KLIPPO Champion, Excellent, Excellent GCV, Excellent Selfstart, Pro 17, Pro 19, Pro 19 GCV, Triumph Handleiding

  • Hallo! Ik ben een AI-chatbot die speciaal is getraind om je te helpen met de KLIPPO Champion Handleiding. Ik heb het document al doorgenomen en kan je duidelijke en eenvoudige antwoorden geven.
32
NL
Gebruiksaanwijzing voor
KLIPPO maaimachines
Modellen: Triump, Champion, Excellent, Excellent GCV, Excellent Selfstart, Pro 17, Pro 19 en Pro 19 GCV.
Motoren: Briggs&Stratton; Quattro 40, Quantum XLS 50 en Intek Edge 60.
Honda GCV 135 4,5
Gefeliciteerd met de aankoop van een KLIPPO maaimachine. Teneinde de best resultaten te verkrijgen met de
maaimachine adviseren wij U om de gebruiksaanwijzing zorgvudig te lezen.
Veiligheidsinstructies voor motormaaimachines
met horizontaal draainde messen
Deze instructies moeten zorgvuldig gelezen worden vóór
ingebruikname van demaaimachine.
1. Kom noolt met handen of de voet in de buurt van draainde
messen, steek nooit Uw hand in de grasuitworp opening
van de machine zonder U er eerst op te verwijzen dat het
mes stilstaat en dat de bougiedop van de bougie is ver-
wijderd.
2. Zet de motor op stop en verwijder de bougiedop van de
bougie vóórdat U aan het maaimes komt. Ronddraaien
van het maaimes kan anders een motorstart veroorzaken.
3. Laat de machine nooit onbeheerd achter zonder eerst de
motor af te zetten.
4. Knoei nooit aan de motortoerenregelaar. Bescherm en
veiligheidsapparatuur mogen nooit verwijderd worden of
uit zÿn functie genomen worden.
5. Vul géén brandstof bij met draaiende of warme motor. Niet
roken als U rich in de nabÿheid bevindt van de maaimachine
of als U benzine bÿvult!
WAARSCHUWING! Benzine is brandgevaarlÿk! Laat de
benzinedop op de maaimachine vastgedaaid zitten, en vul
geen benzine bÿ, als de maaimachine gestart is.
6. Sta kinderen nooit toe, of andere personen die niet weten
hoe de maaimachine fungeert, de maaimachine te bedie-
nen. Laat geen mensen of dieren zich tÿdens het maaien
in de nabyheid van de maaimachine ophouden.
Ook al is de maaimachine goed beveiligd, kan het vookomen
dat iemand wordt geraakt door een steen of een ander vast
voorwerp dat door de maaimachine wordt weggeslagen.
7. Hoe minder mensen zich in de nabijheid van de maai-
machine ophouden hoe beter. Daardoor is het risico dat
iemand wordt geraakt door een steen of ander vast voowerp
dat door de maaimachine wordt weggeslagen kleiner.
8. Om te voorkomen dat dit kan gebeuren is het raadzaam
eventuele stenen of andere voorwerpen van het gazon te
verwijderen. Zet altijd eerst de motor uit voordat met de
machine over gravel/grindpaden wordt gereden.
9. Laat niemand met de machine werken als niet eerst
gebruiks/veiligheidsinstructies zijn gegeven. Gebruik de
maaimachine alleen voor het maaien van uw gras. Niet
voor andere doeleinden! Draag een lange broek en geschikte
schoenen tÿdens het maaien. Denk eraan dat een gras-
matglad kan zÿn!
10. Excellent Selfstart: Laat de machine niet onbeheerd met
de oranje blokkeersleutel.
11. Koppel altijd de bougiekabel los van de bougie voor u iets
onder de maaikast aanraakt, bijvoorbeeld het mulcher-
systeem verwijdert of monteert.
BOVENHANDEL
Dit kan zonder gereedschap geschieden. De bovenhandel wordt
door middel van een sterke handelmoer op de onderhandel
vastgezet.
STUURBOOM POSITIE
Voor maaiwerk kort langs struiken of muren kan de stuuboom
indien gewenst d.m.v. de handelmoer naar links of rechts
worden versteld. Tevens is het de stuurboom in verschillende
hoogtestanden verstelbaar. De stuurboomhoogte worden ver-
steld in de hoogtestand door de plastic knop onderaan de stuur-
boom een halve slag te draaien (Fig. 1). Bij Triumph en Pro
17, kan de hoogte van het handvat worden veranderd door de
bovenste bevestigingsschroeven van het onderhandvat te
verschuiven naar het ernaast gelegen bevestigingsopening. De
stuurboom is aan de onderzijde middels 2 bouten (links en
rechts) aan de machine geschroefd. Verstelling van de stuur-
boomhoogte is mogelijk door de bovenste van deze
bouten los
tedraaien. Na verstelling van de hoogte deze bouten weer
vastzetten.
MAAIHOOGTE INSTELLING (Fig. 2)
Klippo maaiers zijn uitgerust met een centraal maaihoogte-
regelsysteem waarbij d.m.v. één handel de maaihoogte in
verschillende standen van 3 - 6 cm. (2,5-5,5 su Triumph 3,0-
5,0 op Pro 17). Kan worden ingesteld. Beweeg de handel vóóruit
voor een grotere maaihoogte. Pas de maaihoogte altijd goed
aan de maaiomstandigheden aan. Maai het gras nooit onnodig
kort. Te kort maaien geeft een minder mooi grasspreidingsbeeld
terwijl de kans op scalperen groter wordt.
Mulchersysteem Excellent en Pro 19-modellen. Dit is bij levering
gemonteerd op de Excellent-modellen en wordt los meegeleverd
bij de Pro 19-modellen. Wordt gemonteerd/gedemonteerd door
twee schroeven achterop de kast (zie afbeelding 12) los/vast
te schroeven. Zorg ervoor dat voor het eventueel monteren/dem-
onteren de bougiekabel losgemaakt is van de bougie!
VOORDAT EEN MOTOR VOOR DE EERSTE KEER GESTART WORDT
meet de motor met olie worden gewuld (Fig. 8). Lees het
bijgevoegde motorinstructieboek. Draai de peilstok eruit en
vul ca. o,6 liter motorolie type SAE 30 of Klippo olie nr. 7201
of volgens de gebruikershandleiding van de motor. Vul olie bij
tot het full merkteken op de peilstok, (niet overvullen) waarbij
de machine vlak dient te staan. Pas op met vullen. Af fabriek
is de olie weer afgetapt waarbij altijd een kleine hoeveelheid
Voor het starten van de motor
achterblijft. Een niewe motor kan gedurende de eerste
draaiminuten enigzins roken en ook stinken. Dit laatste wordt
veroorzaakt doordat de uitlaat heet wordt waardoor verkleu-
ring van de uitlaat optreed en ook lak kan gaan afblderen.
OLIECONTROLE
Controleer het oliespeil steeds vóór het starten of anders
minstensiedere vijf draaiuren. Draai de peilstok eruit en maak
Montage van de stuurboom – Maaihoogte
33
hem schoon, bij een vlak staande motor (machine) moet de
olie altijd tot aan het full merkteken staan. (Fig. 3)
INLOPEN EN OLIEVERVERSEN
Een nieuwe motor is reeds correct afgesteid. Het is verstandig
een nieuwe motor gedurende de eerste vijf draaiuren niet vol
te belasten. Denk eraan na de eerste vijf draaiuren de olie te
verversen (vervangen) en dit daarna iedere vijfentwintig
draaiuren te herhalen.
BENZINE
Gebruik loodvrije 95 oktaan benzine. Zet de motor af vóórdat
U benzine vult. Vul de tank niet geheel tot aan de rand maar
tot ca. 6 mm. daaronder. Laat de machine tijdens de winter
niet staan met benzine erin. Dit kan in het voorjaar zorgen voor
startproblemen.
MODELLEN MET BRIGGS & STRATTON-MOTOREN
1. Starten van een koude motor. Zet de gashandel in de vol-
gasstand (haas). Druk 3 keer zorgvuldig op de primerstar
ter (Fig. 4). Deze is geplaatst op de voorzijde van Quan
tum-motoren of de zijde van Quattro-motoren. Om een
warme motor te starten is het gebruik van de primer-starter
meestalniet nodig.
2. Tijdens starten en ook tijdens het maaien moet de
veiligheidsbeugel in werkstand staan (Fig. 5b).
3. Geef nu een forse ruk aan de starterknop om de motor te
doen aanslaan. Bij koud weer kan het noodzakelijk zijn
deze procedure enkele keren te herhalen. Indien de motor
desondanks niet aanslat kan een hernieuwde poging
gedaan worden met de gashandel in de stationairstand
(schildpad).
EXCELLENT SELFSTART
Volg de afzonderlijke startinstructie!
MODELLEN MET HONDA-MOTOREN
1. Bij het starten van een koude motor zet u de gasschuif in
de chokestand. Schuif deze zo ver mogelijk naar voren.
Open tevens de benzinekraan (achter het luchtfilter aan
de linkerkant van de motor). Wanneer de motor verzopen
is, probeer dan te starten met de gasschuif in stationair.
(schildpad). Start de motor nog steeds niet, neem dan de
bougie uit en reinig deze van benzine en eventueel vuil.
Bij het starten van een warme motor hoeft de choke
normaal gesproken niet te worden gebruikt.
2. Tijdens starten en ook tijdens het maaien moet de veilig-
heidsbeugel in werkstand staan (Fig. 5b).
3. Geef nu een forse ruk aan de starterknop om de motor te
doen aanslaan. Bij koud weer kan het noodzakelijk zijn
deze procedure enkele keren te herhalen. Indien de motor
desondanks niet aanslat kan een hernieuwde poging
gedaan worden met de gashandel in de stationairstand
(schildpad).
STOP
De machine stopt door de veiligheidsbeugel los te laten (plaatje
5b).
Algemene opmerkingen
Met een maaimachine mag nooit over vaste objecten worden
gereden. Controleer altijd eerst of het gazon schoon is van
vreemde voorwerpen zoals b.v. stenen, takken of botten. Pas
ook goed op voor soms deels door het gras moeilijk waar te
nemen obstakels zoals b.v. stalen pijpen (voor de bekende
waslijn) of omhoog liggende tegels. Markeer deze plekken.
Bedien de machine op verant-woorde wijze, kom nooit met
handen of voeten in de buurt van draainde messen. Laat nooit
een machine met draainde motor (en messer!) onbeheerd staan.
Zorg dat kinderen zich niet in de onmiddelijke nabijheid van
een draaiende machine ophouden. Denk er ook aan dat zelfs
indien de motor net is uitgezet de uitlaat nog altijd heet is.
Neem de cantactsleutel eruit (bij elektrisch gestarte model-
len) als de machine niet gebruikt wordt.
MAAITIPS
Experts zijn het ermee eens dat het beste maairesultaat wordt
bereikt indien niet meer dan éénderde deel ineens van de
graslengte wordt gemaaid. Dit stumuleert de groei en geeft
een sterker en groener gazon. Maai vaak. Twee maaibeurten
per week is een goed germiddelde. Probeer zoveel mogenlijk te
maaien als het gras droog is. Daardoor wordt een betere grass-
preiding verkregen en machines met een grasvanger hebben
dan geen problemen met et hetopvangen van het gras. Indien
het gras door omstandigheden een keer erg lang is geworden is
het raadzaam omeerst een keer in de hoogste stand en daarna
een keer in de gewenste stand te maaien.
Controleer de maaimesjes regelmatig. Zÿn de mesjes bot dan
wordt het gras ongelÿk gemaaid en de snÿoppervlakte geel.
Onderhoud
Om ongelukken te voorkomen (b.v. per ongeluk starten) is het
ulterst raadzaam de gashandel op stop te zetten en de
bougiekap van de bougie af te nemen vóórdat er aan de machine
wordt gewerkt.
Geef na elk seizoen uw maaimachine een servicebeurt bÿ uw
gespecialiseerde KLIPPO-servicedealer. Maaimachines met een
katalisator na elke drie jaar of na 100 draaiuren.
Bij onderhoud en service neemt u de ontstekingskabel weg, u
start de machine normaal om de startveer in werking te brengen
en u verwijdert de oranje blokkeersleutel.
ONDERHOUDINSTRUKTIES
Maak de bovenkant en vooral de onderkant van de maaimachine
t
ijdig schoon en voorkom daarmee ”aankoeken” van grasresten.
Bÿ het werken of schoon-maken aan de onderkant van de
maaimachine, is het verstandig de maaimachine met de bougie
opwaarts te stellen. Controleer van tijd tot tijd of alle bevesti-
gingsbouten vast zitten en smeer kabels en assenieder seizoen.
Blanke metaaldelen kunnen met een anticorrosie olie bewerkt
worden. Bij professioneel gebruik wordt een routine-servicebeurt
per vijftig draaiuren aanbevolen.
Gebruik alleen originele reserve delen van KLIPPO.
MAAIMESSYSTEEM
Mulcher-mes voor Triumph, Champion, Excellent-modellen, Pro
17 en Pro 19-modellen.
Starten van de motor
34
MESSEN VERVANGEN: Mulchermes
Een zware schotelveer drukt de mesplaat/het maaimes tegen
een slipschijf. Voor het losdraaien van de mesbout met norm-
ale rechtse draad wordt het gebruik van een 14 mm. ring of
kniesleutel aangeraden. Bij montage de mes-bout stevig
vastdraaien.
Eerst handvast en daarna ter zekerheid d.m.v. een voor-zichtige
klap met een hamer op de ring/kniesleutel. Het maaimes
fungeert nl. tevens als vliegwiel. Als het maaimes slipt loopt
de motor onregelmatig, is moeilijk te starten en kan zelfs
terugslaan. Om vibratie van de machine te voorkomen is het
noodzakelijk het maaimes altijd goed uitgebalanceerd en op
de correcte wijze te monteren. Zie Fig. 7.
TRILLINGEN
Laat de maaimachine nooit lopen als er sprake is van ongewone
trillingen. Als een maaimesje beschadigd is moet ook het
tegenoverliggende mesje vervangen worden. Indien geen nieuw
mesje voorhanden is dient zowel het defecte mesje alsook het
tegenoverliggende mesje te worden verwijderd.
LUCHTFILTER SERVICE
Briggs & Stratton Quantum- en Intek-motoren (Fig. 8 en 9)
Reinig het luchtfilter iedere drie maanden of iedere vijfentwintig
draaiuren. Onder zeer stoffige omstandigheden moet dit nog
vaker worden gedaan.
1. Schroef losdraaien en deksel wegnemen zoals in de tekening
aangegeven.
2. Neem het filterelement er voorzichtig uit.
3. Maak het element schoon door het vorzichtig een vlak
oppervlak te slaan.
4. Monteer het element en de deksel en zet de schroef goed
vast.
LUCHTFILTER SERVICE VOOR QUATTRO MOTOREN (Fig. 10)
Reinig het schuim element iedere drie maanden of na 25
draaiuren (afhankelijk welke interval het eerst is bereikt). Na
het schoonmaken dient u het element iets in te vetten met
motorolie.
NB. Reinig het element vaker als de werkomstandigheden erg
stoffig zijn, bijvoorbeeld in een erg droge periode.
1. Draai de bevestigingsbout los en demonteer het luchtfilter
voorzichtig zodanig dat er geen vuilin de carburateur valt
2. Neem het luchtfilter apart en reinig alle delen afzonderlijk.
Reinig het schuim element in een vloeibaar reinigings-
middel of warm water. Knijp het element als een spons
goed droog en doordrenk het element met een paar druppels
motorolie. Overtollige olie dient u uit het filter te knijpen.
3. Monteer de luchtfilter weer zorgvuldig in elkaar en schroof
het terug op de motor.
Overtuig u ervan dat e.e.a. weer correct is gemonteerd.
LUCHTFILTER SERVICE
Honda GCV 135-motoren (Fig. 11)
Reinig het luchtfilter iedere drie maanden of iedere vijfentwintig
draaiuren. Onder zeer stoffige omstandigheden moet dit nog
vaker worden gedaan.
1. Maak de klemmen los en vouw de deksel aan de kant
en deksel wegnemen zoals in de tekening aangegeven.
2. Neem het filterelement er voorzichtig uit.
3. Maak het element schoon door het vorzichtig een vlak
oppervlak te slaan.
4. Monteer het element en de deksel en druk de klemmen
goed aan
OLIE VERVERSEN elke vijfentwintig draaiuren
Neem de peilstok uit en plaats de machine in een dusdanige
posite dat de olie eruit loopt (good opvangen). Dit gaat het
beste als de motor nog warm is en de brandstoftank leeg. Ock
hier gaat dit het best wanner de motor nog warm is.
OPZOEKEN VAN STORINGEN
Wanneer de motor niet wil aanslaan (start) controleer dan het
volgende:
1. Is er wel verse brandstof in de tank en is de benzinekraan
eventueel open (Honda-motoren)?
2. Controleer of de choke goed is ingesteld (Honda-motoren).
3. Controleer altÿd of de remkabel juist is ingesteld?
4. Is de bougie niet vervuild en/of de elektrode-afstand wel
correct (moet zijn 0,7-0,8 mm.)?
Wanneer de motor na deze controle nog niet start neem dan
contact op met Uw servicedealer.
Wordt het maairesultaat slecht en worden de grassprietjes
ongelijkmatig afgesneden? Vervang het mes!
SCHOONMAKEN
Stel de maaimachine met de bougie opwaarts.
Wanneer de maaimachine voor het schoonmaken op zijn kant
wordt gezet doe dit dan met de uitlaat naar boven omdat er
kan worden bij de eerstvolgende startpoging. Laat de machine
vóór het schoonmaken altijd zolang draaien dat ook de
benzinetank leeg is. Anders kan er bij het op de kant zetten
van de machine benzine stromen uit het ontluchtingsgaatje
van de tankdop.
Denk aan het milieu en het brand gevaar!
NB. Maak de maaimachine nooit schoon met een hoge-
drukreiniger. Ontzie bij schoonspoelen de motor, zeker als deze
nog heet is.
OPBERGEN VOOR DE WINTER
Laat de motor lopen totdat de benzine op is. Ververs de olie.
Giet een theelepeltje olie in het bougiegat en trek daarna enige
keren aan de handstarter alvorens de bougie weer te monte-
ren. Maak het luchtfilter en (bij aangedreven machines) de
aandrijfkast schoon. Zet de machine weg op een droge plaats.
Laad de accu op ingeval van elektrische start. Maak de veer
los bij de Selfstart-modellen door te starten met Selfstarten
waarbij de startkabel is afgenomen.
35
Bevestiging van de overeenkomst
KLIPPO AB
Om te voldoen aan de CE-markering mogen uitslutend originele KLIPPO onderdelen worden gebruikt.
Ik, de ondergetekende, Roger Klotz, Klippo AB, Knivgatan 3-7, SE-212 28 MALMOE, SWEDEN verklaar hierbij dat de volgende
gazonmaaiers voldoen aan de gestelde richtlijnen conform de veilighedsvoorschriften van certificaat 98/37/EEC + EN 836 +
betrekking hebbende op 2000/14/EG evenals de EU richtlijn met betrekking tot elektromagnetische compabiliteit 89/336/EEG.
Getest in overeenstemming met EN 836 en ISO 11094. Beoordeling van de overeenkomst van richtlijn 2000/14/EG uitgevoerd
volgens Bijlage VI in de genoemde richtlijn.
Type rotorgrasmaaimachine met verbrandingsmotor.
Fabrikant: Klippo AB
Fabrikaat: Klippo
Technisch verantwoordelijk: Sven Norén
Getest door: Svensk Maskinprovning AB, Fyrisborgsgatan 3, SE-754 50 Uppsala, Zweden Notified body 0404
Trillings niveau: Zie technische specificaties, blz. 44!
Uitgevaardigd in Malmö 22 september 2004
...........................................................
Roger Klotz, directeur, Klippo AB
Type Serie- Motor Motor- Gemeten Gegaran- Operateur Mes Maalbredte
aanduiding nummer volume/ niveau deerd ge- geluids- type cm
effect geluids- luidsniveau
cc/pk effect, dB(A) dB(A) dB(A)
Triumph K07100 B&S Quattro 40 158/4,0 92 96 78 Mulcher 42
Champion K02000 B&S Quattro 40 158/4,0 92 96 78 Mulcher 48
Excellent K05610 B&S Quantum 50 190/5,0 92 96 79 Mulcher 48
Excellent GCV K05650 Honda GCV 135 135/4,5 89 96 78 Mulcher 48
Exc Selfstart K05620 B&S Quantum 50 TM 190/5,0 92 96 79 Mulcher 48
Pro 17 K07410 Honda GCV 135 135/4,5 89 96 79 Mulcher 48
Pro 19 K06710 B&S Intek Edge 60 190/6,0 91 96 79 Mulcher 48
Pro 19 K06740 B&S Intek Edge 55 170/5,5 92 96 78 Mulcher 48
Pro 19 GCV KO6730 Honda GCV 135 135/4,5 89 96 78 Mulcher 48
1/50