Nl-5
PROBLEEMOPLOSSING
Instructies met betrekking tot verwarming (*) zijn alleen van
toepassing op het Heating and Cooling-model (Omgekeerde
Cyclus).
WAARSCHUWING
In de volgende gevallen moet u de airconditioner on-
middellijk stilzetten, en de gehele stroomvoorziening
uitschakelen met de elektrische hoofdschakelaar of
door de stekker uit het stopcontact te trekken. Raad-
pleeg vervolgens uw dealer of bevoegd onderhouds-
personeel.
Zo lang de airconditioner is aangesloten op de
stroomvoorziening, is uitschakelen niet genoeg om
het apparaat stroomloos te maken.
• De unit ruikt naar brand of stoot rook uit.
• Er lekt water uit het apparaat.
Voer de volgende controles uit voor u een serviceverzoek
indient:
NORMALE WERKING
Werkt niet onmiddellijk
• Als de unit wordt stilgezet en dan onmiddellijk weer
wordt gestart, zal de compressor gedurende 3 minuten
niet werken. Dit is om te voorkomen dat de zekeringen
doorbranden.
• Altijd wanneer u de unit met de elektrische schakelaar
uit en weer aan zet, zal het beveiligingscircuit gedu-
rende 3 minuten operationeel zijn, waardoor de unit
gedurende die tijd niet zal kunnen werken.
U hoort lawaai
• Tijdens de werking van de unit en onmiddellijk nadat
deze tot stilstand is gekomen, kunt u water horen door
de leidingen van de airconditioner horen stromen. Ook
kan het zijn dat u gedurende ongeveer 2 of 3 minuten
geluiden hoort, nadat het apparaat is opgestart (geluid
van stromende koelvloeistof).
* • Als het apparaat in de verwarmingsstand staat, kunt u
zo nu en dan een sissend geluid horen. Dit is het geluid
van het automatisch ontdooien.
Geuren
• Soms kan er een geur komen uit de binnenunit. Deze
geur komt van luchtjes uit de kamer (meubels, tabak,
enz.) die door de airconditioner zijn opgenomen.
Er komt mist of damp uit het apparaat
• Er kan tijdens het koelen of drogen door de binnen-
unit een lichte nevel worden uitgestoten. Dit wordt
veroorzaakt door de plotselinge afkoeling van lucht in
de kamer die door de airconditioner wordt uitgestoten,
waardoor condens en nevel ontstaat.
* • De ventilator van de buitenunit kan tijdens het verwar-
men tot stilstand komen en er kan stoom uit het appa-
raat opstijgen. Dit wordt veroorzaakt door de automati-
sche ontdooiing.
Luchtvochtigheid daalt niet
In de stand Drogen.
• Onder sommige omstandigheden in het vertrek zal de
luchtvochtigheid niet afnemen.
• Als u de luchtvochtigheid wilt laten afnemen, moet u een
lagere kamertemperatuur instellen.
Luchtstroom is zwak of stopt
• De ventilator van de binnenunit zal misschien later gaan
werken dan de ventilator van de buitenunit, of zal tot
stilstand komen wanneer de ventilator van de buitenunit
niet werkt. Dit wordt veroorzaakt door de regeling van
de ventilator van de binnenunit die bedoeld is om ener-
gie te besparen.
• Raadpleeg de bedieningshandleiding van de afstands-
bediening als u deze functie wilt uitschakelen. (Deze
functie uitschakelen is niet mogelijk in de Automatische
Ventilatorstand.)
* • Wanneer de verwarmingsstand wordt gestart, draait de
ventilator op een zeer lage snelheid zodat de interne
onderdelen van de unit op temperatuur kunnen komen.
* • In de verwarmingsstand zal, wanneer de kamertempe-
ratuur toeneemt tot boven de thermostaatinstelling, de
buitenunit tot stilstand komen en zal de ventilator van de
binnenunit op een heel lage snelheid werken. Als u de
kamer verder wilt verwarmen, stel de thermostaat dan in
op een hogere temperatuur.
*•
In de verwarmingsstand, zal de unit tijdelijk niet werken
(maximaal 15 minuten) omdat de automatische ontdooiing
wordt uitgevoerd. Tijdens de automatische ontdooiing zal
worden weergegeven dat de ontdooifunctie actief is.
<<Zie de bedieningshandleiding van de Afstandsbediening.>>
• De ventilator kan in de stand Drogen op een heel lage
snelheid werken, maar ook als de unit de kamertempe-
ratuur bewaakt.
• In de stille stand zal de ventilator op een heel lage snel-
heid werken.
• In de automatische bewakingsstand zal de ventilator op
een heel lage snelheid werken..
Er komt water uit de buitenunit
* • In de verwarmingsstand kan er water uit de buitenunit
komen, omdat de automatische ontdooiing wordt uitge-
voerd.
CONTROLEER NOGMAALS
Werkt helemaal niet:
• Is de stroomonderbreker geactiveerd?
• Is er een stroomstoring geweest?
• Is er een zekering doorgebrand of is de stroomonder-
breker geactiveerd?
• Werkt de timer?
Slechte koelprestaties (of verwarmingsprestaties*):
• Is het luchtfi lter vuil?
• Zijn het inlaatrooster of de uitlaatpoort van de airconditi-
oner geblokkeerd?
• Hebt u de kamertemperatuurinstellingen (thermostaat)
wel goed geregeld?
• Staat er een raam of deur open?
• Valt er tijdens het koelen door een raam fel zonlicht naar
binnen? (Sluit de gordijnen.)
• Staat de unit in de koelstand en zijn er verwarmings-
apparaten en computers in de kamer, of zijn er te veel
mensen in de kamer?
• Staat de unit in de stille stand?
• Staat de airconditioner in de stand Economy?
Als het probleem aanhoudt nadat u deze controles hebt
uitgevoerd, of als u een brandgeur ruikt, schakel de unit dan
onmiddellijk uit, onderbreekt de stroomvoorziening en raad-
pleeg bevoegd onderhoudspersoneel.