstekzagen
Type
Handleiding
Deze handleiding is ook geschikt voor