Johannus Opus 300 series Handleiding

Type
Handleiding
HANDLEIDING
OPUS
325
_______ 6 _
INLEIDING ................................................ 5
NETSPANNING 5
NETSCEUU{ELAAR 5
PEDAAL 5
TRANSPOSER
6
PITCH ....................................................
6
AKOESTIEK 6
TREMUIANTEN 6
KOPPELS 7
CHORUS .................................................. 7
MANUAAL BAS
7
ZWELTREDEN 7
GENERAAL CRESCENDO PEDAAL . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .. 8
VOETPISTONS 8
VASTE COMBINATIES 8
SETZER 9
MIDI .................................................... 10
HET REGISTREREN
11
ONDERHOUD 11
EXTERNE AANSLUITINGEN
12
Midi ................................................. 12
Aux 12
Akoestiek ............................................. 12
GARANTIE
12
TECHNISCHE GEGEVENS '" " . 13
AANTEKENINGEN 14
_______________6 _
Hoewel JOHANNUS ORGELBOUW een relatief jong bedrijf is, kan het
bogen op een ruime ervaring in het bouwen van elektronische klassieke
orgels.
Het begon in een kelderruimte met het bouwen van kerkorgels, waarvan
het eerste werd uitgeleverd op 4 maart 1971. AI vrij spoedig daarna
werden studie-orgels aan het assortiment toegevoegd.
Er was veel vraag naar dit nieuwe instrument, dat het studeren van
klassieke- en lithurgische muziek voor veel meer orgel-enthousiasten
mogelijk maakte. (immers niet iedereen had de mogelijkheid regelmatig
in de kerk te kunnen en te mogen spelen).
Door de snel stijgende produktie was de werkruimte al gauw te klein en
verhuisde men in 1972 naar een pand in Veenendaal. Hier werden de
studie-orgels type S, HII, en HIlI, en de kerkorgels type KII, KIIB, KIIC,
en KIIIC gebouwd.
In 1976 durfde men het aan om een eigen bedrijf te laten bouwen, waar-
mee de wensen van zowel artistiek- als produktiegerichte mensen in
vervulling konden gaan.
Zo werd binnen het bedrijf een complete concertzaal gemaakt die, geheel
volgens de moderne opvattingen "multi-functioneel" was, dat wi! zeggen
dat deze zaal behalve voor het geven van concerten, ook gebruikt kon (en
kan) worden voor het demonstreren van kerkorgels, en voor het v66r-
intoneren van deze orgels. Dit houdt in dat kerkorgels hier klank-tech-
nisch op een grote ruimte worden ingesteld, zodat dit enige uren kan
schelen bij het intoneren in de kerk zelf.
Het nieuwe bedrijf in Ede werd op 12 maart 1976 geopend door de
organist Feike Asma, naar wie de concertzaal tot zijn eigen verrassing
ook werd genoemd, uit erkentelijkheid voor de waardevolle adviezen die
hij JOHANNUS ORGELBOUW heeft gegeven die hebben bijgedragen
bij het leggen van de basis van de karakteristieke "JOHANNUS"-klank.
Tot op de dag van vandaag bouwen wij met veel inzet en genoegen een
uitgebreide serie "grote" en "kleine" orgels die inmiddels in de gehele
wereld bekend zijn geworden.
JOHANNUS ORGELBOUW wenst u veel muzikaal genoegen met uw
orgel.
_______________...6.... _
U bent de bezitter geworden van een JOHANNUS orgel, een instrument met een
enorme klankrijkdom en ongekende combinaties. Wij als bouwers van dit orgel
willen u graag helpen deze eigenschappen te ontdekken. De verschillende onder-
delen worden puntsgewijs behandeld.
Wij hopen dat dit orgel, samen met deze handleiding, een goed uitgangspunt zal
zijn voor vele jaren van muzikaal genoegen.
Controleer, voor u het orgel aansluit, of de netspanning welke vermeld staat op de
serienummerplaat, gelijk is aan die van uw wandcontactdoos.
De serienummerplaat bevindt zich links onder de manualen.
Met de netschakelaar kan het orgel in- of uitgeschakeld worden. Wanneer het
orgel aanstaat, brandt het rode controle-Iampje in de netschakelaar. Enkele
seconden nadat u het orgel heeft aangezet schakelen de eindversterkers automa-
tisch in.
Het pedaal van uw orgel werkt met magneetschakelaars. De magneetschakelaars
bevinden zich (aan de buitenkant niet zichtbaar) achter de zwarte pedaalplank van
het orgel. De magneten zijn aan de voorkant in de pedaaltoetsen gemonteerd.
Wanneer een pedaaltoets wordt ingedrukt, activeert de magneet in de pedaaltoets
de magneetschakelaar achter de zwarte pedaalplank.
Het pedaal moet daarom
goed onder het orgel worden geschoven,
am uitvallen van het pedaal te voorko-
men.
___________________6 _
De TRANSPOSER geeft u de mogelijkheid om het orgel te transponeren, d.w.z. u
kunt met deze keuzeschakelaar drie maal een halve toon hager of lager stemmen.
In de stand 0 staat het orgel op de normale stemming: A = 440 Hz (Mits de
"Pitch"-knop in de middenstand staat). De TRANSPOSER kan vooral van pas
komen bij het samenspelen met andere instrumentalisten of met zangers/zange-
ressen die een bepaald muziekstuk graag hoger of lager spelen dan de eigenlijke
muzieknotatie aangeeft.
Met de PITCH-knop kunt u het orgel traploos een kwart toon omhoog of omlaag
stemmen. In de middenstand staat de stemming op A=440 Hz (Mits de Transpo-
ser in de "O"-stand staat).
Het digitale akoestiek-effect zorgt voor een ruimtelijke weergave van de orgel-
klank. Dit effect kunt u instellen met behulp van een volume-regelaar en een
keuzeschakelaar. Met de volume-regelaar AKOESTIEK kan het volume van het
akoestiek-effect worden ingesteld. Met de keuzeschakelaar AKOESTIEK 1-2-3-4-
5-6 kan een keuze gemaakt worden uit zes verschillende nagalmprogramma's, die
verschillen in lengte en helderheid. Om het akoestiek-effect uit te schakelen dient
u de volume-regelaar AKOESTIEK geheel linksom te draaien.
De manualen hebben gescheiden tremulanten. Bij het gebruik van de koppels
worden de tremulanten van de desbetreffende manualen meegekoppeld.
_________________....6 _
Het orgel bezit twee pedaalkoppels en een manuaalkoppel. Dit houdt in dat u
door het inschakelen van de pedaalkoppel de registers van b.v. het hoofdwerk ook
op het pedaal kunt bespelen. Met de manuaalkoppel kan b.v. het zwelwerk aan
het hoofdwerk gekoppeld worden.
Met de CHORUS-regelaar kunt u de verschillende toongeneratoren licht ont-
stemm en ten opzichte van elkaar. Hierdoor ontstaat, als u met gekoppelde
manualen speelt, een lichte zweving waardoor het orgel "breder" gaat klinken.
Met de MANUAAL BAS kunt u het pedaal naar het hoofdwerk koppelen. De
manuaal bas is, in tegenstelling tot de "normale" koppels geen volledige koppel:
AIleen de laagste toon van het accoord dat u op het hoofdwerk speelt wordt bij
gebruik van de manuaal bas van het pedaal naar het hoofdwerk gekoppeld.
Volume
Hoofdwerk
+
Pedaal
Volume
Zwelwerk
__________________6 _
Met het Generaal Crescendo Pedaal kunt u in 12 stappen registers inschakelen
van Pianissimo tot Tutti. De 12 stappen zijn ingesteld volgens vaste muzikale
normen. Het Generaal Crescendo Pedaal heeft altijd 'voorrang' boven de Vaste
Combinaties, Vrije Combinaties of Handregistratie. Met de TA-knop kunnen wel
de tongwerken worden uitgeschakeld.
~Optie
Afhankelijk van het model kunnen voetpistons geplaatst zlJn met de volgende
functie:
Koppel . pistons
Met deze pistons kunnen de koppels bedient worden. Is de desbe-
treffende koppel nog niet in gebruik, dan schakelt u met de piston
de koppel in. Is de koppel reeds is gebruik, dan schakelt u de
koppel uit.
Tutti . piston
Dit piston heeft dezelfde functie als de T-knop van de vaste combi-
naties. U schakelt het orgel in op "Volle Werk". De Tutti - piston
heeft altijd "voorrang" boven enige andere registercombinatie. Door
een vrije of vaste combinatie te kiezen kunt u overschakelen op
een andere registercombinatie.
Programeerbare pistons
Deze voetpistons hebben dezelfde functie als de 8 drukknoppen
van de vrije- of setzercombinaties. Hoe u deze kunt programeren
kunt u vinden elders in deze handleiding onder de kop "Setzer"
De vaste combinaties zijn registergroepen, elektronisch ingesteld volgens vaste
muzikale normen, beginnend bij PP (pianissimo) en eindigend bij T (tutti). Het is
ook mogelijk om binnen een vaste combinatie zelf registers bij of af te schakelen.
U drukt op een van de Vaste Combinatieknoppen. Aan de oplichtende register-
schakelaars ziet u welke registers zijn ingeschakeld. Door een nog niet oplichtende
registerschakelaar in te drukken schakelt u desbetreffend register bij. Als u op een
al oplichtende registerschakelaar drukt schakelt u deze uit. Wilt u de tongwerken
in een vaste combinatie uitschakelen dan kan dit ook door de TA-knop (tongwer-
ken af) in te drukken. De tongwerken zijn de rood aangegeven registers.
U vindt de knoppen voor de vaste combinaties midden op de voorlat.
__________________6 _
Het setzer-systeem geeft de mogelijkheid om 24 zelf gekozen registercombinaties
in een geheugen op te slaan en op elk gewenst moment weer op te roepen of te
veranderen.
De combinaties zijn verdeeld in 3 groepen van 8, te weten de groepen M1, M2 en
M3. De drukknoppen van de groepen bevinden zich aan de rechterzijde van de
voodat. In elk van de groepen M1, M2 en M3 kunnen 8 verschillende combinaties
opgeslagen worden. De knoppen voor de 8 verschillende combinaties, genummerd
1t/m 8, bevinden zich aan de linkerzijde van de voodat.
Het inlezen van de vrije registercombinaties gaat als voIgt:
1. Zet het geheugen "open" door de sleutel van de slotschakelaar MEMORY
LOCK rechtsom te draaien. U vindt deze slotschakelaar links naast de manual-
en.
2. Stel de registratie in die u in het geheugen op wilt slaan.
3. Kies de groep (b.v. M1) waarin u de ingestelde registratie op wilt slaan.
4. Druk de SET-knop (geheel links op de voodat) in, HOUDT DEZE INGE-
DRUKT, en druk daarna een van de 8 knoppen 1 t/m 8 in (b.v.1)
5. Laat daarna eerst de ingedrukte vrije combinatie-knop (in dit voorbeeld knop 1)
los, en dan pas de SET-knop. De door u gekozen vrije combinatie is nu
opgeslagen in groep 1 op plaats 1.
U kunt op dezelfde manier nog 7 andere registraties in groep M1 opslaan, gebruik
makend van de knoppen 2
t/m
8. Tevens kunnen nog 16 combinaties in het geheu-
gen opgeslagen worden met de knoppen M2 en M3, 1 t/m 8.
De nu ingelezen combinaties kunnen beschermd worden tegen ongewenst wissen
door de sleutel van de slotschakelaar MEMORY LOCK linksom te draaien en
eventueel uit het slot te nemen. Geen van de combinaties kan nu gewist of
veranderd worden. Wilt u een combinatie oproepen, dan drukt u een van de
groep-knoppen M1, M2 of M3 in, en een van de knoppen 1 t/m 8. Het inlezen kan
alleen wanneer het geheugen "open" gezet is, d.m.v. de slotschakelaar, het uitlezen
kan zowel bij een "op slot" gezet als een "open" geheugen. Tijdens het spelen kunt
u naar believen registers bij- of uitschakelen. Indien u hierna de oorspronkelijke
vrije combinatie weer terug wenst, drukt u opnieuw de knop(pen) van die combi-
natie in.
Bij het gebruik van de speelhulpen in de vaste of vrije combinaties zal bij het
wisselen van een combinatie de ingestelde registratie van de speelhulpen mee
veranderen. Om dit de voorkomen is op de voodat de knop CA (Cancel Acces-
sories) aangebracht. Bij het indrukken van de CA-knop blijft de ingestelde
registratie van de speelhulpen staan bij het wisselen van de ene naar de andere
vrije- of vaste combinatie.
De knop
TA
(Tongwerken Af) functioneert bij het gebruik van de vrije combina-
ties, de vaste combinaties, de handregistratie en bij het Generaal Crescendo
Pedaal. Door het indrukken van de TA-knop worden aIle op dat moment inge-
schakelde tongwerken uitgeschakeld. Bij het indrukken van de O-knop worden
altijd aIle ingestelde registers uitgeschakeld. Het geheugen van het setzer-systeem
is zodanig beveiligd dat de door u ingestelde vrije combinaties niet vedoren gaan
wanneer het orgel uitgezet wordt of wanneer het netsnoer uit de wandcontactdoos
gehaald wordt.
__________________6 _
MIDI is de afkorting van Musical Interface for Digital Instruments. Dit betekent
dat u d.m.v. Midi verschillende instrumenten aan elkaar kunt koppelen. Met
andere woorden: u kunt verschillende instrumenten op hetzelfde moment bespe-
len. Zo kunt u b.v. spelend op uw Johannus orgel een synthesizer of expander
laten meespelen.
Hoe werkt Midi? Midi stuurt geen audio-signaal via de connectors! Het Midi-
signaal 'vertelt' het aangesloten instrument of apparaat alleen welke toets is
ingedrukt en hoelang.
Met de registers MIDI HOOFDWERK 1, MIDI ZWELWERK 2 en MIDI
PEDAAL 3 kunt u bepalen vanaf welk klavier of pedaal u Midi-codes verstuurt.
Heeft u geen van deze registerschakelaars instaan, dan zal via de Midi Out -
connector geen toetsinformatie worden verzonden.
Midi-informatie die het orgel inkomt via de connector MIDI-IN aan de achterzijde
van het orgel zal onafhankelijk van de stand van de Midi-registers toetsen aanstu-
ren op het desbetreffende kanaal.
Let u echter op het volgende: als u b.v het register MIDI HOOFDWERK 2
heeft instaan en u speelt op het hoofdwerk terwijl u het register MIDI
HOOFDWERK 2 uitzet, zal het ontvangende instrument het laatste akkoord
blijven spelen omdat het n.l. geen code ontvangt dat u het akkoord hebt
losgelaten. Om dit effect weer op te lossen moet u het register MIDI HOOFD-
WERK 2 weer aanzetten en nogmaals uitzetten zonder dat u toetsen heeft
ingedrukt.
Het nummer achter b.v. MIDI HOOFDWERK
Z.
duidt op het kanaalnummer dat
aangestuurd wordt als u op het hoofdwerk speelt.
Midi heeft n.l. 16 verschillende kanalen waarover codes verstuurt kunnen worden.
Zo kunt u b.v. via kanaal 1 een expander aansturen en tegelijkertijd via kanaal 2
een tweede expander. De desbetreffende expander moet u dan wel zo installeren
dat hij alleen reageert op b.v. kanaal 1.
-------------------------------------
Het registreren is een wezenlijk onderdeel van het orgelspel. Waarschijnlijk is het
ook een van de moeilijkste begrippen om duidelijk te maken, omdat het in grote
mate afhankelijk is van de persoonlijke smaak van de organist(e). Als u geen
ervaring heeft in het registreren, zult u echt tijd nodig hebben om al de mogelijk-
heden van uw orgel te leren kennen. Achterin deze handleiding staan een aantal
registratievoorbeelden. Hierin ziet u dat op het pedaal een 16-voets labiaal (b.v.
SUBBAS 16') meestal de basis is, terwijl dit op de manualen vrijwel altijd een 8-
voets labiaal (b.v. ROERFLUIT 8') is. Vanuit deze basis wordt de registratie
verder opgebouwd. Het verdient aanbeveling om zoveel mogelijk binnen een
"registergroep" of "koor" te combineren. Zo bestaat een prestantenkoor onder
meer uit: PRESTANT 8',
OCTAAF
4', SUPEROCTAAF 2' en MIXTUUR. Een
fluitenkoor bestaat ondermeer uit: HOLPIJP 8', FLUIT 4' en WOUDFLUIT 2'.
Voorbeelden van een goede en fraaie registercombinaties zijn b.v. PRESTANT 8'
met
OCTAAF
4' of van HOLPIJP 8' met FLUIT 4'. De "vulstemmen" (alle
stemmen die geen hele voetmaat-aanduiding hebben) komen als kroon op de
combinatie 8', 4', 2' registers. Tongwerken zijn te gebruiken als solostemmen of als
aanvulling op het volle werk. Nogmaals, laat uw eigen smaak de belangrijkste
raadgever zijn. Weet de registers te gebruiken zoals een schilder zijn kleuren,
steeds weer verschillende combinaties, waarbij u de functie van de zweltreden,
koppels en tremulanten niet moet vergeten.
Het meubel is deels afgewerkt met houtfineer en deels met massief hout. U kunt
het meubel droog afnemen met een gewone stofdoek of met een vochtige doek of
zeem, en het daarna droogwrijven met een niet-pluizende doek. Wij raden het
gebruik van meubel- of teakolie af, omdat dit een schadelijke invloed op de lak
kan hebben. Direct zonlicht kan het meubel doen verkleuren. Dit geldt in het
bijzonder voor blank eiken meubels. De toetsen kunt u behandelen als het meubel.
Kleine krasjes, die op den duur door het bespelen van het instrument kunnen
ontstaan, kan men wegwerken met autopolish. Probeer NOOIT vlekken te
verwijderen met agressieve vloeistoffen als thinner, aeeton e.d. Deze zullen uw
instrument onherroepelijk besehadigen.
__________________a _
Op de achterzijde van het orgel (vanaf de achterzijde gezien rechts onder)
bevinden zich een aantal aansluitingen. De functies van deze aansluitingen worden
hieronder beschreven.
Midi Midi-In:
Midi-Thru:
Midi-Out:
Voor het ontvangen van Midi-codes vanaf andere instrumenten.
Voor het doorgeven van binnenkomende Midi-codes.
Voor het verzenden van Midi-codes naar andere instrumenten.
Aux-In
Deze ingang is bedoeld om het geluid van een extern apparaat via de
versterkers van het orgel te laten horen. Zo kunt u b.v. een expander, die u
via de Midi-Connector met het orgel laat meespelen, laten klinken via de
luidsprekers van het orgel.
Akoestiek (AK-4)
Deze aansluiting is bestemd voor het aansluiten van een JOHANNUS
(digitale) 4-kanalen akoestiek. Dit is een systeem dat d.m.v. 4 losse luidspre-
kerboxen, in de ruimte waar het orgel staat, de ruimtewerking van een
concertzaal of kathedraal creeert.
Luidspreker aansluiting
Deze aansluitingen zijn bestemd voor het aansluiten van het externe luid-
sprekerfront.
U heeft bij de aankoop van uw JOHANNUS orgel een garantiekaart gekregen.
Lees de garantiebepalingen zorgvuldig door en stuur zo spoedig mogelijk het
onderste deel van de garantiekaart naar JOHANNUS ORGELBOUW RV. te
EDE. Nogmaals willen wij uw aandacht vestigen op het feit dat veranderingen aan
het orgel of ondeskundige behandeling de garantie kunnen doen vervallen.
__________________A _
Opus 325
Dlgltaal Ge•• mpelde Stemmen 41
Manualen (C-c••• 5 octaves) 2
3o-tonig recht
Ped881 30-tonig recht concaaf optie
32-tonig recht concaaf optie
Koppels 3
Tramulanten 2
Manu881 Chorus
voor interne (monitor) luidsprekers
-
Ve•.•terke •.• voor externe luidsprekers 10
ZWeltnlden 2
Generaal CrallC8ndo Ped881 1
Manu881 Baa
Volume Regellng Interne Monitor Luldsprake •.•
-
Programma's 6
Akoestlek Volume Regeling
Transpoaer
setzer 24 Combinaties
Syateem 48 Combinaties optie
Koppels optie
Voetplstons Tutti optie
Programmeerbaar optie
Ped88lverllchtlng
DeLuxe Meubel
Houten Rollulk met slot
Geflneerde Achterwand
Bank met muzlekberglng
Hoogte 137
Afmetlngen Breedte 176
(em) Diepte excl. Pedaal 80
Diepte incl. Pedaal 100
Exteme Aansluitingen
In
Midi Thru
Out
Output voor externe Akoestlek
Auxiliary • Input
Externe Luldspraker Aanslultlng
___________________________A ---
-------------------------------------------------------------
  • Page 1 1
  • Page 2 2
  • Page 3 3
  • Page 4 4
  • Page 5 5
  • Page 6 6
  • Page 7 7
  • Page 8 8
  • Page 9 9
  • Page 10 10
  • Page 11 11
  • Page 12 12
  • Page 13 13
  • Page 14 14

Johannus Opus 300 series Handleiding

Type
Handleiding