Toro Quiet Collector, Wheel Horse 260-Series Lawn and Garden Tractors Handleiding

Type
Handleiding
Gebruikershandleiding
Dutch (NL)
Form No. 3329–192
Stille Grasvanger
Werktuig voor Wheel Horse
Gazon- en Tuintractor
Modelnr. 78200 – Serienr. 220000001 en hoger
2
Alle rechten voorbehouden
Gedrukt in de VS
2002 door The Toro Company
8111 Lyndale Avenue South
Bloomington, MN 55420-1196
Inhoud
Page
Inleiding 2. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
Veiligheid 3. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
Veiligheids- en instructiestickers 4. . . . . . . . . . . . . .
Montage 5. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
Losse onderdelen 5. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
De snelkoppeling monteren 6. . . . . . . . . . . . . . . . . .
Aandrijving van de grasvanger monteren 7. . . . . . .
De grasvanger monteren 8. . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
Maaidek monteren 9. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
Beugel van het mondstuk monteren 9. . . . . . . . . . . .
De afvoerbuizen monteren 10. . . . . . . . . . . . . . . . . . .
De sticker aanbrengen 11. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
Voorste wielgewichten plaatsen 11. . . . . . . . . . . . . . .
Gebruiksaanwijzing 11. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
De Stille Grasvanger leegmaken 11. . . . . . . . . . . . . .
Klep van de grasvanger openhouden 12. . . . . . . . . . .
De luchtstroomregelaar gebruiken 12. . . . . . . . . . . . .
De aftakas van de Stille Grasvanger inschakelen 12. . . .
Verstoppingen verwijderen uit de grasvanger 13. . . .
Grasvanger Vol-indicatie gebruiken 13. . . . . . . . . . . .
Tips voor bediening en opvangen van
het maaisel 13. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
De grasvanger verwijderen 14. . . . . . . . . . . . . . . . . .
Onderhoud 15. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
Aanbevolen onderhoudsschema 15. . . . . . . . . . . . . . .
Het rooster reinigen 15. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
De grasvanger reinigen 15. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
De hulp-pitmanarm smeren 15. . . . . . . . . . . . . . . . . .
De grasvanger controleren 15. . . . . . . . . . . . . . . . . . .
De maaimessen controleren 15. . . . . . . . . . . . . . . . . .
Stalling 15. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
Problemen, oorzaak en remedie 16. . . . . . . . . . . . . . . . . .
Inleiding
Lees deze handleiding zorgvuldig, zodat u weet hoe u de
machine op de juiste wijze kunt gebruiken en onderhouden.
De informatie in deze handleiding kan u en anderen helpen
letsel en schade te voorkomen. Hoewel Toro veilige
producten ontwerpt en fabriceert, blijft u verantwoordelijk
voor het juiste en veilige gebruik van de machine.
Als u service, originele Toro-onderdelen of aanvullende
informatie nodig hebt, kunt u contact opnemen met een
erkende Service Dealer of met de klantenservice van Toro.
U dient hierbij altijd het modelnummer en het serienummer
van het product te vermelden. De locatie van het
modelnummer en het serienummer van het product is
aangegeven op figuur 1.
m–5821
1
Figuur 1
1. Locatie van het modelnummer en het serienummer
U kunt het modelnummer en het serienummer noteren in de
ruimte hieronder:
Modelnr.:
Serienr.:
In deze handleiding is een systeem gebruikt om mogelijke
gevaren aan te duiden en u te attenderen op bijzondere
aanwijzingen om lichamelijk (mogelijk dodelijk) letsel van
u en anderen te voorkomen. De termen Gevaar,
Waarschuwing en Voorzichtig duiden de mate van het
risico aan. Ga als regel altijd uiterst voorzichtig te werk.
Gevaar duidt op een zeer gevaarlijke situatie die ernstig
letsel of de dood tot gevolg zal hebben wanneer de
veiligheidsvoorschriften niet in acht worden genomen.
Waarschuwing duidt op een gevaarlijke situatie die ernstig
letsel of de dood tot gevolg kan hebben wanneer de
veiligheidsvoorschriften niet in acht worden genomen.
Voorzichtig duidt op een gevaarlijke situatie die licht letsel
tot gevolg kan hebben wanneer de veiligheidsvoorschriften
niet in acht worden genomen.
Er worden in deze handleiding nog twee woorden gebruikt
om u op belangrijke informatie te wijzen.
Important
attendeert u op bijzondere technische informatie en Note:
duidt algemene informatie aan die uw bijzondere aandacht
verdient.
De volgende lijst bevat veiligheidsinstructies die specifiek
zijn toegesneden op Toro-producten, naast andere
veiligheidsinstructies waarvan u op de hoogte moet zijn.
3
Veiligheid
De volgende lijst bevat veiligheidsinstructies die specifiek
zijn toegesneden op Toro-producten, naast andere
veiligheidsinstructies waarvan u op de hoogte moet zijn.
Maak u vertrouwd met de bedieningsorganen en de
veiligheidssymbolen en de manier waarop u de machine
veilig kunt gebruiken.
Wees extra voorzichtig met grasvangers of andere
werktuigen. Deze kunnen de gebruikseigenschappen
veranderen en de machine minder stabiel maken.
U kunt de stabiliteit verbeteren door wielgewichten of
contragewichten te plaatsen of te verwijderen
overeenkomstig de aanwijzingen van de fabrikant.
Gebruik de grasvanger niet op steile hellingen. Een
zware grasvanger kan tot gevolg hebben dat u de macht
over de machine verliest of dat deze omslaat.
Verminder uw snelheid en wees extra voorzichtig op
hellingen. Rij op hellingen in de aanbevolen richting.
De gazonomstandigheden kunnen van invloed zijn op
de stabiliteit van de machine. Wees zeer voorzichtig als
u dicht in de buurt van een steile helling werkt.
Ga op een helling altijd langzaam en behoedzaam te
werk. Verander niet plotseling de snelheid of de
rijrichting van de machine en maak geen abrupte
bochten.
De grasvanger kan het uitzicht naar achteren
belemmeren. Wees extra voorzichtig als u achteruitrijdt.
Wees voorzichtig als u de machine inlaadt op een
aanhanger of een vrachtwagen of uitlaadt.
Gebruik de machine nooit als de afvoergeleider is
opgetild, verwijderd of vervormd, tenzij een grasvanger
of mulch-plaat is bevestigd.
Houd uw handen en voeten uit de buurt van bewegende
onderdelen. Stel de machine niet af terwijl de motor
loopt.
U moet de machine op een horizontaal oppervlak
stoppen, de aandrijvingen uitschakelen, de wielen
blokkeren, de motor afzetten, voordat u de
bestuurderstoel om welke reden ook verlaat,
bijvoorbeeld om de grasvanger leeg te maken of een
verstopping uit de afvoertunnel te verwijderen.
Als u de grasvanger verwijdert, moet u de
afvoergeleider of beschermplaat plaatsen die is
verwijderd bij de montage van de grasvanger. U mag de
maaimachine niet gebruiken als de grasvanger of de
grasgeleider niet in zijn geheel is gemonteerd.
Zet de motor af voordat u de grasvanger verwijdert of
de afvoertunnel ontstopt.
Laat gras niet lange tijd in de grasvanger zitten.
De onderdelen van de grasvanger zijn onderhevig aan
slijtage, beschadiging en breuk, waardoor bewegende
delen bloot kunnen komen te liggen, of voorwerpen
kunnen worden weggeslingerd. Controleer regelmatig
de onderdelen en vervang deze indien nodig door
onderdelen die de fabrikant heeft aanbevolen.
4
Veiligheids- en instructiestickers
Veiligheidsstickers en veiligheidsinstructies zijn gemakkelijk zichtbaar voor de bestuurder en
bevinden zich bij plaatsen waar gevaar kan ontstaan. Vervang alle beschadigde of verdwenen
stickers.
106-2654
1. Naar links blazen
2. Gras opvangen
3. Naar rechts blazen
4. Aftakas
5. Aan
6. Waarschuwing – Blijf uit
de buurt van bewegende
riemen en raak ze niet
aan; verwijder het
sleuteltje uit het contact
en lees de instructies
alvorens service- of
onderhoudswerkzaamhed
en uit te voeren.
7. Uit
106-2655
1. Waarschuwing – Blijf uit de buurt van bewegende riemen en
raak ze niet aan; verwijder het sleuteltje uit het contact en lees
de instructies alvorens service- of onderhoudswerkzaamheden
uit te voeren.
98-3679
1. Druk licht op de hendel.
2. Zet de hendel in de
stort-stand.
3. Laat de hendel los.
4. Laat de hendel neer om
het maaisel te storten.
5. Zet de hendel terug in de
stort-stand.
6. Druk op de hendel en laat
deze neer in de
bedieningsstand.
7. Laat de hendel los.
106-4156
1. Waarschuwing – Lees de
Gebruikershandleiding
; plaats de
voorste wielgewichten (20 kg).
5
Montage
Note: Bepaal vanuit de normale bedieningspositie de linker- en rechterzijde van de machine.
Losse onderdelen
Note: Gebruik onderstaande lijst om te controleren of alle onderdelen zijn geleverd.
OMSCHRIJVING HOEVEELHEID GEBRUIK
Snelkoppeling
Verlengstuk trekhaak
Borgmoer, 1/2 inch
Borgmoer, 3/8 inch
Rijtuigbout, 3/8 x 1 inch
Rijtuigbout 1/2 x 1–1/4 inch
1
1
4
2
2
2
De snelkoppeling monteren
Tussenasstel
Bout, 1/4 x 1 inch
Borgmoer, 1/4 inch
Borgmoer, 5/16 inch
Motorpoelie – dubbel
Rijtuigbout, 5/16 x 1 inch
Opvulstuk
Aanslag aftakas
Bout, 5/16 x 1–1/2 inch
Bout, 7/16 x 5–1/2 inch
Borgring, 5/16 inch
1
2
2
2
1
2
1
1
2
1
2
Aandrijving van grasvanger monteren
Grasvanger
Stortarm
Klep van grasvanger
Knoppen
Borgpen, 3/16 x 1 inch
Gaffelpen
R-pen
1
1
1
2
1
1
1
De grasvanger monteren
V-riem – aandrijving
V-riem – grasvanger
1
1
De riemen monteren
Sjabloon nr. 1 – 107 cm maaidek
Sjabloon nr. 2 – 122 cm maaidek
Beugel van het mondstuk
Bout, 1/4 x 1/2 inch
Flensmoer, 1/4 inch
1
1
1
2
2
Beugel van het mondstuk monteren
6
OMSCHRIJVING GEBRUIKHOEVEELHEID
Bovenste buis
Middelste buis
Mondstuk
Rijtuigbout, 1/4 x 3/4 inch
Flensmoer, 1/4 inch
Pen
R-pen
1
1
1
3
3
1
1
De afvoerbuizen monteren
Sticker 1 Sticker aanbrengen
Gebruikershandleiding 1 Lezen voor gebruik
De snelkoppeling monteren
1. Krik de achterkant van de machine omhoog en plaats
deze op kriksteunen.
Danger
Een mechanische of hydraulische krik kan een
machine niet altijd dragen. Als de machine dan
valt, kan dit ernstig letsel veroorzaken.
Plaats de machine altijd op een kriksteun.
Gebruik niet een hydraulische krik.
2. Verwijder beide achterwielen van de tractor (Fig. 2).
m-5947
2
1
3
Figuur 2
1. Tractor
2. Band
3. Lip
3. Monteer de snelkoppeling aan de tractor met 2
rijtuigbouten (3/8 x 1 inch) in de achterste gaten en zet
deze vast met 2 borgmoeren (3/8 inch) (Fig. 3).
4. Plaats 2 rijtuigbouten (1/2 x 1–1/4 inch) in de voorste
gaten. Zet de bouten vast met 2 borgmoeren (1/2 inch)
(Fig. 3).
m–5966
3
1
2
4
5
Figuur 3
1. Rijtuigbout, 3/8 x 1 inch
2. Borgmoer, 3/8 inch
3. Rijtuigbout 1/2 x 1–1/4 inch
4. Borgmoer, 1/2 inch
5. Snelkoppeling
5. Monteer het verlengstuk van de trekhaak aan de tractor
met 2 bouten (1/2 x 1–1/4 inch) en 2 borgmoeren
(1/2 inch) (Fig. 4).
m-5965
2
1
3
Figuur 4
1. Bout, 1/2 x 1–1/4 inch
2. Borgmoer, 1/2 inch
3. Verlengstuk trekhaak
7
Aandrijving van de grasvanger
monteren
1. Verwijder het maaidek. Zie de gebruikershandleiding
van de maaimachine.
2. Monteer het tussenasstel aan de binnenkant van het
chassis van de tractor met 2 bouten (1/4 x 1 inch), 2
rijtuigbouten (5/16 x 1 inch), 2 borgmoeren van
1/4 inch, en 2 borgmoeren van 5/16 inch (Fig. 5).
m-5950
1
2
21
5
3
4
Figuur 5
1. Bout, 1/4 x 1 inch
2. Rijtuigbout, 5/16 x 1 inch
3. Borgmoer, 1/4 inch
4. Borgmoer, 5/16 inch
5. Tussenas
3. Maak de stekker van de elektrische koppeling los en
verwijder de koppeling en de motorpoelie (Fig. 8).
Bewaar de ring en gooi de bout weg.
4. Verwijder de aanslag van de koppeling van het chassis
(Fig. 6).
5. Monteer het nieuwe opvulstuk/Up-stop en de aanslag
van de koppeling aan het chassis met 2 bouten (5/16 x
1–1/2 inch) en 2 volgringen (Fig. 6).
m-5948
4
3
2
1
Figuur 6
1. Bout, 5/16 x 1–1/2 inch
2. Borgring, 5/16 inch
3. Opvulstuk/Up-stop
4. Aanslag van koppeling
6. Leg de drijfriem om de poelie van de tussenas. Plaats de
riem niet om de spanpoelie van de drijfriem (Fig. 7).
7. Leg de drijfriem en de transaxle-riem losjes om de
motorpoelie (Fig. 7).
3
5
9
4
6
2
m-5959
8
7
1
Figuur 7
1. Drijfriem
2. Riem van de grasvanger
3. Motorpoelie
4. Spanpoelie van de
drijfriem
5. Poelies van de tussenas
6. Spanpoelie van de riem
van de grasvanger
7. Veer van de spanpoelie
van de drijfriem
8. Veer van de spanpoelie
van de riem van de
grasvanger
9. Transaxle-riem
Note: Smeer verwijderbare Loctite
of een soortgelijke
schroefdraad-afdichtkit op de nieuwe bout van de
koppeling (7/16 x 5–1/2 inch).
8. Monteer de elektrische koppeling en de nieuwe
motorpoelie. Gebruik hierbij de ring die u hebt
bewaard, en een nieuwe bout (7/16 x 5–1/2 inch)
(Fig. 8).
9. Sluit de stekker van de koppeling weer aan (Fig. 8).
10.Leg de drijfriem helemaal om alle poelies en de
spanpoelie (Fig. 7).
11. Monteer de veer van de spanpoelie van de drijfriem
(Fig. 7).
12.Leg de transaxle-riem helemaal om alle poelies (Fig. 7).
8
3
5
1
2
4
6
m–5988
Figuur 8
1. Zeskantige bout, 7/16 x
5–1/2 inch
2. Eerder verwijderde ring
3. Motorpoelie
4. Elektrische koppeling
5. Stekker van koppeling
6. Aanslag van koppeling
De grasvanger monteren
1. Plaats de scharnieren op beide helften van de
grasvanger in een lijn. U moet de helften plaatsen in de
gesloten stand (Fig. 9).
2. Duw de stortarm door de scharnieren en zet deze vast
met een borgpen (3/16 x 1 inch) (Fig. 9).
m-5956
3
2
4
1
Figuur 9
1. Stortarm
2. Hopper van de
grasvanger
3. Klep van grasvanger
4. Borgpen
3. Monteer de ovale knoppen op de luchtstroomregelaar en
de bedieningshendel van de koppeling van de
grasvanger (Fig. 10).
m–5943
1
Figuur 10
1. Knop
4. Plaats de haken van de snelkoppeling op de grasvanger
om de ronde stang van de snelkoppeling (Fig. 11).
5. Trek de hendel van de haak omhoog. Hierdoor komt de
hopper omhoog en schuift de pen van de grasvanger in
het verlengstuk van de haak (Fig. 11).
6. Trek de borgpen uit zodat u de grasvanger volledig
rechtop kan opheffen (Fig. 11).
7. Als de grasvanger rechtop staat, moet u de borgpen loslaten
en de grasvanger vastzetten in deze positie (Fig. 11).
8. Zet de linkerhaak van de snelkoppeling vast met een
gaffelpen (3/8 x 1–1/2 inch) en een R-pen (Fig. 11).
9. Plaats de riem van de grasvanger op de poelie van de
tussenas en monteer deze volledig (Fig. 7).
m–5953
4
5
8 9
2
7
6
3
1
Figuur 11
1. Grasvanger
2. Haken van de
snelkoppeling
3. Ronde stang van de
snelkoppeling
4. Hendel van haak
5. Borgpen
6. Gaffelpen, 3/8 x 1
–1/2 inch
7. R-pen
8. Pen van de grasvanger
9. Verlengstuk van de haak
9
Maaidek monteren
Voor de montage van het maaidek dient u de
gebruikershandleiding van de maaimachine te raadplegen.
Important Bij een uiterste geringe maaihoogte moet u
de drijfriem van het maaidek in de onderste gleuf van de
motorpoelie plaatsen.
Beugel van het mondstuk
monteren
Note: Er zijn 2 sjablonen ten behoeve van de montage van
de beugel van het mondstuk. Sjabloon nr. 1 is uitsluitend
bestemd voor de montage van een 107 cm maaidek en
sjabloon nr. 2 uitsluitend voor de montage van een 122 cm
maaidek.
Montage van de beugel van het mondstuk
op een 107 cm maaidek
Note: Gebruik sjabloon nr. 1 op de achterzijde van deze
gebruikershandleiding om de plaats van de boorgaten te
bepalen.
1. Knip sjabloon nr. 1 uit (107 cm maaidek) zoals is
aangegeven op het sjabloon.
2. Verwijder de aanwezige riemkap (Fig. 12).
3. Plaats sjabloonnr. 1 op de bovenkant van het maaidek
en let hierbij op de bestaande gaten in het maaidek
(Fig. 12).
4. Markeer de 2 gaten die moeten worden geboord, en
verwijder het sjabloon (Fig. 12).
5. Boor 2 gaten met een diameter van 9/32 inch op de
gemarkeerde plaatsen.
6. Monteer de beugel van het mondstuk met 2 bouten (1/4
x 1/2 inch) en 2 flensmoeren (1/4 inch) (Fig. 14).
Note: Monteer de boutkoppen op de bovenkant van het
maaidek.
7. Plaats de riemkap (Fig. 12).
m-5963
2
3
2 3
1
5
4
6
Figuur 12
1. Sjabloon
2. Gat dat moet worden
geboord
3. Aanwezig gat
4. Maaidek
5. Grasgeleider
6. Riemkap
Montage van de beugel van het mondstuk
op een 122 cm maaidek
Note: Gebruik sjabloon nr. 2 op de achterzijde van deze
gebruikershandleiding om de plaats van de boorgaten te
bepalen.
1. Knip sjabloon nr. 2 uit (122 cm maaidek) zoals is
aangegeven op het sjabloon.
2. Verwijder de aanwezige riemkap (Fig. 13).
3. Plaats sjabloonnr. 2 op de bovenkant van het maaidek.
Zorg ervoor dat hierbij de uitsparing in het sjabloon
rond de versterkingsplaat past en het sjabloon over het
bestaande gat ligt (Fig. 13).
4. Markeer de 2 gaten die moeten worden geboord, en
verwijder het sjabloon (Fig. 13).
5. Boor 2 gaten met een diameter van 9/32 inch op de
gemarkeerde plaatsen.
6. Monteer de beugel van het mondstuk met 2 bouten (1/4
x 1/2 inch) en 2 flensmoeren (1/4 inch) (Fig. 14).
Note: Monteer de boutkoppen op de bovenkant van het
maaidek.
10
7. Plaats de riemkap (Fig. 13).
m–5964
1
2 3
5
4
6
2
7
Figuur 13
1. Sjabloon
2. Gat dat moet worden
geboord
3. Aanwezig gat
4. Maaidek
5. Grasgeleider
6. Versterkingsplaat
7. Riemkap
De afvoerbuizen monteren
1. Schakel de aftakas uit en stel de parkeerrem in werking.
2. Zet de motor af, verwijder het contactsleuteltje en
wacht totdat alle bewegende delen tot stilstand zijn
gekomen alvorens de bestuurdersstoel te verlaten.
3. Til de grasgeleider helemaal naar achteren. Daardoor
komt de grasgeleider niet tegen het mondstuk (Fig. 14).
4. Houd het mondstuk recht tegenover de beugel van het
mondstuk (Fig. 14).
5. Steek de pen van het mondstuk door het mondstuk en
de beugel van het mondstuk en zet deze vast met een
R-pen (Fig. 14).
m-5962
5
2
63
4
1
7
Figuur 14
1. Mondstuk
2. Pen van het mondstuk
3. R-pen
4. Grasgeleider
5. Beugel van het mondstuk
6. Bout, 1/4 x 1/2 inch en
flensmoer, 1/2 inch
7. Sleuven in mondstuk
6. Schuif de middelste buis op het mondstuk en zet ze aan
elkaar vast (Fig. 15).
7. Bevestig de bovenste buis aan de grasvanger en de
middelste buis (Fig. 15).
1
m-5945
2
3
4
Figuur 15
1. Mondstuk
2. Middelste buis
3. Bovenste buis
4. Grasvanger
8. Markeer de plaatsen voor de gaten op de middelste buis;
gebruik hiervoor de bovenste buis als sjabloon
(Fig. 16).
9. Verwijder de bovenste en de middelste buis.
10.Boor 3 gaten met een diameter van 9/32 inch in de
middelste buis (Fig. 16).
11. Monteer de middelste en de bovenste buis met 3
rijtuigbouten (1/4 x 3/4 inch) en 3 flensmoeren
(1/4 inch) (Fig. 16).
Important De boutkoppen moeten aan de binnenkant
van middelste buis zitten.
12.Monteer de bovenste en middelste buis aan de
grasvanger en het mondstuk. (Fig. 15).
m-5957
1
3
4
2
5
Figuur 16
1. Bovenste buis
2. Middelste buis
3. Bout, 1/4 x 3/4 inch
4. Flensmoer, 1/4 inch
5. Gat, 9/32 inch
11
De sticker aanbrengen
1. Maak een plek links op het chassis van de tractor
schoon voor de sticker (Fig. 17)
2. Breng de sticker aan op het chassis (Fig. 17)
m-5950
1
2
Figuur 17
1. Sticker 2. Linkerzijde van het
chassis van de tractor
Voorste wielgewichten
plaatsen
De grasvanger zorgt voor veel gewicht op de
achterkant van de machine, waardoor deze minder
stabiel kan worden en de bestuurder de controle
over de machine kan verliezen.
Monteer de voorgewichten.
Caution
Neem contact op met een erkende Service Dealer voor de
juiste voorgewichten als u de grasvanger gebruikt.
Gebruiksaanwijzing
Note: Bepaal vanuit de normale bedieningspositie de
linker- en rechterzijde van de machine.
Om lichamelijk letsel te voorkomen, moet u de
volgende richtlijnen in acht nemen:
Zorg ervoor dat u bekend bent met alle
gebruiksaanwijzingen en veiligheidsinstructies
in de gebruikershandleiding voor uw
maaimachine voordat u dit werktuig gaat
gebruiken.
U mag de grasvanger of de buizen van de
grasvanger nooit verwijderen als de motor
loopt.
U moet altijd de motor afzetten, het sleuteltje
verwijderen en wachten totdat alle bewegende
delen tot stilstand gekomen zijn voordat u een
verstopping uit het grasvangsysteem verwijdert.
Verricht nooit onderhouds- of
reparatiewerkzaamheden als de motor loopt.
Warning
Als de grasgeleider, de buizen van de grasvanger of
de of complete grasvanger niet zijn gemonteerd,
kunnen u of anderen in aanraking met het
maaimes of uitgeworpen voorwerpen komen.
Contact met draaiende maaimes(sen) en
uitgeworpen voorwerpen kan lichamelijk letsel of
de dood veroorzaken.
Verwijder de grasgeleider nooit van het maaidek
omdat hiermee het maaisel wordt afgevoerd
naar het gazon. Als de grasgeleider is
beschadigd, moet u deze onmiddellijk
vervangen.
Steek nooit handen of voeten onder het
maaidek.
Probeer nooit het afvoersysteem of de
maaibladen te reinigen zonder eerst de aftakas
uit te schakelen en het contactsleuteltje op uit te
draaien. Verwijder verder het contactsleuteltje
en trek de bougiekabel van de bougie(s).
Warning
De Stille Grasvanger
leegmaken
1. Schakel de aftakas van de stille grasvanger uit (Fig. 20).
2. Schakel de aftakas van de maaimachine uit en stel de
parkeerrem in werking.
Note: Als de aftakas is uitgeschakeld, kan de grasvanger
als gevolg van de zuigwerking in de grasvanger niet
worden geopend.
12
3. Druk op de hendel van de grasvanger op de arm van de
grasvanger (Fig. 18).
4. Zet de arm van de grasvanger omhoog in de hoogste
stand en laat de hendel van de grasvanger los (Fig. 18).
De borgpen valt in een gat in de hoogste stand.
5. Trek de arm van de grasvanger omlaag en breng de
achterkant van de grasvanger omhoog (Fig. 18).
6. Sluit de achterkant van de grasvanger en druk op de
hendel van de grasvanger (Fig. 18).
7. Zet de arm van de grasvanger omlaag in de
bedrijfsstand (Fig. 18).
Note: Controleer of de klep van de grasvanger volledig is
gesloten voordat u gras gaat opvangen.
m-5944
2
1
Figuur 18
1. Hendel van de grasvanger 2. Arm van de grasvanger
Klep van de grasvanger
openhouden
Handen, vingers en armen kunnen bekneld raken
tussen het voorste en achterste gedeelte van de
grasvanger.
Houd iedereen uit de buurt van de grasvanger
als u deze leegmaakt.
Als u werkzaamheden aan de binnenkant van de
grasvanger verricht, moet u de vastzetpen
gebruiken om de klep van de grasvanger open te
houden.
Warning
1. Schakel de aftakas van de stille grasvanger uit (Fig. 20).
2. Schakel de aftakas van de maaimachine uit en stel de
parkeerrem in werking.
3. Zet de motor af, verwijder het contactsleuteltje en
wacht totdat alle bewegende delen tot stilstand zijn
gekomen alvorens de bestuurdersstoel te verlaten.
4. Open de grasvanger; zie De Stille Grasvanger
leegmaken, blz. 11.
5. Als de grasvanger open is, moet u de vastzetpen
uittrekken en in het gat in het scharnier steken (Fig. 19).
2
3
1
m-5961
Figuur 19
1. Vastzetpen
2. Gat in scharnier
3. Scharnier
De luchtstroomregelaar
gebruiken
De luchtstroomregelaar bevindt zich op de linkerzijde van
de grasvanger. De luchtstroomregelaar heeft drie standen:
naar links blazen, naar rechts blazen of gras opvangen.
1. Om naar rechts te blazen, zet u de luchtstroomregelaar
in de laagste stand (Fig. 20).
2. Om gras op te vangen, zet u de luchtstroomregelaar in
de middelste stand (Fig. 20)
3. Om naar links te blazen, zet u de luchtstroomregelaar in
de hoogste stand (Fig. 20).
De aftakas van de Stille
Grasvanger inschakelen
De hendel van de aftakas van de grasvanger bevindt zich op
de linkerzijde van de grasvanger (Fig. 20).
1. Om de grasvanger in te schakelen, zet u de hendel in de
hoogste stand (Fig. 20).
2. Om de grasvanger uit te schakelen, zet u de hendel in de
laagste stand (Fig. 20).
13
m–5943
6
7
2
5
4
3
1
Figuur 20
1. Luchtstroomregelaar
2. Hendel van de aftakas
van de grasvanger
3. Stand Naar rechts blazen
4. Stand Gras opvangen
5. Stand Naar links blazen
6. Aftakas van de
grasvanger ingeschakeld
7. Aftakas van de
grasvanger uitgeschakeld
Verstoppingen verwijderen uit
de grasvanger
1. Maak de grasvanger leeg.
2. Schakel de aftakas van de stille grasvanger uit (Fig. 20).
3. Schakel de aftakas van de maaimachine uit en stel de
parkeerrem in werking.
4. Zet de motor af, verwijder het contactsleuteltje en
wacht totdat alle bewegende delen tot stilstand zijn
gekomen alvorens de bestuurdersstoel te verlaten.
5. Verwijder de bovenste en de middelste buis van de
grasvanger.
6. Verwijder voorzichtig met een stok of een soortgelijk
voorwerp de verstopping uit de maaimachine, de
bovenste buis, de middelste buis of het mondstuk.
7. Nadat u de verstopping hebt verwijdert, monteert u het
complete grasvangsysteem en gaat u verder met maaien.
Zie De afvoerbuizen monteren, blz. 10.
Grasvanger Vol-indicatie
gebruiken
1. U kunt op twee manieren vaststellen of de grasvanger
vol is.
A. Trek de arm van de Vol-indicatie veelvuldig omhoog
(Fig. 21). Als u weerstand voelt, betekent dit dat de
grasvanger vol is en moet worden leeggemaakt.
B. Als u ziet dat er zich gras opeenhoopt in de sleuven
op de bovenkant van het mondstuk (Fig. 14), is de
grasvanger vol en moet deze worden leeggemaakt.
Dit kan ook betekenen dat u te snel maait en het
mondstuk verstopt begint te raken.
m-5946
1
Figuur 21
1. Arm van Vol-indicatie
Tips voor bediening en
opvangen van het maaisel
Afmetingen
Denk eraan dat de tractor langer en breder is als dit
werktuig is gemonteerd. Als u een te scherpe bocht maakt
in een besloten ruimte, kunt u de grasvanger beschadigen.
Trimmen
U moet altijd trimmen met de linkerkant van het maaidek.
Trim nooit met de rechterkant van het maaidek omdat u dan
de ventilator van de grasvanger en de afvoerbuis kunt
beschadigen.
Maaihoogte
Zorg ervoor dat de maaihoogte van het maaidek niet te laag
is, want hoog gras rond het maaidek kan verhinderen dat er
lucht onder het maaidek komt en in het grasvangsysteem
stroomt. Als er niet voldoende lucht onder het maaidek
komt, zal het vangsysteem verstopt raken.
Maaifrequentie
U moet het gras veelvuldig maaien, vooral als het snel
groeit. U zult het gras twee keer moeten maaien als dit
buitengewoon lang is (zie Lang gras opvangen, blz. 14).
14
Maaitechniek
Om het gazon een zo fraai mogelijk uiterlijk te geven, moet
u het gras maaien in banen die elkaar enigszins overlappen.
Dit vermindert de belasting van de motor en beperkt het
risico dat de ventilator en de afvoerbuis verstopt raken.
Vangsnelheid
Heel vaak zult u de grasvanger gebruiken met de gashendel
van de tractor op Snel en zult u met een normale snelheid
rijden. Maar in buitengewoon droge en stoffige
omstandigheden zult u wellicht het motortoerental
enigszins willen verminderen en de rijsnelheid van de
tractor verhogen. Het grasvangsysteem kan verstopt raken
als u te snel rijdt en het motortoerental te laag is. Op
heuvelachtig terrein kan het noodzakelijk zijn de rijsnelheid
van de tractor te verminderen. Hierdoor handhaaft u het
motortoerental en blijft het grasvangsysteem efficiënt
werken. Maai heuvelafwaarts indien dit mogelijk is.
Als de grasvanger vol raakt, komt er extra gewicht
op de achterkant van de tractor. Als u abrupt stopt
en start op een helling, bestaat de kans dat u de
macht over het stuur verliest of dat de tractor
omkiept.
U mag daarom niet plotseling starten of stoppen
bij het op- en afrijden van een helling. Start niet
heuvelopwaarts op een helling.
Als u de tractor stopt terwijl u heuvelopwaarts
rijdt, moet u de aftakas uitschakelen (de
maaimessen uitschakelen) door de
maaikoppelingshendel op uit te zetten. Rij dan
langzaam heuvelafwaarts in de achteruit-stand.
U mag niet schakelen of stoppen op een helling.
Caution
Lang gras opvangen
Buitengewoon lang gras is zwaar en kan niet volledig in de
grasvanger worden geblazen. Als dit gebeurt, kunnen de
afvoerbuis en de ventilator verstopt raken. Om verstopping
van het grasvangsysteem te voorkomen, moet u het gras bij
een hoge maaistand maaien; vervolgens zet u het maaidek
lager in de normale maaistand en kunt u de grasvanger
weer gebruiken.
Nat Gras opvangen
Wij adviseren u het gras altijd te maaien als het droog is,
omdat het gazon dan een keurig uiterlijk krijgt. Als u nat
gras maait, moet u de conventionele zijafvoer van het
maaidek gebruiken. Als het maaisel een paar uur later
droog is, monteert u de complete grasvanger en zuigt u het
maaisel op.
Tekenen van verstopping
Als u het gras opvangt, zal normaliter een geringe
hoeveelheid maaisel worden uitgeblazen aan de voorkant
van de maaimachine. Indien er een buitensporige
hoeveelheid maaisel wordt uitgeblazen, duidt dit erop dat
de grasvanger vol is of dat het systeem is verstopt.
Er kan zich bovendien gras opeenhopen aan de binnenkant
van de sleuf op de bovenkant van het mondstuk.
De grasvanger verwijderen
1. Schakel de aftakas van de stille grasvanger uit (Fig. 20).
2. Maak de grasvanger leeg.
3. Schakel de aftakas van de maaimachine uit en stel de
parkeerrem in werking.
4. Zet de motor af, verwijder het contactsleuteltje en
wacht totdat alle bewegende delen tot stilstand zijn
gekomen alvorens de bestuurdersstoel te verlaten.
5. Maak de middelste buis los van het mondstuk (Fig. 15).
6. Verwijder de bovenste en de middelste buis van de
grasvanger (Fig. 15).
7. Verwijder de R-pen en de pen van het mondstuk uit de
beugel van het mondstuk (Fig. 14).
8. Haal het mondstuk van het maaidek en laat de
grasgeleider neer (Fig. 14).
Als een afvoeropening niet is afgesloten, kan de
maaimachine voorwerpen in de richting van de
bestuurder of omstanders werpen. Dit kan ernstig
lichamelijk letsel veroorzaken. Daarnaast kunt u
ook in contact komen met het mes.
Gebruik de maaimachine nooit zonder
grasgeleider, mulch-plaat of afvoerbuizen en
grasvanger.
Warning
9. Verwijder de riem van de grasvanger.
10.Verwijder de gaffelpen en de R-pen uit de linkerzijde
van de grasvanger (Fig. 11).
11. Maak de borgpen aan de rechterzijde van de grasvanger
los (Fig. 11).
12.Haal de grasvanger van de snelkoppeling (Fig. 11).
13.Verwijder de voorgewichten.
15
Onderhoud
Note: Bepaal vanuit de normale bedieningspositie de linker- en rechterzijde van de machine.
Aanbevolen onderhoudsschema
Onderhoudsinterval Onderhoudsprocedure
Voor elk gebruik Rooster – reinigen
10 Uren Grasvanger – reinigen
40 Uren
Grasvanger – riemspanning controleren
Grasvanger – controleren
Hulp-pitmanarmen van de grasvanger – oliën/smeren
Voorbereiding voor
stalling
Hulp-pitmanarmen van de grasvanger – oliën/smeren
Drijfriemen – controleren op slijtage/ barsten
Grasvanger – riemspanning controleren
Grasvanger – reinigen en controleren
Het rooster reinigen
Het rooster moet om de 10 bedrijfsuren worden gereinigd.
Als de machine wordt gebruikt wanneer het gras vochtig is,
zal het rooster vaker moeten worden gereinigd.
1. Schakel de aftakas uit en stel de parkeerrem in werking.
2. Zet de motor af, verwijder het contactsleuteltje en
wacht totdat alle bewegende delen tot stilstand zijn
gekomen alvorens de bestuurdersstoel te verlaten.
3. Open de klep van de grasvanger en houd deze open. Zie
Klep van de grasvanger openhouden, blz. 12.
4. Verwijder de rommel van het rooster.
5. Sluit de klep van de grasvanger.
De grasvanger reinigen
Na elk gebruik moet de grasvanger worden gereinigd.
1. Was de binnen- en buitenkant van de grasvanger, de
bovenste buis, de middelste buis, het mondstuk en de
onderkant van het maaidek. Gebruik een mild
reinigingsmiddel voor auto’s om het vuil te verwijderen.
2. Let erop dat u aangekoekt gras op alle onderdelen
verwijdert.
3. Nadat u alle onderdelen hebt gewassen, moet u ze
grondig laten drogen.
De hulp-pitmanarm smeren
De hulp-pitmanarmen van de grasvanger moeten om de 40
bedrijfsuren worden gesmeerd.
De grasvanger controleren
De grasvanger moet om de 40 bedrijfsuren worden
gecontroleerd.
1. Schakel de aftakas uit, stel de parkeerrem in werking en
draai het contactsleuteltje op UIT en verwijder dit.
2. Controleer de bovenste buis, de middelste buis en het
mondstuk. Vervang deze onderdelen als zij gebarsten of
gebroken zijn.
3. Controleer de grasvanger en de roosters. Vervang
gebarsten of gebroken onderdelen.
4. Draai alle moeren, bouten en schroeven goed aan.
De maaimessen controleren
1. Controleer de maaimessen regelmatig, vooral als het
mes een vreemd voorwerp heeft geraakt.
2. Als de messen sterk zijn versleten of beschadigd, moet
u nieuwe messen monteren. Raadpleeg de
gebruikershandleiding van de maaimachine voor het
volledige onderhoud van de messen.
Stalling
1. Reinig de grasvanger. Zie Verstoppingen verwijderen
uit de grasvanger, blz. 13.
2. Controleer de grasvanger op beschadigingen. Zie De
grasvanger controleren, blz. 15.
3. Zorg ervoor dat de grasvanger leeg en volkomen droog is.
4. Controleer de riem op slijtage of scheurtjes.
16
5. De machine moet worden opgeslagen in een schone en
droge ruimte, buiten het bereik van direct zonlicht. Dit
beschermt de kunststofonderdelen en verlengt de
levensduur van de machine. Als u de machine buiten
moet opslaan, wordt u geadviseerd deze af te dekken
met een weerbestendig dekzeil.
Problemen, oorzaak en remedie
Probleem Mogelijke oorzaken Remedie
Abnormale trillingen.
1. Maaimes(sen) verbogen of niet in
balans.
1. Nieuw(e) maaimes(sen)
monteren.
2. Mesbout zit los. 2. Mesbout aandraaien.
3. Poelie van grasvanger of
poelie-set zit los.
3. Desbetreffende poelie vastzetten.
4. Riem van grasvanger is versleten
of beschadigd.
4. Plaats de riem van de grasvanger
terug.
5. Rotorblad van grasvanger is uit
balans.
5. Neem contact op met een
erkende Service Dealer.
Grasvanger levert minder
goede prestaties.
1. Laag motortoerental. 1. Gebruik de grasvanger altijd met
de motor op vol gas.
g
2. Verstopt ventilatorrooster. 2. Rommel, bladeren of maaisel uit
het ventilatorrooster verwijderen.
3. Losse riem van grasvanger. 3. Spanning van drijfriem van
grasvanger controleren.
4. Pakking tussen hopper en
achterklep is beschadigd.
4. Achterklep vergrendelen.
5. Verstopt mondstuk. 5. Vastgekoekte rommel verwijderen.
6. Verkeerde pakking rond bovenste
buis die naar de hopper loopt.
6. Een goede pakking op de hopper
plaatsen.
7. Volle hopper. 7. Hopper leegmaken.
Mondstuk en buizen raken te
ktt
1. De hopper is te vol. 1. Vaker leegstorten.
vaak verstopt.
2. Het gras is te vochtig. 2. Gras maaien als het droog is.
3. Het gras is te lang. 3. Gras twee keer maaien. Een keer
in een hoge maaistand en daarna
in een normale maaistand.
4. Verstopt ventilatorrooster. 4. Rommel, bladeren of maaisel uit
het ventilatorrooster verwijderen.
5. De rijsnelheid is te hoog. 5. Langzamer rijden met de motor op
vol gas.
Machine blaast rommel uit.
1. De hopper is te vol. 1. Vaker leegstorten.
2. De rijsnelheid is te hoog. 2. Langzamer rijden met de motor op
vol gas.
3. Aangekoekt gras op sleuven in
het mondstuk.
3. Langzamer rijden met de motor op
vol gas of de grasvanger is vol.
17
In de richting
van zijafvoer
Knip de sjabloon hierlangs uit.
Sjabloon Nr. 1
Sjabloon Nr. 1
Aanwezig gat
boor hier een gat met
een diameter van
9/32 inch.
Aanwezig gat
boor hier een gat met
een diameter van
9/32 inch.
Sjabloon voor 107 cm
maaidek
Knip de sjabloon hier-
langs uit.
Schaal
26 mm
18
19
In de richting
van zijafvoer
Knip de sjabloon hierlangs
uit.
Sjabloon Nr. 2
Sjabloon Nr. 2
boor hier een gat met een
diameter van 9/32 inch.
Aanwezig gat
boor hier een gat met een
diameter van 9/32 inch.
Sjabloon voor 122 cm
maaidek
Knip de sjabloon hierlangs
uit.
Schaal
26 mm
Breng deze rand op een lijn
met de versterkingsplaat
op de bovenkant van het
maaidek
20
  • Page 1 1
  • Page 2 2
  • Page 3 3
  • Page 4 4
  • Page 5 5
  • Page 6 6
  • Page 7 7
  • Page 8 8
  • Page 9 9
  • Page 10 10
  • Page 11 11
  • Page 12 12
  • Page 13 13
  • Page 14 14
  • Page 15 15
  • Page 16 16
  • Page 17 17
  • Page 18 18
  • Page 19 19
  • Page 20 20

Toro Quiet Collector, Wheel Horse 260-Series Lawn and Garden Tractors Handleiding

Type
Handleiding