Husqvarna Rotary Lawnmower, 246 Handleiding

  • Hallo! Ik ben een AI-chatbot die speciaal is getraind om je te helpen met de Husqvarna Rotary Lawnmower Handleiding. Ik heb het document al doorgenomen en kan je duidelijke en eenvoudige antwoorden geven.
1
2
3
4
5
6
7
GB - Overview
1. Blade brake lever
2. Upper Handle
3. Lower Handle
4. Start Handle
5. Operator’s Manual
6. Rating Label
7. Warning Label
DE - Übersicht
1. Motorbremsbügel
2. Holm, oben
3. Holm, unten
4. Anlassergriff
5. Bedienungsanleitung
6. Produkttypenschild
7. Warnetikett
FR - Apercu
1. Etrier du frein moteur
2. Mancheron partie supérieure
3. Mancheron partie inférieure
4. Démarreur
5. Manuel d’utilisation
6. Plaquette d’identification
7. Etiquette d’avertissement
NL - Overzicht
1. Motorrembeugel
2. Boven-duwboom
3. Beneden-duwboom
4. Startgreep
5. Gebruiksaanwijzing
6. Productlabel
7. Waarschuwingsetiket
NO - Oversikt
1. Motorbremsbøyle
2. Håndtak, øvre
3. Håndtak, nedre
4. Starthåndtak
5. Bruksanvisning
6. Typeetiketten
7. Advarselsetikett
FI - Yleiskatsaus
1. Moottorijarru
2. Kahva, ylempi
3. Kahva, alempi
4. Käynnistyskahva
5. Käyttöohje
6. Tuotteen arvokilpi
7. Varoitusnimike
SE - Översikt
1. Motorbromsbygel
2. Handtag, övre
3. Handtag,nedre
4. Starthandtag
5. Bruksanvisning
6. Identifieringsetikett
7. Varningsetikett
DK - Oversigt
1. Motorbremsebøjle
2. Håndtag, øverste
3. Håndtag, nederste
4. Starthåndtag
5. Brugsanvisning
6. Produktmærkat
7. Advarselsmœrkat
ES - Sumario
1. Mando freno motor
2. Guía, parte superior
3. Guía, parte inferior
4. Palanca de arranque
5. Instrucciones para el uso
6. Etiqueta indicadora del producto
7. Etiqueta de Advertencia
PT - Quadro
1. Arco do freio do motor
2. Cabo superior
3. Cabo inferior
4. Cabo de arranque
5. Instruções de utilização
6. Etiqueta de Especificações do
Produto
7. Etiqueta de Aviso
IT - Sommario
1. Leva del freno motore
2. Manubrio superiore
3. Manubrio inferiore
4. Leva avviamento
5. Instruziono per l’uso
6. Etichetta con dati prodotto
7. Etichetta di pericolo
VEILIGHEIDSVOORSCHRIFTEN
Verklaring van de symbolen op de roterende
grasmaaimachine met benzinemotor
Waarschuwing
Lees de handleiding voor de
gebruiker aandachtig door, zodat u
volledig vertrouwd bent met de
verschillende bedieningselementen
en de werking daarvan.
Zorg, dat de maaimachine tijdens het
maaien altijd in contact blijft met de grond.
Als de machine wordt opgetild of
gekanteld, kunnen er onder hoge snelheid
stenen naar buiten worden geworpen.
Zorg, dat omstanders uit de buurt
blijven. Gebruik de maaimachine niet
als er zich mensen, en vooral
kinderen of huisdieren, op het te
maaien terrein bevinden.
Wees voorzichtig met uw voeten en
handen. Houd uw handen of voeten
veilig uit de buurt van het roterende
mes snijbladen.
Alvorens onderhoud uit te voeren aan de
machine of de machine te reinigen of af te
stellen, of wanneer de machine gedurende
langere tijd niet zal worden gebruikt, dient
de bougie te worden verwijderd.
Het mes blijft nog een tijdje roteren
nadat de machine uitgeschakeld werd.
Wacht totdat alle machine-onderdelen
volledig stilliggen voordat u ze aanraakt.
Algemeen
1. De grasmaaimachine mag nooit worden gebruikt door
kinderen of personen die niet op de hoogte zijn van de
instructies voor gebruik. Volgens plaatselijke wettelijke
voorschriften kan er een minimum leeftijd van
toepassing zijn voor bedieners van deze machine.
2. De grasmaaier is uitsluitend bestemd voor gebruik
op de wijze waarop en voor de doeleinden die in
deze instructies worden beschreven.
3. Gebruik de grasmaaier nooit als u moe, ziek of
onder invloed bent van alcohol, drugs of medicijnen.
4. De bediener of gebruiker is aansprakelijk voor
eventuele ongevallen of gevaren die worden
veroorzaakt aan andere personen of hun eigendom.
Veiligheid van brandstof
WAARSCHUWING - benzine is uiterst brandbaar
- Draag beschermende kleding wanneer u werkt met
brandstoffen en smeeroliën.
- Voorkom contact met de huid.
- Verwijder benzine en machine-olie voordat u het
product vervoert.
- Benzine dient te worden bewaard in een speciaal
voor dit doel bestemde container. Over het algemeen
zijn plastic containers ongeschikt voor dit doel.
- De tank dient altijd buitenshuis te worden bijgevuld
en er mag niet worden gerookt.
- De tank dient te worden bijgevuld VOORDAT de
motor wordt gestart. De tankdop mag nooit wordt
geopend en de tank mag ook niet worden bijgevuld
als de motor loopt of heet is.
- Indien er benzine wordt gemorst, mag de motor niet worden
gestart en dient de machine uit de buurt van de gemorste
vlek te worden geduwd; elke vorm van ontsteking moet
worden vermeden totdat de vlek geheel is vervlogen.
- Zorg, dat de tankdop en dop van de container altijd
goed vast worden gedraaid.
- Voordat u de motor start, dient u de machine uit de buurt
te duwen van de plaats waar u de tank heeft bijgevuld.
- Brandstof moet op een koele plaats worden
opgeslagen, uit de buurt van open vlammen.
Voorbereiding
1. Maai het gras nooit op blote voeten of met sandalen
aan. Draag altijd geschikte kleding, handschoenen
en stevige schoenen.
2. Het gebruik van oorbeschermers wordt aanbevolen.
3. Controleer, dat er geen stokken, botten, ijzerdraad en
rommel in het gras liggen; deze kunnen door het mes
onder hoge snelheid naar buiten worden geworpen.
4. Controleer de machine vóór gebruik en na harde
schokken altijd op eventuele slijtage en
beschadigingen en repareer deze zo nodig.
5. Om de juiste balans te behouden, dient men bij
vervanging van het mes altijd de hele bevestigingsset te
vervangen.
6. Defecte geluiddempers dienen vervangen te worden.
Gebruik
1. Gebruik de machine niet in een afgesloten ruimte, waar
de uitlaatgassen (koolmonoxide) zich kunnen ophopen.
2. Gebruik de maaimachine alleen bij daglicht of goed
kunstmatig licht.
3. Vermijd waar mogelijk gebruik van de machine als
het gras nat is.
4. Wees voorzichtig dat u niet uitglijdt als het gras nat is.
5. Wees op hellingen extra voorzichtig dat u niet
uitglijdt en draag niet-slippend schoeisel.
6. Hellingen dienen altijd in overdwarse richting te worden
gemaaid, en niet van boven naar beneden of andersom.
7. Wees uiterst voorzichtig wanneer u op een helling
van richting verandert.
8. Grasmaaien op hellingen en taluds kan gevaarlijk
zijn. Niet maaien op taluds
of steile hellingen.
9. Loop niet achteruit met de grasmaaier, omdat u dan
zou kunnen struikelen. Altijd lopen, nooit rennen.
10. Maai het gras nooit door de maaimachine naar u toe
te trekken.
11. Voordat de maaimachine over oppervlakken zonder
gras wordt geduwd en wanneer de machine naar en
van het te maaien terrein wordt vervoerd, dient de
motor te worden uitgeschakeld door de
motorrembeugel uit te schakelen.
12. De machine mag niet worden gebruikt als de
beschermplaten beschadigd of afwezig zijn.
13. De motor mag niet te hard lopen en de instellingen
van de toerenregelaar mogen niet worden
gemodificeerd. Te hard rijden is gevaarlijk en verkort
de levensduur van de maaimachine.
14. Voordat de motor wordt gestart, dienen alle mes
aandrijfkoppelingen vrij te worden gezet.
15. Houd uw handen en voeten altijd uit de buurt van de
snij-inrichting, vooral wanneer u de motor aanzet.
16. De grasmaaimachine mag niet worden gekanteld bij
het starten van de motor.
17. De maaimachine mag niet worden opgetild of
gedragen met lopende motor.
18. De bougiekabel kan heet worden - wees voorzichtig.
19. Voer nooit onderhoud uit aan de machine als de
motor heet is.
Indien deze grasmaaimachine niet op de juiste wijze wordt gebruikt, kan de machine gevaar opleveren. De
machine kan ernstig letsel veroorzaken aan de bediener en omstanders; voor redelijke veiligheid en efficientie
bij het gebruik van de grasmaaier, dienen de waarschuwingen en veiligheidsvoorschriften nauwkeurig te
worden opgevolgd. De bediener draagt de verantwoordelijk voor het opvolgen van de waarschuwingen en
veiligheidsvoorschriften, die in deze handleiding en op de grasmaaimachine vermeld staan.
STOP
NEDERLANDS - 1
VEILIGHEIDSVOORSCHRIFTEN
20.Laat de motorrembeugel los om de motor te stoppen,
wacht totdat het mes is uitgedraaid, koppel de kabel van
de bougie los en wacht totdat de motor is afgekoeld:-
- als u de machine enige tijd onbeheerd wilt
achterlaten;
- voordat u de benzinetank bijvult;
- voordat u een verstopping verwijdert;
- voordat u controles, reiniging of onderhoud uitvoert
aan het apparaat;
- als u een vreemd voorwerp raakt. Gebruik de
machine niet totdat u zeker bent dat de hele
grasmaaimachine veilig is voor gebruik;
- als de maaimachine abnormaal trilt. U dient dit onmiddellijk
te controleren. Te grote trillingen kan letsel veroorzaken.
Onderhoud en opslag
1. Zorg, dat alle moeren, bouten en schroeven goed
zijn aangedraaid zodat de maaier altijd veilig kan
worden gebruikt.
2. Vervang versleten of beschadigde onderdelen
onmiddellijk.
3. Gebruik voor vervanging uitsluitend originele, voor
deze machine bestemde snijbladen en bladbouten.
4. Zet de maaier nooit in een ruimte/gebouw waar
benzinedampen in aanraking kunnen komen met
open vuur of vonken als er nog benzine in de tank
zit.
5. Laat de motor altijd eerst afkoelen voordat de
machine wordt opgeborgen in een afgesloten ruimte.
6. Om brandgevaar te vermijden, dienen de motor,
geluiddemper, accubak en de brandstoftank vrij te
zijn van gras, bladeren of overmatig veel vet.
7. Als de benzinetank moet worden geleegd, dient dit
buiten te gebeuren.
8. Wees voorzichtig bij het afstellen van de machine dat
uw vingers niet bekneld raken tussen bewegende
snijbladen en vaste onderdelen van de grasmaaier.
MONTAGE-INSTRUCTIES
1. Zet de onderste handvaten in de houders.(A)
2. Monteer de onderkant van de duwboom zo dat de
gevormde uiteinden op de juiste manier in de
overeenkomstige gleuven aan beide zijden van de
gazonmaaier zitten.(B)
3. Druk de plastic pluggen in aan beide kanten. (C)
4. Monteer het bovengedeelte van de duwboom.
Vergeet niet het ringetje te monteren tussen de
moer en de duwboom. (D)
Terugloop van het starterkoord
Voordat u aan het starterkoord trekt, moet u eerst
de motorrembeugel tegen de duwboom aantrekken
zodat de rem van de motor af is.
1. Maak de bougiekabel los.(H)
2. Trek aan de motorrembeugel-hendel om de
motorrem los te koppelen. (E1)
3. Trek het starterkoord in de uiterste stand. (E2)
4. Voer het snoer nu door de kabelgeleider op de
handgreep.(E3).
Stuurstangstop
DE TWEE STUURST
ANGSTOPPEN DIENEN
VOOR GEBRUIK TE WORDEN GEMONTEERD
1. In de verpakking vindt u 2 stoppen, de ene gemerkt
-H-, de andere -V-.
2. Om de stuurstang in positie te vergrendelen dienen
de stoppen volgens illustratie (F) te worden geplaatst.
3. Plaats -H- aan de rechterkant en -V- aan de
linkerkant.
1. Vul het carter met de bijgeleverde motorolie, SAE 30. (G)
BIJVULLEN VAN OLIE
HET INSTELLEN VAN DE MAAIHOOGTE
1. Maak altijd de bougiekabel los tijdens
werkzaamheden aan de grasmaaier. (H)
2. Het wiel uit de sleuf trekken en in de gewenste
stand zetten. (J1) & (J2)
SNIJHOOGTE
OLIE EN BENZINE
Olie
1. Controleer het oliepeil regelmatig en na elke vijf
gebruiksuren.
2. Vul de olie bij indien noodzakelijk om het oliepeil op
de aanduiding FULL op de peilstok te houden.
3. Gebruik SAE 30 4-takt olie van goede kwaliteit.
4. Olie bijvullen:
a) Verwijder de oliedop.
b) Vul de tank tot de aanduiding FULL op de peilstok
wordt bereikt.
5. Ververs de olie na de eerste vijf gebruiksuren; vervolgens
dient de olie na elke 25 gebruiksuren te worden ververst.
6. Ververs de olie altijd als de motor warm is, maar niet
heet - voer echter nooit onderhoud aan de machine
uit als de motor heet is.
Benzine
1. Gebruik nieuwe, standaard loodvrije benzine.
2. Vul de benzinetank nooit bij als de motor heet is.
3. Bij het vullen van de benzinetank mag niet worden
gerookt.
4. Vul de benzinetank nooit met lopende motor.
5. Veeg eerst alle gras en vuil van de dop van de
benzinetank voordat u deze verwijdert om te
voorkomen dat er vuil in de tank komt.
6. U wordt aanbevolen om de benzine door een
trechter met een filter in de tank te gieten.
7. Verwijder alle gemorste brandstof voordat de motor
wordt gestart.
1. Zet de maaier op een vlakke ondergrond. Niet op
grind o.i.d. Vul de benzinetank met loodvrije
benzine, geen oliemengsel. (K)
2. Vu geen benzine bij terwiji de motor draait.
Eventueel gemorste benzine met water wegspoelen.
De motor niet rechtstreeks met water afspoelen.
3. De bougiekabel aansluiten
M
EMBRAANPOMP
1. Starten met koude motor
Druk de membraanpomp 3 maal stevig in voordat u
de koude motor start. (Ook als de motor is gestopt
door brandstoftekort, bijvullen en de
membraanpomp 3 maal indrukken. (L)
2. Starten met varme motor
LET OP: Voorpompen is normaal gesproken niet nodig
bij het herstarten van een warme motor. Alleen bij koud
weer kan opnieuw voorpompen noodzakelijk zijn.
M
OTORREMBEUGEL
3. Trek de motorrembeugel omhoog tot de bovenste
handgreep, voordat u de motor starten. U dient de
motorrembeugel in deze positie vast te houden
solang de motor draait. (M)
4. Als u de motorrembeugel loslaat, slaat de motor
binnen 3 sek. af.
5. Geef een flink ruk aan het starterkoord Zodra de
motor start. (N)
6. Het stoppen van de motor
Laat de motorrembeugel los. (M)
STARTEN EN UITSCHAKELEN
NEDERLANDS - 2
GEBRUIK
De grasmaaier niet gebruiken op hellingen of taluds met
een hoek groter dan 30˚. 0Anders komen er problemen
met de smering van de motor. (P)
Voordat u gaat maaien, stenen, takken, speelgoed etc.
verwijderen van het gazon. (Q)
Vorkoom dat het snijblad tegen stenen, wortels e. d.
stoot, daar dit kan leiden tot verbuiging van de
aandrijfas.
Maai het gazon twee maal per week in de grootste
groeiperiode.
Niet meer dan 1/3 van de totale lengte maaien, vooral
niet in een droge periode. (R)
Indien het gras erg lang is, eerst in de hoogste
maaistand maaien, daarna op de gewenste maaihoogte
instellen. Eventueel twee maal maaien.
ONDERHOUD
Voordat u begint met schoonmaken, reparaties of
afstellen, altijd eerst de bougiekabel losmaken.
Bouten en moeren kontroleren na vijf draaiuren. Olipeil
kontroleren en zonodig bijvullen. Als de maaier op de
zijkant wordt gelegd, zorg dan dat de bougie naar
boven zijn gericht.
R
EGELMATIG
1. Al het gras, gebladerte e.d. van de maaier afspoelen
of afborstelen.(S)
2. Olipeil kontroleren en zonodig bijvullen.
J
AARLIJKS
Wees altijd uiterst voorzichtig met het mes - de
scherpe randen kunnen letsel veroorzaken. DRAAG
HANDSCHOENEN. Ongeacht van de conditie, dient
het metalen mes na 50 gebruiksuren - of 2 jaar,
afhankelijk van welke u het eerste bereikt - te
worden vervangen.
Als het mes is gebarsten of beschadigd, dient dit te
worden vervangen door een nieuw snijblad.
1. Slijpen en balanceren van het maaimes. De
bougiekabel losmaken. Schroef het mes er af en
breng het naar de werkplaats voor slijpen en
balanceren.Bij het weer aanbrengen de schroef
goed vastdraaien.Aandrai moment: 35–40 Nm.(T)
2. Na 25 draaiuren of tenminste éénmaal per jaar moet
de olie ververst worden. Laat de motor warm draaien.
De bougiekabel losmaken. Haal de peilstok eruit, de
bodemdop openen en de olie eruit laten lopen. Vang
de afgewerkte olie op in een blik of kan en breng dit
naar een plaats waar olie wordt verzameld. De dop
dichtschroeven en nieuwe oli er in doen, SAE 30.(V)
3. De motorremkabel dient altijd zodanig afgesteld te
sijn dat de motor binnen 3 sek. stopt. LET OP!
Gebruik voor het afstellen een erkende dealer. (W)
4. Verwijder de bout en deksel. Het filterelement eruit
nemen. (X1 & X2)
5. Maak het filter schoon in petroleum. Doe daarna een
beetje olie op het schoongemaakte filter en knijp dit vit.
V
ERVOER
De bougiekabel losmaken. Maak de kabel los van de
handgreep voordat u deze voorzichtig inklapt. Voorkom
beschadiging van de kabel. Ledig de benzinetank. Bij
openbaar vervoer dienen zowel olie-als benzinetank
geledigd te worden.
V
ERZORGING
Aan het einde van het maaiseizoen
1. Vervang, indien noodzakelijk, het mes en de bouten,
moeren of schroeven.
2. Reinig de maaimachine grondig.
3. Laat het luchtfilter grondig reinigen door uw
plaatselijke service-centrum, en laat daar indien
noodzakelijk ook de benodigde service- of
reparatiewerkzaamheden uitvoeren.
4. Tap alle olie en benzine in de motor af.
De maaimachine opbergen
1. Berg uw maaimachine nooit direct na gebruik op.
2. Wacht altijd tot de motor voldoende is afgekoeld om
potentieel brandgevaar te vermijden.
3. Reinig uw maaimachine.
4. Berg de machine op een koele, droge plaats op
waar de maaier niet kan worden beschadigd.
Schema voor motoronderhoud
Volg het schema van het aantal gebruiksuren of
tijdsduur - welke het eerste van toepassing is. Indien de
machine in ongunstige omstandigheden wordt gebruikt,
dient het onderhoud eerder te worden uitgevoerd.
Eerste 5 uur - olie verversen.
Elke 5 uur of dagelijks - oliepeil controleren.
Vingerbeveiliger reinigen. Reinigen om de
geluiddemper.
Elke 25 uur of elk seizoen - olie verversen indien
machine wordt gebruikt voor zware lading of bij hoge
omgevingstemperaturen. Service uitvoeren aan
luchtreiniger.
Elke 50 uur of elk seizoen - olie verversen.
Vonkafleider inspecteren, indien van toepassing.
Elke 100 uur of elk seizoen - Koelsysteem reinigen*.
Bougie vernieuwen.
* Bij stoffige omstandigheden, of als de machine
langdurig wordt gebruikt voor hoog, droog gras en
er veel stof- en grasresten in de lucht zweven, dient
dit vaker te worden uitgevoerd.
INFORMA
TIE MET BETREKKING TOT HET MILIEU
Husqvarna Outdoor Products worden gefabriceerd
onder de richtlijnen van een Environmental
Management System (ISO 14001) waarbij men, voor
zover dat praktisch is, gebruik maakt van componenten
die op de meest milieuverantwoordelijke manier zijn
gefabriceerd, volgens bedrijfsprocedures en met de
mogelijkheid voor recycling aan het einde van hun
levensduur.
De verpakking kan gerecycled worden en plastic
componenten zijn van een label voorzien (voor
zover dat mogelijk was) voor recycling op categorie.
Milieubewuste overwegingen dienen mee te spelen
bij het weggooien van een product aan het einde
van haar levensduur.
Indien nodig, neemt u contact op met de
gemeentelijke autoriteit voor informatie over de
verwerking.
VER
WERKING VAN BRANDSTOFFEN EN
SMEEROLIËN
Draag beschermende kleding wanneer u werkt met
brandstoffen en smeeroliën.
Voorkom contact met de huid.
Verwijder benzine en machine-olie voordat u het
product vervoert.
Neem contact op met de gemeentelijke autoriteit
voor informatie over het dichtstbijzijnde recycling-
/verwerkingsstation.
Gooi brandstoffen en oliën NIET weg met het
huishoudelijk afval.
Afgewerkte brandstoffen of oliën zijn schadelijk
voor het milieu en dienen te worden verwerkt via
de erkende recyclingfaciliteiten.
Gooi afgewerkte brandstoffen of oliën NIET weg
in water.
NIET verbranden.
NEDERLANDS - 3
ONDERHOUD
S
TORINGEN EN OPLOSSINGEN
Motor start niet
1. Controleer of de motorrembeugel-hendel in de
startpositie staat.
2. Controleer of de bedieningshefboom in de stand
RUN staat.
3. Controleer of de tank voldoende benzine bevat en of
het luchtventiel in de tankdop niet is verstopt.
4. Verwijder de bougie en maak deze goed droog.
5. De benzine is wellicht oud. Aftappen en vervangen.
6. Controleer of de bout van het mes goed vastzit. Als
de bout los zit, kunnen er startproblemen ontstaan.
7. Als de motor niet start, dient u onmiddellijk de
bougiekabel los te maken.
8. RAADPLEEG UW PLAATSELIJKE ERKENDE
SERVICE-CENTRUM.
Onvoldoende kracht in de motor en/of
oververhitting
1. Controleer of de bedieningshefboom in de ‘normale’
stand staat.
2. Maak de bougiekabel los en laat de motor afkoelen.
3. Verwijder alle restanten gras die zich om de motor
en luchtinlaten bevinden en aan de onderkant van
het dek, zoals de uitwerpgoot en ventilator.
4. Reinig het luchtfilter (uw plaatselijke service-centrum
kan een grondige reiniging voor u uitvoeren).
5. De benzine is wellicht oud. Aftappen en vervangen.
6. Als de motor nog steeds niet genoeg kracht
heeft en/of oververhit raakt, dient u de
bougiekabel onmiddellijk los te maken.
7. RAADPLEEG UW PLAATSELIJKE ERKENDE
SERVICE-CENTRUM.
Overmatige trilling
1. Maak de bougiekabel los.
2. Controleer of het mes goed is gemonteerd.
3. Als het snijblad is beschadigd of versleten, dient u
een nieuw snijblad te plaatsen.
4. Als de trillingen hierdoor niet minder worden,
dient u de bougiekabel onmiddellijk los te
maken.
5. RAADPLEEG UW PLAATSELIJKE ERKENDE
SERVICE-CENTRUM.
M
OTORONDERHOUD EN GARANTIE
De motor die in uw grasmaaimachine is
gemonteerd, valt onder garantie van de fabrikant
van de motor. Voor verdere informatie kunt u
contact opnemen met uw dealer (zie onderstaande
gegevens).
A
ANBEVELINGEN VOOR ONDERHOUD
1. U wordt ten zeerste aangeraden uw product ten
minste elke twaalf maanden een service-beurt te
geven, vaker indien het beroepshalve veelvuldig
wordt gebruikt.
2. Gebruik altijd uitsluitend originele
reserveonderdelen.
3. De meeste erkende winkels hebben pakketten
reserveonderdelen in voorraad.
4. Uw product is voorzien van een unieke identificatie
in de vorm van een zilver en zwart gekleurd
productkwaliteitslabel.
5. Indien uw machine een storing ontwikkeld, kunt u
contact opnemen met uw plaatselijke erkende
service-centrum. Zorg wel, dat u de gegevens van
het productlabel bij de hand hebt als u belt.
6. Indien er werkzaamheden moeten worden
uitgevoerd door het service-centrum, is het
belangrijk dat u de gehele machine bij het
centrum brengt.
Als er werkzaamheden moeten worden uitgevoerd, kunt
u gewoonweg contact opnemen of een bezoekje
afleggen aan het service-centrum.
Indien deze werkzaamheden onder uw garantie vallen,
dient u het service-centrum een bewijs van aankoop te
overhandigen.
Alle centra gebruiken alleen originele onderdelen.
LET OP:
Andere onderhoudscentra werken uitsluitend
namens zichzelf en zijn niet gemachtigd om
verbindingen aan te gaan voor Husqvarna Outdoor
of Husqvarna Outdoor Products op welke wijze dan
ook (wettelijk) te verplichten.
G
ARANTIE EN GARANTIEBELEID
Als er binnen de garantieperiode onderdelen defect
blijken als gevolg van fabrieksfouten, dan verzorgt
Husqvarna Outdoor Products via diens bevoegde
monteurs gratis voor reparatie of vervanging, mits:
(a) de fout direct via de erkende reparateur is gemeld;
(b) de klant een bewijs van aankoop heeft overhandigd;
(c) het defect niet is veroorzaakt door fout gebruik,
verwaarlozing of foute afstelling door de gebruiker;
(d) het defect niet het gevolg is van normale slijtage
door gebruik;
(e) de machine niet is onderhouden of gerepareerd, uit
elkaar gehaald of gemodificeerd door een persoon
die hiervoor niet uitdrukkelijk is gemachtigd door
Husqvarna Outdoor Products;
(f) de machine niet is verhuurd;
(g) de machine in het bezit is van de oorspronkelijke
eigenaar;
(h) Het product is niet gebruikt in een land anders dan
het land waarin het gekocht is;
(i) de machine niet voor commerciÎle doeleinden is
gebruikt.
* Deze garantie is een aanvulling op uw wettelijk
geldende rechten als consument, en tasten uw
rechten op geen enkele wijze aan.
Defecten die het gevolg zijn van de hieronder
genoemde oorzaken vallen niet onder de garantie, en
het is dan ook uiterst belangrijk dat u de instructies in
de handleiding goed doorleest en het gebruik en
onderhoud van de machine begrijpt.
Defecten die niet onder de garantie vallen:
* Vervanging van versleten mes
* Defecten die het gevolg zijn van het niet melden van
een fout.
* Defecten die het gevolg zijn van een schok/stoot.
* Defecten die het gevolg zijn van gebruik dat afwijkt
van de instructies en aanbevelingen in de
handleiding.
* Machines die gebruikt zijn voor verhuur vallen niet
onder de garantie.
* De volgende onderdelen zijn onderhevig aan slijtage
en hun levensduur is afhankelijk van regelmatig
onderhoud en vallen daarom gewoonlijk niet onder
een garantieclaim: Snijblad, aandrijfriem.
* Voorzichtig!
Husqvarna Outdoor Products aanvaardt geen
aansprakelijkheid onder de garantie voor defecten
die geheel of gedeeltelijk, direct of indirect, het
gevolg zijn van het monteren van
vervangingsonderdelen of aanvullende onderdelen
die niet zijn gemaakt noch zijn goedgekeurd door
Husqvarna Outdoor Products, of indien de machine
op welke wijze dan ook is gemodificeerd.
NEDERLANDS - 4
1/48