Makita 4604DW de handleiding

Type
de handleiding
NEDERLANDS
Verklaring van algemene gegevens
1 Acculader DC4600
2 Oplaadlampje
3 Startknop
4 Accu 4600
5 Oplaadstekker
6 Oplaadaansluiting
7 Herstartknop
8 Bedieningseenheid C4600
9 Schakelaar
0 Gesp
q Controlelampje
w Heupgordel
e Zakklep
r Aansluiting op
bedieningseenheid
t Heupgordelzak
y Schouderband
u Holster
i Armband
o Aansluitkabel
p Contrastekker
a Trekschakelaar
s Ontgrendelknop
d Bovenste schaarblad
f Onderste schaarblad
g Tak
h Inbussleutel
j Schaarbladdeksel
k Dopsleutel
l Schaarbladhouder
; Magneet
z Borstel
x Machineolie
c Diamantvijl
TECHNISCHE GEGEVENS
Model 4604D
Max. snoeikapaciteit ................... 30 mm in diameter
Totale lengte ................................................ 286 mm
Nominale spanning ..................... Gelijkstroom 24 V
Netto gewicht
Schaar ......................................................... 1,0 kg
Bedieningseenheid C4600 .......................... 0,3 kg
Accu 4600 ...................................................... 2,0 kg
Oplaadtijd ....................................................... 1 UUR
•
In verband met ononderbroken research en
ontwikkeling behouden wij ons het recht voor bo-
venstaande technische gegevens te wijzigen
zonder voorafgaande kennisgeving.
•
Opmerking: De technische gegevens kunnen van
land tot land verschillen.
Veiligheidswenken
Voor uw veiligheid dient u de bijgevoegde Veiligheids-
voorschriften nauwkeurig op te volgen.
BELANGRIJKE VEILIGHEIDS-
VOORSCHRIFTEN VOOR LADER EN
AKKU
1. BEWAAR DEZE VOORSCHRIFTEN — Deze
gebruiksaanwijzing bevat belangrijke
veiligheids- en bedieningsvoorschriften voor
de akkulader.
2. Alvorens de akkulader te gebruiken, dient u
alle aanwijzingen en waarschuwingen die zijn
aangebracht op (1) de akkulader, (2) de akku
en (3) het produkt waarvoor de akku wordt
gebruikt, te lezen.
3. LET OP — Om het gevaar voor verwondingen
te beperken, mag u enkel MAKITA oplaadbare
akku’s opladen. Akku’s van een ander fabri-
kaat kunnen barsten en verwondingen en be-
schadiging veroorzaken.
4. Stel de lader niet bloot aan regen of sneeuw.
5. Het gebruik van een hulpstuk dat door de
fabrikant van de akkulader niet wordt aanbe-
volen of niet wordt verkocht, kan resulteren in
gevaar voor brand, elektrische schok of ver-
wonding van personen.
6. Om beschadiging van het netsnoer en de stek-
ker te voorkomen, dient u aan de stekker te
trekken, en niet aan het snoer, om de aanslui-
ting van de lader op het stopkontakt te ver-
breken.
7. Zorg ervoor dat het netsnoer zodanig is
geplaatst dat niemand erop kan trappen of
erover kan struikelen, en dat het niet aan
beschadiging of druk is blootgesteld.
8. Gebruik de lader niet met een beschadigd
netsnoer of stekker — vervang deze onmiddel-
lijk.
9. Gebruik de lader niet indien deze aan een
harde stoot werd blootgesteld, op de grond is
gevallen, of een andere vorm van beschadig-
ing heeft opgelopen; breng deze naar een
bevoegde monteur.
10. Neem de akkulader of de akku niet uit elkaar;
breng deze naar een bevoegde monteur wan-
neer onderhoud of reparatie nodig is. Onjuist
opnieuw ineenzetten kan resulteren in gevaar
voor elektrische schok of brand.
11. Om elektrische schok te voorkomen, de stek-
ker van de akkulader uit het stopkontakt halen
alvorens met onderhoud of reinigen te begin-
nen. Het gevaar voor elektrische schok wordt
niet voorkomen door de machine enkel uit te
schakelen.
AANVULLENDE
VEILIGHEIDSVOORSCHRIFTEN
VOOR LADER EN AKKU
1. Laad de accu niet op wanneer de accutemper-
atuur of de omgevingstemperatuur lager dan
10°C of hoger dan 40°C is.
2. Laad de akku niet op en laat hem niet achter
op plaatsen waar hij aan direkt zonlicht is
blootgesteld.
3. Sluit de lader nooit aan op een verhogings-
transformator, aggregaat of gelijkstroombron.
4. Zorg ervoor dat de ventilatiegaten van de
akkulader door niets worden afgedekt of ver-
stopt.
24
4604D/DW(Nl) (’99. 6. 4)
5. Sluit de akku niet kort:
(1) Breng de akkuklemmen nooit in aanraking
met een geleidend materiaal.
(2) Plaats de akku niet in een bak samen met
metalen voorwerpen zoals spijkers, mun-
ten, enz.
(3) Stel de akku niet bloot aan water of regen.
Een kortsluiting van de akku kan oorzaak zijn
van een grote stroomafgifte, oververhitting,
mogelijke brandwonden en zelfs een defekt.
Bedek altijd de accuklemmen met het accud-
eksel wanneer de accu niet wordt gebruikt.
6.
Werp de akku nooit in het vuur, zelfs niet wan-
neer hij zwaar beschadigd of volkomen vers-
leten is. De akku kan dan immers ontploffen.
7. Wees voorzichtig dat u de akku niet laat vallen
en hem niet aan schokken of stoten blootstelt.
8. Laad de akku niet op in een bak of container.
Laad hem uitsluitend op in een goed geventi-
leerde ruimte.
AANVULLENDE
VEILIGHEIDSVOORSCHRIFTEN
VOOR DE AKKU- SNOEISCHAAR
1. Deze machine is voor het snoeien van takken.
Gebruik de machine niet voor een ander soort
werk.
2. Gebruik de machine niet en laad de akku niet
op in de regen.
3. Laat de machine niet achter in de regen of op
natte plaatsen.
4. Houd omstanders uit de buurt van uw werk-
omgeving.
5. Zorg ervoor dat geen vreemde voorwerpen
tussen de schaarbladen blijven zitten. Indien
de schaarbladen vanwege vreemde voorwer-
pen klem zitten, dient u de machine onmiddel-
lijk uit te schakelen en de akku van de machine
los te koppelen. Verwijder dan de vreemde
voorwerpen uit de schaarbladen.
6. Houd de tak die u aan het snoeien bent nooit
met uw vrije hand vast. Houd uw vrije hand
weg van de plaats waar u snoeit. Raak de
schaarbladen nooit aan, aangezien deze
scherp zijn en snijwonden kunnen veroorza-
ken.
7. Forceer de machine niet om iets af te snijden.
U zou kunnen uitglijden en verwondingen
oplopen of ongewild iets anders afsnijden.
8. Pas op dat u niet snijdt in mogelijk verborgen
elektrische draden.
9. Kontroleer altijd zorgvuldig de schaarbladen
alvorens de machine te gebruiken.
10. Behandel de schaarbladen met de grootste
voorzichtigheid om snijwonden of verwonding
te voorkomen.
11. Koppel de akku los van de machine na elk
gebruik en ook telkens voordat u begint met
inspektie of onderhoud.
12. Houd de machine altijd in zijn holster wanneer
u deze niet gebruikt.
BEWAAR DEZE VOORSCHRIFTEN.
BEDIENINGSVOORSCHRIFTEN
Opladen (Fig. 1 en 2)
Laad de accu 4600 vóór het gebruik op met de Makita
acculader DC4600. Sluit de acculader aan op een
stopcontact en steek de oplaadstekker in de
oplaadaansluiting op de accu. Druk de startknop
(rood) op de acculader in. Het oplaadlampje gaat
branden en het opladen begint. Wanneer het oplaad-
lampje na ongeveer één uur uitgaat, is het opladen
voltooid. Indien het oplaadlampje binnen één minuut
na het indrukken van de startknop uitgaat, is de accu
versleten. Vervang de accu door een nieuwe. Na het
opladen, dient u de acculader los te koppelen van de
accu en van het stopcontact.
LET OP:
•
Koppel de bedieningseenheid los van de accu
alvorens deze op te laden.
•
Houd de startknop niet ingedrukt met plakband e.d.,
omdat de schakeling dan niet juist zal werken en de
acculader defect kan raken.
•
Gebruik voor het opladen van de accu 4600 uitslui-
tend de Makita acculader DC4600. Het gebruik van
een andere lader kan beschadiging van de accu
veroorzaken.
•
Wanneer u een nieuwe accu oplaadt, of een accu
die gedurende lange tijd niet werd gebruikt, kan het
gebeuren dat u deze niet volledig kunt opladen. Dit
is normaal en duidt niet op een defect. De accu kan
weer volledig worden opgeladen nadat deze enkele
keren volledig is ontladen.
Overstroomrelais (Fig. 2)
Een overstroomrelais is in de accu ingebouwd om
een kortsluiting van de accu te voorkomen. Wanneer
het overstroomrelais wordt bekrachtigd, kan de accu
niet worden gebruikt. Druk de herstartknop op de
accu in om deze weer te kunnen gebruiken. Indien het
overstroomrelais vaak wordt bekrachtigd, is het
mogelijk dat er iets mankeert aan de accu, de accu-
lader, de bedieningseenheid of de schaar zelf. Stuur
deze op naar uw handelaar of naar een Makita
Servicecentrum voor inspectie en/of reparatie.
De bedieningseenheid installeren op de accu
(Fig. 3 en 4)
Zorg ervoor dat de bedieningseenheid is uitge-
schakeld. Installeer de bedieningseenheid op de accu
en zet deze vast met de gespen.
De aansluitkabel naar de bedieningseenheid
aansluiten
Sluit de mannetjesstekker van de aansluitkabel aan
op de aansluiting op de bedieningseenheid en draai
de schroef naar rechts om de mannetjesstekker goed
vast te zetten.
4604D/DW(Nl) (’99. 5. 7)
25
De accu in de heupgordelzak plaatsen
(Fig. 5 en 6)
Nadat de bedieningseenheid op de accu is geïnstal-
leerd, plaatst u de accu samen met de bedienings-
eenheid in uw heupgordelzak, en wel zodanig dat de
aansluiting van de bedieningseenheid wijst naar de
hand waarmee u de schaar zult bedienen. Doe
daarna de zakklep over de accu toe om te voorkomen
dat de accu en de bedieningseenheid tijdens de
bediening per toeval uit de zak vallen.
Aandoen van de heupgordel (Fig. 6)
Bevestig een schouderband (bretels) aan de
heupgordel. Doe de heupgordel aan en stel de lengte
van de schouderband en de heupgordel zodanig af
dat de accu op heuphoogte op uw rug wordt
gedragen.
Aanbrengen van de holster (Fig. 7)
Installeer de holster op de heupgordel zoals afge-
beeld in Fig. 7. De holster moet geïnstalleerd worden
aan de zijde waar uw hand de schaar zal bedienen.
Aandoen van de armband (Fig. 8)
Bevestig de armband aan uw arm. Wanneer u de
armband gebruikt, moet u de aansluitkabel door de
lus in de armband steken om deze uit de weg te
houden zoals afgebeeld in Fig. 8.
De aansluitkabel aansluiten op de schaar
(Fig. 9)
Sluit de contrastekker van de aansluitkabel aan op de
aansluiting op de schaar en draai de schroef naar
rechts om de contrastekker goed vast te zetten.
OPMERKING:
Indien u de aansluitkabel aansluit of loskoppelt terwijl
de bedieningseenheid is ingeschakeld, zal het con-
trolelampje afwisselend in rood en groen knipperen.
Wanneer dit gebeurt, zal de schaar niet starten ook al
wordt de trekschakelaar ingedrukt. Schakel de bedie-
ningseenheid uit en daarna weer in om de schaar te
kunnen starten. (Fig. 4)
Werking van de schakelaar
LET OP:
•
Alvorens u de accu op de schaar aansluit, moet u
altijd eerst controleren of de trekschakelaar juist
werkt en bij loslaten naar de ‘‘OFF’’ positie terug-
keert.
•
Druk de trekschakelaar niet in zonder eerst de
ontgrendelknop in te drukken. Als u dit doet, kan de
schakelaar breken.
Schakel de bedieningseenheid in door de bovenzijde
(I) van de schakelaar in te drukken. Het controle-
lampje zal beginnen te knipperen in groen. Druk
daarna de trekschakelaar eenmaal in en laat hem dan
los. Het bovenste schaarblad zal omhooggaan zodra
u de trekschakelaar loslaat en zal stoppen in de
hoogste (volledig open) stand. Indien het bovenste
schaarblad reeds geopend is, zal het na de eerste
bediening van de trekschakelaar in de geopende
positie blijven staan. Het controlelampje zal blijven
branden in groen. U kunt daarna beginnen met
snoeien door de trekschakelaar nogmaals in te druk-
ken. (Fig. 4)
Een ontgrendelknop is voorzien om te voorkomen dat
de trekschakelaar per toeval wordt ingedrukt. Om de
schaar aan te zetten, eerst de ontgrendelknop en
daarna de trekschakelaar indrukken. Om de schaar af
te zetten, de trekschakelaar loslaten. (Fig. 10)
Wanneer u de trekschakelaar indrukt en ingedrukt
houdt, zal het bovenste schaarblad omlaaggaan en in
de gesloten positie stoppen. Wanneer u de trekscha-
kelaar loslaat, zal het bovenste schaarblad omhoog-
gaan en in de hoogste (volledig open) positie stop-
pen. (Fig. 11)
De schaar in de holster plaatsen (Fig. 12)
Schakel de bedieningseenheid uit door de onderzijde
(O) van de schakelaar in te drukken terwijl u de
trekschakelaar ingedrukt houdt. Het bovenste schaar-
blad zal stoppen in de gesloten positie. Plaats de
schaar in de holster met het bovenste schaarblad in
de gesloten positie.
Snoeien (Fig. 13)
LET OP:
•
Gebruik de schaar nooit in een moeilijke houding,
aangezien dit ernstige verwonding kan veroorza-
ken.
•
Houd de tak die u aan het snoeien bent nooit met
uw vrije hand vast. Houd uw vrije hand weg van de
plaats waar u snoeit. De schaarbladen zijn uiterst
scherp en kunnen snijwonden veroorzaken.
Snoei de takken een voor een zoals afgebeeld in
Fig. 13. De maximale dikte van de takken die u met
deze schaar kunt afsnijden is ongeveer 30 mm. Zorg
dat u altijd goede steun voor de voeten hebt en goed
uw evenwicht bewaart.
Schakel na het gebruik de bedieningseenheid uit en
koppel de aansluitkabel los van de schaar en van de
bedieningseenheid. Berg de schaar op in een droge,
hoge of afgesloten plaats, buiten het bereik van
kinderen.
Beveiligingsmechanisme tegen overbelasting
Zowel de schaar als de bedieningseenheid zijn voor-
zien van een beveiligingsmechanisme tegen overbe-
lasting. Indien de motor langer dan 3 seconden
geblokkeerd is, zal dit mechanisme geactiveerd wor-
den om de schaar te stoppen. Het controlelampje op
de bedieningseenheid zal dan afwisselend in rood en
groen knipperen. Om de bediening te hervatten,
schakel eerst de bedieningseenheid uit door de
onderzijde (O) van de schakelaar in te drukken, en
schakel deze daarna opnieuw in.
OPMERKING:
Gebruik de schaar niet op zulke wijze dat dit mecha-
nisme vaak wordt geactiveerd. Hierdoor kan de motor
beschadigd raken.
Controlelampje op de bedieningseenheid
(Fig. 4)
Wanneer de bedieningseenheid wordt ingeschakeld
(de bovenzijde (I) van de schakelaar wordt ingedrukt),
zal het controlelampje beginnen te knipperen of blij-
ven branden in groen. Indien het controlelampje een
van de onderstaande condities aangeeft, dient u het
volgende te doen.
26
4604D/DW(Nl) (’99. 6. 4)
1. Indien het controlelampje afwisselend in rood en
groen knippert, is het beveiligingsmechanisme
tegen overbelasting geactiveerd of is de aansluit-
kabel niet stevig aangesloten. Schakel de bedie-
ningseenheid uit en doe het volgende:
a) Indien de motor langer dan 3 seconden geblok-
keerd is, schakelt u gewoon de bedieningseenheid
in.
b) Indien de aansluitkabel niet stevig is aangesloten,
sluit u deze stevig aan en daarna schakelt u de
bedieningseenheid in.
2. Indien het controlelampje in rood knippert, is de
bedieningseenheid oververhit. Schakel de bedie-
ningseenheid uit en wacht een tijdje om deze te
laten afkoelen. Schakel hem daarna opnieuw in.
3. Indien het controlelampje gestadig in rood brandt,
is de accuspanning te laag. Laad de accu op.
4. Indien het controlelampje noch groen of rood is:
a) De accu is volledig ontladen. Laad de accu op.
b) Het overstroomrelais is bekrachtigd. Druk de her-
startknop in.
Indien het controlelampje na het uitvoeren van de
bovenstaande procedures nog steeds niet begint te
knipperen in groen, mankeert er iets aan de schaar,
de aansluitkabel, de bedieningseenheid of de accu.
Schakel de bedieningseenheid uit en koppel de aan-
sluitkabel los van de schaar en van de bediening-
seenheid. Maak de bedieningseenheid los van de
accu. Stuur de schaar, de aansluitkabel, de bedie-
ningseenheid en de accu op naar uw handelaar of
naar een Makita Servicecentrum voor inspectie en/of
reparatie.
Vervangen van de schaarbladen
LET OP:
Zorg altijd ervoor dat de bedieningseenheid is uitge-
schakeld en de aansluitkabel is losgekoppeld van de
schaar.
De schaarbladen kunnen worden vervangen onge-
acht de positie van het bovenste schaarblad.
Gebruik de bijgeleverde inbussleutel voor het verwij-
deren van de twee zeskantbouten waarmee het
schaarbladdeksel is vastgezet. (Fig. 14)
Verwijder het schaarbladdeksel. (Fig. 15)
Gebruik de bijgeleverde dopsleutel voor het verwijde-
ren van de zeskante borgmoer. De platte sluitring zal
meekomen met de zeskante borgmoer. (Fig. 16)
Verwijder de bout met ronde kop, de schaarbladhou-
der en het bovenste schaarblad. (Fig. 17)
Verwijder het bovenste schaarblad van de schaar-
bladhouder. Pas op dat er geen vreemde voorwerpen
blijven hangen aan de magneet op de schaarbladhou-
der, en beschadig de magneet niet. (Fig. 18)
Gebruik de bijgeleverde inbussleutel voor het verwij-
deren van de twee zeskantbouten waarmee het
onderste schaarblad is vastgezet. Verwijder daarna
het onderste schaarblad. (Fig. 19)
Om de nieuwe schaarbladen aan te brengen, voert u
de procedures voor het verwijderen in de omge-
keerde volgorde uit. Verwijder het vet rond de tand-
wielkast niet.
ONDERHOUD
LET OP:
Zorg altijd ervoor dat de bedieningseenheid is uitge-
schakeld en de aansluitkabel is losgekoppeld van de
schaar.
Onderhoud van de schaarbladen
(Fig. 20 en 21)
OPMERKING:
Inspecteer de schaarbladen zorgvuldig zowel voor als
na het gebruik.
Na elk gebruik moet u de schaarbladen met een
harde borstel schoonborstelen. Veeg de schaarbla-
den daarna schoon met een doek en breng een laag
machineolie erop aan.
LET OP:
Slecht onderhoud van de schaarbladen kan overma-
tige schaarbladfrictie veroorzaken, zodat de gebruiks-
duur per acculading korter wordt.
Aanscherpen van de schaarbladen
Bovenste schaarblad
Leg het platte vlak van de diamantvijl op de schaar-
bladrand. Duw de diamantvijl in de richting van het
pijltje om de hele bladrand aan te scherpen. Behoud
tijdens het aanscherpen constant hetzelfde vlakke
contact tussen de vijl en de hele schaarbladrand.
(Fig. 22)
Druk het platte vlak van de diamantvijl lichtjes tegen
de keerzijde van het schaarblad. Beweeg de diamant-
vijl in de richting van het pijltje om bramen te verwij-
deren. (Fig. 23)
Onderste schaarblad
Leg het ronde vlak van de diamantvijl op de schaar-
bladrand. Duw de diamantvijl in de richting van het
pijltje om de hele bladrand aan te scherpen. (Fig. 24)
Druk het platte vlak van de diamantvijl lichtjes tegen
de keerzijde van het schaarblad. Beweeg de diamant-
vijl in de richting van het pijltje om bramen te verwij-
deren. (Fig. 25)
Opdat het gereedschap veilig en betrouwbaar blijft,
dienen alle reparaties, onderhoud of afstellingen te
worden uitgevoerd bij een erkend Makita service
centrum.
GARANTIE
Wij garanderen dat Makita machines voldoen aan de
wettelijke voorschriften van uw land. Uitgesloten van
de garantie zijn beschadigingen veroorzaakt door
normale slijtage, overbelasting of misbruik. In geval
van klachten wordt u verzocht de machine, ongede-
monteerd, op te sturen naar uw handelaar of Makita
service centrum, samen met het bijgesloten GARAN-
TIEBEWIJS.
4604D/DW(Nl) (’99. 6. 4)
27
GB
ACCESSORIES
CAUTION:
These accessories or attachments are recommended for use with your Makita machine specified in this
manual. The use of any other accessories or attachments might present a risk of injury to persons. The
accessories or attachments should be used only in the proper and intended manner.
F
ACCESSOIRES
ATTENTION :
Ces accessoires ou ces fixations sont recommandés pour l’utilisation de l’outil Makita spécifié dans ce manuel.
L’utilisation d’autres accessoires ou fixations peut présenter un risque de blessures. Les accessoires ou les
fixations ne devront être utilisés que dans le but et de la manière prévus.
D
ZUBEHÖR
VORSICHT:
Das mitgelieferte Zubehör ist speziell für den Gebrauch mit dem in dieser Betriebsanleitung angegebenen
Makita-Elektrowerkzeug vorgesehen. Bei Verwendung von Fremdzubehör in Verbindung mit dieser Maschine
besteht Verletzungsgefahr.
I
ACCESSORI
ATTENZIONE:
Gli accessori o raccordi seguenti sono raccomandati per l’uso con l’utensile Makita specificato in questo
manuale. L’uso di qualsiasi altro accessorio o raccordo potrebbe causare pericoli di ferite alle persone. Gli
accessori o raccordi devono essere usati soltanto nel modo corretto e specificato.
NL
ACCESSOIRES
LET OP:
Deze accessoires of hulpstukken zijn aanbevolen voor gebruik met uw Makita gereedschap dat in deze
gebruiksaanwijzing is beschreven. Het gebruik van andere accessoires of hulpstukken kan gevaar voor
persoonlijke verwondingen opleveren. De accessoires of hulpstukken dienen alleen op de juiste en voorge-
schreven manier te worden gebruikt.
E
ACCESORIOS
PRECAUCIÓN:
Estos accesorios o acoplamientos están recomendados para usar con la herramienta Makita especificada en
este manual. Con el uso de cualquier otro accesorio o acoplamiento se podría correr el riesgo de producir
heridas a personas. Los accesorios o acoplamientos deberán usarse solamente de la manera apropiada y para
la que ha sido designados.
4604DA (Accessories) (’99. 4. 20)
57

Documenttranscriptie

4604D/DW(Nl) (’99. 6. 4) NEDERLANDS 1 2 3 4 5 6 7 8 9 0 q w Acculader DC4600 Oplaadlampje Startknop Accu 4600 Oplaadstekker Oplaadaansluiting Herstartknop Bedieningseenheid C4600 Schakelaar Gesp Controlelampje Heupgordel Verklaring van algemene gegevens e Zakklep r Aansluiting op bedieningseenheid t Heupgordelzak y Schouderband u Holster i Armband o Aansluitkabel p Contrastekker a Trekschakelaar s Ontgrendelknop TECHNISCHE GEGEVENS Model 4604D Max. snoeikapaciteit ................... 30 mm in diameter Totale lengte ................................................ 286 mm Nominale spanning ..................... Gelijkstroom 24 V Netto gewicht Schaar ......................................................... 1,0 kg Bedieningseenheid C4600 .......................... 0,3 kg Accu 4600 ...................................................... 2,0 kg Oplaadtijd ....................................................... 1 UUR • In verband met ononderbroken research en ontwikkeling behouden wij ons het recht voor bovenstaande technische gegevens te wijzigen zonder voorafgaande kennisgeving. • Opmerking: De technische gegevens kunnen van land tot land verschillen. Veiligheidswenken Voor uw veiligheid dient u de bijgevoegde Veiligheidsvoorschriften nauwkeurig op te volgen. BELANGRIJKE VEILIGHEIDSVOORSCHRIFTEN VOOR LADER EN AKKU 1. BEWAAR DEZE VOORSCHRIFTEN — Deze gebruiksaanwijzing bevat belangrijke veiligheids- en bedieningsvoorschriften voor de akkulader. 2. Alvorens de akkulader te gebruiken, dient u alle aanwijzingen en waarschuwingen die zijn aangebracht op (1) de akkulader, (2) de akku en (3) het produkt waarvoor de akku wordt gebruikt, te lezen. 3. LET OP — Om het gevaar voor verwondingen te beperken, mag u enkel MAKITA oplaadbare akku’s opladen. Akku’s van een ander fabrikaat kunnen barsten en verwondingen en beschadiging veroorzaken. 4. Stel de lader niet bloot aan regen of sneeuw. 5. Het gebruik van een hulpstuk dat door de fabrikant van de akkulader niet wordt aanbevolen of niet wordt verkocht, kan resulteren in gevaar voor brand, elektrische schok of verwonding van personen. 24 d f g h j k l ; z x c Bovenste schaarblad Onderste schaarblad Tak Inbussleutel Schaarbladdeksel Dopsleutel Schaarbladhouder Magneet Borstel Machineolie Diamantvijl 6. Om beschadiging van het netsnoer en de stekker te voorkomen, dient u aan de stekker te trekken, en niet aan het snoer, om de aansluiting van de lader op het stopkontakt te verbreken. 7. Zorg ervoor dat het netsnoer zodanig is geplaatst dat niemand erop kan trappen of erover kan struikelen, en dat het niet aan beschadiging of druk is blootgesteld. 8. Gebruik de lader niet met een beschadigd netsnoer of stekker — vervang deze onmiddellijk. 9. Gebruik de lader niet indien deze aan een harde stoot werd blootgesteld, op de grond is gevallen, of een andere vorm van beschadiging heeft opgelopen; breng deze naar een bevoegde monteur. 10. Neem de akkulader of de akku niet uit elkaar; breng deze naar een bevoegde monteur wanneer onderhoud of reparatie nodig is. Onjuist opnieuw ineenzetten kan resulteren in gevaar voor elektrische schok of brand. 11. Om elektrische schok te voorkomen, de stekker van de akkulader uit het stopkontakt halen alvorens met onderhoud of reinigen te beginnen. Het gevaar voor elektrische schok wordt niet voorkomen door de machine enkel uit te schakelen. AANVULLENDE VEILIGHEIDSVOORSCHRIFTEN VOOR LADER EN AKKU 1. Laad de accu niet op wanneer de accutemperatuur of de omgevingstemperatuur lager dan 10°C of hoger dan 40°C is. 2. Laad de akku niet op en laat hem niet achter op plaatsen waar hij aan direkt zonlicht is blootgesteld. 3. Sluit de lader nooit aan op een verhogingstransformator, aggregaat of gelijkstroombron. 4. Zorg ervoor dat de ventilatiegaten van de akkulader door niets worden afgedekt of verstopt. 4604D/DW(Nl) (’99. 5. 7) 5. Sluit de akku niet kort: (1) Breng de akkuklemmen nooit in aanraking met een geleidend materiaal. (2) Plaats de akku niet in een bak samen met metalen voorwerpen zoals spijkers, munten, enz. (3) Stel de akku niet bloot aan water of regen. Een kortsluiting van de akku kan oorzaak zijn van een grote stroomafgifte, oververhitting, mogelijke brandwonden en zelfs een defekt. Bedek altijd de accuklemmen met het accudeksel wanneer de accu niet wordt gebruikt. 6. Werp de akku nooit in het vuur, zelfs niet wanneer hij zwaar beschadigd of volkomen versleten is. De akku kan dan immers ontploffen. 7. Wees voorzichtig dat u de akku niet laat vallen en hem niet aan schokken of stoten blootstelt. 8. Laad de akku niet op in een bak of container. Laad hem uitsluitend op in een goed geventileerde ruimte. AANVULLENDE VEILIGHEIDSVOORSCHRIFTEN VOOR DE AKKU- SNOEISCHAAR 1. Deze machine is voor het snoeien van takken. Gebruik de machine niet voor een ander soort werk. 2. Gebruik de machine niet en laad de akku niet op in de regen. 3. Laat de machine niet achter in de regen of op natte plaatsen. 4. Houd omstanders uit de buurt van uw werkomgeving. 5. Zorg ervoor dat geen vreemde voorwerpen tussen de schaarbladen blijven zitten. Indien de schaarbladen vanwege vreemde voorwerpen klem zitten, dient u de machine onmiddellijk uit te schakelen en de akku van de machine los te koppelen. Verwijder dan de vreemde voorwerpen uit de schaarbladen. 6. Houd de tak die u aan het snoeien bent nooit met uw vrije hand vast. Houd uw vrije hand weg van de plaats waar u snoeit. Raak de schaarbladen nooit aan, aangezien deze scherp zijn en snijwonden kunnen veroorzaken. 7. Forceer de machine niet om iets af te snijden. U zou kunnen uitglijden en verwondingen oplopen of ongewild iets anders afsnijden. 8. Pas op dat u niet snijdt in mogelijk verborgen elektrische draden. 9. Kontroleer altijd zorgvuldig de schaarbladen alvorens de machine te gebruiken. 10. Behandel de schaarbladen met de grootste voorzichtigheid om snijwonden of verwonding te voorkomen. 11. Koppel de akku los van de machine na elk gebruik en ook telkens voordat u begint met inspektie of onderhoud. 12. Houd de machine altijd in zijn holster wanneer u deze niet gebruikt. BEDIENINGSVOORSCHRIFTEN Opladen (Fig. 1 en 2) Laad de accu 4600 vóór het gebruik op met de Makita acculader DC4600. Sluit de acculader aan op een stopcontact en steek de oplaadstekker in de oplaadaansluiting op de accu. Druk de startknop (rood) op de acculader in. Het oplaadlampje gaat branden en het opladen begint. Wanneer het oplaadlampje na ongeveer één uur uitgaat, is het opladen voltooid. Indien het oplaadlampje binnen één minuut na het indrukken van de startknop uitgaat, is de accu versleten. Vervang de accu door een nieuwe. Na het opladen, dient u de acculader los te koppelen van de accu en van het stopcontact. LET OP: • Koppel de bedieningseenheid los van de accu alvorens deze op te laden. • Houd de startknop niet ingedrukt met plakband e.d., omdat de schakeling dan niet juist zal werken en de acculader defect kan raken. • Gebruik voor het opladen van de accu 4600 uitsluitend de Makita acculader DC4600. Het gebruik van een andere lader kan beschadiging van de accu veroorzaken. • Wanneer u een nieuwe accu oplaadt, of een accu die gedurende lange tijd niet werd gebruikt, kan het gebeuren dat u deze niet volledig kunt opladen. Dit is normaal en duidt niet op een defect. De accu kan weer volledig worden opgeladen nadat deze enkele keren volledig is ontladen. Overstroomrelais (Fig. 2) Een overstroomrelais is in de accu ingebouwd om een kortsluiting van de accu te voorkomen. Wanneer het overstroomrelais wordt bekrachtigd, kan de accu niet worden gebruikt. Druk de herstartknop op de accu in om deze weer te kunnen gebruiken. Indien het overstroomrelais vaak wordt bekrachtigd, is het mogelijk dat er iets mankeert aan de accu, de acculader, de bedieningseenheid of de schaar zelf. Stuur deze op naar uw handelaar of naar een Makita Servicecentrum voor inspectie en/of reparatie. De bedieningseenheid installeren op de accu (Fig. 3 en 4) Zorg ervoor dat de bedieningseenheid is uitgeschakeld. Installeer de bedieningseenheid op de accu en zet deze vast met de gespen. De aansluitkabel naar de bedieningseenheid aansluiten Sluit de mannetjesstekker van de aansluitkabel aan op de aansluiting op de bedieningseenheid en draai de schroef naar rechts om de mannetjesstekker goed vast te zetten. BEWAAR DEZE VOORSCHRIFTEN. 25 4604D/DW(Nl) (’99. 6. 4) De accu in de heupgordelzak plaatsen (Fig. 5 en 6) Nadat de bedieningseenheid op de accu is geïnstalleerd, plaatst u de accu samen met de bedieningseenheid in uw heupgordelzak, en wel zodanig dat de aansluiting van de bedieningseenheid wijst naar de hand waarmee u de schaar zult bedienen. Doe daarna de zakklep over de accu toe om te voorkomen dat de accu en de bedieningseenheid tijdens de bediening per toeval uit de zak vallen. Aandoen van de heupgordel (Fig. 6) Bevestig een schouderband (bretels) aan de heupgordel. Doe de heupgordel aan en stel de lengte van de schouderband en de heupgordel zodanig af dat de accu op heuphoogte op uw rug wordt gedragen. Aanbrengen van de holster (Fig. 7) Installeer de holster op de heupgordel zoals afgebeeld in Fig. 7. De holster moet geïnstalleerd worden aan de zijde waar uw hand de schaar zal bedienen. Aandoen van de armband (Fig. 8) Bevestig de armband aan uw arm. Wanneer u de armband gebruikt, moet u de aansluitkabel door de lus in de armband steken om deze uit de weg te houden zoals afgebeeld in Fig. 8. De aansluitkabel aansluiten op de schaar (Fig. 9) Sluit de contrastekker van de aansluitkabel aan op de aansluiting op de schaar en draai de schroef naar rechts om de contrastekker goed vast te zetten. OPMERKING: Indien u de aansluitkabel aansluit of loskoppelt terwijl de bedieningseenheid is ingeschakeld, zal het controlelampje afwisselend in rood en groen knipperen. Wanneer dit gebeurt, zal de schaar niet starten ook al wordt de trekschakelaar ingedrukt. Schakel de bedieningseenheid uit en daarna weer in om de schaar te kunnen starten. (Fig. 4) Werking van de schakelaar LET OP: • Alvorens u de accu op de schaar aansluit, moet u altijd eerst controleren of de trekschakelaar juist werkt en bij loslaten naar de ‘‘OFF’’ positie terugkeert. • Druk de trekschakelaar niet in zonder eerst de ontgrendelknop in te drukken. Als u dit doet, kan de schakelaar breken. Schakel de bedieningseenheid in door de bovenzijde (I) van de schakelaar in te drukken. Het controlelampje zal beginnen te knipperen in groen. Druk daarna de trekschakelaar eenmaal in en laat hem dan los. Het bovenste schaarblad zal omhooggaan zodra u de trekschakelaar loslaat en zal stoppen in de hoogste (volledig open) stand. Indien het bovenste schaarblad reeds geopend is, zal het na de eerste bediening van de trekschakelaar in de geopende positie blijven staan. Het controlelampje zal blijven branden in groen. U kunt daarna beginnen met snoeien door de trekschakelaar nogmaals in te drukken. (Fig. 4) 26 Een ontgrendelknop is voorzien om te voorkomen dat de trekschakelaar per toeval wordt ingedrukt. Om de schaar aan te zetten, eerst de ontgrendelknop en daarna de trekschakelaar indrukken. Om de schaar af te zetten, de trekschakelaar loslaten. (Fig. 10) Wanneer u de trekschakelaar indrukt en ingedrukt houdt, zal het bovenste schaarblad omlaaggaan en in de gesloten positie stoppen. Wanneer u de trekschakelaar loslaat, zal het bovenste schaarblad omhooggaan en in de hoogste (volledig open) positie stoppen. (Fig. 11) De schaar in de holster plaatsen (Fig. 12) Schakel de bedieningseenheid uit door de onderzijde (O) van de schakelaar in te drukken terwijl u de trekschakelaar ingedrukt houdt. Het bovenste schaarblad zal stoppen in de gesloten positie. Plaats de schaar in de holster met het bovenste schaarblad in de gesloten positie. Snoeien (Fig. 13) LET OP: • Gebruik de schaar nooit in een moeilijke houding, aangezien dit ernstige verwonding kan veroorzaken. • Houd de tak die u aan het snoeien bent nooit met uw vrije hand vast. Houd uw vrije hand weg van de plaats waar u snoeit. De schaarbladen zijn uiterst scherp en kunnen snijwonden veroorzaken. Snoei de takken een voor een zoals afgebeeld in Fig. 13. De maximale dikte van de takken die u met deze schaar kunt afsnijden is ongeveer 30 mm. Zorg dat u altijd goede steun voor de voeten hebt en goed uw evenwicht bewaart. Schakel na het gebruik de bedieningseenheid uit en koppel de aansluitkabel los van de schaar en van de bedieningseenheid. Berg de schaar op in een droge, hoge of afgesloten plaats, buiten het bereik van kinderen. Beveiligingsmechanisme tegen overbelasting Zowel de schaar als de bedieningseenheid zijn voorzien van een beveiligingsmechanisme tegen overbelasting. Indien de motor langer dan 3 seconden geblokkeerd is, zal dit mechanisme geactiveerd worden om de schaar te stoppen. Het controlelampje op de bedieningseenheid zal dan afwisselend in rood en groen knipperen. Om de bediening te hervatten, schakel eerst de bedieningseenheid uit door de onderzijde (O) van de schakelaar in te drukken, en schakel deze daarna opnieuw in. OPMERKING: Gebruik de schaar niet op zulke wijze dat dit mechanisme vaak wordt geactiveerd. Hierdoor kan de motor beschadigd raken. Controlelampje op de bedieningseenheid (Fig. 4) Wanneer de bedieningseenheid wordt ingeschakeld (de bovenzijde (I) van de schakelaar wordt ingedrukt), zal het controlelampje beginnen te knipperen of blijven branden in groen. Indien het controlelampje een van de onderstaande condities aangeeft, dient u het volgende te doen. 4604D/DW(Nl) (’99. 6. 4) 1. Indien het controlelampje afwisselend in rood en groen knippert, is het beveiligingsmechanisme tegen overbelasting geactiveerd of is de aansluitkabel niet stevig aangesloten. Schakel de bedieningseenheid uit en doe het volgende: a) Indien de motor langer dan 3 seconden geblokkeerd is, schakelt u gewoon de bedieningseenheid in. b) Indien de aansluitkabel niet stevig is aangesloten, sluit u deze stevig aan en daarna schakelt u de bedieningseenheid in. 2. Indien het controlelampje in rood knippert, is de bedieningseenheid oververhit. Schakel de bedieningseenheid uit en wacht een tijdje om deze te laten afkoelen. Schakel hem daarna opnieuw in. 3. Indien het controlelampje gestadig in rood brandt, is de accuspanning te laag. Laad de accu op. 4. Indien het controlelampje noch groen of rood is: a) De accu is volledig ontladen. Laad de accu op. b) Het overstroomrelais is bekrachtigd. Druk de herstartknop in. Indien het controlelampje na het uitvoeren van de bovenstaande procedures nog steeds niet begint te knipperen in groen, mankeert er iets aan de schaar, de aansluitkabel, de bedieningseenheid of de accu. Schakel de bedieningseenheid uit en koppel de aansluitkabel los van de schaar en van de bedieningseenheid. Maak de bedieningseenheid los van de accu. Stuur de schaar, de aansluitkabel, de bedieningseenheid en de accu op naar uw handelaar of naar een Makita Servicecentrum voor inspectie en/of reparatie. Vervangen van de schaarbladen LET OP: Zorg altijd ervoor dat de bedieningseenheid is uitgeschakeld en de aansluitkabel is losgekoppeld van de schaar. De schaarbladen kunnen worden vervangen ongeacht de positie van het bovenste schaarblad. Gebruik de bijgeleverde inbussleutel voor het verwijderen van de twee zeskantbouten waarmee het schaarbladdeksel is vastgezet. (Fig. 14) Verwijder het schaarbladdeksel. (Fig. 15) Gebruik de bijgeleverde dopsleutel voor het verwijderen van de zeskante borgmoer. De platte sluitring zal meekomen met de zeskante borgmoer. (Fig. 16) Verwijder de bout met ronde kop, de schaarbladhouder en het bovenste schaarblad. (Fig. 17) Verwijder het bovenste schaarblad van de schaarbladhouder. Pas op dat er geen vreemde voorwerpen blijven hangen aan de magneet op de schaarbladhouder, en beschadig de magneet niet. (Fig. 18) Gebruik de bijgeleverde inbussleutel voor het verwijderen van de twee zeskantbouten waarmee het onderste schaarblad is vastgezet. Verwijder daarna het onderste schaarblad. (Fig. 19) Om de nieuwe schaarbladen aan te brengen, voert u de procedures voor het verwijderen in de omgekeerde volgorde uit. Verwijder het vet rond de tandwielkast niet. ONDERHOUD LET OP: Zorg altijd ervoor dat de bedieningseenheid is uitgeschakeld en de aansluitkabel is losgekoppeld van de schaar. Onderhoud van de schaarbladen (Fig. 20 en 21) OPMERKING: Inspecteer de schaarbladen zorgvuldig zowel voor als na het gebruik. Na elk gebruik moet u de schaarbladen met een harde borstel schoonborstelen. Veeg de schaarbladen daarna schoon met een doek en breng een laag machineolie erop aan. LET OP: Slecht onderhoud van de schaarbladen kan overmatige schaarbladfrictie veroorzaken, zodat de gebruiksduur per acculading korter wordt. Aanscherpen van de schaarbladen Bovenste schaarblad Leg het platte vlak van de diamantvijl op de schaarbladrand. Duw de diamantvijl in de richting van het pijltje om de hele bladrand aan te scherpen. Behoud tijdens het aanscherpen constant hetzelfde vlakke contact tussen de vijl en de hele schaarbladrand. (Fig. 22) Druk het platte vlak van de diamantvijl lichtjes tegen de keerzijde van het schaarblad. Beweeg de diamantvijl in de richting van het pijltje om bramen te verwijderen. (Fig. 23) Onderste schaarblad Leg het ronde vlak van de diamantvijl op de schaarbladrand. Duw de diamantvijl in de richting van het pijltje om de hele bladrand aan te scherpen. (Fig. 24) Druk het platte vlak van de diamantvijl lichtjes tegen de keerzijde van het schaarblad. Beweeg de diamantvijl in de richting van het pijltje om bramen te verwijderen. (Fig. 25) Opdat het gereedschap veilig en betrouwbaar blijft, dienen alle reparaties, onderhoud of afstellingen te worden uitgevoerd bij een erkend Makita service centrum. GARANTIE Wij garanderen dat Makita machines voldoen aan de wettelijke voorschriften van uw land. Uitgesloten van de garantie zijn beschadigingen veroorzaakt door normale slijtage, overbelasting of misbruik. In geval van klachten wordt u verzocht de machine, ongedemonteerd, op te sturen naar uw handelaar of Makita service centrum, samen met het bijgesloten GARANTIEBEWIJS. 27 4604DA (Accessories) (’99. 4. 20) GB ACCESSORIES CAUTION: These accessories or attachments are recommended for use with your Makita machine specified in this manual. The use of any other accessories or attachments might present a risk of injury to persons. The accessories or attachments should be used only in the proper and intended manner. F ACCESSOIRES ATTENTION : Ces accessoires ou ces fixations sont recommandés pour l’utilisation de l’outil Makita spécifié dans ce manuel. L’utilisation d’autres accessoires ou fixations peut présenter un risque de blessures. Les accessoires ou les fixations ne devront être utilisés que dans le but et de la manière prévus. D ZUBEHÖR VORSICHT: Das mitgelieferte Zubehör ist speziell für den Gebrauch mit dem in dieser Betriebsanleitung angegebenen Makita-Elektrowerkzeug vorgesehen. Bei Verwendung von Fremdzubehör in Verbindung mit dieser Maschine besteht Verletzungsgefahr. I ACCESSORI ATTENZIONE: Gli accessori o raccordi seguenti sono raccomandati per l’uso con l’utensile Makita specificato in questo manuale. L’uso di qualsiasi altro accessorio o raccordo potrebbe causare pericoli di ferite alle persone. Gli accessori o raccordi devono essere usati soltanto nel modo corretto e specificato. NL ACCESSOIRES LET OP: Deze accessoires of hulpstukken zijn aanbevolen voor gebruik met uw Makita gereedschap dat in deze gebruiksaanwijzing is beschreven. Het gebruik van andere accessoires of hulpstukken kan gevaar voor persoonlijke verwondingen opleveren. De accessoires of hulpstukken dienen alleen op de juiste en voorgeschreven manier te worden gebruikt. E ACCESORIOS PRECAUCIÓN: Estos accesorios o acoplamientos están recomendados para usar con la herramienta Makita especificada en este manual. Con el uso de cualquier otro accesorio o acoplamiento se podría correr el riesgo de producir heridas a personas. Los accesorios o acoplamientos deberán usarse solamente de la manera apropiada y para la que ha sido designados. 57
  • Page 1 1
  • Page 2 2
  • Page 3 3
  • Page 4 4
  • Page 5 5
  • Page 6 6
  • Page 7 7
  • Page 8 8
  • Page 9 9
  • Page 10 10
  • Page 11 11
  • Page 12 12
  • Page 13 13
  • Page 14 14
  • Page 15 15
  • Page 16 16
  • Page 17 17
  • Page 18 18
  • Page 19 19
  • Page 20 20
  • Page 21 21
  • Page 22 22
  • Page 23 23
  • Page 24 24
  • Page 25 25
  • Page 26 26
  • Page 27 27
  • Page 28 28
  • Page 29 29
  • Page 30 30
  • Page 31 31
  • Page 32 32
  • Page 33 33
  • Page 34 34
  • Page 35 35
  • Page 36 36
  • Page 37 37
  • Page 38 38
  • Page 39 39
  • Page 40 40
  • Page 41 41
  • Page 42 42
  • Page 43 43
  • Page 44 44
  • Page 45 45
  • Page 46 46
  • Page 47 47
  • Page 48 48
  • Page 49 49
  • Page 50 50
  • Page 51 51
  • Page 52 52
  • Page 53 53
  • Page 54 54
  • Page 55 55
  • Page 56 56
  • Page 57 57
  • Page 58 58
  • Page 59 59
  • Page 60 60
  • Page 61 61
  • Page 62 62
  • Page 63 63
  • Page 64 64
  • Page 65 65
  • Page 66 66
  • Page 67 67
  • Page 68 68

Makita 4604DW de handleiding

Type
de handleiding