Pottinger TOP 422 Handleiding

Type
Handleiding

Deze handleiding is ook geschikt voor

Handleiding
Vertaling van de originele handleiding
Nr.
Zwadhark
99+2620.NL.80U.0
TOP 342
(Type SK 2610 :
+ . . 0839
TOP 382
(Type SK 2620 :
+ . . 01489
TOP 422
(Type SK 2630 :
+ . . 0977
TOP 462
(Type SK 2640 :
+ . . 0265
1900_NL-Seite2
Productaansprakelijkheid, informatieplicht
De productaansprakelijkheid verplicht de producent en de dealer de handleiding bij de verkoop van machines beschikbaar te stellen.
Bovendien moet de gebruiker bij de machine worden geïnstrueerd omtrent bedienings-, veiligheids- en onderhoudsvoorschriften.
Ter controle van de juiste overdracht van de machine en de handleiding is het gewenst dat dit aan de fabrikant wordt bevestigd. U
heeft hiervoor een bevestigingsmail van Pöttinger ontvangen. Als u deze mail niet heeft ontvangen, moet u contact opnemen met
uw verantwoordelijke dealer. Uw dealer kan de overdrachtsverklaring online invullen.
Iedere landbouwkundige is ondernemer in de zin van de productaansprakelijkheidswet.
Materiële schade in de zin van de productaansprakelijkheidswet is schade die door een machine wordt veroorzaakt, maar niet aan
de machine wordt veroorzaakt; voor de aansprakelijkheid is een eigen risico voorzien van euro 500,-
Zakelijke materiële schade in de zin van de productaansprakelijkheidswet is uitgesloten.
Attentie!
Als de machine van eigenaar wisselt, dient de handleiding te worden doorgegeven. De nieuwe gebruiker moet volgens
de voorschriften worden geïnstrueerd.
Pöttinger - Vertrouwen binnen handbereik - sinds 1871
Kwaliteit is een waarde die rendeert. Daarom beschikken wij over de hoogste kwaliteitsstandaarden voor onze producten. Deze
worden door ons eigen kwaliteitsmanagement en door onze bedrijfsleiding permanent gecontroleerd. Want veiligheid, probleemloos
functioneren, hoogste kwaliteit en absolute betrouwbaarheid van onze machine tijdens het gebruik vormen onze kerncompetenties,
waarvoor wij staan.
Omdat wij permanent werken aan de ontwikkeling van onze producten, kan deze handleiding afwijken van het product. Er kunnen
daarom geen rechten worden ontleend aan de gegevens, afbeeldingen en beschrijvingen. Bindende informatie omtrent bepaalde
eigenschappen van de machine dient bij de service-dealer te worden opgevraagd.
Wij vragen om begrip voor het feit dat wijzigingen in de leveringsomvang, wat betreft de vorm, uitrusting en techniek mogelijk zijn.
Nadruk, vertaling en kopieën in welke vorm dan ook, ook als samenvatting, zijn alleen toegestaan met schriftelijke toestemming
van Pöttinger Landtechnik GmbH.
Alle auteursrechten blijven Alois Pöttinger Maschinenfabrik Ges.m.b.H. uitdrukkelijk voorbehouden.
© Pöttinger Landtechnik GmbH – 31 oktober 2012
Vind extra informatie over uw machine op PÖTPRO:
U bent op zoek naar passende onderdelen of accessoires voor uw machine? Geen probleem, hier vindt u alle benodigde informatie.
QR-code op het typeplaatje van de machine scannen of op
www.poettinger.at/poetpro
www.poettinger.at/poetpro
Als u toch niet kunt vinden wat u nodig heeft, kunt u altijd terecht bij uw service-dealer. Hij adviseert u graag.
NL-1901 Dokum D Aanbouwmachines
- 3 -
PÖTTINGER Landtechnik GmbH
Industriegelände 1
A-4710 Grieskirchen
Tel. 07248 / 600 -0
Telefax 07248 / 600-2511
Aankruisen hetgeen van toepassing is.
X
X
Wij verzoeken U de volgende punten i.v.m. de wet op de productaansprakelijkheid te controleren.
INSTRUCTIES VOOR DE OVERDRACHT VAN MACHINES
Ter controle van de juiste overdracht van de machine en de handleiding is het gewenst dat dit aan de fabrikant wordt bevestigd. U heeft hiervoor
een bevestigingsmail van Pöttinger ontvangen. Als u deze mail niet heeft ontvangen, moet u contact opnemen met uw verantwoordelijke dealer.
Uw dealer kan de overdrachtsverklaring online invullen.
Machine aan de hand van de pakbon gecontroleerd. Alle verpakte delen verwijderd en uitgepakt. Alle veiligheidsinrichtingen,
aftakas en bedieningselementen zijn aanwezig.
Bediening, ingebruikname en onderhoud van de machine of het werktuig is aan de hand van de handleiding met de klant
besproken en uitgelegd.
Bandenspanning gecontroleerd.
Wielbouten en moeren op vastzitten gecontroleerd.
Op het juiste toerental van de aftakas gewezen.
Aanpassingen aan de tractor zijn gerealiseerd: Driepuntsbevestiging
Informatie verstrekt over lengtebepaling van de aftakas.
Proefgedraaid met de machine en geen gebreken geconstateerd.
Tijdens het proefdraaien de werking van de machine uitgelegd.
Het zwenken in werk- en transportstand uitgelegd.
Informatie is verstrekt omtrent opties en extra mogelijkheden.
Er is gewezen op het belang van het bestuderen van de handleiding.
NL
- 4 -
NL
1500_NL-INHALT_2620
InhOUDSOPGAVE
Inhoudsopgave
I
NH
OUDSOPGAVE
CE-kenmerk
...............................................................
5
Betekenis van de waarschuwings afbeeldingen
........
5
O
VERZICHT
Overzicht
....................................................................
6
W
AARSCHUWINGSA
WAARSCHUWINGSAW
fb
EE
l
DING
Betekenis van de waarschuwingstekens
...................
7
Positie van de waarschuwingsafbeeldingen
..............
8
A
AN
b
OUW
Aanbouw van machines met
driepuntsaanbouwbok
...............................................
9
Zwenkbokvergrendeling tijdens de rit over de weg en
bij het wegzetten
........................................................
9
Wegzetten van de machine
.....................................
10
T
RANSPORT
EN
AR
b
EIDSPOSITIE
Omzetten in transportpositie
.....................................
11
Transportrit
................................................................
11
Rijden op de openbare weg
.....................................
12
Omzetten in arbeidspositie
......................................
12
GE
b
RUIK
Algemene richtlijnen bij werkzaamheden met de
machine
...................................................................
13
Werkzaamheden op hellingen
..................................
14
Aftakastoerental
.......................................................
15
Hydraulische hefarmen
............................................
15
Instelling van de hendelondersteuning voor het
zwaddoek
.................................................................
15
Tastwiel (5)
...............................................................
15
Instelling van de cirkelharkhoek (zonder tastwiel)
...
15
Instelling van de cirkelharkhoogte
............................
15
Tandemas (optie)
.....................................................
16
Hydraulisch wegklapbaar zwaddoek (optie)
............
16
Opklappen mechanische beschermingsbeugel
.......
16
Instelling van de bochtenbaan
..................................
17
ONDERHOUD
Veiligheidsaanwijzingen
...........................................
18
Onderhoud en reparatie
...........................................
18
Cardanassen
...........................................................
18
Reinigen van machinedelen
.....................................
18
Winterklaar maken
...................................................
18
Smeerschema
..........................................................
19
Tandenarmen
...........................................................
20
Cirkelharkunit
...........................................................
21
Veertanden
..............................................................
22
Smeerschema
..........................................................
23
TECHNISCHE GEGEVENS
Technische gegevens
..............................................
24
Gebruik conform bestemming
..................................
24
Plaats van het typeplaatje
........................................
24
Speciale uitrusting:
..................................................
24
A
ANHANGSE
l
V
EI
l
IGHEIDSAANWI
j
ZINGEN
Smeermiddelen
........................................................
31
Combinatie van trekker en aanbouwwerktuig
..........
34
- 5 -
NL
1500_NL-INHALT_2620
InhOUDSOPGAVE
CE-kenmerk
Betekenis van de waarschuwings afbeeldingen
Het door de fabrikant aan te brengen CE-kenmerk, geeft aan dat de machine
beantwoord aan de EG-richtlijnen.
EG conform verklaring (zie bijlage).
Met het ondertekenen van de EG conform-verklaring verklaart de fabrikant dat de
afgeleverde machine aan alle voorgeschreven veiligheids- en medische voorschriften
beantwoordt.
Blijf uit het werkbereik van de zwadhark zolang de
trekkermotor nog draait.
Nooit in de machine grijpen, zolang zich daar nog delen
kunnen bewegen.
495.173
De veiligheids
-
voorschriften in
aanhangsel A
navolgen!
- 6 -
1400-NL_ÜBERSICHT_2620
NL
O
VE
rz
VErzVE
I
rzIrz
cht
Overzicht
Aanduidingen:
(1)
Handslinger voor de hoogte-instelling van de cirkelhark
(2)
Driepuntsaanbouw met steunpoot
(3)
Plaats voor wegleggen van tanden tijdens transport
(4)
Cirkelharkunit
(5)
Zwaddoek
(6)
Chassis
(7)
Vork voor blokkeren van de cirkelhark tijdens transport
(8)
Afbuigbeugel
595-14-17
2
3
4
1
6
7
8
5
- 7 -
2000_NL-Waarschuwingsafbeeldingen_2111
NL
Waarschu
W
ingsafbeelding
WingsafbeeldingW
Betekenis van de waarschuwingstekens
1
(1x)
H
CZ
SK
Aanspraak maken op de productgarantie is alleen mogelijk
als de overdrachtsverklaring is ondertekend
495.713
2
(1x)
540
540
omw/min
495.310
3
(2x)
Niet in de gevarenzone van roterende cirkelhark komen.
Betreed de gevarenzone pas als de cirkelhark stilstaat.
495.173
4
(4x)
Nooit in de machine grijpen, zolang zich daar nog delen
kunnen bewegen.
495.171
5
(1x)
Lees de handleiding voordat u de machine in gebruik neemt.
494.529
6
(1x)
494.695
Nach den er
sten Betriebsstunden
Muttern bz
w.
Schrauben nachziehen.
Resserer les vis écr
ous après les 10
premières heures de f
onctionnement.
Tighten nuts and scre
ws after the
fir
st 10 hour
s of operation.
Na de eer
ste 10 werkuren bouton en
moeren natrekken.
Schroefverbindingen aandraaien na de eerste bedrijfsuren
494.695
- 8 -
2000_NL-Waarschuwingsafbeeldingen_2111
NL
Waarschu
W
ingsafbeelding
WingsafbeeldingW
Positie van de waarschuwingsafbeeldingen
068-19-005
85 41264
4
8
38
3
- 9 -
2000_NL-AANBOUW_2620
NL
Aanbouw van machines met
driepuntsaanbouwbok
- Machine aan de driepunts-aanhanging bevestigen.
- De hydraulische hefarmen (4) zo vastzetten dat de machine
niet zijdelings kan wegzwenken. Steunpoten aan beide
kanten (5) inschuiven en beveiligen.
- Hoe de topstang wordt aangebouwd, hangt ervan af of
een tastwiel (optie) wordt gebruikt.
Bij gebruik zonder tastwiel:
- Plaats de topstang in het gat (A) of in het geblokkeerde
langsgat (L).
- Blokkeer het langsgat met de console (K).
TIP
Bij eerste aanbouw zonder tastwiel:
Als de klep (K) niet stevig aan het langsgat is
vastgeschroefd, dan fixeert u de klep (K) in het langsgat
met behulp van schroef (S) en bijbehorende buis.
L
A
K
S
A
A
nb
OU
w
Bij gebruik met tastwiel:
Plaats de topstang midden in het langsgat (L),
zodat het tastwiel in beide richtingen voldoende
bewegingsvrijheid heeft.
- De console (K) moet worden gedemonteerd, om de
bewegingsvrijheid die door het langsgat mogelijk
wordt gemaakt, niet negatief te beïnvloeden.
L
K
- Voor de eerste ingebruikname van de machine moet de
cardanaslengte worden gecontroleerd en indien nodig
worden aangepast (zie ook hoofdstuk 'Aanpassen van
de cardanas' in bijlage B).
-
Bij het gebruik van het hydraulisch wegklapbare
zwaddoek (optie) enkelwerkende hydraulische slang
aansluiten.
Zwenkbokvergrendeling tijdens de rit
over de weg en bij het wegzetten
Voor het transport moet de zwenkbok (SB) middels bouten
worden vergrendeld.
C = Arbeidspositie
D = Transportpositie
C
D
SB
- 10 -
2000_NL-AANBOUW_2620
AANBOUW
NL
TIP
Bouten alleen bij geheven machine omsteken.
Wegzetten van de machine
- Bout bij de zwenkbok (SB) in positie D plaatsen.
l
et op!
Bout alleen bij geheven machine omsteken
- Machine met trekkerhydrauliek laten zakken en op de
steunpoot wegzetten
- Cardanas verwijderen en op de cardanassteun (E)
plaatsen
E
Veiligheidsketting niet gebruiken voor het ophangen
van de cardanas!
- Beide steunpoten uitschuiven en in de onderste positie
plaatsen
- eventueel hydraulische slang afkoppelen
- Machine van de trekker losmaken
- 11 -
2000_NL-TRANSPORT_2620
NL
WAARSCHUWING
WAARSCHUWING
Risico op dodelijk letsel of andere zware verwondingen
wanneer de cirkelhark uit zichzelf verdraait en
tandenhouders aan de machine dwars op de rijrichting
staan.
•
Demonteer alle tandenhouders zo snel
mogelijk.
•
Draai de cirkelhark in een positie waarbij op
cirkelhark aanwezige tandenhouders in de
rijrichting wijzen.
•
Borg de cirkelhark met de verdraaiborging
(G) tegen verdraaien. De verdraaiborging
(G) wordt bij de volgende stap "omhoog
zwenken van de afbuigbeugel" neerge
-
zwenkt. Controleer of de afbuigbeugel ook
in een cirkelharkarm haakt.
G
7.
Machine heffen
8.
Bout bij de zwenkbok (SB) in positie B plaatsen.
B
A
TIP
Bouten alleen bij geheven machine omsteken.
Transportrit
Transportritten zijn ritten van en naar de plek van gebruik.
Wanneer hiervoor over de openbare weg moet worden
gereden, dan moet het werktuig in een geschikte toestand
worden gebracht:
• De
verlichting
moet
verticaal
ten
opzichte
van
de
rijbaan staan en deze moet functioneren.
• Eventueel
vuil
dient
te
worden
verwijderd.
Omzetten in transportpositie
GEVAAR
GEVAAR
L
evensgevaar door bewegende, wegrollende,
kantelende of draaiende onderdelen.
Stel de machine pas af wanneer deze
•
op een vlakke, stevige ondergrond veilig en
stabiel is neergezet.
•
de motor van de trekker is uitgeschakeld en
de aftakas stilstaat.
•
de sleutel van de trekker is verwijderd.
1.
Eventueel: machine laten zakken
2.
Zwaddoek (9) volledig inschuiven en met vleugelmoer
(K) beveiligen.
3.
Linker afbuigbeugel óf handmatig omhoog zwenken
óf middels enkel regelventiel omhoog zwenken
(hydraulische zwaddoekzwenking). Met veerbelaste
bout beveiligen (borgpen horizontaal).
4.
Indien mogelijk alle tandenhouders demonteren en op
het aanbouwframe aanbrengen (pos.1).
5.
De cirkelhark zo draaien dat op cirkelhark aanwezige
tandenhouders in de rijrichting wijzen.
TIP
Niet in de rijrichting wijzende tandenhouders maken de
machine onnodig breder.
6
Afbuigbeugel rechts (10) omhoog zwenken en
met veersluitpen (6) beveiligen. Let erop dat de
verdraaiborging (G) in een tandarm haakt.
TD 50/93/4
9

t
r
trt
A
rAr
n
SPO
nSPOn
rt
E
n
En E
A
rb
EIDSPOSI
t
IE
tIEt
- 12 -
2000_NL-TRANSPORT_2620
Transpor
T
en arbeidsposi
T en arbeidsposiT
T
ie
TieT
NL
Rijden op de openbare weg
Let
op
de
wettelijke
nationale
voorschriften.
In bijlage C staan aanwijzingen voor het aanbrengen
van verlichting, zoals gelden voor Duitsland.
Rijden
op
de
openbare
weg
mag
alleen
volgens
de
instructies in het hoofdstuk 'Transportpositie'.
Hefarmen
 De
hefarmen
(U)
vastzetten
zodat
de
machine
niet
zijwaarts kan wegzwenken.
Omzetten in arbeidspositie
1.
Bout bij de zwenkbok (SB) in positie A plaatsen.
B
A
TIP
Bouten alleen bij geheven machine omsteken.
2.
Machine tot op de bodem laten zakken
3.
Alle tandenhouders aan de cirkelhark monteren
4.
Afbuigbeugels links (9) en rechts (10) wegzwenken en
met veerbelaste bout of veersluitpen (6) beveiligen. (Is
de linker afbuigbeugel hydraulisch, dan hoeft de linker
afbuigbeugel niet te worden beveiligd).
5.
Zwaddoek eruittrekken (X) en met vleugelmoer fixeren.
6.
Afstand (X) naar behoefte instellen.
- 13 -
2000_NL-GEBRUIK_2620
NL
Algemene richtlijnen bij werkzaamheden
met de machine
GEVAAR
GEVAAR
L
evensgevaar door roterende cirkelharken en
klappende cirkelharkarmen
•
Schakel de zwadhark uit voordat u de cabi
-
ne verlaat.
•
Voor instel-, onderhouds- en reparatie
-
werkzaamheden de motor stopzetten en de
contactsleutel verwijderen.
•
Werkzaamheden binnen het bereik van de
cirkelharken alleen uitvoeren als de aftakas
is uitgeschakeld.
•
Niet in de buurt van de cirkelharken komen
zolang de aandrijfmotor draait.
•
Stel vast of de arbeidsruimte vrij is en of
zich verder geen personen in de gevaren
-
zone rond de machine bevinden, voordat de
aandrijfmotor wordt ingeschakeld.
495.173
WAARSCHUWING
WAARSCHUWING
Risico op zware verwonding door opspringend
materiaal en stenen
•
Start de zwadhark pas als zich geen perso
-
nen in de gevarenzone bevinden.
•
Let erop dat zich tijdens de werkzaamhe
-
den geen personen in de omgeving van de
zwadhark bevinden.
•
De machine dient onmiddellijk te worden
uitgeschakeld wanneer personen de geva
-
renzone naderen.
WAARSCHUWING
WAARSCHUWING
Risico op verwonding met dodelijk letsel als gevolg
of een andere zware verwonding door verblijf in de
gevarenzone tijdens het heffen.
•
Let erop dat zich tijdens het heffen geen
mensen of obstakels in het zwenkbereik
bevinden. De machine zwenkt automatisch
in de middenpositie (M) en wordt in deze
stand vergrendeld.
•
Bij het neerlaten van de machine wordt
de vergrendeling weer automatisch losge
-
maakt.
TIP
Rijsnelheid zo instellen dat alle oogstgoed schoon wordt
opgenomen.
TIP
Instelling van de cirkelhark tijdens het gebruik regelmatig
controleren, zodat een schoon werkresultaat wordt bereikt.
- Bij overbelasting een versnelling terugschakelen.
- Bout bij de zwenkbok (SB) in positie A plaatsen
B
A
TIP
Bouten alleen bij geheven machine omsteken.
- Driepunts-naloopmachine heffen voordat nauwe bochten
worden genomen en bij achteruitrijden.
GE
br
UIK
- 14 -
2000_NL-GEBRUIK_2620
GEBRUIK
NL
1
Instelling van de steunstanglengte:
Stel de steunstanglengte zo in dat aan iedere kant bij
volledige uitslag van de combinatie ca. 1 mm speling is
tussen hart en hartbout.
Werkinstructie:
1.
Combinatie helemaal insturen
2.
Zijwaartse speling van de hartbout aan de binnenzijde
van de bocht (1) controleren. Speling moet ca. 1
mm
bedragen.
1
3.
Lengte van de stabilisator eventueel aanpassen:
a.
Combinatie uitsturen
b.
Bout aan het achterste uiteinde van de zuigerstang
verwijderen
c.
Zuigerstang uittrekken
TIP
Als de zuigerstang zich niet laat verwijderen, dan
moet de stabilisatiewaarde worden gereduceerd.
(Zie “Instelling van de stabilisatiewaarde”)
Na succesvolle lengewijziging moet de
oorspronkelijke stabilisatiewaarde weer worden
ingesteld
d.
Via de stelschroef de lengte van de zuigerstang
instellen
e.
Zuigerstang weer inbouwen
f.
Combinatie insturen - speling controleren - procedure
zo vaak herhalen tot de speling correct is ingesteld.
g.
Voor de andere stabilisator herhalen
Werkzaamheden op hellingen
WAARSCHUWING
WAARSCHUWING
Risico op dodelijk letsel of andere zware verwondingen
door kantelen van de combinatie bij het nemen van
bochten op een helling.
•
Als de machine tijdens het nemen van
bochten met de hefinrichting wordt gehe
-
ven, zwenkt de cirkelhark automatisch in de
middenpositie. Dit kan op hellingen leiden
tot gevaarlijke situaties, door de massa van
de machine (kantelen, wegglijden, materi
-
aalbreuk enz.).
De stabilisatoren (D) zorgen ervoor dat
de zwenkprocedure niet schoksgewijs,
maar langzaam en ononderbroken wordt
uitgevoerd.
D
Stabilisatoren (optie)
Voor het gebruik op hellingen wordt daarom de inzet
van stabilisatoren (D) aangeraden, omdat deze de
rijveiligheid vergroten.
Instelling van de stabilisatiewaarde:
Hier kan worden ingesteld hoe stevig of hoe slap de
stabilisatoren reageren.
1.
Met schroef en contramoer (1) de dempingsinstelling
wijzigen.
TIP
Het dempinggedrag van beide stabilisatoren moet zo
gelijk mogelijk zijn.
- 15 -
2000_NL-GEBRUIK_2620
GEBRUIK
NL
Aftakastoerental
-
Max. aftakastoerental = 540 omw/min.
Het gunstigste aftakastoerental is ca. 450 omw/min.
-
Wanneer het voer uit de zwad van de tanden weer in de
weggeharkte strepen wordt getrokken (niet-toegestaan
gebruik), moet het aftakastoerental worden verlaagd.
Hydraulische hefarmen
- De hefarmen van de trekker moeten zijdelings zonder
speling worden vergrendeld, om te voorkomen dat de
machine heen en weer zwenkt.
Instelling van de hendelondersteuning
voor het zwaddoek
Stel de veerspanning via de spil (2) zodanig in dat het
zwaddoek gemakkelijk kan worden omhooggeklapt. Een
te hoge veerspanning kan tot letsels leiden omdat het
zwaddoek bij het omhoogklappen almaar sneller wordt
naarmate de hoogte toeneemt.
2
Tastwiel (5)
Bij gebruik van het tastwiel wordt, bij uiterst oneffen
oppervlakken, een betere bodemaanpassing van de
tanden verkregen.
De topstang moet daarvoor op een vlakke ondergrond
in het midden van het langsgat (zie afbeelding) worden
geplaatst, zodat deze bewegingsvrijheid heeft naar boven
en beneden.
Instelling van de cirkelharkhoek (zonder
tastwiel)
-
Om een zuiver harkresultaat te verkrijgen, moet de
cirkelhark in rijrichting zo horizontaal mogelijk staan.
Een kleine helling naar voren is toegestaan. Deze hoek
moet worden ingesteld met de topstang (7).
Instelling van de cirkelharkhoogte
-
De tandhoogte wordt met de handslinger (8) afgesteld,
de tanden moeten licht over de bodem strijken. Bij een
te diepe instelling raakt het voer vervuild of wordt het
gras beschadigd.
- 16 -
2000_NL-GEBRUIK_2620
GEBRUIK
NL
Tandemas (optie)
- De cirkelhark moet ook dwars ten opzichte van de rijrichting
horizontaal staan of op de zwadkant een hoek van max.
1,5 cm hebben.
- Machines met tandemas (10) moeten bij het nemen van
nauwe bochten worden geheven.
Instellen van de dwarshoek:
1.
Laten zakken van de cirkelharkunit middels de
handslinger (1) - tot de binnenste tanden de bodem
licht aanraken.
2.
Instellen van de buitenste tanden middels excenterschroef
(2) - ca. 1,0 - 1,5 cm boven de bodem.
a. Maak de moer (3) een klein beetje los met een
steeksleutel nr. 36.
b.
Stel met behulp van de excenterschroef (2) en een
steeksleutel nr. 36 de gewenste helling in.
c. Draai de moer (3) weer vast (aanhaalmoment 280 Nm).
3
2
a1
b1
b2
a2
Hydraulisch wegklapbaar zwaddoek
(optie)
1.
Klap de linker afbuigbeugel met het enkele
regelventiel hydraulisch op
.
Vergrendel de afbuigbeugel in transportpositie
middels veerbelaste bout. Borgpen valt in de
horizontale geleiding.
2.
Plaats het enkele regelventiel in zweefstand, om de
afbuigbeugel naar beneden te klappen.
Opklappen mechanische
beschermingsbeugel
1.
Ontgrendel de afbuigbeugel middels de veerbelaste
bout.
Bouten aan zwaddoekzijde
Bouten rechts in rijrichting
2.
Klap de afbuigbeugel in de gewenste positie.
3.
Borg de afbuigbeugel in de gewenste positie middels
de veerbelaste bout (1).
VOORZICHTIG
VOORZICHTIG
Risico van een lichte of gemiddelde verwonding door
omhoogkomende beschermbeugels.
•
Let bij het omhoogklappen aan de kant van
het zwaddoek op dat de veerondersteu
-
ning de beschermbeugel niet te snel doet
bewegen.
- 17 -
2000_NL-GEBRUIK_2620
GEBRUIK
NL
Instelling van de bochtenbaan
Als gras buiten het zwad blijft liggen, kan de bochtenbaan
worden ingesteld.
1.
Machine op een vlakke ondergrond plaatsen en tegen
wegrollen beveiligen. (Wielblokken plaatsen)
2.
Verwijderen van de plastic pluggen (1) uit de openingen
aan de onderzijde van de cirkelharkunit om de schroeven
(2) op de bochtenbaan toegankelijk te maken.
1
3.
De drie schroeven (2) op de bochtenbaan losmaken.
4.
Instellen van de bochtenbaan: De bochtenbaan in het
langsgat instellen door de cirkelharkunit middels de
tandendragers te verdraaien, zodat het voer beter wordt
gegrepen.
2
5.
Drie schroeven (2) aanhalen.
6.
Stop de plastic pluggen (1) opnieuw in de openingen.
7.
Testloop uitvoeren. Herhaal de procedure net zolang
tot het resultaat tevredenstellend is.
- 18 -
2000_NL_ONDERHOUD_2620
NL
NL
Veiligheidsaanwijzingen
WAARSCHUWING
WAARSCHUWING
Risico op dodelijk letsel of andere zware verwondingen
door in beweging komen of kantelen van de machine
bij instel-, onderhouds- of reparatiewerkzaamheden.
•
Plaats de machine alleen op een stevige en
vlakke ondergrond.
•
Breng de machine in arbeidspositie.
•
Zet de motor van de tractor af voor instel-,
onderhouds- of reparatiewerkzaamheden en
verwijderd de contactsleutel van de machi
-
ne.
•
Voer werkzaamheden onder de machine al
-
leen uit wanneer de machine vast en zeker
staat en goed wordt ondersteund.
WAARSCHUWING
WAARSCHUWING
Risico op zware verwonding door lekkende olie
•
Voordat er werkzaamheden kunnen worden
verricht aan de hydraulische installatie, moet
deze beslist drukloos worden gemaakt.
Onderhoud en reparatie
Om de machine ook na langdurige inzet in goede staat te
houden, moet u volgende aanwijzingen opvolgen:
- Na de eerste bedrijfsuren alle bouten
natrekken.
- Vooral de schroefverbindingen van de
tanden en het zwenkframe moeten goed
worden gecontroleerd.
- De banden moeten steeds zijn voorzien van de
voorgeschreven bandenspanning.
- Smeerpunten volgens voorschrift smeren (zie
smeerschema).
Smeernippels om de 20 bedrijfsuren met universeel vet
smeren.
Cardanassen
- Cardanassen om de 8 bedrijfsuren smeren.
- Schuifprofielen uit elkaar halen en goed invetten.
Reinigen van machinedelen
L
et op
! Hogedrukreiniger niet gebruiken voor het reinigen
van lagerdelen en van hydraulische delen.
- Kans op roestvorming!
- Na het reinigen van de machine deze volgens het
smeerschema doorsmeren en de machine een korte
tijd laten draaien.
- Reinigen met te hoge druk kan beschadigingen aan de
lak veroorzaken.
Winterklaar maken
- Machine voor de winter grondig reinigen.
- Beschermd tegen weersinvloeden wegzetten.
- Blanke delen tegen roest beschermen.
- Alle smeerpunten volgens smeerschema smeren.
-
Alle scharnieren goed oliën en lagerpunten invetten.
O
n
DE
nDEn
rh
DErhDE
OUD
- 19 -
2000_NL_ONDERHOUD_2620
ONDERHOUD
NL
NL
Smeerschema
20h
20h
595-14-091
21
1
(V)
TOP 342
0,80 [kg]
TOP 382
0,80 [kg]
TOP 422
1,00 [kg]
TOP 462
1,00 [kg]
8
h
FETT
- 20 -
2000_NL_ONDERHOUD_2620
ONDERHOUD
NL
NL
Tandenarmen
Tandenarm vervangen
- Afdekschroeven (1) losmaken.
1
-
1. 2x schroeven (2) M12x110 verwijderen
2. 4x schroeven (3) M12x110 losmaken.
3
2
- Afdekking verwijderen
- Tandenarm uittrekken. Draai de cirkelharkunit zo dat
de oude tandenarm tussen in- en uitsturen (zie
onder) wordt uitgetrokken.
- Nieuwe tandenarm plaatsen. Draai de cirkelharkunit
zo dat de nieuwe tandenarm tussen in- en uitsturen
(zie onder) wordt ingezet.
595-14-02
Rijrichting
-
Schroeven M12x110 met 1x moer en 2x Nordlock
ringen weer aanhalen (zie afb.)
(Aanhaalkoppel: 160 Nm)
Plaats de Nord-Lock-ringen met de grove frezing
binnen op elkaar. Dit betekent tegelijkertijd dat bij
beide ringen zich de fijne frezing aan de buitenkant
bevindt.
-
Afdekking op de nieuwe tandenarm plaatsen, tussen
de afdekkingen inpassen en schroef aanhalen. Alle
losgemaakte schroeven (1) voor de afdekkingen
aanhalen.
-
Controleer na ca. 50 bedrijfsuren moeren en
schroeven of deze vastzitten, evt. aanhalen.
-
Let op de positie van de spanstiften ten opzichte
van elkaar. Zie afbeelding hieronder - detail B
b
- 21 -
2000_NL_ONDERHOUD_2620
ONDERHOUD
NL
NL
L
agerbus van de tandenarmen vervangen
TIP
Afstand (A) van de as (W) ten minste 1x per jaar
controleren.
•De
afstand
(A)
moet
in
normaal
bedrijf
ca.
1
mm
bedragen.
Als de speling van de as (W) groter wordt, kan dit met
opvulringen worden gecorrigeerd.
• Als
de
afstand
(A)
groter
is
dan
4mm,
dan
moeten
de
voeringen (B)aan de binnenkant van de tandenarmen
worden vervangen. Anders kan de machine worden
beschadigd.
Cirkelharkunit
Cirkelbaan
1.
Interval:
50h
2.
Procedure:
1.
Vetspuit op smeernippel (1) zetten
2.
Cirkelhark draaien zodat het vet goed wordt verdeeld
3.
Per omwenteling 3-4 slagen aanbrengen
4.
3-4 volle omwentelingen uitvoeren
1
TOP 342
TOP 382
1
TOP 422
TOP 462
- 22 -
2000_NL_ONDERHOUD_2620
ONDERHOUD
NL
NL
Transmissie cirkelharkunit: Vet bijvullen
1.
Interval:
indien nodig
De transmissie van de cirkelharkunit is voor de hele
levensduur gesmeerd. Controleer toch één keer per
jaar of de tandwielen nog bedekt zijn.
2.
Procedure:
1.
Vulplug (1) openen. Bij geopende vulplug is de
vertanding van het tandwiel goed zichtbaar.
2.
Vloeibaar vet door vulplug (1) bijvullen tot het tandwiel
helemaal bedekt is.
3.
Indien nodig teveel aan vloeibaar vet afzuigen.
4.
Vulplug (1) sluiten
1
3.
Hoeveelheden vloeibaar vet:
Indicatieve hoeveelheden na het volledig leegmaken van
de cirkelharkunit:
TOP 342
~0,80 kg Mobilplex 44
TOP 382
~0,80 kg Mobilplex 44
TOP 422
~1,00 kg Mobilplex 44
TOP 462
~1,00kg Mobilplex 44
In principe te werk gaan zoals beschreven onder het punt
‘Vloeibaar vet bijvullen’: Tot op ooghoogte vullen en over
-
tollig vloeibaar vet afzuigen.
Veertanden
De bevestigingsschroeven (S) van de veertanden na de
eerste 10 bedrijfsuren controleren en indien nodig aanhalen
(aanhaalmoment: 100 Nm).
De buitenste tanden zijn korter en sterker.
Als de machine is voorzien van een tandenverliesbeveili
-
ging, zijn de beide buitenste tanden met elkaar verbonden.
Wanneer één van de beide buitenste tanden moet worden
vervangen, dient de schroef van de andere tand eveneens
te worden verwijderd
Z
S
Smeerschema
X
h
alle X bedrijfsuren
40
f
alle 40 wagenladingen
80
f
alle 80 wagenladingen
1
j
1 x jaarlijks
100 ha
alle 100 hectaren
bb
Indien nodig
FETT
VET
Olie
=
Aantal smeernippels
=
=
Aantal smeernippels
(III), (IV)
Zie aanhangsel "Smeermiddelen"
[l]
Liter
Variante
zie gebruiksaanwijzing van de fabrikant

Rotaties per minuut
15 mm
10 mm
100-12-06
Peilstok altijd tot aan de aanslag inschroeven
- 24 -
1500_NL-TECH DATEN_2620
NL
Gebruik conform bestemming
De zwadcirkelharken 'TOP 342', 'TOP 382' 'TOP 422' en 'TOP 462' zijn uitsluitend bestemd voor het normale gebruik
bij landbouwwerkzaamheden.
 Voor
het
zwaden
van
gehakseld
groenvoer,
ruw
voer,
kuilvoer
en
stro.
Ieder ander gebruik geldt als niet conform bestemming.
De fabrikant is niet aansprakelijk voor eventuele hieruit voortvloeiende schade; dit risico is geheel en al voor de
gebruiker.
• Tot
gebruik
conform
bestemming
behoort
ook
het
nakomen
van
de
door
de
fabrikant
voorgeschreven
onderhouds-
en
reparatievoorwaarden.
Technische gegevens
t
E
tEt
chn
IS
chnISchn
ch
E GEGEVE
n
E GEGEVEnE GEGEVE
S
nSn
Plaats van het typeplaatje
Het chassisnummer is te vinden op het typeplaatje, zie
afbeelding hiernaast. Bij garantieclaims, vragen over de
machine en bestellingen van reserve-onderdelen dient het
chassisnummer altijd te worden vermeld.
Het verdient daarom aanbeveling om het chassisnummer
van het voertuig of de machine direct na aankoop op het
titelblad van de handleiding over te nemen.
TOP 342
(Type 2610)
TOP 382
(Type 2620)
TOP 422
(Type 2630)
TOP 462
(Type 2640)
Cirkelharkaantal
1
1
1
1
Aantal tandenarmen
10
11
12
12
Aantal dubbele tanden per tandenarm
4
4
4
4
Werkbreedte
tot 3,40 m
tot 3,80 m
tot 4,20m
tot 4,60 m
Machinebreedte in arbeidspositie
(zonder vangdoek)
3,0 m
3,0 m
3,0 m
3,0 m
Breedte - in transportpositie
1,93 m
1,93 m
1,93 m
1,93 m
Arbeidslengte
3,25 m
3,53 m
3,84 m
3,84 m
Transportlengte
2,60 m
2,79 m
3,02 m
3,02 m
Noodzakelijke aandrijfcapaciteit
vanaf 22 kW /
(30 pk)
vanaf 26 kW /
(35 pk)
vanaf 29 kW (40
pk)
vanaf 37 kW /
(50 pk)
Basisgewicht met cardanas
500 kg
560 kg
680 kg
700 kg
Aftakastoerental max. omw/min
450
450
450
450
Cardanasoverbelastingsbeveiliging
450 Nm (45 kpm)
450 Nm (45 kpm)
450 Nm (45 kpm)
450 Nm (45 kpm)
Normale banden
16x6,5-8
16x6,5-8
16x6,5-8
16x6,5-8
Tandembanden
16x6,5
16x6,5
16x6,5
16x6,5
Bandenspanning in banden
1 - 1,5 bar
1 - 1,5 bar
1 - 1,5 bar
1 - 1,5 bar
Continu geluidsniveau
78.8 dB (A)
78.8 dB (A)
78.8 dB (A)
78.8 dB (A)
* optioneel
Alle gegevens niet bindend
Speciale uitrusting:
-
Tastwiel
-
Reservewiel
-
hydraulisch opklappen zwaddoek
-
Tandemchassis
-
Demping
NL-Anhang Titelblatt _BA-Allgemein
NL
a
anhangsel
aanhangsela
NL-Anhang Titelblatt _BA-Allgemein
NL
U maakt de beslissing ‘Original’ of ‘namaak? De beslissing wordt vaak op grond van
de prijs genomen. Een ‘goedkope aanschaf’ kan echter zeer duur worden.
Let dus bij de aanschaf op het ‘Original’ teken met het
klaverblad!
• Kwaliteit
en
nauwkeurige
passing
- Bedrijfszekerheid
• Betrouwbaar
functioneren
• Lagere
levensduur
- Economisch werken
 Beschikbaarheid
van de onderdelen
Het werken gaat beter
met Originele Pöttinger
onderdelen
Het origineel laat zich niet vervalsen…
- 27 -
1800_NL-BIJLAGEA_VEILIGHEID
Bijlage -
a
Bijlage -aBijlage -
NL
TIP
In deze handleiding worden alle plaatsen waarop de
veiligheid van personen betrekking heeft met dit symbool
aangeduid.
1) Handleiding
a.
De handleiding is een belangrijk onderdeel van de
machine. Zorg ervoor dat de handleiding op de plaats
waar de machine wordt gebruikt altijd direct beschikbaar
is.
b.
Bewaar de handleiding gedurende de gehele levensduur
van de machine.
c.
Als de machine wordt verkocht of geruild, geef ze dan
met de machine mee.
d.
Houd de veiligheids- en gevarenaanwijzingen op
de machine volledig en in leesbare toestand. De
gevarenaanwijzingen zijn belangrijk voor veilig gebruik
van de machine en dienen dus uw eigen veiligheid.
2) Gekwalificeerd personeel
a.
Alleen personen die de wettelijke minimumleeftijd
hebben bereikt, die fysiek en mentaal geschikt zijn
en die erin geschoold of opgeleid zijn, mogen met de
machine werken.
b.
Personeel dat noch geschoold, getraind of opgeleid is
of dat een algemene opleiding volgt, mag alleen onder
toezicht van een ervaren persoon aan of met de machine
werken.
c.
Controle-, instel- en reparatiewerkzaamheden mogen
alleen door bevoegd personeel worden uitgevoerd.
3.) Uitvoeren van onderhoudswerkzaamheden
a.
In deze handleiding worden alleen onderhouds-,
service- en reparatiewerkzaamheden beschreven die
de exploitant zelfstandig kan uitvoeren. Alle andere
werkzaamheden mogen alleen door een vakmonteur
worden uitgevoerd.
b.
Reparaties van het elektrische of hydraulische
systeem, voorgespannen veren, drukaccumulatoren,
enz.vereisen voldoende kennis, voorgeschreven
montagegereedschap en beschermende kleding en
mogen alleen door een vakmonteur worden uitgevoerd.
4.) Na onderhoudswerkzaamheden aan de
remmen
a.
Na elke herstelling aan de remmen moet een
werkingscontrole resp. een proefrit worden gemaakt,
om de correcte werking van de remmen te waarborgen.
Nieuwe trommels resp. rembeslag hebben pas na
enkele keren remmen een optimale remwerking. Plots
hard remmen moet worden vermeden.
5) Aanpassingswerkzaamheden
a.
Breng geen eigenmachtige aan- en ombouwingen of
veranderingen aan de machine aan. Dit geldt ook voor
de inbouw en de instelling van veiligheidsvoorzieningen
en voor het lassen of boren aan dragende delen.
6) Gebruik conform bestemming
a.
Zie de technische gegevens
b.
Het gebruik conform bestemming omvat ook de
inachtneming van de door de fabrikant voorgeschreven
gebruiks-, service- en onderhoudsvoorschriften.
7) Reserve-onderdelen
a.
Originele onderdelen en toebehoren
zijn speciaal
ontworpen voor de machines of apparaten.
b. Wij maken u er uitdrukkelijk op
attent dat niet door ons
geleverde originele onderdelen en toebehoor ook niet
door ons zijn gecontroleerd en vrijgegeven.
c. De inbouw en/of het gebruik van dergelijke producten
kan daarom de constructie en de eigenschappen van de
machine eventueel negatief veranderen of beïnvloeden.
Voor schade die ontstaat door het gebruik van niet-
originele onderdelen en toebehoor kan de fabrikant in
geen geval aansprakelijk worden gesteld.
d.
Eigenmachtige veranderingen, evenals het gebruik
van bouw- en aanbouwdelen aan de machine sluiten
de aansprakelijkheid van de fabrikant uit.
8)
Veiligheidsvoorzieningen
a.
Alle veiligheidsvoorzieningen moeten op de machine
worden aangebracht en moeten in goede toestand
zijn. Versleten en beschadigde afschermingen en
beveiligingen dienen onmiddellijk te worden vervangen.
9) Vóór de inbedrijfstelling
a.
Voor de aanvang van het werk moet de operator zich
vertrouwd maken met alle bedieningsinrichtingen en
met de werking ervan. Tijden het werk is dit te laat!
b.
Controleer vóór elke inbedrijfstelling het voertuig of de
machine op verkeers- en bedrijfsveiligheid.
V
EI
VEIV
l
IG
h
EIDSAA
nw
I
nwInw
jz
IjzI
I
jzIjz
n
InI
GE
n
GEnGE
- 28 -
1800_NL-BIJLAGEA_VEILIGHEID
Bijlage -
a
Bijlage -aBijlage -
NL
V
V
EI
VEI V
l
IG
h
EIDSAA
nw
I
nwInw
jz
IjzI
I
jzIjz
n
InI
GE
n
GEnGE
10) Asbest
a.
Bepaalde ingekochte onderdelen van het voertuig
kunnen om technische redenen asbest bevatten. Let
op de markering van reserveonderdelen.
11) Personen meenemen is verboden
a.
Het is niet toegestaan personen mee te nemen op de
machine.
b.
De machine mag alleen in de beschreven positie voor
wegvervoer op openbare wegen worden vervoerd.
12) Rijprestaties met aanhangwagens
a.
De trekker moet vooraan of achteraan van voldoende
ballast worden voorzien om de stuur- en remvaardigheid
te waarborgen (min. 20% van het gewicht van de trekker
op de vooras.
20%
Kg
b.
De rijprestaties worden beïnvloed door de rijbaan en
de aanbouwmachines. De manier van rijden moet
worden aangepast aan de respectieve terrein- en
bodemomstandigheden.
c.
Houd bij het nemen van bochten met een aanhangwagen
ook rekening met de uitstekende lading en de
bewegende massa van de machine!
d.
Houd bij het nemen van bochten met aan de trekker
gekoppelde of gemonteerde machines ook rekening
met de verder uitstekende lading en de bewegende
massa van de machine!
13) Algemeen
a.
Alvorens machines aan de driepuntsophanging te
koppelen, de positiebedieningshefboom in de stand
brengen waarin heffen of neerlaten uitgesloten is!
b.
Bij het koppelen van de machine aan de trekker bestaat
het risico een verwonding op te lopen!
c.
Binnen het bereik van de driepuntskoppeling bestaat
het risico een verwonding op te lopen door verplettering
en knelling!
d.
Bij gebruik van de buitenbediening voor de
driepuntsaanbouw niet tussen de trekker en de machine
gaan staan!
e.
De geleide as alleen aan- of afkoppelen wanneer de
motor uitgeschakeld is.
f.
Bij het rijden op de weg met de machine opgeheven,
moet de bedieningshendel worden vergrendeld tegen
neerlaten.
g.
Alvorens de trekker te verlaten, aanbouwmachines op
de grond laten zakken. De contactsleutel uittrekken!
h.
Niemand mag tussen de trekker en de machine gaan
staan zonder dat het voertuig tegen wegrollen beveiligd
is door middel van de parkeerrem en/of met wielblokken.
i.
Voor alle onderhouds-, service- en
ombouwwerkzaamheden de aandrijfmotor uitzetten
en de aandrijfkoppeling verwijderen.
14) Reiniging van de machine
a.
Geen hogedrukreiniger gebruiken voor de reiniging van
lager- en hydraulische onderdelen.
- B1 -
2000_ DE-Gelenkwelle_282
D
Gelenkwelle
Anhang - B
Anpassen der Gelenkwelle
HINWEIS
Sachschaden - durch minderwertige Ersatzteile
•
Verwenden Sie nur die angegebene bzw.
mitgelieferte Gelenkwelle, da ansonsten für
eventuelle Schadensfälle keine Garantie
-
ansprüche bestehen.
Die richtige Länge wird durch vergleichen beider Gelenk
-
wellenhälften festgelegt.
A
blängevorgang
-
Zur Längenanpassung
Gelenkwellenhälften in kür
-
zester Betriebsstellung (L2) nebeneinander halten und
anzeichnen.
A
chtung!
• Maximale
Betriebslänge
(L1)
beachten
-
Größtmögliche Rohrüberdeckung (min.
1
/
2
X) an
-
streben
• Innen-
und
Außenschutzrohr
gleichmäßig
kürzen
• Überlastsicherung
(2)
geräteseitig
aufstecken!
• Vor
jeder
Inbetriebnahme
der
Gelenkwelle
prüfen,
ob
Verschlüsse sicher eingerastet sind.
Sicherungskette
-
Gelenkwellenschutzrohr mit Ketten gegen mitdrehen
sichern.
Auf ausreichenden Schwenk
bereich der Gelenkwelle
achten!
-
Sicherungskette so ablängen, dass sie sich nicht um die
Gelenkwelle wickeln kann oder von anderen rotierenden
Teilen erfasst werden kann.
Arbeitshinweise
Beim Einsatz der Maschine darf die zulässige Zapfwellen
-
drehzahl nicht überschritten werden.
-
Nach Abschalten der Zapfwelle kann das angebaute
Gerät nachlaufen. Erst wenn es vollkommen still steht,
darf daran gearbeitet werden.
-
Beim Abstellen der Maschine muß die Gelenkwelle
vorschriftsmäßig abgelegt bzw. mittels Kette gesichert
werden. Sicherungsketten (H) nicht zum Aufhängen
der Gelenkwelle benutzen.
Weitwinkelgelenk:
Maximale Abwinkelung im Betrieb und im Stillstand 70
°
.
Normalgelenk:
Maximale Abwinkelung im Stillstand 90
°
.
Maximale Abwinkelung im Betrieb 35
°
.
- B1 -
2000_ DE-Gelenkwelle_282
D
Gelenkwelle
Anhang - B
GE
GE
F
AHR
L
ebensgefahr - durch verschlissene Abdeckungen
•
Verschlissene Abdeckungen sofort erneuern
-
Vor jeder Inbetriebnahme und alle 8 Betriebsstunden
mit Markenfett abschmieren.
-
Vor jeder längeren Stillstandzeit Gelenkwelle säubern
und abschmieren
Im Winterbetrieb sind die Schutzrohre zu fetten, um ein
Festfrieren zu verhindern.
8
Funktionshinweise bei Verwendung
einer Nockenschaltkupplung
Die
Nockenschaltkupplung
ist
eine
Überlastkupplung,
die
das
Drehmoment
bei
einer
Überlastung
auf
Null
schaltet.
Die abgeschaltete Kupplung läßt sich durch Auskuppeln
des Zapfwellenantriebes einschalten.
Die Einschaltdrehzahl der Kupplung liegt unter 2oo U/min.
TIPP
Wiedereinschalten auch bei absinkender Zapfwellen-
Drehzahl möglich.
TIPP
Die Nockenschaltkupplung der Gelenkwelle ist keine
“Füllanzeige”.
Sie
ist
eine
reine
Überlastsicherung,
die
ihr Fahrzeug vor Beschädigung bewahren soll.
Durch vernünftige Fahrweise vermeiden Sie häufiges
Ansprechen der Kupplung und bewahren diese und die
Maschine vor unnötigem Verschleiß.
Schmierintervall: 500 h (Spezialfett)
Wichtig bei Gelenkwellen mit
Reibkupplung
Bei
Überlastung
und
kurzzeitigen
Drehmomentspitzen
wird
das Drehmoment begrenzt und während der Schlupfzeit
gleichmäßig übertragen.
Vor Ersteinsatz und nach längerer Stillstandzeit Arbeits
-
weise der Reibkupplung überprüfen.
a)
Maß „L“ an Druckfeder bei K90, K90/4 und K94/1 bzw.
an Stellschraube bei K92E und K92/4E ermitteln.
b)
Schrauben lösen, wodurch die Reibscheiben entla
-
stet werden.
Kupplung durchdrehen.
c)
Schrauben auf Maß „L“ einstellen.
Kupplung ist wieder einsatzbereit.
L
L
K92E,K92/4E
K90,K90/4,K94/1
- 31 -
1400_NL-BETRIEBSSTOFFE
NL
prestaties en levensduur van de machines zijn afhankelijk van een zorgvuldig onderhoud en het gebruik van goede smeermiddelen. Dit schema vergemakkelijkt de goede keuze van de juiste smeer-middelen.
Olie in aandrijvingen volgens de ge-bruiksaanwijzing verwisselen - echter tenminste 1 x jaarlijks.
- Aftapplug er uit nemen, de olie aftappen en milieuvriendelijk verwerken.
Voor het buiten gebruik stellen (win-terperiode) de olie-wissel uitvoeren en alle vetnippel smeerpunten doorsmeren. Blanke metaaldelen (koppelingen enz.) met een product uit groep "Iv" van de navolgende tabel
tegen corrosie beschermen.
Corrosiebescherming: FLUID 466
Smeermiddelen
Uitgave 2013
Smeermiddelen
code
I
(II)
ÖL
III
(IV)
FETT
V
VI
VII
caratteristica richiesta di
qualità
HYDRAULIKöL HLP
DIN 51524 Teil 2
Siehe Anmerkungen
*
**
***
Motorenöl SAE 30 gemäß API
CD/SF
Getriebeöl SAE 90 bzw. SAE 85 W-140 gemäß
API-GL 4 oder API-GL 5
Li-Fett (DIN 51 502,
KP 2K)
Getriebefließfett (DIN 51
502:GOH
Komplexfett (DIN 51 502:
KP 1R)
smeerolie SAE 90 of 85 W-140 volgens
API-GL 5
- 32 -
1400_NL-BETRIEBSSTOFFE
Firma Company
Société Societá
I
(II)
ÖL
III
(IV)
FETT
V
VI
VIII
OPMERKINGEN
AGIP
OSO 32/46/68
ARNICA 22/46
MOTOROIL HD 30
SIGMA MULTI 15W-40
SUPER TRACTOROIL UNIVERS. 15W-30
ROTRA HY 80W-90/85W-140
ROTRA MP 80W-90/85W-140
GR MU 2
GR SLL
GR LFO
-
ROTRA MP 80W-90
ROTRA MP 85W-140
*
B i j
gecombineerde
werkzaamheden
met tractoren met
natte platenrem is
de internationale
specificatie J 20
A noodzakelijk
**
Hydraulische
oliën H LP-(D) +
HV
***
Hydraulische
oliën op basis
van plantaardige
olie HLP + HV
Biologisch
afbreekbaar,
daarom bijzonder
milieuvriendelijk
ARAL
VITAM GF 32/46/68
VITAM HF 32/46
SUPER KOWAL 30 MULTI TURBORAL
SUPER TRAKTORAL 15W-30
GETRIEBEÖL EP 90 GETRIEBEÖL
HYP 85W-90
ARALUB HL 2
ARALUB FDP 00
ARALUB FK 2
GETRIEBEÖL HYP 90
AVIA
AVILUB RL 32/46
AVILUB VG 32/46
MOTOROIL HD 30
MULTIGRADE HDC 15W-40 TRACTAVIA HF
SUPER 10 W-30
GETRIEBEÖL MZ 90 M MULTIHYP
85W-140
AVIA MEHRZWECKFETT
AVIA ABSCHMIERFETT
A V I A
GETRIEBEFLIESSFETT
A V I A L U B
SPEZIALFETT LD
GETRIEBEÖL HYP 90
EP MULTIHYP 85W-
140 EP
BAYWA
HYDRAULIKÖL HLP 32/46/68
SUPER 2000 CD-MC *
HYDRA HYDR. FLUID *
HYDRAULIKÖL MC 530 **
PLANTOHYD 40N ***
SUPER 2000 CD-MC
SUPER 2000 CD
HD SUPERIOR 20 W-30
HD SUPERIOR SAE 30
SUPER 8090 MC
HYPOID 80W-90
HYPOID 85W-140
MULTI FETT 2
SPEZIALFETT FLM
PLANTOGEL 2 N
GETRIEBEFLIESSFETT
NLGI 0
RENOLIT DURAPLEX
EP 00 PLANTOGEL 00N
RENOPLEX EP 1
HYPOID 85W-140
BP
ENERGOL SHF 32/46/68
VISCO 2000
ENERGOL HD 30
VANELLUS M 30
GEAR OIL 90 EP
HYPOGEAR 90 EP
ENERGREASE LS-EP 2
FLIESSFETT NO
ENERGREASE HTO
OLEX PR 9142
HYPOGEAR 90 EP
HYPOGEAR 85W-140
EP
CASTROL
HYSPIN AWS 32/46/68 HYSPIN
AWH 32/46
RX SUPER DIESEL 15W-40 POWERTRANS
EPX 80W-90
HYPOY C 80W-140
CASTROLGREASE LM
IMPERVIA MMO
CASTROLGREASE
LMX
EPX 80W-90
HYPOY C 80W-140
ELAN
HLP 32/46/68
HLP-M M32/M46
MOTORÖL 100 MS SAE 30 MOTORÖL 104
CM 15W-40 AUSTROTRAC 15W-30
GETRIEBEÖL MP 85W-
90 GETRIEBEÖL B 85W-90
GETRIEBEÖL C 85W-90
LORENA 46
LITORA 27
RHENOX 34
-
GETRIEBEÖL B 85W-
90 GETRIEBEÖL C
85W-140
ELF
OLNA 32/46/68
HYDRELF 46/68
PERFORMANCE 2 B SAE 30 8000 TOURS
20W-30 TRACTORELF ST 15W-30
TRANSELF TYP B 90 85W-140
TRANSELF EP 90 85W-140
EPEXA 2
ROLEXA 2
MULTI 2
GA O EP
POLY G O
MULTIMOTIVE 1
TRANSELF TYP B 90
85W-140 TRANSELF
TYP BLS 80 W-90
ESSO
NUTO H 32/46/68
NUTO HP 32/46/68
PLUS MOTORÖL 20W-30 UNIFARM 15W-30
GEAROIL GP 80W-90 GEAROIL
GP 85W-140
MULTI PURPOSE
GREASE H
FIBRAX EP 370
NEBULA EP 1
GP GREASE
GEAR OIL GX 80W-90
GEAR OIL GX 85W-140
EVVA
ENAK HLP 32/46/68
ENAK MULTI 46/68
SUPER EVVAROL HD/B SAE 30 UNIVERSAL
TRACTOROIL SUPER
HYPOID GA 90
HYPOID GB 90
HOCHDRUCKFETT LT/
SC 280
GETRIEBEFETT MO 370
EVVA CA 300
HYPOID GB 90
FINA
HYDRAN 32/46/68
DELTA PLUS SAE 30
SUPER UNIVERSAL OIL
PONTONIC N 85W-90 PONTONIC
MP 85W-90 85W-140
SUPER UNIVERSAL OIL
MARSON EP L 2
NATRAN 00
MARSON AX 2
PONTONIC MP 85W-
140
FUCHS
TITAN
HYD
1030
AGRIFARM
STOU
MC
10W-30
AGRIFARM
UTTO
MP
PLANTOHYD
40N
***
AGRIFARM
STOU
MC
10W-30
TITAN
UNIVERSAL
HD
AGRIFARM
GEAR
80W90
AGRIAFRM
GEAR
85W-140
AGRIFARM
GEAR
LS
90
AGRIFARM
HITEC
2
AGRIFARM
PROTEC
2
RENOLIT
MP
RENOLIT
FLM
2
PLANTOGEL
2-N
AGRIFARM
FLOWTEC
000
RENOLIT
SO-GFO
35
RENOLIT
DURAPLEX
EP 00
PLANTOGEL
00N
RENOLIT
DURAPLEX EP 1
AGRIFARM
GEAR
8090
AGRIFARM
GEAR
85W-140
AGRIFARM
GEAR
LS90
GENOL
HYDRAULIKÖL HLP/32/46/68
HYDRAMOT 1030 MC *
HYDRAULIKÖL 520 **
PLANTOHYD 40N ***
MULTI 2030
2000 TC
HYDRAMOT 15W-30 HYDRAMOT 1030 MC
GETRIEBEÖL MP 90
HYPOID EW 90
HYPOID 85W-140
MEHRZWECKFETT
SPEZIALFETT GLM
PLANTOGEL 2 N
GETRIEBEFLIESSFETT
PLANTOGEL 00N
RENOPLEX EP 1
HYPOID EW 90
HYPOID 85W-140
MOBIL
DTE 22/24/25
DTE 13/15
HD 20W-20
DELVAC 1230
SUPER UNIVERSAL 15W-30
MOBILUBE GX 90
MOBILUBE HD 90
MOBILUBE HD 85W-140
MOBILGREASE MP
MOBILUX EP 004
MOBILPLEX 47
MOBILUBE HD 90
MOBILUBE HD 85W-
140
RHG
RENOLIN B 10/15/20 RENOLIN
B 32 HVI/46HVI
EXTRA HD 30
SUPER HD 20 W-30
MEHRZWECKGETRIEBEÖlSAE90
HYPOID EW 90
MEHRZWECKFETT
RENOLIT MP
DURAPLEX EP
RENOSOD GFO 35
RENOPLEX EP 1
HYPOID EW 90
- 33 -
1400_NL-BETRIEBSSTOFFE
Firma Company
Société Societá
I
(II)
ÖL
III
(IV)
FETT
V
VI
VIII
OPMERKINGEN
SHELL
TELLUS S32/S 46/S68 TELLUS
T 32/T46
AGROMA 15W-30
ROTELLA X 30
RIMULA X 15W-40
SPIRAX 90 EP
SPIRAX HD 90
SPIRAX HD 85/140
RETINAX A
ALVANIA EP 2
SPEZ. GETRIEBEFETT
H SIMMNIA GREASE O
AEROSHELL
GREASE 22
DOLIUM GREASE
R
SPIRAX HD 90
SPIRAX HD 85W-140
*
Bij gecombineerde
werkzaamheden
met tractoren met
natte platenrem is
de internationale
specificatie J 20
A noodzakelijk
**
Hydraulische oliën
H LP-(D) + HV
***
Hydraulische
oliën op basis
van plantaardige
olie HLP + HV
Biologisch
afbreekbaar,
daarom bijzonder
milieuvriendelijk
TOTAL
AZOLLA ZS 32, 46, 68 EQUIVIS
ZS 32, 46, 68
RUBIA H 30
MULTAGRI TM 15W-20
TOTAL EP 85W-90
TOTAL EP B 85W-90
MULTIS EP 2
MULTIS EP 200
MULTIS HT 1
TOTAL EP B 85W-90
VALVOLINE
ULTRAMAX HLP 32/46/68
SUPER TRAC FE 10W-30*
ULTRAMAX HVLP 32 **
ULTRAPLANT 40 ***
SUPER HPO 30
STOU 15W-30
SUPER TRAC FE 10W-30
ALL FLEET PLUS 15W-40
HP GEAR OIL 90
oder 85W-140
TRANS GEAR OIL 80W-90
MULTILUBE EP 2
VAL-PLEX EP 2
PLANTOGEL 2 N
RENOLIT LZR 000
DEGRALUB ZSA 000
DURAPLEX EP 1
HP GEAR OIL 90
oder 85W-140
VEEDOL
ANDARIN 32/46/68
HD PLUS SAE 30
MULTIGRADE SAE 80/90
MULTIGEAR B 90
MULTIGEAR C SAE 85W-140
MULTIPURPOSE
-
-
MULTIGEAR B 90
MULTI C SAE 85W-140
WINTERSHALL
WIOLAN HS (HG) 32/46/68
WIOLAN HVG 46 **
WIOLAN HR 32/46 ***
HYDROLFLUID *
MULTI-REKORD 15W-40
PRIMANOL
REKORD 30
HYPOID-GETRIEBEÖL
80W-90, 85W-140
MEHRZWECKGETRIEBEÖL
80W-90
WIOLUB LFP 2
WIOLUB GFW
WIOLUB AFK 2
HYPOID-GETRIEBEÖL
80W-90, 85W-140
MOTOREX
COREX HLP 32 46 68**
COREX HLPD 32 46 68**
COREX HV 32 46 68**
OEKOSYNT 32 46 68***
EXTRA SAE 30
FARMER TRAC 10W/30
GEAR OIL UNIVERSAL
80W/90
GEAR OIL UNIVERSAL
85W/140
FETT 176 GP
FETT 190 EP
FETT 3000
FETT 174
FETT 189 EP
FETT 190 EP
FETT 3000
GEAR OIL UNIVERSAL
80W/90
GEAR OIL UNIVERSAL
85W/140
0000-NL zusi
N
fo / Ba-e
L
aLL
g.
NL
- Z.34 -
Belangrijke extra-informatie voor uw veiligheid
Zie gebruikershandleiding trekker
Zie prijslijst en/of gebruikershandleiding van de machines
Nameten
Driepuntsmachine of front-/driepuntscombinatie
1. Berekening van het minste frontballastgewicht
G
V min
Breng het berekende minste frontbalastgewicht, dat voor op de trekker aanwezig moet zijn, over in de tabel.
Frontaanbouwmachine
2. Berekening van het minste ballastgewicht in de driepuntshefinrichting G
H min
Breng het berekende minste ballastgewicht, dat achter op de trekker aanwezig moet zijn, over in de tabel.
T
L
[kg]
T
V
[kg]
V [kg]
V
T
H
[kg]
G
H
[kg]
G
V
[kg]
V [kg]
V
leeggewicht van de trekker
belasting van de voor-as bij een lege trekker
belasting van de achteras bij een lege trekker
hartafstand van de assen
totaalgewicht driepuntsmachine/driepuntsballastgewicht
totaalgewicht frontaanbouwmachine/ frontballast
afstand tussen zwaartepunt frontaanbouw
machine/frontballast en het hart van de
voor-as
afstand hart achteras tot hart hefkogel
afstand hart achteras tot hart hefkogel
hartafstand hefkogel en zwaartepunt
driepuntsmachine / driepuntsballast
a
[m]
b
[m]
c
[m]
d
[m]
2
3
1
1
1
1
1
2
2
2
3
3
1
3
2
Combinatie van trekker en aanbouwwerktuig
De combinatie van machines in de front en in de driepuntshefinrichting mag niet leiden tot een overschrijding van de toegestane
totaalgewichten, de toegestane asbelastingen en de maximale bandenbelasting van de trekker. De voor-as van de trekker moet alti
jd
met tenminste 20% van het ledige gewicht van de trekker belast blijven.
Overtuig u er van voor het aankopen van een machine, dat deze voorwaarden aanwezig zijn, door de volgende berekening uit te
voeren of de combinatie van trekker en werktuig(en) te wegen.
Berekening van het totaalgewicht, de asbelastingen en de belasting van de banden, als ook de minste
ballasttoevoeging
Voor de berekening hebt u de volgende gegevens nodig:
0000-NL zusi
N
fo / Ba-e
L
aLL
g.
NL
- Z.35 -
Belangrijke extra-informatie voor uw veiligheid
Minste ballastgewicht
front/driepuntshef
Totaalgewicht
Voor-as belasting
Achteras belasting
Daadwerkelijke waarde
vlg. berekening
Toegestane waarde vlg.
gebruikershandleiding
Dubbele toegestane
bandenbelasting
(twee banden)
(twee banden)
Het minste ballastgewicht moet als aanbouwwerktuig of in de vorm van ballastgewichten op de trekker
worden aangebracht!
De berekende waarden moeten lager / gelijk (≤) zijn aan de toeg
estane waarden!
3. Berekening van de daadwerkelijk voor-as belasting T
V tat
(Als het minste frontballastgewicht (G
V min
) niet wordt bereikt door het gewicht van de machine (G
V
), moet het gewicht in het front worden
V), moet het gewicht in het front worden
V
verhoogd tot de berekende waarde)
Voer de berekende daadwerkelijke waarde en de in de gebruikershandleiding van de trekker aangegeven toegestane voor-as belastin
g in de
tabel in.
4. Berekening van het daadwerkelijke totaalgewicht G
tat
(Als het minste ballastgewicht (G
H min
) niet wordt bereikt moet het gewicht van de driepunts-machine (G
H
) worden verhoogd tot minste
ballastgewichtswaarde)
Voer de berekende daadwerkelijke waarde en de in de gebruikershandleiding van de trekker aangegeven toegestane totaal-belasting
in de tabel in.
5. Berekening van de daadwerkelijke achteras belasting T
H tat
Voer de berekende daadwerkelijke waarde en de in de gebruikershandleiding van de trekker aangegeven toegestane achteras belasti
ng in de
tabel in.
6. Bandenbelasting
Voer de dubbele waarde (twee banden) van de toegestane bandenbelasting (zie bijv. gegevens van de bandenleverancier in de tabel
in).
Tabel
Firmanaam en adres van de producent:
P
Ö
TTINGER Landtechnik GmbH
Industriegel
ä
nde 1
AT - 4710 Grieskirchen
Machine (vervangbare uitrusting)
:
Zwadhark
Type
Serienummer
De producent verklaart uitdrukkelijk dat de machine
overeenkomt met alle desbetreffende
bepalingen van de volgende EG-richtlijn:
Machines 2006/42/EG
Bovendien wordt de overeenstemming met de volgende
andere EG-richtlijnen en/of
desbetreffende bepalingen verklaard
Vindplaats van de toegepaste geharmoniseerde normen
:
EN ISO 12100
EN ISO 4254-1
EN ISO 4254-10
Vindplaats van de toegepaste overige technische nor
men en/of specificaties:
Vindplaats van de toegepaste overige technische normen en/of specificaties:Vindplaats van de toegepaste overige technische nor
Documentatiegemachtigde:
Josef Mairhuber
Industriegel
ä
nde 1
A-4710 Grieskirchen
EG-conformiteitsverklaring
Originele conformiteitsverklaring
Markus Baldinger,
Bedrijfsleiding F&E
Grieskirchen, 01.08.2016
J
ö
rg Lechner,
Bedrijfsleiding Productie
EUROTOP 342
EUROTOP 382
EUROTOP 422
EUROTOP 462
2610
2620
2630
2640
A empresa PÖTTINGER Landtechnik GmbH
esforçase continuamente por melhorar os
seus produtos, adaptando-os à evolução
técnica.
Por este motivo, reservamonos o direito de modificar
as figuras e as descrições constantes no presente
manual, sem incorrer na obrigação de modificar
máquinas já fornecidas.
As características técnicas, as dimensões e os pesos
não são vinculativos.
A reprodução ou a tradução do presente manual de
instruções, seja ela total ou parcial, requer a autorização
por escrito da
PÖTTINGER
Landtechnik GmbH
A-4710 Grieskirchen
Todos os direitos estão protegidos pela lei da prop-
riedade intelectual.
Im Zuge der technischen Weiterentwicklung
arbeitet die PÖTTINGER Landtechnik
Im Zuge der technischen Weiterentwicklung
arbeitet die PÖTTINGER Landtechnik
Im Zuge der technischen Weiterentwicklung
GmbH ständig an der Verbesserung ihrer
Produkte.
Änderungen gegenüber den Abbildungen und
Beschreibungen dieser Betriebsanleitung müssen wir
uns darum vorbehalten, ein Anspruch auf Änderungen
an bereits ausgelieferten Maschinen kann daraus nicht
abgeleitet werden.
Technische Angaben, Maße und Gewichte sind
unverbindlich. Irrtümer vorbehalten.
Nachdruck oder Übersetzung, auch auszugsweise,
nur mit schriftlicher Genehmigung der
PÖTTINGER
Landtechnik GmbH
A-4710 Grieskirchen.
Alle Rechte nach dem Gesetz des Urheberrecht
vorbehalten.
La société PÖTTINGER Landtechnik GmbH
améliore constamment ses produits grâce
au progrès technique.
C'est pourquoi nous nous réser-vons le droit de
modifier descriptions et illustrations de cette notice
d'utilisation, sans qu'on en puisse faire découler un
droit à modifications sur des machines déjà livrées.
Caractéristiques techniques, dimensions et poids sont
sans engagement. Des erreurs sont possibles.
Copie ou traduction, même d'extraits, seulement avec
la permission écrite de
PÖTTINGER
Landtechnik GmbH
A-4710 Grieskirchen.
Tous droits réservés selon la réglementation des
droits d'auteurs.
Following the policy of the PÖTTINGER
Landtechnik GmbH to improve their products
as technical developments continue,
PÖTTINGER reserve the right to make alterations which
must not necessarily correspond to text and illustrations
contai-ned in this publication, and without incurring
obligation to alter any machines previously delivered.
Technical data, dimensions and weights are given as
an indication only. Responsibility for errors or omissions
not accepted.
Reproduction or translation of this publication, in whole
or part, is not permitted without the written consent of the
PÖTTINGER
Landtechnik GmbH
A-4710 Grieskirchen.
All rights under the provision of the copyright Act are
reserved.
PÖTTINGER Landtechnik GmbH werkt
permanent aan de verbetering van hun
producten in het kader van hun technische
ontwikkelingen. Daarom moeten wij ons
veranderingen van de afbeeldingen en beschrijvingen
van deze gebruiksaanwijzing voorbehouden, zonder
dat daaruit een aanspraak op veranderingen van reeds
geieverde machines kan worden afgeleid.
Technische gegevens, maten en gewichten zijn niet
bindend. Vergissingen voorbehouden.
Nadruk of vertaling, ook gedeeltelijk, slechts met
schriftelijke toestemming van
PÖTTINGER
Landtechnik GmbH
A-4710 Grieskirchen.
Alle rechten naar de wet over het auteursrecht voor-
behouden.
La empresa PÖTTINGER Landtechnik
GmbH se esfuerza contínuamente en
la mejora constante de sus productos,
adaptándolos a la evolución técnica. Por ello
nos vemos obligados a reservarnos todos los derechos
de cualquier modificación de los productos con relación
a las ilustraciones y a los textos del presente manual,
sin que por ello pueda ser deducido derecho alguno a
la modificación de máquinas ya suministradas.
Los datos técnicos, las medidas y los pesos se
entienden sin compromiso alguno.
La reproducción o la traducción del presente manual
de instrucciones, aunque sea tan solo parcial, requiere
de la autorización por escrito de
PÖTTINGER
Landtechnik GmbH
A-4710 Grieskirchen.
Todos los derechos están protegidos por la ley de la
propiedad industrial.
La PÖTTINGER Landtechnik GmbH è
costantemente al lavoro per migliorare i suoi
prodotti mantenendoli aggiornati rispetto allo
sviluppo della tecnica.
Per questo motivo siamo costretti a riservarci la facoltà
di apportare eventuali modifiche alle illustrazioni e alle
descrizioni di queste istruzioni per l’uso. Allo stesso
tempo ciò non comporta il diritto di fare apportare
modifiche a macchine già fornite.
I dati tecnici, le misure e i pesi non sono impegnativi. Non
rispondiamo di eventuali errori. Ristampa o traduzione,
anche solo parziale, solo dietro consenso scritto della
PÖTTINGER
Landtechnik GmbH
A-4710 Grieskirchen.
Ci riserviamo tutti i diritti previsti dalla legge sul diritto
d’autore.
EN
EN
IT
PT
PT
NL
NL
DE
DE
ES
ES
FR
FR
PÖTTINGER Deutschland GmbH
Servicecenter
L
andsberg
Spöttinger-Straße 24
Postfach 1561
D-86 899 LANDSBERG / LECH
Telefon:
Ersatzteildienst: +49 8191 9299 - 166 od. 169
Kundendienst: +49 8191 9299 - 130 od. 231
Telefax:
+49 8191 59656
e-Mail:
landsberg@poettinger.at
landsberg@poettinger.at
PÖTTINGER
L
andtechnik GmbH
Industriegelände 1
A-4710 Grieskirchen
Telefon:
+43 7248 600-0
Telefax:
+43 7248 600-2513
e-Mail:
info@poettinger.at
info@poettinger.at
Internet:
http://www.poettinger.at
PÖTTINGER Deutschland GmbH
Verkaufs- und Servicecenter Recke
Steinbecker Strasse 15
D-49509 Recke
Telefon:
+49 5453 9114-0
Telefax:
+49 5453 9114-14
e-Mail:
recke@poettinger.at
recke@poettinger.at
Pöttinger
F
rance S.A.R.
L
.
129 b, la Chapelle
F-68650 Le Bonhomme
Tél.:
+33 (0) 3 89 47 28 30
e-Mail:
france@poettinger.at
france@poettinger.at
  • Page 1 1
  • Page 2 2
  • Page 3 3
  • Page 4 4
  • Page 5 5
  • Page 6 6
  • Page 7 7
  • Page 8 8
  • Page 9 9
  • Page 10 10
  • Page 11 11
  • Page 12 12
  • Page 13 13
  • Page 14 14
  • Page 15 15
  • Page 16 16
  • Page 17 17
  • Page 18 18
  • Page 19 19
  • Page 20 20
  • Page 21 21
  • Page 22 22
  • Page 23 23
  • Page 24 24
  • Page 25 25
  • Page 26 26
  • Page 27 27
  • Page 28 28
  • Page 29 29
  • Page 30 30
  • Page 31 31
  • Page 32 32
  • Page 33 33
  • Page 34 34
  • Page 35 35
  • Page 36 36
  • Page 37 37
  • Page 38 38

Pottinger TOP 422 Handleiding

Type
Handleiding
Deze handleiding is ook geschikt voor

in andere talen